Kerspelstokkies 1

Page 1

SPECIALE UITGAVE DECEMBER 2003 - nummer 1

HISTORISCHE VERENIGING

‘t Fledder Kerspel Boschoord Doldersum Frederiksoord Nijensleek Vledder Vledderveen Wilhelminaoord

KING T ER KEN NISMA


r l e e Inhoudsopgave d p d s r e l e K ‘t F Colofon

uitgave van de Historische Vereniging

Van de voorzitter

3

Actualiteiten

4

De vereniging is opgericht bij notariële akte op 25 februari 2003 en heeft tot doel: a. het bewaren, beschermen, verzamelen van kennis en goederen betreffende het culturele en historische erfgoed binnen het grondgebied van de voormalige gemeente Vledder en b. het bevorderen en uitdragen van de belangstelling voor en kennis van het culturele en historische erfgoed.

Van de redactie

5

Nijensleek op de wereldkaart

6

Rondje Vledder

8

Brandstof in Vledderveen

16

het bestuur bestaat uit de volgende leden: 1. de heer J.J. Mensink (voorzitter); 2. de heer R.J. van der Veen (secretaris); 3. de heer A.K. Bovenkamp (penningmeester); 4. de heer A. Jager (lid) en 5. mevrouw M. Mol-Bosma (lid).

Padvinderij in Frederiksoord

19

Een grensincident bij Doldersum

21

't Fledder Kerspel

De vereniging kent twee commissies n.l. een redactiecommissie bestaande uit de heren P.D. De Geus, J.L.M. Kits Nieuwenkamp en B. Dragtsma. Er is één vacature. De redactiecommissie stelt zich ten doel om ten minste 3 maal per jaar een tijdschrift uit te brengen De opmaak van het blad is verzorgd door Oopke Nieland. een websitecommissie bestaande uit de heren J. Bollen, G. Kok, K. Eleveld, K. Ellen en R. Kijl. website: www.fledderkerspel.nl emailadres: info@fledderkerspel.nl Het secretariaatsadres is: Wierplas 11 8381 CD VLEDDER 2

Het ontstaan van “Ons Dorpshuis” in Wilhelminaoord 13


Van de voorzitter..... Het is mij een groot genoegen in de allereerste uitgave van het verenigingsblad het voorwoord te mogen schrijven. In een lange periode van voorbereiding, waarin eerst een werkgroep werd gevormd om te onderzoeken of een historische vereniging in het werkgebied van de voormalige gemeente Vledder haalbaar zou zijn, werden de volgende stappen ondernomen.. De heren Kasper Bovenkamp, Bertus Jager, Roelof van der Veen en ondergetekende hadden bij de uitgave van het boek "Vledder Achter de Aa" samen een begeleidingscommissie gevormd en in 1997 reeds het idee geopperd een historische vereniging op te richten. Het heeft echter nog tot 2003 geduurd alvorens het idee tot uitvoering kwam. Op 25 februari 2003 is de stichtingsakte in Dwingeloo ondertekend en op 3 april 2003 hebben wij een presentatie van de vereniging gehouden in de Tippe in Vledder, waar zich spontaan reeds een tachtigtal leden aanmeldden. De stokloper, Luuk Groen, heeft op ludieke wijze de naam van de vereniging bekend gemaakt. Op 6 mei 2003 hebben wij onze eerste ledenvergadering gehouden, waarbij al een groot aantal leden aanwezig was. Mientje MolBosma trad tot het bestuur van de vereniging toe. Na de algemene vergadering is door het bestuur hard gewerkt aan de vorming van een tweetal werkgroepen, namelijk een redactiecommissie en een websitecomisie. Het resultaat van de redactiecommissie ligt thans voor u en het resultaat van de websitecommissie kunt u op de site www.fledderkerspel.nl vinden. De uitgave van het eerste verenigingsblad is mede mogelijk gemaakt door enkele adverteerders, die wij bij deze hartelijk dankzeggen. Het blad zal de eerste keer in het gehele werkgebied van de vereniging huis aan huis worden verspreid. Zo worden veel mensen met het werk van de historische vereniging in contact gebracht. Dat is erg belangrijk, want wij zijn ervan overtuigd, dat er nog heel veel materiaal, zoals boeken, foto's, krantenknipsels etc., beschikbaar is en niet verloren mag gaan. Belangrijk is de historie van je eigen streek te kennen. Onlangs deed Jans Polling bij een bezoek aan Frederiksoord de volgende uitspraak; "Een volk dat zijn geschiedenis niet kent, is als een mens zonder geheugen". Wij hopen dat u ons wilt helpen zo veel mogelijk materiaal te verzamelen. Wij nodigen de leden uit een naam voor het blad te bedenken (zie elders in dit blad). Uw suggesties kunt u zenden aan het secretariaat. Een eigen onderkomen werd ons eigenlijk "in de schoot geworpen" door het bestuur van de Tippe. Naast het politiebureau was een ruimte vrij gekomen en wij hebben van het aanbod dankbaar gebruik gemaakt. Het bestuur en de werkgroepen hebben er al diverse malen vergaderd. Ook is hier al een begin gemaakt met het inventariseren en archiveren van diverse zaken. Het bestuur is verder actief met de volgende zaken:  mede organiseren van de Open Monumentendag (13 september)  "Sporen uit de Tweede Wereldoorlog", doel is een route te ontwikkelen langs objecten, die nog de sporen van deze oorlog dragen  digitaliseren van fotobestanden  inventarisatie stookhokken Op 13 november heeft Niek van der Oord een lezing gehouden over "Joodse Werkkampen". Een aangrijpend verhaal, waarin Niek aangaf op welke manier hij hierbij betrokken is geraakt en hoe het hem gezet heeft op een intensieve speurtocht. Zijn speuren heeft uiteindelijk twee interes3


sante boeken opgeleverd. Op deze manier worden de gebeurtenissen uit die tijd bewaard, want wij kunnen en mogen niet vergeten wat er zich heeft afgespeeld. Deze avond mochten wij ons honderdste lid verwelkomen. Mevrouw Emmink-Jansen werd met een bloemetje verrast. Binnen een jaar meer dan honderd leden. Kortom, een bloeiende vereniging met ontzettend veel plannen. Om al onze plannen te verwezenlijken zullen wij een beroep op onze leden moeten doen. Wij hopen, dat wanneer wij een beroep op u doen, wij niet teleurgesteld worden. Niets is boeiender dan de geschiedenis van je eigen streek onderzoeken. De resultaten geven je veel voldoening. Namens het bestuur wens ik alle leden en donateurs een goed en gezond 2004 toe. Jan Mensink voorzitter 't Fledder Kerspel

spel KerKerspel ‘t Fledde‘trFledder Weet U een naam

Actualiteiten

Dikke Verhalen

Dikke Verhalen vindt plaats op de volgende zondagen: Datum: Onderwerp 30 november: Markante gebouwen 18 januari: Kleine Middenstand (venters e.d.) 14 maart: Brandweer, politie en verenigingsleven. De bijeenkomsten worden gehouden in De Tippe en beginnen om 11.00 uur.

voor dit blad?

Dit blad, het orgaan van de historische vereniging 't Fledder Kerspel, heeft nog geen naam. Er zijn al wel enkele suggesties gedaan en wel (in alfabetische volgorde): - Boerzeele - Kerspelstokkies - de Fledderbode - Spitten - de 7 Historiën - Welhaak Welke naam heeft uw voorkeur? Of heeft u zelf een voorstel? Laat uw mening schriftelijk, per e-mail of telefonisch weten aan het secretariaatsadres of aan een van de bestuursof redactieleden (zie colofon).

