Schooldomein nr. 6

Page 1

Pedro

Nieuw

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Ergonomisch Flexibel Duurzaam Kleurrijk Stootvast

Thema:

Crisis en kansen

Technovium ademt techniek Uniek onderwijsconcept in Haaksbergen De smalle marges van de onderwijsfilosofie

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

jaargang 23 juni 2011

6


#optiplus #i3le De hoogte van de stoel, de licht afglijdende vorm van de kuip en de gepatenteerde - aan de tafel bevestigde - verstelbare voetensteun bieden meer bewegingsvrijheid. In alle zithoudingen is er sprake van een “open” houding.

www.vanerum.nl/optiplus

Leerlingen blijven langer bij de les en dankzij de hogere tafels hoeven leerkrachten niet langer te bukken om mee te kijken of instructie te geven.

SAMEN UW OPTIMALE OMGEVING ONTWIKKELEN Strategische oplossingen in vastgoed en huisvesting

HEVO voorziet opdrachtgevers met complexe huisvestingsvraagstukken van antwoorden die bijdragen aan een optimale leef- en werkomgeving. We kunnen u ondersteunen bij vrijwel elk facet van vastgoedontwikkeling. Daarbij streven we altijd naar gebouwen die duurzaam presteren en een klantrelatie die minstens zo duurzaam is. Een partnership dat we bouwen op basis van oprechte betrokkenheid, kennisuitwisseling en wederzijds vertrouwen. Een open en resultaatgerichte benadering waarbij we elkaar blijven inspireren. Samen zijn we in staat het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk te maken. Wij helpen opdrachtgevers in onderwijs, overheid, zorg en bedrijfsleven hun dromen te vangen in huisvesting en vastgoed.

De productlijn is geïnspireerd op de “balanced seating” theorie, die staat voor een ergonomisch verantwoorde zithouding.

Voor meer informatie: (073) 6 409 409 info@hevo.nl www.hevo.nl

Opti+ stimuleert leerlingen actief te zitten, comfortabel te zitten en samen te werken. Blijf op de hoogte van onze innovaties op vlak van onderwijs en word fan van VANERUM op Facebook. vanerum.nl/facebook vanerum.nl/twitter

VANERUM Nederland BV │ Duwboot 89 NL-3991 CG Houten │ E info@vanerum.nl │ T +31 30 212 20 10 │ F +31 30 212 20 11

HEVO biedt u: Strategisch vastgoeden huisvestingsadvies Projectmanagement Duurzaamheidsadvies Expertisecentrum


Noodlokalen voor het onderwijs! Krijgt u binnenkort te maken met een groeiend aantal leerlingen, wordt uw school gerenoveerd of zoekt u naar overbrugging in aanloop naar nieuwbouw? Met noodlokalen van De Meeuw bent u verzekerd van voldoende ruimte. De Meeuw is ervaringsdeskundig in onderwijs en kinderopvang. Wij weten aan welke eisen een modern onderwijsgebouw moet voldoen. Bovendien bieden wij een naadloze integratie met uw huidige gebouw. www.demeeuw.com/noodlokalen

De Meeuw Nederland Postbus 18, 5688 ZG Oirschot, T +31 (0)499 57 20 24


Kwaliteit en gebruik

Mede op advies van de Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol heeft het Ministerie de Scholenbouwprijs 2010 uitgesteld. Aanleiding was de observatie, dat het slecht gesteld is met het binnenmilieu op scholen, nog steeds een heet hangijzer bij landelijke organisaties. Om die reden zou de Scholenbouwprijs teveel gericht zijn op de schoonheid van scholen en te weinig op de prestatie van het gebouw in het feitelijk gebruik ervan. Daarom zou de prijs zich moeten richten op scholen die in ieder geval één jaar in gebruik zijn geweest, dus de vier seizoenen hebben meegemaakt. De jury zou dan beter kunnen toetsen of het gebouw in de praktijk voldoet en de prijs zou dan gaan naar een school die plezier heeft van het gebouw en niet een school die al snel na oplevering met de nadelen ervan zou zijn opgezadeld. Inmiddels lijkt van uitstel afstel gekomen, want het is onduidelijk of deze stimulerende opdrachtgeversprijs voor de tiende keer wordt georganiseerd. Schooldomein heeft de afgelopen jaargang besloten om zelf prijswinnende projecten - na enkele jaren in gebruik te zijn geweest - te evalueren. Dit nummer komt bijvoorbeeld de Vensterschool uit Groningen van ONIX Architecten aan de beurt. Wat opvallend is aan de gesprekken met gebruikers en architecten van de zes geëvalueerde scholen, is dat zaken als binnenmilieu en klimaatbeheersing weliswaar regelmatig terugkerende thema’s zijn, maar niet de beleving van de gebruiker en de kwaliteit van het gebouw bepalen. Veel meer gaat het om het professionele, maar ook inspirerende opdrachtgeverschap in het ontwerp, de wijze waarop de opdrachtgever in staat is geweest verbindingen te leggen tussen visie en bouwproces, de kwaliteit van het programma en vooral de wijze waarop het ontwerp heeft ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen. Dus de mate van flexibiliteit in de hoofdstructuur van het gebouw. Natuurlijk ook de wijze waarop opdrachtgever en architect samen zijn opgetrokken en verder met het team van adviseurs, bouwers en inrichters. Veel zaken rond binnenklimaat, ventilatie en akoestiek moesten worden aangepast of kennen vernieuwde inzichten en verbeterde technieken. Maar deze aspecten of klachten bepalen maar voor een klein deel of een gebouw werkt of niet, of het primaire proces erin kan bloeien, of er verbindingen worden gelegd. Bovendien zijn klachten vaak terug te voeren tot keuzen op een ander niveau. Duurzaamheid heeft kennelijk met meer zaken te maken dan alleen binnenklimaat. Daarom mijn advies: betrek alle nieuw gebouwde scholen bij de volgende Scholenbouwprijs en laat ze vooral niet een jaar proefdraaien voordat je ze beoordeelt: echte kwaliteit gaat namelijk om hele andere dingen en duurzaamheid is over een paar jaar geen afzonderlijk issue meer, maar geïntegreerd in elk programma, elk ontwerp, elke bouw en elke exploitatie. Dit is al weer de laatste Schooldomein van jaargang 23. Heel veel leesplezier toegewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

4

schooldomein

juni 2011

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.


20 THEMA

08

Twee ervaringen naast elkaar

Crisis en kansen

12

Technovium ademt techniek

14

De maakbare samenleving

28

Een inspirerend kijkje in interessante vakgebieden

Is de crisis nu voorbij of niet? Eigenlijk is er sprake van een domino-effect. De crisis kwam fors binnen bij de grote ontwikkelaars, toen kwam de groep architecten, die zwaar getroffen werd. De adviesbureaus moesten het vorig jaar ontgelden en de groep van ontwikkelende aannemers heeft het vooral dit en volgend jaar zwaar. Datzelfde geldt ook voor de markt van inrichters, diensten en de organisatieadviesbureaus.

30 34

7 de verbeelding: Natascha Bruers 17 Kort nieuws 19 Nota bene: Christoph Grafe 32 Architectuur 39 Het idee: Special Olympics 70 De etalage 72 Het atelier: Atolplaza, Lelystad 73 Column: John van de Langenberg

Technisch onderwijs en technisch bedrijfsleven slaan handen ineen.

Scholenbouwprijswinnaar Vensterschool Groningen onder de loep.

IMC Weekendschool bundelt de beste krachten in de maatschappij.

Aandachtspunten bij asbest Wie is aansprakelijk en verantwoordelijk bij asbest op scholen?

Internationale look and feel Nieuwbouw International School Almere is open, genereus en royaal.

40

Een goede teamprestatie door enthousiasme

42

Leren in een zee van licht

44

Rubrieken

Leo Evers over ondernemerschap binnen overheid en maatschappelijk bedrijf.

Nieuwbouw Jan Tinbergen College faciliteert variatie.

Nieuwe integrale ontwerpmethodiek voor een gezond binnenklimaat.

Deus Quiser in Brazilië Een succesvolle school in de sloppenwijk van Rio.

48

Een slimme school met een heilig geloof in groen

51

Los Hoes: uniek onderwijsconcept in Haaksbergen

Directeur André van Zon over zijn net opgeleverde Sterren College in Haarlem.

Terugblik op een bijzonder ontwikkelproces met een prachtig resultaat.

54

Op weg naar een benchmark exploitatiegegevens MFA’s

56

EGGO maakt functioneren schoolgebouw inzichtelijk

60

Een brede school voor vier dorpen?

MFA-Lab brengt kengetallen boven tafel.

Een praktisch instrument om de kwaliteit van schoolhuisvesting te evalueren.

Gemeente Onderbanken kiest voor regionale schaalsprong.

schooldomein

juni 2011

5


Mytyl- en tyltylschool Lyndensteyn ‘Kinderen groeien en hun meubels groeien mee.’ Mytyl- en tyltylschool Lyndensteyn in Beetsterzwaag, voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs Op Lyndensteyn gaan opleiding en revalidatie elke dag hand in hand. Revalidatie Friesland heeft zelfs een vestiging direct naast de school. ‘Maatwerk had geen betere bedrijfsnaam kunnen kiezen’, lacht Sietse Planting, Teamleider van de bovenbouw in het Primaire Onderwijs. ‘Wij gaan uit van twee kernbegrippen voor onze kinderen: maatwerk en maximaal herstel. Maatwerk betekent dat elk kind een individueel behandelplan krijgt. Een plan dat is gericht op maximaal herstel, oftewel: goed omgaan met hun beperking, actief meedoen in de maatschappij en zo zelfstandig mogelijk leven.’ Met het nieuwe meubilair kreeg ieder kind op Lyndensteyn ineens Maximaal Maatwerk. Sietse vertelt: ‘We bestelden 100 stoelen, bijna allemaal anders. De ene met een voetsteun, de andere met een verhoogd tafelblad of verbreed zitvlak. Alles kan, en elke stoel sluit aan bij wat zijn jonge eigenaar kan. Een stoel met wielen voor het meisje dat graag rondrijdt. En een stoel met èxtra wielen voor een jongen die anders wel eens omvalt.’ Maatwerk deed zijn naam ook hier eer aan. De stoelen voor Lyndensteyn zijn de eerste met zwenkwieltjes. Verzoek van de klant, geen probleem! Sietse: ‘De wieltjes onder de stoelen maken het werken met de kinderen makkelijker. Onze docenten en therapeuten hoeven nu veel minder te tillen. De stoelen zijn niet geschikt voor grote afstanden, maar in de klas kan iedereen er prima mee uit de voeten.’ ‘Al met al vond ik de samenwerking heel prettig. Roland Ouwejan van Maatwerk was ons vaste aanspreekpunt en dat schept duidelijkheid. Het was een intensief traject, want met zoveel maatwerk gaat er ook wel eens wat mis. Maar ze staan direct klaar om de puntjes op de i te zetten. Waardoor we nu nog heel lang vooruit kunnen met onze modulaire meubels. En gaat er een onderdeel stuk, of krijgen we extra veel nieuwe leerlingen? Dan bestellen we gewoon los bij wat we nodig hebben.’

Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, sales@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl


In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

“Als Assistant Head of Delegation van Team NL begeleid ik deze zomer 87 sporters en 24 coaches tijdens de World Summer Games in Athene. Het werken met verstandelijk gehandicapte sporters, hen te zien groeien als ze een topprestatie leveren, dat is wat mij inspireert. De beleving tijdens dit evenement maar ook tijdens alle andere activiteiten is echt geweldig. En dan bedoel ik vooral het zelfvertrouwen dat de sporters uitstralen dat ook zij iets betekenen in de maatschappij. Hun trots, mijn inspiratie!”

Natascha Bruers schooldomein

Natascha Bruers (39) studeerde in 1994 af aan het CIOS in Sittard. Ze werkte vier jaar als bewegingsagoog voor ze in dienst kwam bij Gehandicaptensport Nederland waar ze tien jaar werkte in verschillende functies. Sinds 2008 is Natascha sportsdirector bij Special Olympics Nederland en komende zomer treedt ze op als Assistant Head of Delegation van Team NL bij de Special Olympics World Summer Games in Athene (zie de rubriek ‘het idee’ op pagina 39 van deze Schooldomein).

juni 2011

7


8

schooldomein

juni 2011


Ondernemerschap binnen overheid en maatschappelijk bedrijf

Twee ervaringen naast elkaar Daar heeft Leo Evers een nadrukkelijke mening over. In zijn functie als strategisch adviseur van de gemeente Aalsmeer, waar hij al 36 jaar werkt, en tegelijkertijd als hoofd technische dienst van de Stichting Ons Tweede Huis, waarvoor hij ook al 28 jaar werkzaam is. Dat levert scherpe inzichten op.

Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

“H

et is het verschil tussen een politiek gestuurde organisatie en een niet-politiek gestuurde organisatie. De slagvaardigheid van een niet-politiek gestuurde organisatie als Ons Tweede Thuis is vele malen groter. Democratie is een groot goed, maar je zou een vorm moeten verzinnen waarbij je efficiënter en goedkoper kunt werken. Cruciale vraag die betrokkenen zichzelf zouden moeten stellen is: wat gaat er nou echt mis als ik mijn zegje er niet over heb kunnen doen?”

Alle lijnen samen in één persoon

“Het hele systeem rond onderwijshuisvesting is verouderd en kost nodeloos veel geld.”

Als voorbeeld noemt Leo de brede school in NieuwOosteinde met een totstandkomingsproces van bijna tien jaar! Drie verschillende denominaties met directies en besturen die alle zes van mening verschilden, dat schiet niet op. “Ik kende in die begintijd diverse voorbeelden in Almere, waar de gemeente het voortouw nam en waarbij alle lijnen samenkwamen in één persoon. Dat was ook in een uitbreidingsgebied, een brede school met veel nieuw personeel en waarbij alle onderwijspartijen hun wensen toevertrouwden aan één gemeentelijke onderwijsvertegenwoordiger. Maar bovenal vertrouwden zij erop dat de school om straks les in te kunnen geven best mooi zou worden. Hier was het drie stappen vooruit en twee achteruit, waarbij het onderwijs vooral naar zichzelf keek en de synergie vergat. En als aan een

bepaalde opvatting onvoldoende werd tegemoetgekomen, was er een directe gang naar raadsleden die meteen de wethouder met vragen bestookten.”

Baas in eigen buik “Trek eens een parallel met de zorginstelling voor cliënten met een verstandelijke beperking. Een organisatie met zo’n 70 locaties, 1.100 cliënten en ruim 2.000 medewerkers. Wij kunnen uitgaan van de eigen kwaliteit, er is een grote mate van integrale verantwoordelijkheid en we zijn niet politiek georiënteerd. We hebben te maken met een Raad van Toezicht, die op hoofdlijnen en afstand volgt en de directie op geleverde prestaties beoordeelt. In die Raad van Toezicht zitten leden die benoemd zijn op voordracht van de medewerkers en leden die benoemd zijn op voordracht van cliënten en ouders. Men is in staat het echte gemeenschappelijke doel, de beste zorg voor de cliënt, centraal te stellen. Het berijden van persoonlijke stokpaardjes wordt direct gecorrigeerd. Bezuinigen op onderwijs binnen de gemeente, maar ook daarbuiten, is vloeken in de kerk, terwijl teveel geld verloren gaat door inefficiënte besluitvormingsprocessen. En wat helemaal krom is, is dat in het normale maatschappelijk proces diegene die de rekening betaalt ook bepaalt. Maar niet bij onderwijshuisvesting. Daar bepaalt en regeert het onderwijs

schooldomein

juni 2011

9


“Ik durf te stellen dat gemeenten meer de randen van de mogelijkheden moeten opzoeken.”

en de gemeente zorgt maar dat er geld beschikbaar komt.”

Wanverhouding “In een bedrijfsmatige omgeving wordt heel scherp naar de overhead gekeken, ook bij onze zorginstelling. Is een locatie bijvoorbeeld 15 tot 20 jaar oud, dan weet je dat je weer aan de slag moet. Na 20 jaar moet je een grote renovatie toepassen. Wij willen de afschrijvingstermijn van ons vastgoed flink bekorten omdat de functionele levensduur van gebouwen sterk terugloopt door gewijzigde behoeften. Voortdurend wordt bij dat soort besluitvormingsprocessen bij ons de vraag gesteld in hoeverre de overhead bijdraagt aan de kwaliteit van het primaire proces. Een politiek gestuurde organisatie kent een wanverhouding tussen overhead en het primaire proces. Een verhouding die niet ten goede komt aan de dienstverlening aan de burger. ‘Ja, maar dat moet’, zeggen de accountants en controllers dan, in het kader van het zorgvuldig controleren van wet- en regelgeving. Teveel mensen zijn bezig met het controleren van elkaar op basis van de regels, die niets meer met het primaire proces te maken hebben.”

Bureaucratische stroperigheid “Een voorbeeld. Gemeenten zien hun woningbouwproductie teruglopen. Stel dat je in het bezit bent van gronden en je wilt 1.000 woningen realiseren in combinatie met maatschappelijke voorzieningen. Als je ziet welke processtappen vanuit de gemeente nodig zijn, ben je zo zeven tot tien jaar verder. En als je dan eindelijk met marktpartijen onderhandelt, is de werkelijkheid weer veranderd en moet je weer terug naar de politiek. Prognoses veranderen om de haverklap. Na drie jaar weet een gemeenteraad niet meer wat ooit is besloten of bedacht. Het gevolg is dat elke ontwikkeling ontaardt in een bureaucratische stroperigheid, waardoor je nooit integraal kunt plannen en vanuit een duurzame exploitatie kunt handelen. Het systeem functioneert gewoon niet goed. Daarbij is de inspraak ook het moment waarop de stroperigheid nog eens extra toeneemt, omdat vooral het individuele belang boven het algemeen belang moet worden gewogen. Dat noemen we in vakjargon dan een iteratief proces. Plannen maken doen we samen. Maar als je dat vertaalt naar de processen met

10

schooldomein

juni 2011

de onderwijspartners is iedereen aan het eind van een traject zo murw gebeukt dat je blij mag zijn dat er überhaupt nog een gebouw wordt opgeleverd. En vervolgens heeft dat gebouw allerlei kwalen en is het alweer te klein als het wordt opgeleverd. Vertaal dat weer eens naar de zorginstelling. Zodra wij gronden voor (ver)nieuwbouw in bezit hebben of door de gemeenten krijgen aangeboden, wordt direct begonnen met het maken van afwegingen over proces en inhoud. Doorgaans ligt er binnen zes tot acht weken een programma van eisen dat binnen de instelling is geaccordeerd en dat naar de gemeente gaat. Is de gemeente akkoord dan ligt er binnen een half jaar een bouwaanvraag en kan binnen een jaar de schop in de grond. De organisatie pakt daarmee een kans om een stap te maken op basis van kwaliteit en ervaring. Mensen maken elkaar sterker en het wordt er ook nog leuker door.”

Europees aanbesteden “Zo ben ik ook een tegenstander van het beleid, waarbij de architect en de aannemer Europees moeten worden aanbesteed. Kost allemaal nodeloos veel geld en energie. Je hebt een commissie nodig waarin talloze personen hun broodnodige zegje moeten doen met veel selectiecriteria waarover iedereen struikelt. Uiteindelijk krijg je dan een architect uit een verre uithoek, omdat hij het voor de helft van de prijs denkt te kunnen doen. Dat wordt vervolgens een drama, waarbij we als gemeente nu nog steeds in een arbitragezaak verwikkeld zitten. Het college heeft de bevoegdheid om op basis van een met redenen omkleed besluit van de aanbestedingsregels af te wijken. En die redenen zijn er zeker.”

Doordecentralisatie “Nu wordt in het kader van de zoveelste bezuinigingsdiscussie het onderhoudsbudget voor schoolgebouwen mogelijk doorgedecentraliseerd. Ik zou zeggen: direct doen. Breng het onderwijs in een positie dat ze zelf baas in eigen huis kunnen zijn en decentraliseer ook normbudgetten voor nieuwbouw door. Geef de gronden uit in erfpacht, dan hou je de ruimtelijke regie in handen. De hele regelgeving en bekostiging van het onderwijs is zo complex dat vaak nog maar één ambtenaar het begrijpt. En elke vier jaar moet je het de nieuwe portefeuillehouder en de gemeenteraad weer opnieuw uitleggen. Nu zie je ook dat gemeenten soms de huisvestingsmiddelen voor andere doeleinden gebruiken. Verkeerd! Maak het simpel door zowel de gemeente als de maatschappelijke partijen in een positie te brengen dat ze slagvaardiger kunnen opereren.” Voor meer informatie kunt u mailen met Leo Evers: l.evers@onstweedethuis.nl.


puiting: s e b d n a W FAAY delijk en kleurrijk! kindvrien

sarme, nderhoud o , ie a a fr erking • ructuurafw delijk slijtvaste st ri dv en erp dus kin • níét sch lijkheden leurmoge hygiënisch • talloze k igbaar dus in re ig d u o rkracht • eenv d van kleu u nd o h e b % e ondergro • 100 r bijna elk o o is v g t in ik it h • gesc ndbespu : FA AY Wa • kwaliteit FA AY Groep Vianen e deel van d l

espuiting.n b d n a .w w ww

De slimste wanden voor

[flexibiliteit]

Waarom? Omdat FAAY-wanden flexibele ruimte-indelingen mét behoud van constructieve kwaliteit mogelijk maken. Aan een FAAY-wand kun je zelfs de zwaarste dingen ophangen. De horizontale kabelgoot geeft, samen met de verticale leidingschachten, onbeperkte bekabelingsmogelijkheden. Kortom, een FAAY-wand heeft alles om te beantwoorden aan de multifunctionaliteit, flexibiliteit en duurzaamheid die tegenwoordig van een schoolgebouw verlangd worden. Stootvast, brandwerend, geluidsisolerend en akoestisch verantwoord: FAAY is gewoon de béste wand als het gaat om flexibiliteit. Meer weten? Kijk op www.faay.nl of bel met (0347) 376624.


Technovium ademt De nieuwe huisvesting van het Technovium torent hoog uit boven de Heijendaalseweg. Het uitzicht vanuit de kop van het gebouw over de onderwijscampus van Nijmegen is indrukwekkend. “We zijn heel trots op het resultaat, maar het is nog niet af”, vertelt Guido Ronnes. Guido is directeur Techniek van ROC Nijmegen en noemt het ontwikkeltraject een mooi, maar ook een veeleisend proces. “Het Technovium is een partnerschap tussen het technische onderwijs en het technische bedrijfsleven in de regio. Onze samenwerking is bijzonder en kost veel tijd en energie, maar de meerwaarde is direct zichtbaar.”

Tekst Janet van Oort Foto’s Foto Nijmegen

S

inds januari van dit jaar volgen 2.200 studenten Bouw, Techniek, ICT en Media & Vormgeving hun lessen in de nieuwbouw. Het Technovium ademt techniek. De installaties zijn niet weggewerkt en vanaf de entree kijken bezoekers direct de praktijkruimten in. Guido: “We krijgen veel bezoek van scholen uit het hele land. Zij zijn onder de indruk van het concept en de uitvoering. Ik heb al meer dan eens gehoord dat ze het Technovium een van de beste schoolgebouwen van Nederland vinden.” Tijdens de rondleiding springt de omvang van de praktijkruimten direct in het oog. Op de ruime praktijkvloeren is een grote hoeveelheid moderne werkplekken ingericht. Dit is een van de zichtbare voordelen van de samenwerking. Guido: “Wij hebben het technische bedrijfsleven in de school uitgenodigd en hen het voortouw gegeven bij de inrichting van de praktijkruimten.” Een van de doelstellingen van het Technovium is de instroom van jongeren in technische opleidingen substantieel te laten toenemen. Niet alleen de kwaliteit van het onderwijs, maar ook de uitstraling van de nieuwbouw moet de aantrekkingskracht van de technische sector vergroten. De nominatie voor de Nijmeegse architectuurprijs draagt hieraan ook bij.

Investeren in cultuurverandering “Achteraf gezien is in ons traject aan de voorzijde te weinig geïnvesteerd in de samenwerking met het bedrijfsleven”, vindt Guido. “Daardoor is deze nog te instabiel. De samenwerking moet in de fundamenten van het concept worden geborgd zodat het gaandeweg meer energie oplevert dan het kost. Dit vraagt om een cultuurverandering en is een proces van jaren.” Inmiddels is een inhaalslag gemaakt. Een van

12

schooldomein

juni 2011


techniek

de partners in het Technovium waarmee ROC Nijmegen succesvol samenwerkt, is de SchilderˆsCOOL, een vereniging van schilder- en onderhoudsbedrijven in de regio en opleidingsbedrijf. Wieteke Hoftijzer is projectleider Technovium en werkt aan vergroting van de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij Technovium: “Studenten van de SchilderˆsCOOL werken 4 dagen per week. Eén dag per week gaan ze naar school op het Technovium en krijgen dan les van instructeurs van de SchilderˆsCOOL en van docenten van ROC Nijmegen. Dankzij deze samenwerking kunnen leerlingen die graag werkend leren, ook daadwerkelijk in het bedrijfsleven aan de slag. De continuïteit in het aanbod van leerwerkplekken garandeert een goede startkwalificatie.”

