Schooldomein 3: Omgaan met schaarste en meervoudig programmeren

Page 44


SCHOOLDOMEIN

SPORTDOMEIN ZORGDOMEIN WIJKDOMEIN

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

Omgaan met schaarste en meervoudig programmeren

GROOT INTERVIEW

PAUL SCHENDERLING

Bouwen in tijden van schaarste

RENOVATIE VAN SCHOLEN

In 7 weken een school die bij je past

IKC MEESTERWERK Maximale co-creatie bij ontwikkeling

VAN DE REDACTIE

Wat betekent het omgaan met schaarste voor de gebouwde omgeving? Hoe kan een slimme programmering leiden tot een betere bezetting van publieke gebouwen en daarmee een betere inzet van gemeenschapsgeld? In dit nummer veel inspirerende projecten die op eigen wijze een antwoord geven op bovenstaande vragen.

Wie al deze projecten ziet, merkt al snel: we bouwen nagenoeg geen scholen meer, het zijn stuk voor stuk voorzieningen die een breder doel dienen. Dodewaard, Veenendaal, Gorinchem, Deurne, Soest of Heerenveen: meer dan ooit wordt er samen gewerkt aan maatschappelijke opgaven. Meervoudig programmeren vormt daarbij niet alleen een sleutel tot kostenefficiëntie, maar zorgt ook voor synergie en nieuwe vormen van samenwerking.

Voor dit nummer gingen wij in gesprek met Paul Schenderling, een veelgevraagd spreker en jonge econoom met een duidelijke visie op de omgang met schaarste. Zijn in 2022 verschenen boek ‘Er is leven na de groei’ doet concrete verbetervoorstellen voor de inrichting van de economie, de sociale zekerheid, de landbouw, de zorg en mobiliteit. De koppeling naar de gebouwde omgeving is zo gemaakt.

Daarnaast in dit nummer ook een terugblik op de boekpresentatie ‘Hoofd, Hart en Handen, fijne plekken voor gebruikers’. Het nieuwe inspiratieboek van Schooldomein staat weer vol prachtige en actuele voorbeelden uit het vso, vmbo, mbo en avo/vwo.

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en

maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt vier keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland.

Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk,

wordt mede mogelijk gemaakt door:

Als maatschappelijk verantwoorde onderneming stimuleert

Schooldomein doelen die goed zijn voor mens en milieu:

Tijdens de boekpresentatie namen wij definitief afscheid van Sibo Arbeek in zijn rol als hoofdredacteur. Om de energie en kennis van Sibo niet geheel verloren te laten gaan en te zorgen voor een warme overdracht gaf ik hem als nieuwe hoofdredacteur een ‘opdracht’ voor komend jaar mee. Een opdracht die ten goede komt aan het platform dat Schooldomein wenst te zijn en te blijven.

Centraal in het werk van Sibo voor Schooldomein is steeds de boodschap van ‘goed publiek opdrachtgeverschap’ geweest. Kan mij zelf nog goed zijn inzet voor de Scholenbouwprijs herinneren. Onder het motto ‘Samen werken aan goed opdrachtgeverschap in het school-, sport-, zorg- en wijkdomein’ vroeg ik hem om samen met mij te kijken of het weer mogelijk is om opnieuw een ‘prijs voor goed opdrachtgeverschap’ uit te gaan reiken. Komend jaar moet duidelijk worden of ons dat gaat lukken.

Schooldomein kenmerkt zich door een uniek netwerk. Uit alle mensen die ik vanuit mijn rol als hoofdredacteur spreek blijkt dat steeds opnieuw. Daar zet ik graag mijn schouders onder. Voor nu veel leesplezier.

Marco van Zandwijk Hoofdredacteur Schooldomein

Redactieteam Schooldomein: Marco van Zandwijk, Rodric Leerling en Brenda Breems

waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden.

Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar marco.van.zandwijk@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site

www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon. INTERNET

Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Marco van Zandwijk

THEMA

Omgaan met schaarste en meervoudig programmeren

De druk op ruimte is groot. Dat vraagt dat we slim omgaan met de beschikbare ruimte en middelen. De opgave van de scholenbouw staat anno 2025 ook niet langer op zichzelf. Het maakt integraal onderdeel uit van de voorzieningen in een wijk of gebied. Dit stelt hoge eisen aan multifunctioneel en meervoudig gebruik. Het bouwen in tijden van schaarste kan je daarbij zien als probleem of als kans. In dit nummer zijn vooral de kansen uitgelicht. Iedere bouwopgave is een kans om te bouwen aan sterke gemeenschappen en goede doordachte gebouwen. Gebouwen die letterlijk ruimte geven en gemakkelijk kunnen veranderen door de tijd.

BESTUUR EN BELEID

06

10

15

Groot interview Paul Schenderling Bouwen in tijden van schaarste

Debat Hoofd, Hart en Handen Fijne plekken voor gebruikers

Samen leren innoveren

Subsidieregeling stimuleert innovatie

VISIE EN ONTWERP

16

Meer dan een school MFC Dodewaard: een plek voor jong en oud

18 Omarmende nieuwbouw De Verwondering Vrijheid in verbondenheid

20 Nieuwbouw Hogeschool Inholland overtuigt

Een Italiaans bergdorp als referentie

24 Groene campus met bruisend hart Spectaculair interieurconcept Hogeschool Inholland

28

Twee scholen en stafbureau onder één dak Meervoudig programmeren in de praktijk

32 Nieuwbouw Gilde Vakcollege Innovatieve leeromgeving voor technisch talent

34

36

38

IKC Het Meesterwerk Veenendaal Maximale co-creatie bij ontwikkeling kindcentrum

Innovatief en duurzaam schoolvoorbeeld Nieuw multifunctioneel onderwijsgebouw Gouda

Nieuw en fris Kandinsky College Akoestiek, binnenklimaat, logistiek en uitstraling sterk verbeterd

TRANSFORMATIE EN HERGEBRUIK

41

Succesaanpak voor renovatie van scholen

In 7 weken de school die bij je past

44 Zorgvuldig voortraject zorgt voor tempo in uitvoering Vernieuwbouw Bornego College Heerenveen

Beelden cover:

Kandinsky College Nijmegen, Laurens Kuipers Architectuurfotografie, pagina 40

Hoover Concepts, pagina 58

Hogeschool Inholland Amsterdam, fotografie Lucas van der Wee, pagina 20

Hogeschool Inholland

BOUW EN INRICHTING

47

Van de nood een deugd maken

Tijdelijke huisvesting als kwalitatieve oplossing

50 BXL Bouwsysteem

52

54

Het modulaire bouwsysteem van morgen

Duurzaamheid en vernieuwing

Facelift voor Pulastic® sportvloer in sportzaal Snelleman

Vernieuwde leeromgeving

SG W.J. Bladergroen

Inspirerende huisvesting brengt onderwijsvisie tot leven INRICHTING BUITENRUIMTE

Veilig en beschut buiten spelen

Oplossing bij schaarse schaduw op speelpleinen

60

Stille units zorgen voor frissere lucht

Betere ventilatie voor CBS De Meander in Sauwerd

Een conceptuele benadering van schoolinrichting

Flexibele leeromgevingen met Empower Spaces en BREEDVELD

Bouwen in tijden van schaarste

Foto: Jaap Schuurman

BESTUUR EN BELEID

Wie op zoek gaat naar oplossingsrichtingen voor een duurzamer Nederland zal in zijn zoektocht op het spoor komen van sociaal econoom Paul Schenderling. De laatste jaren verschenen er onder zijn regie veel artikelen, verschillende podcasts en het boek ‘Er is leven na de groei’. Wat kunnen de ideeën van Paul Schenderling betekenen voor de bouwopgave en die van voorzieningen voor onderwijs, sport en kinderopvang in het bijzonder?

Paul Schenderling is een veelgevraagd spreker. Zijn in 2022 verschenen boek ‘Er is leven na de groei’ doet concrete verbetervoorstellen voor de inrichting van de economie, de sociale zekerheid, de landbouw, de zorg en mobiliteit. De voorstellen uit het boek gaan in op de impact van de Westerse welvaartsgroei en het beslag dat deze groei legt op de schaarste aan grondstoffen en de kwaliteit van ons leefmilieu. De koppeling naar de gebouwde omgeving is zo gemaakt.

DRAAGKRACHT VAN DE AARDE

De visie van het schrijverscollectief rondom Paul Schenderling is gebaseerd op postgroei denken. Postgroei is een sociaal economische beweging waarin het draait om het verleggen van de focus van kwantitatieve groei naar kwalitatieve groei. Niet de consumptie maar brede welvaart staan in dit denken centraal. Als het aan Paul ligt moeten ook investeringen in het maatschappelijk vastgoed gedaan worden binnen de draagkracht van de aarde.

GROENE GROEI

“Het huidige regeerakkoord gaat uit van groene groei denken. Het verleden heeft geleerd dat dit ineffectief en inefficiënt gebleken,” legt Paul uit. “Groene groei, waarbij vergroening en groei van economie verenigbaar worden geacht is wensdenken. Groene groei maakt bestaande problemen juist groter, omdat het de vraag naar materialen verder doet toenemen.”

Als voorbeeld noemt Paul de energietransitie. Deze zal de vraag naar zeldzame mineralen de komende twintig jaar fors doen laten toenemen. Hij verwijst daarbij naar een rapport van het Internationaal Energie-Agentschap (IEA) uit 2021. Dat rapport

maakt de inschatting dat het reëel is om rekening te houden met een stijging van 2.000 tot 4.000%.

KOOLSTOF- EN MATERIAALBUDGET

Een verminderde economische beschikbaarheid van bouwmaterialen zorgt er voor dat er bij bouwprojecten niet alleen gestuurd kan blijven worden op financieel budget. “Materiaal- en koolstof budget zullen mee gaan wegen. En dat kan wel eens sneller gaan dan wij nu denken,” aldus Paul. “Beleggers, vastgoedontwikkelaars en opdrachtgevers rekenen steeds vaker met de echte prijzen voor het gebruik van materialen en nemen dit mee in hun businesscase. Net als een financieel budget is dit ook goed in aanbestedingen mee te nemen. Zoals een financieel budget grenzen stelt aan uitgaven, stelt een CO2-budget een maximum aan de uitstoot van CO2 om onder de afgesproken temperatuurstijging te blijven. Een CO2-budget geeft zodoende grip op de uitstoot van broeikasgassen.”

LEVENSDUURDENKEN

“Om binnen planetaire grenzen te blijven is het essentieel dat investeringen plaatsvinden vanuit levensduur denken. Een langere levensduur van producten en gebouwen draagt positief bij aan het verlagen van de milieu impact. Op dit moment bestaat de totale milieu impact van de gebouwde omgeving voor meer dan de helft uit het bouwproces en minder dan de helft uit de energiekosten in gebruik. Grootste milieuwinst is dan ook te halen in het bouwproces zelf. Dat vraagt om gebouwen en een onderliggende businesscase die ontworpen zijn vanuit die langere levensduur en een maximale herbruikbaarheid. De sleutel tot een

lage milieu-impact komt daarmee in de ontwerp- en financieringsfase te liggen. Daar wordt immers de basis voor te gebruiken materialen en de uitstoot als gevolg van de materiaal gebonden emissies bepaald.”

ONTWERPEN VANUIT HERBRUIKBAARHEID

“Naast een gerichte keuze van bouwmaterialen, is inpandige gebouwflexibiliteit een essentiële randvoorwaarde om de milieu impact te verlagen. We weten vrijwel zeker dat het gebouw in de komende veertig jaar van functie zal veranderen. Daar dient het gebouw op te kunnen anticiperen.” Als voorbeeld noemt Paul het gerenoveerde stadhuis Hengelo. Het monumentale jaren 60 rijksmonument is door EGM architecten en HVE architecten van binnenuit vernieuwd. Er is 400 m² aan plaatmateriaal uit de oorspronkelijke huisvesting hergebruikt in nieuwe kasten en flexibele tussenwanden. Ook is de ruimte in het pand efficiënter benut waardoor er extra functies, waaronder een bedrijfsrestaurant, fractiekamers en een politiek café, konden worden toegevoegd.

RUIMTE VOOR INNOVATIE

Een veelgehoord criterium vanuit marktpartijen is dat er meer volume nodig is om te kunnen innoveren. Dat schaal een voorwaarde is om te kunnen innoveren is volgens Paul een misvatting.

“Uit wetenschappelijke literatuur over innovatie blijkt dat niet de schaal maar nabijheid en menselijk contact zorgen voor kennisontwikkeling en kennisdeling. Organisaties of bedrijven innoveren daarbij niet vanzelf. Het zijn echt de mensen die het doen.

Bij deze mensen ligt dan ook de start voor iedere verandering en transitie. Schaal kan wel zorgen voor kostprijsreductie. Vaste kosten kunnen dan worden verdeeld over meerdere projecten.”

Paul Schenderling (1988) is econoom, schrijver en spreker. Hij adviseert, schrijft en spreekt over sociale en ecologische vraagstukken vanuit een economische invalshoek. Zijn doel is een gelukkiger Nederland dat binnen de draagkracht van de aarde leeft. Paul werkte als senior adviseur bij Berenschot en is oprichter en programmaleider van Postgroei Nederland. Namens deze denktank schreef hij het boek ‘Er is leven na de groei’. Ook runt hij Sufficiency: een centrum voor onderzoek en advies rondom brede welvaart.

SAMEN SLIMMER AANBESTEDEN

“Vanuit postgroei optiek mag volume en schaalvergroting ook nooit een doel op zich zijn. Wel zou er bij aanbestedingen vanuit de overheid nog waarde te halen zijn uit het meer samen optrekken en het bundelen van krachten. Wanneer je als collectief anders gaat uitvragen in het proces van aanbesteden zal dat vrij snel leiden tot een aanpassing in de markt.” Als voorbeeld noemt Paul het meer gaan bouwen met natuurlijke bouwmaterialen. “Als lagere overheden samen in hun aanbestedingen om meer natuurlijke bouwmaterialen gaan vragen ontstaat daarmee een schaalsprong die voldoende van omvang is om de kostprijs van die materialen aanzienlijk te laten dalen.”

BOUWEN AAN GEMEENSCHAPPEN

“Veel huidig beleid richt zich daarbij nog vooral op de bouwbedrijven. Op de productiekant van de economie. Nodig is ook meer te kijken naar de vraagkant, de schaal waarop het beleid en het lokale besluitvormingsproces is ingericht. Hier is een grote rol weggelegd voor maatschappelijke initiatieven. Om dit te bereiken is eigenlijk een omgekeerde beleidskolom nodig. Dat is er één die sterk aansluit op sociale netwerken in een buurt, wijk of stad. Scholen en sportverenigingen vormen van oudsher al sterke sociale netwerken. Lokaal beleid, als ook het maatschappelijk vastgoed, zou dienstbaar moeten zijn aan deze sociale netwerken. Iedere bouwopgave is daarmee een kans om te bouwen aan sterke gemeenschappen.” Aardig voorbeeld om te noemen is het in 2022 door de koning geopende ‘MFA de Beuk’ in de gemeente Hardenberg. Een MFA waarin de gemeenschap ook zelf een deel van de benodigde financiën via fondsenwerving bij elkaar spaarde en waar 160 vrijwilligers betrokken waren bij de afbouw.

BETER BENUTTEN VAN RUIMTE

“Voor een beter gebruik van het vastgoed is het ook zinvol verbinding te leggen met andere beleidsterreinen.” Paul denkt dan specifiek aan activiteiten binnen het sociaal domein. “Binnen het sociaal domein van gemeenten is er de laatste

Werk- en overlegplekken gerenoveerd Stadhuis Hengelo

tien jaar veel gewerkt aan onderlinge samenhang in beleid. De volgende stap is om nu ook verbinding te gaan maken met het fysieke domein. Vanaf het eerste moment van de ruimtevraag kan er gezocht worden naar dwarsverbanden en raakvlakken met het sociaal

“Iedere bouwopgave is een kans om te bouwen aan sterke gemeenschappen”

domein en daarbuiten. Dit vraagt om meer opgave gericht werken en directe samenwerking tussen specialisten van verschillende beleidsterreinen. Investeringen in het maatschappelijk vastgoed kunnen op deze manier ook de sociale infrastructuur van een stad of dorp versterken. Vanuit ecologisch, sociaal en economisch punt een win-win voor alle partijen.”

PUBLIEK-COLLECTIEVE SAMENWERKING

Gevraagd naar toekomstbestendige organisatievormen, is het duidelijk dat Paul voorstander is van beleid dat inzet op meer mogelijkheden tot delen en samenwerken in coöperatieve vormen. “Vormen van publiek-collectieve samenwerking hebben de toekomst, zeker zodra deze aanspraak kunnen maken op beschikbare zorg-, onderwijsen kinderopvanggelden.” Paul zegt daarover: “Als tegenhanger van de publiek-private samenwerking kan de overheid zelf actief ruimte scheppen

voor vormen met een meer gemeenschappelijk eigenaarschap. Passend daarin is een ontwikkeling als die van ‘De Twentsche school’ van de Twentse schoolbesturen Symbio en Brigantijn. Onder de vleugels van een scholenbouwvereniging denken zij hun bouwconcept verder door te kunnen ontwikkelen.”

MAATSCHAPPELIJKE WINST

“Het zijn juist de coöperaties en verenigingen, die in de praktijk goed in staat blijken om voorzieningen als die voor onderwijs, zorg en kinderopvang kleinschalig te organiseren. Deze organisatievormen zijn gebaseerd op natuurlijke inspraak en houden meer rekening met de menselijke maat,” legt Paul uit. Het sluit naadloos aan bij zijn idee dat de overheid naast het delen van spullen ook coöperatieve organisatievormen voor huisvesting zou moeten willen stimuleren. “Naast de milieuwinst als gevolg van gedeeld ruimtegebruik is ook de maatschappelijke winst groot. Het is aannemelijk dat dit gaat leiden tot plekken en gelegenheden waar mensen graag komen en elkaar ontmoeten, wat weer een positief effect heeft op het voorkomen van eenzaamheid. Vormen van onderlinge zorgzaamheid die lange tijd onzichtbaar waren in de samenleving kunnen zo weer tot bloei komen. Ecologie, sociologie en economie vallen hiermee mooi samen.”

MEER INFORMATIE

Boek Paul Schenderling: Er is leven na de groei

Website over Postgroei: www.postgroei.nl

Website transitieteam: www.circulairebouweconomie.nl

Website scholenbouw Twente: www.detwentscheschool.nl

Website MFA de Beuk: www.mfadebeuk.nl

De Twentsche School - De Vonder, locatie De Horsten in Borne
Foto: Stichting
Brigantijn | Hengelo

IN DEBAT: HET BELANG VAN EEN FIJNE LEEROMGEVING

Hoofd, hart en handen; fijne plekken voor gebruikers

Een goede, fijne leeromgeving ontstaat niet vanzelf. Dat vraagt om een goed ontwerp en een integrale visie op de positie van de school in de wijk. Maar wat zijn nu precies die ‘bouwstenen’ voor een inspirerende leeromgeving? En hoe ontstaan scholen die duurzaam en natuurlijk veranderbaar zijn? Schooldomein ging hierover in debat met architecten en opdrachtgevers. Dit tijdens de boekpresentatie van het nieuwe inspiratieboek ‘Hoofd, Hart en Handen’ in Amersfoort.

In de gymzaal van vmbo-school Het Element in Amersfoort hebben op 13 februari een kleine honderd experts in scholenbouw zich verzameld voor de uitreiking van het eerste exemplaar van het nieuwe inspiratieboek van Schooldomein op het symposium Hoofd, Hart en Handen. Naast de presentatie van het boek ‘Hoofd, Hart en Handen - fijne plekken voor gebruikers’, wordt deze middag afgetrapt met een debat over het belang van fijne onderwijsplekken en de weg daarnaartoe. Op het podium Koen Janssen, directeur van Het Element, André van der Slik, architect bij De Zwarte Hond, Jolijn Valk, directeur en architect bij Urban Echoes en Yvonne van Zijl, conrector beheer & organisatie aan het Lorentz Casimir Lyceum in Eindhoven.

Het is niet toevallig dat André bij het debat is aangesloten. Hij is als architect nauw betrokken geweest bij het ontwerp van vmbo-school Het Element. Aan

hem wordt de eerste stelling voorgelegd: ‘elk goed schoolgebouw begint met nadenken over de plek’. André is het daar volmondig mee eens: “We kijken bij De Zwarte Hond altijd vanuit de stedenbouw naar de bewuste plek voor een nieuw schoolgebouw. Een school is immers meer dan een school; een goed schoolgebouw heeft betekenis voor de omgeving. Het Element is daar een mooi voorbeeld van. Deze school ligt op een bedrijventerrein. Wat de leerlingen hier leren heeft een directe verbinding met de omgeving en met de bedrijven die hier in de buurt gevestigd zijn. Die verbinding met de omgeving is heel belangrijk in het onderwijs, zeker in het vmbo en mbo. In het ontwerp kun je daarop sturen door functies toe te voegen en koppelingen te maken. Zo kunnen leerlingen die een horecaopleiding volgen in de zomer bijvoorbeeld een terras bestieren. Automotive-leerlingen kunnen een garage draaiende houden. Zo maak je vanuit de opleidingen verbindingen met de buurt.”