Activiteiten Drents Archief

Al meer dan vijftien jaar organiseren het Drents Archief, de Drentse Historische Vereniging en de Provinciaal Historicus, cursussen voor iedereen met belangstelling voor de Drentse geschiedenis en stamboomonderzoek. De meeste cursussen vinden plaats in het Drents Archief, Brink 4 te Assen (telefoon: 0592-314697). 4

Zo mogelijk zullen deze activiteiten in dit blad worden opgenomen. Dit geldt ook voor vermelding op onze website: www.fledderkerspel.nl U kunt de informatie ook halen uit de folder die in de bibliotheek ligt of van de website van het DrentsArchief: www.drentsarchief.nl


Van de redactie Geachte lezer, U hebt het eerste nummer in handen van het blad van de historische vereniging "t Fledder Kerspel. Dat een historische vereniging een blad uitgeeft is welhaast een vanzelfsprekendheid. Dat dit eerste nummer verschijnt in hetzelfde jaar van de oprichting van de vereniging, is minder vanzelfsprekend. Er moesten immers redactieleden worden gezocht, een redactie worden gevormd en vervolgens, zonder voorgeschiedenis, een eerste uitgave worden samengesteld. Dat is de redactie gelukt. Het voor u liggende nummer bevat een aantal artikelen waarbij een spreiding over de meeste dorpen is aangegeven. De meeste artikelen zijn nog niet zo diepgravend als wenselijk is. De inhoud ligt bovendien soms nog vers in het geheugen van de meeste ouderen onder ons. De onderwerpen zijn met opzet gevarieerd. Doel is om voor interessant te zijn voor een breed publiek. Dat wil overigens niet zeggen dat er, op termijn, geen nummer gewijd aan één onderwerp zou kunnen verschijnen. Er zal worden getracht artikelen te plaatsen die óf een directe relatie hebben met de recente geschiedenis dan wel zaken behandelen die reeds lang geleden plaatsvonden, maar hun sporen hebben nagelaten, zoals bijvoorbeeld in het landschap.

Aldus zijn in dit nummer opgenomen artikelen over een grensincident nabij Doldersum, een plaatselijk vrijwel onbekend kinderkamp in Nijensleek, de brandstofwinning in Vledderveen, een deel van de historie van Ons Dorpshuis te Wilhelminaoord, een heuse wandelroute door Vledder in 1932 en een artikel over de padvindersgroep te Frederiksoord. (Voor laatstgenoemde groep is er overigens een reünie gepland op 24 april 2004.) Zoals gezegd, een vrij brede spreiding over de voormalige gemeente Vledder. Ook in volgende nummers zal de redactie dit uitgangspunt proberen te handhaven. Hiermee wordt ook beoogd meer leden uit de "Vledderse" dorpen te werven voor lidmaatschap van onze vereniging. De redactiecommissie wil graag dat dit blad een platform wordt voor meningen van de leden van onze vereniging. Graag zien wij dan ook reacties op dit blad tegemoet. Artikelen kunnen reacties uitlokken die een vervolgartikel tot gevolg hebben. Dit keer vragen wij (bestuur en redactie) u uw mening te geven over de naam die ons blad moet sieren. Enkele voorstellen zijn al gedaan, deze treft u in een afzonderlijk artikel elders in dit blad aan. Welke naam staat u het meest aan of hebt u zelf nog een voorstel? De redactie wenst u veel plezier bij het lezen van de in deze uitgave opgenomen artikelen.

spel KerKerspel ‘t Fledde‘trFledder

Nabestellen?

Deze speciale uitgave is verspreid over het hele gebied van de voormalige gemeente Vledder. Voor diegenen die desondanks geen exemplaar ontvangen hebben, vanwege b.v. een NEENEE-sticker, of geïnteresseerden van buiten ons verspreidingsgebied, zijn er exemplaren verkrijgbaar bij: het VVV-kantoor en de bibliotheek in Vledder. Ook kunnen exemplaren aangevraagd worden bij A.K. Bovenkamp, tel. (0521) 38 12 12. (Eventuele verzendkosten zijn voor eigen rekening.) 5


Nijensleek op de wereldkaart Het verhaal van een in Nijensleek zelf onbekend kinderkamp

De Hertenhoeve Bijna 50 jaar lang, vanaf 1953, floreerde eerst in Hattem en vanaf 1969 tot 2001 in Nijensleek, een wereldwijd bekend kinderkamp. Aan de Bosschasteeg, eindigend in een zandpad en verscholen in het bos grenzend aan het landgoed De Eese werden jaarlijks in het zomerseizoen drie opeenvolgende kinderkampen gehouden. De kampen werden bevolkt door zes- tot twaalfjarigen, jongens en meisjes uit geheel Nederland en van ver daarbuiten, maar wel van Nederlandse nationaliteit. Door reclame van "horen zeggen" en doorvertellen brachten vele Nederlanders, die in den vreemde hun werkkring vonden, zoals employees van grote Nederlandse bedrijven en Nederlandse diplomaten, hun kinderen naar de Hertenhoeve om het contact met Nederland niet te verliezen. Voor de kinderen uit het buitenland fungeerden de kampen wel als een soort opfriscursus Nederland(s). Bedenk daarbij dat de leeftijdscategorie valt binnen ons aller "inprentperiode", dan is het duidelijk dat de kampen onvergetelijke indrukken opleverden. En dit zeker ook door de voortreffelijke, ongedwongen maar lijnvaste leiding van het echtpaar Erwin en Lique Somer Voorhoeve. Ontstaan. In Hattem woonde Mevrouw Bep Voorhoeve, de moeder van Lique. Op idee van Paul Voerman, zoon van de bekende Haagse Schoolschilder Jan Voerman, ook daar wonend, is zij in 1953 begonnen met, naar het voorbeeld van de padvinderij, jaarlijks terugkerende zomerkampen onder de naam "De Hertenhoeve" te organiseren. De eerste jaren nog met de medewerking van Paul Voerman, waardoor bij veel kinderen "Tante Bep" en "Oom Paul" een begrip werden, mede dank zij hun inspirerende leiding. In 1969 werd het terrein opgekocht door een verzekeringsmaatschappij, waardoor moeder en dochter Lique, die ondertussen ook actief bij de activiteiten betrokken was geraakt, naar elders moesten uitwijken. Het werd Nijensleek, waar later Lique het "bedrijf" kinderkampen van haar moeder overnam. Karakter. Met de verhuizing naar Nijensleek veranderde, met behoud van het karakter "Familiekamp", later enigszins de formule. Door enthousiaste verhalen van zowel ouders als -opgroeiendekinderen verruimde zich de reeds bestaande, omvangrijke "klantenkring". De opzet werd, toen Lique trouwde met de kunstschilder Erwin Somer, tweeledig: enerzijds de aloude wens om kinderen met de natuur in aanraking te brengen om de band tussen mens en natuur aan te halen en, nieuw, anderzijds het beklemtonen van het begrip creativiteit en het stimuleren van de fantasie. De kinderen zouden hun eigen karakter moeten gaan ontdekken en ontplooien om hun eigenheid te kunnen profileren. In samenspel en harmonie met elkaar werd hun basisaanleg naar boven gehaald. 6


