Schooldomein 5: Samen ontwerpen van ontmoetingen

Page 1


SCHOOLDOMEIN

SPORTDOMEIN ZORGDOMEIN WIJKDOMEIN

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

Samen ontwerpen van ontmoetingen

GROOT INTERVIEW

BERTUS KOOT EN JOKE KUIJF

Ontwerpen vanuit verbinding

IN GESPREK OVER ONTMOETINGSGERICHT ONTWERPEN Ontwerpen is ontmoeten

SPECIALE UITGAVE BIJ DEZE EDITIE:

‘Bouwen aan natuurinclusieve onderwijsomgevingen’ door Collectief Natuurinclusief

IKC HET KRISTAL IN DORDRECHT Een nieuw thuis voor leren en ontwikkelen

VAN DE REDACTIE

EEN NIEUWE FASE VOOR SCHOOLDOMEIN

In 1987 zag Schooldomein het levenslicht als informatievoorziening vanuit het Ministerie van OCW. Gestart met het doel voorlichting te geven over de scholenbouw in Nederland is Schooldomein uitgegroeid tot een platform met debatten, events en een actief netwerk met partners.

In al die jaren heeft het blad verschillende fases doorgemaakt. Dit steeds met als doel op verschillende niveaus te willen inspireren. De introductie van inspiratieboeken heeft de laatste jaren laten zien wat de kracht van Schooldomein is. In de wijze waarop kennis via digitale communicatie kan worden gedeeld wil Schooldomein nu ook stappen zetten.

Om de vindbaarheid van inspirerende projecten te vergroten maken we met het magazine Schooldomein de overstap naar een digitale verspreiding. In het nieuwe jaar zullen wij stoppen met de printuitgave. Met een hogere frequentie van nieuwsbrieven en inzet van onze digitale netwerken kunnen we zo meer inspelen op de actualiteit. Ook wordt er een app ontwikkeld. Daarmee wordt de content van Schooldomein toegankelijker, sneller beschikbaar en wordt verspreiding eenvoudiger en actueler.

De stap naar digitalisering en de lancering van de app brengt nieuwe kansen en mogelijkheden met zich mee. Het sluit aan bij onze ambitie om te gaan fungeren als dé digitale vindplaats voor inspirerende scholenbouwprojecten in Nederland. We verkennen de mogelijkheid om van de meest inspirerende

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer­, werk­ en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en

projecten per jaar een inspiratieboek samen te stellen. En zoals ik bij de overdracht van Sibo al heb aangegeven maak ik mij er graag hard voor om weer een Scholenbouwprijs te organiseren. Hoe mooi zou het zijn als het ons lukt deze zaken samen te laten vallen.

Maar voordat het zover is, het laatste nummer van dit seizoen. In dit nummer veel aandacht voor het samen bouwen aan voorzieningen rondom het onderwijs. Voor het hoofdinterview sprak ik met Bertus Koot en Joke Kuijf. Als geen ander zijn zij in staat om het samen bouwen en het werken vanuit verbinding en creativiteit toe te lichten. Daarnaast werkten wij de afgelopen maanden met het Collectief Natuurinclusief aan een landelijke Gids voor ‘Bouwen aan natuurinclusieve onderwijsomgevingen’. Deze gids vormt een mooi houvast voor wie de natuur meer ruimte wil geven in zijn ontwerp en­of bouwproject. Je treft het aan als een unieke uitgave bij deze laatste printuitgave van Schooldomein. Veel bladerplezier!

Scan de QR­codes voor de App Store en Google Play!

Marco van Zandwijk

Hoofdredacteur Schooldomein

Redactieteam:

Marco van Zandwijk, Rodric Leerling en Brenda Breems

maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt vier keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland.

Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk,

wordt mede mogelijk gemaakt door:

Als maatschappelijk verantwoorde onderneming stimuleert

Schooldomein doelen die goed zijn voor mens en milieu:

waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden.

Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar marco.van.zandwijk@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site

www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Marco van Zandwijk
Google Play App Store

37

THEMA

Samen ontwerpen van ontmoetingen

Samen bouwen aan voorzieningen rondom het onderwijs. Wie voor de opgave staat om onderwijs te huisvesten, kijkt tegelijkertijd naar de opgaven op het gebied van kinderopvang, zorg en sport. Het samenwerken, verbinden en ontmoeten komt daarmee steeds meer centraal te staan in de ontwerpopgave van deze gebouwen. Hoe geef je dit ontmoeten en deze samenwerking vorm? Vanuit Schooldomein zochten wij er mooie projecten bij.

BESTUUR EN BELEID

06

Groot interview Bertus Koot en Joke Kuijf  Ontmoetingsgericht ontwerpen vanuit verbinding

BELEVING EN BEHEER

12

14

School ademt weer frisse lucht

Rudolf Steiner College in Haarlem

Beste resultaat voor rust en regelmaat

Nieuwe vloer voor CSG Willem de Zwijger

16 SC Cambuur biedt nu ook unieke leeromgeving

Firda en Tarkett transformeren Kooi Stadion

ONDERZOEK EN BEDRIJFSVOERING

18

Tool maakt daglichtfactor zichtbaar

Vooraf daglicht ervaren alsof je een klaslokaal binnenstapt

BOUW EN INRICHTING

20 Slim bouwen met oog voor gebruik en exploitatie

Ruim 75 jaar unieke ervaring in sport- en scholenbouw

22

Een nieuw thuis voor leren en ontwikkelen

IKC Het Kristal in Dordrecht

25 Hulp bij de huisvestingsopgave

Programma Onderwijshuisvesting

26 Tijdloze kapstokken voor een kindvriendelijke omgeving

De Schoolkapstok in IKC Het Kristal

27

Variatie sleutel voor toekomstbestendige inrichting

Universiteitsbibliotheek Maastricht

30 Nederlandse primeur in Deventer

De Marke, eerste sporthal met ‘BREEAM Exvellent’certificering

32

De omslag van bouwer naar dienstverlener Bouwen aan betekenisvolle huisvesting

Beelden cover:

IKC Het Kristal Dordrecht (pagina 22)

Universiteitsbibliotheek Maastricht (pagina 28)

De Uitdaging Nijmegen (pagina 32)

IKC De Brug in Nieuwerbrug aan den Rijn

Ontwerpen is ook ontmoeten

In gesprek over ontmoetingsgericht ontwerpen 36

Een biobased school gebouwd voor ontmoeting

IKC De Brug in Nieuwerbrug aan den Rijn 38

Bouwstenenboek geeft richting aan nieuwbouw

HZ University of Applied Sciences in Vlissingen

Van financiële puzzel naar frisse school

Nieuwbouw EKC Bloei in Doetinchem

Een huiselijke en flexibele wijkvoorziening

Kindcentrum De Wereldweide Hoogwoud 44

Combinatie toneel, bewegen, dansen en ontmoeten

Duurzame oplossingen centraal in verbindend ontwerp

Duurzame transformatie gemeentemonument

Tinbergen Building te Rotterdam 48

Rond paviljoen in het groen

Kindcentrum Koos Meinderts

Terugblik IVVD Onderwijsvastgoeddag 50 Vooruitblik jaar 2026 en jaargang 38

Column Adri Pijnenburg

BESTUUR EN BELEID

Onderwijs en kinderopvang werken steeds vaker samen. Dat vraagt om voorzieningen waarin die samenwerking goed vorm kan krijgen. Wie hierover meer te weten wil komen komt al snel uit bij Bertus Koot en Joke Kuijf. Beiden werkten met veel bevlogenheid bijna zeventwintig jaar samen in de sector van de kinderopvang. Deze zomer gingen beiden met pensioen. Tijd voor een gesprek over visie, verbinding, ontmoeting en de kunst van goed samenwerken.

KINDEROPVANGNETWERK

Bertus Koot en Joke Kuijf zijn sinds 1998 het gezicht achter de kinderopvangorganisatie die nu bekend is onder de naam Stichting Kind & Co Ludens. Waar Bertus stond voor de inhoudelijke visie en ideeën, wist Joke deze visie te vertalen in concrete bouwprojecten. Wat begon als het beter organiseren van het peuterspeelzaalwerk op enkele locaties in Maarssen groeide uit naar een toonaangevend netwerk van kinderopvang met zo’n 500 locaties in 27 gemeenten. Bijna 3.000 collega’s werken dagelijks aan kwalitatieve kinderopvang. De organisatie is daarmee één van de grootste kinderopvangaanbieders in Nederland.

HUISVESTING VOLGT VISIE

Wanneer je Bertus vraagt naar zijn visie op kindvoorzieningen is hij duidelijk: “We moeten deze helemaal niet willen benaderen als werk­ of opvangplek, maar als plekken voor de ontmoeting.

Foto: Frank Hanswijk

Huisvesting volgt daarmee altijd de visie op het verbinden van mensen. Het voorziet in ruimte om elkaar te ontmoeten en betekenisvolle ervaringen op te doen.” Bertus spreekt continu over het belang van betekenisvolle plekken. Om deze te kunnen realiseren moet je denken in een grote diversiteit van ruimtes. “Waar we nu beginnen met een optelsom van lokalen moeten we dus eigenlijk andersom beginnen. Nodig is vanuit het kind te kijken. Wat heeft deze nodig?”

DURVEN VOORUIT TE KIJKEN

“Door de jaren heen hebben we bijna 40 fusietrajecten doorlopen”, vertelt Bertus. “Groei was daarbij nooit een doel op zich, maar wel een manier om maatschappelijk impact te kunnen maken. Steeds opnieuw vroeg dit om ondernemerschap. Goed ondernemerschap begint daarbij vanuit een idee of kans. Zodra je dat met elkaar wilt zien of kan delen kan het bouwen aan iets nieuws beginnen. Eerst moet het hart sneller gaan kloppen. Er moet gewerkt worden aan de relatie. Het ‘toetsen’ met het hoofd volgt later.”

KENNISOVERDRACHT

De afgelopen tien jaar besloot Bertus zich ook meer maatschappelijk in te zetten en zijn kennis te delen via congressen, trainingen en brancheverenigingen.

Daar deelt hij zijn inzicht dat er echt veel meer kan als je bereid bent samen op te trekken bij de ontwikkelomgeving van kinderen. Zo liggen er veel kansen om ruimtes samen te delen en te gebruiken. “Daarvoor moet de visie op samenwerken vanuit het onderwijs wel passen bij die van de kinderopvang. Hier is nog een wereld te winnen want dat is lang niet altijd het geval.” Dat klopt weet Joke: “Het delen van ruimte is inderdaad één van de moeilijkste dingen die er zijn. In de meeste gevallen schuift de kinderopvangpartner te laat aan in een proces.

“Nodig is vanuit het kind te kijken. Wat heeft deze nodig?”

Ze wordt slechts gezien als huurder in plaats van partner. Dat maakt de kans op inhoudelijke samenwerking en het aangaan van een verbinding lastig. Deze verbinding begint vanuit het hart, niet vanuit het hoofd, de stenen of een huurtarief.”

FUNCTIONEEL DUURZAAM

Eenmaal in gesprek over duurzaam bouwen hebben beiden het niet over de techniek en­of kosten. “Van echt duurzaam bouwen kan je pas spreken als de beschikbare ruimte optimaal kan worden gebruikt. Er wordt nu nog steeds te veel monofunctioneel gedacht. Dat wil zeggen dat functies te veel gescheiden en los van elkaar worden bedacht. Het zou moeten gaan om het bouwen voor kinderen. Integraal bouwen, vraagt integraal denken. Zowel vanuit de visie, op niveau van het management als op de werkvloer. Maak de functie van het gebouw ondergeschikt aan de behoefte van het kind. Organiseer een diversiteit aan plekken om deze kinderen heen. De gebouwen die je daarmee

realiseert zijn pas echt integraal en waarschijnlijk velen malen optimaler in gebruik en exploitatie dan de gebouwen die we gewend zijn om te realiseren.”

WERKEN VANUIT INTEGRALITEIT

Terugkijkend naar bouwprojecten noemt Joke onder andere het Kindcentrum Leeuwesteyn in Utrecht als voorbeeld waar zij met trots op terug kijkt. “Het project, dat is opgeleverd in de zomer van 2023, betrof een moeilijke bouwopgave op een krappe bouwkavel langs de A2 in Leidsche Rijn. Het was het eerste kindcentrum waar vanuit de visie op samenwerking het begrip integraal echt betekenis kreeg”, licht Joke toe. De visie op leren en ontwikkelen in een doorgaande ontwikkellijn samen met de PCOU­Willibrord vormde daarbij het uitgangspunt voor het ontwerp van BDG architecten (zie kader).

SAMEN KADERS STELLEN

Het samen bouwen aan de opgave voor onderwijs, kinderopvang en sportvoorzieningen vraagt om vertaling van een gezamenlijke visie van alle te huisvesten partners. Joke geeft aan dat dit geduld vraagt. “Het succes van een integrale voorziening wordt grotendeels bepaald door de partijen die de samenwerking in de voorziening invulling moeten gaan geven. Als deze samenwerking vanaf het eerste moment gelijkwaardig is dan vinden partners elkaar altijd wel in de uitvoering leert de praktijk.” Bertus vult aan: “Het samen optrekken helpt ook in het rond krijgen van de businesscase. In het proces moet iedereen de ruimte voelen en krijgen om mee te mogen denken. Dat mee mogen denken begint al bij de voorzieningenplanning van een wijk. Welke voorzieningen heeft een wijk nodig? Op welke manier is daarin voldoende ruimte voor onderwijs, sport en kinderopvang meegenomen? Deze vragen moet je vooraf met elkaar willen beantwoorden.”

Het belang van de doorgaande ontwikkellijn en een goede samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang wordt gelukkig door steeds meer gemeenten en onderwijsorganisaties gezien. Het Integraal Huisvestingsplan (IHP) vormt daarbij

Ontwerp Kindcentrum Leeuwesteyn Utrecht

De visie op leren en ontwikkelen in een doorgaande lijn van 0 tot 13 jaar was het uitgangspunt van het ontwerp van BDG Architecten. Onderlinge verbinding en samenwerking staan centraal. De omgeving nodigt uit tot spelend leren, samen onderzoeken en zélf ontdekken. Het gebouw kent een heldere opdeling van ruimtes waarin ook veel ruimtes kunnen worden gedeeld. Denk dan aan de grote gymzaal, de speellokalen of de atelierruimtes waarin koken, kunst of techniek centraal staan. Er is daarnaast veel aandacht besteed aan de routing en de buitenruimte. Een belevingsdak voegt groen en een moestuin toe. Dit vanuit de gedachte dat wat de kinderen binnen leren, buiten ook te zien, voelen, proeven en te ervaren is.

Kind & Co Ludens
IKC Rijnvliet Utrecht
KC Leeuwesteyn Utrecht

een logische plek om duidelijk te maken hoe de gemeente naar de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang kijkt.

INVESTEREN IN GEZAMENLIJKE HUISVESTING

Het is ook in het belang van kinderen dat er goede afspraken worden gemaakt over samenwerking. Zeker in het geval dat de samenwerking net wat anders loopt dan van te voren bedacht. Om die reden nam Bertus afgelopen jaar plaats in een landelijke werkgroep die gevraagd is na te denken over de zogenaamde huwelijkse voorwaarden die je met elkaar af moet spreken wanneer je participeert in gezamenlijke huisvesting. “Ook in moeilijke tijden moeten partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten. De investering in de voorziening reikt voor een kinderopvangorganisatie verder dan het gebouw. Ook de infrastructuur van bedrijfsvoering, denk dan aan het personeel en de bezetting, spelen daarin een rol.”

LEERHUIS VAN 0-18 JAAR

In plaats van onderwijs en kinderopvang alleen te zien als kostenpost zou Bertus liever spreken over het investeren in persoonlijke ontwikkeling van onze jeugd. “Het zou niet langer moeten gaan over verdienen maar over verbinden.” Vanuit die visie nam Bertus in 2016 in Utrecht samen met de SPO Utrecht en NUOVO het initiatief om te komen tot de ontwikkeling

“Het IHP vormt een logische plek om duidelijk te maken hoe de gemeente naar de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang kijkt”

van een leerhuis van 0­18 jaar. Een voorziening die elke denkbare drempel voor persoonlijke ontwikkeling zou moeten wegnemen en vertrekt vanuit de gedachte dat ieder mens de intrinsieke motivatie en nieuwsgierigheid heeft om steeds te blijven leren. De overtuiging was er. Maar voor de omvang van het programma was er in de stad Utrecht geen ruimte beschikbaar waarmee de plannen gerealiseerd konden worden. “Een gemiste kans”, aldus Bertus.

EIGEN KANTOOR ALS LAATSTE PROJECT

Als laatste project werkte Bertus samen met de facilitair manager aan het nieuwe onderkomen van Kind&co Ludens in Houten. Een inspirerende werkomgeving voor het hoofdkantoor van de kinderopvangorganisatie. Op deze plek zie je veel opgedane leerervaringen terug. Het is letterlijk een plek voor ontmoeten, verbinden en inspiratie. Met het opleveren van het eigen kantoor is voor Bertus de cirkel rond. Joke sluit af met het belang van goed samenwerken in de bouwpraktijk: “De vele overleggen die voorafgingen aan de daadwerkelijke realisatie van projecten vormde voor mij mede de sleutel tot succes. Het helpt dan als je met elkaar een gedeeld belang in de uitvoering weet vast te houden. Wie het stralende kind voorop stelt kan dan niet anders dan kwaliteit willen leveren.”

Meer informatie: Kindcentrum Leeuwesteyn ∙ www.bdgarchitecten.nl en IKC De Brug - www.dezwartehond.nl

IKC De Brug Nieuwerbrug aan den Rijn
Foto: Eva Bloem
Architect: De Zwarte Hond

Inclusieve scholenbouw in beeld

In de Week van de Toegankelijkheid stond inclusieve schoolgebouwen centraal. Rob in ’t Zand, adviseur bij nul25 en bestuurslid bij de coalitie voor inclusie, gaf een interview voor de PO-Raad.

Wat is inclusieve onderwijshuisvesting?