Tekst Ivo van der Hoeven
Het Element in Amersfoort Foto: Eva Bloem

Om tot een definitief ontwerp te komen is in Amersfoort een intensief traject gevolgd, verduidelijkt Koen: “We hebben dertig medewerkers mee laten denken over hoe het gebouw aan zou moeten sluiten op het onderwijs dat wij willen geven. We hebben daarbij het geluk gehad dat de gemeente Amersfoort het beroepsonderwijs een mooie en zichtbare plek wil geven in de stad. En dat ze daar ook budget voor beschikbaar stelt. We zijn in Amersfoort doorgecentraliseerd qua gelden. Dat geeft meer bewegingsruimte om tot mooie, inspirerende leeromgevingen te komen. En dat heeft zich hier duidelijk uitbetaald.”

Het Element legt met haar opleidingen overduidelijk die verbinding met de buurt. Dat brengt ons bij de tweede stelling: ‘een goede onderwijsvisie verbindt met de omgeving’. Die verbinding ziet architect Jolijn als een brug tussen onderwijsgebouw en omgeving. “Ik ben gefascineerd door bruggen. Een brug is een verbindende schakel tussen a en b, en tegelijkertijd een plek op zichzelf. Een plek om te verblijven en mensen te ontmoeten. Maar ook een plek die veranderlijk en onaf is. Dat is een belangrijke kwaliteit in de gebouwde omgeving en dus ook in

BESTUUR EN BELEID

scholen. Een gang is niet alleen een verbinding, maar ook een onderwijs- en verblijfsruimte. Daar kun je nisjes en hoekjes creëren waardoor leerlingen zich die plekken tijdelijk kunnen toe-eigenen. De invulling van deze vrije ruimtes of free spaces gebeurt spontaan en onbewust. Goede plekken geven ruimte en kunnen veranderen door de tijd.”

De brug tussen het onlangs opgeleverde Eindhovense Lorentz Casimir Lyceum en haar omgeving wordt vooral door de natuur gevormd, stelt Yvonne. “Onze school staat op een bijzondere plek. Het terrein is

André van der Slik: “Een echt adaptief gebouw gaat wel 100 tot 150 jaar mee.”

een uitloper van een prachtig stuk natuur. We kijken vanuit de school dan ook overal aan tegen het groen en hebben veel flora en fauna rondom het gebouw. Zo leven er dassen, marters en uilen in de directe omgeving. Dat geeft ons een prachtige kans om de verbinding tussen binnen en buiten te maken. Het terrein straalt een gewelddadige rust uit.

Foto: Amy van Leiden
Koen Janssen
Jolijn Valk
Yvonne van Zijl
André van der Slik
Foto: Esther Pasman
Foto: Esther Pasman

Jolijn Valk:

“Goede

plekken geven ruimte en kunnen veranderen door de tijd.”

Dat hebben we heel bewust in het ontwerp van de school meegenomen. Overal in de school kun je naar buiten kijken en ervaar je de natuur om de school heen. We zien niets anders dan bomen en natuur. Dat geeft rust en dat straalt af op de leerlingen in het gebouw. Het omringende terrein is inmiddels klaar en ingericht met paden en wandelpaden met overal bankjes en andere zitelementen. We zijn heel benieuwd hoe de leerlingen hier in het voorjaar gebruik van gaan maken tijdens de pauzes. We hebben zelfs een buitenruimte gerealiseerd waar docenten straks les kunnen geven.”

In Amersfoort, bij de realisatie van Het Element, lag de uitdaging vooral in het organiseren van kleinschaligheid in een groot onderwijsgebouw. Koen: “Voor rust in je gebouw is die kleinschaligheid heel belangrijk. Je wilt zicht op je leerlingen hebben, maar ze tegelijkertijd een eigen plek kunnen bieden. Wij hebben de architecten uitgedaagd om in één A4tje onze onderwijskundige visie door te vertalen naar het gebouw. Daarbij wilden we het praktijkonderwijs beneden op de werkvloer verbinden met de theorie op de eerste en tweede verdieping. De architecten van De Zwarte Hond hebben dat heel mooi doorvertaald naar onderwijs in clubhuizen.”

Lorentz Casimir Lyceum Eindhoven - Fotografie: Lucas van der Wee
Praktijk College Zuidwijk Rotterdam - Fotografie: Scagliola Brakkee

André: “In ons ontwerp hebben we het gebouw inderdaad opgebouwd uit een aantal ‘clubhuizen’. Per opleiding hebben we een clubhuis gemaakt, gekenmerkt door een eigen kleurstelling, die we verticaal hebben georganiseerd rondom de trappenhuizen. Daarmee koppelen we de theorieruimten op de verdiepingen direct aan de praktijkruimtes op de begane grond en creëren we kleinschaligheid rondom het bruisende hart van de school. Daarbij hebben we heel bewust verschillende gradaties in het gebouw aangebracht: rust, reuring en ruis. De reuring en ruis zijn te vinden in de centrale hal en op de tribunetrap. De rust vinden leerlingen op allerlei intieme plekken in het gebouw waar ze zich even terug kunnen trekken. Zo kunnen jongeren die van de basisschool komen langzaam wennen aan hun nieuwe school en is er ruimte voor alle leerlingen, de introverte en de extraverte leerlingen.”

Het Lorentz Casimir Lyceum heeft in tegenstelling tot Het Element nog een redelijk klassieke indeling.

Yvonne: “Het Lorentz is een vrij klassieke school met leslokalen. Wel is ons onderwijs geclusterd vanuit verschillende vakdomeinen. Door het gebouw heen, en verspreid over de verschillende domeinen, hebben we veel verschillende werkplekken waar leerlingen individueel of in projectvorm kunnen werken.”

BESTUUR EN BELEID

Koen Janssen: “Voor rust in je gebouw is kleinschaligheid heel belangrijk.”

Scholen zoals het Lorentz worden nog voornamelijk ontworpen op het programma van eisen van de eerste groep gebruikers. Dat brengt ons bij de derde stelling: ‘we hebben te lang alleen maar functioneel naar de scholenopgave gekeken’. Dat is zeker waar, vindt Jolijn. “We moeten veel meer rekening houden met het gebruik in de toekomst. Maar dat is best lastig. We weten immers nog maar weinig over die toekomst. Het is daarom zaak om goed na te denken over ruimtegebruik in schoolgebouwen. Die ruimte moet dienend zijn aan verschillende invullingen. Het kan daarom verstandig zijn om die ruimte niet helemaal af te maken en plekken te creëren die tijdelijk ingevuld kunnen worden. Plekken die kunnen meebewegen met veranderingen in de tijd en veranderende visies op onderwijs.”

André sluit zich hierbij aan. “We moeten gebouwen ontwerpen die na 30 of 40 jaar leeg geveegd kunnen worden. Het casco blijft dan staan, maar krijgt een andere invulling met een nieuwe inbouw en nieuwe installaties. Zo hebben we ook Het Element ontworpen. In dit schoolgebouw kan over enkele decennia ook een andere functie worden ingepast. Vanuit De Zwarte Hond kijken we zo naar duurzame bouw. We ontwerpen heel bewust robuuste gebouwen waar je alle kanten mee op kunt. Dan heb je echt adaptieve gebouwen die misschien wel 100 of 150 jaar meegaan.” Zijn reactie krijgt bijval uit het publiek. Een goed architectonisch ontwerp vormt daarmee indirect een voorwaarde voor toekomstig hergebruik. Dat vraagt om gebouwen te ontwerpen die altijd aantrekkelijk blijven.

‘Gemeenten moeten meer integraal naar de huisvestingsopgave kijken’. André: “Die integrale visie is heel belangrijk. Maar als we adaptieve gebouwen willen realiseren, dan moeten deze gebouwen wel een bepaalde overmaat hebben. Gemeenten moeten

vlnr: Yvonne van Zijl, Koen Janssen, André van der Slik, Adnan Tekin, Sibo Arbeek en Jolijn Valk
Foto: Esther Pasman

bereid zijn om hier budget voor beschikbaar te stellen.” Daar ligt nog een behoorlijke uitdaging, denkt Koen. “De budgetten zijn over het algemeen niet ruim. Dan kun je in de onderliggende visie wel vastleggen dat je intensiever wilt samenwerken met zorg- en welzijnsinstellingen zoals bijvoorbeeld de GGZ. Je kunt aangeven dat hier speciale behandelruimtes voor ingetekend moeten worden. Maar als je daar vervolgens de financiën niet voor krijgt, dan blijft het bij goede intenties. Dan blijft het bij een utopische gedachte.”

Toch ziet Jolijn wel kansen voor een meer integrale aanpak en meervoudig gebruik van ruimten bij de realisatie van onderwijsgebouwen. Zo was zij met Urban Echoes de architect van basisschool en kinderopvang De Knotwilg in Amsterdam. “Deze school is tot stand gekomen in zeer goede samenwerking met stadsdeel Zuidoost. Hier is juist heel bewust wél in overmaat geïnvesteerd. Dat zit zowel in de tussenruimtes, de free spaces, als in het dubbel ruimtegebruik van onderwijsruimtes. Bij het ontwerpen van die tussenruimtes is bovendien niet alles tot op de lijn gedefinieerd. Er is daardoor een bepaalde vrijheid in het gebruik van deze ruimtes. De school is hierdoor constant in beweging en heeft een belangrijke functie in de buurt. Zo worden de kas op het dak van de school en de gymzaal ook door de buurtbewoners gebruikt. De opdrachtgevers en het stadsdeel hebben deze extra’s doelbewust in de bekostiging meegenomen. Daardoor hebben we meer vierkante meters kunnen maken en een breder gedragen en flexibeler gebouw kunnen realiseren. Dat werkt heel goed op deze plek, en dat is een direct

Yvonne van Zijl: “De verbinding tussen binnen en buiten is heel belangrijk bij het Lorentz.”

gevolg van die integrale visie vanuit de gemeente én de opdrachtgever in het ontwerpproces.

Het kan dus wel.”

Het Inspiratieboek ‘Hoofd, Hart en Handen - Fijne plekken voor gebruikers’ is hier te bestellen:

Eerste exemplaren van het gloednieuwe overzichtswerk ‘Hoofd, Hart en Handenfijne plekken voor gebruikers’ zijn tijdens het symposium aangeboden aan de voorzitter van de MBO-Raad Adnan Tekin en de deelnemers aan het debat.

Het inspiratieboek is de vierde in een reeks en voorziet in een boeiend overzicht van de staat van de Nederlandse scholenbouw, dat wil zeggen:

• 320 pagina’s vol inspiratie voor toekomstige opdrachtgevers, bestuurders en alle partners in de branche

• 60 actuele projecten met fijne plekken voor gebruikers

• Mooie teksten, foto’s en plattegronden

• Visionairs met opinies en inspirerende vergezichten

• Pakkende inleidingen, projectgegevens en facts and figures.

U kunt het boek bestellen via de QR-code.

Gilde Vakcollege Techniek Gorinchem - Beeld: De Zwarte Hond

SAMEN LEREN INNOVEREN

Subsidieregeling stimuleert innovatie

In mei opent de aanvraagperiode voor deelname aan het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting.

Deelnemende bouwprojecten ontvangen vanuit een subsidieregeling van het ministerie van OCW extra budget, bedoeld om product- en procesinnovatie in scholenbouw te stimuleren. Deze eerste tranche is er een bedrag van ruim 96 miljoen euro beschikbaar voor bouwprojecten in het primair en voortgezet onderwijs.

In het najaar starten de eerste 28 van 132 projecten die de komende jaren gaan deelnemen aan het Innovatieprogramma. Schoolbesturen die willen deelnemen kunnen dit voorjaar een subsidieaanvraag indienen. Programmabureau Kenniscentrum Ruimte-OK biedt uitgebreide ondersteuning bij de voorbereiding op de aanvraag. Zoals bij het maken van een keuze voor één van de drie leerlabs van het innovatieprogramma. In deze leerlabs werken diverse partijen, vaak gebundeld, samen aan een specifieke innovatievraag over onderwijshuisvesting. De opgedane kennis en bewezen effectieve innovaties komen vervolgens als standaarden voor iedereen beschikbaar.

AANVRAAGPERIODE SUBSIDIE

Via de subsidieregeling ontvangen aan het Innovatieprogramma deelnemende bouwprojecten een financiële bijdrage voor bouw- en innovatieactiviteiten die niet binnen reguliere bekostiging van de gemeente vallen. Schoolbesturen kunnen vanaf 1 mei 2025 tot en met 30 juni 2025 een aanvraag indienen bij het subsidieloket van DUS-I. Na sluiting volgt een loting en beoordeling van de aanvragen. Na toekenning van deelname wordt in september 2025 gestart met de leerlabs.

SAMEN BOUWEN AAN BETERE SCHOLEN

Om schoolbesturen te helpen met hun huisvestingsopgave startte het ministerie van OCW eerder al met het Programma Onderwijshuisvesting. Hierin staat het samen leren bouwen en standaardiseren centraal. Het programma faciliteert, ondersteunt en stimuleert schoolbesturen en gemeenten in samenwerking met de markt om meer integraal en programmatisch te werk te gaan bij de opgaves rond de onderwijshuisvesting. Beide programma’s onderstrepen het belang van samen leren en goed samenwerken.

VOORBEREIDING OP VERSNELLING

Met het ontwikkelen van een integrale en samenhangende aanpak vanuit beide programma’s wordt de sector voorbereid op een versnelling en kwalitatieve verbetering van de (verouderde) huisvestingsvoorraad. “Met deze regeling kunnen we samen met gemeenten en andere partners werken aan toekomstbestendige leeromgevingen. Het geeft scholen de kans om concrete stappen te zetten richting betere onderwijshuisvesting en tegelijkertijd te experimenteren met oplossingen die breed toepasbaar zijn,” aldus Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad.

Het Innovatieprogramma is mogelijk gemaakt met middelen vanuit het Nationaal Groeifonds. Meer informatie: www.ipohv.nl.

“Ben jij straks één van de 28? Check hoe je meedoet op www.ipohv.nl”
Kindcentrum Zuiderkroon in Hoogezand
Foto: Eva Bloem

MEER DAN EEN

SCHOOL

MFC Dodewaard: een plek voor jong en oud

Wat doe je als het dorpshuis na 70 jaar aan vervanging toe is? Dan bouw je een nieuw dorpshuis. Of je kan de gelegenheid aangrijpen om een multifunctioneel centrum te bouwen, waarin behalve het dorpshuis, (sport)verenigingen, zorgvoorzieningen, een bibliotheek en kinderopvang ook twee basisscholen onderdak krijgen – dat laatste doet de gemeente Neder-Betuwe in het dorp Dodewaard.

Een mooi streven: een plek waar jong en oud samenkomen, waar het dorpsgevoel wordt versterkt. Maar hoe krijg je al die partijen op één lijn? Peter Sluijs is als regisseur vanuit de gemeente sinds 2021 betrokken bij het project.

Hij omschrijft zo’n proces als een zandloper: “De diverse partijen groeien in zo’n proces steeds meer naar elkaar toe – in het midden van de ‘zandloper’ komen ze echt samen. De uitdaging is vervolgens om de onderste helft van de zandloper zo smal mogelijk te houden.”

METERS MAKEN

We beginnen bij de bovenkant van de zandloper. De gemeenteraad van Neder-Betuwe wilde een nieuw dorpshuis laten bouwen voor Dodewaard. Omdat budgetten in een kleiner dorp niet oneindig zijn, werd al snel de gelegenheid te baat genomen om verschillende faciliteiten onder één dak te brengen: een multifunctioneel centrum (MFC).

bbn adviseurs werd als projectmanager bij het project betrokken om binnen de kaders van het Programma van Eisen het ontwerptraject op te starten en te begeleiden naar een passend ontwerp. “Het was een mooie uitdaging om te kijken hoe we zo veel mogelijk ‘dubbel’ gebruik konden maken van de beschikbare meters”, vertelt Pierre van der Linden, die het project vanuit bbn begeleidt. “Na verschillende sessies met ontwerpteam en gebruikers is een situatie gecreëerd waarin diverse ruimtes multifunctioneel kunnen worden ingezet.”

VERSCHILLENDE ZONES

Om het gebouw zo multifunctioneel mogelijk in te kunnen zetten, wordt het gebouw ingedeeld in verschillende zones met afwijkende openingstijden. De centrale keuken is het ene moment beschikbaar

“Uitgedaagd om ‘dubbel’ gebruik te maken van de beschikbare meters”

voor de voetbalkantine, terwijl op andere momenten een van de twee scholen gebruik maakt van deze ruimte, of er worden maaltijden bereid voor ouderen. Ook de bibliotheek heeft een ontmoetingsfunctie voor het dorp, maar is ook beschikbaar voor de scholen in het gebouw.

“Je hebt dus te maken met verschillende looproutes en openingstijden in het gebouw”, licht Pierre toe. “Dan moet je kijken naar waar de juiste scheiding ligt tussen de gebruiksdelen, en hoe dat zich dan verhoudt tot de benodigde brandscheidingen en constructie. Daarbij is het van belang om iedereen op één lijn te krijgen. Om als inhoudelijk projectmanager iedereen aan boord te houden zit ik één dag in de week op het gemeentehuis. Dit helpt als er concessies gedaan moeten worden.”

DE NEUZEN DEZELFDE KANT OP

In de verschillende fases van het traject is het zaak om de neuzen zo veel mogelijk dezelfde kant op te laten wijzen. “In het begin gaat dat bijna vanzelf –iedereen op beleidsniveau staat achter het project en wil ervoor gaan”, vertelt Peter. “Maar naarmate je meer de details in gaat, moet je meer gaan puzzelen.”

Zo was het aanvankelijk de bedoeling om één lerarenkamer te hebben voor de beide scholen, maar uiteindelijk heeft elke school toch z’n eigen lerarenkamer gekregen – maar wel met elkaar verbonden door een deur. En wanneer bij het naderen van de beheerfase de gebruiker steeds meer in beeld komt, komen nieuwe uitdagingen om de hoek kijken. “Soms wenst een specifieke gebruiker misschien toch een extra panelenwand – dan moet je goed kijken of dat in het gebouw past en ook aansluit op de behoeften van de andere gebruikers”, vult Pierre aan. Bbn heeft ook het beheerplan en de daarbij horende exploitatieberekeningen opgesteld. Bij een gebouw met zoveel verschillende functies is het van belang om hier in een vroeg stadium van het ontwerptraject mee aan de slag te gaan.

MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM VOOR JONG EN OUD “Dat de diverse betrokken partijen op verschillende tempo’s werken, vormt wel een uitdaging”, zegt Peter. “Mensen van de school begrijpen dat je eerst een Programma van Eisen moet maken, terwijl de dorpshuisstichting het liefst zo snel mogelijk de eerste paal wil slaan.”

Uiteindelijk is het gelukt de zandloper onderin smal te houden. Peter: “Behalve dat een multifunctioneel centrum veel voordeliger is dan verschillende losse gebouwen, heb je ook minder leegstand en meer reuring in je dorp. Zo heeft Dodewaard straks een plek waar dorpelingen van jong tot oud elkaar kunnen ontmoeten, sporten of een boek lezen. Veel meer dan alleen een school of dorpshuis dus.”

Inmiddels is een aannemer, uit het dorp zelf, gecontracteerd op basis van de door bbn opgestelde ontwerpteam- en realisatieovereenkomst. Momenteel wordt door architect en adviseurs, samen met de gecontracteerde aannemer en installateur, de bouw voorbereid. Het streven is om halverwege 2025 te kunnen starten met de uitvoering, zodat het MFC medio 2026 kan worden opgeleverd. Gedurende het proces blijft bbn de bouw begeleiden en communicatie faciliteren met de toekomstige gebruikers van het MFC.

Kijk voor meer informatie op www.bbn.nl.

VRIJHEID IN VERBONDENHEID

Omarmende nieuwbouw de Verwondering

De Verwondering verrast door zijn natuurlijke uitstraling en vormgeving, waarbij het gebouw onderdeel is van de bomenrijke omgeving en aan de achterzijde aan een water grenst. Het mooie is dat het gebouw naadloos aansluit bij de visie van de school, waarbij verwondering centraal staat.

Het nieuwe paviljoen van basisschool

PROJECTINFORMATIE

Project Nieuwbouw BS De Verwondering

Monnickendam

Opdrachtgever

Esprit Scholen

Architect

BRTArchitecten

Aannemer

Aannemersbedrijf J.M. Putter

Volume

796 m²

Ingebruikname

Januari 2024

De Verwondering ligt op het scholeneiland aan de Avegaar in Monnickendam. Een bijzonder project, dus ging Schooldomein in gesprek met directeur Jutka Colson en architect Erik van Wel van BRTArchitecten. Jutka: “Ik begon hier toen het programma van eisen er al lag. Mijn voorganger Tijl Rood bedacht een school waar op een andere manier les gegeven zou worden. Hij wilde af van de traditionele indeling in lokalen en vooral ruimte geven voor verwondering. We begonnen meer dan tien jaar geleden in een oud, aftands gebouw, maar wel met veel passie. Dit nieuwe gebouw is voor 118 leerlingen neergezet, maar ik denk dat we verder gaan groeien, ook omdat er in Monnickendam een nieuwe wijk wordt gebouwd. Daarnaast hebben we betrokken ouders, die vaak specifiek voor deze school kiezen. Dat heeft zeker ook met onze pedagogische visie te maken, waarbij we kinderen uitdagen en iets mee willen geven. Onze kernwaarden zie en voel je terug in de manier waarop we op school met elkaar omgaan. We staan voor de brede ontwikkeling van onze kinderen: hoofd, hart en handen. Gepersonaliseerd leren houdt voor ons in dat we ieder kind als uniek zien en inspelen op de behoeften en persoonlijkheid van het kind. Hiermee creëren we een omgeving waarin warmte

bovenaan staat. Binnen deze warme omgeving geven we kinderen de ruimte om eigen interesses en talenten te ontdekken en eigen keuzes te maken. Met behulp van ons thematisch onderwijs halen we de samenleving buiten de schoolmuren naar binnen. We werken vakge ï ntegreerd: lezen, taal, burgerschap, wereldori ë ntatie en creatieve vorming maken hier onderdeel van uit. We zien De Verwondering als miniatuur samenleving; de school is een oefenplaats voor de buitenwereld.”