Aanvankelijk werden er drie kampen van elk twee weken gehouden. Elk kamp had een bepaald thema (b.v. Hobbit), dat als rode draad bij elk onderdeel een rol speelde. Later, toen de standaardvakantie van zes weken (overal gelijk in het land) werd verlaten, werden het kampen van tien dagen. Deze duur bleek ook pedagogisch beter, met name voor de groepsvorming. Kinderen van 6 tot 12 jaar met uiteenlopende achtergrond, die elkaar niet kennen en die door hun ouders min of meer plotseling "alleen" gelaten worden, ondergaan allerlei processen. Problemen moeten binnen drie dagen opgelost zijn, wil de groep naar behoren functioneren. Heimwee bijvoorbeeld moet niet blijven knagen, maar uitgepraat worden. Per kamp van 10 dagen waren er meestal ongeveer 100 kinderen, in totaal per zomer met drie à vier kampen dus zo'n 300 kinderen. Het kwam niet zelden voor dat jongere broertjes of zusjes, die niet opgegeven waren, wèl met hun koffertje klaar stonden om als Lique het goed vond en als er plaats was, ook wilden blijven. Accommodatie. De kinderen, vaak "kampers"genoemd, werden ondergebracht in tenten met steeds zeven personen en een leider van minimaal 18 jaar, dikwijls een studerende oud-kamper. Op afzonderlijke terreintjes stonden vier jongenstenten, vier meisjestenten en vier tenthuisjes voor de jongsten van zes tot acht jaar. Stel je voor, je zult maar zes zijn en ergens "afgeleverd" worden................ In 1980 werd een centraal gebouw, het Bosatelier genaamd, in gebruik genomen, waar, vooral bij slecht weer, in de grote zaal handvaardigheid en creativiteit bedreven werden. Een ander centraal gebouw omvatte de keuken en de sanitaire voorzieningen. Dat het onderdeel "corvee" van het kampleven zich ook tot deze twee gebouwen uitstrekte laat zich raden. Leiding en spel. Het spreekt vanzelf dat het organiseren van de kampen veel goede leiding en begeleiding vergde. Naast de hoofdleiding van het echtpaar Erwin en Lique en al spoedig uitgebreid met de dochters Georgine en Olivia kende elk kamp ook hulpleiding door jongeren van 14 tot 18 jaar, zowel bij de jongens als bij de meisjes. Ook de keukendienst en de spelleiding bestond uit jongeren die veelal enkele jaren daarvoor zèlf kamper geweest waren en dus precies wisten welke activiteiten in de smaak vielen. Op deze wijze ontstond een "afgeronde traditie" met veel zingen ("De Hertenhoeve" had een eigen zangbundel), een door de leiding zelf gemaakt toneelstuk waarin ieder kind een rol kreeg toebedeeld, een tocht door bos en hei, levend stratego, volksdans, buiten het terrein lunchen met een pony-kar, het eindspel spelen en elke dag vlag hijsen en 's avonds strijken met het zingen van het "nachtwakerslied". En dan aan het eind van het kamp het grote kampvuur. Onvergetelijke ogenblikken, onvergetelijke gebeurtenissen, een onvergetelijk kamp. In de loop der jaren kreeg "De Hertenhoeve" een soort verlengde in het Zwitserse Scuol. Vooral kinderen van in het buitenland werkzame ouders die in een internaat woonden, gingen met een bus naar een ski-kamp als wintersportvakantie. 7


Herinneringen. Vele oud-kampers hebben inmiddels de middelbare leeftijd bereikt, zijn gehuwd, hebben zelf kinderen en soms kleinkinderen. Nog steeds komen er regelmatig telefoontjes en brieven binnen met de treurzang, dat het toch zo jammer is dat Lique en Erwin na de zomer van 2001 met de kampen moesten stoppen, zodat er geen kindskinderen meer kunnen genieten van het fenomeen "De Hertenhoeve". Er was helaas geen opvolging te vinden. Echter, in Vancouver Island, Canada, wordt de Nijensleker traditie voortgezet door de broer van Lique, Toon Voorhoeve, arts van beroep. Ook de fjordenpaarden zoals die op "De Hertenhoeve" een wezenlijk bestanddeel van het "kampse leven" uitmaakten, zijn naar Vancouver gehaald en vormden de basis voor een succesvolle stoeterij. Nijensleek laat zelfs in Canada zijn sporen achter. Uit de "kampers" is minstens één huwelijk voortgekomen. In een kroeg in Maastricht ontmoette een leidster een jongeman met wie een gesprek over de te vullen zomervakantie ontstond. Hij bleek reeds jaren spelleiding te hebben gegeven en onder indruk van haar charme meldde hij zich opnieuw als spelleider aan. Prompt werd als kampthema een koninklijk huwelijk ingestudeerd en opgevoerd, met beiden in de hoofdrol. Dit jaar, 2003, is het echte huwelijk gesloten, waar de "halve Hertenhoeve" elkaar weer ontmoette. Herinneringen gonsden rond: zelf vliegers maken, pottenbakken, de per tent gemaakte attracties voor de andere tentbewoners, brood en pannen- koeken bakken en het romantische zingen door de leiding 's-avonds voor de tenten voordat de flappen dicht gingen voor het slapen gaan. "De Hertenhoeve" leeft voort in veler herinnering. J. Kits Nieuwenkamp

Rondje Vledder een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis

1

10 11

8 7

9 2 4 5

6

3 Het plattegrondje geeft een beeld van Vledder tussen ca. 1930 en 1940. De nummers langs de aangegeven route corresponderen met de foto´s in ons virtuele rondje door het dorp.

8

1. Lesturgeonplein 4, N.H.Kerk We beginnen ons rondje boven in de toren, het oudste bouwwerk van Vledder. Nadat de toren voltooid was, werd omstreeks 1425 de kerk gebouwd. Het koor werd er omstreeks 1475 bij gebouwd. Deze foto werd genomen vanaf de Dorpsstraat.


Vledder (in 1917) vanaf de toren gezien. Opvallend is hoe 'leeg' Vledder toen nog was. Rechts onder is nog een gedeelte van het dak van de boerderij van Tjibbe van der Burg te zien. In het midden aan de 'Voorstraat' zoals de Dorpsstraat toen werd genoemd, het bedrijf van timmerman Jan Dekker. Verder zien we de heggen langs de Pastorieweg, die links op de foto uitkomt op de ‘Voorstraat’, tegenover de Pastorie.

2. Dorpsstraat 17 In 1860 als pastorie gebouwd door Wolter Jager in opdracht van de N.H.kerk in Vledder. Vele dominees en hun families hebben daar sindsdien gewoond. Tegenwoordig is het een ChineesIndisch restaurant.

3. Pastorieweg 16 Als u, tegenover de voormalige Pastorie, rechtsaf de Pastorieweg in gaat, dan vindt u daar een boerderij met twee dwarsdelen. Deze staat op de provinciale monumentenlijst en is gebouwd in 1852 door Wolter Willem Jager die boer, timmerman-aannemer en koopman was. Hij was tevens eigenaar en bewoner van het pand. In de jaren '30/'40 woonde hier de familie B.Kok. 9


4. Dorpsstraat 19/21 Teruggekomen op de ‘Voorstraat’, ziet u het pand dat dateert uit 1739 en werd gebouwd door de familie Van Royen. Een van de bewoners was Stephanus J. van Royen (1764-1834) die in een periode van veertig jaar zowel de laatste schulte als de eerste burgemeester van Vledder was. In de dertiger jaren van de 20ste eeuw woonden de familie Barelds in het voorhuis en de (twee) gezinnen van de gebroeders Bijker in het (verbouwde) achterhuis (nu kapsalon).