Doorlopende leerlijn De realisatie van een doorlopende leerlijn in het beroepsonderwijs is eveneens een doelstelling van het Technovium. Guido: “In Nijmegen konden studenten voorheen geen technische opleiding volgen op hbo-niveau. Dankzij de samenwerking met de Hogeschool Arnhem Nijmegen kunnen studenten Informatie- en Communicatie op het Technovium zowel een mbo-opleiding als de propedeuse voor het hbo halen. De fysieke nabijheid maakt een goede overdracht eenvoudiger te organiseren en studenten kunnen door hard te werken hun studieloopbaan verkorten.” De doorlopende leerlijn richting het vmbo is ook met beide handen opgepakt. Guido: “De kader- en basisberoepsgerichte leerwegen in de regio zijn onze hofleveranciers. Onderdeel van het lesprogramma van deze leerwegen zijn opdrachten die de leerlingen uitvoeren in de praktijkruimten van Technovium. Zodoende kunnen zij zich beter oriënteren op het vak. En docenten werken samen

“Achteraf gezien is te weinig geïnvesteerd in de samenwerking met het bedrijfsleven.” aan de ontwikkeling van het onderwijs waardoor het kennisniveau van de vmbo-leerlingen beter aansluit op ons niveau 2.”

Duurzaam verbinden Guido: “Onlangs heeft de gemeente Nijmegen een discussie gevoerd over haar economische agenda. De ontwikkeling van kennis in de regio is heel belangrijk, maar het is ook essentieel dat er voldoende uitvoeringscapaciteit beschikbaar is. Daar zorgen wij voor. En de kwaliteit van onderwijs staat of valt met de begeleidingscapaciteit van het team. De gemiddelde leeftijd van onze docenten is 52 jaar. De komende tien jaar krijgen we te maken met een forse uitstroom en de instroom daalt. Natuurlijk maken wij ons daar zorgen over. Tegelijkertijd hebben we er ook vertrouwen in dat de aanpak die wij voor ogen hebben werkt. Onze docenten zijn nu en in de toekomst in de eerste plaats docent en geen techneut. Wij zorgen ervoor dat ze een gedegen technische achtergrond hebben én uitstekende pedagogische en didactische vaardigheden. Voor verdieping van de technische kennis van onze studenten nodigen we specialisten uit het bedrijfsleven uit voor een gastdocentschap. Zodoende krijgen we voortdurend verse input. Dit vraagt wel wat van onze organisatie voor wat betreft roostering en flexibiliteit, maar het versterkt ook onze verbinding met het bedrijfsleven. En dat is uiteindelijk waar het bij het Technovium om draait.”

schooldomein

Projectinformatie: Project: Nieuwbouw Technovium

Opdrachtgever: College van Bestuur ROC Nijmegen

Architect: AGS Architecten & Planners

Omvang: 18.000 m2 bvo (excl. parkeergarage 8.000 m2 bvo)

juni 2011

13


Evaluatie prijswinnende Vensterschool

De maakbare samenleving Uiteindelijk was het ook een discussie over de maakbare samenleving. Met architect Alex van de Beld die via zijn gebouwen mensen wil prikkelen om het avontuur aan te gaan. En met locatiemanager Vensterscholen Tineke Timmer en directeur Marije Vellinga die ervaren dat het gebouw de ontmoeting juist makkelijk moet maken. Schooldomein doet verslag van een goed gesprek tussen architect en gebruikers van de eerste Vensterschool in Groningen.

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Peter van der Knoop

H

et moet gezegd, het gebouw van ONIX Architecten ligt na 15 jaar in gebruik nog steeds prachtig in de Groningse Oosterparkwijk. Een los gebouw, maar toch ruimtelijk verbonden met de oorspronkelijke school in de Amsterdamse stijl, een rijksmonument, waar de school nu onderwijs verzorgt. Het prijswinnend project lijkt een natuurlijke verbinding aan te gaan met het water, de bomen en het groen van het park. Een zwevend paviljoen dat uitnodigt om er naar binnen te gaan. Dat gebeurt via een lang pad dat via de traditionele gangenschool naar de nieuwbouw leidt.

Moeizame verbinding Toch zijn de gebruikers van het eerste uur niet echt tevreden over het gebouw, of liever over de verbinding tussen het oude en het nieuwe gebouw en de praktische mogelijkheden van de nieuwbouw.

Vlnr: Alex van der Beld, Marije Vellinga en Tineke Timmer

14

schooldomein

juni 2011

Directeur Marije Vellinga van de Siebe Jan Boumaschool: “Het grootste probleem is toch dat dit nieuwe gebouw los staat van de school, waardoor de verbinding met de school niet echt tot stand is gebracht en je je pedagogisch concept niet kwijt kunt. Omdat het gebouw aan het water ligt, en via een smalle brug verbonden is met de oorspronkelijke school, moet er ook toezicht zijn bij verkeer over en weer, zodat natuurlijk verkeer moeilijk plaatsvindt. De nieuwbouw was ontworpen als een ontmoetingsplek voor de school en de buurt, maar dat vindt niet echt meer plaats omdat het gebouw eigenlijk te klein is voor de behoefte die de wijk heeft aan activiteiten. Wel zijn er nog een peuterspeelzaal en wat bibliotheekkasten, maar voor het overgrote deel worden de ruimten door de school gebruikt, als kantoorruimte en lunchen vergaderruimte.”

Onderhoudsproblemen “De makke is natuurlijk ook dat dit de eerste Vensterschool was”, stelt Tineke Timmer, “de volgende voorbeelden spelen al weer veel beter in op de vragen uit de wijk. Je kunt ook niet een eenduidig concept maken, want elke Vensterschool is weer uniek en vraagt om een andere vertaling in de ruimte.” Marije vindt het ook niet een echt handig gebouw: “Het ligt boven het water en je bereikt de multifunctionele ruimte via een steile trap. Dat maakt het al lastig voor ouderen, de jongste kinderen en rolstoelers. Omdat de ruimten als het ware om de bomen heen zijn gevouwen is het ook erg gehorig. De twee monumentale bomen groeien zo langzamerhand de school in en zorgen voor onderhoudsproblemen aan het dak. De patio die in het midden ligt, is donker, de verbindingstrap tussen de peuterspeelzaal en de gang is bij nat weer spekglad. Eigenlijk een verblijfsruimte waar


je niet zoveel mee doet. Bovendien was het een plek geworden voor zwervers en hangjongeren, dus hebben we ook hekken moeten plaatsen. Daarnaast is het beheer nooit geregeld, dus daarom is het gebouw ’s avonds ook niet open.”

Ontmoeting faciliteren Op dat moment komt architect Alex van de Beld binnen en hij reageert direct: “Het gebouw kent, doordat het in het water ligt, eigenlijk heel weinig noodzaak tot beveiliging via hekken. Het feit dat rond het monument hekken zijn geplaatst vind ik eigenlijk niet kunnen voor een moderne school. Je moet de samenleving wel activeren om op de juiste wijze gebruik te maken van het gebouw.” Dat levert natuurlijk een interessante discussie op tussen Alex als architect en Marije en Tineke als ervaringsdeskundigen: “Het kan toch niet zo zijn dat het gebouw dicteert hoe je je moet gedragen? Het is juist andersom; het gebouw moet ontwikkelingen en ontmoeting makkelijk maken. Dat is hier niet het geval. Bovendien had je toen

ook kunnen bedenken dat je een multifunctionele ruimte altijd op de begane grond moet leggen, omdat mensen er makkelijk moeten kunnen komen.” Alex legt uit waarom voor dit concept gekozen is: “Je moet het zien als een campus met paviljoens in een waterrijke- en parkachtige omgeving. Dit gebouw moet als een soort boomhut letterlijk beklommen worden. Je moet geprikkeld worden om er naar toe te gaan. Daarnaast moet je niet blind zijn voor het feit dat inhoud verandert, omdat de vraag uit de samenleving verandert. Dan is het heel legitiem om te zeggen dat de school hier niet meer past, maar andere maatschappelijke functies mogelijk wel.”

“Je moet de mensen wel prikkelen om gebruik te maken van het gebouw.”

Brede school concept Dat klinkt Marije als muziek in de oren: “Nieuwbouw op een andere plek, maar dan vanuit een echt brede schoolconcept zou prachtig zijn. Nu hebben we twee keer net niets; in de gangenschool komt de visie van de school niet tot zijn recht en de nieuwbouw wordt niet gebruikt waarvoor het bedoeld was.” Alex gaat

schooldomein

juni 2011

15


“Je moet trouw blijven aan het concept. Je gooit toch ook niet de oude kast van je tante weg?” nog even in op de verbinding tussen de gebouwen: “Wij hebben er bewust voor gekozen geen glazen gang te maken. Dat had afbreuk gedaan aan de paviljoengedachte. Maar we hadden natuurlijk wel gehoopt dat de gebouwen complementair aan elkaar zouden werken.”

Budgettaire (on)mogelijkheden Wel geeft Alex toe dat bepaalde zaken slimmer hadden gekund: “Natuurlijk mag je daarvan leren. De trappen die te steil zijn, de akoestiek en de koeling van de centrale ruimte, die nu zomers veel te heet is door het vele glaswerk. Bovendien is de patio te vochtig en dat tast het binnenklimaat aan. Maar deels heeft het ook te maken met budgettaire (on)mogelijkheden. Zo hebben we in het ontwerp rekening gehouden met een lift en zou op het dak een prachtige leefomgeving voor leerlingen kunnen ontstaan. Wat keihard overeind blijft, is het concept; daar moet je ook trouw aan blijven. Je gooit toch ook niet de oude kast van je tante weg? Misschien wordt dit wel het jongste monument van de stad, omdat het zo bijzonder is. Je moet out of the box denken en dan zul je zien dat dit gebouw voor de wijk goed werkt.” Alex keurt het gebouw nog even na 15 jaar in gebruik. “Het

16

schooldomein

juni 2011

Juryoordeel Scholenbouwprijs 2000 “Het gebouw scoort in de ogen van de jury op drie belangrijke punten hoog: de stedenbouwkundige inpassing, de vertaling van het onderwijskundig-pedagogische aspect in het programma van eisen en de architectonische kwaliteit. De twee gebouwen vormen een nieuwe eenheid die is ontstaan door het contrast tussen de oude en de nieuwe school. Wel twijfelt de jury aan de duurzaamheid van de detaillering.”

ziet er ruimtelijk nog steeds fantastisch uit, maar je ziet wel dat de gemeente te weinig onderhoud pleegt aan de duurzame materialen en de binnenruimte. Als je dat regelmatig schoonspuit, zul je zien dat die binnenruimte weer meer gaat leven. En als de journalist al weg is, regelt de architect met de school direct dat het overbodig hekwerk verdwijnt, waardoor een barrière tussen school en nieuwbouw wordt weggehaald en het plein beter toegankelijk wordt. Over de maakbare samenleving gesproken. Voor meer informatie surft u naar www.vensterwijkoosterpark.nl of naar www.onix.nl of naar www.siebejanboumaschool.nl.


kort nieuws Congres 1 juli: Twee jaar MFA Lab MFA Lab bestaat binnenkort twee jaar. Wat is er in die periode gebeurd en wat zijn de behaalde resultaten? Op vrijdag 1 juli wordt daarvan verslag gedaan. Kern: een MFA is geen gebouw maar een onderneming. MFA Lab is een innovatief verband van gemeenten, corporaties, maatschappelijke instellingen en experts gericht op de exploitatie van maatschappelijke centra. Thema’s op het congres zijn markt­onderzoek en marketing, financiën, maatschappelijk rendement en juridische

structuren. Deelnemers ontvangen een handboek met opgedane inzichten en de ontwikkelde instrumenten. Ook werpt MFA Lab de blik naar voren; naar nieuwe thema’s en innovaties als inzet sociale media, ZZP’ers als doelgroep van MFA’s en private financiering. Key Note speaker is Fons Bitter van het Consulaat voor gastvrijheidsmanagement. Hij heeft naam gemaakt in de hotelwereld, zowel in binnen- als buitenland. Het congres vindt plaats in De Kamers te Amersfoort

(Wezeperberg 1), een markante plek die laat zien hoe het anders kan: gastvrij en ondernemend. Jos van Oord, initiatiefnemer en kamerheer, houdt een korte introductie. Voor medewerkers van organisaties die bij het MFA Lab zijn aangesloten, is de bijeenkomst gratis. Alle andere deelnemers betalen €195,- exclusief BTW. Meer informatie bij Nicole Huisman van het MFA Lab: nicole@mfa-lab.nl. Of kijk op www.mfa-lab.nl.

Aanpak asbest leidt tot onnodige kritiek Schoolbesturen in het basis- en voortgezet onderwijs bereiden zich niet voor op het beheersen van risico’s bij aanwezigheid van asbest. Gebrek aan goede communicatie leidt tot onnodige paniek onder medewerkers, leerlingen en ouders. Dit stelt Eva Hermans, partner bij PRC, onderdeel van ARCADIS. Uit onderzoek is gebleken dat 75% van de basisscholen en 52% van het voortgezet onderwijs niet inzichtelijk heeft of er asbest aanwezig is in hun schoolgebouwen. De kans op aanwezigheid van asbest in schoolgebouwen die voor 1994 zijn gebouwd, is groot. Er is echter onvoldoende bekend of, en zo ja, waar asbest zich bevindt. Aanwezigheid van asbest leidt al snel tot panieksituaties. Volgens Hermans is het nu niet zaak dat schoolbesturen hals over kop een inventarisatiebureau inschakelen zonder zich goed voor te bereiden op het beheersen van risico’s en op de communicatie bij

aanwezigheid van asbest. Schoolbesturen doen er verstandig aan om vooraf de juiste kennis in huis te halen. Kijk op de websites van de overheid waar je als school aan moet denken bij asbestinventarisaties. Als je een inventarisatie wilt laten uitvoeren, maak dan vooraf goede afspraken wat je inventariseert en welke risico’s er zijn. Het allerbelangrijkste is dat je vooraf scenario’s in kaart brengt en een (communicatie)plan opstelt, in geval van aanwezigheid van asbest. “Gebrek aan informatie aan medewerkers, leerlingen, ouders en omwonenden leidt altijd tot angst, die niet altijd terecht is. Als er asbest wordt gevonden, heb je geen tijd meer om een plan op te stellen. Zorg dus dat je vooraf weet hoe je helder informeert en communiceert”, aldus Hermans. Voor meer informatie: Eva Hermans, hoofd markgroep onderwijs PRC. Surf naar www.prc.nl.

Gezinsrapport SCP aaneenschakeling van open deuren Vereniging GoedGeregeld herkent veel van de knelpunten die het SCP constateert bij de combinatie van werk en gezin. Maar dat het rennen van school naar opvang en sportclubjes organisatorische topsport was, dat wisten we al. Dat opvang van levensbelang is voor veel werkende ouders ook. GoedGeregeld voor werkende ouders wil graag horen wat politiek Den Haag gaat doen om die topsport behapbaar & betaalbaar te maken en te houden. Vereniging GoedGeregeld voor Werkende Ouders is begin 2011 opgericht om actief aandacht te vragen voor de knelpunten van werkende ouders. “Alle seinen staan op rood”, stelt de vereniging in een persbericht. “Het is nu aan de politiek om

in actie te komen. Op ons aandringen komt er een hoorzitting over buitenschoolse opvang, en is er een kamerdebat over kinderopvang geweest. De politiek besloot in 2005 dat het afgelopen moest zijn met het geleur en gesleur van kinderen van school naar opvang en clubjes. De motie Van Aartsen Bos maakte scholen verantwoordelijk voor hele-dagoplossingen. Zes jaar later rennen werkende ouders zich nog steeds een ongeluk. Dat het SCP dat beeld bevestigt is schrijnend genoeg. Dat het SCP de aangekondigde bezuinigingen afkeurt is hoopvol. Maar de werkende ouders van Nederland snakken naar moderne oplossingen, die de combinatie van werk en

gezin nu eindelijk eens écht vergemakkelijken.” Meer informatie over de belangenvereniging GoedGeregeld voor Werkende Ouders vindt u op www.vereniginggoedgeregeld.nl.

Rectificatie In Schooldomein nummer 5 (maart) zijn bij het artikel over het Graafschap College mooie foto’s geplaatst van fotografe Petra Appelhof, specialist op het gebied van architectuurfotografie. Per abuis is haar naam niet bij het artikel vermeld. Kijk voor meer werk van Petra Appelhof op www.petraappelhof.nl.

schooldomein

juni 2011

17


Pittelo in Assen

Duurzame en energiezuinige multifunctionele accommodatie

In de wijk Pittelo in Assen wordt een multifunctionele accommodatie (MFA) gerealiseerd. Hierin vinden twee basisscholen, een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, een wijkcentrum, een mediatheek, maatschappelijk werk en een gymnastiekzaal onderdak. Grontmij begeleidt in opdracht van de Gemeente Assen deze totale ontwikkeling vanaf het eerste denken tot oplevering. De afdeling vastgoed van de Gemeente Assen heeft gekozen om het installatieconcept leidend te laten zijn in de ontwerpfase. Grontmij bewaakte dit proces in combinatie met het samenwerkingsproces. Dit heeft geleid tot minder m² BVO waardoor budget ontstaat voor duurzaamheid vertaalt in exploitatievoordeel. Hierdoor was het mogelijk om al in de ontwerpfase een goede basis te leggen voor een duurzaam en energiezuinig gebouw. In interactieve sessies met gebruikers hebben we gesproken over synergievoordelen, inhoudelijk maar vooral ook ruimtelijk. Door in de ruimtelijke samenwerking slim om te gaan met lege plekken in de roosters van verschillende partijen is Grontmij erin geslaagd voor de scholen gezamenlijk 7% onder de norm te bouwen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de dagelijkse praktijk. Dit is alleen mogelijk wanneer aan het begin van het proces wordt geïnvesteerd in onderling vertrouwen en een gezamenlijke visie op het concept. Aan de hand van de Grontmij ‘Blokkendoosmethodiek’ is interactief gesproken over samenwerkingsformule, beheer, communicatie, ruimte, duurzaamheid en financiën. De resultaten hebben we vastgelegd in pijlers voor een Programma van Eisen welke later door Skets Architectuurstudio uit Groningen vertaald zijn in een duurzaam gebouwconcept.

Alle projectfases Grontmij bewaakt voor de Gemeente Assen in alle fasen van de realisatie van de MFA de duurzaamheid en energiezuinigheid van het gebouw. Daarnaast heeft Grontmij de taak het in de gaten te houden of alle samenwerkingsafspraken uit de initiatieffase ook in de overige fases van de realisatie worden uitgevoerd.

Duurzaam en energiezuinig Voorbeelden van duurzame oplossingen in de MFA Pittelo zijn een installatie voor Warmte Koude Opslag met warmtepomp, een zonneboiler, een solardak met fotovoltaïsche (PV)-cellen voor de levering van elektrische energie, buitenzonwering met beweegbare lamellen en verlichting met daglichtregeling.

Multidisciplinair Voor een complex multidisciplinair project als de MFA Pittelo kan Grontmij haar kennis op het gebied van samenwerking, creeren van draagvlak, enthousiasmering en stimulering uitstekend combineren met haar kennis op het gebied van techniek, financiën en ruimtelijke vraagstukken. Een mooi voorbeeld van een “slow design” gebouw waarin de gebruikers hun eisen en wensen zeker in zullen herkennen.

Contact Projectmanagement: Arie Bottema Samenwerking: Eke Schins Derksen en Corry Hofstee www.grontmij.nl/bouwenvastgoed


nota bene

In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: dr. ir. Christoph Grafe, sinds begin dit jaar de nieuwe directeur van het Vlaams Architectuurinstituut. Christoph Grafe (Bremen, 26 december 1964) werkte na zijn studie aan de TU Delft vijf jaar bij architect Cees Dam in Amsterdam. Na een tweede studie in Londen werd hij universitair hoofddocent architectuur en interieur aan de TU Delft. Die betrekking combineert hij nu met het directeurschap van het Vlaams Architectuurinstituut in Antwerpen.

Christoph Grafe Noordzeegarnalen met spiegelei en gebakken aardappelen. Heel klassiek en zeer eenvoudig. Met daarbij een Riesling of Grüner Veltliner.

Leukste opleiding De opleiding als architect aan de Architectural Association School in Londen, vanwege de kruisbestuivingen tussen zeer ambitieuze mensen uit de hele wereld die elkaar op een prachtige plek midden in de stad ontmoeten.

Eerste baan Assistent bij een grote prijsvraag voor een nieuw Europees octrooibureau in Den Haag.

Doelstelling in deze baan Architectuur is van iedereen, in Vlaanderen net zo als in Nederland. Ik wil graag mensen laten zien dat een goed gebouw meer is dan een mooi plaatje, maar ook kan stimuleren om nieuwe dingen te ontdekken, aan jezelf en aan anderen.

Werkweek Op dit moment heel veel (in Vlaanderen en in Nederland) – eigenlijk altijd. Maar ik tel nooit de uren.

Beste eigenschap Ik blijk vrij goed te zijn in het afstappen op mensen en ze enthousiasmeren met wat humor en zelfrelativering.

Slechtste eigenschap Ik kan de zelfrelativering wat doordrijven en ben wat optimistisch.

Muziek Door de Matthaus-Passie van Bach was ik als teenager al aangegrepen. Later ben ik opera’s

gaan ontdekken, met name van Claudio Monteverdi, Richard Strauss, Benjamin Britten en Thomas Adès, een nog vrij jonge Engelse componist.

Avond uit

Film

Restaurant

Dat wisselt. Wim Wenders’ film ‘Im Lauf der Zeit’, heeft een grote indruk gemaakt. Sprakeloos van Tom Lanoye, Jozef en zijn broeders’ van Thomas Mann en de gedichten van W.H. Auden.

Wilde Zwijnen in de Indische Buurt in Amsterdam (goede keuken!). Maar ook de Stadskantine in de Pijp gegeten (combinatie volstrekte pretentieloosheid - zelfbediening en een hele kleine kaart - en hoge kwaliteit is zeer overtuigend).

Website

Opmerkelijk

bbc.co.uk

Ik geloof graag in volstrekt onbelangrijke dingen, zoals horoscopen. Ik herken me met plezier in de voorspellingen of karakteriseringen: als steenbok ben ik kennelijk echt volhardend.

Boek

Televisieprogramma Ik heb geen televisie, en luister veel naar de radio, vaak via internet: bijvoorbeeld ‘Today’ op BBC Radio 4. Of ‘Fazit’ op Deutschlandfunk.

Toneel- of operavoorstellingen. Vroeger ging ik heel vaak, soms twee keer per week, maar helaas nu minder.

Ergernis

Krant

Bemoeizucht

Tot voor kort de NRC (zeer achteruit gegaan; geen goed idee, zo’n halve krant). Daarnaast het Parool en de Pers, en in Vlaanderen de Standaard en de Morgen.

Inspirerende persoonlijkheid

Tijdschrift De Groene Amsterdammer en de London Review of Books.

Auto Ik bezit geen auto en koester ook niet de wens om er een te hebben.

Eten en drinken Ik houd zeer van Indiaas eten. Maar ook van

Mijn kinderen Jacob en Paula.

Ambitie Algemeen: Kritische debatten over gebouwen en steden, en de cultuur waarin we leven, aanjagen en daar steeds beter in worden. Concreet: een handvest voor de Dag van de architectuur schrijven waar ik samen met mijn collega’s duidelijk maak dat duurzame architectuur niet gaat over steeds betere technologische oplossingen maar over een intelligente manier van leven en bouwen.

schooldomein

juni 2011

19


20

schooldomein

juni 2011


THEMA Crisis en kansen

Crisis en kansen Is de crisis nu voorbij of niet? Eigenlijk is er sprake van een domino-effect. De crisis kwam fors binnen bij de grote ontwikkelaars, toen kwam de groep architecten, die zwaar getroffen werd. De adviesbureaus moesten het vorig jaar ontgelden en de groep van ontwikkelende aannemers heeft het vooral dit en volgend jaar zwaar. Datzelfde geldt ook voor de markt van inrichters, diensten en de organisatieadviesbureaus.

E

n nog steeds is het een labiele markt, met een overheid die zwaar aan het bezuinigen is en als ze al wil uitbesteden, dat op de laagste prijs doet, waardoor de brede maatschappelijke sector het zwaar te verduren heeft. En natuurlijk is het uitermate lastig om in termen van woningen bouwen en grondopbrengsten te denken. Ook de corporaties ten slotte hebben flinke tikken opgelopen en hebben al moeite om hun primaire taak nog een beetje uit te voeren, om maar niet over het ontwikkelen van maatschappelijk vastgoed te spreken. De markt reageert aangeslagen.