Volgens In ’t Zand is inclusieve onderwijshuisvesting in de kern heel eenvoudig. “Een inclusief schoolgebouw is een schoolgebouw waar je niks speciaals aan ziet, maar waar je wél rekening houdt met alle mensen.” Het basisprincipe wordt universal design genoemd. Dit betekent dat gebouwen zo worden ontworpen dat ze voor iedereen bruikbaar zijn en je voor niemand nog aanpassingen hoeft te doen. Omdat universal design al start bij het begin, het ontwerpen van de gebouwen, voorkom je hiermee dure aanpassingen achteraf én ongemak voor leerlingen met een beperking. In de kern wordt rekening gehouden met bijvoorbeeld aangepast sanitair, een betere akoestiek en een overzichtelijke plattegrond.

Belemmeringen in bestaande gebouwen

Het wordt volgens In ’t Zand lastiger als het gaat om het aanpassen van de huidige schoolgebouwen: “Vaak is het een doelmatigheidsprincipe. Het idee dat we toch niet een heel gebouw gaan aanpassen als er één kind met bijvoorbeeld een rolstoel, een auditieve of een visuele beperking binnenkomt. In veel gevallen wordt er dan gekozen voor een compromis: slechts één lokaal wordt geschikt gemaakt. Maar dan veroordeel je een kind om de hele schooltijd in dat ene lokaal te blijven. Dan maak je hem of haar weer speciaal. Dat wil geen enkel kind.”

Inclusieve onderwijshuisvesting is nog niet verplicht Inclusieve onderwijshuisvesting is nog onbekend terrein. Hoewel Nederland het VN­verdrag Handicap

in 2016 heeft geratificeerd en sinds 2024 de NEN 9120 kent, de norm voor toegankelijk bouwen, is deze nog niet verplicht. In ’t Zand: “Er zijn maar weinig gemeenten die zeggen: wij vinden dit zo belangrijk dat we het nu direct op de agenda zetten. Vaak wordt er gezegd: in 2035 of 2040 moeten we zorgen dat alles geschikt is. Maar als we praten over huisvesting, dan is 2035 vandaag. Een gebouw staat er zo veertig tot zestig jaar. Dus als je het nu niet doet, dan doe je het waarschijnlijk nooit meer. Daarom doe ik een oproep aan alle onderwijsbesturen: maak werk van inclusieve onderwijshuisvesting. Begin er gewoon mee en leer wat nodig is.”

Voor volledig interview zie website PO­Raad “Het ideale inclusieve schoolgebouw is een gebouw waar je niks speciaals aan ziet” | PO­Raad

“Een duurzame en groene leeromgeving”

DE VOLGENDE STAP IN ONDERWIJSHUISVESTING

IVVD Onderwijsvastgoeddag

Is standaardisatie noodzakelijk om de scholenbouw te versnellen?

Die vraag stond centraal tijdens de twaalfde Onderwijsvastgoeddag van IVVD. In een volle zaal in Fort Voordorp gingen experts, schoolbestuurders en ambtenaren daarover in discussie.

Standaardisatie kan veel opleveren in de wereld van de scholenbouw. Het zorgt voor voorspelbare kwaliteit, snellere processen en lagere kosten. Maar een schoolgebouw is meer dan baksteen en techniek, het is een plek waar kinderen en leraren zich ontwikkelen. Scholen verdienen dan ook een eigen identiteit. En dat vraagt een bepaalde mate van maatwerk.

Gestandaardiseerde processen en producten mogen geen doel op zich worden. Het zijn middelen om scholen sneller, duurzamer en toekomstbestendiger te bouwen of renoveren. Of zoals een van de bezoekers het stelde: “Een standaard mag nooit een keurslijf worden, maar eerder een stevig fundament waarop scholen hun eigen karakter kunnen bouwen.”

Dat fundament vraagt om goede samenwerking tussen alle partijen. Als we de innovatiekracht van architecten, bouwers en marktpartijen ten volle willen benutten, dan zal er vanaf de start samen opgetrokken moeten worden. Vertrouwen tussen de verschillende partijen is hierbij essentieel.

IVVD verbindt personen en partijen. Als kennisplatform proberen wij kennis te delen, samenwerking te bevorderen en mensen te inspireren. En dat kunnen we natuurlijk niet alleen. Onze dank is dan ook groot aan sprekers en deelnemers van het congres. Samen hebben we er weer een fantastische dag van gemaakt.

Ivo van der Hoeven

ONTMOETEN BEGINT MET INLEVEREN

Inleveren klinkt als verlies, maar in werkelijkheid levert het juist iets op. Wie bereid is een stukje eigen ruimte op te geven, creëert ruimte voor ontmoeting. En precies daar ligt de sleutel voor samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en sport.

Hoe een gebouw is ingericht, maakt het verschil tussen samenwerken of langs elkaar heen werken. De vraag is dus: ontwerpen we vooral lokalen en werkplekken, of maken we plekken waar ontmoeting centraal staat?

Het idee van een centraal hart wint aan belangstelling. Een plek waar je elkaar tegenkomt, waar koffie wordt gedronken en waar gesprekken spontaan ontstaan. Dat klinkt eenvoudig, maar het betekent ook: geen aparte personeelskamer meer. Medewerkers leveren hun eigen plek in, zodat er ruimte komt voor iets groters: verbinding.

Dat vraagt een andere manier van denken. Niet langer ieder zijn eigen domein, maar bewust ruimte maken voor gezamenlijkheid. Dat vraagt lef van medewerkers die hun vertrouwde plek moeten loslaten, en van besturen die niet kunnen volstaan met mooie woorden maar echt moeten kiezen voor een ander ontwerp. En het vraagt om brede betrokkenheid. Want als ontmoeting alleen drijft op de energie van één directeur, stort ze in zodra die vertrekt. Je voorkomt dat door iedereen – ongeacht functie of rol – vanaf het begin mee te nemen.

Een gebouw met een centraal hart is dus geen luxe toevoeging, maar een bewuste keuze. Natuurlijk, het schuurt soms. Maar het alternatief – ieder in zijn eigen kamer, eigen team, eigen eiland – levert uiteindelijk minder op.

Juist door ruimte te delen, wordt het gebouw meer dan een plek om te leren of te sporten. Het wordt een omgeving waar verbinding centraal staat.

Het resultaat: een gebouw dat niet verdeelt, maar verbindt.

Contact met de LVO is heel eenvoudig. Volg ons op LinkedIn of stuur een mailtje naar secretariaat@lvo­onderwijs.nl.

Martijn Droog | Landelijke Vereniging Onderwijsadviseurs (LVO)

RUDOLF STEINER COLLEGE IN HAARLEM

School ademt weer frisse lucht

Een gezond binnenklimaat en goede ventilatie is belangrijk op elke school, maar voor een vrije school misschien nog nét een fractie meer. Met kernwaarden als dicht bij de natuur, gezond leven en goed zorgen voor je lichaam kon het Rudolf Steiner College in Haarlem er niet meer omheen: alle lokalen zijn recent voorzien van nieuwe ventilatie­units.

Het Rudolf Steiner College is een middelbare school voor mavo, havo en vwo op antroposofische grondslag. In 2022 opende de school voor de bovenbouw een prachtig nieuw gebouw in de Haarlemse Schalkwijk. De middenbouw (eerste drie leerjaren) bleef gehuisvest op de oude locatie aan de Engelandlaan, schuin aan de overkant. Aan dit pand – tweelaags, plat dak – zijn in de loop van de tijd verschillende bouwdelen toegevoegd. “Uitbreiding was nodig door de sterke groei van 800 leerlingen tien jaar geleden, naar 1.200 nu”, vertelt rector Peter Stam. “De nieuwbouw zorgde drie jaar

geleden voor meer ruimte, maar de oude locatie bleef volop in gebruik. Het pand voldeed ook nog, maar het ventilatiesysteem was gedateerd en nodig aan vervanging toe. Docenten en leerlingen klaagden over warmte, benauwdheid, een muffe lucht en verlies aan concentratie. Zeker op warme zomerdagen viel het contrast met de nieuwbouw sterk op.”

ZUINIG EN DUURZAAM

Om het leef­ en leerklimaat in de school voor de komende vijftien tot twintig jaar op het huidige niveau van Frisse Scholen Klasse C te krijgen, besloot het schoolbestuur alle ventilatie­units te vervangen door nieuwe. De school klopte hiervoor aan bij Airmaster, de leverancier die zestien jaar geleden de inmiddels verouderde ventilatie­toestellen had geplaatst. Gekozen werd voor de moderne variant met nagenoeg dezelfde afmetingen. “Dit stille toestel zuigt per uur 750 kuub vervuilde lucht uit het lokaal en blaast frisse lucht het lokaal in”, zegt Phillip Spencer Davies, projectadviseur Airmaster. “Dat gebeurt geheel automatisch. Docenten hebben er geen omkijken naar. Het systeem past zichzelf aan, op basis van het aantal aanwezige personen in het lokaal.”

Vooral dat laatste is voor de school een groot pluspunt. Geen schakelaar die een docent of facilitair medewerker aan­ en uitzet (of dat vergeet), maar een automatisch systeem. Peter: “Als vrije school willen we een duurzame en circulaire school zijn en zuinig omgaan met energie. Deze units draaien als het moet, bijvoorbeeld in een klas met dertig leerlingen. Is de klas leeg en daalt het CO2­gehalte weer, dan schakelen ze automatisch af.” Ander duurzaam

Vlnr Eloy van Zanten, Phillip Spencer Davies en Peter Stam

PROJECTINFORMATIE

Project

Plaatsing 18 nieuwe ventilatie­units

Opdrachtgever

Rudolf Steiner College, Haarlem

Leverancier

Airmaster

Installatie

A. de Jong installatietechniek

Kosten

€ 350.000,­

Oplevering

Augustus 2025

detail: de oude units gaan terug naar thuisbasis Denemarken en worden uit elkaar gehaald en milieuvriendelijk verwerkt.

VAST BOUWTEAM

De nieuwe toestellen zijn geplaatst door A. de Jong Installatietechniek, een familiebedrijf dat al ruim 145 jaar bestaat en een vaste samenwerkingspartner van Airmaster is. De school stelde als voorwaarde dat de plaatsing van de ventilatie­units zou plaatsvinden tijdens de zomervakantie, zonder uitval van onderwijs. Dat is gelukt: binnen vier weken was de klus geklaard. “We werken altijd met een vast bouwteam”, zegt projectleider Eloy van Zanten. “Om de kosten laag te houden voor de school hebben we ook de bestaande aan­ en afvoerkanalen en de buitenluchtroosters gereinigd. De nieuwe apparaten konden we op dezelfde plekken plaatsen als de oude. Tijdens de voorbereidingen hebben we het gewicht goed berekend, om zeker te weten dat de draagkracht van alle constructies uit verschillende bouwperiodes voldoende was.”

De Jong organiseerde ook een gezamenlijke start van de installatie. Deze ‘kick­off’ was belangrijk voor de school. Peter: “Voor ons is zo’n technisch project geen kernactiviteit. De startbijeenkomst met vakmensen gaf ons vertrouwen dat het goed zou komen.”

GEEN AIRCO

De geplaatste units hebben geen koelmodule. “Een airco zou heerlijk zijn”, geeft Peter ruiterlijk toe, “maar de hogere kosten pasten niet bij ons budget. Daarbij komt dat de installatie dan veel ingrijpender en tijdrovender zou zijn geweest. Het schoolbestuur moest een verantwoorde financiële afweging

“Als vrije school willen we een duurzame en circulaire school zijn”

maken, en voor ons was dit de beste keuze.”

Het is wel mogelijk om bijvoorbeeld op een mooie lentedag een raam open te zetten. Toch raadt Phillip dit af, al snapt hij dat het dichthouden van deuren en ramen tegennatuurlijk kan aanvoelen. “Het systeem werkt bij een open raam minder optimaal, omdat het óók de verse lucht afzuigt. Dat maakt het toestel minder efficiënt en minder energiezuinig.”

BETERE WERKOMSTANDIGHEDEN

De ventilatie­units worden op afstand beheerd door de applicatie AirLinq Online die per lokaal de situatie (temperatuur, CO2) monitort. Ook de facilitair medewerker van de school kan de gegevens inzien. Zo komt er bijvoorbeeld een melding als de filters aan vervanging toe zijn. De nieuwe situatie is tijdens het interview voor Schooldomein net een week oud, te kort om al ervaringen te horen. Binnenkort volgt nog een centrale uitleg voor alle medewerkers. Peter: “We hebben fors geïnvesteerd in een betere werken leeromgeving. Ik vind het belangrijk dat mijn docenten weten dat er echt iets is veranderd en dat ze weten dat hun werkomstandigheden zijn verbeterd. De komende vijftien jaar ademen we hier weer frisse lucht.”

Kijk voor meer informatie op www.airmaster.nl

NIEUWE VLOER VOOR CSG WILLEM DE ZWIJGER

Beste resultaat voor rust en regelmaat

De bestaande vloer van CSG Willem de Zwijger was na twintig jaar aan vervanging toe. Omdat de school goede ervaringen heeft met rubber vloeren was het logisch dat de school weer voor de onderhoudsvriendelijke en circulaire vloer van nora by Interface koos.

CSG Willem de Zwijger is een middelbare school aan de rand van Schoonhoven, met een regionale functie. De ruim 900 leerlingen die onderwijs in het vmbo tl, havo en vwo volgen, komen behalve uit Schoonhoven ook uit de omliggende kernen van de gemeenten Krimpenerwaard, Molenlanden en Lopik. Schooldomein sprak met hoofd beheer Daniël Westhoek, conciërge Eimert Vink en Mariëlle Ouwendijk van nora by Interface.

Daniël: “CSG Willem de Zwijger ligt aan de rand van Schoonhoven en kinderen kijken uit over de weilanden. We zijn een christelijke school en hebben ons onderwijs traditioneel ingericht, waarbij onze docenten overwegend in de klassen het onderwijs verzorgen; grote leerpleinen vind je hier niet. Onze lessen duren 80 minuten en leerlingen hebben de mogelijkheid om een aantal zogenaamde flexlessen van 40 minuten te volgen. Ons hoofdgebouw is inmiddels 23 jaar oud en het bijgebouw staat er nu tien jaar. De opbouw in het tweelaagse rechthoekige

gebouw is overzichtelijk met twee lange gangen en aan weerszijden lokalen.”

RUST EN REGELMAAT

Daniël verder: “Onze school straalt rust uit, daar krijgen we ook complimenten over. De oude vloeren waren versleten en hier en daar waren er plekken in gekomen, die steeds groter werden. Het is natuurlijk ook een vloer die twintig jaar door een grote groep leerlingen en medewerkers intensief is gebruikt. Het vervangen van de vloeren in een school is een logistiek ingewikkeld proces. Het onderwijs moet doorgaan en op de gangen zelf staan kluisjes, diverse zitjes en hier en daar werkplekken. Dat betekent dat we de vloeren gefaseerd vervangen.”

MOOIE LIJNEN GESNEDEN

Daniël: “Vanaf het begin hadden we goede contacten met onze stoffeerder Klaas­Jan Speksnijder van KJ Floorsolutions. Klaas­Jan is een vakman en gaf

Tekst Sibo Arbeek Fotografie Kees Rutten

ons goede informatie over de mogelijkheden van een nora by Interface rubber vloer. Klaas­Jan heeft de rubber vloer in zeer korte tijd strak en vakkundig geïnstalleerd.” Mariëlle vult aan: “Door de goede samenwerking tussen de school, Klaas­Jan en Mariëlle is er een mooi vloerplan ontstaan.”

CRADLE TO CRADLE GOLD

“Het voordeel van een rubber vloer is de duurzame investering met lage exploitatiekosten”, legt Daniël uit. “De aanschafprijs ligt wat hoger dan andere vloeren, maar door de besparing op de exploitatielasten en het gemak bij het onderhoud verdienen die meerkosten zich al snel terug. We gebruiken geen coatings en polymeer, een rubber vloer hoef je niet te lassen of te voegen en de gemiddelde levensduur van de door ons gekozen vloer is minimaal 35 jaar. Je hebt er in het gebruik geen omkijken naar, behalve het regelmatige schoonmaken.” Mariëlle knikt: “De school heeft gekozen voor het product noracare uneo. De gekozen kleur heeft een cradle to cradle gold certicaat. Noracare is een relatief nieuwe productgroep van nora by Interface en kenmerkt zich onder andere door een zeer lange levensduur, hoge vlekbestendigheid, extreem lage emissies, eenvoudig en hygiënisch

BELEVING EN BEHEER

onderhoud, PVC vrij en 100% recyclebaar. Daarnaast heeft de vloer een hoge slipweerstand en past deze rubber vloer goed bij de duurzaamheidsambities van de Frisse Scholen.”

MODERNE UITSTRALING

“We hebben van nora by Interface grote kleurstalen gekregen en die op verschillende plekken in de school neergelegd, om een beeld van het effect van een kleur op de gangen te krijgen”, vertelt Eimert. “Een speciale commissie heeft er een ei over gelegd en in dat proces ook een advies aan de leerlingenraad gevraagd. Dat maakt de keuze niet per se makkelijker, maar uiteindelijk zijn we eruit gekomen.” Mariëlle: “Het zijn twee enorm lange gangen en de school

“Gemiddelde levensduur van de door ons gekozen vloer is minimaal 35 jaar”

heeft gekozen voor een mooie grijze kleur met een warme ondertoon en een subtiele granietsplinter in de vloer.” Daniël vult aan: “De meeste mensen vinden dat het een moderne uitstraling heeft. Het is lichter in de school geworden en door de vloer straalt de gang meer rust uit. We hebben inmiddels de eerste verdieping vervangen en zijn nu gefaseerd met de begane grond bezig.” Eimert tenslotte: “Voor de grote vakantie volgend jaar moet alles klaar zijn en dan beginnen we met de lokalen. Die hebben we als laatste op de planning gezet. Na de installatie is de vloer gereed voor gebruik en vereist ze geen extra onderhoud. We gebruiken één keer per week de schrobzuigmachine en dat is genoeg. Het ziet er altijd schoon uit, en daardoor houden de leerlingen het ook netjes.”