5. Dorpsstraat 34 en 36 Logement en café, kruidenierswinkel maar ook verkoop van stoffen voor werkkleding, brillen, potten en pannen, drogisterij, enz. Een winkel van Sinkel in die dagen. Van 1893 tot 1907 was hier ook een zuivelfabriekje waar de melk van de boeren uit Vledder en Wapse tot boter werd verwerkt en op de markt in Steenwijk verhandeld. Het fabrieksgedeelte werd later tot boerderij verbouwd. Het oorspronkelijke pand werd gebouwd en gerund door Geert Jager en in de dertiger jaren voortgezet door zijn zoons Wolter en Gezinus.

6. Brink 1 In 1901 vond de aanbesteding plaats van een "Nieuw gemeentehuis, logement en stalling, inbegrepen een woning voor de logementhouder". Achter de bar was een deur die 'de tapperij' verbond met het gemeentehuis, wat natuurlijk erg handig was. De stalling was bedoeld als schutstal en werd gebruikt om loslopend vee te stallen. Tegen betaling kon de eigenaar zijn zoekgeraakte vee daar weer ophalen. Op 15 juli 1902 moest het geheel opgeleverd worden. Het gebouw stond onder architectuur van A.M.de Boer uit Frederiksoord. 10


7. De voormalige molen van de familie Eleveld. Aan de Solweg stond toen de korenmolen van de gebroeders Franke en Hendrik Eleveld die in de jaren '30 nog volop in bedrijf was. Op de foto van 1917 staat de molen op de achtergrond, compleet met wieken. Toen de windenergie werd vervangen door motorkracht zijn de wieken verdwenen. De molen is in 1955 afgebroken en ongeveer op deze plek staat nu een werkplaats van het waterschap Reest en Wieden.

8. De Hoek 13-27 Opvallend in De Hoek (13-27) is het tot appartementencomplex omgevormde bouwwerk dat eens het Schultehuis was. Nog steeds loopt van daar naar de kerk een (geheime) ondergrondse gang, evenals eenzelfde gang naar het voormalig gemeentehuis. Het schijnt dat er in de Museums in stille nachten soms vreemde onderaardse geluiden worden gehoord.....

9.De Hoek 12. De boerderij De Hoek 12, stamt uit de 18de eeuw en is ook een Rijksmonument. In de dertiger jaren werden hier de broers Willem en Evert Sloppers met hun moeder als bewoners opgevolgd door het gezin van Hendrik Frans. 11


10. De Hoek 5 In de 17de-eeuwse boerderij, De Hoek 5, woonde destijds de familie Hendrik Wiegman. Deze hoeve, waarin ook een bijenmuseum gevestigd is geweest, staat nu op de Monumentenlijst.

11. De Gerf Direct naast de kerk staat het gebouw 'De Gerf'. In die jaren woonde daar de kolenboer, de familie Geert Groenink. Oorspronkelijk was het de lagere school van Vledder.

Terug in de kerktoren ziet u op de foto rechts, die tevens in 1917 werd gemaakt door M. Jager van boven uit de toren, het laatste gedeelte van het rondje Vledder vanaf de Hoek 12, de boerderij in het midden van de foto. Links staat een boerderij die inmiddels al lang verdwenen is. Vroeger bouwde men boerderijen met een dwarsdeel uit praktische overwegingen in de lengte langs de weg.

We beseffen dat hiermee dit rondje Vledder niet compleet is. Dat is ook niet de bedoeling. Van de genoemde panden valt zeker meer te vertellen, net als van overige panden die niet genoemd zijn en die ook voor de historie van Vledder interessant zijn. Graag vernemen wij uw reacties en aanvullingen. Tekst en foto's: A.Jager/A.K.Bovenkamp. 12


Het ontstaan van "Ons Dorpshuis" in Wilhelminaoord. In het archief van De Stichting "Maatschappij van Weldadigheid" zijn documenten aanwezig, waaruit de geschiedenis van "Ons Dorpshuis" duidelijk naar voren komt. Een rapport uit de 70-er jaren van de heer G.J. Koenders geeft hiervan een goede indruk, hieruit citeren wij het volgende. Ontstaansgeschiedenis. Het ontstaan van de dorpshuizen (Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord) kan als volgt worden gereconstrueerd. In het jaar 1895 waren er drie naai- en breischolen. De gebouwtjes van deze scholen dienden ook wel voor vergaderingen. De bijeenkomsten waarop veel personen werden verwacht, werden in de verschillende fabrieksgebouwen gehouden. De fabriek in het centrum van Willemsoord deed rond de eeuwwisseling dienst als toneelzaal en werd ook ingeschakeld bij het jaarlijkse school- en volksfeest. Veel kolonistendochters en vrouwelijke bestedelingen gingen als dienstmeisje de wijde wereld in. Toen in het laatst der 19e eeuw het huishoudonderwijs in Nederland tot ontwikkeling kwam, gingen er onder de bestuurders van de Maatschappij en de afgevaardigden der afdelingen stemmen op om de vrouwelijke jeugd in de koloniën een veelzijdiger vorming te geven en namen de plannen om een eenvoudige school voor "Huishoudkunde en Kookkunst" op te richten vastere vormen aan. In 1899 verscheen van de hand van ds. Eilerts de Haan een novelle, getiteld:"Zijn ze het waard?". De opbrengst van dit boek, waarin op populaire wijze informatie werd gegeven over het leven in de vrije koloniën, vormde de basis van een fonds voor stichting en instandhouding van een dergelijke school. In 1902 legde de echtgenote van directeur Van der Have in dit verband contacten met Jonkvrouwe Jeltje de Bosch Kemper te Amsterdam, een van de pioniersters van het stadshuishoudonderwijs. De directeur bracht hierover verslag uit op de commissarissenvergadering dd. 27 november van dat jaar. Commissarissen waren gaarne bereid het tot stand komen van een dergelijke school te bevorderen, mits dit geen zware financiële lasten voor de Maatschappij met zich meebracht. De slotsom was dat de hoge jaarlijkse kosten de oprichting van de school vooralsnog onmogelijk maakten. In 1903 werd een verloting georganiseerd om het "Fonds voor de Kookschool" te versterken. Ondanks het feit, dat in de volgende jaren het bijeengebrachte kapitaal, dat afzonderlijk werd beheerd, gestadig toenam, bleven de financiële belemmeringen bestaan en in 1910 werd besloten de oprichting van een eigen school voorlopig te laten rusten en de ambulante kookcursussen, die vanwege de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werden gegeven, te subsidiëren. De eerste "volkskookcursus" te Frederiksoord was toen al begonnen en de lessen werden door 24 leerlingen gevolgd. Commissarissen besloten in 1912 om uit het fonds voor de kookschool f. 4.500,-- te bestemmen voor het bouwen van een vergaderlokaal te Frederiksoord (In het verslag werd de plaatsnaam Wilhelminaoord blijkbaar nog niet gebruikt, red.). Dit gebouw zou dan mettertijd een onderdeel van de kookschool kunnen uitmaken. Vastgesteld werd, dat ieder jaar vanuit de algemene kas der Maatschappij f. 500,-- in het fonds voor de kookschool teruggestort zou worden, tot het bedrag was aangezuiverd. 13


Voor de stichting van dit lokaal werd in 1913 een belangrijke gift ontvangen. Graaf Schimmelpenninck, destijds commissaris der Maatschappij schonk ter gelegenheid van zijn 25-jarig huwelijksfeest een bedrag van f. 3.000,--.

Op 3 mei 1915 werd het nieuwe gebouw, ten dienste van onderwijs, ontwikkeling en ontspanning onder de naam "Ons Dorpshuis" feestelijk geopend.

