6 minute read

Café de Kok Wie kent het niet?

Café de Kok is een begrip op Goeree-Overflakkee. Waar vroeger elke gemeenschap vroeger wel een echt dorpscafé had, zien we er tegenwoordig zelden meer eentje. Een echt café waar de familie trots achter de tap staat, iedereen kent en met gepaste eerbied het biljartlaken vrij maakt? Zeldzaam zijn ze geworden. Als ik uit moet leggen waar ik woon dan hoef ik enkel Café de Kok te noemen en iedereen weet me te vinden. Het goede dorpsleven...

luchten met een sigaret betekent natuurlijk niet dat we een terras hadden.” De knipoog die er achteraan komt tekent de man.

Advertisement

Sluitingstijd

Als buurman Piet de Kok op z’n praatstoel zit dan is het een kwestie van alert blijven. “Ik weet er allemaal niet zoveel meer vanaf hoor, Jaap”, mompelt Piet, terwijl de ene anekdote na de andere me om de oren vliegt. Vraag hem over het dorp, de beroepen, buren, klanten en de echte Flakkeese namen komen voorbij. Vaak in bijnamen verpakt en bij elke naam: “Die ken joe toch wel?”

We zitten met de rug tegen de muur van het café en kijken uit over het terras. Of eigenlijk de fietsenparkeerplaats voor de busreizigers. “Een terras hebben we nooit gehad. Weet je wat dat kost? Dat onze klanten zo af en toe even wilden

Piet praat in de verleden tijd want het monumentale pand is geen café meer. “Dat coronagedoe was voor ons het eindpunt. Al dat gedoe er omheen met die maatregelen. Dat was voor ons niet haalbaar. Ga maar eens anderhalve meter afstand houden hier, en ik ken m’n klanten. Een verbod en regels gaan er moeilijk in.” Na de heftigste coronaperiode besloot de familie de Kok om de zaak definitief te sluiten. “Toch wel met pijn in het hart”, vertelt Piet. “De zaak draaide nog steeds goed. We hadden een vaste klantenkring met jong en oud en elke week kwamen er weer nieuwe gezichten binnen. We wisten dan al snel ‘van wie het er eentje was’, want je moet wel weten wie je in de zaak hebt. Dat schept een band, hè? We zijn ook altijd een echt dorpscafé gebleven. Bussen met toeristen stuurde ik altijd door. Die komen alleen maar voor het urinoir en gaan ergens anders uitgebreid borrelen. Daar hadden we natuurlijk niets aan.”

Drukte

Dat was vroeger anders want café de Kok was het centrale punt in het dorp. Zowel voor het verenigingsleven als voor het handelsverkeer in de haven. “Je wilt niet weten hoe druk het hier vroeger was. Dat begon ‘s morgens vroeg al met de schippers die hier kwamen. De handelaren die aan tafel zaten en natuurlijk de grote drukte boven. We hadden altijd zoveel verenigingen binnen en als je je rijbewijs wilde halen dan moest je ook bij ons zijn voor je examen.” verhalen. “Het was niet altijd zo’n ‘goeie ouwe tijd’, want het leven was toen toch wel heel anders dan vandaag de dag. Kijk alleen maar naar het werk en de werktijden. M’n moeder heeft haar knieën bijna versleten met het soppen van de trappen, want het moest er schoon uitzien. Om vier uur in de vroege ochtend ging het café al open. Dat was heel gewoon. Mensen gingen vroeg uit de veren en vergeet niet dat we een schipperscafé waren, dus om vijf uur stond moeder al de uitsmijters te bakken. Toen de haven nog open was gebeurde er van alles op de Kaai. Dat was het centrum. Daar kwamen de beurtschippers te liggen die Flakkee van allerlei zaken voorzag. De Kaai lag vol met alles wat weer aan boord mee terug ging. Een levendige handel en ons café speelde er altijd een centrale rol in. Hier werd uitgerust met een bakkie koffie of een borrel, maar er werd ook stevig onderhandeld.

Piet praat over de activiteiten in het huidige pand, maar dat kreeg na de Ramp pas de functie van café.

Wat velen niet weten is dat de huidige fietsenparkeerplaats voor de deur - het terras dat geen terras is - eigenlijk het eerste café de Kok was. Pas na de ramp is het huidige café ontstaan. “Je kunt je toch niet voorstellen dat dit hier 300 ton graan op de eerste verdieping lag? Het pakhuis van Marien van der Meide moest ons nieuwe café worden toen de gemeente besloot om de Krakeelstraat te gaan verbreden. Het werd allemaal te smal, want al het verkeer uit het dorp ging hier langs. Dat was nogal wat indertijd. Het kostte een kapitaal, maar uiteindelijk hebben we er een eerlijke goede boterham aan gehad. Daar moest trouwens wel hard voor gewerkt worden. Vergeleken bij de uren die mijn moeder draaide is dit eigenlijk niks, want dat was een harde werkster.”