Kijk voor meer informatie op www.interface.com

FIRDA EN TARKETT TRANSFORMEREN KOOI STADION

SC Cambuur biedt nu ook unieke leeromgeving

Vorig schooljaar opende mbo­instelling Firda een bijzondere nieuwe locatie in het nieuwe stadion van SC Cambuur in Leeuwarden. 1000 studenten van de opleidingen Economie & Ondernemen, Beveiliging, Entree en Uiterlijke Verzorging krijgen daar sindsdien onderwijs met een unieke doorkijk op het Tarkett GrassMaster voetbalveld. Tekst: Nicole

“Elk weekend, tijdens voetbalwedstrijden, transformeert

Firda van onderwijsinstelling naar stadion“

Firda (Zweeds voor ‘vieren’) is sinds augustus 2023 de nieuwe naam van de onderwijsinstelling die in augustus 2023 ontstond uit de fusie van ROC Friese Poort en Friesland College. Firda biedt op 20 locaties in Friesland en Noord ­ Flevoland mbo ­ onderwijs aan meer dan 20.000 studenten. De vestiging in het nieuwe Kooi Stadion in de Friese hoofdstad ontstond uit een pragmatische samenwerking. Firda zocht een nieuwe locatie voor haar studenten in Leeuwarden. SC Cambuur had een huurder nodig om de businesscase van het nieuwe stadion rond te krijgen. Een unieke samenwerking was geboren.

MODERN ONDERWIJSGEBOUW

Pieter Schievink van Alynia Architecten uit Leeuwarden transformeerde de rechthoekige ruimte achter de korte zijde van het stadion tot een modern onderwijsgebouw met transparante ruimtes en vides voor optimale routing en lichtinval. Het hoogste gebouw geeft een spectaculaire doorkijk richting het speelveld. Voor de vloeren koos Firda voor exclusieve samenwerking met Tarkett. Districtsmanager Meindert Bosma vertelt: “Mijn collega Lammert Hettema legde de connectie met facilitair manager Jaap van Bruggen van Firda. Tarkett is totaalleverancier voor alle vloeroplossingen, van hard tot zacht. Van grasveld tot leslokalen tot horeca: overal liggen Tarkett­vloeren. Dit

Tarkett-producten bij Firda

• PVC­STROKEN ID INSPIRATION HIGH TRAFFIC 70 (intensief gebruik, hyperrealisme designs)

• ID INSPIRATION VISGRAAT (Nederlands interieur­geïnspireerd, TEKTANIUM® toplaag)

• ETRUSCO XF (minimalistisch, 97% natuurlijke grondstoffen, Linoleum)

• IQ NATURAL (bio­attributed vinyl, 60% CO2­reductie)

• RECHARGE (circulair product; garens en tapijtrug volledig recyclebaar)

toont de breedte van ons productgamma; zelfs het gras op het voetbalveld is van Tarkett.”

PROEFVLOEREN

Het Kooi Stadion herbergt verschillende onderwijsruimten, elk met specifieke eisen. Meindert legt uit welke Tarkett­producten waar zijn toegepast: “In de theorielokalen en in de kantoren liggen tapijttegels, die zorgen voor een akoestische demping. In de gangen ligt harde vloerbedekking in visgraatmotief.”

Voor de kappers­ en uiterlijke verzorgingsopleiding gelden strengere eisen, omdat zij met vloeistoffen werken die een vloer kunnen aantasten. Daarom zijn hier homogene vloeren gelegd die bestand zijn tegen deze stoffen. Om die reden viel het natuurproduct linoleum af.

De materiaalkeuze ontstond in nauw overleg met vakdocenten: “We hebben proefvloeren geleverd die zij uitgebreid hebben getest met alcohol, waterstofperoxide en andere werkzame stoffen. Op basis van hun bevindingen is de definitieve vloerenkeuze gemaakt.”

DUURZAAMHEID IN DE PRAKTIJK

Meindert: “Onze tapijttegels zijn ontworpen met circulariteit als uitgangspunt. Via ons terugname­ en

recyclingprogramma Restart® halen we producten na hun levensduur terug, zodat ze kunnen worden gerecycled tot hoogwaardige grondstof voor nieuwe tapijttegels. Dit gebeurt zonder restafval. We noemen dat ‘made to be remade’: elk onderdeel is zó ontworpen dat het binnen ons eigen productieproces volledig gedemonteerd en opnieuw gebruikt kan worden.” Dit geldt niet alleen voor tapijttegels: “Ook de homogene en PVC­vloeren kunnen we recyclen. Het snijafval wordt in big bags verzameld door onze ReStart®­partners. Wij zorgen ervoor dat die big bags retour komen naar onze fabriek en zonder waste terugkeren in het productieproces.”

BELEVING EN BEHEER

CRADLE TO CRADLE CAFÉ

Tarkett organiseert ook kennisuitwisseling over duurzaamheid: “Samen met Firda en andere partijen hebben we in juni een Cradle to Cradle Café georganiseerd in de school. We toonden innovatieve praktijkvoorbeelden van circulair bouwen, slim hergebruik en materialen die écht impact maken. Architect Pieter Schievink liet zien hoe hergebruik een ultieme vorm van circulariteit kan zijn. Daarnaast kregen deelnemers een rondleiding door school en stadion. Die educatieve samenwerking tussen SC Cambuur en Firda is bijzonder en waardevol.”

KLASLOKALEN ALS SKYBOX

Elk weekend, tijdens voetbalwedstrijden, transformeert Firda van onderwijsinstelling naar stadion. Firda Plaza wordt dan opengesteld voor supporters, klaslokalen functioneren als skyboxen en het balkon biedt toegankelijke plekken voor rolstoelgebruikers. Studenten van de opleiding Beveiliging werken als stewards samen met ervaren collega’s. Horeca en hospitality­studenten worden ingezet in de restaurants: praktijkervaring die goed aansluit bij hun opleidingen. Het Firda Kooi Stadion toont aan dat onderwijs en sport uitstekend kunnen samengaan. Met Tarkett als totaalpartner voor vloeroplossingen is een duurzame, functionele en moderne leeromgeving gecreëerd die praktijkgericht onderwijs mogelijk maakt.

Kijk voor meer informatie op www.tarkett.com.

VOORAF DAGLICHT ERVAREN ALSOF JE EEN KLASLOKAAL BINNENSTAPT

Tool maakt daglichtfactor zichtbaar

Vraag scholen wat ze belangrijk vinden voor hun nieuwbouw. Grote kans dat licht één van de grote thema’s is. Docenten en leerlingen presteren beter bij voldoende daglicht. Maar wat is voldoende?

Een daglichtfactor is slechts een getal. Wat zegt dat cijfer? Om hierbij te helpen biedt DGMR een tool die de ervaring van daglicht geeft alsof je een klaslokaal binnenstapt. Dit helpt het ontwerpteam bewust te kiezen voor een ‘helder’ ontwerp.

De minimale eis voor daglicht staat in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Frisse Scholen 2021 doet er een schep bovenop en vereist een hogere daglichtfactor. Terecht, vindt DGMR­ adviseur Gertjan Verbaan: “Daglicht draagt bij aan de gezondheid van leerlingen en docenten. Het stelt ons in staat een goed dag ­ en nachtritme aan te houden. Dat geeft je als leerling en docent energie en helpt bij de concentratie in combinatie met een rustgevend uitzicht naar buiten. En meer daglicht betekent minder kunstlicht en dus minder energiegebruik.”

HULP VOOR ONTWERPTEAMS

Daglicht brengt Gertjan al vroeg in een ontwerp ter sprake. Het heeft invloed op het ontwerp van het schoolgebouw en raakt ook andere thema’s als

duurzaamheid, binnenklimaat en brandveiligheid. De eisen voor daglicht worden uitgedrukt in een waarde, maar hoe ziet dat eruit in de praktijk? Die vraag stimuleerde kennis­ en innovatiemanager Merlijn Huijbers om iets te bieden dat ontwerpteams helpt bewust te kiezen. “We helpen ontwerpteams graag bij het zoeken naar meer kwaliteit in projecten. Door vooraf de juiste keuze te maken, borg je die kwaliteit. Dit resulteerde in de daglichttool.”

BELEVING

Merlijn: “De daglichttool voegt beleving toe aan de keuze voor daglicht. Door het gebruik van de tool wordt direct zichtbaar hoeveel licht nu écht binnenkomt in het lokaal. En wat er gebeurt als je kiest voor meer of minder daglicht. De gebruiker ervaart dat vanuit verschillende posities: voor in de

klas, naast het raam en achter in de klas. Daarnaast kan de gebruiker van de tool ook de verlichting aanzetten om te zien wat het effect in het lokaal is. Verder namen we een daglichtanimatie op. Hierin is te zien wat het daglicht gedurende de dag doet. Om 8 uur ’s ochtends is de lichtinval anders dan om 4 uur ‘s middags. Zo heeft het hele ontwerpteam meteen een duidelijk en gemeenschappelijk beeld van de keuzes.”

DUIDELIJKE UITLEG

Wie de daglichttool van DGMR opent, komt op een introductiepagina. Hierop staat kort uitgelegd waarom daglicht belangrijk is en wat de invloed ervan is. Daarnaast komt de daglichtfactor aan bod en het effect van een atrium. “De tool gaat uit van de klasses A, B en C in het Programma van Eisen Frisse Scholen 2021 en de minimale variant vanuit het Bbl. Ook is per klasse de geharmoniseerde Europese norm voor daglicht aangegeven. Zo is in één oogopslag alles duidelijk”, legt Merlijn uit.

CO-CREATIE

Uit zijn adviespraktijk weet Gertjan dat opdrachtgevers de daglichtfactor lastig kunnen vertalen. “Eerder ging de discussie over getallen en was de neiging om voor een lagere klasse te kiezen. Nu gaat het weer over wat je voor de gebruiker wil bereiken en hoe het eindresultaat eruit ziet. De bewuste keuzes die opdrachtgevers in het begin van het proces maken, zijn belangrijke input voor een architect. Het beïnvloedt de hoeveelheid glas in het ontwerp en maakt zichtbaar hoeveel licht een atrium bijvoorbeeld toevoegt.”

Merlijn vult aan: “De tool is ook breder te gebruiken. Zo kunnen adviseurs de impact van daglicht aan opdrachtgevers en gebruikers laten zien. En studenten krijgen tijdens hun bouwkundestudie ook beter gevoel bij de effecten van daglicht. Sterker nog, scholen

“Door het gebruik van de daglichttool wordt direct zichtbaar hoeveel licht nu écht binnenkomt in het lokaal”

kunnen de tool inzetten voor co­creatie. Deze werkt zo eenvoudig dat leerlingen en medewerkers ook hun wensen kunnen toetsen. Het is alsof ze zelf het klaslokaal binnenstappen.”

KWALITEIT

De daglichttool is ontstaan uit een brede samenwerking van experts van DGMR en bba op het gebied van bouwfysica en binnenmilieu. De basis is wetenschappelijk onderzoek over daglicht. Met de tool krijgen deze inzichten een praktische vertaling. “Vanuit DGMR bekijken we een vraag altijd vanuit meerdere disciplines, omdat ze elkaar beïnvloeden”, aldus Merlijn. Zo verwijzen icoontjes in de daglichttool naar de oriëntatie van het lokaal, het gebruik van zonwering en de invloed van hitte bij veel glas. Allemaal zaken waarover DGMR graag wil dat ontwerpteams nadenken. Gertjan: “We hebben ons nu gebaseerd op de Europese norm, methode 1. Dat betekent dat we uitgaan van een bewolkte hemel. De uitgebreidere methode 2 gaat uit van uurlijkse berekeningen en neemt ook de zon mee. Daardoor ontstaan verschillen in lichtinval tussen oost en west, bijvoorbeeld.”

RUIMTEAKOESTIEK

DGMR biedt de daglichttool gratis aan. Het ingenieursbureau wil graag ontwerpteams en andere betrokkenen meenemen in het proces van bewust kiezen voor daglicht. Eerder maakte DGMR al een tool om geluid te ervaren, de gratis ruimteakoestiektool. Beide tools helpen om vooraf kwaliteit vast te stellen die door iedereen gedragen wordt. Technische getallen worden vervangen door een zintuigelijke ervaring en daarmee voor iedereen tastbaar.

Meer informatie: www.daglichtvisualisatietool.nl www.ruimteakoestiektool.nl

RUIM 75 JAAR UNIEKE ERVARING IN SPORT­ EN SCHOLENBOUW

Slim bouwen met oog voor gebruik en exploitatie

In de wereld van het bouwen draait het al lang niet meer alleen om stenen en beton. Het gaat om gebouwen die duurzaam zijn, goed presteren én comfortabel zijn voor de mensen die er dagelijks verblijven. Dit inzicht komt sterk naar voren bij de aanpak van Pellikaan Bouwbedrijf bv. Een familiebedrijf dat zowel scholen als sportcentra realiseert in Nederland, België, Engeland en Duitsland. Hun unieke positie: ervaring met exploitatie en gebruikerscomfort, gecombineerd met kennis van ontwerp en uitvoering.

S“Voor een goede exploitatie is de effectiviteit van de gebouwinstallaties cruciaal”

chooldomein sprak deze zomer met Jack Hazen, commercieel directeur bij Pellikaan. Zijn advies is duidelijk: breng in een bouwproces vroegtijdig een samenwerking van alle benodigde expertises tot stand en kijk verder dan het ontwerp. “Bij Pellikaan kiezen wij bewust voor bouwprojecten door middel van een geïntegreerde contractvorm omdat daar de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, oplevering en nazorg bij één partij komt te liggen. Uit onze 75 jaar ervaring weten wij welke ontwerpkeuzes later tot problemen leiden. Dat geldt voor de keuze van materialen, maar ook voor de bouwmethode, routing en gekozen zichtlijnen. Stuk voor stuk keuzes die een effect hebben op dagelijks gebruik en welzijn van gebruikers en personeel”, aldus Jack.

AI GESTUURDE KLIMAATINSTALLATIES

Pellikaan neemt ervaringskennis uit andere sectoren mee naar die van de scholenbouw. Zo kan het als exploitant van Club Pellikaan – een Nederlandse

healthclub keten – in het ontwerpproces keuzes maken die gebaseerd zijn op de ervaring van meer dan 1,5 miljoen gebruikers per jaar. Als voorbeeld noemt Jack de toepassing van AI bij klimaat gestuurde installaties in sportcentra. Per ruimte kan de temperatuur en luchtkwaliteit optimaal worden gereguleerd, terwijl het energieverbruik met 24% wordt verlaagd. Het systeem leert van gebruikersgedrag en weersvoorspellingen, zodat installaties alleen werken wanneer dat echt nodig is. Een win­win op gebied van milieu, comfort en netbewust bouwen.

EXPLOITATIE EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

“Kwaliteit is voor ons geen momentopname bij de oplevering. Deze wordt pas zichtbaar in het dagelijks functioneren. Daar ligt onze toegevoegde waarde,” benadrukt Jack. “Voor een goede exploitatie is de effectiviteit van de gebouwinstallaties cruciaal. Voorkomen moet worden dat een beoogde energiewinst op papier door verkeerde instellingen en­of gebruik verloren gaan. Om een gebouw goed

Tekst Marco van Zandwijk

Gebiedsontwikkeling Roelofarendsveen

te laten presteren, verzorgt Pellikaan standaard gebruikersinstructies en begeleiding in de eerste maanden na oplevering. Deze zijn net zo belangrijk als het ontwerp zelf,” aldus Jack. “Projectleiders komen de eerste zes maanden na de oplevering regelmatig op de locatie om te controleren of alles optimaal functioneert en op de juiste wijze wordt gebruikt. Met deze manier van denken en werken voorkomen wij problemen in gebruik, onderhoud en het energieverbruik.”

STANDAARDISATIE EN INDUSTRIALISATIE

Het werken met prefab bouwsystemen wint aan terrein, ziet Jack. “Traditioneel bouwen is inefficiënt en wordt steeds duurder. Voor Pellikaan een reden om meer in te gaan zetten op standaardisatie en industrialisatie bij projecten met een omvang van meer dan 2.500 m2. Door als bouwende ontwikkelaar mee te denken in het ontwerpproces kunnen kostprijsverhogende elementen, in een constructief en functioneel ontwerp, vroeg in het proces worden gesignaleerd.” De combinatie van kennis van de exploitatie en bouwmethodiek maakt Pellikaan uniek. Het zit echter niet vast aan één bouwsysteem. Het kent de voor­ en nadelen van bepaalde bouwmethodes.

Jack vertelt: “De keuze voor een bepaalde methode heeft directe impact op de bouwtijd, het milieu en de prijs. Voor het Onderwijscentrum Leijpark in Tilburg met ruim 7.000 m2 bvo (zie kader) was de factor tijd doorslaggevend. Het bouwproject vroeg zeven

Twee voorbeelden uit de praktijk

1. Onderwijscentrum Leijpark in Tilburg

Ruim 7.000 m², speciaal (voortgezet) onderwijs, inclusief therapie bad en sporthal.

Realisatie in 7 maanden ontwerptijd + 7 maanden bouwtijd.

Voldoet aan strengste normen op gebied duurzaamheid en energieprestatie.

Demontabel prefab­betonskelet (CD20) gekozen voor duurzaamheid, snelheid en efficiëntie.

2. Gebiedsontwikkeling Roelofarendsveen

Complete houten kindcentrum, inclusief zwembad en sporthal.

Klantspecifieke wens: duurzaam, multifunctioneel en houtbouw.

Dynamische gebiedsontwikkeling in samenwerking sportbedrijf.

Project toont flexibiliteit van Pellikaan in bouwmethodiek (beton, staal of hout).

maanden voor het ontwerp en zeven maanden voor de bouw. Ongekend snel, maar mogelijk met een Prefabbetonskelet en heldere keuzes in de uitvoering.”

“Onderwijsvoorzieningen zullen steeds meer gecombineerd worden met functies voor de wijk”

TOEKOMSTVISIE

Het oplopende personeelstekort in de bouw onderstreept de noodzaak van industrialisatie en het toepassen van prefab­elementen. Het zal de behoefte aan vroegtijdige samenwerking en een verdere integratie van ontwerp­ en bouwproces alleen maar verder doen vergroten”, aldus Jack. “Onderwijsvoorzieningen zullen daarnaast steeds meer gecombineerd worden met functies voor de wijk. Een mooi voorbeeld daarvan zien we bij de realisatie van het beweeg­ en kindcentrum Kineo. Een bredere gebiedsontwikkeling in Roelofarendsveen waar sport, opvang, onderwijs en zwemvoorzieningen samen komen. Het laat zien dat het ons als bedrijf lukt om duurzame, functionele en aangename gebouwen te realiseren tegen een betaalbaar bedrag zonder op comfort en gebruiksgemak in te leveren.”

