Schooldomein 4 - maart 2019

Page 1

Heeft u er ooit bij stilgestaan dat kinderen meer tijd op school doorbrengen dan waar dan ook, behalve in hun eigen huis? Ze zitten in totaal ongeveer tweehonderd dagen per jaar op school. De vraag is dus hoe we klaslokalen zo kunnen ontwerpen dat ze een gezonder binnenklimaat krijgen en de leerprestaties beter ondersteunen. Lees hier meer over op vms.velux.nl.

Hanzehogeschool Wiebengacomplex, Groningen Lessenaarsdak (96 modules)

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SCHOOLDOMEIN

Een gezond binnenklimaat voor een betere leeromgeving

4 oog voor

no. jaargang 31 maart 2019

verbinding en omgeving

HET GROTE NOT-Onderwijsdebat MIDDELBARE SCHOLIEREN wat willen ze eigenlijk? TRANSITIE NAAR duurzame energie DORPSSCHUUR en imposante villa ineen


FLEXIBELE ESTHETICA WAAR HET STIL VAN WORDT

DESIGN & AKOESTIEK

GEEN ZORGEN – DE LUCHT IS SCHOON! Werken in een flexibele en rustige omgeving

PA N E E LWA N D E N G L A S WA N D E N S C H U I F WA N D E N V O U W WA N D E N

Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit elke ruimte. De focus ligt op Met emissiearme rubber vloerbedekkingen voor gezonde leefomgevingen duurzaamheid, esthetiek, akoestiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle

Goede binnenlucht rustige leeromgeving zijndubbelwandige van bijzonder (smart)glaswand. groot belang producten:en vaneen paneelwanden tot ingenieuze in kinderdagverblijven, scholen en universiteiten. Onze hoogwaardige vloerbeinformatie: www.breedveld.com – Tmaterialen, +31 (0) 487 dekkingenMeer zijn daarom gemaakt van emissiearme die542888 extreem sterk zijn en de geluidproductie minimaliseren. www.nora.com


FLEXIBELE ESTHETICA WAAR HET STIL VAN WORDT

Werken in een flexibele en rustige omgeving Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit elke ruimte. De focus ligt op duurzaamheid, esthetiek, akoestiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle producten: van paneelwanden tot ingenieuze dubbelwandige (smart)glaswand. Meer informatie: www.breedveld.com – T +31 (0) 487 542888


Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam

ICSadviseurs

Vestiging Eindhoven Klokgebouw 263 6e verdieping 5617 AC Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25R Postbus 652 8000 AR Zwolle Vestiging Rotterdam Van Nelleweg 1 Unit 2.3 3044 BC Rotterdam

werkt met passie en creativiteit aan uw ideale leer, werk- en leefomgeving

www.icsadviseurs.nl

info@icsadviseurs.nl

T 088-2350427

KvK 05082583

ruimteregie


VAN DE REDACTIE

Dat was een erg leuke NOT 2019 in de Jaarbeurs van Utrecht. Schooldomein was prominent aanwezig en ik had in contact met veel bezoekers en standhouders het gevoel dat deze beurs meer leefde en voor veel energie en goede contacten zorgde. Dat had ook te maken met het feit dat de verschillende thema’s ruimtelijk in elkaar overliepen, waardoor bezoekers van alle aspecten van de leeromgeving op een vanzelfsprekende wijze konden genieten. De NOT formuleerde het zelf prachtig: “Het onderwijs van de toekomst is alomvattend, holistisch, interactief en maakt ruimte voor niet-traditionele vakken en ontwikkel- en denkprocessen.” Er waren volop stands en programma’s aanwezig op het gebied van klimaat, de relatie met technologie, bewegend leren, duurzaamheid, politiek en meer. Er was een workshop omgevingen creëren waarin kinderen zichzelf durven zijn. In de schoolbanken kregen leraren codeerkunde. Bij een andere stand kon je zien wat er allemaal gebouwd kan worden van wegwerpplastic. De gymzaal van de toekomst is all-in-one: ballen gooiende leerlingen terwíjl ze wiskundesommen maken. Alles wordt beleving, circulair en omgeving, of het nu met huisvesting, inrichting, digitalisering of het onderwijs zelf te maken heeft. Die ontwikkeling in samenhang zie je ook binnen het publieke domein. Ik kreeg een uitnodiging voor een bezoek aan MaterialDistrict Rotterdam (voorheen Material

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

Xperience). In de aanhef staat het volgende: “De openbare ruimte verandert continu. Gebouwen, verkeer, mensen, voertuigen, communicatie, groen, recreatie; de openbare ruimte is van ons allemaal en is steeds in beweging. Waar vroeger nog werd gesproken over een plek of plaats gaat het nu over de beleving van de ruimte. Door online shops verdwijnt de directe retail steeds meer uit het straatbeeld en komt daar meer beleving voor terug. Hoe kunnen plekken een relatie met de gebruiker krijgen, en een eigen identiteit, met activiteiten zodat de bezoeker terugkomt? Daarnaast komt er meer plaats voor groen, niet alleen in perken, maar ook gecombineerd met straatmeubilair, en de natuur wordt de stad binnengehaald met urban farming, bijenhotels en groene gevels. Het transport verandert; deelfietsen en deelauto’s zijn in opkomst, en het autovrij maken van binnensteden en elektrisch rijden heeft consequenties voor de inrichting van de openbare ruimte. Energie wordt lokaal duurzaam opgewekt en urban mining maakt dat oude materialen weer in een andere vorm worden toegepast. De stad van de toekomst is duurzaam, verkeersveilig, en groen.” Zie hier het perspectief van de scholenbouw en de moderne leeromgeving. Morgen is gisteren al begonnen. Dat alles komt terug in de deze Schooldomein; in de vorm van debatten, maatschappelijk ondernemerschap, good practises en nieuwe partners, zoals Berenschot, Bureau Bos, Meerbouw Rotterdam en ABB. Veel leesplezier gewenst, Sibo Arbeek, Hoofdredacteur

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt­ informatie zoeken.

wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

5


INHOUD BESTUUR EN BELEID

8

De zoektocht naar een betekenisvolle leer- en werkomgeving Een goed gesprek met Wim Pullen, directeur van het Center of People and Buildings.

12

Wat willen middelbare scholieren eigenlijk? Hoe ervaren zij hun huidige schoolomgeving en wat vinden zij een ‘ideale’ schoolomgeving?

14

Over vervagende grenzen en de kracht van beleving Een debat over beleving, binnenklimaat en het effect op de leerprestatie.

BESTUUR EN BEDRIJFSVOERING

24

22

Verbinden door te vergelijken Experts van Berenschot over wat een benchmark effectief maakt.

ONTWERP EN INRICHTING

26

Samen meer onderwijsbeleving creëren in Zierikzee Een bijzonder gebouw vol onderwijs en cultuur voor alle leeftijden.

THEMA

Oog voor verbinding en omgeving

28

Workshop ‘Activeer de leeromgeving’

30

Onderwijs én overheid profiteren van doordacht duurzaam Integraal Huisvestingsplan

Hoe slimmer in te spelen op de potentie van bestaande plekken in de school.

PO-Raad, VO-Raad en VNG vragen gezamenlijk om wetswijzigingen.

33

Renovatie Wiebengacomplex getuigt van vakmanschap Renovatie en spectaculaire uitbreiding met een nieuw hart zorgen voor kwaliteit op alle niveaus.

Oog voor verbinding en omgeving is het thema van deze Schooldomein. Op verschillende manieren besteden we daar aandacht aan. Onder meer in de rubriek Architectuur en verbeelding geven architecten mooie voorbeelden daarvan. Foto’s cover Pieter Zeeman, De Meie en Vitruvio in Zierikzee (pagina 26) Onderwijsgebouw Pulse van de TU Delft (pagina 67)

36

Leren en werken in regio Waterland

40

Transitie naar duurzame energie

42

Waar leer jij?

44

Het grote NOT-Onderwijsdebat

Kerk in Esbeek omgevormd tot samenwijsaccommodatie (pagina 23)

Altijd de laatste updates van Schooldomein? facebook.com/schooldomein

6

Schooldomein

maart 2019

twitter.com/schooldomein

Samenwerking als rode draad bij nieuwbouw ROC Horizon College en Regio College in Purmerend.

Hoe ziet een schoolgebouw eruit in onze complexe snel veranderende wereld?

NOT-workshop op zoek naar de perfecte mix van plekken voor de ideale leer- en speelomgeving.

Is duurzaamheid de norm of mag het ook gewoon leuk zijn?


48

De Spil Nieuwleusen als spil van de gemeenschap Een multifunctioneel centrum als een natuurlijke plek om te ontmoeten, te leren en activiteiten te delen.