Goeie ouwe tijd

Piet gaat er nog maar eens recht voor zitten want die ‘goeie ouwe tijd’ is nog altijd goed voor

De beurtschippers waren erg belangrijk voor het dorp. Van Zetten, Jaap Bom, Jo Buscop, Gerrit Zoon noem ze maar op. Ik zie ze zo weer liggen hier achter. Dat geldt trouwens voor alles hier rondom de Kaai. Nu kennen ze in Nederland soms hun eigen buurman niet, maar wij wisten vroeger precies ‘wie wie’ was.” De namen van de schoenmaker Kamerling, Koningswoud, Dana gaan allemaal vergezeld van mooie verhalen. “Dat is er tegenwoordig niet meer bij. Ze zitten alleen maar op hun telefoontje te staren. Wij hoorden altijd als eerste de nieuwtjes, want in een café wordt er natuurlijk nogal eens ‘uit de school geklapt’. Omdat je elkaar allemaal kende had je vaak aan één woord genoeg. Maar zaken zomaar doorvertellen daar had ik een hekel aan. We hoorden vaak meer dan dat we moesten horen. Vooral na de nodige alcohol kletsten ze nogal gemakkelijk. Ik heb er een hekel aan als iemand verlinkt wordt.”

De oorlogsjaren

In de oorlog gingen ook de wildste verhalen rond. De Wehrmacht kreeg lucht van het een en ander aan illegale verzetspraktijken en stond ook met veel kabaal over ‘een geheime drukpers’ aan de deur. Ik zie Gerrit Zoon nog kogels rapen. Ze schoten zo het slot uit de deur. Dat zijn geen leuke herinneringen maar ik zie het zo weer voor me. Ook de familie Gazan, onze Joodse buren van de slagerij die weg moesten. Intussen weten we wat er met hen gebeurd is in de concentratiekampen. Wij zijn zelf ook weleens verlinkt maar dat was veel later. Pure jaloezie natuurlijk. Het leverde me 25 euro boete op want zelf 7up maken mocht natuurlijk niet en het dorp wist ook wel dat er bij café de Kok altijd wel sigaretten of kapotjes onder de toonbank verkocht werden. Ja, ze kwamen goed zoeken maar dat er in de linnenkast op zolder nog 300 sloffen lagen dat wisten ze niet.” De ogen van Piet twinkelen bij de gedachte aan deze ‘ondeugendheden’.

Dorpscafé

“Het waren andere tijden. Niet meer te vergelijken. Veel mensen herinneren zich nog wel hoe druk het hier kon zijn. Op goede dagen zaten er wel honderd man boven. Er werd goed gegeten en gedronken. Goulashmaaltijden, soep en uitsmijters gingen er goed in als er weer gekookt of gebakken werd voor de vergaderingen van de gemeente.

De dansavonden, de verenigingen of de CBRexamens zorgden altijd voor het vertier. Dat is er langzamerhand uitgegaan. De laatste jaren hadden we nog weleens muziek en elke zaterdag onze eigen verloting, maar verder zijn we een echt familie dorpscafé geworden. We zijn er zo’n beetje ingerold. Onze jongens Ad en Frans groeiden ermee op. Corry is ook met het café opgegroeid en weet niet beter. Als gezin hebben we het café draaiende gehouden. Mijn moeder moest het alleen doen. Toen ik 17 was overleed mijn vader. Nou dan weet je het wel. Ik zou ook helemaal niet het café in gaan. Etaleur ben ik geworden bij Vis van Heemst. Die zaak was vroeger ook een begrip. Met m’n handen werken vond ik fijn. Hier tegenover zat het Leger des Heils. Daar heb ik figuurzagen geleerd en kon ik bloembakken maken. Ik had het wel in me. Misschien toch nog iets van m’n vader overgenomen, want die was van origine meubelmaker in Vlaardingen. Hoe die ooit hier op Flakkee is gekomen en later de vrijer werd van moeder Jannetje is me tot op vandaag nog niet duidelijk. In ieder geval was ik in 1932 het resultaat hiervan.”

Herinneringen

Piet heeft niet zoveel te vertellen, was zijn eerste opmerking, maar de verhalen over vroeger, de veranderingen rondom de Kaai en het sluiten van het café hebben nogal wat herinneringen met zich meegebracht. “Ik denk dat mensen wel goede herinneringen aan ons hebben. We hadden altijd trouwe klanten. Gezellige klanten ook, want ze kwamen terug. We waren ook een luisterend oor voor velen. Niet alleen maar voor de oudjes die met een praatje kwamen, maar ook de jeugd kwam hier graag. De laatste jaren steeds meer.

We kijken met een goed gevoel terug en hebben altijd de dingen kunnen doen die we wilden. We konden best streng zijn, maar soms was dat nodig. Corry was altijd goud waard. Als zij met haar vinger waarschuwend zwaaide en ergens wat van zei dan luisterden ze altijd. Het is goed zo. We hebben het goed afgesloten. Ad heeft persoonlijk alle vaste klanten bezocht en bedankt en we genieten van de rust en ruimte. Ze zullen me eruit moeten dragen want andere plannen maken we niet meer. Hier buiten de deur is er ook niet veel meer. De meeste winkels zijn weg, de Kaai is leeg en de markt is ook al weg.” Piet zwaait met een breed armgebaar naar de overkant. “Alleen dit blijft. Een fietsenstalling op een terras dat nooit een terras is geweest.”

This article is from: