De Natuur Onkt(k)leed

Page 18

Mier De boeiendste diergroep waarmee ik me tot nu toe heb beziggehouden, zijn de mieren. Die beestjes roepen geen al te beste associaties op bij de meeste mensen: ze graven nesten onder je terras, zitten in de keuken en ze maken bulten in het gazon. Die kleine snoodaards zitten enkel waar ze niet moeten zitten, zo lijkt het wel. En toch, een boek over de ecologie van mieren is het enige wetenschappelijke werk dat ooit de Pulitzerprijs won. Niet alleen omdat het door de heren Hรถlldobler en Wilson zo boeiend was geschreven, maar ook omdat het leven van mieren zo razend interessant is, dat de jury er helemaal weg van was. Geen kortverhaal overigens, het boek is een kanjer van formaat. Je begrijpt dus dat ik hier niet de volledige levenswijze van mieren uit de doeken kan doen. Er zijn mieren die werksters roven uit andere nesten om ze als slaaf te gebruiken, sommige mierensoorten breken in in de nesten van andere mieren om voedsel te stelen. Veel soorten hebben de allures van een dictator en nemen hele volkeren over, zelfs populaties van een andere mierensoort. Mieren vechten oorlogen uit met enorme aantallen slachtoffers en sommige mieren voeden larven van andere diersoorten, wat je het houden van huisdieren zou kunnen noemen. Zoals je ziet, niets mierlijks is mensen vreemd.

chapiter M

70

Ik beperk me hier tot de gele weidemier, een soort waarmee ikzelf in vrede mee samenleef. Ons huis kochten we vanwege de tuin. Die bestond uit een schapenwei met een drietal prachtige kerselaars en een appelboom. Doordat die met schapen werd begraasd, waren de verste delen van de tuin arm geworden aan voedingsstoffen, en dat had speciale planten tot gevolg. Wat echter opviel waren de enkele bulten die hoog boven het gras uitstaken. Sommige daarvan bijna een halve meter hoog. Koeien zouden zoiets platlopen, maar schapen niet. Ik herkende de bulten meteen als mierennesten. Met name, die van de gele weidemier. Dat is een vrij kleine, bleke, langzame mier die uitsluitend ondergronds leeft. Vanuit de nestbulten vertrekken gangen naar de wortels van de omliggende planten. Op die wortels leven wortelluizen, die het sap uit de wortels zuigen en die lijken op bladluizen. In dat sap zit veel suiker en weinig eiwitten. Het teveel aan suiker scheiden de luizen af via hun achterlijf. Ook bladluizen doen dat, waardoor je auto soms helemaal onder de plakkerige stroop zit als je geparkeerd staat onder een boom waarin zulke beestjes zitten. Mieren halen hun eiwitten uit insecten. Ze eten enorme hoeveelheden rupsen en andere kriebelbeesten. Maar daar zit weer weinig suiker in en suiker is energie. Het is nodig om actief te kunnen zijn. Mieren likken daarom het sap op van bladluizen. Soms komt meer dan 80 % van de energie in een mierennest uit de bladluissuiker. Mieren verdedigen hun energieleveranciers dan ook met gevaar voor eigen leven. Ze vallen de larven aan van lieveheersbeestjes


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.