MODULAIRE PLATTEGROND

Het gebouw heeft een open modulaire plattegrond, waar de vijf stamgroepen een eigen basis hebben. Aan de entree ligt de grote open keuken, met daarachter het speellokaal. Jutka: “Links ligt het onderbouwplein en aan de rechterkant het bovenbouwplein, met daar omheen ruimten voor instructie en zelfstandig werken. In de onderbouw hebben kinderen de vrijheid om te spelen, terwijl de kinderen in de bovenbouw zelf bepalen hoe ze de ruimte gebruiken.”

TASTBARE RUIMTE

“Ik heb veel scholen gemaakt, maar de naam van deze school dekt echt de lading”, reageert Erik. “Ik heb me in dit ontwerp dan ook laten leiden door het thema verwondering. Dierbare woorden is een boek waarin het woord ‘verwonderen’ gaat over

Tekst Sibo Arbeek

het loskomen van de situatie. In het wonderlijke verliezen we even de greep op de wereld; dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer je naar buiten kijkt en even wegdroomt, een mooi gesprek voert of een fijn boek leest. Door het loskomen groei je verder. Dat gevoel hebben we geprobeerd in een gebouw te vertalen, dat naadloos aansluit op de groene omgeving. Vorm en materialisatie komen voort uit de plek.

“Niet alleen ‘wat is dat mooi gedaan’, maar voelen dat het veilig en geborgen is; dat is voor kinderen het allerbelangrijkste”

Dat komt ook terug in de houten gevel met de grote beschutte luifel, die zon tegenhoudt en tegelijk beschutting biedt. Je ervaart het ook in de grote leertuinen met openingen richting groen en water, met plekken om ook buiten activiteiten te organiseren. We hebben naast het vele licht en hout ook voor de kleur oudroze binnen gekozen. Het zijn kleurtonen die je omarmen, het roze geeft een warme gloed aan het gebouw, waardoor je je sneller geborgen voelt. De plafonds zijn niet wit, maar grijs, omdat een wit plafond wat meer afstand creëert. Het past bij de schaal van de kinderen. Daarnaast zie je veel schuin oplopende lijnen, zodat de muren doorbroken worden en het gebouw voor kinderen een aangename schaal krijgt.”

RUIMTELIJK KADER

“Het bestuur wist niet of de school zou groeien of krimpen”, vertelt Erik, “dus hebben we een houten gebouw in een demontabel en herbruikbaar bouwsysteem gemaakt . Door de schuine dakranden over te steken oogt het gebouw organisch, maar als je naar de plattegrond kijkt is het heel gestructureerd. In feite heb ik ruimte vanuit een strak plan gecreëerd, want binnenin is het een open en avontuurlijk gebouw. Het is in vele opzichten een gebouw, dat de nieuwsgierigheid prikkelt en verwondering stimuleert, ook door de natuurlijke overgang tussen binnen en buiten. Het terrein rond de school is ingericht als groenzone met plekken voor sport en spel. Het is zo goed als energieneutraal en maakt gebruik van een geothermische warmtepomp.” “Vrijheid in verbondenheid”, reageert Jutka. “Dat vind ik een mooi thema, dat bij onze visie past. Ruimte ontstaat juist als je voldoende kaders geeft. Het is een open gebouw, met afspraken, anders kun je niet met elkaar leven. Het gebouw past ons. Het team smachtte naar een gebouw waarin de visie tot zijn recht kon komen. Omdat het gebouw zo licht is werken leerkrachten meer samen en voelen kinderen zich gezien. Je voelt het als je binnenkomt. Niet alleen ‘wat is dat mooi gedaan’, maar voelen dat het veilig en geborgen is. Dat is voor kinderen het allerbelangrijkste.”

Kijk voor meer informatie op www.brta.nl.

Jutka Colson en Erik van Wel

EEN ITALIAANS BERGDORP ALS REFERENTIE

Nieuwbouw Hogeschool Inholland overtuigt

Wat stel je je voor bij een Italiaans bergdorp? Meanderende trappen, mooie terrassen met winkeltjes en cafés en natuurlijk overal prachtige vergezichten. Het gevoel van ruimtelijkheid gekoppeld aan de intimiteit van besloten plekken. Precies dat biedt het nieuwe gebouw van Hogeschool Inholland.

Tekst Sibo Arbeek Fotografie Lucas

De Sluisbuurt is een compleet nieuwe wijk aan het IJ in Amsterdam, met een divers en hoogstedelijk programma en Inholland als één van de eerste gebouwen in gebruik. Directeur facilitaire zaken en vastgoed Monique Koelewijn, de architecten Ronald Schleurholts en Martin van Toorn van architectenbureau cepezed en projectmanager Alfred Bakker van ICSadviseurs blikken samen terug op het proces. Monique: “Het was al tientallen jaren de wens van Inholland om alle locaties in Amsterdam en Diemen op één plek te hebben. Lange tijd was het plan op de campus van de VU ruimte te huren, maar dat lukte uiteindelijk toch niet. Toen we in 2016 besloten om samen met de gemeente Amsterdam een eigen plek te zoeken, had de gemeente deze locatie in de aanbieding, als onderdeel van de ontwikkeling van de Sluisbuurt. Het blijkt een perfecte locatie te zijn. We hebben in dit nieuwe gebouw een veel sterker Inholland-gevoel dan voorheen op verschillende locaties. We staan in het hart van de nieuwe wijk, er komt een waterplein voor onze deur en we hebben een panoramisch uitzicht op het AmsterdamRijnkanaal. Voor studenten is het ook een goed bereikbare plek; tram 26 stopt hier om de vier

minuten, er zijn extra buslijnen ingezet en de nieuwe pontverbinding ligt op loopafstand.”

DYNAMISCHE GEVEL

Ronald knikt: “De kunst was om een stoer gebouw te maken dat iets doet met de wijk, ook op straatniveau. Met de flexibel in te richten structuur en het strakke maatsysteem waar we op uitkwamen, faciliteert het gebouw het inhoudelijk programma en past het in de stedenbouwkundige context. De routing en dynamiek van de school zijn aan de buitenzijde afleesbaar.”

De gemeente stelde hoge eisen aan duurzaamheid omdat het een hoogbouwwijk wordt met een hoge dichtheid, zo zijn er bijvoorbeeld strikte regels voor groene daken en waterretentie. Daarnaast wilde de gemeente dat de ruimte voor de school levendig zou zijn. Ronald: “De uitdaging was om de binnenwereld met de openbare ruimte te verbinden. Het is een diep vierkant kavel, dus moest je de logistiek en routing combineren met voldoende daglicht. Publieke functies op de begane grond bestendigen de relatie met de buurt. Op de hoek links aan het plein is een filiaal van de openbare bibliotheek Amsterdam gevestigd, OBA NEXT, op de hoek rechts komt een koffiecafé. De parkeergarage is voorbereid op dubbelgebruik.”

PROJECTINFORMATIE

Project

Nieuwbouw Hogeschool Inholland

Locatie

Sluiseiland, Amsterdam

Opdrachtgever

Inholland

Architect

cepezed

Projectmanager

ICSadviseurs

Vast meubilair

cepezed

Interieurarchitect

cepezedinterieur (vaste inrichting inclusief trap, kleur, verlichting, afwerking wanden, vloeren, plafonds)

Ontwerp losse inrichting en vaste inrichting speciale ruimtes

ZENBER, cepezedinterieur, ZENBER (doos in doos)

Los meubilair

Ahrend

Aannemer

Bouwcombinatie Homij - Visser & Smit Bouw

Landschapsontwerp

Delva Landscape Architects

Constructie

IMD Raadgevende ingenieurs

Installaties

Galjema Technisch Adviesbureau

Bouwfysica

LBP|SIGHT

Volume

30.000 m²

Ingebruikname

Augustus 2024

ONDERWIJS VAN DE TOEKOMST

Voordat het ontwerpteam werd geselecteerd stelde ICSadviseurs met de gebruikers een ruimtelijk programma van eisen op. Monique: “Daarbij hebben we iedereen uitgedaagd te dromen, dus niet vertellen wat je nu doet, maar wel hoe je denkt dat het onderwijs er over tien, vijftien jaar uitziet. We hebben ook bij andere hogescholen gekeken. Het traditioneel lesgeven in een lokaal met alleen maar zenden is niet meer van deze tijd. Je ziet dat studenten selectiever worden in waarom en wanneer ze naar school komen. Onze uitdaging is om het onderwijs goed te programmeren. We werken veel met blokroosters, waarbij we in blokken van twee of vier uur programmeren. Die wens kwam ook uit de studentevaluaties – als de reistijd langer is dan de lestijd komen ze niet meer. We merken nu al dat de bezetting hoger is dan eerder het geval was. Het is fascinerend om te zien dat er op vrijdagmiddag nog groepen studenten zitten. Samenwerken gaat nu meer vanzelf. En het gebouw leent zich met al die verschillende ruimtes voor het organiseren van kleine en grote onderwijs- of vak-evenementen.”

STERKE PROJECTORGANISATIE

Zo’n complex project vraagt om een sterke projectorganisatie. Alfred: “Ik heb als projectleider de ontwerp- en uitvoeringsfase begeleid, waaronder de selectie van cepezed als architect. “Het was een goede uitvraag”, vindt Ronald. “We werden uitgedaagd om mee te denken over een aantal onderwerpen. Zo moest het een adaptief gebouw worden, dat mee kan veranderen met toekomstig gebruik. We hebben gezocht naar een structuur

die op alle niveaus veranderend gebruik aankan. We werkten voortdurend op twee sporen: voldoen aan de stedenbouwkundige uitgangspunten en een programma mogelijk maken dat in zichzelf aantrekkelijk en toch adaptief is. Daarom bevinden gemeenschappelijke functies zich bijvoorbeeld op ankerpunten in het gebouw in plaats van op een centrale plek.”

“Vóór de aanbesteding van een aannemer hebben we verschillende bouwvormen naast elkaar gezet”, legt Alfred uit. “Traditioneel aanbesteden vonden we geen optie, omdat je dan gelijk in discussies over het bestek kunt verzanden. Rond 2020 was de markt overspannen, wat het lastig maakte om goede partijen met een goede prijs te vinden. We kozen uiteindelijk voor een bouwteam, omdat de aannemer dan tijd heeft om goede partijen te selecteren en we bovendien in de realisatiefase de focus kunnen leggen op kwaliteit in plaats van op geld.”

DORP OP ZICH

Een gebouw van 30 duizend vierkante meter vloeroppervlak, bestemd voor zevenduizend studenten, is een dorp op zich. Martin knikt: “Dat was precies de insteek van het ontwerp. Net als in een Italiaans bergdorp meandert een route met trappen via het atrium, tot aan de negende en hoogste verdieping, omhoog door het gebouw. Aan deze route zijn alle ‘adressen’ van de onderwijsdomeinen te vinden. Op de verdiepingen hebben we een dubbele routing bedacht: de binnenring is druk, door veel activiteiten, terwijl de buitenschil de rust biedt van de eigen opleiding. De hoofdroute begint in een grote hal bij de entree en loopt over in een brede trap van

vlnr Martin van Toorn, Ronald Schleurholts, Monique Koelewijn en Alfred Bakker

VISIE EN ONTWERP

zwart staal, met geïntegreerde plantenbakken en fijne plekken om te zitten. De trap is een object op zich, in nauwe samenwerking ontworpen door cepezedinterieur.”

“Het ordenende principe van een dynamische hoofdroute en rustige eigen afdelingen brengt rust en biedt mogelijkheden voor allerlei gebruik”, legt Martin uit. “De ‘adressen’ onderweg variëren van knusse zithoeken, werkplekken, en coffee-corners tot onderwijsafdelingen en een groot dakterras. Niet alleen de hoofdroute wordt gemarkeerd door planten, er is ook een plantenwand en er zijn groendaken. We hebben het restaurant op de eerste verdieping geplaatst, en de labs en collegezalen beneden. Op de derde verdieping hebben we een mooi buitenterras gemaakt.”

COMBINATIE KLEURVLAKKEN

Martin vindt het een stoer gebouw door de toepassing van staal, kleurcontrasten, hout en groentonen. Heldere basisvolumes van glas en donkere stroken bewaren de eenheid. “Omdat de lagere daken grotendeels groendaken zijn en ingericht voor de opvang van water, hadden we daar beperkte ruimte voor pvpanelen”, licht hij het gevelontwerp toe. “Ook de gevels zijn daarom benut om zonne-energie op te vangen. We hebben dit ‘architectonisch’ opgelost door te kiezen voor drie kleuren pv-panelen en verschillende configuraties, die de bouwvolumes benadrukken – mat en sjiek, in de kleuren blauw, brons en antraciet. Achter deze in de gevel geïntegreerde pv-panelen zitten te openen geveldelen.”

Die combinatie van kleurvlakken maakt dat het gebouw bij veranderend zonlicht steeds anders toont.

“De kunst was om een stoer gebouw te maken dat iets doet met de wijk, ook op straatniveau. Het inhoudelijk programma van Inholland is gecombineerd met een bibliotheekfiliaal en een koffiecafé”

En door de vele pv-panelen is het gebouw bijna energieneutraal. Een ander duurzaamheidsaspect is de flexibiliteit van het ontwerp: verandert de ruimtevraag door gewijzigde onderwijsconcepten of studentenaantallen, dan biedt het modulaire wandsysteem uitkomst.

Monique ten slotte: “Ik ben blij met het gebouw en merk elke dag weer dat het goed werkt. Je ziet in dit gebouw de tijdgeest van nu: het is een breed uitwaaierend onderwijslandschap met veel luie trappen. Het is een echte ‘sticky campus’ geworden. Ik kijk terug op een goed proces, waarin we constructief hebben samengewerkt.” Ronald en Alfred reageren: “Dat komt ook omdat er een doortastende opdrachtgever was en Monique het hele proces aanwezig was. Betrokken eigenaarschap maakt veel uit in zo’n uitdagend proces.”

Kijk voor meer informatie op www.cepezed.nl of www.icsadviseurs.nl.

Groene campus met bruisend hart

Belangrijke doelen voor de nieuwe Hogeschool Inholland in Amsterdam waren een open, verbonden en duurzame leeromgeving, met ruimte voor samenwerking en ontmoeting. ZENBER Architecten versterkte de architectuur van cepezed met een spectaculair interieurconcept, gebaseerd op een aantal pijlers.

Het gebouw is gebaseerd op een U-vormig concept met een ruim atrium en een organiserende centrale route. Deze route verbindt alle verdiepingen en functies, waarbij de gebruiker start bij de entree en eindigt bij de daktuin op de derde verdieping. De route is ook verbonden met een stadsbalkon dat prachtig uitkijkt over het water van Amsterdam. Het ontwerp biedt een logische oriëntatie, overzichtelijke organisatie en versterkt de verbinding tussen binnen- en buitenruimtes. In de nieuwe entreezone is ruimte voor ontvangst, ontmoeting, evenementen en restauratieve faciliteiten. Iedereen werkt en leert door de hele campus, waardoor onderwijs- en werkruimte in elkaar overlopen en multifunctioneel en flexibel zijn. ZENBER ontwierp het interieur en sloot perfect aan op het architectonische concept. Eric Wezenberg en Ingrid Heijne van ZENBER lichten hun werk toe.

ARCHITECTUUR VERSTERKEN

“Samen met Ingrid en Ronald Schleurholts van cepezed liepen we door het gebouw”, vertelt Eric. “Wat voor ideeën hebben jullie over de inrichting”,

vroeg Ronald, lichtelijk ongerust. “We willen de architectuur versterken, maar tegelijk het gebouw verbinden met de gebruikers en aantrekkelijke plekken maken”, antwoordde Eric. “Je bent continue aan het balanceren tussen het spectaculaire uitzicht over het IJ en het besef dat het een gebouw voor mensen is. Aan de ene kant wil je die grandeur versterken, maar je wilt tegelijk fijne plekken maken. Dat hebben we met een aantal ingrediënten gedaan; door boxen te maken, die soms wat disruptief zijn. Die gaan een spannende dialoog met de grootsheid van het gebouw aan, maar creëren tegelijk menselijke plekken waar activiteiten plaatsvinden, zoals een expositieruimte, een coffee corner of een plek om te gamen. De grote akoestische kroonluchters doen ook iets met de ruimte. Wij hebben het gedurfd om iets groots in een grote ruimte te hangen en door iets aan die ruimte toe te voegen wordt de ruimtelijkheid juist bevestigd en krijgt het prachtige schouwspel naar buiten extra kwaliteit. Je kijkt als het ware door de kroonluchters en het lijnenspel van de lamellen en gaat een mooie dialoog aan met het spel van de balustrades en de schaduwlijnen op het plafond. Het effect is dat het interieur door het gebouw danst.”

Tekst: Sibo Arbeek Fotografie: ZENBER Architecten

De vier pijlers:

1. Kleuraccenten:

Warme kleuren (oker en terra) zijn gebruikt in livingspaces, terwijl koele kleuren (olijf en azuur) de studielandschappen definiëren. Deze kleurzones zorgen voor oriëntatie en versterken de functionaliteit van de ruimtes.

2. Functionele boxen:

Drie opvallende boxen (Foodbox, Expobox en Gamebox) voegen een speels en herkenbaar element toe aan het atrium. Ze bieden duidelijke functiezones en ondersteunen de navigatie door het gebouw.

3. Kroonluchters:

Grote kroonluchters, gemaakt van gerecycled petfelt, fungeren als akoestische en visuele eyecatchers. Ze brengen sfeer in de hoge ruimtes en versterken de menselijke schaal.

4. Frames en folies:

In de studielandschappen zorgen kleurrijke folies met Amsterdamse patronen en frames voor afgebakende studiezones. Deze frames bieden doorkijkjes, brainstorm mogelijkheden en een prettige sfeer.

MENSELIJKE SCHAAL

PROJECTINFORMATIE

Interieur

ZENBER Architecten

Team ZENBER

Eric Wezenberg, Ingrid Heijne, Carlien den Uijl, Giusy Mazzarella

Interieurbouwer

Brandsing Meubelmakers en Sant interiors

Eric verder: “Sommige dingen doen we heel rationeel en soms laat je als ontwerper het gevoel spreken om de verbinding te maken met de eindgebruikers. Dan gaat het over het samenspel van beleving, routing en plekken waar je verrast wordt. De kleurrijke accenten, functionele boxen, kroonluchters en groene frames geven het interieur een menselijke schaal en duidelijke structuur. Deze elementen verbeteren niet alleen de functionaliteit, maar maken de grote ruimtes uitnodigend en herkenbaar.”

Ingrid knikt: “Het gebouw is zo groot. Het is als een soort dorp, waar ook weer gebouwen in staan. Als je binnenkomt heb je gelijk overzicht. Die verschillende schalen en grote gebaren zorgen ook weer voor een menselijke maat. Dat hebben we op de verschillende niveaus tot het meubilair aan toe als uitgangspunt genomen. Het groen loopt van buiten naar binnen en via de trappen omhoog. Wij hebben dat versterkt

op de plekken en leerlandschappen, zodat het daar ook terugkomt. Zo ontstaan ruimtes en plekken waarin studenten kunnen leren, werken en elkaar ontmoeten, waarbij de interactie belangrijk is. De verschillende ingrediënten dragen bij aan een nieuwe manier van leren en werken. Veel meer projectmatig, waarbij de studie- en leerlandschappen het onderwijs faciliteren. Door whiteboards te koppelen aan de groene frames ontstaan bijvoorbeeld nieuwe plekken in de ruimte. Die elementen organiseren

“Kleurrijke accenten, functionele boxen, kroonluchters en frames geven het interieur een menselijke schaal en duidelijke structuur”

de ruimte en laten tegelijk ruimte open. Je ziet de meest wonderlijke opstellingen die docenten en studenten maken om het onderwijs vorm te geven, die de schoonmakers ‘s avonds weer terug zetten. Die vrijheid en flexibiliteit wordt als een kwaliteit gezien. Het hedendaagse onderwijs vraagt om iets dat aanpasbaar is. Dat heeft met de verschillende vormen te maken hoe we met elkaar leren en werken.”

GROEN ALS VERBINDEND ELEMENT

Ingrid: “De groene elementen, zoals planten en moswanden, zijn strategisch geplaatst in het gebouw. Deze vergroening begeleidt de centrale route en verbindt binnenruimtes met de buitenwereld. Bij het ontwerp is 95% van het bestaande meubilair opnieuw gebruikt, zorgvuldig gesorteerd op kleur en aangevuld met nieuw meubilair waar nodig. Duurzaamheid is ook belangrijk in de materiaalkeuze. De krukken in de livingspaces zijn bijvoorbeeld vervaardigd uit gerecycled kunststof, van oude huishoudonderdelen en industrieel afval. Ook de losse beplanting is 100% hergebruikt groen. Deze komen van andere locaties, zijn zorgvuldig gesorteerd en in het gebouw op de juiste daglichtomstandigheden geplaatst. Dit duurzame hergebruik draagt bij aan de circulaire ambities van Inholland en creëert een harmonieuze inrichting.”