52

MFA ’t Saamdeel aantoonbaar energieleverend Aantoonbaar de eerste nul-op-de-meter school van Nederland.

54

Beheer van schoolgebouwen, zelf doen of uitbesteden? Externe partij heeft de benodigde tijd, specifieke kennis en expertise.

57 60 62

Dorpsschuur en imposante villa ineen Nieuwbouw IKC Juliana is een gebouw met een hart.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Presikhaaf Schoolmeubelen doet het elke dag.

Een nieuw onderkomen voor samenwerkingsverband VO AmsterdamDiemen. Daar hoort een passende inrichting bij!

FACILITAIR EN BEHEER

64

Good practises door integrale visie

66

“Iets is pas goed als het naast mooi ook slim en verstandig is”

Twee geslaagde voorbeelden van waar de vloer de inrichting kleurt.

Architect Joost Ector koos Bolidt voor TU Delft Onderwijsgebouw Pulse.

RUBRIEKEN

18 19 21 68 69 70

Column Schooldomein internationaal: Italië Kort nieuws Onderwijstrends door Jaap de Kruijf De etalage

Column van Richard Lamb Vooruitblik naar Schooldomein 5

33 43 48 52 67


GEBOUWEN ALS MENSEN EN MENSEN ALS DINGEN

De zoektocht naar een betekenisvolle leeren werkomgeving 8

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

BESTUUR EN BELEID

Gebouwen krijgen steeds meer menselijke eigenschappen, terwijl de gebruikers verdingen. Een gebouw kan slim zijn, barmhartig en meebewegen met een veranderende vraag. De gebruikers zelf verworden tot passanten die na verloop van tijd weer vertrekken. De omgekeerde wereld? Directeur Wim Pullen van het CfPB laat er zijn licht over schijnen.

W

im: “CfPB staat voor het Center of People and Buildings in Delft. We zijn een kenniscentrum dat zich richt op de relatie tussen mens, werk en werkomgeving. We verzamelen, ontwikkelen en ontsluiten kennis over huisvestingsvraagstukken en die kennis helpt organisaties om evidence based keuzes te maken.” Over zijn eigen ontwikkeling: “Ik heb in Delft geodesie gestudeerd; dat leek me een leuke combinatie van wiskunde en rechten en tegelijk wat artistieker bezig zijn met cartografie en de aarde. Die wiskundige kant vond ik uiteindelijk ook te beperkt worden, omdat het de echte wereld tot cijfers reduceert. Ik koos toen voor bedrijfskunde, omdat die studie mij maatschappelijk relevanter leek. In mijn eerste baan bij de Rijksgebouwendienst ging het over huisvesting van de overheidsdiensten, vertaald naar huur- en koopcontacten. Daar leerde ik dat er altijd klanten in een pand zitten en het arrogant was om een gebouw in te rennen en te denken dat het van jou was, terwijl daar mensen een groot deel van hun tijd doorbrengen. Ik was directeur onderzoek toen ik besloot verder te kijken, omdat ik eigen inzichten over het belang van een goede werkomgeving begon te ontwikkelen. Dan praten we over de jaren 90 met experimenten rond nieuwe organisatieontwikkelingen die het gevolg waren van door de Arbeidstijdverkorting (ATV ), herintreders in deeltijd en meer vrouwen die het arbeidsproces binnenkwamen. Tot dan was het kantoor de projectie van het fabrieksmatig produceren in administratieve zin. Het werken werd langzamerhand ook als een sociaal proces gezien en daarmee ontstond een rijkere wereld waarin er aandacht was voor de meer sociale en psychologische kanten van de werkomgeving. Nu zien we daar gezondheid en vitaliteit bijkomen. “In mijn eigen leven heb ik gemerkt hoe de sociale en materiële werkelijkheid met elkaar samenhangen. Wil je je concentreren, dan heb je een plek nodig waar

het rustig is, anders word je gek en neemt je productiviteit af. Ik heb zelf een burn-out gehad en dat had ook een relatie met mijn werk en de werkomgeving. Ik vroeg me af of ervaringskennis voldoende was en merkte dat ik het zoeken naar constanten bevredigender vond dan alleen persoonlijk advies geven op een niche gebied met ogenschijnlijk kleine veranderingen. Die fascinatie voor evidence based approach, waarbij je ervaringen gaat systematiseren, leidde tot het oprichten van dit centrum. De permanent wijkende horizon, die feiten weer variabel maken fascineert me ook; het denken over werk en werk­

“De fascinatie voor evidence based approach,waarbij je ervaringen gaat syste­ matiseren, leidde tot het oprichten van het CfPB.” omstandigheden is aan verandering onderhevig. Zo rust er op slapen tijdens het werk een taboe, terwijl we weten dat powernaps belangrijk zijn om fit te blijven. In andere culturen is dat heel normaal.” ACHTERWAARTS BUIGEN “Interessant is wat ik de verdinging in de samenleving noem. We maken van gebouwen antropomorfismen door er menselijke eigenschappen aan toe te kennen, zoals slim, barmhartig, gezond, adaptief en aanpasbaar. De socioloog Richard Sennett beschrijft de beperkte flexibiliteit die mensen hebben, waarbij thema’s als individualisering, het gebrek aan oriëntatie en machteloosheid, de instabiliteit van relaties en

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

9


jonge mensen dat in een burn-out terecht komt. De ontwikkeling van je eigen normbesef speelt daar een belangrijke rol bij. Maar ook de materiële werkelijkheid en de wijze waarop we daar in onze organisaties en het werken vorm aan geven. Een gezond gebouw betekent nog niet dat er gezonde mensen in werken.”

de omgang met macht aan de orde van de dag zijn. Tegelijkertijd moeten organisaties op elk moment en op elk onderwerp aanpasbaar zijn. Dat vraagt veel van medewerkers. Zie de analogie met het menselijk lichaam; we kunnen niet eindeloos achterwaarts buigen; maximale flexibiliteit heeft in zichzelf een grens en dat moeten we erkennen. De utopische werk­omgeving is flexibel en vergevensgezind en daarbij is het gebouw het technisch artefact. Dat noemen we forgiven technology, oftewel, is technologische ontwikkeling vergevingsgezind of juist niet?” LEREN LIJDEN “Bij de rijksdienst 40 jaar geleden bepaalden schalen of rangen de grootte van de kamer, het extra kleedje of de omvang van het bureau. De hiërarchische structuur heb ik zien veranderen naar de functionele en nu komt daar beleving bij. Belevenis of beleving is een dominante trend: entertainment everywhere. Het werk moet vooral leuk zijn, maar leven is ook lijden. En dat lijden stoppen we weg, terwijl we tegelijkertijd zien en ervaren dat de wereld naar de kloten gaat en de aarde in snel tempo opwarmt. Dat is een gekke tegenstelling. We reduceren relaties tot het moet leuk zijn, maar we verleren het op natuurlijke wijze ontwikkelen door minder leuke dingen bewust mee te maken. Deze werkende generatie wil alles uit het leven halen voor het 30e jaar en projecteert dat ook op de werkomgeving. Dat verklaart het enorme aantal

10

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

GEZONDE MEDEWERKERS “Als bazen aan mij vragen om een gezond gebouw te definiëren; is mijn tegenvraag; wat doe je eraan om gezonde medewerkers te krijgen en te houden? Taal en begrippen geven betekenis aan de drijf­ veren van een organisatie en leggen onderliggende patronen bloot. Als managers stellen dat medewerkers productief moeten zijn, weten ze vaak niet wat ze daarmee bedoelen. Door het internet of things verdingen menselijke structuren verder. Mensen en samenlevingen worden gereduceerd tot een IP-adres of een fte in plaats van wezens met een naam en een geschiedenis, De organisatie theoreticus Karl Weick stelt dat history matters in plaats van numbers en zo is het ook. We reduceren een rijke sociale werkelijkheid tot begrippen in de marketing. Dat zie je in de woningsfeer terugkomen waar het zuivere wonen of het goede wonen wordt gepredikt. Uiteindelijk blijkt het toch een stapel stenen met wat techniek te zijn. Word je gezonder door een woning of juist door een fijne relatie? De effecten van dat belevingsdenken zijn groot en maken dat we begrippen uithollen. Bieden we een leefbare werkomgeving of ben je een productiemiddel om partners een goed inkomen te verschaffen. Een leer-, werk- of zorgomgeving mag ook empathisch en barmhartig zijn, waardoor het besef er is dat we niet zonder elkaar kunnen. Daarmee creëer je meer betrokken mensen die zich bewust zijn van hun eigen afhankelijkheid. Zoals studenten die huisvesting delen met ouderen en hen in hun dagelijkse behoeften helpen. Als je dat allemaal vertaalt naar een organisatie of werkomgeving zie je dat daar uitersten in ontstaan. Wat maakt een organisatie goed of aantrekkelijk? Ik noem dat – in tegenstelling tot het veel gewenste optimum – het satisfactum; een gemiddeld gebied, die het eigen karakter van een organisatie het beste kan weergeven, als een bevredigende plek voor medewerkers, voor werkgevers en voor relaties die er graag komen. Op basis van research based onderzoek groeit het inzicht van de organisation as capability; als een potentie met het vermogen in te spelen op veranderingen. Dat bepaalt of organisaties aantrekkelijk en weerbaar zijn en langer bestaan dan een andere.” CHEFSACHE “Het kantoorgebouw The Edge van Deloitte op de Zuidas zit vol met sensoren en edge-technologie.