Verouderde maatschappelijke gebouwen Tegelijkertijd ontstaat een enorme nieuwe behoefte. Binnen een samenleving die aan alle kanten knelt, vergrijst, op zoek is naar nieuwe kaders, met een enorme zorg- en welzijnvraag wordt geconfronteerd en tegelijkertijd over een enorme hoeveelheid verouderde maatschappelijke gebouwen beschikt. Dat gaat mis, daar moet worden ingegrepen of je nu wilt of niet. Dat kost dagelijks enorm veel geld, omdat er niets wordt gedaan. En dan gaat de eenvoudige regel op dat bezuinigen op beleid uiteindelijk veel meer geld en maatschappelijk rendement gaat kosten, dan enkele jaren de broekriem aantrekken oplevert.

Integrale oplossingen Rond dat dynamische en gespannen speelveld wordt de nieuwe vraag geboren. Ingegeven door innovatieve opdrachtgevers, adviseurs, architecten, bouwers en leveranciers. Die in dat proces scherp meedenken en met integrale oplossingen komen. Die vanuit de keten als proces denken en niet alleen meer vanuit het enkelvoudige product of de enkelvoudige dienst. Dat wordt herkend door een nieuw type opdrachtgevers, dat weer op zoek gaat naar nieuwe regisseurs, naar medespelers in de nieuwe markt, een type dat met andere regisseurs de verbindingen wil leggen. Vanuit die transitiefase krijgt de nieuwe dynamiek tussen vraag en aanbod vorm en daar moet je bij willen zijn.

Nieuwe werkelijkheid Dat was de inzet voor deze expertmeeting. En wat blijkt: het klagen over wet- en regelgeving, over de bekostiging, over de overheid en over de bestaande structuren, begint langzamerhand plaats te maken voor het inzicht dat je alleen maar zelf die werkelijkheid kunt veranderen en dat je altijd variabelen houdt die soms lastig zijn en soms handig. En op dat snijvlak ontstaat de nieuwe werkelijkheid. Voor meer informatie kunt u mailen met het ICSkenniscentrum: sarbeek@icsadviseurs.nl.

schooldomein

juni 2011

21


Creatiever onder druk van de markt In het laatste nummer van deze jaargang kijken we in de expertmeeting terug op de afgelopen periode. Een periode waarin de bomen niet langer tot in de hemel groeiden, maar waarin sprake was van economische terugval. Hoe staat de markt ervoor en wat betekent dit voor de dienstverlening van scholenbouwers, architecten, adviseurs en leveranciers? Bracht de crisis slechts doffe ellende of ook een verfrissende kijk en nieuwe kansen? Een prikkelende discussie.

Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten

Jack Hazen kan zich wel vinden in de term verfrissend. Hij stelt om te beginnen vast dat prijs en kwaliteit weer op een normaal niveau zijn. “Na een periode van overspannen markten en hoge kostprijzen staan we weer met beide benen op de grond. De hele keten moet weer moeite doen. Onze portefeuille is nu redelijk gevuld, maar voor 2013 verwacht ik wel een terugval in opdrachten, zeker vanuit de overheid.” Ook van architecten wordt in deze tijd meer gevraagd. Gert-Jan Borgman zag zijn bureau krimpen. “We hebben niet minder opdrach-

22

schooldomein

juni 2011

ten, maar het is minder ‘vet’. We moeten alles in competitie doen. Voor elke opdracht moet je nu diep gaan, maar we zien ook positieve ontwikkelingen.”

Prikkelend Begrippen als krimp, kleinere marges, zoeken naar efficiency gaan over tafel. Dat roept herkenning op, zoals bij Peter Elemans. “De crisis werkt ook prikkelend. We hebben een aantal nieuwe producten ontwikkeld op het gebied van gezondheid en binnenklimaat. Onze oplossing voor

daglicht – mijn grote passie – slaat aan.” Harder werken voor minder. Een teruglopende markt. Kleinschalige en kortcyclische projecten. Ook Rien van IJzendoorn loopt ertegenaan. Hij ziet kansen in advisering aan de overheid. “De overheid heeft budgettaire problemen en verlegt zaken naar de markt. Als adviseurs in bouwbegeleiding zien wij mogelijkheden in het overnemen van activiteiten van de gemeenten. Ook aannemers staan er anders in. Zij werken steeds meer samen met adviseurs om optimaal gebruik te maken van elkaars knowhow.” Crisis of geen crisis? Bij Royal Haskoning merken ze er in Nederland ook het een en ander van. Vooral de financiering verandert, stelt Jan Koelink vast. “Dat is al goed zichtbaar in de gezondheidszorg, maar heeft ongetwijfeld zijn weerslag op scholenbouw. We zien andere initiatieven. Iedereen wordt creatiever onder druk van de markt.”

Beweging Sibo Arbeek ziet een rode draad: de oude economie van voor de crisis heeft plaats ge-


THEMA Crisis en kansen Vlnr: Rien van IJzendoorn, Arjen Rademaker, Peter Elemans

Crisis en kansen maakt voor een nieuwe economie die perspectief biedt. Daarin verschuiven de rollen van diverse partijen. Michiel Otto herkent dit. Ook hij ziet beweging in de financiering van maatschappelijk vastgoed en de rol van adviseurs daarbij. “Scholen vragen zich af hoe ze de financiering van nieuwbouw rond krijgen. Als adviseurs denken wij zo vroeg mogelijk mee, ook over het financieringsvraagstuk. We zien bijvoorbeeld dat pensioenfondsen geïnteresseerd raken in maatschappelijk vastgoed. In termen van risico is dat voor hen een interessant alternatief.” Ook Arbeek ziet dat gemeenten al in de initiatieffase behoefte hebben aan advies. “Gemeenten moeten wat met hun maatschappelijk vastgoed. Er is de noodzaak om te bezuinigen, maar men wil ook beleidsrijk opereren.” Meer mogelijk maken voor je opdrachtgevers voor minder geld. Hoe krijg je daarmee toch goede projecten uit de startblokken? Door verbindingen te maken binnen maatschappelijk vastgoed, denkt Rob Kersten. “De toekomst voor scholen is onzeker. Ont-

Sibo Arbeek | hoofdredacteur Schooldomein (gespreksleider) Gert-Jan Borgman | architect R4a Peter Elemans | architect Elemans Postma Van den Hork / bestuurslid Living Daylights Jack Hazen | commercieel directeur Pellikaan Rob Kersten | hoofd expertisecentrum HEVO Jan Koelink | architect Royal Haskoning Michiel Otto | partner adviesbureau PRC Arjan Rademaker | projectleider FAAY Projecten Rien van IJzendoorn | coördinator Centraal Bureau Bouwtoezicht Peter Wapenaar | adviseur Peutz Zoetermeer Danny Weerens | account manager Hunter Douglas

wikkelen we huisvesting voor zeventig jaar? Moeten functies uitwisselbaar zijn? Wat als de huisvesting straks leeg staat? Zijn er andere invullingen voor mijn pand mogelijk? Het is een hele zoektocht.” Daarbij komt dat ook het onderwijs rekening moet houden met de opkomst van Het Nieuwe Werken, verwacht Kersten. “Huisvesting moet hoogwaardig zijn, maar er zijn minder vierkante meters nodig. De digitalisering schrijdt voort. Lesgeven doen we straks voor een deel niet meer in dezelfde lokalen.”

Bij hoogwaardigheid gaat het ook om duurzaamheid en een gezond binnenklimaat. Eigenlijk zijn dit nauwelijks nog aparte kwesties, maar vanzelfsprekendheden. Toch is de problematiek ingewikkeld, zegt Elemans. “Krimp betekent voor een school minder leerlingen en minder budget. Tegelijkertijd moet een school kwaliteit bieden in het gevecht om de leerling, zowel onderwijsinhoudelijk als gebouwtechnisch. Dat betekent dat de school moet investeren in slimme oplossingen. Helaas wordt de adviseur er vaak pas bij betrokken als het gebouw al is ontworpen.”

schooldomein

juni 2011

23


TILBURG

BRUSSEL

DÜSSELDORF

LONDEN

Louis Davids Carré Zandvoort

Louis Davids Carré Zandvoort

Pieter Nieuwland College Amsterdam

Brede School locatie Zuidmaten Den Ham

PPS-project

Renovatie en nieuwbouw

Design & Build-project

Centrumontwikkeling met de Maria school en Hannie Schaft school, een zorgloket, ruimten voor handhaving, bibliotheek, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, een parkeergarage voor totaal 511 auto’s, 48 appartementen, een lounge, verenigingsruimten, buitenspeelplaatsen en marktplein.

Een deel van de school maakte plaats voor een grotere nieuwbouw van ruim 30 praktijken leslokalen. De bestaande vleugels worden ingrijpend gerenoveerd. Het gebouw blijft steeds gedeeltelijk in gebruik.

Bijzonder duurzaam en energiezuinig ontworpen galerijschool. Bestaande uit 2 basischolen, een kinderdagopvang, een buitenschoolse opvang en een bibliotheek.

De kracht van Pellikaan

Pellikaan Bouwbedrijf bv

Internationale kennis van de nieuwste trends, bouwmethodieken, duurzame toepassingen en exploitatiemodellen. Vestigingen in Nederland, Duitsland, België en Groot-Brittannië.

Dr. Hub van Doorneweg 95 Postbus 551

Brede expertise op gebied van scholen.

Meer dan 30 jaar unieke eigen ervaring in exploitatie en beheer.

Van traditionele aanbestedingen tot en met de meest verregaande PPS-projecten waarbij

5000 AN Tilburg Tel. 013 465 76 00 Fax 013 468 50 02 E-mail info@pellikaan.com Internet www.pellikaan.com

Design, Build, Finance, Maintain en Operate volledig zijn geïntegreerd.

Dé perfecte partner voor uw bouwplannen!

Recreëer, werk en leer in een ideale omgeving


THEMA Crisis en kansen Vlnr: Gert-Jan Borgman, Jack Hazen en Peter Wapenaar

Stroomversnelling Koelink zou graag een ander uitgangspunt zien: niet kijken naar wat technisch kan, maar naar wat gebruikers nodig hebben. “Wij moeten aan de technische eisen voldoen op basis van de wensen van de klant. Het resultaat mag mooi zijn, maar we moeten veel breder nadenken over de activiteiten van de eindgebruiker. De techniek maakt veel mogelijk, maar wat wil de klant? Die denkwijze zien we weinig.” Het valt Danny Weerens daarbij op, dat kennis van leveranciers vaak niet goed is gebundeld. Licht-, geluid-, en luchtspecialisten maken niet één integraal plan om samen tot de optimale situatie te komen. “Terwijl het één gevolgen heeft voor het ander. De gebruiker wordt vaak niet meegenomen en partijen werken niet samen aan de klantvraag. Wij zien kansen om die componenten wel rond de tafel te zetten in een vroeg stadium van de ontwerpfase.” Er klinkt verbazing aan tafel. Juist die integraliteitsgedachte van disciplines heeft de laatste tijd toch een enorme vlucht genomen? Peter Wapenaar: “Ik vind dit teleurstellend. Wij stemmen juist wel allerlei technieken op elkaar af.” Ook bij Royal Haskoning zit integraal denken in de haarvaten van het bedrijf. Koelink: “Al in de initiatieffase moet je hoogwaardig denken. Bijvoorbeeld hoe je een gebouw positioneert. Een kwartslag gedraaid kan al een kwart aan energiekosten schelen.” Het gebeurt zeker wel, integraal bouwen, zegt Hazen. “Er worden teams opgebouwd met specialisten voor de constructie, bouwfysica, akoestiek, licht, enzovoort. Dat is de

Vlnr: Jan Koelink, Sibo Arbeek, Jack Hazen

afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt.”

Vertrouwen Het is deze integrale, projectoverstijgende samenwerking die in de nieuwe economie de beste kansen biedt, meent Van IJzendoorn. “Dan ben je vanaf de start van een project tot in lengte van jaren met elkaar bezig. De afgelopen jaren zag iedereen vooral zijn eigen perspectief en dat gaf veel problemen in de uitvoering. Partijen die al aan de voorkant een relatie opbouwen met hun opdrachtgever, die redden het. Het gaat erom dat mensen met elkaar communiceren om op een goede manier tot een nieuw gebouw te komen.” Essentieel daarbij is vertrouwen in elkaar. Van IJzendoorn: “En je moet concreet onderbouwen wat het oplevert en winst en verlies samen delen.” Helaas is het tegenwoordig vaak zo dat marktwerking innovatie om zeep helpt: alles moet zo goedkoop mogelijk. Borgman: “Jammer. Het moet gaan om de vraag hoe je een gebouw neerzet dat meerwaarde biedt en minder onderhoud vraagt. Daarbij is een overheid nodig die niet alleen kijkt naar het cijfer onder de streep, maar naar de waarde van het gebouw.” Borgman ziet in die nieuwe economie dan ook vooral een uitdaging om slim met budgetten om te gaan. “Een basisschool was vroeger nauwelijks meer dan een opgepluste woning, zonder complexe installaties. Inmiddels ligt er wel een grote utilitaire opgave: strenge eisen in combinatie met een laag budget.”

“Gemeenten moeten wat met hun maatschappelijk vastgoed. Er is de noodzaak om te bezuinigen, maar men wil ook beleidsrijk opereren.”

schooldomein

juni 2011

25


CREATIEVE ADVISEURS VOOR UW AMBITIES M3V adviespartners: • voor al uw huisvestingsvragen • thuis in onderwijs, kinderopvang, cultuur, welzijn en sport • vernieuwend beleid en verrassende huisvestingsconcepten • grip op complexe processen Altijd vanuit de inhoud en samen met u. Creatief en vernieuwend, maar bovenal realistisch. Meer weten? Kijk op www.m3v.nl , bel 026-4822520, of mail naar info@m3v.nl m3v adviespartners l Oosterbeek 026 - 482 25 20 l Rotterdam 010 - 476 07 36 l info@m3v.nl l www.m3v.nl l Fotografie DigiDaan


THEMA Crisis en kansen “Het basisonderwijs neemt ook wel een bijzondere positie in”, zegt Otto, “omdat investering en exploitatie niet in één hand liggen. �Een lastige situatie. Als de school zelf verantwoordelijk zou zijn voor de investering en exploitatie, zou ze een veel betere afweging kunnen maken over output, kwaliteit en onderhoud.”

Het Nieuwe Leren Het exploitatiegericht denken is in de gezondheidszorg al gemeengoed geworden. Ook in scholenbouw heeft het de toekomst, stellen de experts vast. Net als het Nieuwe Leren. Otto: “Nieuwe generaties studenten eisen steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk onderwijs. Nieuwe gebouwen moeten dat accommoderen. Ik verwacht voor de toekomst kleinere scholen waar het gaat om ontmoeting en contact met docenten. Daaromheen zit een virtuele schil. Kernwoorden zijn ICT, duurzaamheid en flexibiliteit.” Als iemand uit het gezelschap iets kan met dat laatste begrip, is het Arjan Rademaker. Zijn bedrijf maakt volledig verplaatsbare wandsystemen, waarmee je ruimtes snel en eenvoudig groter of kleiner kunt maken als de veranderde situatie daarom vraagt. De kosten vallen mee, zegt Rademaker. Otto valt hem bij. “De winst kan ook zitten in een hogere bezettingsgraad van je gebouw door een efficiënte indeling. Daarmee verdien je de meerkosten terug.”

Destilleerderij Ondertussen worstelen gemeenten met de vraag wat ze met hun maatschappelijk vastgoed moeten in deze tijd van krapte. Er worden al combinaties gemaakt van activiteiten en ontmoeting in multifunctionele gebouwen of oude gebouwen worden langer hergebruikt. Koelink: “Gemeenten vragen vaker welke aanpassingen mogelijk zijn om een gebouw geschikt te maken voor andere functies. Zo hebben wij in Schiedam een oude destilleerderij herontwikkeld tot theater/filmhuis/kunstuitleen. Een haalbaar alternatief voor nieuwbouw met als resultaat een gebouw met enorme uitstraling.” Toch is dit slechts weggelegd voor een kleine selectie leegstaande gebouwen. Het is niet altijd goedkoper en niet elk pand kan zomaar omgebouwd worden tot bijvoorbeeld een schoolgebouw. Dan toch maar

Danny Weerens (l) en Rob Kersten

nieuwbouw, waarbij de kans groot is dat wat we nu bedenken over tien jaar alweer achterhaald is? Kersten: “De vraag is of je wel voor tachtig jaar moet bouwen of dat je beter kunt kiezen voor semipermanente bouw. Er bestaan prachtige historische panden die na een paar honderd jaar nog meegaan, maar voor sommige gebouwen die we nu neerzetten is het over twintig jaar de prullenbak; zwart-wit gesteld.” Koelink heeft een ziekenhuis ontworpen dat die beide levenscycli in zich verenigt: “Een deel van het gebouw gaat langer dan vijftig jaar mee, in een ander deel zijn technische intensieve functies verwerkt die zo snel verouderen, dat het op kortere termijn aan vernieuwing toe is. De vraag is hoe je dit vertaalt naar scholenbouw.”

“Nieuwe generaties studenten eisen steeds meer plaatsen tijdonafhankelijk onderwijs.”

Creativiteit Terug naar de crisis waar de discussie mee begon. Alle partijen hebben er onder te lijden, maar er liggen kansen. Partijen komen in een andere verhouding tot elkaar te staan en ontwikkelen nieuwe dienstverleningsconcepten. Arbeek: “Deze tijd prikkelt tot creativiteit, innovaties, efficiency en integraal denken. De focus verschuift van financiële investering naar prestaties. Door de crisis ontstaat een andere manier van denken.”

schooldomein

juni 2011

27


Een inspirerend kijkje in interessante vakgebieden IMC Weekendschool is in 1998 door psycholoog Heleen Terwijn - in samenwerking met handelshuis IMC - opgericht als school voor aanvullend onderwijs voor gemotiveerde jongeren van tien tot veertien jaar uit sociaaleconomische achterstandswijken. Een verslag van een geslaagd verjaardagsfeestje.

Tekst Peter Reijers

A

vantage training en advies / De Bouwer & Partners Training waren jarig. En verjaardagen moeten gevierd worden. De communicatietrainers waren al snel enthousiast over een zondagstraining voor de leerlingen van IMC Weekendschool. Dat leverde, na overleg met de weekendschool het volgende programma op: • V amos a la playa, de leukste en handigste Spaanse zinnen en woorden voor op vakantie. • Knoop in het touw, in de buitenlucht aan de slag met een managementspel in een versie voor kinderen. Samenwerken, problemen oplossen, leiding nemen, luisteren en dergelijke.

• B etoverend voorlezen uit je favoriete voorleesboek. Met je eigen stem de aandacht van het publiek grijpen. Hoe betoverend is jouw stem? • Lessen van sportcoaches, topcoaches en topsporters willen topprestaties. Hoe zij topprestaties bereiken en wat dat kan betekenen in het dagelijkse leven. • Overtuig je ouders, leer hoe je door de goede argumenten bijvoorbeeld je ouders makkelijker kunt overtuigen. • Snel en slim samenvatten, iedere spreekbeurt voorbereiden of boekbespreking schrijven wordt een peulenschil, als je de techniek van het mindmappen beheerst. De trainers - mededirecteur Anneleen Kaptein en Paul van Hout, Gijs van Dinther, Ruud van Wingerden en Michiel Sauter - hadden de dag van hun leven. Zo ook de deelnemers, kinderen van negen tot twaalf jaar. Het was geweldig om te zien met hoeveel inzet en enthousiasme door hen werd gewerkt.

Allround character education Voor IMC Weekendschool in Nijmegen was gekozen vanwege haar drie doelen. De school wil (toekomst) perspectieven van leerlingen helpen verbreden, hun zelfvertrouwen helpen vergroten en hun gevoel van verbondenheid met de Nederlandse samenleving versterken. Men wil de leerlingen een breed beeld van de wereld laten zien en bovendien bijdragen aan wat ze noemen: allround character education. Leerlingen worden uitgedaagd om hun grenzen te verleggen, verder te kijken, meer te durven en te doen. Op de weekendschool krijgen de jongeren les van onder andere advocaten, dokters, architecten,

28

schooldomein

juni 2011


journalisten en kunstenaars. Zo komen ze in aanraking met beroepsgroepen, academische vakken en cultureel-maatschappelijke sectoren, die ze van huis uit meestal niet leren kennen. Dat leidt tot een uitgebalanceerd programma , waardoor de leerlingen kunnen kennismaken met interessante vakgebieden uit de wereld van cultuur, wetenschap en maatschappij. De gastdocenten wordt gevraagd hun vaardigheden en kennis over te dragen. Dat moet ertoe bijdragen dat de leerlingen de rest van hun leven kritischer en bewuster in de maatschappij staan.

Toekomstverwachtingen IMC Weekendschool is in 1998 ontstaan uit noodzaak. Psycholoog Heleen Terwijn ontdekte tijdens haar onderzoek naar motivatie dat het met de toekomstverwachtingen van scholieren in het basisonderwijs droevig was gesteld. Zij bedacht een effectieve aanpak: vrijwillig aanvullend onderwijs op zondag voor scholieren van tien tot veertien jaar. IMC Weekendschool biedt een manier om de toekomstperspectieven van leerlingen uit economisch zwakke wijken te verbreden. Door vakinhoudelijke experts uit te nodigen die de kinderen een inspirerend kijkje bieden in interessante vakgebieden. Inmiddels is het concept van de weekendschool uitgegroeid tot een doeltreffende proeftuin voor onderwijsvernieuwing, vormgegeven in een unieke combinatie van negen vestigingen, een onderzoeksgroep en een follow-uptraject. Na een succesvolle proefperiode in drie Amsterdamse wijken, is IMC Weekendschool inmiddels gevestigd in achterstandswijken van zeven Nederlandse steden.

Krachten bundelen De weekendschool is geen liefdadigheid en de kinderen zijn niet zielig. Het is juist de bedoeling een uitwisseling tot stand te brengen die voor alle betrokkenen interessant is. IMC Weekendschool bundelt de beste krachten in de maatschappij. Dankzij de financiële steun van veel bedrijven en fondsen kunnen alle vestigingen en onderdelen van IMC Weekendschool functioneren met minimale overheidsfinanciering. Gelukkig zien steeds meer bedrijven en instellingen de maatschappelijke noodzaak in van toekomstverbredend onderwijs. Dankzij hun financiële steun is het mogelijk de negen vestigingen en het follow-uptraject draaiende te houden. Minstens zo belangrijk is de sponsoring van onderzoek naar de effectiviteit van de weekendschool en naar doeltreffende interventiemethoden in het reguliere onderwijs.

“De weekend­ school is geen liefdadigheid en de kinderen zijn niet zielig.”

High potentials Anneleen Kaptein verwoordt wat onze trainers er van vonden: “Dit zijn buitengewoon gedreven en gedisciplineerde kinderen. Echte high potentials waarnaar het bedrijfsleven al met plezier kan uitkijken. Kinderen die veelal leven in een aantal culturen tegelijk, waardoor ze zich waarschijnlijk flexibel zullen aanpassen aan snel veranderende omgevingen. Kinderen met mooie toekomstdromen en veelal een verfrissende vastberadenheid om die te vervullen. De bevlogen mensen van de weekendschool maken echt een verschil, in de levens van deze kinderen. “ Voor meer informatie surft u naar www.imcweekendschool.nl of www.avantage-ta.com. U kunt ook twitteren naar @preijers.

schooldomein

juni 2011

29


Aandachtspunten bij asbest In Nederland was tot 1993 het gebruik van asbesthoudend materiaal wettelijk toegestaan. In ongeveer driekwart van de basisscholen en de helft van de middelbare scholen is niet bekend of er asbest aanwezig is. Daardoor is er voor onder andere docenten en leerlingen nog steeds een gerede kans op situaties die een potentieel gevaar opleveren door blootstelling aan asbestvezels.

Tekst Ingmar Scheiberlich

D

e media-aandacht en het spoeddebat in de Tweede Kamer naar aanleiding van de Zembla-uitzending is opmerkelijk te noemen. Niet zozeer vanwege de aandacht die het onderwerp ‘asbest in scholen’ krijgt, maar vanwege de grote vraag en onduide-

30

schooldomein

juni 2011

lijkheid wie er aansprakelijk en verantwoordelijk is en de meningsverschillen op dit punt. De uitkomst van het spoeddebat is dat de staatssecretaris van Milieu er bij de PO- en VO-Raad op zal aandringen dat alle scholen voor juli 2012 een


asbestinventarisatie laten uitvoeren. Maar is dit nu de oplossing?