Kijk voor meer informatie op www.zenber.nl

Kort nieuws

Nieuw kinderbestuur

Onderwijsmuseum

De afgelopen zes maanden hebben vijf enthousiaste kinderen zich vol ingezet om mee te denken over de activiteiten en toekomst van het Nationaal Onderwijsmuseum. Als kinderbestuur presenteerden zij recent een eindadvies onder begeleiding van museumdocent Melina Boersma. Hun advies: ‘kinderen willen nóg meer interactieve dingen doen in het museum’.

Kinderbestuur tijdens feestelijke afsluiting. Foto: Fenna Kwakernaak

Tijdens een afsluitende bijeenkomst presenteerden de kinderen met trots hun ideeën. Naast afronding vormde het ook de start van een zoektocht naar een nieuw Kinderbestuur. In april zal het nieuwe kinderbestuur worden benoemd. Het Kinderbestuur, met kinderen in de leeftijd tussen 8 en 12 jaar, heeft een belangrijke rol in het museum. De leden buigen zich over thema’s die voor het museum van belang zijn en geven advies op beleidsniveau. Daarnaast geven ze het hele jaar door gevraagd én ongevraagd advies. Dit met als doel om het onderwijsmuseum nóg leuker en interessanter te maken.

Meer informatie: www.onderwijsmuseum.nl

SCHAARSTE EN MEERVOUDIG PROGRAMMEREN

Schaarste is van alle tijden… Het wordt wel gezien als de kern van de economische wetenschap om de schaarste zo goed mogelijk te verdelen. Zo bekeken komt onze onderwijshuisvesting er zeer bekaaid van af: we weten inmiddels allemaal wel dat we jaarlijks heel veel geld tekort komen om onze taken te volbrengen. Daarmee legt de politiek een zware opgave bij ons neer: je doet het maar met wat je wel krijgt. Het gevolg is bekend: we kunnen veel te weinig investeren in schoolgebouwen van goede kwaliteit.

Aan deze – op zich sombere – constatering is natuurlijk ook nog wel het één en ander te doen. Want we hebben de uitvoering van de onderwijshuisvestingstaken nog verre van slim en effectief georganiseerd: iedereen vindt haar of zijn eigen wiel(en) uit en begint bij elk project weer opnieuw aan diezelfde wielen. Gemeenten en schoolbesturen zouden wat dat betreft gerust nog wat vaker voorbeeldige wielen mogen bestuderen.

Het zou een goed idee zijn als we met die samenwerking veel serieuzer aan de slag zouden gaan. Tijdens een vorige LVO-bijeenkomst in 2024 sneden we dit onderwerp al eens aan; op 10 april staat het ook weer centraal. Hoe kunnen we het samen slimmer aanpakken? Hoe komen we tot grotere hoeveelheden projecten die gelijktijdig de markt op gaan? Hoe pak je de uitvoering van je Integraal Huisvestingsplan systematisch en organisatorisch doordacht aan?

Meervoudig programmeren is daarvoor belangrijk. Op zich niets nieuws, want vroeger deden we dit ook al, denk maar aan de MuWi-scholen. We zijn het echter een beetje verleerd… Dat is ook wel begrijpelijk want er speelt zóveel dat je vaak al blij bent als je maar één of twee bouwprojecten hoeft te bemensen. Toch moeten we naar mijn idee doorschakelen naar andere, betere vormen. Welke dit kunnen of moeten worden, hangt natuurlijk van vele factoren af. Vanuit de LVO kijken we constructief kritisch naar de verschillende opties en leveren we onze input aan de partijen die deze vormen verder ontwikkelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd!

Contact met de LVO is heel eenvoudig. Volg ons op Linkedin of stuur een mailtje naar secretariaat@lvo-onderwijs.nl.

Martijn Droog | Landelijke Vereniging Onderwijsadviseurs (LVO)

MEERVOUDIG PROGRAMMEREN IN DE PRAKTIJK

Twee scholen en stafbureau onder één dak in Deurne

Met vier scholen op één onderwijscampus was Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne (IVO Deurne) altijd al een voorbeeld van samenwerking en inventiviteit. Nog bijzonderder werd het toen twee van deze scholen, samen met het bureau bedrijfsvoering, in één nieuw gebouw werden gehuisvest. Een jaar na oplevering blikken we terug op het proces en vooral het resultaat. Want de realisatie van deze nieuwbouw in Deurne laat zien hoe je met meervoudig programmeren en een activiteitgericht ontwerp veel synergie en kostenbesparingen kunt bereiken.

In de nieuwbouw zijn het Alfrinkcollege en het Sprongcollege gehuisvest. Het Alfrinkcollege is een school voor 600 mavo leerlingen (gemengde en theoretische leerweg) en het Sprongcollege is een school voor praktijkonderwijs met 100 leerlingen. Daarnaast is een deel gereserveerd voor docenten en de staf. Voorheen waren er drie

Foto: Philip Driessen

afzonderlijke gebouwen. Deze voldeden niet meer aan de eisen van modern onderwijs. Daarnaast waren de oude gebouwen slecht geïsoleerd en qua techniek niet meer up-to-date. De andere twee scholen op de campus, een vmbo en een havo/ atheneum/gymnasium, hadden in de afgelopen 15 jaar al nieuwe gebouwen gekregen.

MINDER RUIMTE, MEER RUST

“Nu we elkaar een jaar na oplevering aankijken en nog steeds tevreden zijn met het resultaat, kunnen we zeggen dat we het echt goed hebben gedaan.” Aan het woord is Eric Hoogland, procesmanager huisvesting vanuit scholenvereniging Ons Middelbaar Onderwijs (OMO), onder deze grote bestuursorganisatie vallen tientallen scholen. Eric benadrukt het belang van goede samenwerking, waarbij de traditionele rollen van opdrachtgever, gebruiker en opdrachtnemer minder relevant worden. “Als de samenwerking goed is, denk je vanuit één gemeenschappelijk belang: de school en haar leerlingen.”

Intussen is het nieuwe gebouw al een heel jaar in gebruik. En eigenlijk durft Willem Bierings, facilitair manager van de campus, nu al de conclusie te trekken dat de nieuwbouw bijzonder geslaagd is. “In vierkante meters zijn we flink teruggegaan”, legt hij uit. “Maar op de één of andere manier is het veel rustiger geworden. Dat komt niet alleen door de gebruikte geluiddempende materialen, maar ook door de goed doordachte indeling. De praktijklokalen zijn allemaal op de begane grond gesitueerd, de leslokalen op de tweede verdieping, net als de kantoorruimten van de

VISIE EN ONTWERP

docenten en de staf. Doordat de twee scholen rug aan rug zijn gebouwd, met ieder een eigen ingang, hebben ze toch hun eigen identiteit in het geheel.”

TREND MEERVOUDIG PROGRAMMEREN

Linda Kröse was bij de nieuwbouw betrokken als projectmanager vanuit HEVO, een organisatie voor advies en bouwmanagement die bij veel vergelijkbare trajecten in het hele land betrokken is. Bij dit nieuwbouwtraject hielp HEVO met het opstellen van het Programma van Eisen, de ontwerpfase en architectenselectie en de bouwbegeleiding. Linda heeft vanuit haar functie in verreweg de meeste van haar projecten te maken met meerdere scholen of schoolfuncties die bij nieuwbouw op zoek gaan naar samenvoeging, slimme functiecombinaties en kostenbesparingen. “Meervoudig programmeren is een term die breed wordt gebruikt, en waar soms

verschillende definities aan worden gegeven”, legt zij uit. “Maar desalniettemin denk ik dat je gerust kunt stellen dat het een trend is die we in het hele land terugzien als het gaat om onderwijshuisvesting.”

“Bij de nieuwbouw van het Alfrinkcollege en het Sprongcollege had meervoudig programmeren zeker met kostenbesparing te maken, merkt Willem op. ”Maar het gaat veel verder dan dat. Het gaat ook om het feit dat je met meerdere typen onderwijs op hetzelfde terrein zit. Dat je met alle verschillende leerlingen van hetzelfde terrein gebruik maakt en elkaar kunt ontmoeten op het sportveld dat het nieuwe hart is van deze campus. Dat de leerlingen van het praktijkonderwijs betekenisvol kunnen leren door bijvoorbeeld de interne post van de hele campus te verzorgen. Of door de voorraden koffie en soep voor alle scholen op de campus te verzorgen.”

Foto: Philip Driessen
Foto: Philip Driessen
vlnr Eric Hoogland, Willem Bierings en Linda Kröse

“In zekere zin gaat het zelfs over het verminderen van segregatie”, voegt Linda eraan toe. “Gewoon, doordat je met meerdere scholen samenwerkt en samen bent. Dat je deel uitmaakt van een groter geheel.”

zelf doet. Het is bekend terrein, een vertrouwde omgeving, het nodigt uit.”

ACTIVITEITGERICHTE SCHOOL

“Toch betekent de aanwezigheid van meerdere scholen op hetzelfde terrein nog niet automatisch dat je ook alle mogelijke synergie bereikt”, weet Eric uit ervaring. Het gaat er ook om wat docenten, staf en directie uit de potentiële kansen weten te halen. Hij noemt de campus van IVO Deurne daarmee als goed voorbeeld. “Voorheen stonden hier weliswaar vier scholen op hetzelfde terrein. Maar we zagen ook vier schoolgebouwen die nog redelijk naar binnen gericht waren. Overal op het terrein stonden hekken. In feite waren de scholen nog gescheiden organisaties. Aansluitend aan de nieuwbouw van het Alfrinkcollege en het Sprongcollege zijn we daarom gestart met het grondig herontwerpen van de buitenruimte voor meervoudig gebruik. De hekken zijn weg, de ruimte is geopend voor meervoudig gebruik en dat werkt.”

“Doordat vier scholen op één campus functioneren, ontstaan er voordelen zoals flexibel gebruik van ruimten”

KOSTENBESPARING EN SYNERGIE

Meervoudig programmeren dus als methode voor kostenbesparing en synergie in de meest brede zin van het woord. “Maar kostenbesparing en synergie gaan vaak samen”, weet Linda. “Daar waar de schaarste het hoogst is, zijn inventiviteit en innovatie vaak ook het grootst. Om hetzelfde onderwijsaanbod te kunnen blijven aanbieden, moeten scholen blijven zoeken naar meervoudig gebruik van gebouwen, diensten en faciliteiten.”

Doordat de vier scholen in Deurne op één campus functioneren, ontstaan er voordelen zoals een flexibel gebruik van ruimten. Als één school zou krimpen, en een andere school juist zou groeien, dan kun je met het flexibele ontwerp van deze nieuwbouw ruimten anders gebruiken. Bij uitval van docenten of stafleden kun je makkelijker voor vervanging zorgen. En door gezamenlijk faciliteiten zoals het sportveld, praktijklokalen, fietsenstallingen en buitenruimte te gebruiken, verminder je automatisch de beheerkosten. Daarnaast bevordert de aanwezigheid van vier typen onderwijs op dezelfde campus ook de doorstroom van de ene school naar de andere. Willem licht toe: “Als iemand hier vanuit het vmbo naar de mavo wil, of van de mavo naar de havo, dan zien we bijna altijd dat diegene dat hier op de campus

Een activiteitgericht ontwerp is daarbij iets dat zowel buiten als binnen duidelijk zichtbaar wordt. Overal hebben leerlingen en stafleden keuzemogelijkheden uit verschillende plekken om te werken, te leren of te pauzeren. “De nieuwe aula’s zijn hier een goed voorbeeld van”, vindt Linda. “Leerlingen kunnen op de trap zitten, op een van de zitjes, aan de hangtafels.” Maar ook de ruimten voor de docenten en staf zijn ingrijpend veranderd. Willem: “In de oude situatie had iedereen zo’n beetje een eigen kantoor. In dat kantoor kon je mensen ontvangen, vergaderen, werken. In de nieuwe situatie zijn we overgegaan naar kleine kantoortuinen en hebben we afzonderlijke vergaderruimten en concentratieplekken ingericht. Eerst wilde niemand deze verandering. Maar nu wil niemand meer terug naar de oude situatie.”

BOUWEN IS LEUK

Om tot dit resultaat te komen moest er veel werk worden verzet. Willem, Eric en Linda kijken er glimlachend op terug. Toen gestart werd met de nieuwbouw, begon de oorlog in Oekraïne. Het leidde tot forse verhogingen in materiaalprijzen en energiekosten. “We hebben echt heel wat doorgemaakt”, aldus Eric. Om er meteen aan toe te voegen: “Maar ondanks de nodige tegenslagen, denk ik dat we met onze samenwerking tussen school, bestuurslaag en projectmanagementbureau een unieke samenwerking hebben gevonden die je eigenlijk iedereen zou gunnen. Een samenwerking die er steeds op gericht is om een volgend project tot een nóg beter resultaat te brengen dan het vorige. En als alle betrokkenen er zo in staan, dan is bouwen een van de leukste dingen die er is.”

Kijk voor meer informatie op www.hevo.nl.

Ontdek hoe bouwprojecten slimmer, sneller én duurzamer kunnen! Met BXL kiest u voor een innovatief betonsysteem: modulair, flexibel, volledig demontabel en toonaangevend in duurzaamheid en circulariteit. Bouwen aan de toekomst begint vandaag met BXL, dé oplossing voor opdrachtgevers, architecten, constructeurs en aannemers in de utiliteitsbouw die bouwen met oog voor morgen.

INNOVATIEF ONDERWIJSGEBOUW

Innovatieve leeromgeving voor technisch talent

Met de opening van het nieuwe, duurzame gebouw van het Gilde Vakcollege is een mooie stap gezet richting de toekomst van technisch onderwijs. Deze energiezuinige school, ontworpen door De Zwarte Hond, biedt onderdak aan bijna achthonderd vmbo-, techniekhavo- en mboleerlingen, die hier worden opgeleid tot de vakmensen van morgen. Met een omvang van ruim 10.000 m² is het, zeer waarschijnlijk, zelfs de grootste vmbotechniekschool van Nederland.

W“Dit gebouw is een tastbare investering in de toekomst van technisch onderwijs”

at Gilde Vakcollege uniek maakt, is de brede focus op verschillende technische profielen én de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Dankzij WeTech, een stichting die onderwijs en industrie verbindt, maken leerlingen van dichtbij kennis met de praktijk. Architect Bart van Kampen van De Zwarte Hond: “We hebben een leeromgeving ontworpen die vakmanschap ademt en jongeren inspireert om de techniek in te gaan.”

EEN DUURZAME LEEROMGEVING VOOR DE VAKMENSEN VAN MORGEN

In het ontwerp van de school stond duurzaamheid voorop. Het energie neutrale gebouw is gemaakt van duurzame materialen en sluit perfect aan bij de visie op modern technisch onderwijs: niet alleen

vakkennis en vaardigheden ontwikkelen, maar ook bijdragen aan een toekomstbestendige samenleving. Met goed uitgeruste praktijklokalen en een inspirerende leeromgeving draait alles om vakmanschap, innovatie en persoonlijke groei. De nieuwbouw weerspiegelt niet alleen de toekomstige werkplek van de leerlingen, maar biedt ook een veilige en geborgen sfeer waar leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

LEREN IN DE PRAKTIJK ÉN IN DE KLAS

Op de begane grond draait alles om praktijk. De werkruimtes zijn zo ingericht dat ze de echte werkomgeving zo goed mogelijk nabootsen. Dankzij

PROJECTINFORMATIE

Project

Gilde Vakcollege Gorinchem

Opdrachtgever

VISIE EN ONTWERP

Willem van Oranje Onderwijsgroep

Architect

De Zwarte Hond

Aannemer

Burgland Bouw B.V

Constructeur

H4D constructie

Installatieadviseur

Klictet installatieadviseur

W installateur

Klimaatservice Holland

E installateur

Bink

Bouwfysica en brandveiligheid

DGMR bouwfysica

Projectbegeleiding

HEVO

Interieurbouwer

Visker

Volume

9.600 m2

Ingebruikname

November 2024

Opening

Februari 2025

Duurzaamheidslabel

Energielabel A+++++

grote glazen puien, die open kunnen naar buiten, is het praktijkonderwijs zichtbaar en toegankelijk. Hier werken leerlingen aan vakgebieden zoals installatie-, elektro- en metaaltechniek, mobiliteit, transport en bouw.

Op de verdieping bevinden zich de theorielokalen en kantoren. Deze ruimtes bieden een rustige, intieme omgeving waar leerlingen zich kunnen verdiepen in de theorie achter hun vak.

EEN SCHOOL ALS BRUISENDE WERKPLAATS

Het hart van de school is een centrale ‘straat’ - een open en lichte ruimte die zorgt voor een prettige en gezonde leeromgeving. De drie sheddaken laten volop daglicht binnen, wat bijdraagt aan het welzijn en de concentratie van de leerlingen. Van buiten geven deze sheddaken een stoere, industriële uitstraling.

EEN INVESTERING IN DE TOEKOMST

Directeur Krijn Redert is trots op het eindresultaat: “Dit gebouw is een tastbare investering in de toekomst van technisch onderwijs. Onze leerlingen krijgen hier de ruimte om hun vakmanschap te ontwikkelen en zich optimaal voor te bereiden op de arbeidsmarkt.”

Met dit innovatieve en duurzame onderwijsgebouw zet Gilde Vakcollege een nieuwe standaard in technisch onderwijs. Een plek waar leren en doen samenkomen, en waar de vakmensen van morgen hun toekomst vormgeven.

Kijk voor meer informatie op www.dezwartehond.nl.

Maximale co-creatie bij ontwikkeling kindcentrum

Na jaren van meedenken, meepraten en meebeslissen is het dan eindelijk zover. Begin dit jaar konden leerlingen, leerkrachten, ouders en hun kinderen zien wat alle inspanningen van de afgelopen negen jaar hebben opgeleverd. Het resultaat mag er zijn. In Schooldomein verschenen eerder al artikelen over de droom (december 2021) en het proces (december 2023). Nu het gebouw is gerealiseerd kan gesproken worden over de realisatie.

SDG-DOELEN ALS UITGANGSPUNT

Gert van Uffelen, ontwikkelaar en partner Zenzo Maatschappelijk Vastgoed, geeft uitleg over het proces: “Het project is aanbesteed via Rapid Circulair Contracting. Bij deze manier van aanbesteden worden de projectpartners gecontracteerd op basis van samenwerking zonder dat er een ontwerp met strakke specificaties ligt. Bekend waren de locatie, het budget en de ruimtebehoefte. Bouwbedrijf, architect en adviseur(s) en gebruikers dachten vanaf de visiefase op gelijkwaardige wijze mee in de realisatie.

Hoge score op gebied circulair bouwen

Het IKC Het Meesterwerk in Veenendaal scoort uitstekend op het gebied van circulariteit. Met behulp van BCI Gebouw is een Building Circularity Index (BCI) van 55% berekend. BCI Gebouw is een meetinstrument waarmee iedereen de circulariteitsprestatie van nieuw of bestaand vastgoed kan bepalen. Daarbij wordt rekening gehouden met de verantwoorde herkomst van het materiaal, het toekomstscenario van het materiaal en de losmaakbaarheid ervan. De circulariteitsprestatie wordt uitgedrukt in de BCI-score. Dat is een percentage tussen de 0% en 100%, waarbij 0% volledig lineair is en 100% volledig circulair is.

Belangrijk uitgangspunt voor de gemeente waren de Duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Met workshops hebben we deze samen met alle betrokkenen concreet gemaakt.”

BIOBASED, DEMONTABEL EN HERBRUIKBAAR

“In het project wilden we zoveel als mogelijk biobased materialen gebruiken”, vertelt Christiaan van den Essenburg, projectmanager en partner Zenzo Maatschappelijk Vastgoed. “Ook hebben we gekeken naar het toekomstscenario van materialen. Zo zijn de kanaalplaten herbruikbaar net zoals de HSB-elementen waaruit de gevel is opgebouwd. De constructie van het gebouw zelf is volledig demontabel, dit door het toepassen van doorkoppelsystemen. Er zijn geen gestorte elementen toegepast. Overal zijn bouten gebruikt. Om te voldoen aan de ambities van een flexibel en aanpasbaar gebouw vind je ook geen dragende binnenwanden in het gebouw. Dit maakt het mogelijk dat beide scholen de door hun gewenste indeling konden realiseren en deze in de toekomst toe kunnen aanpassen. Deze

PROJECTINFORMATIE

Project

Nieuwbouw IKC Het Meesterwerk

Opdrachtgever

Gemeente Veenendaal

Partners

School JUUL, Patrimoniumschool, Luna Kinderopvang

Ontwikkelaar

Zenzo Maatschappelijk Vastgoed

Architect

RAU Architects

Circulaire adviseurs

Onlanders en Alba Concepts

Aannemer

Bouwbedrijf van den Hengel

Adviseurs overig

M3V Advies

Omvang

3.044 m² BVO

Ingebruikname

Najaar 2024

“Ieder kind moet in zijn eigen wijk naar school kunnen”

manier van bouwen en de toegepaste producten geven een 50% hogere Building Circularity Index-score dan bij een traditionele manier van bouwen (zie kader).”