Het gebruik. Enige samenvattingen uit de diverse jaarverslagen over het gebruik en de waarde van het dorpshuis voor de gemeenschap. 1914: Zoo moest o.a. de voltooiing van het in aanbouw zijnde gebouw voor Onderwijs en Ontspanning, hetwelk te Frederiksoord (Wilhelminaoord dus) gebouwd wordt, tot een volgend jaar worden uitgesteld. 1915: Dank zij ene ruime bijdrage van een belangstellende waren wij in staat te Frederiksoord een gebouw te stichten voor Onderwijs, Ontwikkeling en Ontspanning, welk gebouw den 3en Mei feestelijk werd ingewijd. Dat dit gebouw in eene behoefte voorziet moge daaruit blijken, dat het gedurende dezen winter alle dagen tot 's avonds pl.m. 10 uur in gebruik was tot het geven van onderwijs. Bovendien heeft men thans een gelegenheid voor het houden van vergaderingen, terwijl des Zondags van half drie tot half tien het gebouw dienst doet als vereenigingslokaal voor jongelieden. Dan maakt het rapport een sprong in de jaren. Wij gaan ervan uit dat er in die periode geen

14

"wereldschokkende" feiten over "Ons Dorpshuis" te melden waren.

1941: Van het gebouw werd in het verslagjaar een druk gebruik gemaakt ten behoeve van: de naaischool, een cursus voor huishoudelijke voorlichting een kookcursus, een cursus in het maken van matrassen, oefenavonden en middagen der gymnastiekvereeniging "Calluna�, oefenavonden en vergaderingen van het fanfarecorps "Concordia", de leesbibliotheek van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, een lezing over "Zwerftochten met tent en vouwboot door Spitsbergen door J.P. Stijbos en een lezing over "Hoe leest men een roman" door Ds. H. Bax, uitgaande van de Mij. tot Nut van 't Algemeen, een filmvertoning over Krugers Wildpark, bijeenkomsten van de vereeniging van leerlingen der tuinbouwschool "Celpiavio", een bijeenkomst tot oprichting van een vrijwillige bosbrandweer, bijeenkomsten van de meisjesvereeniging der Ned. Herv. Gemeente, en vergaderingen van: de geitenfokvereeniging "Vledder en Omstreken",


het veefonds in de Maatschappij van Weldadigheid, de begrafenisvereeniging "De Laatste Eer", de afdeeling Wilhelminaoord van de Overijsselsche Pluimvee Centrale, de vereeniging "HygiĂŤne voor Moeder en Kind", de kerkvoogden en kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente en de coĂśperatieve vereeniging tot het bewaren van pootaardappelen "Het Kiemhuis"G.A. 1942: Van het gebouw kon slechts een gering gebruik worden gemaakt, daar het was afgestaan om kunstschatten uit het Rijksmuseum op te bergen van begin Mei tot October. 1943/1945 Het gebouw werd in de jaren 1943 en 1944 gebruikt voor eenige eerder vermelde cursussen en voor cursussen in huishoudelijke voorlichting ten plattelande. Van Augustus tot het einde van 1945 werd het gebouw tevens gebruikt voor oefeningen en uitvoeringen van het plaatselijke fanfarecorps, de toneelvereeniging, de Dorpsgemeenschap van Frederiksoord en Wilhelminaoord en een zangkoor, alsmede voor vergaderingen van een aantal andere vereenigingen en organisaties, een filmvoorstelling en andere bijeenkomsten. Voor hetzelfde doel werd een oud schoolgebouw te Boschoord beschikbaar gesteld, waarin tevens een Zondagsschool werd gehouden. 1954: Steeds meer blijkt dat het bestaan van "Ons Dorpshuis" en de beschikbaarstelling daar-

van, o.m. ter behartiging van sociaal en cultureel werk van plaatselijke verenigingen, voor de bevolking van grote betekenis is. Het gebouw is gedurende de wintermaanden niet alleen elke avond bezet door het houden van repetities en uitvoeringen, maar ook het bezoek vertoont een stijgende lijn. De kindervakantiekampen maakten er in de regenachtige zomer van dit jaar een dankbaar gebruik van. 1957: Aan het gebouw zelf werd dit jaar veel aandacht besteed. Zo werden het pannendak vernieuwd, de buitenmuren wit geverfd en de zaal geschilderd. 1963: Van het dorpshuis gaat een bindende kracht uit voor de bevolking uit het werkgebied van de Maatschappij van Weldadigheid. Men zou de kalenderbladen van de beheerder moeten zien om een indruk te krijgen hoe veelvuldig van het gebouw gebruik wordt gemaakt door tal van verenigingen, instellingen enz. In 1963 was het 40 jaar geleden, dat de heer en mevrouw W. Jongebloed hun taak als beheerders van het dorpshuis begonnen. Tal van verenigingen zomede de Maatschappij van Weldadigheid grepen deze gelegenheid aan om op een feestavond uiting te geven aan hun grote erkentelijkheid voor de goede zorgen en de medewerking, die de familie Jongebloed steeds en zo vaak belangeloos verleent. De heer Jongebloed ontving ter gelegenheid van dit jubileum een Koninklijke onderscheiding en de Maatschappij bood hem en zijn echtgenote uit dank voor hun onverflauwde medewerking voor het dorpshuiswerk een gouden horloge aan.

Tenslotte. Sinds omstreeks 1975 is een commissie, bestaande uit bewoners van het dorp Wilhelminaoord, doende geweest om te komen tot oprichting van een Stichting "Ons Dorpshuis", met als doel de verbetering van het dorpshuis. Van omstreeks die tijd dateren de contacten met de Maatschappij inzake aankoop, wat geresulteerd heeft in erfpacht. Tot zover de eerste 70 jaren uit de (voor)geschiedenis van "Ons Dorpshuis" te Wilhelminaoord. De redactie. 15


Brandstof in Vledderveen (1940-1945) Inleiding. In de periode '40 '45 was het dorpVledderveen eigenlijk alleen nog maar het gebied Vledderveen. De school en het kapelletje waren er al wel en daar in de buurt nog ongeveer 8 à 10 huizen. In het totale gebied (ong. 400 ha.) stonden ruim 90 huizen en boerderijen, behoorlijk verspreid en vaak ver van de wegen, die toen ook nog allemaal onverhard waren, b.v. de P.W. Janssenlaan is aan het begin van de 20e eeuw als onverharde weg aangelegd en pas later in de 40-er jaren verhard. Het is goed voor te stellen, hoe die wegen er in de winter uitzagen, karrensporen, modderpaden en diepe plassen, de bereikbaarheid was dus ver te zoeken.. De zo verspreid liggende huizen en boerderijen waren veelal nog kleiner dan de nu nog bekende koloniehuisjes, vaak ook tamelijk bouwvallig. Grootte en ligging hadden ook te maken met de in de 19e eeuw plaats gehad hebbende uittredingen uit het gebied van de Maatschappij van Weldadigheid. Als men er in slaagde om in één nacht tijd een onderkomen te bouwen waarvan de schoorsteen rookte, dan mocht men daar blijven. In de 18e eeuw is het hoogveen hier afgegraven. Enkele percelen bleven in gebruik als cultuurgrond, daar werden ook de eerste woningen (of wat daar voor door moest gaan) gebouwd. De rest werd weer woeste grond met veel heide en zandverstuivingen. In de loop van de 30-er jaren is men wel (met de Heidemaatschappij en Domeinen) begonnen met grotere ontginningen in het gebied. Dit werk werd uitgevoerd door werklozen (uit het Westen), die in kampen ondergebracht werden (o.a. in Vledder). In de oorlog zijn deze kampen door de Duitsers gebruikt om Joden in te interneren. Deze werkten ook aan de ontginningen. De bedoeling was, dat het land als landbouwgrond gebruikt zou gaan worden. Sommige percelen bleken achteraf toch niet goed genoeg te zijn en daar is toen bos aangelegd (o.a. zuidoostelijk van de Boergrup). Nu is er eigenlijk meer bos dan toen, ook in de omgeving van de Reeweg. De crisis van de 30-er jaren heeft in het gebied Vledderveen diepe sporen achtergelaten. Men leefde in bittere armoede, er was geen waterleiding (iedereen had een eigen welput), geen riolering, vrij laat pas de eerste elektriciteit, niemand had een auto. Naast het werk op het eigen, meestal gemengde, bedrijf, denk aan vier tot acht koeien en enige tientallen schapen, moesten velen er werk bijzoeken, vooral om de winter door te komen. Dit werk vond men veelal in de vlechtindustrie van Noordwolde. Brandstofvoorziening in de oorlog. Het afplaggen was zowel voor als in de oorlog algemeen gebruikelijk. Er was veel heide en eigenlijk iedereen haalde er zijn plaggen om in het potkacheltje, meestal de enige warmtebron in een huis, te stoken. Natuurlijk was elk perceel wel eigendom van iets of iemand, maar daar werd niet al te scherp op gelet. Om toch eventuele problemen te voorkomen, gebeurde dat afplaggen vaak 's nachts, met een schep en een kruiwagen. Na enkele jaren was de heide dan weer zodanig aangegroeid, dat er weer geplagd kon worden. Bij de reeds genoemde ontginningen werkten ook inwoners van Vledderveen. Bij deze ontginningen kwamen boomstronken of stobben van enkele kleinere stukjes oorspronkelijk bos of 16