Eigendomssituatie De verantwoordelijkheid over asbest wordt bepaald door de eigendomssituatie van de (school)gebouwen. Die bepaalt wie de eigenaar van het asbest is. Voor de eigendomssituatie kunnen op hoofdlijnen de volgende situaties worden onderscheiden: Eigendom en gebruik van het gebouw De eigenaar van een gebouw is tevens de eigenaar van het eventuele aanwezige asbest. Erfpacht Bij erfpacht is er sprake van een zogenoemde blooteigenaar en een erfpachter. In dit artikel gaan we er gemakshalve vanuit dat de erfpachter ook de gebruiker is van het gebouw. In de akte van vestiging van het erfpacht zijn veelal allerlei rechten en verplichtingen opgenomen waaraan partijen zich moeten houden. Ten aanzien van asbest kunnen hier per geval verschillende afspraken over zijn gemaakt. Voorwaarde is wel dat deze niet in strijd mogen zijn met het dwingend recht zoals is opgenomen in de bepalingen van titel 7 van Boek 5 (BW). Huur Bij huur wordt onderscheid gemaakt tussen een eigenaar (verhuurder) en een huurder, zijnde een gebruiker. De verantwoordelijkheid voor asbest ligt bij een huursituatie in beginsel bij de eigenaar (verhuurder) van het gebouw. Asbest kan bij huur worden gezien als een gebrek conform artikel 7.204 BW. In beginsel is de eigenaar van een gebouw dus verantwoordelijk voor het asbest (bij eigendom en bij huur). Bij erfpacht kan dit per situatie verschillen. In deze gevallen is de eigenaar van een schoolgebouw dus verantwoordelijk (of kan verantwoordelijk worden gehouden) voor het uitvoeren van een asbestinventarisatie (als daarvoor een aanleiding is). In Nederland is er nu geen wettelijke verplichting om asbest te laten inventariseren als daarvoor geen directe aanleiding is. Het kan dus voorkomen dat er wel asbest aanwezig is, zonder dat men daarvan op de hoogte is. Ook geldt in Nederland geen wettelijke verplichting om asbest te verwijderen als het wordt aangetroffen. Voorwaarde is dan wel dat de asbesthoudende materialen veilig zijn te handhaven tot het moment van sloop of ingrijpende renovatie.

Beleid overheden en schoolbesturen Bij een asbestveilig gebouw moet worden voorkomen dat asbestvezels in de lucht vrijkomen (voorkomen van blootstelling). Asbestveilig betekent dat blootstelling aan asbestvezels (inademen) wordt voorkomen tijdens normaal én bij bijzonder gebruik van de ruimten. Het risico hierbij wordt vooral bepaald door de toepassingen evenals de bereikbaarheid en plaats waar deze zich bevinden. Voor een asbestveilige situatie is het noodzakelijk dat er een beheersprotocol wordt opgesteld waarin onder andere een risicoanalyse is opgenomen. Het formuleren van de ambitie en het daaruit volgend beleid, gaat vooraf aan het uitvoeren van een asbestinventarisatie. Het uitvoeren van een asbestinventarisatie is een gevolg van het beleid. Dit geldt ook voor de situatie na het uitvoeren van een inventarisatie. Als blijkt dat er sprake is van asbesthoudende toepassingen, dan kun je op basis van het vooraf geformuleerde beleid vaststellen wat de consequenties hiervan zijn. Nadat het beleid is vastgesteld, volgt het uitvoeren van een asbestinventarisatie door een gecertificeerd inventarisatiebureau (SC 540). In de media is nogal eens gespeculeerd over de kosten die hiermee gemoeid zijn. Dit maakt het noodzakelijk om hier iets langer bij stil te staan. De kosten voor een ‘goede’ asbestinventarisatie – een onderzoek waarin de kwalitatieve en kwantitatieve omvang nauwkeurig is weergegeven - wordt bepaald door de tijd die nodig is om het gebouw grondig te onderzoeken en het aantal monsters dat van asbestverdachte toepassingen en eventuele besmettingen moet worden genomen. Een lage prijs kan dus van invloed zijn op de kwaliteit van het asbestinventarisatierapport.

“De eigenaar van een gebouw is verantwoordelijk voor het asbest.”

Juiste vraag Het is van belang de ‘juiste vraag’ aan het inventarisatiebureau te stellen. De uitkomst van het onderzoek moet in ieder geval een asbestinventarisatierapport Type A zijn. Zonder beperkingen; dus alles is gecontroleerd, ook al is het heel moeilijk te bereiken of zat de betreffende deur op slot! De uikomsten van de asbestinventarisatie kunnen worden gespiegeld aan het beleid, zodat duidelijk wordt wat de gevolgen zijn. Voor ouders van schoolgaande kinderen is het een geruststellende gedachte dat hun kinderen les krijgen in een omgeving waar geen asbest (meer) aanwezig is. Aan overheid en schoolbesturen de uitdaging het beleid te formuleren dat die geruststellende gedachte waarmaakt. Voor reacties mailt u naar ISC@atosborne.nl.

schooldomein

juni 2011

31


architectuur

De smalle marges van de onderwijsfilosofie De Maria Montessori’s en Kees Boekes van deze tijd zijn schaars, als ze op dit moment al bestaan. Toch heeft menig schoolbestuur de mond vol van een eigen onderwijsfilosofie en ziet deze graag gevisualiseerd in het schoolgebouw.

“D

e meest opvallend andersoortige schoolgebouwen ooit gebouwd zijn de Openluchtscholen”, stelt Maarten Boelsma vast. “Het licht-, lucht- en ruimte-principe heeft het duidelijkst tot een nieuwe architectuur geleid. Elk ander schoolgebouw, ook het allernieuwste, vormt een variatie op het al 200 jaar geldende uitgangspunt voor een school, waarin ordening en hygiëne leidend zijn.” Boelsma is directeur van BOA, een adviesbureau gespecialiseerd in huisvesting voor onderwijs en welzijn, dat onderwijsinstellingen op het vlak van huisvesting adviseert en desgewenst ook het projectmanagement of het beheer verzorgt. “Stedenbouwkundige randvoorwaarden, multifunctionaliteit, beheersbaarheid, duurzaamheid en - wanneer het om een bestaand gebouw gaat - soms de cultuurhistorische aspecten bepalen met

name de vorm van het schoolgebouw. De aanwezige pedagogisch-didactische visie drukt doorgaans in veel mindere mate een stempel op de gebouwspecificaties.” Eén van de voorbeelden die hij geeft is de SBOschool De Kans in Amsterdam Nieuw West. Een voormalige zogenoemde H-school, waarvan er in de jaren vijftig in de westelijke tuinsteden negen werden gebouwd. De H symboliseert de plattegrond, die uit twee vleugels bestaat, gekoppeld door glazen gangen waartussen de buitenruimten liggen. Elk leslokaal had een eigen toegang tot die buitenruimte. “Deze bijzondere typologie”, licht Boelsma toe, “waarbij binnen- en buitenruimtes als één geheel zijn ontworpen, was voor het stadsdeel Nieuw-West de belangrijkste reden om tot behoud van het gebouw te besluiten. Toch is de onderwijsfilosofie van de huidige school een geheel

SBO De Kans in Amsterdam Nieuw West: de H vorm werd uitgebreid met (rechts) een nieuwe vleugel.

32

schooldomein

juni 2011

andere dan die van vijftig jaar geleden. Nu staan zaken als veiligheid voorop, essentieel voor deze leerlingen, die veel bescherming nodig hebben.”

Uitdagend Architect Rowin Petersma van Inbo Architecten, verantwoordelijk voor de verbouwing en uitbreiding van De Kans, beaamt dat de cultuurhistorische waarde van het gebouw en de stedenbouwkundige kaders een belangrijk deel van de opgave bepaalden. “Toch speelde de onderwijskundige filosofie in het Programma van Eisen wel degelijk een rol.” En ook hij noemt de behoefte aan bescherming en toezicht. “Een aantal ingrepen was speciaal daarop gericht.” Petersma toont hoe hij binnen de bestaande klassieke structuur van gangen, trappenhuizen en klaslokalen toch een


grote verscheidenheid aan ruimtes kon creëren, die specifieke onderwijsvormen en begeleiding mogelijk maken. “Dankzij de overmaat die in de jaren vijftig nog mogelijk was.” Ingenieus wist hij tal van zogenoemde alternatieve leerruimtes te koppelen aan de groepsruimtes en plaatste hij de toiletruimtes dichter bij de lokalen, “om de leerkrachten daarop meer controle te geven.” De wens om een beschermende sfeer te bieden combineerde hij met de architectonische opgave om in de uitbreiding recht te doen aan de cultuurhistorie. De nieuwbouw volgt de typologie van het oude gebouw, is er los van geplaatst en op eenzelfde wijze met een van veel glas voorziene gang aan gekoppeld. Zo zijn twee nieuwe, ook weer gedeeltelijk omsloten buitenruimtes ontstaan, die het mogelijk maken de verschillende leeftijdsgroepen een eigen speelplek te geven.

Tekst Theo van Oeffelt Foto’s Kees Hummel/Inbo Architecten, Norbert van Onna/De Twee Snoeken

Denktank Minder gehinderd door cultuurhistorische eisen, “maar wel sterk rekening houdend met de historische kazernebebouwing” kon architect Edwin Smolders van architectenbureau De Twee Snoeken aan de slag met de filosofie van Coen Free, voorzitter van het College van Bestuur van het Koning Willem I College in ‘s-Hertogenbosch. Free wilde binnen het complex een aparte School voor de Toekomst. Een gebouw waarin het “de weg vinden in steeds nieuwe en groter wordende kennisgebieden veel belangrijker is dan zoveel mogelijk feiten in je geheugen op te kunnen slaan”, vat Smolders samen. Zijn opdrachtgever wilde daarvoor een bijzonder gebouw. En dat is het geworden. Het exterieur oogt als een black box, waarvan de bovenste twee lagen lijken te zweven boven een geheel transparante begane grond. Het interieur daarentegen is een rijke schatkamer gevuld met architectonische hoogstandjes, verrassend ingerichte ruimten met kleurrijke meubels en ultramoderne technische hulpmiddelen. Vooral de hal is indrukwekkend. Deze wordt gedomineerd door een reusachtige, afgeplatte cilinder op dunne kolommen;

De ‘denktank’ domineert de reusachtige hal van de School voor de Toekomst.

‘de denktank’. Rondom de hal geschakeerd zijn de lesruimten, variërend van de in Zuid-Amerikaanse sfeer ingerichte La Cantina tot de Vlindertuin en het Edward de Bono-plein, vernoemd naar een vooraanstaande autoriteit op het gebied van creatief denken en het aanleren van denktechnieken en een van de belangrijkste inspiratiebronnen voor de school. Smolders benadrukt het proces waarin het project werd gerealiseerd, “en nog voortdurend wordt aangepast, want Free kwam en komt telkens met nieuwe ideeën. Het luisteren daarnaar, maar ook zijn luisterend vermogen zijn essentieel. Een tussenruimte, die geschikt moest worden gemaakt als rokersplek, voorzag ik in eerste instantie om constructietechnische redenen van een schuin aflopende vloer. Met de verklaring dat ‘het roken op een hellend vlak staat’, bracht ik Free van zijn aanvankelijke scepsis af.” Smolders bevestigt wat ook Boelsma en Petersma benadrukken: een onderwijsfilosofie zal en kan op zichzelf niet tot een specifiek vormgegeven schoolgebouw leiden. “Voor een mooi én een goed gebouw is vooral het proces belangrijk, met grote, liefst persoonlijke betrokkenheid van zowel opdrachtgever als architect. Juist dan wordt

het mogelijk dat de pedagogisch-didactische visie van de gebruiker tot zijn recht komt en een herkenbaar stempel drukt op het schoolgebouw.”

BNA Onderzoek BNA Onderzoek, waarin onder andere is opgegaan de Stichting Architecten Research Onderwijsgebouwen (Staro), bundelt de studie- en onderzoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse Architecten. De kennis en expertise van de BNA-leden betreffende onderwijshuisvesting en de activiteiten rondom dit thema komen hierin terug. BNA Onderzoek is een platform voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling van alle BNAleden, waar verschillende expertises worden samengebracht en kruisbestuiving mogelijk wordt gemaakt. Het programma is zeer divers, zowel thematisch als in vorm. De redactieraad, verantwoordelijk voor de Schooldomeinrubriek Architectuur, wordt gevormd door Kees Willems, Marjolein Bosscher, Michaela Stegerwald, Michiel Snelder, Carla Roos, Theo van Oeffelt en Jutta Hinterleitner. Meer informatie: www.bna-onderzoek.nl.

schooldomein

juni 2011

33


International School Almere

Internationale look and feel

Een grote kale zandvlakte. Een spoorlijn. In de verte de afwisselende nieuwbouw van het Homeruskwartier in Almere Poort. Het schoolplein van de nieuwe Internationale School Almere (ISA) biedt een weids uitzicht over de omgeving. Uitzicht? Jazeker, dit schoolplein ligt namelijk op het dak van de school. Architect Michael van Leeuwen en schooldirecteur Rynette de Villiers geven tekst en uitleg en een rondleiding langs natuursteen, patio’s en waterfonteintjes.

T

Tekst Anje Romein Foto’s Marko

er geruststelling: de grote zandvlakte is tijdelijk. Er is al gras ingezaaid en dit najaar worden maar liefst zeshonderd bomen geplant. De International School Almere is gebouwd in het Cascadepark. De gemeente

34

schooldomein

juni 2011


De IS Almere

Almere heeft ambitieuze plannen met dit zeven kilometer lange glooiende terrein. Naast ruimte voor groen en recreatie is er plaats voor duurzame, hoogwaardige architectuur. Ook de kavel voor de IS Almere kreeg stevige eisen mee. Van Leeuwen: “De gemeente wil hier lage, paviljoenachtige, vriendelijke gebouwen. Vanaf de openbare weg mag nergens een auto te zien zijn, dus parkeren gaat onder de grond.”

Patio’s De gemeente had nog een belangrijke voorwaarde. Er mocht geen hekwerk rondom de school, omdat dit niet zou passen in de vriendelijke sfeer van het park. “Maar dit conflicteerde met de strenge regels van een internationale school”, vertelt Rynette de Villiers.

De International School Almere is een International Baccalaureate (IB) World School. Leerlingen van 11 tot 18 jaar volgen hier het Middle Years of het Diploma Programma. De IS Almere is opgericht in 2002, en is een samenwerking tussen de Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm in Hilversum en Het Baken in Almere (nu: Amarantis Onderwijsgroep). In Nederland zijn meerdere internationale scholen, maar de provincie Flevoland ontbrak nog in de rij. Met veel internationale bedrijven in de regio stijgt de behoefte aan internationaal onderwijs. Nu heeft de school 75 leerlingen, over 5 jaar kunnen dat er 300 worden. De school is op de groei berekend. Een deel is nu nog verhuurd aan de Christelijke Agrarische Hogeschool Almere.

“Veiligheid en controle op de leerlingen is wereldwijd erg belangrijk. Tot hun zestiende mogen ze niet zomaar het schoolterrein af.” Een interessant vraagstuk voor de architect. Deze koos ervoor de volledige kavel te bebouwen en een schoolplein op de bovenste verdieping te realiseren. Opvallend onderdeel is een grote basketballkooi met daarnaast drie vrij geplaatste paviljoens. Daarin zijn klaslokalen, de mediatheek en de gymzaal gevestigd. De paviljoens geven het speelplein plekken met een eigen gebruik en karakter. De Villiers: “Het

schooldomein

juni 2011

35


36

schooldomein

juni 2011


is een mooie leefruimte. Als het waait is er altijd een plekje om te schuilen. De leerlingen vinden er ook rustplaatsen. Het geeft een open en veilig gevoel.” Dit is precies wat Van Leeuwen voor ogen had. “Als wij schoolpleinen ontwerpen kijken we altijd naar sociaal gedrag. Het moet voor iedereen prettig zijn er te verblijven, zonder dat één groep dominant is.” Om het op de begane grond niet te donker te maken zijn vier patio’s gemaakt. “Zij vormen een verbinding tussen de twee lagen. De patio’s zorgen voor daglicht en lucht. Er is niet één donkere ruimte in het hele gebouw, behalve de toiletten.”

Italiaans dorp Bij zijn ontwerp moest Van Leeuwen rekening houden met de speciale cultuur van een internationale school. Leerlingen maken hier lange dagen. Na de lesuren blijven ze in het gebouw om te musiceren, te sporten of huiswerk te maken. Van Leeuwen: “Mijn uitgangspunt was een Italiaans dorp. Niet rigide, maar met onverwachte hoekjes, steegjes en pleinen. Er valt wat te ontdekken, je kunt er een beetje doorheen dwalen. Hier speelt iemand toneel, daar maakt een leerling zijn huiswerk, daar kletsen twee vriendinnen. En dat allemaal zonder last van elkaar te hebben.” De brede gangen en diverse trappen maken het mogelijk op allerlei manieren rond te lopen. In de praktijk werkt het ook zo, zegt De Villiers: “Leerlingen weten verschillende routes te vinden om bij een klaslokaal te komen. Buitenom via het schoolplein of binnendoor. Het gebouw biedt veel variatie, het is avontuurlijk.” Daarnaast heeft de school ook echt een internationaal karakter, vindt De Villiers: “Het heeft een internationale look and feel. Het gebouw is open, genereus, royaal. Bijzonder is ook de kantine. De trappen vormen tegelijk een tribune. Ideaal voor onze wekelijkse morning assembley’s. De kussens op de houten trap/tribune liggen elke dag weer anders. Mooi om te zien hoe de leerlingen hiermee omgaan.”

Recyclebaar Gebouwen in het Cascadepark moeten van hoogwaardige kwaliteit en duurzaam zijn. De school is dan ook zeer energiezuinig en de gebruikte materialen

“Het gebouw heeft een internationale look and feel. Het is open, genereus, royaal.” zijn duurzaam en recyclebaar. Zoals betonnen wanden, natuurstenen vloeren en aluminium kozijnen en dakranden. Van Leeuwen: “Uitgangspunt was een luxe uitstraling en minimale onderhoudskosten. Het ruwe beton hebben we niet bewerkt of voorzien van platen of stucwerk. Het is niet laag over laag. Als het gebouw ooit gesloopt moet worden, dan is scheiden van materialen niet nodig.” Een buitengevel van kwartsiet die al in de fabriek is gemaakt. Een muur van restafval van Italiaanse natuurstenen. Overal heeft Van Leeuwen een verhaal bij. De architect heeft ook warmte in het gebouw gebracht met hout en kleur. De Villiers: “De basis is neutraal en rustig, daar binnen kunnen we variëren met kleur. Kleur is modegevoelig, dus dit moet over een aantal jaren makkelijk te vervangen zijn.” Nu is gekozen voor oranje, bruin, beige en mintgroen. De kleuren zijn ook terug te zien in meubels van Marko, dat voor de inrichting werd geselecteerd. “Marko is meer dan een leverancier”, zegt Van Leeuwen. “Marko maakte een compleet interieurplan (kleuradvies, maatwerk etc) zonder krampachtig alleen eigen producten naar voren te schuiven. Al hebben ze zelf ook een uitgebreid assortiment. We hebben uitgelegd hoe het gebouw gaat functioneren, daar is goed naar geluisterd. Hierdoor is de beoogde sfeer bereikt.”

Projectinformatie: Project: Nieuwbouw International School Almere

Opdrachtgever: International School Almere BV, onderdeel van Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm

Architect: Architectuurbureau Sluijmer en van Leeuwen

Aannemer: Friso Bouw

Inrichter:

Identiteit

Marko BV (www.marko.nl)

Die sfeer is door leerlingen en hun ouders positief ontvangen. De Villiers: “Ouders geven aan dat ze zelf graag op een school als deze hadden gezeten. Het is ook een heerlijk gebouw. Zelf kan ik niet wachten tot het park is aangelegd. Gelukkig geven de bomen in de patio’s al wel een parkachtig gevoel.” En de docenten? We lopen er een tegen het lijf. “Ik geniet hier elke dag”, complimenteert hij Van Leeuwen. “Dit gebouw geeft ons een eigen identiteit.”

schooldomein

Bruto vloeroppervlak: 5094 m²

Bouwkosten: 5 miljoen euro

Ingebruikname: april 2011

juni 2011

37


EEN GEZONDE SCHOOL BINNEN UW BUDGET

De sleutel heet Licht op Binnenklimaat, onze nieuwe methodiek voor het integraal ontwerpen van gezonde en energiezuinige gebouwen. Bij SG Nehalennia in Middelburg hebben we al laten zien dat dit haalbaar is binnen gangbare nieuwbouwbudgetten (zie artikel elders in dit blad). Kijk wat onze unieke benadering voor Ăşw nieuwbouw kan betekenen:

www.lichtopbinnenklimaat.nl


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Special Olympics.

Special Olympics Inc. is een wereldwijde organisatie waarbij meer dan 180 landen zijn aangesloten. Special Olympics activiteiten vinden zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal plaats. Wekelijks sporten wereldwijd ruim 2,5 miljoen mensen met een verstandelijke handicap onder begeleiding van vele duizenden vrijwilligers. Special Olympics wedstrijden staan open voor alle mensen met een verstandelijke handicap die ouder zijn dan acht jaar en die minimaal zes maanden hebben getraind in de betreffende tak van sport. Special Olympics kent 30 officiĂŤle takken van sport, waarvoor Special Olympics sportreglementen zijn opgesteld. De World Summer Games zijn voor de sporters de kans van hun leven en tegelijkertijd de moeilijkste competitie die ze tegemoet gaan,

maar er is meer! Door middel van deze World Summer Games kunnen de Special Olympics sporters hun talenten en vaardigheden tonen op wereldniveau en laten zien dat zij net zoveel respect en waardering verdienen als andere sporters op topniveau. De World Summer Games worden elke 4 jaar (in het pre olympisch jaar) georganiseerd. Tijdens de World Summer Games van 2011 - van 25 juni t/m 4 juli 2011 - worden ongeveer 7500 sporters, 2500 coaches en begeleiders en 3000 officials uit 182 landen verwacht. Deze sporters komen uit in 22 takken van sport op 30 verschillende sportlocaties. Special Olympics is dĂŠ sportorganisatie voor mensen met een verstandelijke handicap. De filosofie achter Special Olympics is dat iedereen met een verstandelijke handicap op zijn

of haar eigen niveau moet kunnen sporten. Plezier staat voorop. Via sport wil Special Olympics de persoonlijke ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap stimuleren, het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van mensen vergroten en bijdragen aan een positieve beeldvorming. De regionale en landelijke sportevenementen van Special Olympics zijn toegankelijk voor alle mensen met een verstandelijke handicap die in meer of mindere mate een sport beoefenen.

Donateur worden? Vraag per e-mail aanmeldingsformulier aan: info@specialolympics.nl. Of kijk voor meer informatie op www. specialolympics.nl.

schooldomein

juni 2011

39


Het gebouw faciliteert variatie

Een goede teamprestatie door enthousiasme De nieuwbouw van het Jan Tinbergen College ligt prominent aan de Rijksweg A58. Een symbolische plek voor de gemeente Roosendaal, die daar een stevig gebaar wilde maken. Opdrachtgever rector Charles van Wettum noemt zichzelf procesregisseur in een perfect lopend bouwproces.

H

Tekst Sibo Arbeek

et JTC is een school van 1.200 leerlingen voor mavo, havo en vwo en profileert zich ook met een Technasium en het tweetalig vwo. De huidige huisvesting voldeed niet meer en na jarenlange onderhandeling met de gemeente werd de nieuwe locatie aan de

snelweg gekozen. Omwonenden maakten bezwaar tegen de locatie, vooral vanwege de leerlingenstroom en mogelijke overlast. Charles van Wettum, naast rector ook voorzitter CvB van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Roosendaal daarover: “Dat heeft voor ons feitelijk gunstig uitgepakt, want daardoor werd het een bijzondere locatie, waarbij er extra inzet is geweest voor geluidwerende maatregelen, een uitstekend ventilatiesysteem en zaken rond klimaatbeheersing. Overigens blijkt op basis van KEMA en TNO-studies dat van overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen op deze plek geen sprake is. De school krijgt een blinde gevel aan de kant van de rijksweg om de geluidwering te waarborgen en tevens komt er een geluidwal langs de snelweg . Daarnaast komt er een sporthal voor de school te liggen die als geluidwering dient.”

Beproefd duurzaam Charles van Wettum: “In het programma van eisen is een uitgebreid klimaatbeheersingssysteem opgenomen, waarbij we sturen op aanwezigheid, temperatuur en luchtkwaliteit. De norm voor luchtkwaliteit is 800 PPM CO2; dat is een veel strengere norm dan regulier voor scholenbouw wordt toegepast. Om deze luchtkwaliteit te bereiken, wordt bij volledige bezetting van het gebouw de lucht zeven keer per uur ververst. Dit vraagt om forse installaties. Wij maken daarbij bewust gebruik van gangbare technieken die al beproefd zijn. Daarmee verkleinen we het risico dat we last krijgen van problemen met inregeling. We creëren een bijzonder goed en ‘fris’ klimaat.” Arjen Huiden namens ICSadviseurs: “Je ziet dat de bewustwording is toegenomen bij opdrachtgevers en bouwers. Je moet vooral goed definiëren wat je onder een goed klimaat verstaat, omdat het toepassen van maatregelen plek-, of zonegebonden kan zijn. Een receptie of de administratie stellen andere eisen dan

40

schooldomein

juni 2011


Charles van Wettum (l) en

een kantine of leerdomein. Daarbij kost inregelen altijd tijd; hoe goed je het ook doet.”