SLIM BENUTTEN VAN RUIMTE

Het nieuw gebouwde kindcentrum ligt in een dicht bebouwde buurt. Om voldoende ruimte voor avontuurlijk spelen en leren in buitenruimte over te houden is gekozen voor een compact gebouw over drie bouwlagen. Het kindcentrum huisvest 445 leerlingen van twee scholen en 64 kinderen in de kinderopvang. Door met de buitenruimte aan te sluiten op de nabijgelegen speeltuin komt het gebouw op alle niveaus in een groene setting te staan. Van begin af aan was het duidelijk dat beide scholen hun eigen identiteit wilden behouden. Brenda van de Vendel, schooldirecteur bij JUUL, vertelt: “In het ontwerp hebben beide scholen een duidelijk herkenbaar eigen onderwijsconcept. Daar waar school JUUL uitgaat van unitonderwijs, gaat de Patrimoniumschool uit van klassikaal onderwijs. In de uitwerking hebben we ook gekeken naar slim dubbel gebruik van ruimten. Zo zijn speellokaal, aula, buitenruimte en de teamkamer gedeeld. De gezamenlijke teamkamer zorgt in de praktijk voor meer verbinding en kennisuitwisseling bijvoorbeeld tussen de beide IB-ers van de scholen. Door op deze manier het samenwerken te stimuleren geef je al direct vorm aan inclusief onderwijs.”

SAMEN BESLUITEN NEMEN

Over het proces is Brenda duidelijk: “Het proces was enorm intensief. Het vroeg voor ons als schoolleiders veel meer tijd dan dat wij eigenlijk

beschikbaar hadden. Deze tijd was daardoor niet meer beschikbaar voor onze kerntaak. Als voorbeeld noemt Brenda onderwerpen als circulair bouwen, aanbesteden en exploitatie maar ook keuzes op niveau van vloerafwerking of schuifwanden. “Dat zijn zaken waar je als schoolleider eigenlijk geen verstand van hebt. In het proces word je wel gevraagd hier een besluit in te nemen. Hier heeft Zenzo ons in gefaciliteerd.”

DUURZAAM PARTNERSCHAP

Door het intensieve traject konden wij als schoolleiders ook naar elkaar toegroeien. Brenda: “Hierdoor kon een gedeelde visie ontstaan. Gezamenlijk willen wij kinderen optimale ontwikkelkansen bieden. Ieder kind moet in zijn eigen wijk naar school kunnen. Omdat nu alles nieuw is, geef je de kinderen bij binnenkomst al een gevoel van trots mee. Voor kinderen waarvan zo’n 50% opgroeit in armoede betekent dit veel. Het gebouw faciliteert daarmee meer dan enkel onderwijs. Om op dit punt te komen is de afgelopen jaren veel tijd geïnvesteerd in contact met alle relevante maatschappelijke partners op het gebied van opvang, zorg en welzijn. Het netwerk dat daarmee is opgebouwd kunnen wij nu blijvend faciliteren vanuit één gedeeld gebouw. De oplevering vormt voor ons een nieuw startmoment. We kunnen nu gaan oogsten wat we de afgelopen jaren hebben gezaaid.”

Meer informatie www.rapidimpactcontracting.nl www.zenzo-mv.nl www.bcigebouw.nl

INNOVATIEF EN DUURZAAM SCHOOLVOORBEELD

Nieuw multifunctioneel onderwijsgebouw Gouda

Aan de Coniferensingel in Gouda staat sinds 2024 een innovatief onderwijsgebouw dat niet alleen functioneel en duurzaam is, maar ook een inspirerende leeromgeving biedt. Het onderwijsgebouw, ontworpen door architecten Kees Jongelie en Jasper de Wert van Topos, brengt verschillende onderwijs- en kinderopvanginstellingen samen onder één dak. De scholen Auris-Taalplein en De Triangel, kinderdagverblijf Kind & Co en een gymzaal van Sport.Gouda delen deze ruimte. Flexibiliteit en duurzaamheid staan centraal.

CIRCULAIR BOUWEN

“Het voelt goed om iets te kunnen bijdragen aan de eigen stad”

Het onderwijsgebouw is gefaseerd opgetrokken, met de gymzaal in een latere fase om de bouwlogistiek te optimaliseren. Zo stond er voorheen het oude schoolgebouw van De Triangel, die tijdens de gehele nieuwbouw is blijven staan en in bedrijf is gebleven. Bij het optrekken van de bakstenen gevel is het Drystack droogstapelsysteem gebruikt, een circulair bouwprincipe waarbij bakstenen zonder cement worden gestapeld en later hergebruikt kunnen worden. Architect Kees Jongelie licht toe: “Dit systeem zorgt ervoor dat materialen eenvoudig kunnen worden gedemonteerd en hergebruikt, wat perfect past binnen de circulaire bouwprincipes.”

NATUURINCLUSIEF BOUWEN

Naast circulair bouwen draagt het gebouw ook bij aan de biodiversiteit. Dit door natuurinclusieve

gevels met nestkasten voor vogels en vleermuizen. Gevels worden deels bekleed met klimplanten, die niet alleen bijdragen aan een groene uitstraling, maar ook een positieve invloed hebben op de leefomgeving. Het dak wordt voorzien van een Solar Sedum-systeem, een combinatie van zonnepanelen en sedumbeplanting. “De sedumlaag koelt de zonnepanelen, waardoor het rendement wordt verhoogd”, aldus Kees.

GEBRUIKERS CENTRAAL IN HET ONTWERP Het ontwerp van het gebouw is tot stand gekomen door intensieve samenwerking met de verschillende gebruikers. De scholen en het kinderdagverblijf dachten mee over de indeling en inrichting, zodat het gebouw optimaal aansluit bij hun behoeften. “Door goed naar elkaar te luisteren, hebben we een ontwerp gecreëerd waarin alle gebruikers zich kunnen

vinden”, vertelt Kees. Een van de uitdagingen was het inpassen van het ontwerp binnen de bestaande omgeving en het bestemmingsplan. Bovendien moest de bestaande school tijdens de bouw gedeeltelijk in gebruik blijven. “We hebben gezocht naar een balans tussen functionaliteit en esthetiek, waarbij het gebouw een beschutte en veilige speelomgeving biedt voor de leerlingen, maar tegelijkertijd een open uitstraling naar de buurt behoudt”, legt Kees uit.

AANDACHT VOOR INCLUSIEF ONDERWIJS

Binnen het gebouw hebben zowel Auris-Taalplein als De Triangel een eigen plek die past bij hun onderwijsvisie. Belangrijk daarbij is het efficiënt delen van voorzieningen zoals de aula, het speellokaal en de teamruimtes, zodat de beschikbare ruimte optimaal wordt benut. Voor Auris-Taalplein, waar kinderen met taal- en gehoorproblemen onderwijs krijgen, was akoestiek een belangrijk aandachtspunt. “We hebben gekozen voor een overzichtelijke indeling met ruime lokalen, zodat er een rustige leeromgeving ontstaat”, aldus Jasper. De routes voor het halen en brengen van leerlingen zijn zo ontworpen dat deze efficiënt en overzichtelijk zijn, waardoor de schooldag soepel verloopt. Zo is de entree van Auris-Taalplein direct zichtbaar vanaf de Kiss & Ride, die aan de noordzijde van het onderwijsgebouw is gesitueerd.

BETROKKENHEID

BIJ DE STAD

Voor architecten Kees Jongelie en Jasper de Wert en hun team is dit project extra bijzonder, omdat het zich in hun eigen stad Gouda bevindt. “We hebben al vaker met De Groeiling samengewerkt en wilden deze school heel graag ontwerpen”, vertelt Jasper. “Het voelt goed om iets te kunnen bijdragen aan de eigen stad.”

VISIE EN ONTWERP

EEN DUURZAME TOEKOMST VOOR ONDERWIJS

Met dit nieuwe multifunctionele onderwijsgebouw wordt een belangrijke stap gezet richting duurzaam en toekomstbestendig onderwijs. Het project is een schoolvoorbeeld van hoe circulair bouwen, natuurinclusief ontwerpen en gebruiksgericht denken samenkomen in een inspirerend en functioneel geheel. “Dit gebouw is een mooie balans tussen wat we wilden, wat er kon en wat er moest. Ik hoop dat alle gebruikers zich hier thuis voelen en dat het jarenlang bijdraagt aan goed onderwijs”, besluit Kees.

Kijk voor meer informatie op www.topos.nl.

AKOESTIEK, BINNENKLIMAAT, LOGISTIEK EN UITSTRALING IN SCHOOL STERK VERBETERD

Nieuw en fris Kandinsky College

Goede akoestiek is belangrijk in onderwijsgebouwen. Zeker in mobielvrije scholen. De mensen van het onlangs gerenoveerde Kandinsky College in Nijmegen kunnen hierover meepraten. Het binnenklimaat en de akoestiek in het gebouw zijn met sprongen vooruit gegaan door de ingrijpende renovatie.

Joris Bovy,

rector: “

We hebben een lichter, ruimer en duurzamer schoolgebouw gekregen.”

Het Kandinsky College aan de Malderburchtstraat in Nijmegen heeft de afgelopen jaren een facelift ondergaan. Niet alleen kreeg de school een nieuwe entree en indeling, er is ook een deel aangebouwd. “De school was toe aan een ingrijpende opknapbeurt”, vertelt Joris Bovy, rector op de middelbare school voor mavo, havo, atheneum en gymnasium. “Het gebouw uit 1978 was verouderd qua functionaliteit, uitstraling en duurzaamheid. Het binnenklimaat was bovendien van slechte kwaliteit. Renovatie kon niet langer uitblijven.”

Architect Jaap van Es van Van den Berg Architecten was verantwoordelijk voor het ontwerp van de renovatie en nieuwbouw. “Er lag zowel een ruimtelijke vraag als een uitdaging om het binnenklimaat naar een hoger niveau te tillen”,

vertelt Jaap. “We hebben de indeling en de routing in de school verbeterd, de entree open en transparant gemaakt en het binnenklimaat aangepakt. Daarnaast hebben we een deel aangebouwd om onderdak te bieden aan de Monnikskap, een afdeling van het Kandinsky College voor havo- en vwo-leerlingen met een lichamelijke beperking of chronische aandoening.”

INGEWIKKELDE PUZZEL

De helft van het budget voor de renovatie is naar de verbetering van het binnenklimaat gegaan, zo schat Jaap in. “Dat was een ingewikkelde puzzel die we moesten leggen. Er zaten lage plafonds in de school waardoor we weinig ruimte hadden om verbeteringen aan te brengen. In een bouwteam met Nelissen Ingenieursbureau en een bouwfysicus

VISIE EN ONTWERP

Jaap van Es: “Er lag een ruimtelijke vraag en een uitdaging op het gebied van het binnenklimaat.”

hebben we naar mogelijke oplossingen gezocht. Die hebben we gevonden in een decentraal ventilatiesysteem voor de lokalen en een centraal systeem voor de algemene ruimtes. Daarbij hebben we veel buizen in het zicht gebracht.”

PROJECTINFORMATIE

Project

Renovatie en nieuwbouw Kandinsky College

Opdrachtgever

Scholengroep voCampus

Architect

Van den Berg

Architecten

Akoestiek

Ecophon

Aannemers

Rots Bouw, Alferink Installatietechniek, Willems Winssen BV

Oppervlakte

13.100 m²

Oplevering

Juli 2024

Door de installatie van de nieuwe ventilatiesystemen moesten ook alle plafonds in de school vervangen worden. Daarbij viel de keuze op plafondplaten van Ecophon. “Er is gekozen voor de Ecophon Advantage E”, vertelt Richard van Rheenen, sales manager bij Saint Gobain Ecophon. “Een plafondsysteem met een doorzak paneel, zoals wij dat noemen. Daarbij vallen de plafondplaten langs het profiel. Een nette en chique oplossing die net iets meer cachet geeft. Deze plafondplaten hebben bovendien goede geluidsabsorberende kwaliteiten. Dat was in de school, en zeker in de aula, een belangrijke voorwaarde. Dat voorkomt een hoop ruis en geeft rust in de school.”

AKOESTIEK

Joris is zeer te spreken over het ‘nieuwe’ Kandinsky College. “We hebben een lichter, ruimer en duurzamer schoolgebouw gekregen. Overal voelt het frisser in de school. Dat zit niet alleen in de temperatuur, maar ook in de luchtkwaliteit en in de akoestiek. De nieuwe entree en aula zijn bovendien heel mooi geworden. We hebben nu veel meer

verbinding tussen binnen en buiten. De buitenruimte wordt daardoor ook veel beter gebruikt. Dat is een groot pluspunt. We krijgen dan ook voornamelijk positieve reacties op de renovatie. Zowel van medewerkers als leerlingen.”

Bij het binnenklimaat denken de meeste mensen volgens Richard vooral aan de CO2-levels in de lokalen en de temperatuur in de school, maar ook

vlnr Joris Bovy, Richard van Rheenen en Jaap van Es
Richard van Rheenen:
“Licht en geluid zijn ook belangrijk voor de beleving van een gebouw.”

licht en akoestiek zijn belangrijke onderdelen van een binnenklimaat. “Licht en geluid zijn heel belangrijk voor de beleving van een gebouw. Zeker in een school met 1.400 leerlingen, zoals hier in Nijmegen. Het geluid mag niet te ver dragen en er mogen geen storende reflecties zijn. Het is zaak om op de

juiste plekken in het gebouw goed absorberende materialen toe te passen en zo te voorkomen dat er te veel ruis ontstaat en het achtergrond geluidniveau op orde is.”

MOBIELVRIJE

SCHOOL

Goede akoestiek is in het Kandinsky College extra belangrijk aangezien de school sinds januari 2024 mobielvrij is. “Sindsdien is er veel meer rumoer in de school”, verduidelijkt Joris. “Zeker in de langgerekte aula waar tijdens de pauzes soms wel vijfhonderd leerlingen tegelijk samenkomen.” De rector juicht de nieuwe levendigheid in de school toe. “Er is veel meer interactie tussen de leerlingen. Ze gedragen zich fijner, socialer en leuker. De sfeer is in de school echt beter geworden. We zijn blij met die nieuwe dynamiek, maar dat betekent wel dat de akoestiek goed op orde moet zijn. Daar is gelukkig tijdens de renovatie heel goed over nagedacht.”

Na de renovatie kan het vernieuwde Kandinsky College weer decennia lang mee, verwacht Jaap.

“De school had een gesloten karakter en was heel donker. Wij hebben het meer open gemaakt door veel glas toe te passen. We hebben daarnaast de nieuwbouw echt geïntegreerd in het bestaande gebouw en een goede aansluiting tussen de twee scholen gecreëerd. Door twee liften aan te brengen is de gehele school bovendien rolstoeltoegankelijk. Er komt daardoor meer contact tussen de leerlingen van de Monnikskap en de leerlingen van het Kandinsky College. Alle lijnen komen zodoende bij elkaar.”

De middelbare school is volgens Joris heel bewust aangepast op de nieuwe doelgroep die erbij is gekomen. “We hebben nu een echt inclusief schoolgebouw. Dat heeft grote meerwaarde.”

Kijk voor meer informatie op www.ecophon.nl.

IN 7 WEKEN DE SCHOOL DIE BIJ JE PAST

Succesaanpak voor renovatie van scholen

Wat in 2019 begon als een duurzame renovatie van een school groeide de laatste vijf jaar door tot een volwassen aanpak voor de renovatie van basisscholen. Meerbouw en RoosRos architecten vonden elkaar in een aanpak die zich inmiddels bewezen heeft. Een renovatie van een basisschool in zeven weken tegen een scherp budget. Wat zijn de geleerde lessen en succesfactoren?

Basisschool De Biezenhof in Halsteren

GEEN ÉÉNDAGSVLIEG

Kindcentra in Utrecht, Nissewaard, Spijkenisse, Halsteren en Stavenisse. Het aantal projecten dat is gerealiseerd met de renovatieaanpak in zeven weken liegt er niet om. Door het samen optrekken van architect en bouwer in een consortium is een werkwijze ontstaan die voor herhaling vatbaar is. De unieke aanpak van MeerSchool.nl is daarmee voor de Nederlandse scholenbouw vernieuwend en disruptief. Scholen in 7 weken transformeren naar een frisse en duurzame school is geen sinecure. Maar het is wél mogelijk mits het proces tot in de puntjes wordt voorbereid en de uitvoering wordt neergelegd bij ervaren marktpartijen die het vertrouwen krijgen om er een succes van te maken. Met hun aanpak willen RoosRos architecten en Meerbouw de markt uitdagen om op een vergelijkbare wijze te werk te gaan. “Het is nu vooral zaak dat er meer capaciteit bij uitvoerende partijen gaat ontstaan als ook dat gemeenten op deze wijze gaan aanbesteden. Daar is nog een wereld te winnen”, aan het woord is Henk de Gelder, architect bij RoosRos architecten.

ONBEKEND MAAKT ONBEMIND

Op dit moment ligt het aantal scholen dat op deze manier gerenoveerd wordt nog niet zo hoog. “De kansen die het biedt worden eigenlijk nog onvoldoende benut”, vertelt Jan Anker, directeur Meerbouw Rotterdam. “Deze aanpak vraagt om een ander inkoopproces dan gebruikelijk. Een proces dat op basis van een locatie, budget en ambities een consortium van partijen contracteert voor ontwerp en realisatie. Het vraagt daarnaast ook iets van het schoolteam zelf. Deze moet in een hele korte tijd veel en snel beslissingen kunnen nemen.”

HOOGWAARDIGE INGREPEN

Ieder renovatieproject kent zijn eigen ruimtelijke en/of functionele ingrepen die bijdragen aan het succes. Voor het project in Nissewaard zorgde een verhoogd dak voor extra veel daglicht in de centrale ruimte van de school. Een toevoegde ruimte gaf de monumentale Regenboog school in Utrecht een nieuw kloppend hart. Ook worden er bij iedere renovatie technische ingrepen uitgevoerd. Hierbij gaat het in veel gevallen om een opwaardering van de gevels, de toevoeging van nieuwe klimaatinstallaties en de afwerking van vloeren, wanden en plafonds. Waar het kan wordt er gebruik gemaakt van biobased materialen. Zo is er bij de renovatie van de basisschool De Biezenhof in Halsteren gekozen voor hout zonder chemische toevoegingen en houtvezelisolatie. Ook zijn er bij de afwerking van het gebouw natuurproducten gebruikt, waaronder biobased verf en een vloer van marmoleum op basis van lijnzaadolie.

SERIEUS ALTERNATIEF VOOR NIEUWBOUW

“Het werken in een consortium is een belangrijke succesfactor”

De opgeleverde renovatieprojecten spreken tot de verbeelding en laten zien welke kansen er liggen om een op het eerste oog oud, star en vervallen schoolgebouw weer helemaal te laten voldoen aan de ambities en uitstraling die passen bij deze tijd. “Voor de realisatie van ambities op het gebied van flexibiliteit, transparantie, open leerpleinen en een goed binnenklimaat ben je niet automatisch op nieuwbouw aangewezen. Naast duurzaamheid en hergebruik van grondstoffen is er met een renovatieaanpak als MeerSchool op veel vlakken winst te halen. Denk dan vooral aan tijd, ruimtewinst en kosten. Zo zijn er bijvoorbeeld geen lange procedures voor nieuwbouw, is de overcapaciteit inzetbaar voor verhuur aan derden en zijn er geen kosten voor tijdelijke huisvesting. Van meest recente datum is de duurzaam gerenoveerde Rehobothschool in Stavenisse. Het gebouw, met een oorspronkelijk bouwjaar uit 1981, is nu in kwaliteit vergelijkbaar met nieuwbouw, waardoor deze er weer 40 jaar tegenaan kan”, aldus Henk.

ENERGIENEUTRAAL,

FRIS EN BETAALBAAR IN EXPLOITATIE

De projecten voldoen stuk voor stuk aan hoge prestatie-eisen als Energie Neutraal Gebouw (ENG), Frisse Scholen Klasse B en zijn gerealiseerd vanuit een Total Cost of Ownerschip (TCO) benadering. Dat wil zeggen dat er is gekeken naar de kosten van de aanschaf én bezit gedurende de gehele gebruiksperiode. Hierbij zijn er ingrepen gedaan met het oog op lagere exploitatiekosten in de toekomst. “Wij adviseren om het onderhoud voor langere termijn af te kopen. Niet voor 10 jaar, maar minimaal voor

Basisschool De Regenboog in Utrecht

20 jaar. In dat geval worden marktpartijen namelijk al tijdens de bouw gestimuleerd om te kiezen voor de meest hoogwaardige oplossingen met zo min mogelijk onderhouds- of vervangingsrisico op korte én lange termijn”, laat Jan weten.