BESTUUR EN BELEID

Tegelijkertijd moeten 3.000 mensen het met 1.600 werkplekken doen. Dat gaat ten koste van de medewerkers die niet in Amsterdam wonen maar wel graag naar The Edge toekomen als ‘the place to be’. Dat zag je ook bij ASML in Veldhoven. Als je daar niet werkte, maar op een ander locatie had je het gevoel er niet bij te horen. Die smart buildings gaan aan hun eigen slimheid ten onder; veel infrastructuur gaat vaak kapot en moet duur vervangen worden. Alles communiceert met elkaar en elke lamp is een IP adres die individueel aangestuurd moeten worden. Wat ik maar wil zeggen is dat het reduceren van werkplekken in zogenaamde smart buildings een averechts effect kan hebben. Veel mensen vinden open leeromgevingen met flexibele werkplekken prettig maar net zo veel mensen ook niet met als gevolg dat hun prestaties eronder lijden. In termen van cognitief presteren hebben mensen een gemiddelde nodig; van complete openheid tot een gesloten werkomgeving. Afhankelijk van jouw stemming of de activiteit die je doet past een werk- of organisatievorm het beste bij je. De NRC

columnist Japke Bouma vroeg me of kantoortuinen slecht voor je gezondheid zijn. Dat vind ik te kort door de bocht. Uit onderzoek blijkt dat mensen behoefte hebben aan diversiteit aan mensen en plekken net als in een natuurlijke omgeving. Elk type sociale interactie of arbeid heeft zijn eigen setting nodig. Activiteit georiënteerd werken in een open werk­ omgeving wordt als managementinstrument vaak

“Gebouwen krijgen steeds meer menselijke eigenschappen, terwijl de gebruikers verdingen”

verkeerd gebruikt. Het is niet zo dat daarmee per definitie de communicatie onderling bevorderd wordt, want het tegendeel is namelijk ook bewezen; het belemmert ook de communicatie. We zijn nu betrokken bij de evaluatie van de flexibele werkplekstructuur bij het grote Rijkskantoor Rijnstraat 8 in Den Haag met onder andere het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Veel mensen op een beperkte hoeveelheid werk- en overlegplekken. Op een moment dat je schaarste in je huisvesting introduceert krijg je allerlei neveneffecten en moet je dat ook managen. Bijvoorbeeld wanneer je stelt dat medewerkers 40% buiten bij de klant of thuis moeten werken. Ik zie te vaak dat problemen vervolgens bij de facilitaire of vastgoedafdeling worden gelegd. En dan komen er oplossingen met flexibele wanden, andere meubels of zogenaamde andere concepten van dienstverlening. Er zal altijd schaarste zijn, maar hoe ga je daar mee om? De ethiek van het top- en middenmanagement rond de werkplek is daarbij een belangrijk thema. In Duitsland noemen ze dat Chefsache, wanneer het er echt om gaat. En dat is ervoor te zorgen dat een omgeving medewerkers faciliteert om op een gezonde en goede wijze het werk te doen. Niet als lapmiddel of verleidingstrategie, maar als een bewuste keuze om de doelen van de organisatie te halen. Mensen doen er toe en gebouwen zijn een middel om die mensen adequaat te faciliteren. Dat betekent dat de directie of het management op de zeepkist gaat staan, uitlegt waarom keuzen gemaakt worden en in het gedrag voorop gaat.” Kijk voor meer informatie op cfpb.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

11


Tekst Chantal Pieterse

Wat willen middelbare scholieren eigenlijk? “De school zegt op de website dat iedereen zich thuis moet voelen. Dit moet ook terug te zien zijn in het gebouw door bijvoorbeeld zachte banken, verlichting en plantjes,” benadrukt een leerling uit het voortgezet onderwijs. Chantal Pieterse, stagiaire bij ICSadviseurs vanuit Wageningen University, deed onderzoek naar hoe leerlingen hun huidige schoolomgeving ervaren en wat zij een ‘ideale’ schoolomgeving vinden.

L

eerlingen benoemen vooral aspecten gerelateerd aan lay-out, meubilair en uitstraling. Zo wensen zij bijvoorbeeld een huiselijke sfeer. Maar er is meer. Leerlingen willen zich comfortabel kunnen verplaatsen in het gebouw en merken het direct als iets niet schoon is. Ook moet er een diversiteit zijn aan plekken waar leerlingen kunnen leren, samenwerken en ontspannen. Dit blijkt uit interactieve sessies georganiseerd op 10 middel­ bare scholen waaraan 98 leerlingen deelnamen. Het is waardevol om bij veranderingen in de fysieke schoolomgeving input van leerlingen te verzamelen. Door met hen in gesprek te gaan kon goed een relatie worden gelegd tussen de uitkomsten en het omgevingscomfort model van Vischer (2008). Zij veronderstelt dat een ontwerp rekening moet houden met de drie lagen van omgevingscomfort (fysiek, functioneel en psychologisch) omdat gebruikers hun omgeving als holistisch ervaren.

BASISCONDITIES De eerste laag van omgevingscomfort is fysiek comfort. Dit bevat de basisbehoeftes van de leerling zoals veiligheid, hygiëne en bereikbaarheid. Aspecten als duidelijke bewegwijzering, grote ramen met mooi uitzicht, een comfortabele temperatuur en een logische indeling van het gebouw worden als positief ervaren. Te warm of te koud, smalle gangen en trappen, vieze toiletten en een kleine fietsenstalling moeten worden vermeden. Een leerling: “Er zijn maar twee trappenhuizen en de trappen zijn smal. Omdat iedereen op tijd in de les wilt zijn wordt er geduwd. Hierdoor voel ik mij niet veilig.” Opvallend is dat leerlingen vooral negatieve ervaringen benoemen. Een verklaring hiervoor is dat omgevingsfactoren zoals ramen, licht, temperatuur en geluid basiscondities van de schoolomgeving zijn en alleen worden opgemerkt wanneer er iets niet klopt.” OMGEVING PASSEND BIJ DE ACTIVITEIT Functioneel comfort is de middelste laag en gaat over de mate waarin de omgeving de leerling ondersteunt in zijn of haar activiteiten. Leerlingen geven aan dat

Een zitzak is fijn als je even een boek wilt lezen of om met je laptop lekker een beetje achterover te zitten. Foto BDG Architecten

12

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

Omgevingscomfort (Vischer, 2008)


BESTUUR EN BELEID

“Een ontwerp moet rekening houden met de drie lagen van omgevings­ comfort, om­ dat gebruikers hun omgeving als holistisch ervaren”