van alleenstaande bomen vrij. Deze werden door de Vledderveners naar huis getransporteerd en daar opgestapeld. De wat oudere kinderen waren dan belast met het klein maken ervan tot brandbare stukken. Tussen de ontginningen lagen hier en daar nog kleinere stukken, weliswaar in een dunne laag, hoogveen. Daar kon men net een of twee lagen blauwe turf uit halen. Ook waren er enkele, overigens kleine plekken, waar gebaggerd werd. Hier werd echt de turf met een beugel naar boven gehaald, soms eerst nog in een trog goed doorgestampt met water erbij en dan verspreid op het land om te drogen. Daarna op maat steken, verder drogen en dan naar huis brengen. Het hierbovenstaande gebeurde allemaal op kleine schaal, vrijwel alleen voor eigen gebruik en soms, althans naar de huidige normen gezien, niet allemaal even legaal, maar de levensomstandigheden waren er naar en "nood breekt wet". Vrij snel na het begin van de oorlog begon men ook op een meer georganiseerde wijze turf te steken in twee poelen, dat waren de Mannespoel (de tegenwoordige ijsbaan van Vledderveen) en de Poel van Gerrit de Vrij (die toen op Boergrup 33 woonde), andere benamingen voor deze poel zijn Molengat en Blauwe Gat. De winning werd hier mogelijk door het plaatsen van twee windmolens, die het waterniveau naar beneden brachten. Daardoor kon men tot enkele meters diep de turf afsteken, dit werd dan op een sleep geschept en dan met een paard naar boven gebracht. Daar werd de turf dan op stapels gezet om te drogen. Dit was zgn. blauwe turf. Dus de genoemde namen van de poelen hebben beide met deze periode te maken. Het is niet goed meer te achterhalen wie deze winning organiseerde, maar vrijwel alle Vledderveners werkten er aan mee. Een gedeelte van de turf werd verkocht, dat werd dan ter plekke opgehaald door de koper. De turfstekers zelf konden ook kiezen voor beloning in natura 17


en moesten dan zelf de turf naar huis transporteren. Van dit transporteren is bij velen een bepaalde gebeurtenis in de herinnering blijven hangen. Albert Klaver, een al oudere man, had voor de benodigde trekkracht een os. Hiermede hielp hij ook met het transport van de turf, naast de os lopend en roepend:"Toe maar, ossie, toe maar". Zo ook op een dag kwam hij weer thuis vanaf de poel, lopend naast de os en zijn bekende aanmoediging roepend. Helaas bleek, dat de wagen onderweg losgeraakt was, zonder wagen kwam hij thuis. Steenkolen werden niet of nauwelijks gebruikt, er was vrijwel niemand die dat kon betalen. Trouwens, men had er ook niet de geschikte kachels of haarden voor, men was ingericht op plaggen, turf en hout. Slot In de oorlogsjaren was er voor de Vledderveners eigenlijk geen groot verschil met de jaren ervoor en direct erna. Men leefde in armoede in kleine huisjes of boerderijtjes en zorgde zelf voor de verschillende vormen van brandstof. In dit gebied waren ook geen schokkende oorlogshandelingen, sommigen merkten ook niet eens, dat de stroomvoorziening stagneerde omdat er toch geen aansluiting was. Waterleiding was er ook niet en de wegen waren en bleven onverhard en daardoor 's winters vrijwel onbegaanbaar. Twee huizen aan de Leemweg (nu Jan Wapstraweg) tijdens de verharding. Deze en veel andere huizen zijn tijdens de ruilverkaveling afgebroken. Met dank aan W. Hoogeveen en J. Veldhuizen voor informatie, toelichtingen en materiaal. Piet de Geus

Word ook lid van de historische vereniging ‘t Fledder Kerspel. Voor slechts 13 euro bent u lid en dan krijgt u in het vervolg dit blad gratis in huis. Tevens zijn de lezingen en dia-avonden dan vrij toegankelijk. Ook kunt u donateur worden (minimale gift 7,50 euro). U kunt u hiervoor opgeven bij onze penningmeester A.K. Bovenkamp, Wierplas 1 8381 CD Vledder, Tel. (0521) 381212. 18


Padvinderij in Frederiksoord Door oud-hopman Wim van Eisden Vraag een willekeurig persoon uit de generatie van de veertiger en vijftiger jaren wat hij weet van de padvindersbeweging en de kans is groot dat hij het bekende lied : "In negentien-drie-zeven, dan zul je wat beleven, dan komt de Jamboree naar Nederland", zal aanheffen. Het was in die dagen een topsong. Je hoorde het deuntje overal, bij de kampvuren, maar ook op de straat en via de radio. Dit alles speelde zich af in 1937 te Vogelenzang bij Bloemendaal. Er waren 27.000 deelnemers, voor die tijd een gigantisch aantal.