Meer info: www.pellikaan.com of neem contact op met Jack Hazen via 013-4657600

Video: QR code naar video https://m.youtube.com/ watch?v=WKOe7mz6Qd8&time_continue=58&source_ ve_path=NzY3NTg&embeds_referring_ euri=https%3A%2F%2Fpellikaan.com%2F

IKC HET KRISTAL IN DORDRECHT

Een nieuw thuis voor leren en ontwikkelen

Met de oplevering van de nieuwbouw van IKC Het Kristal in Dordrecht is een bijzondere mijlpaal bereikt. Het gebouw is niet alleen het eerste nieuwbouwproject van Vereniging Arcade Dordrecht, maar ook een schoolvoorbeeld van hoe moderne huisvesting een vernieuwende onderwijsvisie kan versterken. Het kindcentrum, onderdeel van Stichting H3O, biedt ruimtes voor kinderopvang, peuteropvang, basisonderwijs, naschoolse opvang en een multifunctionele gymzaal onder één dak.

EEN ONTWERP DAT ONTMOETING STIMULEERT

Het nieuwe gebouw, ontworpen door BDG Architecten, telt twee lagen en is opgezet vanuit het idee van verbinding. Waar traditionele schoolgebouwen vaak bestaan uit strikte scheidingen tussen onderwijs en buitenschoolse opvang, is binnen het ontwerp voor Het Kristal bewust gekozen voor verweving. Activiteitenruimtes zijn ingericht voor groepen van 15 of 30 kinderen en kunnen flexibel dienstdoen voor zowel onderwijs als opvang.

SPELENDERWIJS LEREN

De activiteitengerichte indeling van het gebouw sluit naadloos aan bij de visie op spelenderwijs leren. IKC­directeur Lilian Pol zegt daarover: “Ons motto is ‘Leren door denken én doen’ en dat komt

in de opzet van het gebouw met de thematische lokalen in combinatie met de leslokalen maximaal tot uitdrukking. Op Het Kristal werken we vanuit één team van onderwijs­ en opvangmedewerkers. Dit is de basis voor het zogenoemde verrijkingsonderwijs: op de verrijkingsdagen worden onderwijs en opvang in een continurooster afgewisseld en is iedereen tot 17.00 uur op school. Ook de gezamenlijke lunch in de centrale hal is een dagelijks ritueel dat voor verbinding en ontmoeting zorgt”, aldus Lilian.

PROCES: VISIE EN FLEXIBILITEIT

Het traject voor de nieuwbouw kent een oorsprong in 2018. John Kusters, manager vastgoed bij Arcade (zie kader), vervulde de rol van opdrachtgever. “IKC Het Kristal is het eerst opgeleverde bouwproject binnen

“Iedere vierkante meter is inzetbaar voor de ontwikkeling van het kind”

Arcade. Belangrijk uitgangspunt in het ontwerp was flexibiliteit. Het gebouw moest toekomstige onderwijskundige vernieuwingen kunnen opvangen en dat is goed gelukt.” Jean Paul Hofkens, procesmanager bij nul25, benadrukt hoe belangrijk het is om gedurende het proces steeds te blijven toetsen of het gebouw de visie ondersteunt. “Het is belangrijk dat de huisvesting niet alleen technisch en financieel klopt, maar vooral ondersteunend is aan de visie op het leren. Daarom is in alle fasen van het project steeds opnieuw getoetst of het ontwerp nog aansloot bij de visie.” De bouw startte eind januari 2024 en verliep voorspoedig. In maart 2025 volgde de sleuteloverdracht en kon het inrichten beginnen.

GROTE DIVERSITEIT AAN PLEKKEN

IKC Het Kristal is een samenvoeging van twee scholen die voorheen verdeeld waren over twee verouderde locaties. De nieuwbouw bood de kans om niet alleen een frisse start te maken, maar ook de onderwijsvisie ruimtelijk waar te maken. Lilian vertelt: “Samen met het team hebben we scherp toegezien op de gebruiksvriendelijkheid van gebouw en inrichting: ruimtes moesten aansluiten bij het bioritme en de spanningsboog van kinderen. Daarmee ontstaat meer ruimte voor thematisch gericht onderwijs en

Centrale aansturing huisvestingsorganisatie In Dordrecht willen de schoolbesturen de ontwikkelkansen voor kinderen vergroten en vanuit samenwerking tot betere oplossingen voor de onderwijshuisvesting komen. Om dat te bereiken hebben de tien schoolbesturen in het primair en speciaal onderwijs in 2021 gezamenlijk de Vereniging Arcade Dordrecht opgericht. Arcade draagt zorg voor de uitvoering van de gemeentelijke zorgplichttaken op het gebied van de onderwijshuisvesting, is opdrachtgever van nieuwbouw en renovatieprojecten, verhuurt onderwijsruimtes en coördineert onderhoud.

Meer informatie: www.arcade-dordrecht.nl

een grotere diversiteit aan plekken. Deze keuze pakt goed uit. Ouders en school ervaren nu al de positieve effecten. Doordat instructie en ontspanning elkaar meer afwisselen lijken kinderen op verrijkingsdagen om 17.00 uur energieker dan op normale schooldagen.”

SPEELS EN TOEGANKELIJK

“De positionering van het gebouw op de relatief kleine kavel bleek cruciaal voor het ontwerp”, licht Sandra Ras, architect bij BDG Architecten, toe. “Waar de oude gymzaal de uitstraling van het terrein bepaalde, heeft het nieuwe gebouw door een andere opzet juist een open karakter naar de wijk gekregen. Met een compact ontwerp geven we optimaal invulling aan het programma van het kindcentrum en behielden we zoveel mogelijk bestaand groen. Door de afwisseling van onderwijs en BSO is de relatie met het buitenterrein extra belangrijk. Elk lokaal op de begane grond heeft een deur direct naar buiten. Bordessen met buitentrappen en een glijbaan brengen de leerlingen op de eerste verdieping ook snel naar buiten en fungeren in het ontwerp naast toegang voor de bovenbouw ook als zonwering en vluchtweg. Ze geven het gebouw een speelse en toegankelijke uitstraling.” Er is slechts één inpandige

vlnr John Kusters, Marco de Jong, Lilian Pol, Jean Paul Hofkens, Tim van Vliet en Sandra Ras
“Het is belangrijk dat de huisvesting niet alleen technisch en financieel klopt, maar vooral ondersteunend is aan de visie op het leren”

(tribune)trap en er zijn geen leerpleinen. Wel is er een veelheid aan ruimtes die kinderen uitnodigen tot ontdekken, spelen en leren.

PASSENDE GEVELAFWERKING

De architectuur spreekt tot de verbeelding. De plint met gemêleerd metselwerk en de koperen beplating passen goed bij de omliggende woningen. De installaties zijn verdiept in het dak uit het zicht voor de omwonenden geplaatst. Boven het wildverband metselwerk in de plint is de afwerking van de verdieping, uitgevoerd in verschillende profileringen SAB­beplating in een bijzondere kleur, een ander

opvallend element. De beplating is duurzaam en onderhoudsvriendelijk. John vult aan: “Het geeft het gebouw een frisse, eigentijdse uitstraling dat opgaat in de wijk.”

BOUW EN SAMENWERKING

De realisatie van het 3.200 m² grote gebouw lag in handen van BM van Houwelingen. Werkvoorbereider Tim van Vliet, kijkt met trots terug op het proces: “Tijdens de bouw was er regelmatig contact met de buurt. Onze hoofduitvoerder zorgde er persoonlijk voor dat omwonenden goed op de hoogte bleven, onder andere met een 6­wekelijkse nieuwsbrief.”

SAMENWERKEN VANUIT VISIE, ONTWERP EN BOUW

De realisatie van IKC Het Kristal toont aan hoe deze zaken gezamenlijk kunnen leiden tot een vernieuwende onderwijsomgeving in een bestaande wijk. Een gebouw dat er klaar voor is om kinderen de komende decennia een onvergetelijke schooltijd te geven.

Kijk voor meer informatie op www.bmvanhouwelingen.nl

HULP BIJ DE HUISVESTINGS OPGAVE

Programma Onderwijshuisvesting

Achterstallig onderhoud dat niet wordt aangepakt, gaat altijd gepaard met exponentieel oplopende kosten. Bovendien irriteren de gevolgen ervan je dagelijks en ook deze gaan van kwaad tot erger. Leerlingen en onderwijzend personeel lopen iedere dag aan tegen de consequenties van de veroudering van een schoolgebouw. Het is de taak van gemeenten, onderwijsorganisaties en samenwerkingspartners om deze huisvestingsopgave aan te pakken. Maar wie doet wat? Het landelijke Programma Onderwijshuisvesting staat in de startblokken om de opgave(n) rondom huisvesting voor iedereen hanteerbaar te maken.

DOELSTELLING VOOR 2050

Het onderwijs in Nederland staat voor een enorme opgave als het gaat om het verbeteren van schoolgebouwen. Daarom heeft het Programma Onderwijshuisvesting (POHV) een ambitieus doel: “In 2050 hebben alle schoolgebouwen in Nederland een prettig en gezond binnenklimaat en zijn alle gebouwen geschikt voor modern en inclusief onderwijs, circulair gebouwd, modulair, (onderwijs) adaptief, minstens energieneutraal en betaalbaar in de exploitatiefase.”

PLANMATIG EN INTEGRAAL

Een grootschalige renovatie, een nieuwbouwproces of groot onderhoud. Hoewel iedere huisvestings­

OPROEP: SAMEN MET DE MARKT!

Het POHV is een initiatief van de PO­Raad, VO­raad, VNG en het Ministerie van OCW. Kenniscentrum Ruimte­OK en Invest­NL voeren het programma uit. Marktpartijen kunnen helpen met de ontwikkeling van de aanpak binnen het POHV door deel te nemen aan de klankbordgroep of gebruik te maken van de gekaderde inzet. Een klankbordgroep adviseert over de ontwikkeling van instrumenten. Met een gekaderde inzet kunnen adviesbureaus, tegen een vergoeding, instrumenten testen in lopende bouwprojecten.

Denk mee!

Deelname aan het Programma Onderwijshuisvesting vanuit marktpartijen gaat helpen om instrumenten door te ontwikkelen. Dit zodat deze voor iedereen beter gaan werken. Ervaring vanuit de praktijk moet zo gaan helpen om scherp te krijgen wat werkt en wat niet. Meer weten over deelname? Scan de QR­code of ga naar www.pohv.nl/leren­met­de­markt. Of mail direct naar info@pohv.nl.

opgave anders is, hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Veel schoolbesturen en gemeenten werken nu nog los van elkaar aan vernieuwing. Dat kost onnodig veel tijd en geld. Beter is het om met elkaar planmatig en integraal te bouwen. Met handreikingen, instrumenten en gerichte ondersteuning vanuit het Programma Onderwijshuisvesting kan de sector de komende jaren planmatig en integraal aan de slag. Zo bouwen schoolbesturen, gemeenten en de markt samen aan betere scholen.

Meer informatie: www.POHV.nl

Beelden:

TIJDLOZE

KAPSTOKKEN VOOR EEN KINDVRIENDELIJKE OMGEVING

De Schoolkapstok in IKC Het Kristal

Bij de nieuwbouw van IKC Het Kristal in Dordrecht is veel aandacht besteed aan een veilige en functionele inrichting. Daarbij hoort ook iets ogenschijnlijk eenvoudigs, maar in de praktijk onmisbaar: een goede garderobe. Voor Het Kristal werd gekozen voor een oplossing van Schoolkapstok.nl, ontworpen door Jolanda van Holten.

Jolanda begon ruim twintig jaar geleden met het ontwerpen van kapstokken, geïnspireerd door haar eigen ervaringen als ouder. “Ik zag hoe weinig aandacht er vaak werd besteed aan garderobes op scholen,” vertelt ze. “Te weinig ruimte, scherpe haken, jassen en tassen die op de grond belanden. Ik wilde iets maken dat wél kindvriendelijk was en ook op de lange termijn duurzaam inzetbaar bleef.” Dat leidde tot de

R3 ­ standaard, een kapstok die inmiddels in talloze basisscholen en kinderopvanglocaties in Nederland en België te vinden is. Kenmerkend zijn de afgeronde vormen zonder scherpe punten, de ruime haken van gerecycled materiaal en het open zicht op de haken.

DE SLANG

Voor IKC Het Kristal paste Jolanda de variant toe die ze liefkozend ‘de slang’ noemt: een speels ontwerp dat door de school slingert en zo optimaal gebruikmaakt van de beschikbare wandruimte. Het laat zien dat een kapstok veel meer kan zijn dan een functioneel meubelstuk; het kan bijdragen aan de uitstraling en organisatie van het gebouw.

VROEGTIJDIG IN GESPREK

In de visie van Jolanda is een goede garderobevoorziening vaak een onderschat onderdeel van de huisvesting. “In veel bouwprojecten wordt er te laat over nagedacht, waardoor er te weinig ruimte overblijft,” legt ze uit. “Terwijl het juist iets is dat kinderen en leerkrachten dagelijks gebruiken. Door vroegtijdig in gesprek te gaan met de school, kun je echt een oplossing ontwerpen die werkt.” In de garderobevoorzieningen heeft Jolanda door de jaren heen slimme voorzieningen opgenomen. Denk aan houders voor naamkaartjes, zodat ieder kind zijn eigen haak eenvoudig terug kan vinden.

NATUURLIJKE MATERIALEN

“Het idee blijkt tijdloos,” zegt Jolanda. “In een tijd waarin verspilling steeds meer ter discussie staat, sluit de Schoolkapstok goed aan bij de wens om natuurlijke en duurzame materialen te gebruiken. Het is mooi om te zien dat scholen dit waarderen.”

Meer informatie: www.schoolkapstok.nl

R3 Standaard

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK MAASTRICHT

Variatie sleutel voor toekomstbestendige inrichting

Voor de gerenoveerde Randwyck Library van Universiteit Maastricht ontwikkelde Eromesmarko een circulair en toekomstgericht inrichtingsconcept met veel variatie in werk­ en leerplekken. Basis daarvoor lag in het programma van eisen én opgedane inzichten uit het project ‘Academic library of the future’. Een onderzoek naar de toekomst van de Academische bibliotheek en de behoefte onder studenten en andere gebruikers. Het resultaat spreekt tot de verbeelding.

MEERDERE ROLLEN

Als vaste contractpartner van de Universiteit van Maastricht is Eromesmarko gevraagd de inrichting van de gerenoveerde Randwyck Library voor haar rekening te nemen. Dit is een van de grootste bibliotheken van Universiteit van Maastricht. De Universiteitsbibliotheek biedt een leer­ en werkomgeving voor studenten, docenten en onderzoekers. Verdeeld over drie verdiepingen mocht de ontwerpstudio van

Eromesmarko een grote diversiteit aan ruimtes inrichten: werkruimtes, open learning spaces, ontmoetingsplekken, (super)focus ruimtes en innovation labs. Vanuit zijn expertise als onderwijsinrichter vervulde Eromesmarko de rol van adviseur, ontwerper, producent, leverancier en inrichter. Voor de inrichting werkte Eromesmarko samen met zowel de architect als de opdrachtgever. Bij de inrichting stonden de wensen en behoeftes van de gebruikers voorop.

INZICHT IN TOEKOMSTIGE BEHOEFTEN

Vijf masterstudenten van de universiteit deden in 2023 onderzoek naar de academische bibliotheek van de toekomst. Ze onderzochten hoe zo’n bibliotheek moet worden ingericht vanuit een focus op productiviteit, inclusiviteit, veiligheid en welbevinden. Een raadpleging onder studenten leverde maar liefst 400 reacties op. Uit het onderzoek van de studenten kwam onder meer de behoefte aan een groene omgeving, ruimte voor neurodiversiteit, grote ruimtes met flexibel meubilair, zones voor super focusplekken, integratie van technologie in aparte ruimtes én een circulaire inrichting naar voren. De ontwerpstudio van Eromesmarko ging met deze inzichten en een PvE aan de slag en maakte een samenhangend, gebruiksvriendelijk en duurzaam inrichtingsvoorstel. Over het resultaat zijn opdrachtgever en gebruikers zeer enthousiast. De grote

“Bij Eromesmarko geloven we dat anders kijken en anders doen leidt tot nieuwe oplossingen”

Meer dan 100 jaar ervaring Al ruim 100 jaar ontwerpt Eromesmarko flexibele inrichtingsoplossingen voor en met het onderwijs; van basisschool tot en met universiteit. Samen met onderwijsinstellingen ontwikkelen ze creatieve inrichtingsconcepten, die bijdragen aan onderwijsvernieuwing en ­verbetering. Bij Eromesmarko geloven ze dat anders kijken en anders doen leidt tot nieuwe oplossingen. Oplossingen waarbij onderwijsmeubilair méér is dan een tafel of stoel om aan te werken. Eromesmarko is er trots op om als een van de weinige meubelfabrikanten te kunnen zeggen dat het eigen assortiment geheel in Nederland geproduceerd is. Naast het creëren van werkgelegenheid heeft dit ook een positief effect op het verminderen van CO2­uitstoot. Het transport is immers zeer minimaal.

diversiteit van het meubilair en de vele opstellingsmogelijkheden maken de inrichting zeer multifunctioneel. Tegelijkertijd zorgen de gebruikte kleuren, materialen en de groene omgeving voor rust.

De bibliotheek van Maastricht University is een dynamische omgeving die steeds in beweging is. Zo ook het meubilair. De laatste wensen van Universiteit Maastricht bestaan uit het creëren van een VRruimte binnen de bestaande inrichting. Door middel van verrijdbare wanden worden zo aparte ruimtes gecreëerd waar VR­apparatuur komt te staan en waar studenten bezig kunnen zijn met skills die direct met hun studie te maken hebben of op het gebied van wellbeing. Als laatste wordt gekeken naar een upgrade van de podcast ruimte, welke zich ook in de bibliotheek bevindt. Beide wensen worden op dit moment onderzocht en verder uitgewerkt.