Het is fijn om hokjes te hebben waarin je niet afgeleid wordt, maar waar je ook niet helemaal afgesloten bent van de rest. Foto VELUX/Wim Hanenberg

de grootte van de ruimte en de hoeveelheid meubilair moeten matchen met het aantal personen dat aanwezig is. In de aula zijn vaak onvoldoende zitplekken beschikbaar. Gevolg is dat leerlingen op de grond moeten zitten of in de gang hangen. Leerlingen vinden het fijn wanneer ruimten een duidelijke functie hebben. Er is behoefte aan plekken waar in stilte gewerkt kan worden zoals een bibliotheek. Deze ruimten zijn een aanvulling op de klaslokalen en aula en hier is een andere sfeer en uitstraling gewenst. “Een zitzak is fijn als je even een boek wilt lezen of om met je laptop lekker een beetje achterover te zitten.” Omdat er steeds meer geleerd wordt met de laptop zijn voldoende stopcontacten en een snelle, goede Wi-Fi verbinding onmisbaar. HET BELANG VAN LAY-OUT De derde en meest complexe laag is psychologisch comfort. Aan de basis hiervan staat het concept territorialiteit met thema’s zoals privacy, controle, personalisatie en de mate waarin de omgeving als te vol of druk wordt ervaren. Lay-out van ruimten speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol. Een overzichtelijke, begrijpelijke ruimte kan gevoelens van drukte verminderen. Dit geldt vooral voor de gangen, trappen en aula omdat dit de plekken zijn waar veel leerlingen zich op hetzelfde moment verplaatsen. Daarnaast willen leerlingen het liefst de hele dag door alle ruimten op school kunnen gebruiken. Bereikbaarheid van het kluisje is belangrijk en ze willen de keuze hebben om op veel plekken pauze te houden in plaats van alleen in de aula. Er is tijdens de pauze of na schooltijd ook behoefte aan stilte werkplekken. Voor zowel zelfstandig (geconcentreerd) werken als

groep/projectwerk is een mix van open en gesloten werkplekken gewenst. Als voordeel van open werkplekken benoemen leerlingen dat het overzichtelijk is en dat ze er makkelijk een klasgenoot of leraar om hulp kunnen vragen. Gesloten werkplekken bieden meer privacy, zowel visueel als akoestisch, waardoor leerlingen minder snel zijn afgeleid. Een nadeel is dat zij zich hierdoor sneller alleen of opgesloten voelen. “Het is fijn om hokjes te hebben waarin je niet afgeleid wordt, maar waar je ook niet helemaal afgesloten bent van de rest.” DE SCHOOL ALS EEN SOORT VAN ‘THUIS’ Leerlingen willen zich welkom voelen en waarderen het als de identiteit van de school terug te zien is in de fysieke omgeving. Zowel meubilair en inrichting als de sfeer en uitstraling (kleurgebruik, materialen en decoratie) leveren hier een bijdrage aan. “De aula is leuk omdat er foto’s hangen van oud-leerlingen.” Tijdens de gesprekken met leerlingen kwamen diverse manieren van personalisatie in de school­omgeving naar voren. Het kluisje blijkt van grote waarde omdat dit veelal het enige in de school is dat echt van hen is. “Wat mij heel chill lijkt zijn van die lange Amerikaanse kluisjes”… “Ja, dat is handig, dan kan je er echt je eigen plekje van maken.” Daarnaast is het gewenst dat het klaslokaal uitstraalt welk vak er wordt gegeven. “De lokalen zien er gezellig uit met posters. Hierdoor kan je zien welk vak er wordt gegeven.” Tot slot vinden leerlingen het leuk om zelfgemaakte kunst of meubels terug te zien in de school. Ook stagelopen bij ICSadviseurs? Kijk verder op www.icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

13


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martine Sprangers Fotografie

LICHT, LUCHT EN KLEUREN IN HET GRAAFSCHAP COLLEGE

Over vervagende grenzen en de kracht van beleving

Een debat over beleving, binnenklimaat en het effect op de leerprestatie. Aanwezig in de nieuwbouw van het Graafschap College in Doetinchem: drie bevlogen experts, gebruikers met ervaring en een kritische groep toehoorders om mee te debatteren. Conclusie: wanneer mensen ergens in geloven kan er iets moois groeien dat ook werkt. Dat zie je terug in het gebouw.

G

astheer is hoofd faciliteiten en huisvesting Hans Tomesen van het ROC Graafschap College. Marthijn Reekers van VELUX Modulaire Lichtstraten en interieurarchitecte Tamara van der Valk van cepezedinterieur staan hem bij. Hans trapt af: “We bedienen als ROC ruim

14

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

10.000 studenten, die in 12 gebouwen van samen zo’n 60.000 m² onderwijs volgen. Doetinchem heeft mooie gebouwen en wij wilden voor de nieuwbouw Sport & Bewegen en Veiligheid & Vakmanschap ook een aansprekend gebouw neerzetten. Maar alleen mooi is niet genoeg. Installatietechniek


BESTUUR EN BELEID

“Eisen en normen gaan uit van functies en niet van gebruikers”

en binnenklimaat zijn essentieel voor het goed functioneren van een gebouw. De opleidingen kwamen uit een noodgebouw uit de jaren ‘60. Qua licht, lucht en kleur zaten die aan de onderkant van de markt. We zochten een nieuwe plek en uiteindelijk werd het deze locatie op Sportpark Zuid met aan de overkant de sportarena met sporthallen, turnfaciliteiten, een dojo en de sportvelden. We noemen het hier ook wel klein Papendal; door deze plek konden we ook efficiënter bouwen, omdat we faciliteiten op de campus konden gebruiken.”

GEEN ZIN IN PROBLEMEN Hans verder: “We wilden naast een gezond ook een toonaangevend gebouw met een iconische uitstraling. Met een set aan stevige uitgangspunten hebben we bewust eerst de architect geselecteerd en niet gedacht in pakketten waarbij je met de keuze voor een aannemer ook de architect erbij krijgt. We wilden bijvoorbeeld een efficiënt gebouw met een bruto/netto factor van 1.25 in plaats van normaal 1.4, zodat er meer ruimte zou zijn voor het onderwijs. Dat zie je terug in de integratie van de kantine met de trap en de studieruimten onder de trap. Ruimtelijk en toch compact en samenhangend uitgevoerd. Het gebouw is zomer 2018 opgeleverd en we kunnen nu stellen dat we het goed hebben gedaan. Met het bestuur hebben we recent nog de succesfactoren benoemd: het begint met een stevig programma van eisen dat je in de markt zet, waarbij de normen voor Frisse Scholen uitgangspunt waren. Daarnaast moet je een goede bouwmanager hebben, die zorgt dat wat opgeschreven is er ook komt. Vertrouwen is goed, controle is beter. Zo hebben we het werk van de installateurs per meter gecontroleerd, in een goede sfeer en met de goede uitleg. Als het niet goed gaat en iedereen weg is, komen de problemen altijd op het bord van het hoofd faciliteiten en huisvesting en daar had ik geen zin in. Het belangrijkste is dat de verschillende partijen een proactieve houding hebben en actief meewerken en meedenken. Dan kan er iets moois ontstaan. Ik heb gebouwen gehad met 1.200 opleverpunten, hier paste alle opleverpunten op één A4’tje en is het gebouw met een goed gevoel aan de opleidingsmanagers en gebruikers overgedragen. Ik weet zeker dat een goed binnenklimaat positief werkt op de leer- en werkprestaties van collega’s en leerlingen. Er zijn nog geen exacte cijfers over minder ziekteverzuim, minder voortijdige schooluitval of betere leerprestaties, maar we monitoren die aspecten wel.” TEVREDEN GEBRUIKERS 4e jaar student sport en bewegen Pien Tiekken knikt: “In het oude gebouw was het binnenklimaat slecht; soms was het superwarm en kon je je niet goed concen­treren. Hier is het prettig en de sfeer is informeel vergeleken bij die in het oude gebouw. Daar was het vaak donker terwijl het licht je hier overal tegemoet komt. Je komt binnen en het voelt goed.” Everhard Maalderink is coördinator van het BPV- en examenbureau, hiervoor was hij 11 jaar beheerder van het studiecentrum: “We hebben geen desktop computers meer. Iedereen heeft zijn eigen laptop en dat werkt veel beter. De wifi is goed en we hebben eigenlijk geen ICT-problemen meer. Wanneer een docent een les wil beginnen werkt de techniek gewoon. Daarnaast is de akoestiek hier erg prettig. In de kantine en op de atriumtrappen zit iedereen bij elkaar, maar als je de deur van een kantoor of klaslokaal dichtdoet hoor je daar niets meer van.” Conciërge Marco Roording: “Wanneer de wifi goed werkt, de temperatuur op orde

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

15


is en de koffie goed is, heb je tevreden medewerkers. Op de hete dagen in de zomer was het binnen lekker 21 graden. Het natuurlijk licht geeft mij enorm veel energie. Via de modulaire lichtstraten (mls) in het atriumdak valt echt heel royaal daglicht binnen.” KWALITEIT VAN DAGLICHT Marthijn Reekers is architect daglicht en binnen­ klimaat bij VELUX MLS: “Onze modulaire lichtstraten

zijn er via cepezed ingekomen. Het is erg belangrijk dat een architect met de kwaliteiten van daglicht kan werken. Daglicht is bepalend voor het welbevinden van mensen.” Marthijn laat het filmpje ‘The indoor generation’ zien, dat aantoont dat we gaandeweg steeds meer naar binnen zijn gaan leven. “Ik breek graag een lans voor het gezonde verstand. De Openluchtschool van Jos Bedaux uit 1952 in Goirle liet al zien hoe belangrijk de relatie met buiten en daglicht is. Maar de afgelopen decennia zijn we gebouwen steeds meer vanuit de normen en regelgeving gaan benaderen en niet meer vanuit ons bewustzijn. Eisen en normen gaan uit van functies en niet van gebruikers. De norm stelt dat 300 lux voldoende is om te lezen, maar je hebt tussen de 2.000 en 20.000 lux nodig om echt te groeien, te presteren en beter te worden. Daglicht is van de natuurlijke elementen de grootste factor in hoe je je voelt en hoe je presteert. Alleen al het feit dat je uitzicht hebt op groen doet de leerprestatie tot 25% toenemen. Het linkt ons met tijd, plaats, weer en jaargetijde, wat ons onbewust rust geeft. Goed daglicht zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat daglicht onze biologische klok reset, omdat die niet gelijk loopt met onze 24 uurs klok. Het gaat er heel erg om hoe je daglicht gebruikt en welke kwaliteit je ervan gebruikt. Werken met daglicht vereist nadenken over de toepassing ervan. Dat vind ik goed aan de normen voor Frisse Scholen, die hoge ambities stellen als startpunt. In navolging van Frisse