Arjen Huiden.

Verbonden Van Wettum: “Gemeente en school trekken intensief samen op. Basisafspraken hebben we vastgelegd in een convenant, de uitvoering sturen we door samen in de stuurgroep te zitten en beslissingen gezamenlijk te nemen. Die verbinding vind ik voor mijn school op dit moment veel belangrijker dan een doordecentralisatie, waarbij je een gevecht voert over een bedrag per leerling en vervolgens zelf overal verantwoordelijk voor bent. Uiteindelijk gaat het om mensen die er samen iets moois van willen maken.”

Link onderwijs en bouwproces “Omdat het onderwijskundig programma van eisen al jaren vast lag, komt er een gebouw dat dicht bij de school staat. “Dat had een ontwikkelaar zo niet kunnen doen”, stelt Arjen Huiden. “Vaak hoor je dat de organisatie op de schop gaat als er nieuw gebouwd wordt. Dat was hier niet het geval.” Van Wettum: “Je zet als school een ontwikkeling in en je houdt je ook daaraan. We wisten dat we met leerdomeinen wilden werken, dus die situatie hebben we al in de bestaande school gesimuleerd. Zo zit er continuïteit in de ontwikkeling van het schoolconcept en is de nieuwbouw gewoon een volgende fase in onze natuurlijke groei. We werken in onze school in vier afdelingen. Een afdeling krijgt in de nieuwbouw een eigen vleugel met een variëteit aan ruimten. Elk domein is een thuisbasis voor gemiddeld 300 leerlingen met een vast docententeam. Zo’n domein is volledig gefaciliteerd. Dan gaat het over een leerplein met pc’s en mediatheekvoorziening, een set theorielokalen, de kluisjes

“Ik weet niets van scholenbouw, dus heb ik heel goede mensen nodig die daar verstand van hebben.” voor de leerlingen, een teamkamer met werkplekken voor het team en een pantry voor de koffie. Het gebouw is stevig en monumentaal, maar van binnen flexibel ingericht. We werken met systeemwanden, die relatief makkelijk verplaatsbaar zijn. Ook de elektra en data-infrastructuur kan deze flexibiliteit aan, zodat maximale flexibiliteit naar de toekomst gewaarborgd blijft.” Arjen Huiden: “Wij noemen dat Design For Change. Het proces van bouwen beweegt mee met onderwijskundige en daarmee facilitaire wensen gedurende het bouwproces. Dat betekent ook dat je vooraf goede afspraken moet maken met je leveranciers en (onder-) aannemers.”

Projectinformatie: Bouwbegeleiding:

Professioneel opdrachtgeverschap

ICSadviseurs Ruimteregie

Vind je jezelf een professioneel opdrachtgever, vragen we Van Wettum ten slotte? Hij lacht: “Ik weet niets van scholenbouw, dus heb heel goede mensen nodig die daar verstand van hebben. Wat ik zie, is dat iedereen heel erg gedreven is en geen genoegen neemt met de second best oplossing. Doordat je een hecht team vormt, kom je tot een betere prestatie. Ik breng onze wensen in bij de ontwerpers en kijk met bewondering hoe die ze vertalen naar het gebouw. Ik heb zelf naar inspiratie en voorbeelden gezocht, bijvoorbeeld door zo’n tien scholen vooraf te bezoeken. Daar leer je enorm veel van. Heel simpel: er komen aflopende vensterbanken, scheelt behoorlijk wat schoonmaakkosten. Mijn kwaliteit is wel om een strakke projectorganisatie met professionals in te richten. Ik organiseer processen, houd mensen enthousiast, breng belangen bij elkaar en hak zo nodig knopen door. Dus vind ik mezelf een professioneel opdrachtgever? Ja, eigenlijk wel….”

Installatieadviseur: Technion Adviseurs

Constructeur: Goudstikker – De Vries

Interieurarchitect: Architecten aan de Maas ism. Vrij Design

Aannemer: De Kok Bouwgroep

Installateur: Imtech Building Services

Bruto vloeroppervlak: 8.100 m2

Stichtingskosten: 14,5 miljoen inclusief btw, inclusief grondkosten

Voor meer informatie kunt u surfen naar www.jtc-roosendaal.nl,

Oplevering:

www.jtcnieuwbouw.nl of mailen met

oktober 2012

cvanwettum@jtc-roosendaal.nl.

schooldomein

juni 2011

41


Leren in een zee van licht

Nieuwe integrale ontwerpmethodiek voor een gezond binnenklimaat Gezonde scholen trekken meer leerlingen aan. Dat is in tijden van krimp alleen al reden om extra aandacht te besteden aan een goed binnenklimaat. Temeer daar het ook de leerprestaties verbetert, het verzuim vermindert én enorm kan schelen in de energielasten.

A

42

schooldomein

Tekst René Buuts

rchitectenbureau Elemans Postma van den Hork uit Oss heeft er een integrale ontwerpmethodiek voor ontwikkeld onder de noemer Licht op Binnenklimaat. Deze integrale benadering is essentieel, ook volgens de expertmeeting elders in deze uitgave. Crux van het verhaal is dat je als architect op basis van een aantal praktische inzichten en keuzes de juiste voorwaarden kunt creëren op het gebied van licht, lucht, warmte en geluid. En dat binnen de gangbare nieuwbouwbudgetten! De uitbreiding van scholengemeenschap Nehalennia in Middelburg is één van de eerste projecten waarin Elemans Postma van den Hork Architecten zijn nieuwe methodiek heeft toegepast.

juni 2011

Het gebouw bestaat uit acht theorielokalen, een aula en twee openleercentra. Bouwkosten, inclusief installaties: nog geen 900 euro per m², ex btw.

Voldoende daglicht Waar de overheid inzet op ‘frisse scholen’ moet er wat architect Peter Elemans betreft meer gebeuren voordat je kunt spreken van een gezonde school: “Natuurlijk is een goede luchtkwaliteit ontzettend belangrijk, maar voldoende daglicht is even essentieel.” Elemans, voorzitter van de Stichting Living Daylights, is overtuigd van de heilzame werking van daglicht. “Daglicht verbetert je concentratievermo-


gen en heeft een weldadige en activerende invloed op de mens. Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat de leerprestaties door daglicht stijgen met 11 tot 20%. Bovendien is het een duurzame lichtbron. In combinatie met armaturen met daglichtregeling heeft Nehalennia zijn elektrakosten dan ook aanzienlijk verlaagd. Toch ook niet onbelangrijk vandaag de dag.”

Wel het licht, niet de warmte “Voorwaarde is dan wel”, stelt Elemans, “dat je de nadelen van daglicht zoals verblinding en overdadige warmte in je ontwerp weet te reduceren tot een aanvaardbaar niveau. Dat begint met een goede oriëntatie van het gebouw op de zon. De meest gebruikte ruimten, de theorielokalen, hebben we hier dan ook op het noorden gesitueerd. Zo krijg je wel het licht binnen, maar weinig warmte. Om het prachtige Zeeuwse licht ten volle te benutten, heb ik voor Hollandse bovenlichten gekozen en op de noordgevel tevens met lichtkoepels gewerkt. Onder die daklichten hebben we ter hoogte van de digitale schoolborden een verlengde koof geplaatst, zodat de informatie goed leesbaar blijft.”

Indirect daglicht De openleercentra zouden volgens de methodiek eigenlijk op het noorden moeten liggen, omdat deze langere tijd achtereen worden gebruikt. De hoofdopzet liet dit bij Nehalennia echter niet toe, zodat

ook deze ruimten nu – samen met de aula - op het zuiden zijn georiënteerd. Dit is in beginsel ongunstig, vanwege het directe zonlicht dat hinderlijk kan zijn bij computergebruik. Verder is het op het zuiden natuurlijk extra belangrijk om de warmte te weren. Vandaar de uitvalschermen, die bewust zijn uitgevoerd in wit doek. Om toch zoveel mogelijk daglicht binnen te halen, heeft Elemans de bovenlichten hier met daglichtplanken gecombineerd (zie foto): “De lichtplanken aan de buitenzijde weerkaatsen de zomerzon, terwijl de lichtplanken aan de binnenzijde de laagstaande, verblindende winterzon weren van de werktafels. Het licht reflecteert via de planken richting plafond en wordt zo diep het lokaal ingestuurd.” De architect ging niet over één nacht ijs. Voor de optimale plaatsing van ramen en daklichten werden metingen verricht in een daglichtkamer van de TU/e. Ook de ideale lengte en stand van de lichtplanken en de keuze van de zonwering werd bepaald op basis van uitvoerige daglichtmetingen in een maquette van 1:10.

“De leerprestaties stijgen door daglicht met 11 tot 20%.”

Frisse lucht gegarandeerd

Gewilde locatie “De ruimten zijn heerlijk licht, maar we hebben totaal geen last van de warmte. Ook met die warme dagen in april bleef het binnen goed fris.” Ruim een half jaar na de oplevering is locatiedirecteur Monique Wagensveld uitgesproken positief over de nieuwbouw van Nehalennia: “We merken het aan de leerlingen. Ze blijven alerter, beter bij de les. Docenten vragen er al echt om of ze hier kunnen worden ingeroosterd.” De energiebesparing noemt Wagensveld een zeer prettige bijkomstigheid. Ze vindt het vanzelfsprekend dat je tegenwoordig zo energieneutraal mogelijk bouwt.

De openleercentra zijn in de verkeersruimten geïntegreerd (foto pagina 51), die tevens fungeren als toevoerkanaal voor verse lucht. Dit is mogelijk met het CO2-gestuurde, kanaalloze ventilatiesysteem Optimavent, dat per lokaal regelbaar is. Het blaast verse lucht vermengd met warme binnenlucht langs het plafond de gangen in, terwijl de gebruikte lucht via de lokalen wordt afgezogen. Dat maakt het systeem goedkoop in aanschaf (ongeveer 3.500 euro per lokaal) en het scheelt in bouwhoogte, wat ook weer geld bespaart. De mechanische nachtventilatie ‘spoelt’ koele lucht door het gebouw, zodat het 's ochtends lekker koel en fris is. Overdag kunnen zonodig de ramen open voor extra frisse lucht. Een duidelijke geluidszonering van functies en geluidsisolerende materialen maken het verhaal compleet. Meer over de methodiek en andere voorbeeldprojecten vindt u op www.lichtopbinnenklimaat.nl

schooldomein

juni 2011

43


Deus Quiser in Brazilië Een succesvolle school in de sloppenwijk van Rio “Het hele leven bestaat uit coïncidentie”, stelt ondernemer Hans Hulshoff, die zijn tanden heeft gezet in het opzetten van een school voor kansarme kinderen in de sloppenwijk van Rio. “Maar als er kansen voorbij komen, moet je ze wel willen zien.”

Tekst Sibo Arbeek

H

ans Hulshoff is algemeen directeur van de Hulshoff meubel design centers, maar was ook voorzitter van de school Sint Adelbert in Wassenaar. Inmiddels is hij 69 jaar en heeft meer tijd gekregen voor reizen en nieuwe projecten: “Een vriend van mij was hoogleraar informatica aan de Universiteit van Rio de Janeiro. Hij nam me tijdens een bezoek mee naar een sloppenwijk in Rio. Daar werd ik geconfronteerd met een project om peuters uit kansarme gezinnen op te vangen. Ik raakte actief betrokken en wilde mijn steentje bijdragen door een goede en veilige school in de wijk te bouwen. Nadat we opvang voor de peuters hadden geregeld, zijn we doorgegaan voor de kinderen vanaf 6 tot 12 jaar. In feite een arrangement van 0 tot 12 jarigen. Als je iets opzet in zo’n problematische omgeving moet je vooraf goed over de hele keten nadenken. Dat weet ik

natuurlijk als ondernemer pur sang. Ik heb me goed ingeleefd met hulp van één van onze bestuursleden in Rio die daar de ins en outs goed kende. Het resultaat is een gebouw waarin 350 kinderen uit de sloppenwijk opgevangen worden en dagelijks onderwijs krijgen. Inmiddels is onze Escola Mauricio de Nassau een voorbeeld voor andere overheidsscholen in de stad. We zijn natuurlijk ook bezig gegaan met het werven van goed personeel. Als je bedenkt dat veel leerkrachten al jaren voor niets aan het werk waren. Puur uit idealisme. Het hoofd werkte bijvoorbeeld al 15 jaar pro Deo.”

Mateloos gemotiveerd “Ik ben erg trots op de kinderen. Van de 30 kinderen uit de laatste klas zijn er 12 naar het gymnasium gegaan. Dat is een hele hoge score. Voor de kinderen die meer praktisch georiënteerd zijn, hebben we meer ambachtsgericht onderwijs opgezet in een aparte klas. Die leren we timmeren, computers repareren en schilderen. Ook leren we ouders basisvaardigheden, zoals alfabetisering, Engelse taal en computerkennis. Juist om te voorkomen dat kinderen thuis weer in de oude situatie terecht komen. De kinderen zijn daar mateloos gemotiveerd om te leren. Ik ben nu bezig om kinderen ook hun middelbare schooldiploma te laten halen. Dat kost gemiddeld € 2.500,- per kind per jaar, aan vervoer, maaltijden en naschoolse opvang. Mensen kunnen dus zo’n kind vier jaar adopteren. Hans laat een schrift zien, waar alle kinderen onder hun foto een bedankbriefje schrijven aan Henri: “Want zo noemen ze me daar.”

Kinderen als exploitatiemiddel “10% van de Braziliaanse bevolking woont in sloppenwijken. Dan praat je over 20 miljoen mensen.

44

schooldomein

juni 2011


Bijzondere anekdote “Tijdens de bouw werd deze ineens stilgelegd, omdat de prestigieuze Cavia golfclub het staalkarkas boven de bomen uit zag komen. Daar zitten behoorlijk wat notabelen bij die redelijk invloedrijk zijn. Ik heb toen gelijk een afspraak gemaakt met de staatsecretaris van onderwijs. De toenmalige president Lula stond voor een herverkiezing en dit project was sociaal van belang. Een dag later waren we weer aan het bouwen, ik ben met het bestuur van de golfclub gaan praten en inmiddels is de school ook door de golfclub geadopteerd. Dat is Brazilië.”

Ik kan rustig door onze sloppenwijk Pedras Bonitas lopen, met iemand van de school erbij. Mensen zijn enorm aardig en het ziet er heel schoon uit. Maar de bewoners zijn arm en verkeren in een onmogelijke positie. Bendes controleren het gebied en je moet betalen voor bescherming. Kinderen zijn een exploitatiemiddel, of het nu om drugs, diefstal of prostitutie gaat. Dus er is geen prikkel voor ouders om kinderen naar school te sturen, want dan valt een belangrijke inkomstenbron weg. Mede door de Bolsa familia, een initiatief van ex president Lula da Silva, krijgen ouders nu een bedragje van de stad als ze hun kind naar

school sturen. Bovendien worden de peuters op onze school gedoucht, krijgen een schooluniform aan en krijgen elke dag ontbijt, een warme maaltijd tijdens de lunch en avondeten. Dat scheelt aanzienlijk in de kosten voor ouders.

Return on investment “Mijn motivatie als ondernemer is dat investeren in mensen het meest dankbare rendement oplevert. Mijn return on investment is dus dat ik kansarme kinderen een perspectief biedt. Ik heb een Stichting opgericht die Future for Children heet en als AMBIstichting erkend is. Daar zit privé-geld in, waarbij giften deels weer aftrekbaar zijn van de belasting. Overigens ervaar ik dat steeds meer mensen en organisaties aanhaken. In Brazilië is een tweede stichting AACV opgericht die zich bezig houdt met goed onderwijs, de leerkrachten en de hele administratie. Ik merk hoeveel meer effectief deze directe projecten zijn, in vergelijking met veel projecten van de reguliere ontwikkelingssamenwerking, die vaak weer dood bloeden.”

“Kinderen zijn een exploitatiemiddel, of het nu om drugs, diefstal of prostitutie gaat.”

Surf voor meer informatie naar www.afutureforchildren.com.

schooldomein

juni 2011

45


Sinds afgelopen zomer is OIII architecten, na een internationale architecten-selectie, betrokken bij een project dat om een aantal redenen bijzonder is. Afgezien van het feit dat een Nederlands bureau een school in Frankrijk ontwerpt en dat het een zeer duurzaam gebouw gaat worden, springt het project vooral in het oog als generator van economische ontwikkeling.

La Serre Numerique, Valenciennes

Onderwijsgebouw als generator voor de nieuwe economie

D

46

schooldomein

Tekst Maarten Sanders Beelden C3D

e discussie over de vraag hoe onderwijs beter kan aansluiten op de behoefte van ‘het bedrijfsleven’ is hier omgekeerd: de opleiding is opgericht om een geheel nieuwe bedrijfstak te creëren. In dit geval allerlei vormen van bedrijvigheid rond het maken van ‘virtual reality’. Dit is te danken aan de vooruitziende blik van de kamer van koophandel in de regio Valenciennes in Noord-Frankrijk, die twintig jaar geleden besloot deze school te stichten. De economie in de regio, van oudsher sterk afhankelijk van de staal- en kolensector, maakte een transformatie door. Met de

juni 2011

mondialisering kwam ook hier het langzaam uitdoven van de traditionele industrie op gang. In plaats van dit lijdzaam te ondergaan was er de visie dit ook als een kans te zien. Zo ontstond SupInfoCom , een instituut dat bij uitstek floreert bij mondialisering en daarmee nieuwe vormen van economische ontwikkeling zou kunnen generen. Inmiddels is de school uitgegroeid tot een internationaal gerenommeerd instituut. Omdat explosieve groei van toepassingen in ‘virtual reality’ een grote vraag naar opleidingsplaatsen tot gevolg heeft, is besloten


een nieuwe campus te bouwen in de periferie van Valenciennes aan de oever van de Escaut. De drie opleidingen waaruit de Groupe SupInfoCom bestaat, gericht op computeranimatie, game-design en industrieel design, waren in de loop der jaren over verschillende gebouwen in de stad verspreid. Samengebracht zouden betere faciliteiten binnen bereik komen en vooral de onderlinge uitwisseling van kennis en ideeën bevorderd worden. Ruimte voor startende bedrijfjes, expositieruimte en de mogelijkheid congressen te organiseren, werden aan het programma toegevoegd, om naast school ook broedplaats te zijn en de samenwerking met het bedrijfsleven te versterken.

Driedimensionale objecten In het plan van OIII architecten staat de functie onderwijsinstelling en broedplaats centraal. Het ensceneren van ontmoeting tussen studenten en docenten van verschillende opleidingen, maar ook met bezoekers, is het belangrijkste oogmerk van het ontwerp. Een publiek toegankelijke hal doorsnijdt het gebouw van zuid naar noord. Hier komt alles samen; studenten, docenten en bezoekers. Er worden exposities, presentaties en congressen gehouden, en alle gemeenschappelijke voorzieningen als mediatheek, restaurant en opnamestudio’s zijn er te vinden. Men krijgt er ook een indruk van de uiteenlopende activiteiten in de school. Door de transparantie van alle onderwijsruimten in de vleugels rond het centrale deel is te zien dat men hier niet alleen achter de computer zit. De virtuele werkelijkheid wordt gemaakt vanuit reële objecten. Er zijn daarom ateliers voor tekenen, schilderen en driedimensionale objecten, naast werkplaatsen waar prototypes worden gemaakt van allerlei industriële producten als auto’s, boten en treinen.

Uithangbord voor de buitenwereld De opzet borduurt voort op het idee dat confrontatie met elkaars werk een inspirerend effect heeft, maar biedt ook de mogelijkheid het gebouw de functie van ‘uithangbord’ voor de buitenwereld te geven. Het is immers een instituut dat voor het belangrijkste deel drijft op private fondsen. Er heerst een openheid zonder uit het oog te verliezen dat intimiteit en beslotenheid ook condities zijn die geboden moeten kunnen worden in onderwijs. De opzet van het gebouw voorziet daarom in de mogelijkheid delen van het gebouw af te schermen. De verschillende opleidingen hebben allemaal hun eigen vleugels die van elkaar gescheiden zijn door een reeks patio’s. Deze zorgen ervoor dat er veel daglicht in het gebouw komt, maar vormen ook de privé-tuinen van de verschillende opleidingen. Want naast overeenkomsten tussen de opleidingen, in feite kunstacademies voor artiesten met de computer als medium, koesteren ze ook de onderlinge verschillen van karakter.

Bij de uitwerking van het gebouw speelt de ontmoeting tussen realiteit en virtuele werkelijkheid een rol. Dit thema is vertaald in een concept voor de vormgeving waarin beiden tot uitdrukking worden gebracht. De reële wereld word verbeeld door een atelierachtige sfeer waarin materialen brut en eerlijk zijn, en de installaties in het zicht gelaten. Het is het principe voor alle werk- en onderwijsruimten. In contrast daarmee wordt de virtuele werkelijkheid verbeeld door de abstracte gladde doos die de centrale hal domineert. Hierin zijn de zalen en andere centrale faciliteiten ondergebracht.

Monumentale sculptuur De architectuur draagt het grote belang van het project voor de regio uit. Het is een monumentale sculptuur op een prominente locatie in het nog aan te leggen park aan de oever van de rivier. OIII architecten heeft het terrein vormgeven als een plateau dat iets boven het hellende terrein uitsteekt. Gebouw en plateau vormen een geheel, en worden gekenmerkt door een patroon van gaten die respectievelijk verdiepte tuinen, patio’s en atria zijn. Dit laatste heeft de opdrachtgever geïnspireerd het project ‘La Serre Numerique’ te dopen, in lijn met de functie van het gebouw als broeikas voor talent. De vormgeving van de geometrische tuinen in plateau en gebouw, door het Nederlandse ontwerpbureau Haver Droeze, is een verwijzing naar de locale historie van kleine afgeschermde tuinen in het landschap. Lokale historie komt ook tot uitdrukking in de buitengevel van het gebouw, gemaakt van geperforeerde rvs panelen die het daglicht filteren, als vingerwijzing naar de metaal-industrie die tot voor kort op het terrein gevestigd was. Voor meer informatie: OIII architecten, www.o-drie.nl, Maarten

Projectinformatie: Project: La Serre Numerique.

Architect: OIII architecten m.m.v. DNADN/ Revier Architecture

Landschap: bureau Haver Droeze

Programma: 20.000 m2 onderwijsinstituut voor virtual reality.

Oplevering: zomer 2013

Sanders, telefoon (020) 627 71 40, email: maarten@o-drie.nl.

schooldomein

juni 2011

47


Een slimme school met een heilig geloof in groen

André van Zon is de trotse directeur van het net opgeleverde Sterren College in Haarlem voor vmbo. “Dit is het gebouw dat precies past bij de onderwijskundige visie die wij hebben opgesteld”, zegt hij. “Het geheim van een succesvol bouwproces: niet meer tornen aan je uitgangspunten!” Tekst Sibo Arbeek Foto’s Harry Cock

H

et nieuwe Sterren College heeft 650 leerlingen en is voor maximaal 950 leerlingen gebouwd. De school biedt - naast de KB en BB - ook de gemengde leerweg en de mavo aan. “Onze school is een fan van de gemengde leerweg (GL)”, zegt Van Zon. “Kinderen combineren dan theorie met een praktisch vak en stromen makkelijker door naar het mbo. Om een compleet vmbo te zijn, bieden wij ook de mavo aan. De nieuwe school heeft nu al effect op de instroom. Na een jaar waarin wij minder leerlingen binnen kregen, zien wij nu weer een toename, we krijgen er nu weer twee klassen bij. Dus we zijn dubbel enthousiast.” Het gebouw is ontworpen door architect Sylvie Beugels van Mecanoo architecten en ziet er inderdaad prachtig uit. Van Zon: “We hebben spontaan ouders op bezoek gehad die aanboden hier te komen werken en zelfs een kind met atheneumadvies wilde hier graag op school komen. Je merkt dat leerlingen en medewerkers zich hier thuis voelen. Sterker nog,

48

schooldomein

juni 2011

mijn collega’s stonden te dansen toen we hier in mochten. We komen uit een oud statig pand, dat functioneel en onderwijskundig echt niet meer geschikt was voor onze doelgroep.”