DUURZAAMHEID

Bij de inrichting zijn vanzelfsprekend duurzame, gerecyclede en hernieuwbare materialen gebruikt, onder meer door de inzet van de Felt­collectie. Eromesmarko werkt ook voor de UM standaard volgens strenge duurzaamheidsnormen. Het gebruikte houtwerk heeft een duurzame (Europese) herkomst, de meubels zijn bekleed met gerecyclede stoffen, gaan lang mee en kunnen na gebruik een nieuwe bestemming krijgen. Bestaande interieurelementen (zoals tafels, grote boekenkasten en bureaustoelen) werden opnieuw gebruikt.

Bezoek aan de Meshallen

De inspiratiecampus in Wijchen vormt een verbinding met de Meshallen: een inspirerend platform waar onderwijsorganisaties, overheid en ondernemers elkaar ontmoeten en inspireren. Meerdere bedrijven en organisaties die een bijdrage willen leveren aan onderwijsvernieuwing hebben zich verbonden aan hét platform dat als een showroom voor onderwijsvernieuwing fungeert. Meer informatie: www.demeshallen.nl

“De grote diversiteit van het meubilair en de vele opstellingsmogelijkheden maken de inrichting zeer multifunctioneel”

POSITIEVE GEBRUIKERSERVARINGEN

De compleet vernieuwde Randwyck Library is sinds de zomer van vorig jaar geopend. “Door de open en eerlijke communicatie is dit project heel fijn verlopen en zijn we gekomen tot een integraal concept wat ook echt werkt in de praktijk”, kijkt Meike Kerkhofs, projectleider innovatieve learning spaces van de Universiteitsbibliotheek van Maastricht tevreden terug. Meike is regelmatig op locatie om te observeren hoe studenten, docenten en personeel het gebouw met de nieuwe inrichting ervaren. “De gebruikers zijn super enthousiast. Ze komen binnen en ervaren meteen het wow­effect. We merken dat de gebruikers de diversiteit aan ruimtes heel praktisch en functioneel vinden. Ze genieten van het totaalplaatje.”

LOVE & BREAK-UP LETTERS

Waar studenten volgens Meike makkelijk meegaan in de toekomstgerichte elementen van de inrichting, moet het personeel soms nog wel wennen aan het werken in open ruimtes. Om feedback van alle gebruikers te verzamelen, zijn zogenaamde ‘love and break­up letters’ geïntroduceerd. Een creatieve manier om op te halen hoe de inrichting onder gebruikers wordt ervaren. Meike: “Wat daarbij tot nu toe het meest naar voren komt, is de fijne groene omgeving en de rust die is gecreëerd met de eenheid in kleuren en materialen. Ook het zitcomfort en de diversiteit van het meubilair wordt als erg prettig ervaren, met name de verschillende opstellingsmogelijkheden scoren goed. Ik kan niet anders zeggen dan dat wij heel enthousiast zijn over het eindresultaat.”

Meer informatie: www.eromesmarko.nl

NEDERLANDSE PRIMEUR IN DEVENTER

De Marke: eerste sporthal met ‘BREEAM Excellent’­certificering

Deventer krijgt de meest duurzame sporthal van ons land. De Marke wordt de eerste Nederlandse sportaccommodatie met een BREEAM Excellent­certificering. Opmerkelijk detail: de innovatieve sportvloer in de zalen komt grotendeels uit eigen stad.

“Een jaar lang werkten

Bonne Maat en Jop Planje samen met hun teams en met hulp van externe consultants aan een oplossing”

De nieuwbouw van Sporthal De Marke is onderdeel van een groot project. De nieuwe sporthal verrijst naast de nieuwbouw van een vmbo ­ school van het Etty Hillesum Lyceum. Hier worden de vmbo ­ afdelingen van De Marke Zuid, De Marke Noord en Het Stormink samengevoegd tot één moderne nieuwe onderwijslocatie. Sporthal De Marke vervangt de gedateerde sporthal Keizerslanden, die aan het eind van haar levensduur is en op termijn wordt gesloopt.

MULTIFUNCTIONEEL GEBRUIK

Jop Planje, senior projectleider bij ICSadviseurs: “De nieuwe sporthal beslaat ca. 2.965 m², verdeeld over twee bouwlagen, met een grote sportzaal van 60 x 26 meter die door flexibele, geluidsabsorberende scheidingswanden kan worden opgedeeld in vier afzonderlijke zaaldelen voor het gymnastiekonderwijs.

Op de tweede verdieping komt een sportkantine. Buiten schooltijd gebruikt onder andere korfbalvereniging Devinco de hal. Nu staat hun clubgebouw nog op Sportpark Rielerenk en wijken ze in de winter uit naar verschillende sporthallen in Deventer. Met de nieuwe sporthal kunnen ze straks voor zowel binnen­ als buitentraining op één locatie terecht. Scheidsrechtersvereniging DSV&O, die tot voor kort van de oude sporthal gebruik maakte, krijgt een nieuwe thuisbasis in het voormalige clubgebouw van Devinco op Sportpark Rielerenk. De bouwkeet staat tijdelijk op het oude sportveld van de school en de scheidsrechtersvereniging.”

DUURZAAMHEIDSCERTIFICERING

De nieuwe Sporthal De Marke wordt de eerste sporthal in Nederland met BREEAM Excellentcertificering, een hoog duurzaamheidscertificaat.

Bonne Maat (l) en Jop Planje

Het energieneutrale complex maakt daarmee geschiedenis. “Het is bijzonder dat de gemeente Deventer hiervoor heeft gekozen,” vertelt Jop. “Deze certificering wordt over het algemeen niet aangevraagd voor scholen of sporthallen.” BREEAM Excellent gaat verder dan alleen energieneutraliteit. “BREEAM is een veel breder pakket voor duurzaamheid, waarbij je garandeert dat een gebouw werkelijk duurzaam en ecologisch wordt ontworpen en gebruikt,” legt Jop uit. “Zo krijgt het gebouw vleermuizen­ en vogelkasten, een gedeeltelijk groen sedumdak, zonnepanelen en waterbesparende installaties voor douche en toiletten. Ook hebben we onderzocht hoe je het gebouw zo demonteerbaar mogelijk kunt maken. Bijvoorbeeld metselwerk dat niet met cement wordt verbonden, maar met plastic strips, en houten in plaats van stalen spanten die eenvoudig kunnen worden gedemonteerd. De levensduur van deze sporthal is straks minstens 60 jaar.”

MILIEUPRESTATIE GEBOUWEN

PROJECTINFORMATIE

Locatie

Keizerslanden, Deventer

Oplevering

zomer 2026

Oppervlakte sporthal

2.965 m² over twee bouwlagen

Certificering

BREEAM Excellent (Nederlandse primeur voor sporthallen)

Ontwerp

AGS Architecten

Aannemer

Burgland Bouw

Projectmanagement

ICSadviseurs

BREEAM-expert

Ingenieursbureau Nelissen

Sportvloer

Pulastic® sportvloer van Sika

Nederland B.V.

Het lokale succesverhaal van dit project zit ‘m vooral in de innovatieve sportvloer. Om aan de stevige eisen voor de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) te voldoen, ging Jop op zoek naar een sportvloerenfabrikant: “Bij de MPG­berekening had een standaard sportvloer uit de Milieudatabase een veel te hoge MKI­waarde (Milieukostenindicator). De impact was zo groot dat de sportvloer ongeveer even zwaar meetelde als een betonnen fundering. We konden de vereiste MPGwaarde niet halen en daarmee ook niet voldoen aan BREEAM Excellent.”

Totdat Jop Planje in contact kwam met Bonne Maat, relatiemanager bij Sika Nederland uit… Deventer! Sportvloeren van Sika liggen in ongeveer 70 procent van de Nederlandse gymzalen en sporthallen. Een jaar lang werkten Bonne en Jop samen met hun teams en met hulp van externe consultants aan een oplossing.

CIRCULAIRE SPORTVLOER UIT EIGEN REGIO

De oplossing combineert internationale kennis met lokale productie. “De 9 mm dikke shockpad wordt geleverd door onze vaste leverancier in Duitsland

en zorgt voor de vering,” legt Bonne uit. “Deze schokabsorberende laag kopen wij in als halffabrikaat bij de Duitse fabrikant REGOPOL GmbH. Hij wordt gemaakt van oude sportvloeren en gemalen vrachtwagenbanden. Oude sportvloeren worden gesloopt, vermalen tot granulaat en weer verwerkt tot nieuwe schokabsorberende matten.” Daarop komt een 2 mm polyurethaan toplaag van Pulastic®, die sinds 1965 in Deventer wordt geproduceerd. “We maken zo veel mogelijk gebruik van natuurlijke grondstoffen voor het polyurethaan,” aldus Bonne. “Duurzamer kan niet, want Sika is een lokaal bedrijf. De toplaag hoeft dus niet in een ver buitenland te worden samengesteld. Dit totaalpakket van 11 mm dik krijgt tenslotte een speciale sportvloercoating in de gewenste kleur, met belijning in alle zalen. Het resultaat: een sportvloer die aan alle sporttechnische eisen van het NOC*NSF voldoet en tegelijk comfort en veiligheid garandeert. Aan het eind van de levensduur kunnen we de sportvloer er weer uithalen. Hij kan dan volledig worden gerecycled,” verklaart Bonne het circulaire principe.

SPORTVLOER ‘VAN PAPA’

Op 21 juni 2025 werd het hoogste punt van de sporthal bereikt. De oplevering staat gepland voor zomer 2026. Deventer heeft dan niet alleen de modernste vmbo­onderwijslocatie met BREEAM Very Good­certificaat, maar ook de groenste sporthal van Nederland. Daarmee zet De Marke een nieuwe standaard voor duurzame sportaccommodaties in Nederland en is het een inspirerend voorbeeld voor andere gemeenten. Voor Bonne heeft het project nog een persoonlijk tintje: “Ik heb vijf kinderen. De oudste zit al op Saxion, maar de andere vier gaan over een paar jaar waarschijnlijk sporten op ‘de vloer van papa’. Grappig, toch?”

Gebruikte afkortingen

BREEAM: Building Research Establishment

Environmental Assessment Method

MPG: MilieuPrestatie Gebouwen

MKI: Milieukostenindicator

Kijk voor meer informatie op www.pulastic.sika.com

BOUWEN AAN BETEKENISVOLLE HUISVESTING

De omslag van bouwer naar dienstverlener

De bouwsector staat voor forse uitdagingen. Tekorten aan vakmensen, de druk van de energietransitie en veranderende maatschappelijke behoeften vragen om nieuwe oplossingen. Waar veel partijen worstelen met deze transitie, kiest BBS Huisvesting voor een duidelijke koers: niet langer enkel bouwer maar een integrale dienstverlener als bondgenoot voor huisvestingsvraagstukken.

De recent doorgevoerde naamswijziging van bouwbedrijf ‘BBS Bouwsystemen’ naar ‘BBS Huisvesting’ markeert de nieuwe koers van een bedrijf dat inmiddels zijn sporen heeft verdiend in de scholenbouw. Met meer dan zestig jaar ervaring in de bouw van scholen en multifunctionele gebouwen heeft het zijn krachten gebundeld. Het nieuwe BBS is meer dan een bouwer en leverancier van gebouwen. Het wil een partner zijn van de opdrachtgever in zijn zoektocht naar duurzame, flexibele en toekomstgerichte leeren leefomgevingen.

EEN NIEUWE NAAM, EEN VERTROUWDE BASIS

“De oude naam Bouwsystemen dekte de lading niet meer. Waar vroeger het accent op bouwen lag, staat

De Uitdaging in Nijmegen Modern Schoolgebouw benadrukt duurzaamheid, architectonische kwaliteit en maatschappelijke pasvorm

nu het complete huisvestingsproces van ontwikkeling tot nazorg centraal. De kracht zit in de veelzijdigheid: tijdelijke uitbreidingen via modulaire huisvesting, maar ook permanente gebouwen die volledig afgestemd zijn op de lange termijn. Die brede benadering maakt het mogelijk om snel en flexibel in te spelen op uiteenlopende vragen”, vertelt Oscar Brouwer, algemeen directeur bij BBS Huisvesting.

INTEGRALE AANPAK ALS ONDERSCHEID

“Wat BBS Huisvesting uniek maakt, is de integrale keten. Het bedrijf beschikt over een eigen ontwerpteam, productieteam en onderhoudsploeg. Daardoor wordt niet alleen sneller geschakeld, maar ontstaat er ook consistentie in kwaliteit en communicatie.

In een sector waar veel schakels vaak versnipperd zijn, biedt deze gebundelde expertise in één organisatie rust en zekerheid voor de opdrachtgever. Het voorkomt ruis in het proces en maakt het mogelijk om sneller resultaten te leveren, zonder concessies te doen aan duurzaamheid en kwaliteit.”

VOORUITKIJKEN: UITDAGINGEN VAN MORGEN

“Scholen en maatschappelijke organisaties vragen niet langer alleen om functionele ruimtes. Ze willen gebouwen die kunnen meegroeien met veranderende onderwijsvormen. Daarnaast moeten deze gebouwen duurzaam en gezond zijn en ook na schooltijd van waarde zijn voor de gemeenschap. Om die reden werkt BBS Huisvesting met een visie die draait om twee pijlers: standaardisatie én flexibiliteit.”

SLIM EN EFFICIËNT BOUWEN

“Standaardisatie is onmisbaar in een markt waar arbeid schaars is en de vraag groot. Maar standaardisatie hoeft niet te leiden tot saaie, uniforme gebouwen”, vertelt Hidde van Wageningen, tender manager bij BBS Huisvesting. “De opgeleverde gebouwen van

BOUW EN INRICHTING

BBS hebben allemaal hun eigen unieke uitstraling, maar worden wel gerealiseerd met de voordelen van modulaire oplossingen. Concreet moet je dan denken aan voordelen van een snellere realisatie door het gebruik van modulaire bouwstenen, lagere kosten door een efficiëntere productie, grotere aanpasbaarheid met oog op de toekomst en duurzamer door circulaire principes en hergebruik. Daarbij wordt in de ontwikkeling nadrukkelijk oog gehouden voor identiteit en beleving. Een schoolgebouw moet inspireren en een fijne plek zijn voor leerlingen en medewerkers.”

DIGITALISERING ALS VERSNELLER

Naast het denken en werken vanuit modulaire oplossingen zet BBS ook volop in op de digitale transitie. Dit door gebruik van digitale tools waarmee opdrachtgevers al in een vroeg stadium inzicht krijgen in kosten, ontwerp en mogelijkheden. “Snelle calculaties, heldere visualisaties en transparante scenario’s zorgen voor een kortere doorlooptijd en betere besluitvorming. Zo ontstaat een proces dat niet alleen efficiënt, maar ook inspirerend is: het samen bouwen aan een toekomstig gebouw begint al bij de eerste digitale schets.”

ONDERWIJSHUISVESTING ALS KERNSPECIALISATIE

De focus van BBS Huisvesting ligt bewust op onderwijshuisvesting en multifunctionele gebouwen. Scholen zijn immers geen neutrale gebouwen; ze zijn plekken waar kinderen groeien, leren en zich ontwikkelen. Volgens Oscar vraagt dat om specifieke kennis. “Een gezond binnenklimaat, doordachte routing en functionele indeling die het gebruik van ruimte buiten schooltijd mogelijk maakt zijn typerend voor de scholenbouw. Een goede school is

daarmee echt meer dan een verzameling van lokalen: het is een omgeving die energie geeft, veiligheid biedt, samenwerking stimuleert en tegelijkertijd in staat is om mee te bewegen met nieuwe vormen van onderwijs.”

“Het nieuwe BBS is meer dan een bouwer en leverancier van gebouwen”

SAMENWERKING ALS SLEUTEL

Partnerschap is voor BBS een belangrijk uitgangspunt. Dat wil zeggen dat je niet tegenover elkaar maar naast elkaar aan tafel zit. Alleen door samenwerking en wederzijds vertrouwen kunnen de beste keuzes worden gemaakt. Daarbij speelt niet alleen snelheid of prijs een rol, maar vooral de vraag: hoe creëren we een gebouw dat vandaag en morgen inspireert, beschermt en faciliteert? Met de gemaakte omslag van bouwer naar partner zet BBS Huisvesting een duidelijke koers in de wereld van onderwijshuisvesting. Een koers die de kracht van standaardisatie en digitalisering in combinatie met pedagogische kennis bundelt in een aanpak die verder gaat dan het simpelweg stenen stapelen. Het draait om betekenisvolle huisvesting: gebouwen die bijdragen aan leren, leven en samenleven. Precies datgene waar de scholen van de toekomst behoefte aan hebben.

Kijk voor meer informatie op www.bbshuisvesting.nl.

MFA Hoek in Terneuzen Design & Build waarin basisschool, kinderopvang, bibliotheek, gymzaal en dorpshuis zullen worden gehuisvest

IN GESPREK OVER ONTMOETINGSGERICHT ONTWERPEN

Ontwerpen is ook ontmoeten

Ontmoetingsgericht ontwerpen is een belangrijk thema in scholenbouw. De school fungeert immers als ontmoetingsplaats waar leerlingen leren omgaan met diversiteit, hun eigen identiteit ontwikkelen en oefenen met burgerschapsvaardigheden. Dat vraagt om een goed gebouw.

Ontwerpen voor de ontmoeting is voor Raban Haaijk, architect ­ directeur bij Bureau Bos, een vanzelfsprekendheid.

“Mensen zijn sociale dieren; wij hebben ontmoetingen nodig”

”Mensen zijn sociale dieren. Wij hebben ontmoetingen nodig om ons te spiegelen, om te reflecteren, om ons te uiten en om te leren en te spelen.” Zeker voor kindcentra is die ontmoetingscomponent belangrijk, stelt Raban: “In deze gebouwen leren kinderen de vaardigheden die ze voor de rest van hun leven nodig hebben. Daarom is het cruciaal om ontmoetingen in het ontwerp op een goede manier te organiseren en faciliteren. En dat begint met een goed gebouw.”