16

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

Scholen, starten we in Nederland binnenkort pas — door middel van nieuwe regelgeving voor alle gebouwen — met daglichtfactoren om kwantitatief daglicht in gebouwen te bepalen. In Denemarken zijn ze verder en spreken ze nu al over kwalitatieve daglichtfactoren, omdat niet overal het licht gelijk in kwaliteit moet zijn. Soms heb je veel wit licht nodig om alert te blijven en aandachtig te kunnen luisteren. Soms juist minder en warmer licht

om bijvoorbeeld geconcentreerd een opgave voor jezelf te kunnen maken. In deze school hebben we modulaire lichtstraten met zonwering en screens toegepast. Het daglicht in het hart van het gebouw is zo te reguleren via het gebouwbeheersysteem. Wist je dat daglicht van boven twee keer zoveel oplevert als licht via de gevel?” IDENTITEIT IN ALLE LAGEN Interieurarchitecte Tamara van der Valk: “De leeromgeving is vooral ook een fysieke beleving. Ik zie dat er steeds meer overlap ontstaat met andere typen omgevingen, zoals van restaurants, stations of werkplekken binnen de zakelijke dienstverlening. Je ziet ook veel overlappen tussen basis- en universitair onderwijs; werelden vervloeien met elkaar en de leeromgeving staat qua beleving niet meer op zichzelf. Vroeger zag je harde grenzen tussen functies. Die functies waren bovendien statisch en analoog en een opleiding bereidde je vooral voor op bekende be­roepen. Maar het onderwijs is inmiddels veel meer fluïde en daarnaast sterk gedigitaliseerd. Nu is de leer­omgeving dynamisch en activiteitgericht, er is meer interactie, er wordt meer samengewerkt en ruimten moeten vooral ook efficiënter en multifunctioneler zijn. Die grenzen van vroeger zijn vervaagd. Digitaal ontdekken vraagt ook om een nieuw soort omgeving, waarin je een plek zoekt die aansluit bij je behoeften op dat moment. Een ruimte moet van-


BESTUUR EN BELEID

zelfsprekend voelen. Naast kleur, geluid, vorm en het soort toegepaste materialen is daglicht daarbij heel belangrijk. Je ontwerpt een compositie van prikke­lingen en zoekt daarbij voor iedere plek naar een niveau dat past bij het type en de intensiteit van de activiteit die er plaatsvindt. Maar in een wereld waarin overal geleerd en gewerkt kan worden, zijn eigenheid en een voel­bare identiteit ook van belang. Identiteit is een belangrijk sociaal bindmiddel. Bij

RISICO’S KENNEN Michael Kleine, Education Lead van specialist in digitale netwerken Cisco, is nieuwsgierig naar de kennis over digitalisering en de keuzen die de school op dat gebied maakt. Hoe is de bezetting en benutting van het gebouw en is het gebouw smart genoeg? En in hoeverre is het onderwijs gedigitaliseerd? “Jongere docenten werken al veel makkelijker met digitale media, terwijl oudere docenten daarin

het Graafschap College was het spannende om het karakter van twee heel verschillende opleidingen te combineren binnen één totaalbeleving. Het snelle van Sport & Bewegen en het stoere van Veiligheid & Vakmanschap (VeVa) vind je overal terug: in de totale look & feel, maar ook in de vaste en losse inrichting. Rubberen vloeren verwijzen naar de rubberen schoenen die de VeVa’ers dragen. De balustradenetten in de kantine verwijzen naar de trainingsactiviteiten van Sport & Bewegen. Dat soort referenties zit in alle materialen verwerkt, waardoor je één samenhangend verhaal krijgt. Leerlingen en docenten van beide opleidingen hebben daarnaast zelf citaten aangeleverd die hen inspireren. Die hebben we subtiel verwerkt in de privacyfolies op de glazen binnenwanden. Zo zijn verschillende gradaties van doorzicht en afscherming ontstaan en zijn functionaliteit en identiteit ook helemaal ver­weven. Kers op de taart is de cortenstalen gevel die het gebouw als een vertakte boom omarmt. De hoge mate van transparantie en het vele daglicht maken dat je je overal goed kunt oriënteren en op ieder moment goed weet waar in het gebouw je bent. In de gangen beweeg je altijd naar het licht toe, terwijl de gangzones het licht ook nog eens reflecteren. Over alle elementen is echt goed nagedacht en met alle flexibiliteit en multi­functionaliteit die het gebouw heeft, past het toch echt helemaal bij zijn gebruikers. Een leeromgeving moet vooral een vertrouwde thuishaven zijn en een plek waar mensen zich veilig voelen.”

vaak achterblijven”, stelt Everhard. Tamara signaleert dat leveranciers steeds vroeger in het proces betrokken worden en dat dat goed is; leveranciers hebben de kennis en ervaring en innoveren snel. Karin van Oort, voorzitter College van Bestuur van Stichting Carmel College: “Circulair en vooral integraal denken wordt steeds belangrijker. Gek eigenlijk dat we sinds het totaalconcept van Frank Loyd Wright weer zo afgegleden zijn naar een puur functionele en economische benadering.” Michael knikt: “Daarin zie je het verschil tussen het middelbaar en hoger onderwijs. In het hoger onderwijs kun je vragen veel holistischer benaderen, maar is er vaker een enorme interne strijd over de verschillende belangen.” Vervolgens gaat de discussie nog over de voor- en nadelen van verschillende typen aanbestedingsvormen. Aantrekkelijk lijkt de vorm waarbij je ook het onderhoud en de energie mee aanbesteed. “Maar ik ken aannemers die failliet zijn gegaan en dan heb je als opdrachtgever wel een probleem,” stelt Hans, om vervolgens de bijeenkomst met een wijs advies af te sluiten: “Elke constructie heeft zijn voor- en nadelen. Je moet vooral vooraf je risico’s goed calculeren en in ambities vastleggen waar je naartoe wilt.” Kijk voor meer informatie op velux.nl/modulairelichtstraten. Kijk voor het filmpje The Indoor Generation op youtube.com/ watch?v=ygHU0mQGuJU.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

17


Column

Schooldomein internationaal

HOE DOEN ZE HET IN ITALIË? Hoe is het gesteld met onze onderwijshuisvesting in relatie tot andere landen? Hier strijden de besturenorganisaties en de VNG met de overheden om een goede bekostiging van ons onderwijs en duurzame leeromgevingen. Vanaf het MBO ligt het eigendom bij de instelling zelf, geregeld in een algehele

één of meer scholen onder zijn hoede hebben; waarbij Italië ook scholengemeenschappen kent waarin peuterspeelzalen, basisscholen en middenscholen zijn samengebracht. Het onderwijssysteem in Italië staat op de 32e plaats in de wereld, terwijl het Nederlands

“Samenvattend is Italië een prachtig land, maar wij winnen het op het gebied van de kwaliteit van onderwijshuisvesting” lumpsumbekostiging. Schooldomein neemt elk nummer een ander land onder de loep. De eerste keer Italië. Ons stelsel van gescheiden verantwoordelijkheden en geldstromen wekt spanning ook op, omdat ambities per definitie onder druk staan. Daardoor worden partijen geprikkeld om samen oplossingen te zoeken. Die spanning en samenhangende ambitie is er minder in Italië; scholen beschikken er nauwelijks over eigen financiële middelen en hebben geen middelen om een eigen huisvestingsbeleid te voeren. Wel is er een zekere vrijheid het onderwijs in te richten. Iedere school valt onder een Circolo Didattico, vergelijkbaar met onze schoolleiding. Een Circolo Didattico kan

18

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

onderwijs op de 9e plaats staat (OESO). Het onderwijs in Italië is verplicht vanaf 6 tot 16 jaar en gratis vanaf de kindergarten tot de universiteit. Dit geldt overigens niet voor privé- en internationale scholen. Het onderwijs is als volgt georganiseerd: · Scuola primaria: de basisschool zoals wij die kennen. Kinderen gaan hier naartoe in de leeftijd van 6 tot 11 jaar. ·S cuola secondaria di Primo Grado: vergelijkbaar met de eerste fase van het voortgezet onderwijs. Deze opleiding duurt van 11 tot 14 jaar en vormt een brug naar de eindfase van het voortgezet onderwijs. Deze vorm van onderwijs heeft een oriënterend karakter.