Keuze voor het vmbo in Haarlem De school zat in een neerwaartse spiraal, net als veel kleine vmbo-scholen in Haarlem. De gemeente en ons bestuur hebben gekozen voor een concentratie van het beroepsonderwijs in twee sterke nieuwe moderne gebouwen, het Haarlem College in Haarlem-oost en het Sterren College in Haarlem-west. De oorspronkelijke scholen hebben afdelingen uitgewisseld of gesloten om een sterk en onderscheidend profiel neer te zetten. Wij profileren ons met de sectoren bouw, horeca, zorg & welzijn en een afdeling groen. Wij geloven heilig in de afdeling groen. Daarom hebben we tuinen, een kas en gaan we hier nog meer dieren houden. Maar het


gaat verder, bij de sector groen hoort ook toerisme en recreatie, dus hebben we mountainbikes en tien kano’s. Kunnen onze kinderen lekker tochten maken en varen in de vaart om de school.”

Bijzonder concept

• N aast praktijkruimten voor elke sector ook theorielokalen • Elkaar zien en van elkaar leren • Geen schooltjes in de school, maar units met één gezamenlijke ontmoetingsruimte

Het gebouw bestaat uit een aantal naast elkaar liggende strips of zones, die intern met elkaar verbonden zijn en een centraal hart hebben. Het gebouw kent een leerlingeningang en een gescheiden bezoekersingang die naast een prachtig inpandig restaurant ligt. Op dit moment wordt nog hard gewerkt aan de bouw van drie sportzalen in een nieuwe strip, waar mogelijk ook een combinatie gaat plaatsvinden met badmintonclub Duinwijck, die naast de school ligt en slecht is gehuisvest. Logistiek is het een slim gebouw, met een gunstige bruto-nettoverhouding, omdat er bijna geen traditionele gangen

Als schoolleider was ik de schakel tussen bouw- en ontwerpteam en de docenten. Dus mijn rol was dat iedereen snapte waar de ander mee bezig was. Bijna onmogelijk, want waar docenten over elke aanpassing heel lang willen nadenken, moet je in een bouwvergadering soms snel kunnen schakelen. Voor de technische zaken en de specifieke inrichting hebben wij samen met het Haarlem College een facilitair medewerker vrijgesteld. De beide scholen konden zo ook van elkaar leren. Toen het gebouw eenmaal af was, zagen de docenten dat vrijwel al hun wensen erin gerealiseerd waren.”

zijn. Elke strip heeft een eigen onderwijskundige invulling, bijvoorbeeld alles van horeca of zorg en welzijn. Er is gebruik gemaakt van natuurlijke materialen, zoals grasdaken en in het gebouw hebben we een grote WKO-pomp, die voor een aangenaam klimaat zorgt. De buurt had aanvankelijk heel veel bezwaren, maar nu het gebouw er eenmaal staat zijn ze veel enthousiaster.”

Elkaar zien

De bouwende schoolleider Wat is het geheim van een goede school voor een onervaren schoolleider, die toch formeel opdrachtgever is namens het bestuur van de Dunamare Onderwijsgroep? “Eerst moet je een idee hebben en dan moet je pas bouwen. En je moet trouw blijven aan je uitgangspunten: • E en sterk onderwijskundig plan • Een thuisbasis voor leerlingen • Voldoende middelen en werkplekken rond het onderwijs

“Voor ons is het heel belangrijk dat een leerling de school kan binnenlopen, naar zijn of haar plek loopt en daar iedereen kent. Dus in die strips zitten units met een eigen groep leerlingen en een eigen team. Elke unit heeft werkplekken voor de docenten die daar werken. Maar we willen beslist geen schooltjes in de school, dus één strip bevat alle algemene functies. Daar komen entree en twee grote trappen samen, daar is het uitgiftepunt voor de leerlingen en daar is ook de personeelsruimte. Het leuke van alles is dat de docenten ’s morgens koffie halen en met de leerlingen op de trappen zitten. Heel gezellig. Onze leerlingen zijn nog nooit zo rustig geweest als in dit gebouw. Omdat we geen traditionele aula met stoelen hebben, is er ook veel minder lawaai. Bovendien zijn die trappen veel makkelijker schoon te houden.” Voor meer informatie kijkt u op www.sterrencollegehaarlem.nl

“Mijn rol was dat iedereen snapt waar de ander mee bezig is.”

Projectinformatie: Project: nieuwbouw Sterren College Haarlem

Opdrachtgever: gemeente Haarlem/later Dunamare

Onderwijs: vmbo

Architect: Mecanoo Architecten

Aannemer/bouwer: Lokhorst

Adviseurs: BBN

of mailt u met informatie@sterrencollegehaarlem.nl.

schooldomein

juni 2011

49



Los Hoes: uniek onderwijsconcept in Haaksbergen Haaksbergen is trots. Trots op een nieuwe brede school voor basisschool Los Hoes, Kinderopvang Daantje en Wijkvereniging Hassinkbrink. Een bijzondere school, met een uniek onderwijsconcept, zonder lokalen. We blikken terug op de totstandkoming en het resultaat, in gesprek met wethouder Patrick ten Voorde, gemeentelijk projectleider Gerard Bos en schooldirecteur Robert Everink.

Tekst Martin Rolsma en Erwin Veneklaas Slots Foto’s Erica de Lugt en Frencken Scholl Architecten

D

e totstandkoming van Los Hoes is een lang proces geweest. Ten Voorde: “Er zijn maar liefst drie wethouders betrokken geweest bij dit project. Marijke Van Beek heeft met het Integraal Huisvestingsplan de basis gelegd voor de nieuwbouw van een school in de Hassinkbrink. In de periode van Han Noordink is de bouw voorbereid en is de eerste paal geslagen. Ik mocht op 25 maart 2011 het lintje doorknippen. Dat heb ik wel samen gedaan met onder andere de andere twee wethouders.”

geleid tot een 30% lagere Energie Prestatie Coëfficiënt dan de wettelijk norm. Daarnaast draagt ook dubbel ruimtegebruik bij aan een duurzaam gebouw. Bos: “In overleg met de gebruikers is gekeken naar optimaal ruimtegebruik. Meerdere ruimtes

Nieuwe locatie Het ontwikkelproces heeft een bijzonder verloop gehad. Halverwege het ontwerpproces is besloten om het gebouw op een andere locatie te situeren. Bos: “Het schoolgebouw zou in de nieuwe wijk Wissinkbrink worden gerealiseerd. Mede door de crisis is de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk voorlopig uitgesteld. Een nieuwe locatie is gevonden aan de rand van de – naast de Wissinkbrink gelegen – wijk Hassinkbrink. De woningcorporatie heeft zich daardoor teruggetrokken en het OnderwijsVoorzieningenCentrum (OVC) met school, kinderopvang, gymzaal, sport en woningen is afgeslankt tot brede school. Door de locatiewisseling moest het ontwerp worden aangepast. Desondanks konden we de bestaande planning handhaven en is het gebouw in een zeer kort tijdsbestek van acht maanden gerealiseerd.”

Duurzaamheid In het ontwerp is binnen de financiële mogelijkheden zoveel mogelijk gekozen voor duurzame oplossingen, die een beperking hebben op het energie- en materiaalverbruik en onderhoudskosten. Zo staan op het dak zonnecollectoren, is gekozen voor energiezuinige vloerverwarming en een energiezuinige ventilatie (CO2 gestuurd). De maatregelen hebben

schooldomein

juni 2011

51


De Ron de Groot Groep is al jaren gespecialiseerd in de inrichting van theater gerelateerde ruimtes. We hebben inmiddels ook vele scholen ingericht. Specifieke theater scholen, maar ook reguliere scholen hebben we mogen voorzien van ons uitgebreide assortiment. Ook zo’n mooi toneel voor uw school? Bel ons!

• Toneelgordijnen • Grid en Rails • Verduisteringsgordijnen (SCHOOL)TONEELINRICHTING

• Balletvloeren • Podium-elementen • Hoogwerkers

Voor ons assortiment en meer informatie kunt u kijken op:

www.theatertextiel.com Voor een vrijblijvende afspraak kunt u ons bellen op:

0182-61 63 10

• Horizondoeken • Filmschermen • Vlamvrij preparaat • En nog veel meer!

www.frenckenscholl.nl


Van links naar rechts: Robert Everink, directeur basisschool Los Hoes Han Noordink, voormalig wethouder van onderwijs. Voor Han Noordink: Daniëlle Baake, directeur kinderdagverblijf Daantje Marijke van Beek, voormalig wethouder van onderwijs Patrick ten Voorde, huidige wethouder van onderwijs Herbert Wensink, voorzitter bestuur Stichting Keender Karen Heinhuis, locatiemanager Daantje

kunnen met elkaar worden gedeeld, waardoor een compact gebouw is ontstaan.” Ten Voorde: “Duurzaamheid toont zich ook in de relatie met de directe omgeving. De ruimten in Los Hoes worden gebruikt door de wijkvereniging en voor cursussen. En in het weekend is het op het schoolplein een drukte van belang.”

Leerpaleis als basisruimte Het gebouw huisvest een uniek onderwijsconcept. Dit tot grote tevredenheid van Robert Everink: “Basisschool Los Hoes profileert zich als de ‘andere basisschool’ van Haaksbergen. Anders omdat de inhoud van het onderwijs op basisschool Los Hoes gebaseerd is op drie leeressenties: Kiezen, Delen en Maken. Anders omdat de school een inspirerende leeromgeving creëert waarin kinderen worden uitgedaagd de leeressenties en hun talenten zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Anders omdat kinderen vanuit een heterogene mentorgroep in leerpaleizen werken, waarin zij instructie en begeleiding op maat krijgen. Kinderen ‘kiezen’ dagelijks uit een aantal activiteiten binnen de door ons gestelde kaders. Hierbij houden wij rekening met wat kinderen betekenisvol vinden en datgene wat wij als leerkrachten zinvol vinden. ‘Delen’ betekent dat je jouw eraringen, successen en leerpunten leert delen met de ander. ‘Maken’ betekent dat je schoolwerk maakt en dat je van ons leert hoe je dit moet maken. De school is zo gebouwd en ingericht dat je aan deze essenties en basisvaardigheden kunt werken. Hiervoor zijn leerpaleizen gemaakt. Dit zijn open ruimten, in combinatie met enkele afsluitbare ‘concentratie’-lokalen. Traditionele klaslokalen ontbreken! In de leerpaleizen leren kinderen rekenen, lezen, spellen en schrijven.

De leerpaleizen zijn ook ingericht om de kinderen de wereld in de breedste zin te laten ontdekken, hun creativiteit, muzikaliteit en motoriek te ontwikkelen.”

Proeftuin Robert Everink: “Tijdens de ontwikkel- en realisatiefase was de school gehuisvest in tijdelijke units. Bijzonder was dat ook in deze situatie rekening is gehouden met het nieuwe onderwijsconcept. Groot voordeel was dat de school in de tijdelijke situatie proef kon draaien, waardoor in de ontwerpfase van nieuwbouw nog zaken konden worden geoptimaliseerd. We hebben er toen bijvoorbeeld nog voor gekozen om toch een paar afsluitbare lokalen op te nemen. Álles open werkte toch niet voor alle activiteiten.”

Projectinformatie: Opdrachtgever: Gemeente Haaksbergen

Participanten: Basisschool Los Hoes, Kinderopvang

Trots op resultaat Onze gesprekspartners zijn trots op het resultaat. Ten Voorde: “Het plezier is er bij kinderen en team, de uitdaging is er en het is een veilige en geborgen plek.” Is er dan helemaal niks wat beter had gekund? “Jawel”, zegt Ten Voorde. “Waar ik wat verbaasd over ben is de aanleg van een kiss & ride strook. De brede school is ‘de ontmoetingsplek van de wijk’ en vervolgens beperk je sociale interactie op het plein door kinderen met de auto naar school te brengen. Juist op het plein ontmoet je andere ouders en zoals ik iemand eens hoorde zeggen: “de veiligste weg naar school is lopen.” ICSadviseurs heeft de gemeente en de gebruikers gedurende het volledige traject begeleid vanaf de initiatieffase tot en met de

Daantje en Wijkvereniging Hassinkbrink

Adviseur opdrachtgever: ICSadviseurs

Architect: Frenken Scholl architecten

Omvang: 2.580 m² bvo

Stichtingskosten: circa € 4,5 miljoen incl. BTW en terreininrichting

Start bouw: 1 april 2010

realisatiefase. Voor meer informatie kunt u mailen of bellen met

Oplevering:

Martin Rolsma, mrolsma@icsadviseurs.nl/06 22 26 79 67 of

22 december 2010

surfen naar www.bs-loshoes.nl.

schooldomein

juni 2011

53


Op weg naar een benchmark exploitatiegegevens MFA’s Er zijn weinig kengetallen beschikbaar van de exploitatie van MFA’s. Als er al gegevens zijn dan zijn dat ‘harde’ cijfers zoals voor onderhoud, energie en schoonmaak. Van de ‘opbrengstenkant’, zoals cijfers over bezettingsgraad en bezoekersaantallen, is veel minder bekend. Het MFA Lab heeft daarom het initiatief genomen om deze kengetallen boven tafel te krijgen en daarmee de weg in te slaan van een landelijke benchmark voor exploitatiegegevens van MFA’s.

B

innen het MFA Lab (zie kader) zijn tien MFA’s met elkaar vergeleken op zaken als dienstenaanbod, openingstijden, vaste en incidentele verhuur, horeca, subsidies, personeel, etc. In bijgaande tabel is het idee van dit kengetallenonderzoek schematisch weergegeven. De kunst is om exploitatievergelijkingen simpel en overzichtelijk te houden.

Thema

Item

gebruik

openstelling tarieven horeca tarieven zalen bezetting zalen (zalen)verhuur facilitaire dienstverlening horeca programmering (kaartverkoop) subsidie gemeente overige bijdragen gebouw en terrein middelen en diensten personeel en organisatie

opbrengsten

kosten

54

door Nicole Huisman, de Wijkplaats

schooldomein

Score MFA

juni 2011

Score referentie

Definitiekwestie Het vergelijken van exploitatiegegevens begint bij het definiëren van begrippen. In de praktijk worden zeer uiteenlopende definities gehanteerd. Neem bijvoorbeeld de bezettingsgraad: bereken je die op basis van de openingstijden of op basis van 24 uur? De afmeting van ruimten, bereken je die op basis van VVO, NVO of BVO? En voor een theaterruimte, reken je de kleedruimte dan mee of niet? En wat valt er allemaal onder servicekosten? Zo lang de definities niet eenduidig en helder zijn, valt er weinig te vergelijken. Daarom zijn in samenspraak met de Lab-deelnemers in eerste instantie de diverse begrippen gedefinieerd.

Grote verschillen in tarieven De tien MFA’s die zijn vergeleken, geven nog geen algemeen geldend beeld. Toch zijn een aantal interessante vingerwijzingen te maken. Bijvoorbeeld over de bezettingsgraad. Bij nieuwe MFA’s (nog niet of nog geen jaar open) wordt de bezettingsgraad vaak


Over het MFA Lab Het MFA Lab is een platform voor het ontwikkelen van formules en instrumenten voor de exploitatie van multifunctionele centra. Kernwaarden zijn gastvrijheid, ondernemerschap en verbinding met de wijk. Het lab is in 2009 gestart door Tom de Haas en Marc van Leent. Zie voor meer informatie: www.mfa-lab.nl. In Schooldomein wordt periodiek van de ontwikkelingen in het lab verslag gedaan. Op 1 juli 2011 organiseert het MFA Lab het congres “Ondernemen met MFA’s”. Daar wordt verslag gedaan van de behaalde resultaten. Ook de beoogde benchmark wordt daar besproken.

“Het vergelijken van exploitatiegegevens begint bij het definiëren van begrippen”

ingeschat op meer dan 50%, soms zelfs ver daarboven. Uit de bestaande MFA-praktijk (5 jaar of langer open) blijkt echter dat een bezettingsgraad van 20% al moeilijk te halen is. Een ander voorbeeld is de variëteit in de prijs voor een kop koffie. In MFA’s varieert deze prijs van € 0,60 tot € 2,50. De lage prijzen voor een kop koffie zijn vaak historisch zo gegroeid. Er ligt vaak geen relatie met de kwaliteit of de doelgroep. Een aantal MFA’s laat zien dat je met horeca wat kunt verdienen. Interessant zijn de prijsverschillen van zaalruimte. Ook hier worden zeer uiteenlopende tarieven gehanteerd. Uitgaande van een zaal van 50 m2 variëren de commerciële tarieven van € 50,- tot € 175,- per dagdeel. MFA’s onder gemeentelijk beheer kennen doorgaans lage(re) tarieven dan andere MFA’s: ook als het om ‘commerciële’ tarieven gaat.

De rol van subsidie Veel MFA’s zijn direct afhankelijk van subsidies. Een

cultureel centrum dat bekend staat als succesvol en op papier kostendekkend draait, draait voor de helft, een ruime drie ton, op subsidie. Andere MFA’s zijn voor meer dan 70% afhankelijk van (al dan niet tijdelijke) subsidies. Er zijn MFA’s die met veel minder subsidie of soms zonder subsidie draaien. Deze MFA’s kenmerken zich door meer ondernemerschap en maken slim gebruik van de commerciële verdienmogelijkheden. Wat je in de praktijk met de vergelijking van exploitatiegegevens kan, laat een Brabantse ondernemer in culturele centra zien. Hij kwam erachter dat de opbrengst vanuit sociale zalenverhuur in vergelijking met andere opbrengsten relatief laag is. Hij heeft ervoor gekozen om de zalen voortaan gratis ter beschikking te stellen. De extra horecaopbrengst weegt daar ruimschoots tegenop. De besturen van de verenigingen die gebruik maken van zijn zalen, profiteren mee; een (klein) deel van de omzet gaat in de verenigingskas.

schooldomein

juni 2011

55


EGGO maakt functioneren schoolgebouw inzichtelijk Hoe functioneert mijn schoolgebouw? Een korte vraag, maar tot nu toe moeilijk te beantwoorden door een eigenaar of gebruiker van het gebouw. Nu is er een instrument ontwikkeld dat wĂŠl antwoord kan geven op deze vraag. Het Evaluatiemodel Gebouwprestaties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen (EGGO) is een evaluatie-instrument dat de eigenaren van scholen in het Primair en Voortgezet Onderwijs de mogelijkheid biedt om op een effectieve en adequate wijze de kwaliteit van hun eigen huisvesting te evalueren. De uitkomst van deze evaluatie geeft scholen antwoorden over de essentie van huisvesting; hoe goed past mijn schoolgebouw bij mij als dagelijkse gebruiker en hoe kunnen wij de functionaliteit van dit schoolgebouw optimaliseren?

door Wouter Roemaat

D

e kernactiviteit van een onderwijsinstelling is het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is een gebouw dat goed aansluit bij deze kernactiviteit, want de kwaliteit van het gebouw heeft namelijk een directe invloed op het functioneren van de organisatie. Het bestuur c.q. schooldirectie heeft weinig sturingsmogelijkheid met betrekking tot huisvesting. De school is vaak afhankelijk van budgettering vanuit de (gemeentelijke) overheid. Om als schoolleiding te kunnen sturen op een optimale huisvesting is het daarom van belang inzicht te hebben hoe goed het schoolgebouw past bij de dagelijkse gebruiker(s) en welke verbeterpunten gewenst zijn. Hiervoor is een model ontwikkeld dat scholen in staat stelt hun huisvesting te analyseren. Het zogeheten Evaluatiemodel Gebouwprestaties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen (EGGO) is een instrument om objectief en betrouwbaar te meten in hoeverre het schoolgebouw voldoet en welke verbeterpunten er zijn. Schoolgebouwen zijn ontworpen op basis van onder-

56

schooldomein

juni 2011

wijsvisie, organisatievorm en technische eisen. De gebouwen bestaan echter vaak langer dan 30 jaar, terwijl zowel de gebruiker als het gebruik voortdurend veranderen en hun neerslag hebben op de gewenste prestaties van het gebouw. Voor zowel bestaande scholen, alsmede voor nieuwbouwscholen staat altijd de vraag centraal of het gebouw past bij de huidige gebruiker. Uitgangspunt voor het EGGO is dan ook dat een goed functionerend schoolgebouw een gebouw is dat voldoet aan de criteria van zijn dagelijkse gebruiker. Het evaluatie-instrument geeft scholen daarom inzicht in de aansluiting tussen de prestatiebehoefte van de gebruiker enerzijds en het werkelijke presteren van het gebouw anderzijds. Hierdoor bestaat het EGGO uit twee delen. Het eerste deel is een evaluatie op gebruikerswaardering. Het tweede deel betreft een evaluatie op de technische prestaties van het schoolgebouw. Figuur op pagina 57 geeft het EGGO in zijn geheel weer.

EGGO op gebruikerservaring Het eerste deel van het EGGO is een meting van de gebruikerswaardering waarop een evaluatie zal worden uitgevoerd. De vragenlijst van het EGGO op gebruikerservaring werkt door middel van het IBEprincipe waarbij eerst wordt bepaald om welk type gebruiker het gaat (I=identiteit) om vervolgens te


inventariseren wat zijn of haar behoefte (B=behoefte) is. Hierna worden door een compacte digitale vragenlijst zowel de meetbare ‘harde’ aspecten evenals de gevoelsmatige ‘zachte’ ervaringen (E=ervaringen) geïnventariseerd met betrekking tot het functioneren, klimaat, beleving en gebruik van het gebouw. Op deze manier wordt inzichtelijk hoe het gebouw past bij de huidige gebruiker door te evalueren op welke aspecten het gebouw in de ogen van de gebruikers níet goed functioneert en wél goed functioneert. De uitkomst van de evaluatie betreft een rapportage over de kwaliteit van het schoolgebouw als huisvestingsmiddel, gebaseerd op de gebruikerswaardering, waaruit zal blijken in hoeverre het gebouw aansluit bij de wensen van de gebruiker en bij de kernactiviteit van de school. Dit geeft schoolbesturen een sturingsmiddel waarop zij hun huisvestingsstrategie kunnen aanscherpen. Door middel van een benchmark krijgen scholen tevens niet enkel informatie over hun eigen huisvesting, maar ook inzicht hoe zij ervoor staan ten opzichte van andere scholen in Nederland.

EGGO op gebouwprestaties Het tweede deel van het EGGO is een evaluatie op de meetbare technische prestaties van het schoolgebouw. Dit deel bestaat uit een vragenlijst waarin meetbare grootheden worden geëvalueerd, zoals gebouwinstallaties, vastgoed aspecten en gebouw onderhoud. Hierdoor worden gebouwkenmerken en technisch presteren inzichtelijk gemaakt. Deze gegevens kunnen worden aangeleverd door adviseurs tijdens het bouwtraject of door de school zelf tijdens het gebruik en door het inschakelen van erkende bureaus voor het verkrijgen van specifieke data. Het EGGO op de huisvestingsevaluatie kan worden uitgevoerd om de oorzaak van bepaalde gebruikerswaarderingen te herleiden als uit het EGGO op gebruikerservaringen blijkt dat daar behoefte aan is. Daarnaast kan dit onderdeel van het EGGO voorafgaand aan nieuw- of verbouw ingezet worden als onderdeel van het contract. Het EGGO is dan een controlemiddel op de invulling van de vooraf gestelde technische specificaties. Het doel van het Evaluatiemodel Gebouwprestaties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen (EGGO) is tweeledig. De vergelijking tussen de uitgevoerde evaluatie op gebruikerswaardering en op gebouwprestaties geeft scholen een middel om hun huisvestingsstrategie te optimaliseren. Inzet van het middel op macroniveau geeft bovendien inzicht hoe kwalitatief betere huisvesting voor de toekomst kan worden gerealiseerd. Het prototype is momenteel in evaluatie. Naar verwachting zal het instrument dit najaar gereed zijn als

een web-applicatie voor gebruik door scholen. Het gebruik van het instrument wordt tegen een geringe kostenvergoeding beschikbaar gesteld. Zo wordt de drempel voor de scholen zo laag mogelijk gehouden, waardoor scholen enkel voordeel zullen halen uit het gebruik van het evaluatie-instrument. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Het Servicecentrum Scholenbouw: j.schraven@scsb.nl of het Platform Onderwijshuisvesting: info@platformonderwijshuisvesting.nl

De ontwikkeling van dit instrument, ten behoeve van de evaluatie op huisvesting voor scholen in Nederland, is geïnitieerd door het Servicecentrum Scholenbouw (SCS) en bekostigd en inhoudelijk begeleid door het Platform Onderwijshuisvesting (POH). De inhoudelijke begeleiding wordt gezamenlijk verzorgd. Uniek aan deze samenwerking is dat er, naast publieke en private partijen, als derde partner de postdoctorale opleiding Architectural Design Management Systems (ADMS) vanuit de 3TU School for Technological Design bij betrokken is. Wouter Roemaat heeft vanuit ADMS in de afgelopen periode de zogeheten Evaluatiemodel Gebouwprestaties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen (EGGO) ontwikkeld in opdracht van deze drie partijen, waarbij elke partij zijn specifieke expertise heeft toegevoegd: • Het SCS als kennisorganisatie voor scholen en gemeenten dat scholen ondersteuning biedt bij hun huisvestingstaak; • Het POH dat bestaat uit een groot aantal adviesbureaus dat actief is op het gebied van onderwijshuisvesting; • ADMS dat als postdoctorale opleiding voor afgestudeerde academici een wetenschappelijke expertise levert aan diverse complexe ontwerpprocessen en hier vervolgens een oplossing voor ontwerpt.

schooldomein

juni 2011

57


Vanaf 1 juli laat ARCADIS u méér zien PRC heet voortaan ARCADIS Vanaf 1 juli worden alle activiteiten van PRC, adviesbureau op het gebied van bouw, huisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur, aangeboden onder de naam ARCADIS. PRC maakt al sinds 2003 deel uit van onze organisatie, tot nu toe onder eigen label. Vanzelfsprekend blijven de circa 400 PRC’ers ook in de toekomst gewoon inzetbaar voor onze opdrachtgevers. Want door onze uiteenlopende rollen en specialismen in één organisatie met elkaar te verbinden, kunnen we nog beter de integrale oplossingen bieden waar deze tijd om vraagt. U wilt méér zien? Praktijkvoorbeelden van onze bredere blik vindt u op www.arcadis.nl/samen

Imagine the result


Vooraankondiging Dutch Green Building Week

Sneak Preview VMBO Noord-Oost Groningen

De Dutch Green Building Council organiseert van 19 tot en met 23 september 2011 de Dutch Green Building Week. In het kader van de mondiale klimaatverandering staat duurzame onderwijshuisvesting hoog op de agenda.