Het gaat hierbij volgens Raban niet enkel om de formele ontmoetingen, maar ook om de informele ontmoetingen. “Zonder informele ontmoetingen komen formele ontmoetingen nooit goed van de grond. Kinderen, ouders, medewerkers en bezoekers moeten ongedwongen met elkaar in contact kunnen komen. Dat is de basis voor alles wat er binnen deze kindcentra gebeurt.”

GELEGENHEID EN EIGENHEID

Al aan de voorkant van het ontwerptraject moet er volgens Raban gestuurd worden op die

ontmoetingscomponent. Dat vraagt niet alleen om een diversiteit aan ruimtes en een goede routing in het gebouw, maar vooral om gelegenheid en eigenheid. “Het gebouw moet gelegenheid bieden voor ontmoeting en tegelijkertijd een bepaalde eigenheid hebben. Mensen moeten het gevoel hebben dat dit hun plekje is.”

Participatie is voor Bureau Bos dan ook een logisch vertrekpunt bij elk project. “Wij hebben een ontwerpproces waarbij we letterlijk ontmoetingen organiseren. We nodigen hiervoor alle belanghebbenden uit: de kinderen, de ouders, de buurt, welzijnsorganisatie, noem maar op. We gaan met hen het gesprek aan over wensen en verwachtingen en halen zo aan de voorkant al heel veel ideeën op. Als tweede ontmoeting organiseren we een inspiratiereis langs andere kindcentra. Zo‘n inspiratiereis levert weer nieuwe inzichten op en vormt meteen een mooie gelegenheid om elkaar beter te leren kennen.”

Na de inspiratiereis staan twee workshops op het programma. In de eerste workshop kunnen mensen een kort verhaal schrijven over de gedroomde dag van een bezoeker van een kindcentrum of MFA. In de tweede workshop ontwerpen bezoekers als het ware hun eigen kindcentrum of MFA.

Tekst Ivo van der Hoeven

BOUWSTENEN VOOR ONTMOETING

Een gedeelde entreehal en een tribunetrap stimuleren ontmoeting en zijn vaak terug te vinden in moderne schoolgebouwen. Een ander element dat voor verbinding zorgt, is een gemeenschappelijke keuken. Raban: “Het is goed als deze keuken in de centrale entreehal wordt geplaatst, of grenzend hieraan. En organiseer daaromheen kleinschalige ontmoetingsruimtes of vergaderruimtes waar mensen op verschillende manieren gebruik van kunnen maken.”

Een ander belangrijk uitgangspunt bij ontmoetingsgericht ontwerpen is een goede verbinding met de omgeving. “Een plek moet uitnodigend zijn”, verduidelijkt Raban. “Laat een schoolplein bijvoorbeeld naadloos overgaan in een aansluitend park. Het park biedt dan speelruimte voor de kinderen van de school en het gebouw heeft rondom een uitnodigende uitstraling. Dit hebben we bijvoorbeeld toegepast bij kindcentrum De Ark in Bunschoten. Het schoolplein voelt daar echt als een onderdeel van het park.”

VISIE EN ONTWERP

ORGANISEER KLEINSCHALIGHEID

Een gebouw moet volgens Raban altijd passen bij de gebruikers en de omgeving. Als voorbeeld noemt hij het Pieter Zeeman Lyceum, ontworpen door Bureau Bos. “Het Pieter Zeeman is de enige middelbare school op Schouwen Duiveland. Een kleine duizend leerlingen gaan hier naar school. De leerlingen komen echter voor een groot deel uit de kleine kernen die verspreid over het eiland liggen. Die zijn kleinschaligheid gewend. Voor ons was het dus de uitdaging om een gebouw te ontwerpen dat kleinschalig aanvoelt, maar wel volume heeft en ontmoeting stimuleert.”

De oplossing werd gevonden in een gebouw dat is opgedeeld in kleinschalige domeinen. Tussen die kleinere delen is een verwarmde binnenstraat ontworpen die ruimte biedt voor studie, ontmoeting en ontspanning. “De leerlingen hebben allemaal hun eigen plekje in het gebouw, maar we hebben met die verwarmde binnenstraat wel gezorgd voor verbinding en ontmoeting.”

BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN

Een belangrijke voorwaarde voor een succesvol ontwerp is een gedragen ontwerp. “De gebruikers moeten het gebouw begrijpen en omarmen, anders zal er van die ontmoetingen weinig terecht komen.

Dat vraagt soms ook om een veranderproces binnen een school of organisatie.” Een ander belangrijk aandachtspunt is volgens Raban heldere exploitatieafspraken. “Daarover moeten aan de voorkant duidelijke afspraken gemaakt worden. Het is belangrijk dat alle partijen op de hoogte zijn van die afspraken.”

Tot slot benadrukt Raban het belang van een kwartiermaker. “Je hebt iemand nodig die na oplevering van het gebouw het stokje oppakt. Iemand die de ontmoetingen stimuleert en zorgt dat hier op een goede manier invulling aan gegeven wordt. Het stimuleren van ontmoetingen is niet enkel een ontwerpuitdaging, het moet door iedereen gedragen worden.”

Kijk voor meer informatie op www.bureaubos.nl

Een biobased school gebouwd voor ontmoeting

Aan de rand van Nieuwerbrug aan den Rijn is, als onderdeel van de dorpsuitbreiding, een nieuwe basisschool gerealiseerd voor alle kinderen uit het dorp. Om een soepele overgang te bieden tussen peuterspeelzaal, basisonderwijs en buitenschoolse opvang zijn deze samengebracht in het nieuwe

Integraal Kind Centrum (IKC) De Brug. Het zeer duurzame gebouw is door De Zwarte Hond ontworpen met zoveel mogelijk biobased materialen. Zo is de draagstructuur volledig van hout. Onder een convex gevormd groendak wordt samen geleerd en gewerkt vanuit één gedeelde pedagogische visie.

PROJECTINFORMATIE

Project

IKC De Brug

Opdrachtgever

Gemeente Bodegraven­Reeuwijk

Architect

De Zwarte Hond

Aannemer

Kwakkenbos B.V.

Partners

ICS Adviseurs, Kwakkenbos, SWINN, Merosch, Vitruvius Bouwkostenadvies

Ingebruikname

Maart 2025

Volume

1.753 m²

DUURZAAM EN BIOBASED BOUWEN

Architecten Bart van Kampen en André van der Slik van De Zwarte Hond hadden vanaf het begin uitgesproken duurzaamheidsambities: een volledig energieneutraal gebouw, natuurinclusief en gebouwd met zoveel mogelijk materialen die uit de natuur komen. “In eerste instantie dachten we aan een gebouw met twee lagen, maar één laag bleek efficiënter: er zijn geen trappen, vluchttrappen en liften nodig”, vertelt Bart. “Dat bracht ons op het idee om de structuur te maken in houtskeletbouw (HSB). Dit bespaart enorm veel beton en daardoor zorgt deze school voor veel minder CO2 uitstoot. De gemeente en de school raakten gaandeweg steeds enthousiaster over onze duurzaamheidsplannen.”

SAMENKOMEN IN HET HART

De kracht van het IKC is dat alle drie de partijen elkaar goed kennen. Het nieuwe schoolgebouw versterkt de onderlinge samenwerking, doordat alle klaslokalen grenzen aan één centrale ontmoetingsruimte: het hart van het gebouw. Grote raampartijen

aan weerszijden van de lokalen zorgen voor rust, transparantie en toezicht. “Het centrale hart fungeert als een dorpsplein”, ziet Bart. “Het is de plek waar kinderen en leerkrachten elkaar ontmoeten, samen leren en samen vieren. Als leerkracht heb je vanuit elk klaslokaal zicht op het plein, waar kleine groepjes leerlingen geconcentreerd kunnen werken.”

MULTIFUNCTIONEEL IN GEBRUIK

Het kolomvrije centrale hart is multifunctioneel ingericht met werkplekken, een bibliotheek, leskeuken, podium en atelier. De volledig vouwbare glazenwand van de BSO maken het gebouw zeer geschikt voor grote festiviteiten, zoals een Sinterklaasintocht of een gezamenlijk kerstdiner.

De gymzaal, gebouwd met kruislaaghout (CLT) is voor gebruik van het hele dorp. Buiten schooluren zijn er verschillende verenigingen actief.

EEN HERKENBAAR DORPSICOON

Al van verre lijkt het gele metselwerk op te lichten tussen de weilanden. De uitnodigende gevel aan de dorpszijde heeft een convexe kapvorm als een tent, een speelse verwijzing naar het dorpse karakter. Het dak is volledig begroeid met sedum en ook voorzien van zonnepanelen, wat bijdraagt aan een laag energiegebruik voor de school. Met zijn groene dak is de school een zichtbaar duurzaamheidsvoorbeeld voor de wijk. De lichte curve van het dak, mogelijk door de houten draagconstructie, geeft IKC De Brug een eigen identiteit. Bart: “Ik zie de school als een herkenbaar

“Het centrale hart fungeert als een dorpsplein”

Gebruikers zijn trots op resultaat “Ik ben trots op ons nieuwe gebouw, dat er licht en ruim uitziet. Het karakter van het dorp is in het ontwerp meegenomen en daarbij staan we in de natuurlijke omgeving. We hebben een mooie samenwerking tussen de kinderopvang (peutergroep en BSO) en Sport en Welzijn. Alles komt samen in een groene omgeving waar binnen, in de mooie sporthal, en buiten veel bewogen kan worden. Daarnaast is het gebouw met duurzame materialen gebouwd en gaan we duurzaam om met energie (nul op de meter). Zo dragen we ons steentje bij aan de ontwikkelings­, leer­ en groeimogelijkheden van de kinderen in ons dorp en ook aan de natuur waar we in Nieuwerbrug zo trots op zijn!”

Priscilla van Os, directeur IKC De Brug

“School, leerlingen en dorpsbewoners zijn vanaf het begin actief betrokken in het ontwerpproces”

icoon, die anders is dan de andere gebouwen in het dorp. Een gebouw waarvan de gebruikers met trots kunnen zeggen: ‘dit is míjn school’.”

HOUTEN CONSTRUCTIE

De gevel van IKC De Brug is robuust, afgewerkt met metselwerk in koppenformaat, wat zorgt voor een onderhoudsarm gebouw. Hierdoor blijft er voor de school meer budget beschikbaar voor goed onderwijs. “Aan de buitenkant zie je niet dat het gebouw een houten constructie heeft”, benoemt André. “Dat maakt de verrassing bij binnenkomst des te groter. De nok van het dak en de kromming ervaar je ook in het centrale hart. Binnen zijn de houten spanten, tussenbalken en kolommen bewust zo veel mogelijk in het zicht gelaten, wat zorgt voor een warme, natuurlijke uitstraling.”

COMFORTABEL BINNENKLIMAAT

Een houten constructie is niet alleen duurzaam, maar ook esthetisch en comfortabel. Bart: “Zowel in de zomer als in de winter is het binnenklimaat aangenaam, ook dankzij de hoogte van de lokalen en de grote uitvalschermen. Er is veel daglicht, waardoor er overdag vrijwel nooit verlichting nodig is. De grote ramen versterken bovendien de relatie tussen binnen en buiten: het uitzicht op het omliggende groen en op het centrale hart zorgen voor een open, verbonden leeromgeving.”

ONTWERP VOOR EN MET HET DORP

De school, leerlingen en de dorpsbewoners zijn vanaf het begin actief betrokken in het ontwerpproces. “We wilden dat het hún school zou worden”, vertelt André. “We namen hen mee in elke fase: van schema’s en schetsen, via maquettes, tot aan 3D­modellen. Alle opgehaalde feedback is meegenomen in het ontwerp, waardoor het echt een maatpak is geworden, voor de school én voor de plek.”

Kijk voor meer informatie op www.dezwartehond.nl

HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES IN VLISSINGEN

Bouwstenenboek geeft richting aan nieuwbouw

HZ University of Applied Sciences staat aan de vooravond van mogelijke nieuwbouw van hun locatie in Vlissingen. Een herijkt Bouwstenenboek, met hierin de belangrijkste uitgangspunten voor de nieuwbouw, vormt de onderlegger voor de plannen. Drees & Sommer begeleidde de Zeeuwse hogeschool bij het opstellen van dit richtinggevende document en bracht expertise in op het snijvlak van strategie, vastgoed en onderwijsomgevingen.

Het onderwijs staat voor grote veranderingen en dat is in Zeeland niet anders. HZ University of Applied Sciences (HZ) kijkt daarom met een vooruitziende blik naar de toekomst. Samen met Drees & Sommer heeft de hogeschool het huidige onderwijs en de toekomstige manier van werken, onderzoeken en leren onder de loep genomen. In het herijkte Bouwstenenboek zijn de belangrijkste uitgangspunten voor een nieuwe netwerkcampus met ‘plakkracht’ opgenomen. Met dit document ligt er een breed gedragen basis waarop het College van Bestuur een besluit over de nieuwbouw kan nemen.

WORKSHOPS EN INTERVIEWS

Kris Reijnierse, projectleider vastgoed bij HZ, werkte het afgelopen jaar nauw samen met een team van consultants van Drees & Sommer aan het Bouwstenenboek. En daarbij zijn ze zeker niet over één nacht ijs gegaan. Kris: “Met het bestuur en directieteam hebben we vooraf gekeken naar de missie en visie van HZ. Daarna hebben we via

workshops met collega’s en studenten de belangrijkste bouwstenen voor de toekomstige onderwijsomgeving opgehaald. Het te ontwikkelen Programma van Eisen sloot aan bij een studentenopdracht vanuit Bouwkunde.” Student Max Steenhart zegt daarover: “Wat ik vooral leuk vond is dat het maken van het PvE aansloot bij onze opdracht. Wij moesten ook aan de slag met een PvE. Hierdoor kon ik zien hoe het in de praktijk ging.” Kris: “Met collega’s die betrokken zijn bij het vastgoed hebben we diepteinterviews gehouden, en voor de overige betrokkenen hebben we meerdere malen een inloopspreekuur georganiseerd. Dit heeft geleid tot een breed gedragen Bouwstenenboek waarmee we richting geven aan de nieuwbouwplannen, zowel qua vierkante meters als qua indeling en inrichting.”

VERBINDEN EN FLEXIBILITEIT

Vanuit Drees & Sommer is tijdens dit traject veel aandacht besteed aan de veranderende onderwijspraktijk. Klassikaal onderwijs neemt af en er is

Tekst Ivo van der Hoeven
Huidige locatie aan de Edisonweg in Vlissingen
“Wij moesten ook aan de slag met een PvE. Hierdoor kon ik zien hoe het in de praktijk ging”
Max Steenhart – student bouwkunde

steeds meer behoefte aan inspireren, ontmoeten en verbinden. Om dit goed te faciliteren zijn dynamische en uitdagende onderwijsomgevingen nodig met een grote diversiteit aan werkplekken. Het interieur moet hierbij niet alleen esthetisch, maar ook functioneel aansluiten bij de behoeftes van de gebruikers. Zo ontstaan omgevingen die inspireren en verbinden én maximale flexibiliteit bieden.

Op de locatie in Vlissingen is die behoefte aan flexibiliteit misschien nog wel groter dan elders. Kris: “We hebben twee jaar geleden een nieuwe locatie geopend in Middelburg, waardoor we nu in Vlissingen minder studenten en medewerkers huisvesten. Hierdoor gaan we terug in vierkante meters van 24.000 naar maximaal 12.000. Die vierkante meters willen we uiteraard wel zo goed mogelijk benutten en daarom kiezen we bijvoorbeeld voor flexibele werkruimtes die door zowel studenten als medewerkers gebruikt kunnen worden. Ook investeren we extra in aanpasbaarheid

van ruimtes zodat de werk­ en leeromgevingen zich gemakkelijk kunnen aanpassen aan veranderende groepsgroottes.”

BRUISENDE CAMPUS

In het Bouwstenenboek zijn de contouren geschetst van een bruisende campus met een duidelijk zichtbaar en herkenbaar lokaal karakter. De nieuwbouw moet echt een sociale ontmoetingsplek worden voor studenten, onderzoekers en maatschappelijke partners. Een kloppend hart of netwerkplaats, dat in het huidige gebouw ontbreekt, is daarom in de nieuwbouw van groot belang. Dit kloppend hart verbindt straks de gebruikers met elkaar en draagt bij aan ontmoeting, samenwerking, innovatie en onderzoek.

TRANSFORMATIEOPGAVES IN ONDERWIJS

Volgens Daphne Gielesen, managing director bij Drees & Sommer, staan veel onderwijsinstellingen voor soortgelijke transformatieopgaves. Daphne, die zijdelings betrokken was bij de herijking van het Bouwstenenboek, ziet een duidelijke verschuiving in de visie op onderwijshuisvesting en onderwijsstrategieën: “Het overkoepelende doel van deze transformaties is om meer efficiëntie te creëren in leer­ en werkprocessen, ondersteund door digitalisering. Schoolgebouwen moeten de komende decennia veel meer en beter kunnen meebewegen met veranderingen in het onderwijs en veranderende leerlingenaantallen. Dat vraagt om adaptieve gebouwen en een toekomstgerichte blik op het vastgoed.”

Daphne ziet daarnaast een groeiende focus op wellbeing en het verbinden van mensen. “De transitie in het onderwijs vraagt om een andere fysieke omgeving. Er komt steeds meer verbinding met het bedrijfsleven en met de maatschappij. Die nieuwe manieren van lesgeven en onderzoek moeten we goed faciliteren. Nieuwe onderwijsgebouwen kunnen hieraan effectief bijdragen. In Zeeland hebben ze dat heel goed begrepen.”

Kijk voor meer informatie op www.dreso.com

Kris Reijnierse (l) en Max Steenhart in het Joint Research Center Zeeland
Studenten in Vlissingen
Visual van een eerder door Drees & Sommer uitgevoerd project

VAN FINANCIËLE PUZZEL NAAR FRISSE SCHOOL

Nieuwbouw EKC Bloei in Doetinchem

Na bijna anderhalf jaar tijdelijk onderdak keert EKC Bloei terug naar de Verdilaan in Doetinchem. Op 29 oktober gaan kinderen en leerkrachten voor het eerst het gloednieuwe, moderne kindcentrum binnen: een lichte, groene, flexibele leeromgeving voor onder­, midden­ en bovenbouw én kinderopvang Twinkel.