· Liceo of Scuola Secondaria: Vergelijkbaar met voortgezet onderwijs in de tweede fase en duurt van 14 tot 19 jaar. Deze fase wordt afgesloten met het staatsdiploma, dat voor de toelating voor de universiteit verplicht is. · Istituti Tecnici e Professionali; Het technisch onderwijs is onderscheiden van het beroepsonderwijs. Technisch onderwijs (Istituti Tecnici) is algemeen vormend en theoretisch gericht. Beroepsonderwijs (Istituti Professionali) staat dichter bij de directe eisen van de arbeidsmarkt. Het technisch onderwijs duurt vijf jaar. Beroepsopleidingen zijn meestal driejarig. Nog bijzonder te vermelden is dat in Italië het aandeel thuiswonende studenten (ongeveer 73%) tot de hoogste binnen de EU behoort. Samenvattend is Italië een prachtig land, maar wij winnen het op het gebied van de kwaliteit van onderwijshuisvesting.

VERSCHILLEN NEDERLAND-ITALIË: IN ITALIË: · Gratis onderwijs vanaf 0 jaar (exclusief privéscholen) · Geen huisvestingsverantwoordelijkheid en middelen bij scholen · Kwaliteit onderwijs minder (ranking OECD) · Uitgestelde keuze vervolgonderwijs


Onderzoek naar relatie tevredenheid docent en kwaliteit werkomgeving

Z

ijn veel schoolgebouwen ingericht naar de wensen van de leerlingen en niet naar de wensen van de docenten? Dat is de vraag die drie groepen studenten zich stellen bij hun onderzoek naar de relatie tussen de docent en de werk- en leeromgeving.

Eduhuys

www.eduhuys.nl

Kort nieuws

onderwijshuisvesting

IT Asset Management

“… een groene, frisse school. Een duurzaam, flexibel

gebouw met een gezond en plezierig leerklimaat. Een school, waar leraren en leerlingen zich thuis voelen...”

De komende maanden werkt ICSadviseurs samen met studenten van de Vrije Universiteit (VU), richting Bestuur en Organisatie en het Center For People and Building (CfPB) uit Delft aan het onderzoek. De aanname is dat de wensen van leerlingen zwaarder wegen dan die van docenten bij de ontwikkeling van veel schoolgebouwen, wordt mogelijk ondersteund door het onderzoek van de Algemene Rekenkamer uit 2016 waarin de schoolgebouwen slechter worden beoordeeld door docenten dan door andere gebruikers.

Het nieuwe werken Met dit gezamenlijke project willen de drie opdrachtgevers meer inzicht krijgen in de tevredenheid van docenten met betrekking tot het schoolgebouw als leer- en werkomgeving. Een belangrijke vraag waarmee de studenten aan de gang gaan is: is er een verband tussen de tevredenheid over de leer- en werkomgeving en de werkdruk die in toenemende mate ervaren wordt? De drie groepen studenten doen respectievelijk onderzoek naar de ervaring van leerkrachten met hun veranderende werkomgeving, naar de mate van personaliseren van de werkplek in het voortgezet onderwijs — waarbij ook leerpunten uit het nieuwe werken in de zakelijke sector worden betrokken — en ten slotte naar de relatie tussen het gebruik van nieuwe technologieën en de beleving van de werkplek. Medio mei zijn de studenten klaar met hun onderzoek en zullen zij met wetenschappelijk onderbouwde observaties en adviezen komen. Als opdrachtgevers fungeren Sibo Arbeek en Ieke Koning namens ICSadviseurs, directeur Wim Pullen namens het CfPB en dr. Sytze Kingma namens de VU. Meer informatie: Sibo Arbeek, 06 22267795 of sibo.arbeek@icsadviseurs.nl.

Bezoekadres

T (073) 6924435

Hintham 156

E info@eduhuys.nl

5246 AK ‘s-Hertogenbosch

W www.eduhuys.nl

www.eduhuys.nl SCHOOLDOMEIN

maart 2019

19


Grafisch Lyceum Utrecht

Fontys R3 Eindhoven

Fontys S3 Eindhoven

GISPEN CREËERT ONDERWIJSOMGEVINGEN DIE MOTIVEREN EN STIMULEREN Van voortgezet onderwijs tot universiteit: dé basis voor een effectieve onderwijsomgeving vormt een prettige fysieke ruimte. De leeromgeving van de toekomst is in onze ogen een plek die docenten en studenten, leerkrachten en leerlingen de ruimte geeft om aan de slag te gaan waar, wanneer en hoe zij dat willen. Om zo samen te ontdekken, discussiëren, improviseren en inspiratie uit te wisselen. Zo wordt leren persoonlijker, interessanter en leuker. Gispen heeft een gespecialiseerd Onderwijsteam in huis dat dagelijks bezig is met vraagstukken vanuit zowel hogescholen en universiteiten als het voortgezet onderwijs. Wij begeleiden u van inspiratie, creatie en realisatie tot en met beheer en revitalisatie. Ons Onderwijsteam denkt met u mee over uw huidige situatie en anticipeert op de toekomst. Haagse Hogeschool

Neem vandaag nog contact met ons op: info@gispen.nl

Fontys R4 Eindhoven Fontys R4 Eindhoven

www.gispen.com | www.roomtolearn.nl


Kort nieuws

Column

Een tweede leven voor een bijzondere stoel

D

an heb je als business seat ruim 20 jaar dienst gedaan in de ArenA, heb je alle sportieve en culturele pieken en dalen meegemaakt, heb je ontelbare founders en licentiehouders, maar ook vele bekende persoonlijkheden van een comfortabele plek voorzien en dan mag je aan het einde van jouw levenscyclus op voor een tweede leven. En wat voor leven! De Johan Cruijff ArenA wil vanuit haar duurzame en circulaire visie alle materialen die aan het einde van de levenscyclus zijn hergebruiken, een nieuwe bestemming geven, of recyclen. Presikhaaf Schoolmeubelen is een Sociaal Maatschappelijke PSO trede 3 gecertificeerde onderneming. Zo werd in onderlinge samenwerking voor de ongeveer 2.000 Business Seats een nieuwe bestemming gevonden. De Johan Cruijff ArenA en Presikhaaf Schoolmeubelen hebben na een succesvolle campagne met de kunststof klapstoeltjes uit de ArenA, besloten om in vervolg hierop ook van de Business Seats weer een mooie stoel, liever gezegd een fraaie fauteuil te maken. Daarbij liet Presikhaaf Schoolmeubelen zich inspireren door een Nederlandse Design klassieker van haar zusterbedrijf Gispen, de 405. Er is een prachtig verchroomd frame gemaakt, met armleggers met daarop echte bakelieten armsteunen waarin de originele zitting en rug van de Business Seats gemonteerd zijn. De stoelen zijn beschikbaar in het blauw, rood en grijs. Het bijzondere is dat het (oude) ArenA logo in de rug zichtbaar is. En het stoelnummer zit er natuurlijk nog op. De verkoopprijs incl. btw is e 229,-. Meer informatie krijgt u via lnkd.in/gSJ_P2S.