I

Beelden BRTArchitecten

CSadviseurs en DWA organiseren in het kader van deze week een ‘sneak preview’ van één van hun projecten. ICSadviseurs is als huisvestingsadviseur betrokken bij de ontwikkeling van VMBO Noord-Oost in Groningen, waarin drie scholen samen zijn gehuisvest. DWA heeft zorg gedragen voor het installatieadvies van deze duurzame school. Architectenbureau BRTA is verantwoordelijk voor het spectaculaire ontwerp. Tijdens de ‘sneak preview’ laten wij u het gebouw zien vóór de ingebruikname. Via korte presentaties lichten betrokken bedrijven toe hoe dit bijzondere project tot stand is gekomen.

VMBO Noord-Oost

maat, energiezuinig bouwen en zichtbare duurzaamheid. Niet alleen de duurzaamheid is uniek. Ook de samenwerking van de scholen. Kom kijken en ervaar hoe duurzaam het gebouw is: • Energie: de te gebruiken warmte en koude wordt onttrokken uit de bodem door middel van een warmte/koude-opslagsysteem. Het gebalanceerde ventilatiesysteem met warmtepomp is voorzien van nakoeling en verwarming om de pieken op te vangen die het trage systeem van betonkernactivering niet kan opvangen. Dit systeem vraagt een minimale hoeveelheid energie uit fossiele brandstoffen. Om de ruimtes van een optimale daglichttoetreding te voorzien zijn hoge ramen toegepast. De zonwering bestaat uit beweegbare lamellen. • Water: de zichtbare daken worden voorzien van sedumbeplanting. Het water dat niet kan worden opgenomen, wordt geloosd in de retentievijver, die zich achter het gebouw bevindt. • Materialisatie: de gevels worden voorzien van plankprofielen, gemaakt van gerecyclede autobanden. De natuurlijke kleuren en de organisch gevormde raamstroken versterken het duurzame karakter.

Met als doel een forse impuls aan het vmbo en de doorlopende leerlijn, is in de gemeente Groningen uitvoering gegeven aan het plan ‘Kennis om te delen’. Onderdeel van dit plan vormde de nieuwbouw van VMBO Noord-Oost: een gebouw voor 850 leerlingen van drie scholen: het Wessel Gansfortcollege (vmbo), het Werkmancollege (vmbo) en Star Numan (praktijkonderwijs). De eigentijdse en op vernieuwing toegesneden huisvesting biedt veel onderlinge verbanden en relaties tussen de scholen. BRTA heeft het concept gebaseerd op een knikkerbaan, waarbij het verspringen van de vloerhoogtes zorgt voor onderling contact tussen verdiepingen.

Reserveer vast!

Het 140 meter lange gebouw is door de gemeente Groningen aangewezen als pilotproject, met als belangrijke uitgangspunten het gezonde binnenkli-

Reserveert u woensdag 21 september in uw agenda en meldt u aan via duurzaam@icsadviseurs.nl. Wij houden u dan op de hoogte van het programma.

schooldomein

juni 2011

59


Onderbanken kiest voor regionale schaalsprong

Een brede school voor vier dorpen? In Schooldomein 4 van deze jaargang (maart) hebben wij gepleit voor een integrale en regionale voorzieningenplanning. Bestuurlijke regie en een vooruitziende blik zijn gevraagd van gemeenten en schoolbesturen. Een gemeente die dit opvolgt, is de Limburgse gemeente Onderbanken. Het leerlingenaantal neemt af en er ontstaat leegstand. De vraag hoe om te gaan met een aantal kleine basisscholen werd actueel.

O

Tekst Krijno van Vugt Foto’s DigiDaan

nderbanken is een kleine gemeente in Limburg met meerdere kernen. In Jabeek en Bingelrade zijn twee kleine basisscholen van het schoolbestuur Innovo. De verwachting is dat de scholen ieder circa vijftig leerlingen hebben over tien jaar. Voor het schoolbestuur is dit reden om op termijn beide scholen te laten fuseren en mogelijk op één locatie een nieuwe school te realiseren. Volgens Innovo is de leerlingendaling minder groot als er een nieuwe

school op een andere locatie komt, die voor zowel Jabeek als Bingelrade goed bereikbaar is. Daarnaast is er een gemeentebrede discussie over de leefbaarheid van de kernen. Het is de ambitie om in alle kernen voorzieningen te behouden. De gemeente vroeg M3V adviespartners onderzoek te doen naar de haalbaarheid van één of twee brede scholen in Jabeek en Bingelrade.

Kostbare scenario’s In eerste instantie is onderzocht om voor zowel Jabeek en Bingelrade te komen tot een versterking van de voorzieningen. Scenario’s variërend van de realisering van twee brede scholen op de huidige locaties van de basisscholen tot nieuwbouw van één gebouw voor beide kernen op een nieuwe locatie zijn onderzocht. De haalbaarheid hiervan wordt in belangrijke mate bepaald door de financiële mogelijkheden van de gemeente. Door de daling van het aantal inwoners en de crisis zijn deze niet groot. Extra middelen genereren door bijvoorbeeld woningbouw op vrijkomende locaties is ook niet haalbaar. De kosten van de scenario’s lopen uiteen. Renovatie van beide basisscholen kost circa € 1,4 miljoen. Dit scenario kan niet rekenen op draagvlak bij het schoolbestuur en is gezien een mogelijke fusie van beide basisscholen geen scenario. Innovo vindt handhaving van twee basisscholen op langere termijn financieel niet haalbaar gezien de geringe omvang van de beide scholen. Een geheel nieuw gebouw voor beide scholen kost circa € 3 miljoen. Dit is inclusief een gymzaal, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

60

schooldomein

juni 2011


Bestuurlijk dilemma Voor de gemeente is zo’n hoge investering voor een unilocatie voor circa honderd leerlingen niet haalbaar. Innovo acht dit aantal op basis van de huidige regelgeving levensvatbaar, zowel onderwijskundig als financieel. Hierin zit een gemeentelijk en schoolbestuurlijk dilemma. Vanuit de bestaande situatie is een keuze voor een gecombineerde voorziening in Jabeek en Bingelrade met zo’n honderd leerlingen al een grote stap. Wanneer de onderwijsinfrastructuur opnieuw zou moeten worden opgebouwd voor het gebied, zouden er wellicht andere keuzes worden gemaakt wat betreft spreiding en omvang van scholen. Vanuit deze gedachte en ter voorkoming dat de huidige situatie leidt tot een passieve houding richting beide scholen is met de gemeente gekeken naar andere mogelijkheden.

Regionale schaalsprong Geadviseerd is dat een nieuw gebouw voor beide scholen en aanvullende kindfuncties alleen haalbaar is wanneer er een schaalsprong wordt gemaakt in de onderwijsinfrastructuur. Er zijn in de nabijheid in de gemeente maar ook in de naburige gemeente Schinnen meer kleine basisscholen die te maken hebben met een leerlingendaling. Een toenemende concurrentiestrijd tussen scholen moet worden voorkomen. Het gevaar kan zijn een versnippering of wellicht kaalslag. Dit wil de gemeente voorkomen door de mogelijkheden van een schaalsprong in het basisonderwijs te onderzoeken binnen de eigen gemeente en met de naburige gemeente Schinnen waar in de kern Doenrade ook een kleine basisschool is. Een verdergaande integratie van basisscholen is

geadviseerd door M3V. Ook al lijkt dit een verschraling, M3V is van mening dat de regio, maar ook de kinderen gebaat zijn bij een onderwijsvoorziening met een omvang die het mogelijk maakt te differentiëren, specifieke kwaliteiten binnen te halen, moderne hulpen leermiddelen aan te schaffen en dergelijke. Dit is toekomstgerichter dan het in stand houden van kleine basisscholen met beperkte mogelijkheden. Dit vraagt het ineen slaan van de handen om samen te zoeken naar een toekomstbestendige voorzieningenstructuur. Dit is niet gemakkelijk omdat meerdere gemeenten én schoolbesturen het eens moeten worden over het samenvoegen van scholen en de locatiekeuze. Een dergelijke schaalsprong moet ook gekoppeld worden aan het onderzoeken van mogelijke nieuwbouw. Dit kan een belangrijke stimulans zijn richting de schoolbesturen om actief mee te werken aan de versterking van het basisonderwijs in Onderbanken en omgeving.

Bestuurlijke en visionaire regie én samenwerking De gemeente kiest voor een niet gemakkelijke weg. Dat geldt ook voor het schoolbestuur Innovo. Wellicht zijn impopulaire keuzes noodzakelijk om op de lange termijn ‘toekomstproof’ te zijn. Het belang van kwalitatief goede (brede) scholen zal moeten prevaleren boven institutionele belangen. Samenwerken in plaats van concurreren, geven en nemen van zowel gemeenten als schoolbesturen is het devies voor Onderbanken. Dit biedt de beste kansen om goed in te spelen op ontgroening en krimp. Dit artikel is geschreven door Krijno van Vugt van M3V Adviespartners. Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl.

schooldomein

juni 2011

61


Crisis en kansen

De uitdaging van het opwaarderen van bestaande bebouwing DÊ manier om de huidige bouwpraktijk te beschouwen is het nemen van afstand. Letterlijk: de meivakantie van de kinderen doorbrengen in de lelijkheid van Playa des Ingles, Gran Canaria. De gevolgen van hoog conjunctuur, bouwen voor de vraag naar ontspanning. Veel meer van hetzelfde. Voldoen aan de exploderende vraag naar vakantieverblijven. Geen tijd om na te denken, of geen reden om na te denken over de kwaliteit van het maken van bouwvolume. Middelen waren er wel, nu niet meer. Resultaat: een bijna oneindige lawine van al dan niet afgebouwd beton. Tekst Wouter van Wijnen Foto’s Arthur Bagen

D

at brengt me bij de huidige situatie in bouwend Nederland. Gelukkig zijn wij niet doorgeschoten in de vraag. Zijn we blijven nadenken over de kwaliteit. Tenminste, in relatieve zin. Want, ook wij kampen met een overschot aan gebouwde omgeving. Met name kantoorvolume, maar ook schoolgebouwen die niet meer voldoen aan de eisen en wensen van het onderwijs van nu. Een herbezinning is nodig, een andere manier van nadenken over het invullen van de vraag. Geen blanco uitgangspunt, maar veel gebouwde randvoorwaarden. Dat vraagt meer creativiteit van de architecten. Hoe zijn deze harde omhulsels te transformeren naar gebouwen die voldoen aan de vraag van nu? De tijd is er niet meer naar om het oude simpelweg te vervangen door het nieuwe. Maar, de vraag naar een passende oplossing is er niet minder om.

Subtiele ingrepen En dus is een grondige analyse van de bestaande gebouwde voorraad nodig. Beschouw de gebouwen

62

schooldomein

juni 2011


niet meer en niet minder als omhulsels. Transformatie is de opgave die past bij de huidige tijd. De mate van de ingreep is een afweging die recht moet doen aan behoefte, middelen en de mogelijkheden van de bestaande gebouwen. De uitdaging bestaat uit het opwaarderen, het ophogen van de gebouwde omgeving met zo subtiel mogelijke ingrepen. Daar ligt de opgave: ontleden van de vraag tot de kern. Wat is minimaal nodig om aan de vraag te voldoen? En: hoe lang zal de vraag blijven bestaan? Niet weer de fout maken om te denken dat de vraag ‘standaard’ 25 of 50 jaar zal bestaan. Met die vooronderstelling hebben we nu te maken. De volgende facetten spelen de komende jaren een rol in de architectenpraktijk: 1. Zoeken naar de kwaliteiten van de gebouwde omgeving en hoe deze op een efficiënte wijze te ‘matchen’ met de huidige vraag. 2. De tijd gebruiken om (het gebrek aan) kwaliteiten van de gebouwde omgeving om te buigen naar verbeterde omgeving in de ruimste zin van het woord. 3. Nadenken over de tijdsduur van de vraag en de economische en technische levensduur hier op afstemmen. Niet anderen opschepen met de gevolgen van de ingreep als er geen behoefte meer aan is. 4. En de moeilijkste ingreep: het afwaarderen van delen van de bestaande voorraad om letterlijk en figuurlijk ruimte te bieden aan verbeteringen en aanpassingen.

Brabantse monumentenprijs Een voorbeeld uit onze praktijk is niet in de huidige economische situatie ontstaan, maar illustreert wel wat ik met bovenstaande bedoel: basisschool de Zuidwester in Tilburg. Een bestaand schoolgebouw, bestaande uit een monumentaal verouderd deel en een

kleine uitbreiding moest ruimte gaan bieden aan meer groepen (ontstaan door het opheffen van een dislocatie). Met een beperkte ruimte op de locatie die bovendien stedenbouwkundig bezien geen fraaie plek is voor een school. Om het monumentale schoolgebouw op te waarderen, hebben we de - in stedenbouwkundige, architectonische en bouwtechnische zin marginale - uitbreiding gesloopt. Hiermee boden we ruimte aan een stedenbouwkundige verbetering waardoor ook het monumentale schoolgebouw beter tot zijn recht komt. Dit laatste heeft uiteindelijk ook geleid tot waardering met de Brabantse monumentenprijs.

“Transformatie is de opgave die past bij de huidige tijd.”

Toekomstige inzichten Een beperkt budget, beperkte ruimte en beperkte bestaande architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit. Het was een uitdaging om uiteindelijk het gebouw, de functie en de buurt op te waarderen door een goede ingreep. We wilden de aanwezige goede kwaliteiten ontdekken en die vervolgens verbeteren. In een betere totale constellatie plaatsen door marginaal te slopen en hiermee mogelijkheden te vergroten (afwaarderen). We wilden structurele kwaliteiten handhaven (het bestaande monumentale gebouw) en verder verbeteren. En we wilden structurele ingrepen met lange levensduur toevoegen. Gecombineerd met invullingen van beperktere levensduur. Want dat biedt mogelijkheden om zonder zware economische en bouwtechnische nadelen eenvoudig te wijzigen als toekomstige inzichten daarom vragen. Elk tijdsbeeld heeft zijn eigen uitdagingen. Herbezinning en alert zijn is het noodzakelijke zesde zintuig van de architect. De auteur van dit artikel, Wouter van Wijnen , is architect en eigenaar van KdV architectuur. Kijk voor meer informatie op www.kdvarchitectuur.nl.

schooldomein

juni 2011

63


Een MFA, een basisschool én appartementen in Wormerland De gemeente Wormerland schreef in 2006 een Europese aanbesteding uit op basis van Design, Build & Finance voor de binnenstedelijke ontwikkeling van een multifunctionele accommodatie in Wormer. Hoofddoel: het realiseren van nieuwe huisvesting voor openbare basisschool Weremere.

D

Projectinformatie: Project: Multifunctionele accommodatie en appartementen en parkeerkelder Wormerland

Opdrachtgever: Gemeente Wormerland

Architect, constructeur en adviseur installaties en bouwfysica: bureau bos architecten, ingenieurs en adviseurs

Aannemer: Vastbouw Oost BV

Projectontwikkelaar: Synchroon BV

Bruto vloeroppervlak: 11.195 m²

Ingebruikname:

64

e combinatie Synchroon B.V., Bureau Bos uit Baarn en een aannemer uit Veenendaal, kwam met het door hen ingediende ontwerp als winnaar uit de bus. Het ontwerp bracht oplossingen voor de kenmerkende problemen bij binnenstedelijke ontwikkelingen, zoals voor de parkeerproblemen, het grote bouwvolume op een krappe locatie, spraakmakende architectuur die toch aansluit bij de omgeving en het realiseren van de benodigde vastgoedwaarde om het plan haalbaar te maken. Vanuit een structurele bouwteamaanpak en veel overleg -ook met de buurtbewoners - ontstond er een gedragen ontwerp.

Uitdaging Na het faillissement van de aannemer kwam Vastbouw Oost BV uit Bunschoten in de 2e helft van 2007 in beeld als utiliteits-/scholenbouwer voor de realisatie van de MFA. Het bedrijf heeft zich in korte tijd verdiept in het traject. De kennis en ervaring van de teamleden op technisch, organisatorisch, esthetisch en financieel gebied bleken daarbij bijzonder waardevol. Zo kon het team door onderling vertrouwen eind 2007 elkaar de hand schudden en de overeenkomsten tekenen. De krappe planning en de vele betrokken partijen maakten het project vanaf de start in maart 2008 tot een uitdaging. De hoge grondwaterstand en de omliggende bebouwing werden tijdens de realisatie van de parkeerkelder nauwkeurig gevolgd en leverden geen problemen op tijdens de realisatie. De deeloplevering zorgde voor meer parkeerplekken in de wijk, maar ook voor bouwopslag en parkeermogelijkheden gedurende de vervolgfase.

maart 2010 (school), juni 2010

Levendige accommodatie

(appartementen)

Boven de parkeerkelder zijn de multifunctionele onderwijsruimten gesitueerd met de ingangen en de

schooldomein

juni 2011

buitenruimten uitkomend op de rustige en veilige Kameelstraat. Naast basisschool Weremere met haar grote ontmoetings- en bewegingsruimte, zijn er 3 groepsruimten gerealiseerd voor Stichting Peuterspeelzaal Wormer, kinderopvang Baloe met een ruimte (twee aaneengesloten leslokalen) voor vooren naschoolse opvang. Na schooltijd maakt Sociaal cultureel centrum Wormerland ook gebruik van de bewegingsruimte voor onder andere judo. Boven de onderwijsvoorziening zijn 61 appartementen gerealiseerd in de koopsector. Daarvan zijn er 26 bestempeld als sociale koop voor starters en senioren en daarmee verschillen de appartementen onder andere in grootte. De gevel van de appartementen ligt terug van die van de school en de multifunctionele accommodatie. Ze zijn als een soort ‘huisjes’ uitgevoerd, net als veel huizen in de omgeving, een metselwerk onderlaag en een houten bovendeel. Dit is in verschillende kleuren geschilderd, zodat een vrolijk beeld ontstaat. Het sluit prachtig aan bij de omgeving en het gebruik van de levendige accommodatie eronder. Het bouwteam Synchroon B.V., Bureau Bos en Vastbouw Oost BV kijkt terug op een constructieve en succesvolle samenwerking met een prachtig resultaat.


Advertorial

Een uniek, prefab schoolgebouw voor een basisschool in Breda Het is een uniek gebouwconcept: een complete school met twaalf klaslokalen en alle andere ruimten die een school nodig heeft. Met een gezond en prettig binnenklimaat en zonder in te boeten op kwaliteit en comfort. Wagenbouw ontwikkelde het voor de gemeente Breda.

H

et resultaat mag er zijn: een twaalfklassige school, in twee bouwlagen. Met een minimale gebruiksduur van twee en een half jaar. Voor de gemeente en de gebruikers van de school was het binnenklimaat een belangrijk ontwerppunt. Het gebouw voldoet dan ook aan ‘Frisse Scholen, klasse B’. Dit betekent een lagere CO2-concentratie, een betere ventilatie en een beter thermisch comfort. Leraren en leerlingen vinden het hierdoor prettig om in dit gebouw te zijn. En het garandeert voor een periode van twee tot vijf jaar een onderkomen dat letterlijk ademruimte biedt.

Frisse Scholen voor een prettig binnenklimaat En vanzelfsprekend voldoet dit gebouwconcept aan alle eisen van het Bouwbesluit. Maar Wagenbouw gaat een stap verder. Samen met TNO werd het onderzoek Frisse Scholen uitgevoerd. Hieruit blijkt dat mensen drie dingen belangrijk vinden als het gaat om de kwaliteitsbeleving van een schoolgebouw: geluid, ruimte en binnenklimaat (onder andere temperatuur en luchtkwaliteit). Uit het onderzoek zijn de richtlijnen ‘Frisse Scholen’ voortgekomen. En natuurlijk neemt Wagenbouw die ter harte. Sterker: Wagenbouw onderscheidt zich op het gebied van een comfortabel en gezond binnenklimaat. Voor dit gebouwconcept wordt dan ook gebruik gemaakt van betonnen vloeren, hoogwaardige materialen voor de binnenwanden en plafonds die zorgen voor akoestisch comfort en de juiste ventilatiesystemen voor een gezonde

luchtkwaliteit. De gangen zijn met 3 meter extra breed en de vrije binnenhoogten zijn maar liefst 2,7 meter.

Tijdelijke en permanente huisvesting van Wagenbouw Als familiebedrijf is Wagenbouw uitgegroeid tot een vooraanstaand partner in prefab bouwen. De basis rust op meer dan 55 jaar ervaring en grondige kennis van het vak. Wagenbouw combineert innovatieve bouwmethoden met degelijk vakmanschap. Het biedt doordachte oplossingen voor tijdelijke en permanente huisvestingsvragen. Flexibele en verplaatsbare gebouwen met een extreem korte bouwtijd. Met een hoge mate van kwaliteit, comfort en aanpasbaarheid. Of het nu gaat om nieuwbouw, vervanging of uitbreiding van (brede) scholen: prefab bouw beweegt moeiteloos met uw behoeften mee. Zo kunt u altijd snel inspelen op nieuwe omstandigheden. Meer informatie: www.wagenbouw.nl.

Een sterk gebouwconcept 12 leslokalen van 54m² per lokaal - 2 multi-functionele ruimten en veel kantoorruimten Sanitaire voorzieningen - Ruimten met veel daglicht - Prettig binnenklimaat (Frisse Scholen, klasse B) - Aansluiting water, elektra en cv - Twee bouwlagen - Inclusief bouwvergunning Extreem korte bouwtijd - Inrichting, onderhoud en demontage - Financieel flexibel: huur, koop en terugkoop

schooldomein

juni 2011

65


>mfa ‘t spil

In Wormerland zijn een basisschool, multifunctioneel centrum en appartementen gerealiseerd. Het complex heeft ook een parkeer- en fietskelder, geheel onder het maaiveld.

www.vastbouw.nl

www.synchroon.nl

www.bureaubos.nl

BOUWTECHNIEK

Procesmanagement Business cases Programma’s van eisen en LTHP’s Contractmanagement en aanbestedingen BIM management Bouwdirectievoering Realisatiemanagement Contractbewaking en uitvoering Bouwkostenmanagement Investeringskosten, haalbaarheid Budgetteren en bewaken tijdens alle fasen Advisering prijs- kwaliteitsverhoudingen Exploitatie en levensduurkosten / MJOB Projectmanagement Bewaking procedures Integraal projectmanagement Coördinatie van de uitwerking

technische insPectie en digitalisering Inspectie en rapportage Digitaliseren van gebouwen (CAD en BIM) Bouwkundige uitwerking Bouwkundige tekeningen in alle fasen (CAD en BIM) Elementenomschrijvingen en bestekken Bouwplantoetsing en bouwbesluitberekeningen Veiligheids- en gezondheidsplannen Bouwvergunningen en ontruimingstekeningen toezicht oP de Bouw Controle nakoming contracten Kwaliteitscontrole Begrotingen Elementenramingen en directiebegrotingen Inschrijfbegrotingen Meerjarenonderhoudsbegrotingen

Waddinxveen T 0182 - 39 43 44 info@Toposfields.nl www.toposfields.nl

BOUWADVIES


Redactieraad Schooldomein

in actie Het Horizon College in Alkmaar was de gastheer van de afgelopen redactieraad van Schooldomein. Actief lid Edward van der Zwaag, directeur Communicatie van het ROC, had voor een aantrekkelijke ontvangst gezorgd.