GROEIEN EN BLOEIEN

Direct na de herfstvakantie keert Evangelisch Christelijk Kindcentrum (EKC) Bloei, onderdeel van de Passiescholen, terug op haar locatie. Het oude schoolgebouw uit 1974 was dringend aan vervanging toe. Directeur Marije van Toor kent de plek als geen ander: ze zat er zelf als leerling en keerde later terug als leerkracht. “We kwamen letterlijk ruimte tekort,” vertelt ze. “Er zaten groepen in het speellokaal en zelfs in de teamkamer. Het gebouw was versleten en het dak lekte.”

In 2020 voerde het schoolbestuur gesprekken met de gemeente: renovatie of nieuwbouw? De keuze viel op het laatste. Een nieuwe naam hoorde daar ook bij. “De naam Wilhelminaschool paste niet meer bij wie we zijn. Bloei weerspiegelt onze visie veel beter: kinderen en hun talenten laten groeien en bloeien.”

EEN VISIE IN RUIMTE VERTAALD

Architect Daan Josee van Maas Kristinsson Architecten vertaalde die visie in een ontwerp dat is gebaseerd op een dorpsplein en drie symbolische assen kent: de verbinding met de samenleving, de verbinding tussen kinderen van verschillende leeftijden en de as van aarde naar hemel. “Geloof, ecologie en energiezuinigheid komen samen in één geheel,” legt Daan uit. Het nieuwe gebouw biedt plaats aan 350 kinderen van 0 tot 12 jaar. Twee vierkante gebouwdelen zijn

“Buiten verrijst een ontdekbos met een theatertrap voor buitenlessen”

met elkaar verbonden via een centraal atrium. In het ene deel zitten kinderopvang Twinkel, de bso en de middenbouw; in het andere de onder­ en bovenbouw. Elk deel heeft een eigen leerplein dat samenwerking stimuleert. Dankzij schuifwanden kunnen ruimtes multifunctioneel worden gebruikt, bijvoorbeeld voor vieringen en optredens. Daan: “We willen dat kinderen elkaar onderweg tegenkomen, zonder elkaar in de lessen te storen.”

GROEN, LICHT EN

ENERGIENEUTRAAL

Het gebouw is opgetrokken in houtskeletbouw met houten gevelbekleding. Op de vloeren ligt natuurrubber. Grote ramen tot op de vloer verbinden binnen en buiten. Triple glas zorgt voor thermisch comfort. Elke klas op de begane grond heeft een eigen uitgang naar buiten. Aan de gevels komen verticale tuinen en in het atrium groeit straks een echte boom. “Het is open, ruim en licht, maar tegelijk geborgen en vol mogelijkheden,” zegt Marije trots. Buiten verrijst een ontdekbos met een theatertrap voor buitenlessen. Regenwater wordt opgevangen in kleine wadi’s die bijdragen aan een gezonde waterhuishouding én speelplezier.

FRISSE LUCHT EN SLIMME ENERGIE

EKC Bloei is een Energie Neutraal Gebouw (ENG) en voldoet aan de eisen van Frisse Scholen klasse A. Op

VISIE EN ONTWERP

PROJECTINFORMATIE

Projectmanagement

Penta Rho

Architect

Maas Kristinsson Architecten

Interieurarchitect

Maas Kristinsson Architecten

E+W adviseur

Sijperda Hardy

Brandadviseurs

Sijperda Hardy

Constructeur

Qbuz

Aannemer

Rots Bouw

Opdrachtgever de Passie, evangelisch bijbelgetrouw onderwijs

het dak liggen 280 zonnepanelen die stroom leveren met een accupakket voor opslag. Het gebouw is gasloos en wordt verwarmd met warmtepompen. De ventilatie is zowel daglicht­ als CO2­gestuurd. Daan: “Verse lucht beweegt met de kinderen mee. Als ze het lokaal verlaten, dan zakt de ventilatie daar langzaam terug. En als ze terugkomen, loopt die weer op. Door de schuine daken en variërende plafondhoogtes voelt het gebouw kindvriendelijk aan.”

FINANCIËLE PUZZEL

Hoe vertaal je zo’n ambitieus ontwerp naar een realistische begroting? Het budget was een flinke uitdaging. Architect Jorrit Hulshof vertelt: “Na corona stegen de bouwprijzen hard. Offertes lagen veel hoger dan het beschikbare budget.” In bouwteamverband werd aannemer Rots Bouw aangetrokken om er samen toch een haalbaar project van te maken. “Het split level uit het oorspronkelijke ontwerp is vervallen, maar de hoogteverschillen op de begane grond bleven behouden,” aldus Jorrit.

Bijzonder detail: het daklicht boven het atrium bleef behouden. “Daklichten sneuvelen vaak bij bezuinigingen,” vertelt Jorrit, “maar zelfs de aannemer vond het te belangrijk om te schrappen.”

Marije: “Ik ben heel blij dat het daklicht in het atrium is behouden. We zijn een christelijke school, dus die lijn naar boven wilden we graag zichtbaar maken in het gebouw.”

GOEDE BUREN

De nieuwbouw ligt midden tussen twee woonwijken. Dat betekende flink wat overlast tijdens de bouw. Marije: “Een goede relatie met de buren is ons veel waard. Daarom hebben we intensief overlegd met de omwonenden en was er een klankbordgroep.”

“Eén van de aandachtspunten was de eventuele geluidsoverlast. Om die reden hebben we de units voor de centrale luchtbehandeling niet op het dak geplaatst, maar vrijwel onzichtbaar weggewerkt in de ruimte onder de daklijn,” haakt Jorrit aan. “De buitentrappen kregen speciale geluiddempende treden.”

Het schoolplein blijft na sluitingstijd toegankelijk voor kinderen en buurtbewoners. Ook staat de school open voor gebruik van de binnenruimtes door hobbyclubs en verenigingen. Maar eerst de verhuizing in de herfstvakantie. Marije van Toor, haar collega’s en de kinderen kunnen niet wachten tot het zover is.

Kijk voor meer informatie op www.ma-kr.nl

vlnr Marije van Toor, Daan Josee en Jorrit Hulshof

KINDCENTRUM DE WERELDWEIDE HOOGWOUD

Een huiselijke en flexibele wijkvoorziening

In Hoogwoud is sinds schooljaar 2024­2025 een bijzonder nieuw gebouw in gebruik genomen: Kindcentrum De Wereldweide. Het is niet zomaar een schoolgebouw, maar een wijkvoorziening waarin twee basisscholen, een kinderopvang, een muziekschool en een jeugdbibliotheek samenkomen. Het resultaat is een plek die niet alleen ruimte biedt aan het onderwijs van nu, maar ook adaptief genoeg is voor het onderwijs van de toekomst.

SAMENWERKING IN ÉÉN GEBOUW

Het kindcentrum huisvest drie hoofdgebruikers: basisschool St. Wulfram (onderdeel van Stichting Katholiek Onderwijs West­Friesland), openbare basisschool De Adelaar (Stichting Allure) en kinderopvangorganisatie Berend Botje. Daarnaast zijn er vaste ruimtes voor Stichting Muziek Opmeer en de Jeugdbibliotheek Hoogwoud. Deze partijen vormen samen een Vereniging van Eigenaren, die het beheer en gebruik van het gebouw coördineert. De bestaande gymzaal bleef intact. Wel kreeg het voor een deel dezelfde gevelafwerking waardoor de voorziening één uitstraling heeft.

GEDEELDE RUIMTE

De keuze om functies te combineren in één gebouw is bewust gemaakt. Hoogwoud is een relatief klein dorp, waar alle kinderen elkaar toch al tegenkomen op sportclubs en speelplekken. “We wilden dat kinderen elkaar ook in de school zouden ontmoeten, in plaats van ze strikt gescheiden te houden,” vertelt Angela van Kampen, directrice van de Wulfram. “Het gebouw heeft een open structuur. Er is geen harde scheiding. Het ontbreken van een bouwkundige scheiding stimuleert het onderlinge samenwerken. Zo is er één gezamenlijke teamkamer en zijn er gezamenlijke toiletten en spreekruimtes.” “We hebben bewust geen aparte personeelskamers gemaakt,” vertelt Marc de Rooij, architect bij BRT Architecten. “Juist die gedeelde plek zorgt voor ontmoeting en informeel contact.”

TWEE ONDERWIJSVISIES ONDER ÉÉN DAK “De wijze waarop de scholen hun onderwijs organiseren is verschillend,” vertelt Angela. “De Wulfram werkt met heterogene stamgroepen: kinderen van verschillende leeftijden worden bewust bij elkaar geplaatst in stamgroepen van onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Teams van leerkrachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen binnen zo’n stamgroep. De Adelaar werkt met het jaarklassensysteem. Door het aantal leerlingen worden dit vaak combinatieklassen, kinderen leren er in vaste groepen met een eigen lokaal.” Marc daarover: “Die verschillen in de visie op onderwijs zie je terug in het gebouw. Waar de Wulfram gebruik maakt van open leerpleinen en schuifwanden, heeft

de Adelaar ervoor gekozen om lesruimtes meer traditioneel in te richten met grotere lokalen.”

GEBOUWD VOOR FLEXIBILITEIT

“Het ontbreken van een bouwkundige scheiding stimuleert het onderlinge samenwerken”

Het ontwerp van BRT Architecten werd sterk bepaald door de beperkte ruimte op de kavel. Marc vertelt: “Het nieuwe gebouw vervangt de oude scholen en sluit aan op een bestaande gymzaal. Daarnaast moest de kinderopvang tijdens de bouw operationeel blijven. Toch is het gelukt om een ruimtelijk en vriendelijk ogend gebouw neer te zetten. De architecten kozen voor een strak stramien van dragende wanden, gecombineerd met schuivende binnenwanden en variabele lokalen. Ruimten zijn op termijn aanpasbaar: een lokaal kan groter of kleiner worden, of zelfs gecombineerd met het leerplein. Daarnaast is het gebouw voorbereid op groei: zowel binnen door de flexibele indelingen, als in het casco.”

LOKALEN MET EEN EIGEN VOORTUIN

Kenmerkend voor het compacte gebouw is de speelse opzet van de gevel. Langs het park oogt het kindcentrum als een rij huizen met tuinen. Door te spelen met de kleur van het voegwerk oogt de

buitenkant levendig en kleinschalig. Lokalen aan de parkzijde hebben daarnaast een eigen buitenruimte, een soort ‘voortuintje’, dat als verlengstuk van het lokaal dient. “Kinderen doen er kringactiviteiten, natuuronderzoek en spelen er in de zand­ en watertafel,” vertelt Angela.

HUISELIJKE UITSTRALING

Angela vervolgt: “Bij de inrichting is bewust gekozen voor een rustige, huiselijke sfeer. Houttinten in vloeren, kozijnen en deuren geven warmte, terwijl de muren in gebroken wit­ en groentinten zijn uitgevoerd. Dit neutrale palet voorkomt dat het gebouw zelf te druk oogt. Alle gebruikers kozen gezamenlijk nieuw meubilair, geleverd door Reinders. De basis – tafelbladen en onderstellen – is overal hetzelfde. Elke school voegde eigen accenten toe: de Wulfram oranje, de Adelaar blauw. Het meeste meubilair staat op wielen en is eenvoudig te verplaatsen, wat een flexibel gebruik van de ruimtes ondersteunt.”

ERVARINGEN NA HET EERSTE JAAR

Na een jaar gebruik overheerst trots: de flexibiliteit van het ontwerp en de huiselijke uitstraling maken dat gebruikers zich er thuis voelen. Zorgen die er in het voortraject waren over geluidsoverlast en transparantie bleken onnodig. Het tegenovergestelde bleek waar. “Dankzij een goede akoestiek en het gebruik van kwalitatieve schuifdeuren is er nauwelijks sprake van storend geluid tussen de ruimtes. De openheid zorgt juist voor verbinding en overzicht,” concludeert Angela. Marc vult aan: “Het gebouw voelt ruim en licht, ondanks de compacte opzet. De centrale tribunetrap legt een verbinding tussen de verdiepingen en brengt daglicht naar binnen. Daardoor voelt het nooit als een lang, gesloten gebouw. Het uitzicht op vijvers en bomen maakt de leeromgeving extra inspirerend.”

Kijk voor meer informatie op www.brta.nl

DUURZAME OPLOSSINGEN CENTRAAL IN VERBINDEND ONTWERP

Combinatie toneel, bewegen, dansen en ontmoeten

Belabox is het nieuwe gebouw voor sport, spel, dans en toneel op het Belaveld in Tilburg­Noord. Bijzonder is dat het een zeer duurzaam gebouw is met deels circulaire en biobased toepassingen in het ontwerp.

De gemeente Tilburg had een ambitieuze uitvraag op het gebied van duurzaamheid. Samen met BINX Smartility en drie andere partijen schreef RoosRos Architecten in op de tender van de gemeente. Die samenwerking heeft tot een mooi en duurzaam multifunctioneel gebouw geleid: Belabox. “Belabox ligt in een sociaal gevoelige omgeving in Tilburg ­ Noord met veel nationaliteiten”, vertelt architect Nikki de Boer. Het gebouw zou hierin een verbindend element kunnen zijn, waar mensen van kunnen houden. Als je een plek het vertrouwen geeft dan ontstaat vanzelfsprekend de verbinding.”

UITNODIGENDE PLEK

Met een oppervlakte van ongeveer 1.000 m2 vormt Belabox een verbinding tussen de bestaande school en de sport­ en spelelementen in het park. Nikki: “We hebben het gebouw in relatie tot het park zo ontworpen dat het een uitnodigende plek is geworden, waar iedereen kan sporten, spelen en elkaar ontmoeten. Het heeft grote luifels, veel glas en een buitenpodium die voor een vloeiende overgang tussen binnen en buiten zorgt. Door die transparante gevel is ook zichtbaar wat binnen gebeurt en verbindt Belabox op een natuurlijke manier met het omliggende park. De danszaal heeft een vouwdeur, waardoor het buitenterrein ook gebruikt kan worden als onderdeel van de voorstellingen. Landschapsarchitect Lubbers heeft als onderdeel van het landschap een modulaire tribune ontworpen, die in verschillende

PROJECTINFORMATIE

Project

Nieuwbouw multifunctioneel gebouw

Belabox

Opdrachtgever

Gemeente Tilburg en Forwart

Architect

RoosRos Architecten

Aannemer

BINX Smartility

Landschapsarchitect

Buro Lubbers

Bouwtechniek

Christiaens & Wijers en ABT Wassenaar

In gebruik

Juni 2025

configuraties gebruikt kan worden en daarmee als vanzelfsprekend onderdeel kan worden van het decor bij activiteiten.”

TWEE SFEREN

Nikki verder: “Het transpartante gebouw bestaat uit twee grote ruimtes; de sport­ en beweegruimte die de basisschool De Vlashof voor gymlessen gebruikt en een ontwikkelruimte die voor culturele activiteiten wordt gebruikt, met name door dansstudio Corpo Máquina. Dit dansgezelschap organiseert activiteiten voor kinderen en jongeren in de wijk. We hebben het gebouw twee sferen gegeven; de danszaal is wat meer open en interactief, gebouwd met zoveel mogelijk hergebruikte materialen, de sport­ en beweegruimte, met zoveel mogelijk biobased natuurlijke materialen zoals hout, heeft een meer naar binnen gerichte functie en is juist wat meer gesloten.”

CIRCULAIR EN BIOBASED

“Als integraal team hadden we een compleet verhaal en dat paste goed bij de uitvraag van de gemeente”, legt Nikki uit. “In de tenderfase hebben we met het team slim en innovatief nagedacht over bepaalde materiaalkeuzen, waarbij de oude gymzaal als uitgangspunt van denken diende. Omdat het gebouw omringd wordt door hoge bomen (slecht voor groendak en rendement panelen), hebben we ervoor gekozen niet in te zetten op een groendak en/of zonnepanelen, maar juist gekeken naar een lichtgewicht dak waardoor een minder zware constructie en fundering nodig waren. Verder hebben we vooraf goed nagedacht over de materiaalscores en heeft Belaveld een lage MPG score van 0,492. Deze lage score is onder andere behaald door het gebruik van biobased materialen en het hergebruik van materialen uit de oude gymzaal. Bovendien is een groot deel van het gebouw demontabel en modulair ontworpen, waardoor het in de toekomst gemakkelijk

“Door de transparante gevel is zichtbaar wat binnen gebeurt. Het verbindt Belabox op een natuurlijke manier met het omliggende park”

aanpasbaar of zelfs demonteerbaar is. Ook zijn er slimme oplossingen bedacht op het gebied van energie­efficiëntie.”

DUURZAME TOEKOMST

Nikki tenslotte: “In het ontwerp van de danszaal hebben we veel bestaande materialen hergebruikt. Denk dan aan de stalen balken, houten lattenplafonds en de stoeptegels van het buitenterrein. Bijzonder is ook dat in Belabox twee duurzame toepassingen samen komen: circulair en biobased. Hergebruik van materialen is goed, maar de toekomst ligt vooral in biobased ontwerpen en bouwen. We wilden zoveel mogelijk biobased materialen toegepast krijgen waardoor je een ademende gevel zou kunnen creëren. In verband met brandveiligheidseisen is dat niet helemaal gelukt. Wel hebben we in samenwerking met onderzoeksgroep Mnext van Avans Hogeschool en Seedscope een pilot gedaan met inblaas sorghum in twee prefab HSB gevelelementen.

PILOT MET LOKALE VEZELISOLATIE

Bedoeling is de werking van de toegepaste vezelisolatie de komende jaren te gaan monitoren. Het gebruikte sorghum is een licht, isolerend en volledig biologisch afbreekbaar materiaal. Het is lokaal geteeld en geoogst in Ulvenhout, wat bijdraagt aan een sterke regionale circulaire keten en een kleinere ecologische voetafdruk. Ook binnen zijn er slimme keuzes gemaakt. Zo is in de sportvloer een interactieve LED­installatie geïntegreerd. Deze verlichting maakt dynamische spelvormen mogelijk en zorgt ervoor dat ook kinderen met een visuele beperking mee kunnen doen. Belabox Tilburg laat zien hoe je met slimme techniek, hergebruik van materialen en vooral sociale betrokkenheid een gebouw creëert dat klaar is voor de toekomst.