SNELLERE DOORLOOPTIJD

Met de aanpak zien partijen een besluitvormingsproces dat vele malen sneller is dan gebruikelijk bij projecten. “Voor de totale planontwikkeling is traditioneel twee jaar nodig. Processtappen die elkaar anders opvolgen worden nu gecombineerd aangepakt. Het werken in een consortium zodat er maar één

partij gecontracteerd hoeft te worden is daarin een belangrijke succesfactor. Elkaars expertise kan maximaal worden benut en het ontwerp is beter af te stemmen op de uitvoering. De snelle uitvoering zorgt er ook voor dat de kans op bouwkostenstijgingen tot een minimum is beperkt. De meeste tijd gaat zitten in een goede voorbereiding”, licht Henk toe. Jan vult aan: “De uitvoerende werkzaamheden zijn als lean 2.0 op elkaar afgestemd. Dit om de uitvoering in zeven weken te laten plaatsvinden. Op de drukste dagen lopen er zo’n zestig man aan personeel op de bouw.” De aanpak is aantoonbaar succesvol en vraagt om opschaling. Gevraagd naar de mogelijkheden reageert Jan: “Voor de

“De gerenoveerde school is in kwaliteit vergelijkbaar met nieuwbouw”

uitvoering is men in principe niet enkel aangewezen op de zomervakantie. Om een daadwerkelijke versnelling in de aanpak van bestaande scholen te verkrijgen, zouden meerdere scholen in een gemeente ook na elkaar gerenoveerd kunnen worden. Door het gebruik van een gezamenlijke tijdelijke voorziening als wissellocatie blijven de kosten voor tijdelijke huisvesting zeer beperkt.”

VERTROUWEN IN ELKAAR IS BELANGRIJK

Vertrouwen in het consortium blijkt keer op keer een belangrijke succesfactor om het project te laten slagen. Jan geeft daarbij de volgende toelichting: “Omdat de tijd schaars is moet alles tot in de puntjes zijn voorbereid. Maar niet álles kan worden voorzien, zeker niet in de vakantieperiode. Daarom hebben wij geleerd dat het verstandig is om een ruime post onvoorzien op te nemen. Het is van belang om tijdens de schoolvakantie de vrijheid te krijgen om noodzakelijke bestedingen zelf te kunnen managen. Want verrassingen zijn niet uitgesloten. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat de vloerconstructie toch te licht blijkt te zijn. Dan kun je niet wachten op de beslissing om het te versterken. Dat doen we dan gewoon. De praktijk heeft tot nu toe altijd uitgewezen dat we op deze manier binnen budget blijven.”

MeerSchool is een initiatief van:

Jan Anker Bouw en Onderhoud – Meerbouw Rotterdam

Henk de Gelder – RoosRos architecten

Marije Kraamer – KOERS groep

Meer informatie: Meer School Meer Kind www.MeerSchool.nl

Daltonschool De Vuurvogel in Spijkenisse
Basisschool Gummarus in Steenbergen

ZORGVULDIG VOORTRAJECT ZORGT VOOR TEMPO IN UITVOERING

Vernieuwbouw Bornego Heerenveen

In korte tijd is het onmogelijke mogelijk gemaakt. De transformatie van een middelgrote school tot een eigentijdse voorziening voor het voortgezet onderwijs. Hoewel de buitengevel behouden is gebleven, is een bestaande school van binnen volledig vernieuwd. Het resultaat? Een toekomstbestendig onderwijsgebouw dat weer klaar is voor de komende generaties.

SUPERSNELLE RENOVATIE

Ronald Koekoek, architect en partner bij De Unie architecten, is trots op de inzet van alle betrokkenen. “Vanaf het startmoment in 2022 had iedereen een basishouding die gericht was op samenwerking. Er was een gedeeld gevoel dat we alles samen konden oplossen.”

Het bestaande onderwijsgebouw van de lyceum locatie werd in het schooljaar 2023-2024 volledig gerenoveerd en verbouwd. Tijdens de renovatie kregen leerlingen les op de nabijgelegen leegstaande vmbo-locatie de Beugel. Met ingang van het nieuwe schooljaar 2024-2025 konden de leerlingen alweer terug naar hun vernieuwde school. Een gemoderniseerd duurzaam gebouw met open leerpleinen en een goed binnenklimaat. De korte doorlooptijd van het project is voor een groot deel te danken aan het politiek-bestuurlijke proces dat hieraan voorafging. Duidelijk gemaakte afspraken in het IHP en het daarbij horende uitvoeringsprogramma als ook het doorlopen fusieproces van twee VO-scholen droegen bij aan een voortvarende uitvoering.

BOUWSTROOMSCHOOL UIT JAREN ’70

Het bestaande onderwijsgebouw was gebouwd via het principe van de bouwstroommethode uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. Deze scholen staan ook wel bekend als Cees Groen scholen. Op basis van een slim basisontwerp zijn er destijds verspreid door het land in hoog tempo 28 soortgelijke schoolgebouwen gebouwd. Deze scholen werden een halve eeuw geleden gerealiseerd zonder klimaatinstallaties. De architect en adviseurs in het bouwteam is het gelukt om benodigde installaties te integreren en het gebouw technisch en functioneel te laten voldoen aan de eisen van deze tijd. Het laat zien dat een levensduur verlengende renovatie van een bouwstroomschool goed mogelijk is.

OPEN ONTWERPHOUDING

Ronald: “De opdrachtgever had een duidelijke visie op het onderwijs. Knelpunten in het gebruik konden met de renovatie worden aangepakt. Denk dan aan de plafondhoogte, brandveiligheid,

“De goede voorbereiding zorgde voor basishouding die gericht was op samenwerking”

ventilatie en functionele indeling. Uit een gehouden evaluatie onder leerlingen en gebruikers bleek de aula erg ruim van opzet en niet efficiënt in gebruik. Een oplossing is gevonden door de personeelskamer op het voormalig podium van de aula te situeren. Elders kon hiermee ruimte in het gebouw worden vrijgespeeld voor het onderwijs. Heldere aanpassingen in de plattegrond voorzien verder in ruime open leerpleinen. Licht kleur- en materiaalgebruik geven het gebouw een nieuw elan. De vernieuwbouwplannen waren ook de kans om een nieuwe entree voor de leerlingen te realiseren. De entree voor de leerlingen is verplaatst zodat een logische verbindingsroute met het andere gebouw van het Bornego College ontstaat. Gelijktijdig is de buitenruimte vergroend en heeft verharding plaatsgemaakt voor hagen en bomen.”

GOED IHP ALS BASIS

Gevraagd naar de succesfactoren van dit project zijn betrokken partners het snel met elkaar eens. “Het begint met een goed IHP”, vat Lennert Marinus, strategisch beleidsadviseur maatschappelijke accommodaties van de gemeente, het proces samen. In Heerenveen was er veel leegstand versnipperd over het totale gebouwenbestand van het voortgezet onderwijs. De twee schoolbesturen in het voortgezet onderwijs zagen in dat het probleem van de versnipperde leegstand alleen door samenwerking goed op te lossen was. “De ‘eigen belangen’ werden opzij gezet”, vertelt Erwin Veneklaas Slots van ICSadviseurs, projectleider voor het IHP. “Uiteindelijk heeft de bestuurlijke fusie tussen de twee VO-scholen het proces versneld. Na de fusie konden leerlingstromen beter worden verdeeld over de beschikbare locaties. Een bestaande vmbo-locatie was niet langer nodig. Binnen het uitvoeringsprogramma van het IHP fungeert deze locatie nu als tijdelijke huisvesting voor projecten die in uitvoering komen. Kosten voor tijdelijke huisvesting konden zo worden bespaard.”

HERGEBRUIK CENTRAAL

Ook wethouder Jelle Zoetendal kijkt terug op een geslaagd proces. “Voor een wethouder is de verleiding natuurlijk groot om een eerste paal te willen slaan, maar in het IHP van Heerenveen hebben wij ook hergebruik centraal willen stellen. Door niet automatisch voor nieuwbouw te kiezen kreeg circulair denken een plek. En wat we hier hebben gedaan voelt zo goed als nieuw.” Ronald vult de wethouder aan: “Op dit moment wordt het hergebruik van gebouwen steeds breder gedragen en algemeen geaccepteerd. Als delen van een bestaand onderwijsgebouw nog goed herbruikbaar zijn, besparen we al direct op het gebruik van grondstoffen. Dit project is daar een goed voorbeeld van.”

Ook op financieel gebied kreeg het samenwerken een invulling. Zowel schoolbestuur als gemeente droegen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid financieel bij. Het schoolbestuur zag de kans om in één keer een aantal zaken goed aan te passen. “We wilden minimaal doen wat maximaal kon”, aldus Bauke Kuperus, directeur bedrijfsvoering van Onderwijsgroep Midden-Friesland. “Steeds opnieuw maakten wij daarbij een afweging waar wij beschikbare middelen aan wilden uitgeven. Investeringen in de gymzaal gelden als goed

SLIM INVESTEREN
Van links naar rechts en van boven naar beneden:
Jelle Zoetendal, Erwin Veneklaas Slots, Marco van Zandwijk, Ronald Koekoek, Bauke Kuperus, Iko Scheepsma en Lennert Marinus

PROJECTINFORMATIE

Project

Bornego College Heerenveen

Opdrachtgever

Onderwijsgroep Midden-Friesland

Gemeente

Heerenveen

Projectmanagement

ICSadviseurs

Architect

De Unie architecten

Installatieadvies

Innax

Bouwkundig aannemer

Bouwbedrijf de Vries

Installateur

ITBB

Omvang

6.903 m² bvo

Stichtingskosten

€ 7.928.440 (incl. btw)

Ingebruikname

2024

voorbeeld van de gekozen aanpak. Verbetering van de akoestiek en luchtkwaliteit hadden hier onze prioriteit. Geld dat we niet hebben uitgegeven aan plafonds en vloer konden worden besteed aan akoestische wanden en het ventilatiesysteem. Een ander voorbeeld is de gebouwschil. Het dak is geïsoleerd. De gevel zelf is in tact gelaten. Wel is deze gecontroleerd op luchtdichtheid om grote koude lekken op te sporen.”

BESTUURLIJK COMMITMENT

Zowel schoolbestuur als gemeente hadden hun bestuurlijk mandaat goed geregeld. “Nergens hebben we de weg van vertraging opgezocht”, licht Bauke toe. “Binnen de mogelijkheden die er waren heeft iedereen zijn rol goed opgepakt. Niemand is achterover gaan zitten.” Iko Scheepsma, projectmanager van ICSadviseurs: “Voor de uitvoering is gewerkt in een bouwteam. Ook hierin was iedereen zich bewust van een goede samenwerking om tot resultaat te komen. Aannemer De Vries uit Leeuwarden en installateur ITBB uit Heerenveen schakelden mee in de momenten

Duurzaam IHP voor Heerenveen

De gemeente Heerenveen investeert de komende jaren veel geld in de aanpak van verouderde schoolgebouwen. Afspraken zijn vastgelegd in het uitvoeringsprogramma van het duurzaam Integraal Huisvestingsplan (IHP). Bij de totstandkoming van het IHP is veel geïnvesteerd in de onderlinge relatie(s). Samen is gezocht naar de grote lijnen en het langjarig commitment. De leegstand die in de gebouwenportefeuille aanwezig was heeft geleid tot verandering in het denken. Op de achtergrond speelde hierin ook het fusieproces van de twee VO-scholen mee. Schoolbesturen en gemeente hebben nu scherp in beeld wat er allemaal moet gebeuren. Bij het IHP is de keuze gemaakt om reëel te begroten, rekening te houden met indexering over de jaren heen als ook te kijken naar de mogelijkheid van langere afschrijvingstermijnen en het gaan rekenen met restwaarde. Wethouder Zoetendal vindt het geven van duidelijkheid belangrijk: “We willen hiermee aan de gemeenteraad een zo reëel mogelijk beeld van de kosten geven. Daarbij zullen we ook moeten beseffen dat we afhankelijk zijn van het Rijk.” Hij wijst daarmee op de verhouding tussen het Rijk en de gemeenten waar het gaat om de beschikbare vergoedingen. “Investeringen moeten wel passen in het totale financiële plaatje van de gemeentebegroting. De komende jaren zullen de financieringslasten voor veel gemeenten toenemen zo ook in Heerenveen. De gemeenteraad zal dit moeten meenemen in de toekomstige besluitvorming voor nog te maken keuzes”, aldus Zoetendal.

dat het lastig was. We konden elkaar vinden in het vooruit komen. We stonden met elkaar steeds in de aanpak-stand.” Lennert vult hem aan: “Projecten als deze vragen om een hoge mate van flexibiliteit.” Zijn advies voor andere gemeenten en schoolbesturen die op het punt staan een schoolgebouw te renoveren is dan ook duidelijk: “Hou ruimte voor het onvoorziene. Geef elkaar de ruimte. Dat helpt om de snelheid in het proces te houden.”

Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl en www.heerenveen.nl.

TIJDELIJKE HUISVESTING ALS KWALITATIEVE OPLOSSING

Van de nood een deugd maken

Het leveren van de nieuwste generatie modulaire units om de groei of piek in het leerlingaantal op te vangen of de bouw van een compleet schoolgebouw om een periode van vernieuwbouw te overbruggen, voor Algeco kan het allemaal. Algeco is een internationaal bedrijf dat al 70 jaar modulaire en duurzame huisvestingsoplossingen voor het onderwijs biedt. Het bedrijf kent zijn oorsprong in Moerdijk. Door de overname van BUKO bouwsystemen in 2019 werd het in één keer één van de grootste spelers op het gebied van tijdelijke huisvesting.

HOOGWAARDIG ALTERNATIEF

Rob Bruin, Sales Manager Algeco, denkt in kansen: “De vraag naar tijdelijke huisvesting kan steeds beter worden ingevuld met hoogwaardige oplossingen. De laatste jaren hebben wij op meerdere plekken laten zien wat er bereikt kan worden met tijdelijke huisvesting.” Als voorbeeld noemt hij projecten als IKC De Lichtlijn in Den Helder, een basisschool in Rotterdam of de tijdelijke voorziening voor het Griftland college in Soest. “Tijdelijke voorzieningen zullen steeds vaker nodig zijn. Bijvoorbeeld in het geval dat bestaande bouw gerenoveerd wordt. Gedurende de renovatiewerkzaamheden moeten leerlingen en personeel gewoon op een veilige, comfortabele en moderne onderwijsruimte kunnen rekenen.”

FULL SERVICE CONCEPT

In Nederland heeft Algeco haar eigen productielijn gebaseerd op een full service concept. “Snelheid,

slim ontwerpen en een zo efficiënt mogelijke inzet van gemeenschapsgeld daar is het ons om te doen. Als producent van modulaire oplossingen hebben we geleerd mee te denken met de klant. Hierdoor is een optimaal product ontwikkeld tegen een scherpe prijs”, vertelt Annemiek Glorie, commercieel directeur Algeco. Voor de Nederlandse markt is dat de Fire X unit. Een vergelijking met permanente bouw gaat niet op. ”Modulaire oplossingen moet je niet met permanente huisvesting willen vergelijken. Beide hebben een ander doel. Anders dan bij permanente huisvesting zijn modulaire oplossingen snel en makkelijk op en af te schalen. Al bij het ontwerp is nagedacht over de terugname en het toekomstig hergebruik op andere plaatsen”, aldus Annemiek. Waar in andere sectoren tweede hands oplossingen al gangbaar en goedkoper zijn, lijken de kansen voor refurbished huisvesting nog onvoldoende benut. Zeker als je weet dat het gebruik van de units gemiddeld genomen tussen de 6 maanden en 5 jaar ligt.

Tekst: Marco van Zandwijk
Griftland College Soest

OP- EN AFSCHAALBAAR

Modulaire systeembouw biedt volgens Rob inderdaad meerdere voordelen. “Meest bekend is de inzet van tijdelijke huisvesting om groei en krimp op te vangen. Met de groeiende opgave van schoolgebouwen die vervangen moeten worden groeit ook daar een behoefte. Dat vraagt om huisvesting die tijdelijk beschikbaar moet zijn op het moment dat het bestaande schoolgebouw wordt gerenoveerd of vervangen. Gemeenten doen er verstandig aan om bouwstromen op elkaar af te stemmen zodat de tijdelijke huisvestingsvoorzieningen voor diverse projecten, na elkaar inzetbaar zijn. Het helpt om aan de voorkant van huisvestingsplannen al een adviesgesprek te hebben over de benodigde tijdelijke voorzieningen. Op die manier kunnen wij vanuit onze expertise en ervaring, al meedenken met de opgave. Over wissellocaties zijn goede afspraken te maken. Dit zodat gemeente en schoolbesturen ook tijdens de bouw en verbouw verzekerd zijn van hoogwaardige onderwijsvoorzieningen.”

MODERNE KWALITEITSEISEN

De modulaire bouwtechnologie staat niet stil in zijn ontwikkeling. De nieuwste generatie modulaire units voldoet aan alle moderne kwaliteitseisen op gebied van veiligheid. Ook zijn deze uitgerust met CO2-sensoren en warmteterugwinning. Rob legt uit: “Algeco staat er om bekend dat het niet weg loopt voor wensen van de gebruiker. De tijdelijke basisschool in Rotterdam, bestaande uit 54 modulaire units, werden op verzoek van de school voorzien van glazen schuifdeuren en dakramen. Concentratie ruimtes, leerpleinen en andere functionele wensen zijn prima mee te nemen bij de functionele indeling van ruimten. Het ontwerp voor de tijdelijke school in Rotterdam voorzag in een gang die zes meter breed was. Daarmee kon deze ruimte ook worden ingezet als lesruimte. Waar gewenst zijn er maatregelen te treffen op gebied van ICT, daglicht en akoestiek. Zo zijn ingebouwde akoestische panelen een geliefd

element onder zowel leerkrachten als leerlingen. Ze zorgen voor een stille en rustige omgeving, wat essentieel is voor een goed leerproces. Extra investeren in een andere afwerking van de gevel kan maar werkt wel kostenverhogend zowel in de productie als het latere remonteren en demonteren.”

ENERGIE-EFFICIËNTIE

Duurzaamheid en uitstraling zijn belangrijke elementen voor een hoogwaardig schoolgebouw. Wel zullen deze altijd in evenwicht moeten zijn met de kosten die daarvoor gemaakt moeten worden. Annemiek legt uit: “De nieuwste generatie Fire-X units maken onderdeel uit van het Algeco ECO-programma. Deze units hebben een hoge energie efficiëntie en zijn uit te voeren met zonnepanelen. Door het modulaire karakter en de losmaakbaarheid scoort het bouwsysteem hoog op gebied van milieuprestatie en CO2 reductie. Als producent nemen we de units terug. Hergebruik vormt feitelijk gezien de basis van ons product”. Annemiek verwacht naar de toekomst toe meer hybride oplossingen. “Leerlingstromen wisselen

Griftland College Soest
Basisschool Park 16 Hoven Rotterdam
IKC De Lichtlijn Den Helder

sterk, dat zal naar de toekomst toe niet veranderen. Tijdelijke en permanente huisvesting kunnen meer naar elkaar toe groeien maar het zullen wel altijd afzonderlijke productielijnen blijven.”

PALEIS NOORDEINDE

Algeco realiseert niet alleen tijdelijke voorzieningen voor het basisonderwijs. Afgelopen jaar is in Soest een tijdelijk onderwijsgebouw opgeleverd dat ruimte biedt aan 500 leerlingen in het voortgezet onderwijs. In de tijd dat het nieuwe hoofdgebouw wordt gerealiseerd bieden de units een hoogwaardige leeromgeving voor deze leerlingen. “Docenten zijn zeer te spreken over het binnenklimaat. In een periode dat het ontzettend warm was, was de werkomgeving in de tijdelijke voorziening aangenaam koel. De temperatuur was er veel beter te regelen dan in de lokalen uit het huidige hoofdgebouw. Vanaf dat moment noemen de docenten de tijdelijke huisvesting gekscherend ‘Paleis Noordeinde’. Het is fijn om de positieve impact op de leeromgeving te zien”, vertelt Rob met enige trots.

WAARDERING GEBRUIKERS

Uit opgehaalde ervaringen maakt Annemiek op dat gebruikers de geboden kwaliteit van de tijdelijke voorziening waarderen. “Soms is een tijdelijke voorziening gewoon onontkoombaar. Wat veel schoolbesturen niet weten is dat tijdelijke voorzieningen vaak worden ingericht met het nieuwste van het nieuwste. Dit was ook het geval bij de tijdelijke voorziening voor IKC De Lichtlijn die in het voorjaar van 2024 is opgeleverd. Zowel leerlingen als leerkrachten zijn blij met de ruime gangen, de overzichtelijke klaslokalen en het rustige kleurgebruik.”

SNELHEID EN HERGEBRUIK

Een tijdelijk onderwijsvoorziening kan er binnen een paar weken staan. De grote meerwaarde van de modulaire oplossingen zit dan ook in de snelle realisatie en de totale ontzorging vanaf het conceptidee tot terugname van de modulaire units. Het proces voor een tijdelijke school is zodanig gestandaardiseerd dat plaatsing snel te organiseren is. Dit bespaart gemeenten en schoolbestuur veel zorgen, tijd en

“Kansen voor refurbished huisvesting zijn nog onvoldoende benut”

daarmee geld. Rob noemt het voorbeeld van de snelheid waarmee de tijdelijke voorziening voor het VO Griftland in Soest kon worden gerealiseerd. “Door een goede begeleiding had dit project slechts een doorlooptijd van 3 maanden. In de snelheid waarmee de modulaire units zijn geproduceerd, kon het proces van de omgevingsvergunning worden doorlopen. De doorlooptijd van idee tot uitvoering is sterk afhankelijk van de context. Een binnenstedelijke context vraagt veel meer afstemming. Voordeel is wel dat er slechts één partij fungeert als aanspreekpunt voor het hele proces. Binnen Algeco is alle expertise aanwezig om de realisatie van ontwerp tot hergebruik te regelen.”

Kijk voor meer informatie op www.algeco.nl.