Padvinders in Frederiksoord. In Engeland werd de eerste padvindersgroep opgericht in 1907. Nederland volgde drie jaar daarna, dus in 1910. In 1942 werd de padvinderij door de bezetter verboden; een tweede geĂźniformeerde en dan nog wel Engelse! jeugdbeweging naast de Duitsgezinde Nationale Jeugdstorm kon niet getolereerd worden. Heimelijk kwamen de jongens toch bij elkaar en menig oudere verkenner heeft zichtoen aangesloten bij de verzetsbeweging. Hier zijn treffende verhalen over bekend. Na de Tweede Wereldoorlogkon je de padvindersbeweging explosief zien groeien. Als paddestoelen rezen de groepen uit de grond. Ook in onze omgeving werd later zo'n groep opgezet, de G.A.van Swietengroep, officiĂŤel gevestigd te Frederiksoord. De groep was lid van de Nederlandse Padvinders Vereniging en kende dus alleen jongens als jeugdleden. De seksen waren nog strikt gescheiden; er bestond ook een meisjesorganisatie, het Nederlandse Padvindsters Gilde. Pas bij de fusie tot Scouting Nederland in 1973 werd gestalte gegeven aan de co-educatieve gedachte. Het bestaan van de Van Swieten groep moeten we eigenlijk verdelen in twee perioden, de eerste van 1946 tot 1958 en de tweede van 1960 tot plm. 1975 toen de groep wegens gebrek aan leiding een langzame dood is gestorven. Toch zijn deze jaren aan niemand onopgemerkt voorbij gegaan. De groep is ontstaan uit een aantal oudere jongens, leerlingen van de tuinbouwschool. Menigeen was elders al lid geweest en ook jongens uit Frederiksoord en Vledder traden toe. Vooral in de jaren nadat de tuinbouwschool-leraar Hollema en zijn vrouw de leiding op zich hadden genomen, maakte de groep een grote bloei door. Ze begonnen echter met niets. Als onderkomen werd een lokaal gebruikt van de toen reeds opgeheven lagere school te Frederiksoord en voor het benodigde tentmateriaal had men de hand weten te leggen op een aantal legershelters. Deze werden o.a. gebruikt voor kampen op de Vledderhof, Schiermonnikoog, te Anloo en Denekamp. De reis werd natuurlijk per fiets afgelegd. De Blokhut. Het schoollokaal voldeed niet best en men zocht naar mogelijkheden om een eigen onderkomen te bouwen. Met medewerking van de Maatschappij van Weldadigheid en de gemeente Vledder werd een plek gevonden in het z.g. Diaconiebos, op zo'n 200 meter afstand achter het huidige Zeemuseum aan de Vledderweg, ter linkerzijde van het nu bestaande fietspad. Het ont19


werp was van de landschapsarchitect Hollema, juist ja, die ook in de leiding zat, en mag werkelijk revolutionair genoemd worden. Het was een ongeveer 4 bij 8 meter groot gebouwtje, met riet gedekt, lemen vloer en met gepotdekselde ruw houten planken als muren. Het bijzondere nu zat hem in de constructie. Het dak rustte niet op de zijmuren maar werd ondersteund door een viertal vernuftig geconstrueerde rondhouten gebinten die tot in de nok gebogen naar elkaar toe liepen. Zo kreeg je een geheel vrije ruimte van binnen tot in de nok aan toe. Het gehele uiterlijk berustte op het schaapskooitype. Aan beide zijden waren kleine zoldertjes en in het midden prijkte een enorme open haard, die het mogelijk maakte zo te stoken dat de vlammen tot boven in de schoorsteen reikten! De uitvoering van het gebouw was in handen van aannemer Le Loux. In september 1949 werd de blokhut geopend door de jongste welp van die tijd, Cornelis Albers. Een eigen kampterrein. De groep kreeg ook de beschikking over een kampeerterrein dat hiertoe welwillend was afgestaan door de Maatschappij van Weldadigheid. Het lag aan de weg van Vledder naar Doldersum en bestond eigenlijk uit niets meer dan een aantal brede brandgangen die loodrecht op elkaar stonden. Hier werd dus primitief gekampeerd en natuurlijk werd er ook gekookt op houtvuur. De ingang werd gesierd door een fraaie eigen gemaakte rondhouten poort waarvan gelukkig nog een foto bewaard is gebleven. Zoals al eerder opgemerkt heeft deze eerste groep gedraaid tot 1958. Er kwam een einde aan toen de familie Hollema ging verhuizen. De blokhut werd niet meer gebruikt en raakte in verval. De tweede groep. Gelukkig heeft deze periode niet al te lang geduurd. Wel bestond er nog steeds de z.g. "Plaatselijke Commissie", een kleine groep notabelen onder wiens supervisie de padvinders opereerden. Deze commissie bestond toen uit de leden meester Hoekstra (hoofd der school te Vledderveen), gemeenteontvanger en kassier Wuite en burgemeester De Jonge. In 1959 zagen ze kennelijk nieuwe mogelijkheden om de groep weer op te starten. Een tweetal 17- jarige jongens , Bé Wanningen en tuinbouwschool-leerling Bill van Heek , die beiden ervaring hadden bij andere groepen, werd bereid gevonden de leiding van de Verkenners (12 tot 16 jaar ) op zich te nemen. De toenmalige onderwijzer van de openbare lagere school te Nijensleek, Wim van Eisden, werd gevraagd een oogje in het zeil te houden. Men durfde kennelijk te verantwoording voor zo'n groep jongens niet aan een paar 17- jarigen over te laten. Dat "oogje in het zeil houden" is voor hem uitgelopen op een levenslange hobby, want ook na zijn vertrek uit Vledder heeft hij zich verdienstelijk gemaakt door in Beilen een nieuwe groep van de grond te tillen. Begonnen werd met twee groepjes jongens die onder leiding van hun patrouilleleiders Peter Lubberts en Mart Bosma al gauw een hechte eenheid vormden. Nu veertig jaar later is het plan opgevat een reünie voor de beide groepen te gaan organiseren. Deze zal plaatsvinden op zaterdag 24 april 2004. Laten we dit eerste gedeelte dan ook besluiten met de tekst van een oud toepasselijk padvinderslied: "Hoort, zegt het voort". Aldus is dit 'verhaal' niet alleen bedoeld als een stukje historie, maar ook als een oproep om zich te melden als padvinder van toen, opdat de reünie een groot feest van weerzien mag worden. 20


Een grensincident bij Doldersum In het Resolutieboek van 1724 van de Staten van Friesland lezen we dat het gewest Friesland veel nadeel ondervond van 'sluickerij'. Uit brieven aan de Staten van Overijssel en Drenthe wordt duidelijk dat de Friese Staten erop aandrongen vooral strenger tegen het smokkelen van rundvee op te treden. Ook alcoholische dranken en tabak vielen onder de regeling van invoerrechten bij het passeren van een gewestelijke of staatsgrens. Wanneer men de invoerrechten niet wilde betalen, maar toch de gewenste goederen wilde hebben ging men via sluikpaden over de grens om deze te halen. Het gevolg was dat meer dan eens incidenten plaatsvonden waarbij het gebruik van wapens geen uitzondering was. In de loop van de 17e eeuw was in de omgeving van Noordwolde en Boijl een begin gemaakt met de afgraving van hoogveen en de winning van turf. In het landschap verrezen talrijke hutten waarin zich niet alleen werkers in het veen , maar ook minder deugdzame lieden vestigden met het doel zo een dekmantel te vinden voor hun illegale praktijken. Een rechtszaak te Leeuwarden die voortkwam uit een nachtelijk voorval langs de Fries-Drentse grens bij Doldersum geeft een beeld van wat zich soms afspeelde. Het betrof hier een zaak tegen Andries Hendriks Snel die met zijn gezin, vrouw Jantien Aten en drie kinderen in de gemeenschap van veenarbeiders was gaan wonen en van hieruit duistere daden bedreef. Vier getuigen leggen een verklaring af waaruit een beeld van het gebeuren naar voren komt. In de strafzaak tegen Andries Hendriks Snel gaat het om 'sluickerij' van alcoholische dranken met poging tot doodslag. Op zaterdag 3 juli 1728 zijn Jan Alberts en Johannes Clasen, opzichters/controleurs bij de molen in Oldeholtpade (we zouden nu spreken van douaniers) het 'Builingerveldt' ingetrokken om daar in die nacht op smokkelarij te letten. Na enige uren op verkenning te zijn geweest, hebben zij post gevat ter hoogte van Doldersum. Op zeker moment zagen zij twee mannen die, naar het leek, vaten op hun rug hadden. Even later hebben zij nog vier manspersonen zien gaan, niet bij elkaar, maar allen onderweg in de richting van Drenthe. De opzichters meenden onder hen Feijke Broers, een koopman uit Gorredijk te herkennen. Hij had een grote hond bij zich. Toen zij dat zagen kregen ze een boos vermoeden dat er wel eens problemen zouden kunnen komen, omdat Feijke als een 'groot sluicker' bekend stond. De opzichters besloten daarom hulp in te roepen van Abraham Pijtters en Johannes Lammerts, controleurs en opzichters te Rijsberkamp. Met z'n vieren zijn ze vervolgens naar een plek gegaan in de buurt van de hut waar Andries Snel woonde. Het was intussen 4 juli geworden toen de mannen uit Rijsberkamp zich 'op 't oost' en de twee anderen 'op 't west van de veldhutte' hebben opgesteld. Na enige tijd zien Pijtters en Alberts zes personen met goederen vanuit de richting Doldersum komen. Zij volgen hen en hebben vervolgens 'sta' geroepen. De mannen hebben daarop hun goederen van zich afgeworpen om zich te weer te stellen tegen de twee opzichters. Jan Alberts lost een schot om zijn collega's te hulp te roepen. Eén van de zes schiet daarop een schot hagel af dat één van de opzichters in het gezicht raakt. Ondanks dat hebben de twee opzichters zich meester kunnen maken van de pakken 'geslokene goederen' van de zes, die op hun beurt met geweld proberen deze terug te krijgen. Als dat niet lukt, dreigen zij de controleurs 'deur en deur' te schieten, maar deze geven zich niet 21