Kijk voor meer informatie op www.roosros.nl

TINBERGEN BUILDING TE ROTTERDAM

Duurzame transformatie gemeentemonument

Centraal op Campus Woudestein staat het markante Tinbergen Building: een gemeentemonument dat sinds 1968 in gebruik is. De meeste technische installaties van Tinbergen Building waren verouderd en voldeden niet meer aan de huidige wetgeving en dat gold ook voor de functionele en onderwijskundige kwaliteit. Alles is anders na de indrukwekkende renovatie, waarbij het gebouw overtuigt en nog beter verbindt met de campus en de stad.

Het iconische Tinbergen Building, vernoemd naar de baanbrekende econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen, was toe aan een ingrijpende renovatie. Deze renovatie bood de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) een belangrijke kans om verder invulling te geven aan de duurzaamheidsambities van de campus Woudestein. Schooldomein sprak met Head of Department Real Estate van de Erasmus Universiteit Marcel Quanz en de projectmanagers Danny Bosman en Michael Hagemans van RYSE. Marcel: “Deze renovatie past binnen de strategie van de EUR om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te verbeteren. De technische installaties voldeden niet meer aan de wetgeving en waren verouderd,

met regelmatig storingen tot gevolg. Ook sloot de functionele indeling niet meer aan bij de moderne eisen voor onderzoek en het dagelijks gebruik waarin studenten elkaar willen ontmoeten.”

Tekst Sibo Arbeek
Vlnr Marcel Quanz, Danny Bosman, Michael Hagemans

DUIDELIJKE ZICHTLIJNEN

“Bij de transformatie hebben wij de installaties per grid uitgelegd zodat we flexibel zijn om in de toekomst verschillende indelingen mogelijk te maken”, legt Danny uit. “Aan de binnenkant hebben we op bepaalde plekken verdiepingen en wanden open gezaagd om de zichtlijnen door het gebouw te laten zien, zodat je vanuit de centrale hal ziet waar je naar toegaat. Het gebouw had veel gangen met aan weerszijden kleinere kantoor­ en onderwijsruimtes, terwijl er juist behoefte was aan flexibel te gebruiken ruimtes met moderne studieplekken, pantry’s, ontmoetingsplekken en multifunctionele onderwijszalen. De verouderde faciliteiten zijn dus vervangen door nieuwe, hoogwaardige studie­ en werkplekken met veel planten en bomen, zowel binnen als buiten, omdat een gezonde werkomgeving belangrijk is. Onze studenten vinden aspecten als licht, lucht en duurzaamheid belangrijk.” Marcel vult aan: “Spectaculair wordt de glazen opbouw op het gebouw met collegezalen en een restaurant met uitzicht op de skyline van Rotterdam. Vroeger was de bovenste verdieping een technische ruimte. Je zag roosters en het was dicht. Straks is de nieuwe bovenste verdieping een verblijfsgebied met schitterend uitzicht over Rotterdam; het wordt een plek voor executive programma’s, workshops en masterclasses.”

VERTROUWEN DOOR SAMENWERKING

“We werken al jaren heel goed samen met RYSE”, vertelt Marcel. “Bijvoorbeeld aan het Langeveld Building op de campus. Dat was een succes omdat het een state of the art gebouw is, met veel licht en groen, waardoor studenten er graag gebruik van maken. Door de langdurige samenwerking ontstaat vertrouwen, waardoor je zaken kunt loslaten. De strategische zaken en besluiten pak ik op, de rest doet het team. Dat kan alleen als er heel veel vertrouwen is.” Danny knikt: “Die klik is belangrijk natuurlijk. Wat ook meespeelt is dat we ervaring hebben met grote, complexe projecten. Expertise en ervaring met gelijksoortige projecten is belangrijk. We hebben het Definitief Ontwerp op de markt gezet in een engineering en built contractvorm (UAV­gc). Vervolgens is er een total engineeringteam samengesteld met cepezed als architect. Deze keek goed naar de ontsluiting van het gebouw op de campus.” Marcel vult aan: “De architect constateerde dat er een andere hoofdingang moest komen. Eigenlijk wordt het gebouw verkeerd ontsloten ten opzichte van het centrale plein, dat als een hoofdas op de campus moet functioneren. Straks is er een mooie verbinding met de bibliotheek en ontstaat een mooie dynamiek.”

“Straks is het een verblijfsgebied met schitterend uitzicht over Rotterdam; het wordt een plek voor executive programma’s, workshops en masterclasses”

OMGEVINGSMANAGEMENT BELANGRIJK

Marcel: “Je bent onderdeel van de omgeving en daar moet je rekening mee houden. Als universiteit heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid om daar goed mee om te gaan. Dat is onze plicht.” “Het is belangrijk om iedereen in zo’n complex proces mee te nemen”, vult Michael aan. “Dat geldt voor de studenten en medewerkers, maar zeker ook voor de omwonenden, die dagelijks met de campus te maken hebben. Daarom hebben we eerst een cultuurhistorische verkenning van het gebouw in zijn omgeving uitgevoerd. Daarbij kijken we ook naar de flora en de fauna, zo bleek dit gebouw op een vleermuisroute te liggen.” “We zijn trots dat deze transformatie het ontwerpcertificaat BREEAM Outstanding heeft ontvangen”, besluit Marcel. “Dat is de hoogst bereikbare classificatie voor duurzaamheid. Zo heeft dit gebouw energiezuinige installaties, betere dak­, gevel­ en vloerisolatie, een WKO­aansluiting en zonnepanelen op het dak. De bouw is zoveel mogelijk circulair georganiseerd, bijvoorbeeld door een oogstkaart in te zetten om materialen duurzaam te hergebruiken.” Tinbergen Building wordt in september 2027 in gebruik genomen, uiteraard door de Erasmus School of Economics, waar het allemaal ooit mee begon.”

Kijk voor meer informatie op www.ryse.nl

KINDCENTRUM KOOS MEINDERTS

Rond paviljoen in het groen

Licht. Ambachtelijk. Groen. Kindvriendelijk. Het is allemaal van toepassing op het nieuwe

Kindcentrum Koos Meinderts in het Haagse stadsdeel Loosduinen. Met zijn ronde vormen, groene omgeving en ambachtelijke metselwerk trekt het gebouw meteen de aandacht.

Een stijlvolle aanwinst voor de wijk.

Vijf weken voor de ingebruikname brengen we een bezoek aan de nieuwbouw. Er wordt nog volop gewerkt. Terwijl het brandalarm wordt getest, lopen we met Alfons Hams en Tjerk van de Wetering van Spring architecten in en rondom het nieuwe, tweelaagse kindcentrum.

PAVILJOEN IN HET GROEN

Wat direct opvalt, is de groene omgeving en de verbinding tussen binnen en buiten. Niet voor niets wordt het gebouw ‘een paviljoen in het groen’ genoemd. Vanuit de grote ramen in de lokalen en de gymzaal kijk je zo op de boomkruinen. “Het is een bijzondere plek om te bouwen,” zegt Alfons. “In de visie van Spring moet een gebouw passen in de omgeving en aansluiten bij de gebruikers. Dat zijn kinderen die hier het grootste deel van de dag doorbrengen gedurende vormende jaren van hun leven.”

PRIKKELARM

Die school maakt onderdeel uit van de Stichting Lucas Onderwijs in Den Haag. Om de wensen vanuit het onderwijs scherp te krijgen werden ontwerpsessies georganiseerd, waarbij ook de buitenschoolse opvang en kinderopvangorganisatie 2Samen zijn betrokken. “Uitgangspunt voor de school waren drie domeinen: onder­, midden­ en bovenbouw, waarin we leerjaaroverstijgend werken,” vertelt Francis de Kruijff, huisvestingsadviseur Lucas Onderwijs. “Spring heeft goed geluisterd naar onze wensen, vrijwel alles wat wij naar voren brachten zie je terug in het ontwerp. Zo heeft elk domein een vleugel met zowel lokalen voor klassikale uitleg als een apart leerplein waar leerlingen zelfstandig kunnen werken. Er zijn ook prikkelarme ruimtes voor wie concentratie nodig heeft.”

OPEN EN VRIENDELIJK

De verschillende vleugels lopen vloeiend in elkaar over en komen uit in één lichte multifunctionele hal, waar ook de bibliotheek een plek krijgt. Een brede trap die naar de eerste verdieping leidt fungeert ook als tribune bij presentaties en voorstellingen. Het vele daglicht, de zichtlijnen naar buiten en het gebruik van hout en zachte kleuren geven het kindcentrum een open en vriendelijke sfeer. Francis: “Behalve grote ramen die uitkijken op het groen buiten, zijn er ook ramen tussen

de lokalen en de leerpleinen. Je ziet elkaar goed en dat stimuleert ook weer de samenwerking.”

De interieurarchitect van Spring heeft ook goed nagedacht over het kleurenplan. Elk domein heeft een eigen kleurstelling met op de vloer een kleurvlak dat het leerplein markeert. Deze kleuren zijn gebaseerd op de boekomslagen van de naamgever van de school: kinderboekenschrijver Koos Meinderts. “Koos voelt zich verbonden met de school”, zegt Francis. “Leuk detail: in elke vleugel hangen op groot formaat kleurrijke illustraties van Annette Fienig. Zij heeft ook de illustraties gemaakt van de boeken die als inspiratiebron voor de kleuren zijn gebruikt.”

RONDE VORMEN EN VAKMANSCHAP

Van buiten doet het gebouw met zijn ronde vormen en bakstenen denken aan de bouwstijl van de Haagse School. Zelfs de gymzaal op de eerste verdieping heeft gebogen hoeken. “Rond oogt vriendelijk en zacht en geeft rust”, zegt Alfons. “Opdrachtgevers zijn vaak terughoudend, omdat ze denken dat het duurder is met al die bochten. In de praktijk is dat niet zo, omdat er minder bakstenen nodig zijn.” Over metselwerk gesproken. Hier is duidelijk een vakmens aan het werk geweest. Horizontaal en verticaal metselwerk wisselen elkaar af. Alfons: “Een compliment aan de aannemer en zijn metselaars.”

GELEGENHEIDSVRIENDSCHAP

Toen het ontwerp klaar was, duurde het nog twee jaar voordat de bouw kon beginnen. Door de oorlog in Oekraïne en de stijgende bouwkosten was het aanbestedingsklimaat ongunstig. Uit een tweede aanbestedingsronde kwam aannemer Kwakkenbos uit Woerden naar voren. Toen deze eenmaal was gekozen kwam de bouw in een stroomversnelling, mede dankzij een goede samenwerking tussen school, aannemer, installateurs en architecten. “Je gaat samen

“Het is esthetisch en akoestisch een fijn gebouw”

een gelegenheidsvriendschap aan”, zegt Alfons. “Je moet elkaar respecteren en vertrouwen. We verstonden elkaar goed en zaten op hetzelfde spoor.”

Natuurlijk kwamen er ook elementen naar voren die vroegen om aanpassing, bijvoorbeeld omdat gedurende het proces bepaalde kosten waren gestegen of omdat er discussie was over materiaal. Tjerk: “Als architecten zijn we altijd aan het schakelen en calculeren. Als het budget schuurt wordt het voor ons als team juist leuk. Ik vind het uitdagend om oplossingen te vinden waarmee we én binnen de prijs blijven én de esthetische waarde behouden.”

UITNODIGEND

Huisvestingsadviseur Francis begint er zo vijf weken voor de ingebruikname in te geloven dat het kindcentrum straks echt klaar is. “Het is esthetisch en ook akoestisch een fijn gebouw. Het mooiste vind ik de ronde vormen en de beleving van licht en ruimte. De school heeft echt een smoel gekregen met een uitnodigende entree. Als ik het plein oploop word ik er echt blij van.”

Kijk voor meer informatie op www.spring-architecten.nl

colofon

Vooruitblik jaar 2026 jaargang 38

Het nieuwe jaar omvat een nieuwe fase voor Schooldomein. Samen met onze partners willen wij de kracht van Schooldomein in het nieuwe jaar nog beter gaan benutten.

Het delen van goede voorbeelden blijft daarbij staan als een huis. Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen zodat je toegang krijgt tot dé digitale vindplaats voor inspirerende scholenbouwprojecten.

Wil je weten wat deze ontwikkeling voor jou kan gaan betekenen?

Kijk dan op: www.Schooldomein.nl of volg ons op LinkedIn. En scan de QR­codes voor de App Store en Google Play!

Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef­, leer­ en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt vier keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl.

Uitgever

Schooldomein is een uitgave van IVVD B.V. en Ten Brink Uitgevers

Redactie

Marco van Zandwijk, Rodric Leerling, Brenda Breems

Vaste medewerkers

Sibo Arbeek, Adri Pijnenburg, Ivo van der Hoeven, Anje Romein, Linda Smolders, Nicole Beaujean, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers (fotografie).

Redactieraad

De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres

Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, tel 06­82548370 E­mail: info@schooldomein.nl

Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Rodric Leerling van Schooldomein, Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, telefoon 06­83232625. rodricleerling@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Natascha Bruinstroop, natascha@fizz.nl.

De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen

Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e­mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt vier keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair­, voortgezet­, middelbaar­ (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 32,­ en voor losse nummers e 8,50 incl. verzendkosten.

Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 september van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

Productie

Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 3.

GROENdruk

GROENdruk is het groene Programma van Eisen voor duurzame toekomstige huisvesting.

Wereldwijd leeft de urgentie om van onze planeet een betere plek te maken. We willen een duurzame wereld achterlaten voor onze leerlingen, kinderen en kleinkinderen. Bij de realisatie van projecten is duurzaamheid daarom niet meer weg te denken. Maar wat betekent dat concreet als je bezig bent met de toekomstige huisvesting van jouw organisatie?

Bij de ontwikkeling of verduurzaming van een onderwijsgebouw of een MFA liggen de investeringskosten en exploitatiekosten vaak niet bij dezelfde partij. Dit leidt vaak tot een ‘split incentive’. Met GROENdruk maken we dit bespreekbaar. Met een helder en interactief proces verbinden we alle betrokkenen met elkaar en leggen we samen hoge ambities vast in het Programma van Eisen.

We vertalen het containerbegrip “duurzaamheid” naar concrete maatregelen in de thema’s energie, circulariteit, klimaatadaptief en biodiversiteit. Naast de kosten maken we ook de ecologische impact van de keuzes inzichtelijk.

Benieuwd hoe GROENdruk zonder extra inspanning jouw duurzaamheidsambities waar kan maken en meerwaarde voor je op kan leveren? Neem vandaag nog contact met ons op voor een kennismaking.

bbn adviseurs T

SCHOOLGEBOUWEN: SPRINGPLANK OF BLOKKADE?

WIJZE LESSEN DIGITALE DIDACTIEK

Beschrijft op een wetenschappelijk onderbouwde manier (evidence informed ) hoe educatieve technologie (EdTech) zijn plaats heeft in het onderwijs.

De implementatie van EdTech hoort niet alleen duurzaam maar ook ambitieus te zijn.

2995

232 pagina’s

Wijze lessen. Digitale didactiek bestaat uit drie delen:

• De digitale (r)evolutie in het onderwijs

• Inzichten uit de wetenschap

• Twaalf bouwstenen voor effectieve digitale didactiek

Wijze lessen. Digitale didactiek, 1e editie 2024, uitgave van Ten Brink Uitgevers

Scan de QR-code om te bestellen

voor ons aanbod zie www.tenbrinkuitgevers.nl

Iedereen roept dat het onderwijs moet vernieuwen. Dat leerlingen voorbereid moeten worden op beroepen die nog niet bestaan. Dat vmbo en mbo dichter bij elkaar moeten komen. En dat de nieuwe Praktijkgerichte Programma’s (PGP) van de mavo en havo dé kans zijn om leren en toekomstig werk te verbinden.

Maar één ding vergeten we steeds: het schoolgebouw?

Architecten tekenen nog te vaak scholen alsof vmbo onderwijs draait om klaslokalen, gangen en een aula. Terwijl de werkelijkheid allang anders is. Leerlingen werken projectmatig, voeren opdrachten uit in samenwerking met bedrijven en ontdekken hun talenten in hybride leeromgevingen. Ze leren niet meer alleen uit een boek, maar vooral door te doen, dus een combinatie. Het gebouw zou dat moeten faciliteren – maar loopt achter.

Wat is de waarde van een gloednieuw schoolgebouw zonder ruimte voor PGP-projecten, cross-overs tussen de vmbo profielvakken en samenwerking met bedrijven? Dan is het geen springplank naar de toekomst, maar een blokkade.

Onderwijsvernieuwing gaat niet alleen over lesprogramma’s, maar ook over stenen. Elke muur die we neerzetten, bepaalt of we wendbaar zijn of vastlopen. Gemeenten, bestuurders én architecten moeten daarom dezelfde vraag stellen: bouwen we voor gisteren, of voor morgen?

Want één ding is zeker: een school die geen plek biedt voor praktijkgericht leren en doorlopende leerlijnen, is geen school van de toekomst. Het is een museum van het verleden.

Adri Pijnenburg

Toekomstverkenner inhoudelijk expert vmbo-mbo

Wijze lessen Digitale didactiek

FAST FLOORING SNEL, SLIM & SUCCESVOL

Loslegvloeren die snel over bestaande vlakke (onder)vloeren geïnstalleerd kunnen worden, met minimale uitval van de dagelijkse activiteiten. Nieuwe vloer zonder lesuitval. Fast Flooring van Forbo wordt snel, stil en lijmvrij gelegd, zelfs tijdens schooluren. Direct klaar voor gebruik.

✔ Snel – Binnen een dag vernieuwde lokalen, gangen of aula’s.

✔ Slim – Economisch, duurzaam en circulair, klaar voor de toekomst.

✔ Succesvol – Geschikt voor intensief en zwaar gebruik.

Scan de QR-code of ga naar forbo-flooring.nl/fastflooring

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.