Rob Bruin trots op tijdelijke school IKC De Lichtlijn
Basisschool Park 16 Hoven Rotterdam

BXL SYSTEEMBOUW: FLEXIBEL, DEMONTABEL EN DUURZAAM

Het modulaire bouwsysteem van morgen

In Goes wordt gebouwd aan een nieuw en zeer duurzaam Ostrea Lyceum, naar een ontwerp van architectenbureau De Twee Snoeken. Uniek in dit project is het BXL-bouwsysteem waarmee de middelbare school wordt opgetrokken. Het systeem is flexibel en demontabel en voldoet aan de hoogste eisen qua circulariteit en duurzaamheid.

Het Ostrea Lyceum in Goes is de eerste school in Nederland die wordt gerealiseerd met het demontabele BXL-bouwsysteem van Bouwgroep Zuiderbosch. Met de voorloper van dit bouwsysteem is de afgelopen decennia echter al meer dan 100.000 m² onderwijsruimte gebouwd. “Er zit heel veel kennis in dit systeem waarmee we al jaren bouwen”, vertelt Erwin Vrijhoeven, hoofd

“Met ons bouwsysteem met kolommenstructuur zijn schoolgebouwen zeer aanpasbaar.”
- Stefan Jansen

bedrijfsbureau bij Peters Bouw & Onderhoud. Erwin is zelf betrokken geweest bij de doorontwikkeling van het systeem. “In samenwerking met Van Boxsel Engineering is het bouwsysteem toekomstbestendig gemaakt door het demontabel te maken en de belastbaarheid te verhogen. De onderdelen van het betoncasco zijn voortaan makkelijk uit elkaar te halen en elders opnieuw te gebruiken.” Het vernieuwde systeem is onlangs onder de vlag van BXL Systeembouw opnieuw geïntroduceerd en in Goes wordt het nu voor het eerst toegepast.

IFD-PRINCIPES

“Dit systeem heeft de hoogste losmaakbaarheidsfactor volgens de Building Circularity Index”, stelt Stefan Jansen, directeur van Peters Bouw & Onderhoud. “We gebruiken bij de bouw geen schroeven. De onderdelen liggen als het ware los op elkaar en door het gewicht van het gebouw zitten de onderdelen aan elkaar vast. We hebben daarbij de vloerbelasting verbeterd naar 500 kilo per vierkante meter. Dat is voor scholen verplicht in de ontmoetingsruimten.”

Het BXL-bouwsysteem is volledig gebaseerd op de principes van Industrieel, Flexibel en Demontabel (IFD) bouwen en maakt gebruik van gestandaardiseerde prefab elementen. Met de betonnen kolommen, wanden, vloeren, en betonnen- en houten spouwbladen kunnen met kleine modificaties alle gebouwoplossingen worden gerealiseerd. Groot voordeel van de kolommenstructuur is dat er zeer adaptief gebouwd kan worden.

FLEXIBEL

Stefan: “Dragende wanden zijn funest voor de adaptiviteit van gebouwen. Nieuwe onderwijsvisies zijn daardoor lastig in te passen. Met ons

“Met onze specialisten binnen de bouwgroep kunnen we partijen echt ontzorgen.”
- Erwin Vrijhoeven

bouwsysteem met kolommenstructuur zijn de schoolgebouwen juist zeer aanpasbaar.” Erwin: “In Goes bouwen we een school die 60 meter lang is, met ruimtes die 7.5 meter breed zijn. Daardoor ontstaat een zeer grote zone die flexibel indeelbaar is. Door te werken met demontabele binnenwandsystemen heeft het Ostrea Lyceum enorme vrijheid om de ruimtes naar eigen inzicht in te delen. Op termijn kunnen er bovendien relatief gemakkelijk andere leerconcepten in ondergebracht worden.”

Ook het installatieconcept wordt in het BXLbouwsysteem meegenomen. Erwin: “We pakken het echt integraal aan en hebben verschillende installatieconcepten waaruit gekozen kan worden.”

combinatie met hout en andere biobased materialen. “Die duurzaamheid zit vooral in de losmaakbaarheid, in de adaptiviteit en in de lange levensduur”, verduidelijkt Stefan. “Ons beton gaat minstens honderd jaar mee, misschien wel honderdvijftig jaar. Maar buiten het betonnen casco bouwen we zo veel mogelijk biobased. Dat doen we in Goes ook, waar de gevels allemaal van hout zijn.”

STERKE TROEF

PROJECTINFORMATIE

Project Nieuwbouw Ostrea Lyceum

Opdrachtgever

Stichting Christelijk Voortgezet

Onderwijs Zeeland

Architect

De Twee Snoeken

Aannemer

Peters Bouw & Onderhoud

Oppervlakte

8.500 m²

Gereed

December 2026

Stefan: “Met frisse scholen klasse B moeten we bijna duizend kuub per lokaal ventileren om de CO2 op orde te houden. Bij een dergelijke ventilatie kunnen we de lucht prima als drager gebruiken om de temperatuur te regelen. Dat werkt beter dan vloerverwarming die traag reageert. We hebben zelfs systemen gerealiseerd waarbij dat watergedragen gebeurt met een HVRF-systeem.”

MILIEUEISEN

Met een MPG-score van 0.12 loopt het nieuwe bouwsysteem van Bouwgroep Zuiderbosch vooruit op milieueisen die eraan zitten te komen. “We hebben voor alle bouwelementen LCA’s laten opstellen”, vertelt Stefan. “Alles is geaccrediteerd, gecertificeerd en opgenomen in de Nationale milieudatabase. Dit bouwsysteem scoort tot wel 60% beter dan traditionele bouwsystemen. We gaan qua duurzaamheid zelfs voorbij aan CLT-bouw. Het idee dat bouwen met beton niet duurzaam is, verwerpen wij dan ook stellig.”

Beton is volgens Erwin en Stefan bij uitstek duurzaam, mits het op de juiste manier wordt toegepast in

Met het vernieuwde bouwsysteem denkt Stefan een sterke troef in handen te hebben. “In het onderwijs staat zoveel te gebeuren. De nieuwbouwopgave is enorm en architecten zijn echt zoekende. Duurzaamheid staat overal dikgedrukt in het programma van eisen. Maar schoolbesturen willen ook adaptieve schoolgebouwen, gebouwen die kunnen meebewegen met veranderingen in het onderwijs. Het BXL-bouwsysteem is uitermate geschikt om die uitdagingen het hoofd te bieden. Het systeem is flexibel en demontabel en voldoet aan de hoge eisen voor geluidsisolatie, frisse scholen en brandwerendheid.”

Ook het transport naar en op de bouwplaats zijn inmiddels verduurzaamd, want elektrisch. Stefan: “We kunnen zelfs in een Natura 2000 gebied een gebouw emissieloos neerzetten. We hebben hiermee echt het bouwconcept van morgen in handen. Hier komt steeds meer vraag naar. Flexibel, adaptief en duurzaam bouwen, dat wordt de standaard.”

Erwin: “Met onze verschillende specialisten binnen de bouwgroep kunnen we partijen hierin echt ontzorgen. Zij hebben verstand van onderwijs, wij van het bouwproces.”

Voor meer informatie over het BXL-bouwsysteem: www.bxlsysteembouw.nl.

DUURZAAMHEID EN VERNIEUWING

Facelift voor Pulastic® sportvloer in sportzaal Snelleman

Twee sportzalen, een tribune met ruimte voor 150 supporters en een gezellige horeca. Je vindt het allemaal in sporthal Snelleman. Wil je sporten in een multifunctionele zaal? En kiezen uit een divers sportaanbod? In Rotterdam-Noord ben je bij sporthal Snelleman aan het juiste adres.

In 2013 werd in deze sportaccommodatie een Pulastic ® Elite Comfort-systeem aangebracht. Sindsdien hebben sporters en andere gebruikers met veel plezier gebruik gemaakt van deze hoogwaardige sportvloer. De ervaringen zijn altijd zeer positief geweest. Het benadrukt de eigenschappen van een duurzame en functionele vloer.

PULASTIC® FACELIFT

Om de vloer in topconditie te houden en de sporttechnische eigenschappen te optimaliseren, is recent een Pulastic® Facelift uitgevoerd. Tijdens deze vernieuwing is de vloer voorzien van een nieuwe coating en belijning, waardoor het er

weer als nieuw uitziet. De gekozen kleur, Sand Beige, geeft de sportaccommodatie een frisse en professionele uitstraling.

100% AUTOBAND

Het zorgen voor de juiste schokdemping, stevige grip en een strakke belijning levert een optimaal sportplezier en een perfect balstuitgedrag. Gemiddeld gaat een sportvloer 25 jaar mee. Het team Onderhoud van Sportbedrijf Rotterdam controleert regelmatig of er iets gedaan moet worden aan de vloeren die de afgelopen jaren gelegd zijn. Sommige krijgen tussendoor een Facelift, zoals bij sportzaal Snelleman. Is het tijd om volledig te vernieuwen? Dan wordt de vloer netjes gerecycled.

“Als de sportvloer er geschikt voor is kan deze gefacelift worden door een nieuwe polyurethaan gietlaag op de bestaande vloer aan te brengen met daarop een coating en belijningen. Eventuele beschadigingen aan uw oude vloer worden meteen gerepareerd. Doordat de basis van de sportvloer er al ligt, is dit een relatief eenvoudige en prijsgunstige oplossing voor een nieuwe sportvloer.”

– Bart Snoek – Account Manager Sport bij Sika

De ondervloeren zijn gemaakt van 100% gerecyclede autobanden. De oude vloeren worden ook helemaal gerecycled en komen weer terug in de rubberen ondervloer van de nieuwe sportvloer. Sommige vloeren krijgen met een Facelift meteen een frisse nieuwe kleur, zoals bijvoorbeeld in sportzaal Snelleman. Dat valt wel op!

ENTHOUSIASTE REACTIES

Reacties van de gebruikers zijn na de Pulastic® Facelift bijzonder enthousiast: “De vloer voelt weer als nieuw aan en biedt opnieuw de optimale combinatie van speelcomfort, veiligheid en duurzaamheid.” Dankzij deze vernieuwing kan de vloer weer jarenlang intensief worden gebruikt,

“Met een tijdig uitgevoerde facelift wordt zowel de levensduur verlengd als de gebruikerservaring verbeterd”

zonder concessies te doen aan kwaliteit en prestaties. Dit project is een prachtig voorbeeld van hoe een tijdig uitgevoerde facelift niet alleen de levensduur van een sportvloer verlengt, maar ook de gebruikerservaring aanzienlijk verbetert. Met deze vernieuwde vloer blijft de sportaccommodatie een fijne en professionele plek voor sporters van alle niveaus.

Meer informatie: www.sika.nl.

VERNIEUWDE LEEROMGEVING SG W.J. BLADERGROEN

Inspirerende huisvesting brengt onderwijsvisie tot leven

Scholengemeenschap W.J. Bladergroen in Purmerend heeft onlangs een aantal belangrijke ruimtes laten vernieuwen. Het resultaat? Een schoolomgeving die niet alleen moderner en functioneler is, maar ook aansluit bij de onderwijsvisie en het welzijn van zowel leerlingen als docenten.

Schooldomein sprak met Bram van Kooten en Anne de Haas van Eromesmarko en met teamleider Michael Meerhoff van de school over de vernieuwing van de ruimtes.

Bram herinnert zich hoe de herinrichting begon: “Nienke Spanjerberg , de toenmalige directeur van de school, kende ons. Wij hadden eerder al eens gewerkt voor de Purmerendse ScholenGroep. Zij zocht contact en gaf aan dat de personeelsruimte sterk verouderd was en toe was aan een vernieuwingsslag. Ook de praktijklokalen sloten niet meer aan bij de onderwijsvisie van de school

en moesten dringend aangepakt worden.” De personeelsruimte, de Breek en drie praktijklokalen kregen een complete make-over, verzorgd door schoolinrichter Eromesmarko.

VAN KOUDE KANTINE NAAR WARME ONTMOETINGSPLEK

Anne kreeg eerst de opdracht een totaalplan voor de personeelsruimte te maken. Anne: “Het moest een prettige ontmoetingsplek worden met een huiselijke sfeer. Ik heb dus gezorgd voor verschillende zitmogelijkheden. Zo is er een grote tafel voor

Tekst Linda Smolders

gezamenlijk overleg gekomen, staat er een hoge tafel, zijn er bankjes en is er een comfortabele zithoek met karpet. We hebben gekozen voor warme kleuren en natuurlijke materialen, zoals hout en verschillende tinten groen, om een gezellige, huiselijke sfeer te bereiken. Ook de aangrenzende werkruimte, gescheiden door een glazen wand, werd aangepakt en kreeg nieuwe meubels en dezelfde groentinten.”

Teamleider Michael is enthousiast: “Deze ruimte voelt als een huiskamer. Het is een plek waar je graag komt, waar je even rustig kunt zitten en collega’s kunt ontmoeten. We kunnen er zelfs darten - het voelt echt als een ontspannen omgeving.”

TIME OUT-PLEK VOOR LEERLINGEN

Omdat de make-over van de personeelsruimte naar ieders tevredenheid was gerealiseerd, kreeg Anne de opdracht om ook de Breek en de praktijkruimtes aan te pakken. De Breek is er speciaal voor leerlingen die even tot rust moeten komen en een time out van een bepaalde situatie willen. Of het nu gaat om een conflict, een emotionele bui of simpelweg de behoefte aan een moment van rust, deze ruimte biedt een veilige omgeving. Anne legt uit: “De opdracht voor deze rommelige ruimte, was om ook hier een huiselijke en rustige sfeer te creëren met niet teveel

“Door een aantrekkelijke, goed ingerichte leeromgeving te bieden, stimuleren we niet alleen het leren, maar ook het plezier in school”

prikkels. Dat heb ik gedaan door met rustgevende kleuren blauw te werken, een knusse zithoek te creëren, een grote tafel neer te zetten waaraan de kinderen spelletjes kunnen doen of werken. Ook heb ik een individuele werkplek gecreëerd, speciaal voor kinderen die even alleen willen leren.”

PRAKTIJKLOKALEN: ONDERWIJS IN EEN

REALISTISCHE SETTING

Naast de personeelsruimte en de Breek werden ook drie praktijklokalen volledig vernieuwd: Dienstverlening en Producten, Handel en Verkoop en Zorg en Welzijn. Voorheen waren dit verouderde, onverzorgde ruimtes met weinig samenhang. Bram beschrijft de uitdaging: “De lokalen waren een bijeengeraapt geheel: kasten met scheefhangende deuren, dozen in de hoek, meubels die niet op elkaar aansloten, weinig elementen die de praktijk nabootsten ... Dat moest anders. De praktijklokalen moesten realistische werkomgevingen worden waar leerlingen kunnen leren in een realistische werkomgeving.” Het Zorg en Welzijn-lokaal werd

ingericht als een combinatie van verschillende werksettings: een ouderenzorg-ruimte met een hoog/ laag-bed, een kinderopvanghoek, een schoonheidsen een kapsalon. Anne: “Alles moest op een relatief kleine ruimte passen, inclusief opbergruimte en schoonmaakmiddelen. De grootste uitdaging was om alles functioneel én sfeervol te maken, maar ik denk dat we daar goed in geslaagd zijn.”

LEVENSECHTE WINKELOMGEVING

In het lokaal van Dienstverlening en Producten zijn diverse elementen samengebracht, zoals een green room voor het opnemen van video’s, een technische hoek en een keuken. In het lokaal voor Handel en Verkoop is nu een levensechte winkelomgeving gecreëerd. Er kwam een kledingzaak met paskamer, een mini-supermarkt met een echte kassa en een etalage. “Leerlingen leren hier niet alleen theorie, maar ook hoe ze een winkel inrichten en klanten helpen”, vertelt Bram. Michael merkt het effect op de leerlingen: “Als de kinderen in de kledingzaak staan, nemen ze een andere houding aan. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de winkel en gedragen zich professioneler. Je hoort ook terug van de kinderen dat zij het fijn vinden om in de praktijkruimtes te leren en te werken.”

EEN INTENSIEF, MAAR SUCCESVOL PROCES

Het realiseren van deze vernieuwde ruimtes vergde nauwe en intensieve samenwerking tussen de school en Eromesmarko. Vanaf de eerste gesprekken tot de uiteindelijke uitvoering was er voortdurend overleg. “De school had al een vaste aannemer en een partij voor de vloeren. Wij moesten daar goed op aansluiten”, zegt Bram. “Veel werk vond plaats in de schoolvakanties, wat logistiek een uitdaging was, maar door de goede samenwerking verliep alles soepel.” Anne benadrukt hoe belangrijk overleg met docenten was: “We hebben drie lange, intensieve sessies gehouden met de vakdocenten van de drie praktijkrichtingen. Welke elementen konden niet ontbreken in de ruimtes? Daar hebben we goed naar geluisterd. Het voelde echt als een gezamenlijk project, waarin iedereen zijn expertise inbracht.”

Michael knikt: “De vernieuwde ruimtes sluiten aan bij de onderwijsvisie van SG W.J. Bladergroen, waarin praktijk en theorie steeds meer in elkaar overlopen. We willen af van het klassieke model waarin theorie en praktijk gescheiden zijn. Door een aantrekkelijke, goed ingerichte leeromgeving te bieden, stimuleren we niet alleen het leren, maar ook het plezier in school.”

EIGENAARSCHAP

Een belangrijke vraag bij de herinrichting was hoe leerlingen en docenten met de nieuwe ruimtes zouden omgaan. Bram: “Wij merken vaak dat als je investeert in een kwalitatieve inrichting, leerlingen er ook zorgvuldiger mee omgaan. Scholen vinden het soms spannend om kwetsbaarder meubilair te kiezen, maar wij zien dat eigenaarschap creëren juist helpt. Als je benadrukt dat een ruimte speciaal voor hen is, worden leerlingen daar zuiniger op.”

Michael herkent dit. “We zien tot nu toe dat leerlingen netjes met de nieuwe ruimtes omgaan. Maar dat is niet vanzelfsprekend, we moeten dit als school ook blijven sturen. Leraren spelen hier een belangrijke rol in door leerlingen erop te wijzen dat dit hún plek is, en dat ze daar goed voor moeten zorgen.” Hij heeft goede hoop dat dit eigenaarschap zich doorzet naarmate de nieuwe inrichting langer in gebruik is.

MEER DAN EEN ESTHETISCHE VERBETERING

De herinrichting van SG W.J. Bladergroen is meer dan een esthetische verbetering. Het draagt bij aan een betere leeromgeving, ondersteunt de onderwijsvisie en geeft zowel leerlingen als docenten een prettige plek om te werken. Anne kijkt tevreden terug: “Het ontwerp is vrijwel één op één gerealiseerd. Het is fantastisch om te zien hoe de ruimtes tot leven zijn gekomen.” Michael sluit af: “Deze investering was het dubbel en dwars waard. We zien een positieve verandering in het gedrag en de leerhouding van de leerlingen. Dit is precies waar we naartoe wilden.”

Voor meer informatie: www.eromesmarko.nl.

Samen met u realiseren wij als bouwteamof Design & Build-partner dé perfecte omgeving voor leren, werken en recreëren – met oog op de toekomst.

Duurzaam

Innovatief

Toekomstgericht

Een school is meer dan een gebouw. Het is een plek waar leerlingen groeien, ontdekken en dromen.

Daarom bouwen wij groene, frisse, scholen, die inspireren én flexibel meebewegen met de tijd.

Of het nu gaat om nieuwbouw, renovatie of uitbreiding, wij realiseren de school die vandaag werkt en klaar is voor morgen.

VEILIG

EN BESCHUT BUITEN SPELEN

Oplossing bij schaarse schaduw op speelpleinen

Een grote wens van een school of kinderdagverblijf is dat het graag wil dat kinderen in alle veiligheid kunnen spelen en leren, ook wanneer het weer niet meewerkt. Maar hoe zorg je er nu voor dat de buitenruimte ongeacht het weer bruikbaar blijft? Een plek waar het fijn of leuk vertoeven is? Of het nu regent, waait of wanneer de zon fel schijnt, Hoover Concepts biedt hiervoor een fraaie oplossing: op maat gemaakte zeiloverkappingen die enerzijds zorgen voor schaduw en anderzijds bescherming bieden tegen gevaarlijke UV-straling. Met deze oplossing kan het verbranden van de huid worden voorkomen èn tegelijkertijd beschutting worden geboden tegen regen en wind.

BELANG VAN BUITENSPELEN

Dat het buiten spelen en leren essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen behoeft geen uitleg. Veel onderzoeken hebben dit al laten zien, maar dat maakt het voor veel scholen en kinderdagverblijven nog niet altijd makkelijk om buitenruimte te creëren die voldoende bescherming biedt tegen verschillende weersomstandigheden. Edwin van der Smissen, directeur Hoover Concepts, geeft uitleg:

“Veel traditionele overkappingen passen niet altijd goed bij de beschikbare ruimte, waardoor ze niet de juiste uitstraling noch de gewenste functionaliteiten bieden. Stormvaste zeiloverkappingen bieden hierin

een flexibele oplossing. Geheel op maat gemaakt zodat deze perfect aansluiten bij de behoeften van de school of kinderopvang. De zeiloverkappingen beschermen kinderen tegen schadelijke UVstralen van de zon, een belangrijke factor gezien de toenemende kennis over de gevaren van de zon.”