gewonnen. Intussen zijn Johannes Clasen en Jan Lammerts te hulp gekomen. Na aanhoudende weigering en dreigementen over en weer trekken de smokkelaars zich terug om te beraadslagen. Even later zien de opzichters dat ĂŠĂŠn van de mannen naar de hut van Snel loopt en dat deze al gauw te voorschijn komt met zijn snaphaan (geweer). Samen met de zes lieden komt Snel op de opzichters af, roepende: "Gij duijvelse gaudieven, wij willen het goed weder hebben" gevolgd door een aantal dreigementen. Om zich te beschermen geven Clasen en Alberts vuur op Snel en zijn kornuiten, nadat Snel van zijn kant een kogel heeft afgeschoten waardoor Alberts aan het hoofd gewond raakt. De smokkelaars hitsen de grote hond op tegen hun belagers die het dier terugdrijven door het te slaan. Tijdens het schieten horen de opzichters van de kant van de smokkelaars plotseling een jammerlijk gekerm, waaruit ze opmaken dat er een gewonde gevallen is. Enige ogenblikken later maken Snel en zijn kompanen zich uit de voeten. De controleurs zijn de hele nacht in het veld gebleven om hun 'buit' , bestaande uit 'drie quart anckers (ca. dertig liter) brandewijn, even zoveel jenever en negenenzestig en een half pond taback' te bewaken. De volgende morgen zijn de waren naar Wolvega gebracht. Ook is diezelfde morgen een dode in het heideveld gevonden. Het blijkt Feijke Broers te zijn. Het proces-verbaal vervolgt met: "Leffert Gerckens, stelling te Boijl, oud omtrent 70 jaar en Geert Jipide melden dat 's morgen omtrent 8 uur bij hen kwam: Jantien Aten, huisvrouw van Andries Snel, wonende in de veldhutte onder Boijl. Zij zeide, uit order van de heer Jan Koopmans te Doldersum te komen zeggen dat er een persoon in het zogenaamde vrouwenveldt dicht bij haar hutte, dood op de grond lag. Gerckens is daarop naar de plek gegaan en heeft de dode op een wagen gelegd en, zonder de persoon te kennen, naar Wolvega gebracht." Uit het uitvoerig verslag van de rechtszaak blijkt dat Andries Snel kort na het incident gevangen genomen is en overgebracht naar het Blokhuis (gevangenis) te Leeuwarden. De zaak dient op 28 september 1728 waarin Snel alle (zestig!) punten uit de getuigenverklaring ontkent, behalve dat hij die nacht niet in zijn huis was. Hij beweert dat hij een bezoek aan zijn schoonvader in Vledder heeft gebracht. Op de vraag wanneer hij weer teruggekomen is, zegt hij dat, gezien de lange tijd, niet meer te weten, maar dat hij 'zonder enige gezelschap alleen weder thuis gekomen was'. Uiteindelijk komt men in de volgende drie punten tot de conclusie: - dat het hier om een zeer kwalijke zaak gaat die ten voorbeeld gesteld dient te worden; - dat het Hof daarom de Aanklager heeft bevolen de gevangene te vervolgen; - dat daarom de Aanklager deze punten aanhoudt in zijn Libel (Klaagschrift) en hij eist de verdachte zodanig te willen straffen dat het Hof het recht zal kunnen laten zegevieren. Tot besluit lezen we in het vonnis van het Hof van Friesland: " Zaken van zeer kwalijke aard , ook om anderen een voorbeeld te stellen, behoren niet ongestraft te blijven. Daarom heeft het Hof na rijp beraad uit naam van de Staat Friesland, de verdachte veroordeeld om naar de scherprechter op het schavot te worden geleid en daar tuchtrechterlijk te worden gegeseld en gebrandmerkt om vervolgens door dienaren van het gerecht naar het gewestelijke Tuchthuis te worden gevoerd om daar voor de tijd van zeven jaar dwangarbeid te doen. Aldus uitgevoerd op 4 dec. 1728." Zo blijkt dat de naam 'Snelshutte', halverwege Boijl en Doldersum, terug te voeren is naar een historisch voorval. Bronnen: Acte van het vonnis d.d. 4.12.1728 van het Hof van Friesland . Bijlagen bij dit proces,nr. G.G.82. Resolutieboek 1724 van de Staten van Friesland. Archieven van de Etstoel van Drenthe te Assen. B.Dragtsma 22


Natuurlijk wilt u meer! Dat kan toch? Gewoon lid worden van Historische Vereniging ‘t

Fledder Kerspel.


Verzekeren? Praat éérst eens met ons! BOUWBEDRIJF BOUWBEDRIJF BROEKMAN BROEKMAN V.O.F. V.O.F. Univé heeft een kijk op verzekeren die bij ú past. Praktisch, persoonlijk en zonder overbodige franje. Neem de proef op de som en beoordeel zelf onze service én onze premies. Stap eens bij ons binnen, of bel ons. U bent altijd welkom.

Univé Reest Aa en Linde Postbus 12, 7940 AA Meppel tel. (0522) 25 88 31 / Fax (0522) 26 30 48 E-mail: meppel@unive.nl / Internet: www.unive.nl

voor nieuwbouw en verbouwing Moersberger Erven 1 8383 EA Nijensleek Tel.: 0521 - 38 14 48 Fax: 0521 - 38 19 50 E-mail: broekman@nvoblid.nl

*Gespecialiseerd in alle houtbewerkingen *Tevens gespecialiseerd in houten trappen op maat >> Levering nieuwe en gebruikte auto’s

>> Reparatie en onderhoud alle merken

>> Autoverhuur >> TOTAL benzinestation >> Ruitreparaties >> Airco-onderhoud Stek-erkend >> Tevens gespecialiseerd in Lancia

Nieuwbouw Verbouw Onderhoudswerk Restauratie Bouwkundige klussen

Vledder Dorpsstraat 12 Havelte Oeveraseweg 12a Telefoon (0521) 38 12 60

FIAT Stilo MultiWagon A U T O B E D R I J F

www.autobovenkamp.nl

bovenkamp.vledder@rdc.net

DE ROLLE 1 8381 CR Vledder Tel: 0521 - 38 12 31 Fax: 0521 - 38 18 00


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.