V genberg, Sibo Vlnr. John van de Lan van der Zwaag Arbeek en Edward

oorzitter van het College van Bestuur John van de Langenberg opende met te zeggen dat hij een trouw lezer van Schooldomein is. Hij bracht meteen een scherpe discussie op gang (zie ook zijn column achterin deze Schooldomein): veel moderne onderwijsgebouwen moeten al na een paar jaar fors inpandig verbouwd worden omdat de onderwijsvraag verandert. Kan er niet een flexibel concept worden bedacht waarbij je beter in staat bent je toekomstige vraag in het gebouw vorm te geven?

Grote knelpunten Tijdens een rondleiding door het enorme nieuwe pand discussieerde de raad over de noodzaak zoveel m² voor een beroepsopleiding te bouwen: “Waarom kun je niet veel meer opleiding in de praktijk zelf laten plaats vinden?” Edward gaf aan dat het gebouw relatief veel leeg staat en delen ervan onbezet blijven. Dat gaat ongetwijfeld binnen de levensduur nog grote knelpunten opleveren. Bijvoorbeeld waar het om de exploitatie gaat?

Horizon College

Vernieuwende ideeën Met deze inspirerende opening brachten de leden hun vernieuwende ideeën in. Schooldomein moet nog meer ook een kritisch platform zijn, moet voorloper zijn en inspireren om vernieuwende concepten te bedenken. Theo Fledderus opperde om een artikelenreeks te openen rond de relatie tussen het Olympisch plan en het onderwijs. Aangenomen dus! Maar ook: hoe gaan gemeenten om met beleid en bezuinigingen en welke effecten heeft dat voor de ontwikkeling van het maatschappelijk vastgoed? Aangenomen! Peter Reijers, directeur van Avantage en bestuurder van Bouwend Nederland: “Betrek de bouwsector nog meer bij slimme oplossingen om de markt te stimuleren. Bouwend Nederland wil graag partner worden van Schooldomein.” Aangenomen!

Flexibel en kortcyclisch Judith Chin Kwie Joe: “De vragen die een steeds meer vraaggestuurde organisatie stelt aan de facilities neemt toe. Een omgeving moet maximaal faciliteren, uitnodigend zijn, maar tegelijkertijd flexibel en kortcyclisch. Wat betekent dat voor gebouwen, inrichtingen en de competenties van mensen? Aangenomen! Voorzitter Platform Onderwijshuisvesting Harry Vedder: “Hoe ziet de moderne leefomgeving eruit en wat doen ict en social media met de huisvestingsbehoefte? Aangenomen! Kortom: voldoende thema’s om weer een nieuwe jaargang Schooldomein te vullen. Op naar de volgende redactieraad!

schooldomein

juni 2011

67


UITBREIDEN, INKRIMPEN OF VERPLAATSEN?

STERK STAALTJE DUURZAAMHEID Vrijwel 100% van de oorspronkelijke bouwmaterialen van een voormalige kinderkunsthal is voor basisschool De Notenkraker in Hoogvliet hergebruikt. Alleen de opvallende rode gevel is nieuw. De school wordt breed gebruikt en vormt het maatschappelijk middelpunt van de buurt. Een mooi voorbeeld van duurzaam en flexibel bouwen.

MET PREFAB BOUW INVESTEERT U SLIM IN DE TOEKOMST VAN UW SCHOOL. In het onderwijs zijn veranderingen aan de orde van de dag. En daarom is het vak van systeembouwer zo mooi. Want systeembouw blinkt uit in flexibiliteit en kwaliteit. Hebt u een plotselinge leerlingentoestroom, dan is het gebouw met weinig moeite en kosten razendsnel uit te breiden. Inkrimpen gaat al net zo makkelijk. Het gebouw is zelfs in zijn geheel te verplaatsen. Voeg daarbij de ruimte die er is voor maatwerk en architectuur en het is duidelijk dat de mogelijkheden vrijwel onbeperkt zijn. Prefab bouw is duurzaam, mooi, flexibel en comfortabel. En de kosten? Benader die met een exploitatiegerichte bril op en de voordelen zijn glashelder. Er zijn eigenlijk geen redenen te bedenken om niet voor deze toekomstbestendige manier van bouwen te kiezen.

• Van noodlokaal tot permanente school • Perfect voor het ontwikkelen van brede scholen • Doordachte bouwconcepten • Met gezond en prettig binnenklimaat • Flexibel in vorm, functie en capaciteit • Extreem korte bouwtijd, weinig overlast • Maatwerk en architectonische vrijheid • Duurzaam en toekomstbestendig • Lage exploitatiekosten • Prefab bouwspecialist sinds 1955


Onderwijscafé Onderwijshuisvesting Woensdag 25 mei vond in Den Haag Het Onderwijscafé plaats. Een initiatief van PO-Raad, VO-raad en AVS waarin politici, beleidsmakers en vertegenwoordigers van het veld met elkaar in debat gaan. Thema: Zijn onze schoolgebouwen wel gezond? Dit naar aanleiding van rapporten van onder andere de Rijksbouwmeester die aantonen dat bij 50% van de scholen sprake is van achterstallig onderhoud en bij 80% van een slecht binnenklimaat. Voorafgaand meldde de PO-raad in een persbericht dat gemeenten bijna 400 miljoen euro per jaar ten onrechte niet aan de onderwijshuisvesting besteden.

Tekst Harry Vedder

H

et debat onder leiding van Bas van ’t Wout ging over de vragen of: 1. Scholen meer rechten moeten krijgen over schoolgebouwen. 2. Wat gemeenten niet uitgeven in een investeringsfonds moet om de problemen aan te pakken. 3. Het idee van de PvdA om geld van pensioenfondsen aan te wenden goed is. Eerst werd een fragment uit NOVA-uitzending van 18 maart 2009 getoond over de slechte kwaliteit van onderwijshuisvesting. Kete Kervezee (PO-Raad), Sjoerd Slagter (VO-raad) en Ton Duif (AVS) bevestigen dat die situatie nog actueel is en niet tot actie heeft geleid.

Verordeningstelsel Vervolgens was het woord aan ‘het veld’, vertegenwoordigd door Adrie Groot (Stichting Flore), Marc Mittelmeijer (Quadraam) en Gé van Dam (gemeente Utrecht). De schoolbestuurders zien het verordeningstelsel als oorzaak. Men spreekt dan vooral over de te lang durende besluitvorming van gemeenten, maar ook het lokaal vaak onterecht onvoldoende erkennen van de problematiek. Het debat eindigde met de Kamerleden Kathleen Ferrier (CDA) en Metin Çelik (PvdA) en met Harry Vedder (voorzitter Platform Onderwijshuisvesting). Het CDA wil verplichten om de middelen uit het Gemeentefonds geheel aan te wenden. De PvdA vindt dit oormerken een aantasting van de beleidsruimte van gemeenten en ziet meer in de pensioenfondsen als investeerder in scholen.

investeert, school exploiteert) een weeffout is in het stelsel. Dit belemmert het duurzaam investeren in goede gebouwen. Die geldstromen moeten bij elkaar komen, dan wel makkelijk lokaal kunnen komen. Dan kan één partij investeren in kwaliteit en dit zelf terugverdienen uit de exploitatie (minder ziekteverzuim, lagere energielasten, etc.). Hij nuanceerde het idee van de pensioenfondsen. Het zijn geen extra middelen: deze moeten (met rendement) worden terugbetaald. Het idee werkt wanneer investering en exploitatie bij één partij ligt, zodat de extra middelen tijdelijk zijn en via rendabele investeringen door die partij vanuit de exploitatie worden terugbetaald.

Weeffout

De auteur van dit artikel, Harry Vedder , is voorzitter van het

Harry Vedder stelde namens het Platform dat de scheiding van financieringsstromen (gemeente

Platform Onderwijshuisvesting. Kijk voor meer informatie op

Vlnr: Harry vedder, Metin Celik en Kathleen Ferrier

www.platformonderwijshuisvesting.nl.

schooldomein

juni 2011

69


Internationale Uitwisseling Europees Onderwijsmanagement 2012 Eind mei heeft Sibo Arbeek namens de Nederlandse organisatie Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement (NFO) de internationale uitwisseling voor onderwijsmanagement naar Nederland weten te halen, onder meer in concurrentie met Cyprus. Deze uitwisseling vindt plaats van vrijdag 20 april tot en met woensdag 25 april 2012. De zogenaamde inter-visitatie van het Europese EFEA vindt elke twee jaar plaats en kent volgend jaar •

het thema Competentieontwikkeling in het onderwijs. Sibo Arbeek zit namens ICSadviseurs in het bestuur van het Nederlandse Forum. De komende maanden wordt gestart met het opzetten van het programma, waaronder een landelijk symposium, het bezoeken van vele voorbeeldscholen en vooral informeel netwerken met collega’s uit vele Europese landen. De standplaats van de volgende inter-visitatie is Leiden. In de Nederlandse begeleidingscom•

missie zitten naast Sibo Arbeek (partner ICSadviseurs), Bob van de Ven (voorzitter NFO en voormalig voorzitter CvB STIKVO Utrecht), Martin Jacobs (lid CvB Commanderij College Gemeerd), Ruud Reijnders (voormalig lid CvB Nuovo Utrecht), Karin van Oort (voorzitter CvB Katholiek Onderwijs Leiden (Skol) en Jan Willem Lackamp (voormalig rector Mondriaan College en inmiddels waarnemend rector).

Oxfam Novib Trailwalker Op 25 en 26 juni organiseert Oxfam Novib voor de derde keer de trailwalker. Teams van vier lopen in 30 uur de zware tocht van 100 km en halen hiermee zoveel mogelijk sponsorgeld binnen (minimaal 3000 euro per team). De opbrengst gaat naar onderwijsprojecten in Myanmar. Er doen dit jaar heel veel bijzondere teams mee die of een bijzondere •

samenstelling hebben of een leuke motivatie hebben om mee te doen. Ook is er een aantal teams bestaande uit docenten. Bijvoorbeeld een team van vier juffen (de Wandeltijgers) die heel actief sponsoracties hebben georganiseerd samen met hun leerlingen, daarmee hebben ze al 1114 euro opgehaald. Oxfam Novib Trailwalker is een klassieker. Een tocht •

grotendeels over onverhard terrein op de Veluwe rondom Ede. Let wel: het is geen estafette. Alle teamleden leggen honderd kilometer samen af. Als team. Zij starten samen en finishen samen. Elk team wordt intensief begeleid en verzorgd door een supportteam van twee personen. Meer informatie: www.trailwalker.nl. •

De kweek van ‘De Populair’ Op het terrein van de Westergasfabriek staat sinds 28 april De Populair. Een sprekende boom, door GroundLevel geproduceerd in opdracht van WAAG Society Amsterdam en tot stand gekomen met steun van Stadsdeel West, WesterGasfabriek en de VSB bank. De Populair spreekt berichten uit die via Twitter naar hem gestuurd worden. Hij zoekt ook naar aanverwante Tweets aan de hand van een onderwerp dat je meegeeft. Je kunt ook inspreken via zijn microfoon. De Populair spreekt alleen wanneer er mensen in zijn buurt zijn. Je kunt hem helpen door zijn •

panelen naar de zon te draaien, want hij werkt volledig op zonne-energie. Of de Populair aan of uit staat en hoe het verder met hem gaat lees je via de speciale website. In het juninummer van Straatbeeld, een online magazine van het Platform voor de Openbare Ruimte, wordt uitgebreid aandacht besteed aan de Populair en aan communicatie in de openbare ruimte in het algemeen. De boomba(n)k is geheel van cortenstaal en FSC gecertificeerd hardhout. De stam en takken zijn van geslepen en gepolijst roestvaststaal. Meer informatie: www.groundlevel.nl. •

400 miljoen euro niet benut voor huisvesting scholen Gemeenten ontvangen jaarlijks als onderdeel van hun bekostiging een bedrag van 1,5 miljard euro voor onderwijshuisvesting. Hiervan wordt jaarlijks een aanzienlijk deel niet aan schoolgebouwen uitgegeven, maar aan andere gemeentelijke taken. Dit bedrag is de afgelopen jaren toegenomen tot bijna 400 miljoen euro in 2009. Hierdoor loopt de kwaliteit van de schoolgebouwen onnodig zienderogen achteruit. PO-Raad, VO-raad en AVS willen dat het totale bedrag voor

70

schooldomein

juni 2011

onderwijshuisvesting daar daadwerkelijk voor wordt gebruikt. Daarmee kunnen per jaar ongeveer 300 schoolgebouwen aanzienlijk worden verbeterd, zodat achterstanden worden ingelopen en de levensduur van het gebouw wordt verlengd. Daarnaast kan het geld efficiënter worden ingezet, zodat een forse kwaliteitsimpuls mogelijk is zonder dat dit extra geld kost. In Nederland zijn er naar schatting 11.000 schoolgebouwen voor primair onderwijs,

speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. De gemiddelde leeftijd van de gebouwen ligt tussen de 30 en 35 jaar. Dat betekent dat de gebouwen gedateerd zijn als het gaat om arbeidsomstandigheden, veiligheid, binnenmilieu, duurzaamheid, energieverbruik, ict-voorzieningen, et cetera. Bovendien zijn deze gebouwen vaak niet ingericht voor de hedendaagse inzichten van het geven van onderwijs.


de etalage Autisme in de klas Centrum Autisme Rivierduinen organiseert korte en praktische cursussen en trainingen waarin begeleiders, leerkrachten en docenten alles leren wat zij moet weten over het omgaan met leerlingen met autisme in de klas. De cursussen helpen leerkrachten en begeleiders deze kinderen beter te helpen functioneren. Hoe beleeft een kind of jongere met autisme de wereld om zich heen? En hoe kun je daar in de groep of klas het beste mee omgaan? Tijdens onze kortdurende en prak•

tische cursussen van 1-3 dagdelen bieden wij inzicht in het gedrag van kinderen en jongeren met autisme, en praktische informatie om de nodige aanpassingen te kunnen aanbrengen. De cursussen zijn met name bedoeld voor leerkrachten, zorgcoördinatoren, mentoren en (intern) begeleiders van kinderen en jongeren met autisme. Kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis komen in alle schooltypes voor: niet alleen in het speciaal, maar ook in het regulier voortgezet onderwijs •

én het basisonderwijs. Voor beter inzicht in de problematiek zijn de cursussen speciaal toegespitst op de verschillende onderwijstypen. Om optimaal aan te sluiten op de vragen die bij scholen leven zijn er cursussen met open inschrijving, maar biedt Centrum Autisme Rivierduinen ook incompany trainingen en/of cursussen op maat. Op www.centrumautisme.nl vindt u alle cursusdata en informatie over ons cursusaanbod. Mail voor vragen naar cursussen@centrumautisme.nl. •

5e Montessorischool Watergraafsmeer heeft schoolbord 2.0 Stichting STAIJ, stichting voor Openbaar Primair Onderwijs (samen tussen Amstel en IJ), een stichting met 17 scholen voor primair onderwijs in stadsdeel Oost / Watergraafs­ meer, voorziet de 5e Montessorischool Watergraafsmeer (www.5mw.nl) van touch LCD schermen met LED technologie (LED BLU). Arnoud van Emmerik, stafmedewerker

Facilitair en ICT van STAIJ, licht de keuze voor de Samsung 550TS toe: “Stichting STAIJ doet er alles aan om waardevol en duurzaam onderwijs te bieden. Wij willen daarbij enerzijds onderscheidend én innovatief zijn en anderzijds willen we extra aandacht geven aan het milieu. Met de keuze voor de Samsung 550TS geven we de meest optimale

invulling aan die doelstelling en kiezen we voor innovatie, interactie én duurzaamheid.” BIS BV, de marktleider op het gebied van ruimte-inrichting en AV integratie, levert de Samsung 550TS schermen en integreert deze in de klaslokalen. Verder zal BIS het onderhoud en de trainingen van de gebruikers verzorgen. Meer informatie: www.bis.nl.

schooldomein

juni 2011

71


Atolplaza | Lelystad Project: 2 basisscholen (openbaar en islamitisch), buurtcentrum, wijkpost, Icare/GGD, jongerencentrum, sportzaal, digitaal clickpunt/mediatheek, kinderopvang, woningen

Opdrachtgever:

De multifunctionele accommodatie Atolplaza maakt deel uit van de revitalisering van een jaren tachtig wijk in Lelystad. Verschillende voorzieningen die in de wijk verspreid waren, krijgen er onderdak. Hiertoe behoren een islamitische school, openbare school, kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, sporthal, bibliotheek, wijkcentrum, horeca, speellokalen en appartementen. Het gebouw, een brede school met appartementen, fungeert als duidelijk herkenbaar baken. Samen met de kerk en het drukbezette Johan Cruijf voetbalveldje is Atolplaza het nieuwe hart van de Atolwijk geworden.

Gemeente Lelystad

Architect: Jeanne Dekkers Architectuur

Bruto vloeroppervlak: 6.800 m² MFA, 2.050 m² woningen

Oplevering: januari 2011

72

schooldomein

Het gebouw is als basis twee verdiepingen hoog. De drie lagen appartementen liggen op de kop en geven als vanzelf de hoofdentree aan. Deze wordt extra gemarkeerd doordat de gevel hier over twee verdiepingen terug ligt en een luifel van stedenbouwkundig formaat creëert. De sporthal is aan de achterzijde als een doos in het volume gestoken. De gevel bestaat uit een mozaïek van drie kleuren metselwerk die refereren aan de grijstinten in de

juni 2011

wijk. Het patroon verbindt alle identiteiten en volumes en geeft het gebouw samen met de kleuraccenten bij de entrees een eigen gezicht. De hoofdentree komt uit in de centrale hal van waaruit er zicht is op alle functies. Elke school heeft naast deze centrale hal ook zijn eigen domein en plek voor vieringen. De fotoprint van de onderwaterwereld op het centrale voorzieningenblok is gekozen in overleg met alle gebruikers en is voor beide scholen een belangrijk beeldbepalend element. Verschillende lichtkappen geven het gebouw een licht en transparant karakter.


Onderwijs, broedplaats voor talent

grasweg 79 1031 HX Amsterdam T 020 6277140 info@o-drie.nl www.o-drie.nl

Ik ben een vaste lezer van het magazine Schooldomein. Ik lees het blad graag, omdat er regelmatig schoolgebouwen in getoond worden die werkelijk prachtig zijn om te zien. In alle schoolsoorten zie je veel aandacht voor de architectuur van buiten en ook de binnenkant is vaak een lust voor het oog. Prachtige atriums, grote open leercentra, vides, monumentale trappartijen, enfin u begrijpt wat ik bedoel. Ook mijn school is in het gelukkige bezit van een drietal van dergelijke schoolgebouwen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Bij elkaar zo’n 65.000 m² en het ene gebouw is nog mooier dan het andere. Als ik dan door die schoolgebouwen loop, vraag ik mij wel eens af hoe toekomstbestendig die gebouwen zijn. Is het gangbare competentiegerichte onderwijs in het mbo over enkele jaren nog wel actueel? Of zijn we dan deels weer teruggekeerd naar het meer traditionele klassikale onderwijs? Wat is de impact van het invoeren van laptops in het onderwijs voor het gebruik van onze grote open leercentra? Dat komt er echt aan, met grote consequenties voor de onderwijslogistiek. Wij zijn luttele jaren na de oplevering al weer toe aan de eerste verbouwingen vanwege nieuwe inzichten in het onderwijs. Wat ik daarmee wil aangeven is dat schoolgebouwen na enkele jaren alweer verouderd zijn en dus (deels) alweer heringericht moeten worden. Dat betekent herinvesteren met alle kapitaalvernietiging van dien. Wat ik dan ook wil bepleiten is dat opdrachtgevers, maar vooral architecten en bouwers, veel meer dan tot nu toe echte flexibiliteit creëren in scholen. Niet zomaar een paar scheidingswandjes die op een andere plek kunnen staan, maar echt nadenken over een school die multifunctioneel is, ongeacht de onderwijsvorm. Met name in het middelbaar en hoger onderwijs is de verschijningsvorm van het gebouw steeds belangrijker geworden ten koste van het effectieve gebruik. Een pleidooi daarom voor echte functionaliteit. Op zich jammer voor een magazine als Schooldomein, omdat er minder architectonische hoogstandjes te bewonderen zijn. Het levert naar mijn mening wel gebouwen op die bruikbaarder zijn dan tot nu toe.

John van de Langenberg | Voorzitter College van Bestuur | Roc Horizon College

Pleidooi voor flexibiliteit

Lokhorst bouw & ontwikkeling Postbus 79 1940 AB Beverwijk T 0251 - 265 000

F 0251 - 265 050

www.lokhorst.nl

schooldomein

juni 2011

73


Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1985. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever ICSadviseurs. Ruim 50 jaar werkt ICSadviseurs aan stimulerende leer-, leef- en werkomgevingen. Ruimte en draagvlak voor verandering, integratie van activiteiten, multifunctionaliteit en een professionele exploitatie zijn daarbij belangrijke thema’s. ICSadviseurs heeft twee vestigingen. Amsterdam: Orlyplein 10, Postbus 59112, 1040 KC. Zwolle: Grote Voort 207, Postbus 652, 8000 AR. Tel. 088 235 04 27. Schooldomein wordt uitgegeven in nauwe samenwerking met drukkerij Ten Brink, Meppel. Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronalt Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Frank van Esch, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders in Schooldomein

Xxxxxxxxx

1 Makkers in de Bouw De nieuwe jaargang begint met een nieuwe vormgeving en een wat aangepaste redactie. We gaan er weer een mooi jaar van maken. Nummer 1 valt de derde week van september in uw bus. Maar vergeet u ook niet regelmatig op www.schooldomein.nl te kijken. Het thema voor nummer 1 is Makkers in de Bouw. Wat kunt u onder meer verwachten: • Bijsluiter Bond Nederlandse Architecten: Wat kunnen leegstaande kantoor­ gebouwen bijdragen aan het vitaliseren van hun omgeving? • Een mandje voor Amarantis: waarom integraal aanbesteden een goed alternatief kan zijn. • Hoe levensvatbaar is de bibliotheek: nieuwe concepten om het lezen in de wijk of het dorp te houden. • Wat fout gaat bij aanbestedingen; directeur Henk Vonk van Fame vertelt waarom kwaliteit het altijd wint van de laagste prijs. • Sportpark Welgelegen creëert netwerken: hoe ziet de sportvereniging van de toekomst eruit en welke valkuilen zijn er zoal? • Hergebruik industrieel vastgoed: Een MFA in een voormalige Sojafabriek in Utrecht. • Een nieuwe opzet van de expertmeeting: school- en gemeentebesturen en marktpartijen discussiëren aan de hand van stellingen.

74

schooldomein

juni 2011


#optiplus #i3le De hoogte van de stoel, de licht afglijdende vorm van de kuip en de gepatenteerde - aan de tafel bevestigde - verstelbare voetensteun bieden meer bewegingsvrijheid. In alle zithoudingen is er sprake van een “open” houding.

www.vanerum.nl/optiplus

Leerlingen blijven langer bij de les en dankzij de hogere tafels hoeven leerkrachten niet langer te bukken om mee te kijken of instructie te geven.

SAMEN UW OPTIMALE OMGEVING ONTWIKKELEN Strategische oplossingen in vastgoed en huisvesting

HEVO voorziet opdrachtgevers met complexe huisvestingsvraagstukken van antwoorden die bijdragen aan een optimale leef- en werkomgeving. We kunnen u ondersteunen bij vrijwel elk facet van vastgoedontwikkeling. Daarbij streven we altijd naar gebouwen die duurzaam presteren en een klantrelatie die minstens zo duurzaam is. Een partnership dat we bouwen op basis van oprechte betrokkenheid, kennisuitwisseling en wederzijds vertrouwen. Een open en resultaatgerichte benadering waarbij we elkaar blijven inspireren. Samen zijn we in staat het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk te maken. Wij helpen opdrachtgevers in onderwijs, overheid, zorg en bedrijfsleven hun dromen te vangen in huisvesting en vastgoed.

De productlijn is geïnspireerd op de “balanced seating” theorie, die staat voor een ergonomisch verantwoorde zithouding.

Voor meer informatie: (073) 6 409 409 info@hevo.nl www.hevo.nl

Opti+ stimuleert leerlingen actief te zitten, comfortabel te zitten en samen te werken. Blijf op de hoogte van onze innovaties op vlak van onderwijs en word fan van VANERUM op Facebook. vanerum.nl/facebook vanerum.nl/twitter

VANERUM Nederland BV │ Duwboot 89 NL-3991 CG Houten │ E info@vanerum.nl │ T +31 30 212 20 10 │ F +31 30 212 20 11

HEVO biedt u: Strategisch vastgoeden huisvestingsadvies Projectmanagement Duurzaamheidsadvies Expertisecentrum


Pedro

Nieuw

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Ergonomisch Flexibel Duurzaam Kleurrijk Stootvast

Thema:

Crisis en kansen

Technovium ademt techniek Uniek onderwijsconcept in Haaksbergen De smalle marges van de onderwijsfilosofie

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

jaargang 23 juni 2011

6


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.