TRENDS IN ONDERWIJSLAND Jaarlijks publiceert DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) in december actuele deelnamecijfers van leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs. De uitsplitsing naar onderwijssoort en vestigingsplaats voor de leerjaren 3 en 4 vormt het meest interessante onderdeel van dit jaarlijks overzicht. Door de geregistreerde aantallen in opeenvolgende jaren te vergelijken, ontstaat een beeld van groei of krimp en de verhouding tussen avo en beroepsgericht onderwijs. De trend is een dalende deelname aan het vmbo (minder dan 50 % van de leerlingenpopulatie in leerjaren 3 en 4). Opvallend is echter dat binnen het vmbo de deelname aan de mavo-stroom verhoudingsgewijs groter wordt en dat – verhoudingsgewijs - een aantal ‘harde’ technische vmbo-profielen het ook goed doen. Beginnen de investeringsmaatregelen van het ministerie van OCW hun vruchten af te werpen? Met enige regelmaat biedt ditzelfde ministerie belanghebbenden en belangstellenden de mogelijkheid om over wetsvoorstellen en maatregelen hun mening te geven. Deze internetconsultatie is dan ook een geliefd middel geworden om reacties uit het ‘veld’ te krijgen. Recente voorbeelden zijn de consultaties rond de wetsvoorstellen ‘Gelijke kans op doorstroom vmbo-havo’ en ‘Doorlopende leerroute vmbo-mbo’. Hoe nuttig en maatschappelijk wenselijk het ook lijkt om direct betrokkenen – denk aan leerkrachten – de mogelijkheid te bieden rechtstreeks een mening te geven en opmerkingen te plaatsen, het blijft een opmerkelijk fenomeen. Aan de wetsvoorstellen zijn namelijk diverse onderzoeken en tientallen gesprekken met Kamerleden en representatieve onderwijsorganisaties vooraf gegaan. Dus waarom dan toch die internetconsultatie? Het geeft een referendum-gevoel, terwijl je verwacht dat er bij OCW voldoende veldkennis, deskundigheid en toekomstvisie is om uitgebalanceerd beleid aan de Tweede Kamer voor te leggen. Of is er twijfel over de kennis van Kamerleden en de representativiteit van de onderwijsorganisaties? Eenzelfde aarzeling lijkt ook te bestaan rond oplossingen voor het toenemend tekort aan leraren en docenten in po, vo en mbo. Zijn de hoogte van salaris en de werkdruk, zoals ‘PO in Actie’ en sommige onderwijsbonden betogen, de redenen dat jongeren een onderwijsloopbaan mijden, of vermoedt men nog andere redenen? Dit laatste lijkt het geval te zijn. De vele onderzoeken en rapporten die in januari 2019 gelijktijdig met de Kamerbrieven ‘Arbeidsmarkt Leraren’ en ‘Lerarenbrief’ zijn verschenen, wekken de indruk dat geen enkel detail van de problematiek onopgemerkt blijft en dat een scala voor-elkwat-wils-oplossingen mogelijk is. Overigens opvallend dat salaris en werkdruk nauwelijks als grote knelpunten genoemd worden. Toch maar weer een internetconsultatie? Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

21


Oog voor verbinding en omgeving is het thema van deze Schooldomein. In de rubriek Architectuur en verbeelding geven architecten mooie voorbeelden daarvan.

PIETER WAIJER, VAN HOOGEVEST ARCHITECTEN Het Integraal Kindcentrum Juliana is een kleine school in Barneveld dat de vorm heeft gekregen van een huis. Een heel groot huis welteverstaan. Het hart van dat huis wordt gevormd door een hoge, lichte hal die mensen én omgeving met elkaar verbindt. Vanuit de hal worden de lokalen en ateliers ontsloten. Het is op deze plek dat scholieren, docenten en ouders elkaar ontmoeten, in het voorbijgaan, voor een gesprek of een activiteit. Het komt regelmatig voor dat ouders in de hal blijven praten als ze hun kroost hebben afgeleverd. De juf of meester moet hen dan naar buiten dirigeren. Het is het beste bewijs dat de ruimte wérkt, als plaats van verbinding en ontmoeting. Ook op een grotere schaal is het juist de centrale hal, de holte in de massa, die het gebouw met zijn omgeving verbindt. Allereerst is er natuurlijk de brede glaspui aan de straatzijde waarachter het leven in de school zichtbaar is. Het doorzicht van het venster van binnen naar buiten wordt versterkt door het ‘podium’ dat enkele treden hoog is en aanwezig is over de volle breedte van de pui: de éne helft binnen en de andere helft buiten de gevel. Het podium is de drempel die de verbinding van de openlucht, de omgeving, met de ruimte van de centrale hal markeert.

22

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

STEEF LUIJTEN, LUIJTEN-SMEULDERS-ARCHITECTEN TILBURG De leefbaarheidsorganisatie Coöperatie Esbeek en de gemeente Hilvarenbeek werden in 2012 geconfronteerd met het feit dat de in Esbeek centraal gelegen monumentale kerk haar functie ging verliezen. Om het dorpshart van Esbeek met een duurzame functie nieuw leven in te blazen, plaatsten zij de plaatselijke school in het vrijkomende gebouw. Een kerk is een samenkomstgebouw en op het 1e oog lijkt dat ook voor een school het geval. Verondersteld werd dat het monument zich met slechts beperkte aanpassingen voor die nieuwe functie zou lenen. Niets bleek minder waar. Kerkse typeringen als introvert, donker en galmend staan haaks op dat wat een school wil zijn: extrovert, licht en comfortabel en waar voor de beide laatsten technische oplossingen denkbaar zijn, is verbinding en openheid een ruimtelijke opgave.

De hoge ramen die de kerk kenmerkten boden daglicht maar geen contact met de buitenwereld. Met een in monumentale optiek zeer forse ingreep in de buitenwanden waarbij nieuwe raamopeningen onder de bestaande ramen zijn gemaakt, is een relatie tussen de school en het dorp tot stand gebracht. De dynamiek van school en dorp zijn hierdoor wederzijds waarneembaar. Als een nieuwe, eigentijdse laag zijn de ramen in de vorm van erkers op de bestaande gevel aangebracht. Hierdoor ervaar je van binnenuit de dikte van de kerkmuren en loop je als het ware naar buiten om het contact met het dorp tot stand te brengen. Omgekeerd laten de erkers aan het dorp de waarneming van een kleur­ rijke schoolgemeenschap toe, zij vormen dé ver­ binding met de omgeving.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

23


Tekst Benchmarkteam Onderwijs

Verbinden door te vergelijken In juli 2018 is het rapport Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden van de Onderwijs­raad verschenen en raadt de sector als geheel aan, maar individuele onderwijsinstellingen in het bijzonder, om te leren van elkaar door zich te vergelijken. Benchmarking en benchlearning, nu al bij de meeste scholen bekend, worden hierdoor steeds onmisbaarder in het onderwijs. In dit artikel: Wat maakt een Benchmark effectief? Experts van Berenschot geven een voorproefje van de nieuwste ontwikkelingen.

D

e Onderwijsraad constateert dat ‘de discussies over bestedingen in het onderwijs lijden onder […] gebrekkig inzicht in hoe onderwijsinstellingen middelen besteden’. Het uitvoeren van een breed en gefundeerd benchmarkonderzoek is daarmee meer urgent geworden. Het inzicht in de bestedingen is - zo constateert de Onderwijsraad - matig omdat er nauwelijks koppeling is tussen doel en uitgave, maar ook omdat een beeld over de redelijke hoogte van de uitgave ontbreekt. Daarom wordt de suggestie gedaan onderwijsinstellingen te helpen met benchmarks en normeringen. Sinds 2004 biedt Berenschot door benchmarks onderwijsinstellingen inzicht in overhead en prikkelt staf en directie met een frisse blik op management van bedrijfsvoerings- en onderwijsprocessen. Frank Gortemaker, projectleider: “Berenschot is open en kritisch op het fenomeen overhead en stelt dat overhead belangrijk is om bedrijfsprocessen goed te kunnen uitvoeren. Te veel overhead is onwenselijk, maar ook te weinig leidt tot problemen: dan wordt de organisatie niet bestuurd en ondersteund.”

Frank Gortemaker

Met de benchmark verkrijgt de onderwijsinstelling niet alleen inzicht in zichzelf, maar ook hoe dit zich verhoudt tot soortgelijke onderwijsinstellingen. ZUIVERE DISCUSSIE Voor een zuivere discussie over de overhead is het van belang dat iedereen daaronder hetzelfde verstaat. En juist dat is niet het geval, met veel begripsverwarring tot gevolg. Het is immers moeizaam discussiëren, wanneer de ene gesprekspartner bij overhead denkt aan alle uren die niet ingezet worden om voor de klas te staan, terwijl een andere gesprekspartner het heeft over alle functies op het bestuurskantoor. Daarbij is nog niet eens belangrijk wat goed of fout is, maar wel dat een gemeenschappelijke taal nodig is om de discussie zuiver te kunnen voeren. Maar hoe werkt dat dan? In de benchmarks creëert Berenschot een gemeenschappelijke taal door te werken met een uniforme categorisering van functies, taken en kosten. De formatie en kosten van alle instellingen worden aan de hand van begrippen en definities gecategoriseerd. Dat is de eerste stap naar