ZEILOVERKAPPINGEN OP MAAT

Omdat de orientatie en daarmee de bezonning van de buitenruimte per school en kinderdagverblijf verschilt ontwerpt Hoover Concepts zeiloverkappingen op maat. De zeilen worden afgestemd op de grootte van het terrein en omgeving,

Tekst Menno Bierma

de stand van de zon en de specifieke wensen van de locatie. “Met behulp van geavanceerde 3D-tekenprogramma’s kunnen we in beeld brengen hoe de schaduw van de zeilen gedurende de dag valt, zodat men precies weet welke delen van het speelterrein het meeste beschermd zijn. Daarmee kunnen wij een 365 dagen schaduw-simulatie bieden. Handig als je vooraf wilt weten hoe de aanschaf uitpakt op locatie”, aldus Edwin.

DUURZAAM, ONDERHOUDSARM EN FUNCTIONEEL

“Hoover Concepts levert zowel semi-permanente zeiloverkappingen als ook Permanent Textile Structures. Daar waar semi-permanente zeiloverkappingen doorgaans gebruikt worden in de periode april tot en met oktober kunnen de permanente zeiloverkappingen 365 dagen per jaar buiten blijven. Zelfs bij harde storm en sneeuw. Onze zeiloverkappingen zijn niet alleen praktisch en mooi om te zien, maar ook duurzaam. Ze kunnen vrijwel het gehele jaar door buiten blijven hangen zonder dat er veel onderhoud nodig is. In de winterperiode, wanneer de meeste scholen hun zeilen niet meer buiten willen hebben hangen, verzorgen wij serviceen onderhoudsfaciliteiten. De materialen die voor de zeiloverkappingen worden gebruikt zijn uitermate sterk, behouden hun vorm en kleur en zijn eenvoudig

“Met geavanceerde 3D­programma’s kunnen we in beeld brengen hoe de schaduw van de zeilen gedurende de dag valt”

om te reinigen. Het beperkte onderhoud zorgt er voor dat gebruikers, zelfs bij intensief gebruik, jarenlang genieten van deze investering. De meeste onderdelen zijn zelfs recyclebaar waardoor ze een milieuvriendelijke keuze vormen voor wie zijn buitenruimte duurzaam wenst in te richten.”

SLIMME INVESTERING IN DE TOEKOMST

Met de beperkte ruimte die veel scholen en kinderopvanglocaties hebben, bieden de zeiloverkappingen ook een slimme en effectieve oplossing voor effectief gebruik van de buitenruimte. Ze creëren eigenlijk extra speelruimte, zodat kinderen ook bij minder mooi weer veilig buiten kunnen spelen en leren. Uit de praktijk blijkt ook dat het helpt om ouders gerust te stellen. Hun kinderen zijn immers zo beter te beschermen tegen de negatieve effecten van de zon. Een investering in een zeiloverkapping maakt buitenspelen zowel voor ouder als kind plezierig. Het zorgt daarbij niet alleen voor bescherming van de huid, maar ook voor een meer aangename en veiligere plek om buiten te spelen. Daar is het ons om te doen.”

Benieuwd naar wat een zeiloverkapping voor jouw school of kinderopvang kan betekenen? Wil je te weten komen hoe een op maat gemaakt 3D ontwerp tot stand komt? Neem contact op via www.hooverconcepts.com.

BETERE VENTILATIE VOOR BASISSCHOOL CBS DE MEANDER IN SAUWERD

Stille units zorgen voor frissere lucht

Op christelijke basisschool De Meander in het Groningse Sauwerd schoten de CO2-metertjes regelmatig in het rood. De school had dringend behoefte aan een beter binnenklimaat. Sinds dit voorjaar hangt in elk lokaal een ventilatie-unit. Ze zijn opvallend stil en zorgen merkbaar voor frissere lucht.

“Je hoort ze nauwelijks en we merkten direct verschil”

CBS De Meander (Stichting Goud) is een gemoedelijke dorpsschool in een groene omgeving in gemeente Het Hogeland. Ondanks de ligging in een krimpregio, is het leerlingenaantal op CBS De Meander stabiel. In de onderbouw neemt de aanwas zelfs toe, mede door recente nieuwbouw in het dorp. In het gebouw krijgen dit schooljaar 73 leerlingen les, verdeeld over vier lokalen. In een vijfde lokaal is kinderopvang gevestigd. “Bezoekers en ouders prijzen de fijne sfeer en docenten en leerlingen gaan hier met plezier naar school”, zegt directeur Anja Meems.

ZO SNEL MOGELIJK

Het gebouw uit 1988 is recentelijk op een aantal punten gerenoveerd. In het meerjaren huisvestingsplan staat nieuwbouw gepland voor over ongeveer dertien jaar. Maar één aspect kon daar niet op wachten: het binnenklimaat. Anja: “Door de combinatie van zon en plat dak waren vooral de lokalen aan de zuidkant erg benauwd, zeker in de zomer. En juist daar zit onze grootste klas: 25 leerlingen in de groepen 3 en 4. Zodra de kinderen in de klas zaten, sloegen de CO2-meters uit naar oranje. Daar moest echt iets aan gebeuren.” Huisvestingsvraagstukken worden voor CBS De

Tekst Anje Romein

PROJECTINFORMATIE

Project Ventilatie basisschool

CBS De Meander in Sauwerd

Opdrachtgever

Onderwijsbureau Meppel

Adviseur

Airmaster Benelux

Installatie

Venema Installatietechniek

Kosten

E 125.000

Oplevering

Februari 2025

BELEVING EN BEHEER

Meander opgepakt door het Onderwijsbureau Meppel. Dat bureau inventariseerde de wensen van de school, de indeling van het gebouw en het beschikbare budget. De vraag die daaruit voortkwam was: welke partij kan met behoud van de huidige CV-installatie snel en op korte termijn zorgen voor een niet te duur en niet te zwaar ventilatiesysteem dat het CO2-niveau omlaag brengt?

FRISSE SCHOLEN KLASSE C

Op dit punt in het verhaal komt Jean-Paul Pil in beeld, projectadviseur bij Airmaster. Hij adviseerde om in vijf lokalen een middelgrote ventilatie-unit te plaatsen, met daarin onder meer interne CO2- en temperatuursensoren. Door constante aanvoer van frisse lucht zorgen deze units ervoor dat de school nu voldoet aan niveau Frisse Scholen Klasse C. “De units halen frisse lucht van buiten naar binnen en brengen dit met een warmtewisselaar op een temperatuur van 19 graden”, vertelt Jean-Paul. “De lucht van binnen wordt weer naar buiten geblazen. De luchtstromen zijn van elkaar gescheiden. Als het heel koud is buiten zou er sprake kunnen zijn van een koudeval. Om toch altijd en overal op 19 graden uit te kunnen komen, hebben we ook voor elektrische naverwarming gezorgd.”

BEHEER EN BEDIENING OP AFSTAND

De internet gestuurde regeling Airlinq Online zorgt ervoor dat de temperatuur en het CO2 niveau per klas geregistreerd worden. Via deze regeling gaan waarschuwingen bovendien automatisch naar de onderhoudsmonteur, bijvoorbeeld als nieuwe filters nodig zijn. Jean-Paul noemt nog een extra functie: “In de zomer worden de lokalen ’s nachts extra gekoeld met lucht van buiten. De leerkracht treft dan de volgende ochtend een afgekoeld lokaal aan. Als diegene meteen de zonwering laat zakken, blijft de temperatuur nog lang aangenaam.”

Dertig procent van de aanschaf en installatie van het systeem is bekostigd uit de Specifieke Uitkering Ventilatie In Scholen (SUVIS). Deze overheidssubsidie komt nog voort uit de Covid-periode, toen de bewustwording rond het belang van frisse lucht in scholen toenam. “Niet dat wij pretenderen

ziektekiemen en virusdeeltjes uit scholen te kunnen weren”, benadrukt Jean-Paul. “Maar verse lucht in een lokaal zorgt wel voor een gezondere leef- en leeromgeving.”

VOORJAARSVAKANTIE

Elke ventilatie-unit is bevestigd aan het plafond tegenover het digibord, zodat deze nooit boven het hoofd van de docent hangt. De aansluiting naar buiten loopt of via de muur of via het plafond. Om overlast voor leerlingen te voorkomen vond de installatie – door Venema Installatietechniek uit Leek – plaats in de voorjaarsvakantie. Er waren negen man bezig om de klus in vijf dagen te klaren. Anja: “Toen het materiaal werd geleverd schrokken we even van de afmetingen van de units en de buizen voor op het dak. Maar het wende snel. Je hoort ze nauwelijks en we merkten direct verschil. De lucht is aanmerkelijk frisser, dat lezen we ook af aan de CO2-metertjes. Frisse lucht doet écht iets met de docenten en de leerlingen. Bovendien hebben we geen omkijken naar het systeem, het werkt volledig automatisch.”

KOELMODULE

Anja – sinds maart 2024 directeur – was zelf niet bij de besluitvorming betrokken. Was ze dat wel geweest, dan had ze ook graag voor de koelmodule gekozen. Maar daar hangt een hoger prijskaartje aan en met het oog op eventuele toekomstige nieuwbouw is daar niet voor gekozen. “Een airco of koelmodule zou in de zomer nog fijner zijn. Maar hier ben ik ook al heel blij mee. Dit systeem blaast frisse buitenlucht de school in, dat is zó belangrijk voor alle gebruikers van het gebouw. Dat merken we nu al.”

Kijk voor meer informatie op www.airmaster.nl.

FLEXIBELE LEEROMGEVINGEN MET EMPOWER SPACES EN BREEDVELD

Een conceptuele benadering van schoolinrichting

Sinds de oprichting in 2019 heeft Empower Spaces zich ontwikkeld tot een conceptueel ontwerpbureau dat organisaties helpt bij het vormgeven van hun (nieuwe) DNA en werkomgeving. Willeke Verhagen, conceptueel ontwerper bij Empower Spaces, vertelt over de samenwerking met BREEDVELD en hoe flexibele ruimtelijke oplossingen bijdragen aan een toekomstbestendige leeromgeving.

VAN VISIE NAAR REALISATIE

Empower Spaces werd opgericht door Maarten van Elsen, die met zijn bedrijf BUILD. TO WORK al actief was in bouw- en projectmanagement. De vraag naar interieurontwerp groeide en samen met Anne Adriaans richtte hij Empower Spaces op. “Wij benaderen een project altijd vanuit de kern: wat heeft de opdrachtgever nu nodig en waar willen ze over tien jaar staan? Die reis lopen we samen door”, vertelt Willeke. Het bureau, dat inmiddels acht medewerkers telt, richt zich op grote opdrachtgevers in de zakelijke markt, waaronder onderwijsinstellingen.

MULTIFUNCTIONELE LEEROMGEVINGEN

Een goed voorbeeld van het werk van Empower Spaces is het Minkema College in Woerden. Efficiency en multifunctionaliteit zijn de sleutelwoorden voor deze middelbare school. “Het onderwijs heeft de opdracht steeds flexibeler te worden. Er is behoefte aan grote lokalen voor instructies, maar ook aan kleinere ruimtes voor individuele begeleiding of groepswerk. Samen met BREEDVELD realiseren we die flexibiliteit”, legt Willeke uit. Met verplaatsbare wanden van BREEDVELD werd onder meer het makerspace op de begane grond opgesplitst in een praktijklokaal en een theorieruimte. Op de tweede verdieping werd een volledige vleugel verbouwd, waarbij een paneelwand P110 werd geplaatst om lokalen samen te voegen of te scheiden. Dit systeem is voorzien van een geïntegreerd railsysteem in het plafond, waardoor de vloerruimte vrij blijft. De wandpanelen zijn uitgevoerd met hoogwaardige geluidsisolatie

(Rw = 47 dB), zodat lessen ongestoord doorgang kunnen vinden, ongeacht de configuratie van de ruimte. Dat de ruimte nu ook bruikbaar is in de examenperiode, waar VMBO 4-klassen met 64 leerlingen in één ruimte moeten kunnen zitten, wordt met gejuich ontvangen.

ESTHETIEK EN FUNCTIONALITEIT

Empower Spaces kijkt niet alleen naar de functionele aspecten, maar ook naar de uitstraling. “BREEDVELD biedt alle ruimte in kleurkeuze en ook wat daglichttoetreding betreft wordt volop meegedacht. Reden om de zachtgroene wand voor het makerspace met grote glasopeningen uit te rusten. Dit zorgt niet alleen voor een open en lichte sfeer, maar vergroot ook het gevoel van verbondenheid binnen de leeromgeving.” De P110G-wanden zijn uitgevoerd in

BELEVING EN BEHEER

gehard veiligheidsglas en kunnen worden voorzien van akoestische folies of geïntegreerde jaloezieën voor extra privacy. BREEDVELD heeft niet alleen een zeer brede collectie, ook het ontwikkelen en leveren van maatwerk behoort tot de mogelijkheden.

“Het onderwijs heeft de opdracht steeds flexibeler te worden; samen met BREEDVELD realiseren we die flexibiliteit”

MEEBEWEGEN MET DE MAATSCHAPPIJ VAN MORGEN

Empower Spaces denkt na het succesvol realiseren van deelprojecten inmiddels ook mee met het Minkema College. “De wereld verandert en het onderwijs moet daarin mee. Ouders zijn meer betrokken en willen vaker met docenten in gesprek, wat vraagt om extra spreekruimtes. Daarnaast wordt gerekend op moderne faciliteiten, zoals prikkelvrije ruimtes voor studenten, oplaadpunten voor e-bikes

en een veilige stalling voor fatbikes. Scholen hebben bovendien in toenemende mate behoefte aan vandalismebestendige oplossingen.” Reden voor Willeke om een stuurgroep voor het masterplan te initiëren waarin directie, management en mogelijk zelfs studenten meedenken over de toekomst. “We nemen alle lagen van de organisatie mee in het concept, zodat de uiteindelijke oplossingen aansluiten bij de werkelijke behoeften.”

STRAKKE PLANNING EN EFFICIËNTE UITVOERING Omdat de meeste verbouwingen in de zomervakantie plaatsvinden, werkt Empower Spaces met een strakke planning. “BREEDVELD komt met haar oplossingen in de afbouwfase in beeld en houdt zich altijd aan de afspraken. De systemen zijn modulair opgebouwd en eenvoudig te bedienen, waardoor een korte instructie aan een van de leden van het conciërgeteam genoeg is. Bovendien wordt elke paneelwand geleverd met rail voorzien van een hoogwaardige poedercoating, waardoor ze extra duurzaam en onderhoudsvriendelijk zijn. De keuze voor BREEDVELD ligt daarom voor de hand.”

Kijk voor meer informatie op www.breedveld.com en www.empowerspaces.nl.

GROENdruk

GROENdruk is het groene Programma van Eisen voor duurzame toekomstige huisvesting.

Wereldwijd leeft de urgentie om van onze planeet een betere plek te maken. We willen een duurzame wereld achterlaten voor onze leerlingen, kinderen en kleinkinderen. Bij de realisatie van projecten is duurzaamheid daarom niet meer weg te denken. Maar wat betekent dat concreet als je bezig bent met de toekomstige huisvesting van jouw organisatie?

Bij de ontwikkeling of verduurzaming van een onderwijsgebouw of een MFA liggen de investeringskosten en exploitatiekosten vaak niet bij dezelfde partij. Dit leidt vaak tot een ‘split incentive’. Met GROENdruk maken we dit bespreekbaar. Met een helder en interactief proces verbinden we alle betrokkenen met elkaar en leggen we samen hoge ambities vast in het Programma van Eisen.

We vertalen het containerbegrip “duurzaamheid” naar concrete maatregelen in de thema’s energie, circulariteit, klimaatadaptief en biodiversiteit. Naast de kosten maken we ook de ecologische impact van de keuzes inzichtelijk.

Benieuwd hoe GROENdruk zonder extra inspanning jouw duurzaamheidsambities waar kan maken en meerwaarde voor je op kan leveren? Neem vandaag nog contact met ons op voor een kennismaking.

bbn adviseurs

T +31 (0)88 226 74 00 E info@bbn.nl W bbn.nl

WIJZE LESSEN DIGITALE DIDACTIEK

Beschrijft op een wetenschappelijk onderbouwde manier (evidence informed ) hoe educatieve technologie (EdTech) zijn plaats heeft in het onderwijs.

De implementatie van EdTech hoort niet alleen duurzaam maar ook ambitieus te zijn.

Wijze lessen. Digitale didactiek bestaat uit drie delen:

• De digitale (r)evolutie in het onderwijs

• Inzichten uit de wetenschap

KOPLOPERS IN ONDERWIJS 2030

De afgelopen maanden heb ik veel koffie gedronken. Niet zomaar koffie, maar koffie op uitnodiging van vmbo-directeuren die hun ambitieuze plannen met mij wilden bespreken. Deze gesprekken waren bijzonder, vooral omdat ik veel luisterde. De afspraken stonden gepland voor een uur, maar duurden vaak het dubbele. De directeuren zaten vol plannen die ze wilden delen en vroegen vooral om feedback. Hierdoor werden de gesprekken diepgaander en keken we samen naar de ontwikkelingen en trends in het vmbo- en mboonderwijs en de arbeidsmarkt van 2030.

Wijze lessen Digitale didactiek

2995

232 pagina’s

• Twaalf bouwstenen voor effectieve digitale didactiek

Wijze lessen. Digitale didactiek, 1e editie 2024, uitgave van Ten Brink Uitgevers

Scan de QR-code om te bestellen

voor ons aanbod zie www.tenbrinkuitgevers.nl

Wat zijn de kansrijke ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs en hoe vertaal je dit naar je onderwijs? Dit onderwerp is dan ook onderdeel van onze intervisies naar goede voorbeelden in Nederland en Vlaanderen. Intervisies zorgen vooral voor bevestiging en doorontwikkeling naar een verdere stip aan de horizon. Een horizon die ook in beweging is. Als school kom je tijdens de intervisies in beweging, en dit zorgt ook voor een bewustwording dat je in beweging moet blijven. Dit is voor veel scholen een uitdaging, maar we zien steeds meer scholen die hierin onderscheidend zijn. Onderscheidend in de zin van een bevlogen directie die het onderwijsteam meeneemt en in haar kracht zet.

We zien hier veel ex-topsporters die ook in het onderwijs als directeur of docent het verschil maken. Topsporters die nog steeds dezelfde passie en drive hebben en die een team versterken. Deze directies luisteren naar hun team en nemen ze mee op de ‘koffie’ naar goede voorbeelden. Dus moraal van het verhaal: geen prestatie zonder relatie en zorg voor veel koffiemomenten en zo wordt en blijf je koploper.

Adri Pijnenburg | Pijnenburg Techniek Scouting Toekomstverkenners & experts vmbo mbo

no.4

Thema: Natuurinclusief, klimaatadaptief en levensduurbestendig

Begin juli valt deze Schooldomein weer in uw bus of is hij digitaal te bekijken. De ontwerp- en ontwikkelopgave van scholen en wijkvoorzieningen staat steeds meer in het licht van natuur- en klimaatadaptief bouwen. Wat vraagt dat van betrokken partijen en de levensduur van gebouwen?

Hieronder een greep uit de bijdragen:

• Groot interview met Ingrid Sloot: In gesprek over natuur- en klimaatadaptief bouwen.

• Debat met experts: Experts in gesprek over levensduurbestendig ontwerpen.

• KC Broekgraaf in Leerdam: Kindcentrum gecombineerd met woonprogramma.

• IKC Remigius in Duiven: Flexibele onderwijsvoorziening voor onderwijs van morgen.

• Omgeving als basis voor ontwerp IKC De Wijssel: Integrale visie als basis voor samenwerking.

• Bethelschool in Waddinxveen: Duurzaam gerenoveerd met eigentijdse leerpleinen.

• Dorpshart Zwarte Waal: Basisschool, dorpshuis en sportzaal in één.

• KC ’t Loont in Overloon: Visie op onderwijs vertaald naar eigentijdse leergemeenschap. Graafschap College Doetinchem: Nieuw hart voor regionaal opleidingscentrum.

• Graafschap College Doetinchem: Nieuw hart voor regionaal opleidingscentrum.

Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt vier keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl.

Uitgever

Schooldomein is een uitgave van IVVD B.V. en Ten Brink Uitgevers

Redactie

Sibo Arbeek, Marco van Zandwijk, Rodric Leerling, Natascha Bruinstroop, Brenda Breems

Vaste medewerkers

Adri Pijnenburg, Ivo van der Hoeven, Anje Romein, Linda Smolders, Nicole Beaujean, Gemma Schoot, Ben Reef, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers (fotografie).

Redactieraad

De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres

Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, tel 06-82548370

E-mail: info@schooldomein.nl

Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Rodric Leerling van Schooldomein, Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, telefoon 06-83232625. rodricleerling@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Natascha Bruinstroop, natascha@fizz.nl.

De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl.

Abonnementen

Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt vier keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 32,- en voor losse nummers e 8,50 incl. verzendkosten.

Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 september van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

Productie

Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 3.

KC ’t Loont in Overloon

Bouwen aan de wereld van morgen

Nieuwe vaardigheden leren, talenten ontwikkelen, samen leren en groeien. Leerlingen doen dit het best in een omgeving die prettig, veilig én inspirerend is. Wij zorgen ervoor.

BM van Houwelingen is een betrouwbare partner in ontwikkeling, bouw en onderhoud. We werken aan prettige en duurzame leefomgevingen, waar mensen zich thuis en fijn voelen.

BM van Houwelingen

Hakgriend 26

3371 KA Hardinxveld-Giessendam

0184 - 67 72 00

info@bmvanhouwelingen.nl www.bmvanhouwelingen.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.