24

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


BESTUUR EN BEDRIJFSVOERING

vergelijkbaarheid. De tweede stap is het creëren van kengetallen. Door capaciteit en werklast te verbinden wordt een verhouding weergegeven die onafhankelijk is van de grootte van een instelling. De derde en laatste stap is kiezen van de referentiegroep waaraan een instelling zich wil meten. Bij referenties is het van belang dat er een relevante selectie wordt gemaakt van instellingen. Het basisonderwijs is immers niet zonder meer vergelijkbaar met het speciaal onderwijs. Berenschot maakt referentiegroepen op basis van sector, omvang en onderwijsaanbod. BENCHMARKONDERZOEK In het benchmarkonderzoek worden geen kwalitatieve beoordelingen gedaan, zoals dat uw organisatie ‘te veel’ of ‘te weinig’ overhead zou hebben. Berenschot geeft met het benchmarkonderzoek wel informatie voor het sturen op een overhead die voldoende omvang heeft om de gewenste kwaliteit te leveren. Wij hanteren daarvoor twee ijkpunten, te weten het gemiddelde van waarnemingen in uw referentiegroep, maar ook de kwartielscore. Het gemiddelde geeft het punt waarop de 50% is bereikt in een (op omvang van de overhead) geordende set van waarnemingen en het kwartiel geeft het punt aan waarop 25% is bereikt. Indien uw overhead hoger is dan de referentie “Gemiddelde” dan kunt u zichzelf de vraag stellen of dit efficiënt is, gezien het feit dat ongeveer de helft van de deelnemende instellingen minder overhead heeft. Anderzijds kunt u zich, wanneer uw overhead lager is dan het kwartiel, de vraag stellen waarom driekwart van de deelnemende instellingen meer overhead heeft en in hoeverre uw organisatie in staat is om met deze omvang de gewenste kwaliteit te leveren.

“Overhead wordt vaak gezien als ‘te veel’ of overbodig voor het bieden van goed onderwijs, terwijl over­ head nood­ zakelijk is om elke organisatie te laten fungeren”

TECHNIEK VERBETERD Deze techniek wordt sinds 2004 tot tevredenheid van vele instellingen ingezet. Dit jaar is de benchmark verbeterd, zodat instellingen meer kunnen met de gegevens en minder tijd besteden aan de gegevensverzameling: · De gegevens kunnen rechtstreeks uit het HR systeem worden ingelezen. Hiermee reduceren we de tijdsbesteding met 85% tot ongeveer 4-8 uur per deelnemer. · De benchmarkuitkomsten zijn direct te zien nadat de gegevens zijn gevalideerd. · Deelnemers krijgen toegang tot een online omgeving waarin instellingen zichzelf eenvoudig kunnen vergelijken met een zelf samengestelde referentiegroep. Berenschot zet bewust in op benchlearning, zodat kennis wordt gedeeld en onderwijsinstellingen van elkaar kunnen leren door bijvoorbeeld good practices te delen. In de nieuwe benchmark wordt het portaal in plaats van het rapport centraal gezet. Nu kan de deelnemer zelf kennis vergaren over zijn peer group en daaruit conclusies destilleren. De mogelijkheid van een rapport blijft uiteraard wel bestaan, in sommige gevallen is het prettig als de analyse en conclusie wordt aangeboden. Wij merken echter in toenemende mate dat onderwijsinstellingen dit graag in eigen beheer nemen. De netwerkbijeenkomsten in combinatie met het portaal maken dit mogelijk. Wilt u meer weten over benchmarking voor uw onderwijs­ instelling? Neem contact op met het benchmarkteam Onderwijs of schrijf u nu nog in voor de benchmark: www.berenschotbenchmarking.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

25


Tekst bureau bos

Samen meer onderwijs­beleving creëren in Zierikzee Op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland wonen veel scholieren in een kleine kern. Door samen te ontwerpen ontstaat een school die volledig bij hun beleving en behoeften past.

“Eén van de meeontwerpende leerlingen: “Ik verheug me echt op een school met veel ruimte, frisse lucht en licht!” 26

I

SCHOOLDOMEIN

n Zierikzee is een bijzonder gebouw vol onderwijs en cultuur voor alle leeftijden aan het ontstaan. De bestaande samenwerking tussen de bibliotheek, het theater en de muziekschool van Campus Cultura en het Pieter Zeeman, een school voor voortgezet onderwijs, theorie en praktijk gericht, krijgt straks ruimte om te groeien in nieuwe huisvesting. Bovendien wordt deze alliantie uitgebreid met nog drie partijen: het speciaal basisonder­wijs van De Meie, het hoogbegaafdheidsonderwijs van Vitruvio en de kinderopvang krijgen ook plek onder het nieuwe dak. Er vormt zich zo een gebouw waarin bijzondere ontmoetingen plaatsvinden. Een publieke voorziening van formaat die een belangrijke rol speelt in de wijk, in de stad en op het eiland. EEN SCHOOL OP EEN EILAND Leerlingen op Schouwen-Duiveland fietsen dagelijks stad en land af voor hun onderwijs. Zij brengen veel tijd door in omvangrijke huisvesting in een stedelijke omgeving terwijl ze van huis uit vooral bekend zijn

maart 2019

met het kleinschalige en het dorpse. Van welke school dromen deze leerlingen? En welke vorm hebben onderwijs, cultuur, sport, ontmoeting en ontspanning dan? Hoe kunnen we huiselijkheid en kleinschaligheid bieden in een modern, contextrijk en veranderlijk onderwijslandschap? SAMEN ONTWERPEN De architecten en adviseurs van Bureau Bos zijn niet begonnen met tekenen, maar met bevragen en luisteren. Elke ontwerpfase van eerste schets tot en met bestek is tot stand gekomen in goed overleg met de betrokkenen. Zowel de leraren, de ouders en leerlingen van de scholen als ook de buurtbewoners, de leraren van de muziekschool en de adviseurs van de gemeente hebben mee-ontworpen. Telkens over de onderwerpen die in die fase belangrijk waren: van grof naar fijn en met de beleving van de gebruikers als prioriteit. Met eenvoudige en korte oefeningen kreeg men veel informatie boven tafel. De betrokkenen hebben elkaar tijdens dit proces op plezierige wijze beter leren kennen. Maar misschien nog wel het be-


ONTWERP EN INRICHTING

ZEEUWS KNOOPJE Het resultaat is een gebouw als een Zeeuws knoopje: opgedeeld in kleinschalige domeinen voor verschillende soorten onderwijs, sport en cultuur en verdeeld over het landschap. Tussen die kleinere delen ontstaat een verwarmde binnenstraat die ruimte biedt voor studie, ontmoeting en ontspanning. Patio’s in het daklandschap zorgen voor veel daglichttoetreding en bieden ruimte aan bomen. Zo wordt alles verbonden: klein en groot, praktijk en theorie, jong en oud, binnen en buiten, bezoeker en gebruiker, cultuur en onderwijs. Maar ook: zo behouden alle onderdelen hun eigenheid en kleinschaligheid.

langrijkst: deze aanpak heeft gezorgd voor een breed gedragen ontwerp. Het ontwerpen van een nieuw schoolgebouw is vaak onderdeel van een organisatorisch veranderproces; in het nieuwe gebouw wordt straks op een andere manier gewerkt. Door samen aan het gedroomde gebouw en terrein te ontwerpen, ontstaat het fundament onder dit veranderproces en onder de toekomstige samenwerking. HET PROGRAMMA Het samen ontwerpen startte met het organiseren van vier bijeenkomsten: het kader, het verhaal, het gebouw en de spiegel. Een bonte groep gebruikers werd uitgenodigd om deel te nemen. De bijeenkomsten draaiden om laagdrempelige ontwerp­ opdrachten en een selectie van korte documentaires over onderwijs, cultuur en architectuur. Bij de eerste bijeenkomst zijn twee referentieprojecten bezocht en besproken: welke keuzes zijn hier gemaakt en hoe zijn ze uitgepakt? Hiermee is bij de deelnemers een gezamenlijk referentiekader ontstaan. De tweede bijeenkomst werd benut om het verhaal van de toekomstige gebruikers te vertellen: hoe wordt het nieuwe gebouw straks beleefd en wat is daarvoor belangrijk? Tijdens de derde bijeenkomst schetsten, knipten en plakten de deelnemers hun ideale onderwijsomgeving: welke ruimten komen waar, wat is hun onderlinge relatie en zijn er wellicht ruimten te combineren? Op de vierde bijeenkomst heeft Bureau Bos haar bevindingen gepresenteerd en hielden zij de deelnemers als het ware een spiegel voor: dit is wat we van jullie gehoord hebben en daar past een dergelijk gebouw bij.

Zeeuws knoopje

PUBLIEKE VOORZIENING Een publiek gebouw als deze speelt een belangrijke rol in haar omgeving. Deze rol nog verder benadrukt door de ligging midden tussen een woonwijk, het stadscentrum, een evenemententerrein, een sportveld en een woonzorgcomplex. Het landschappelijk ontwerp is er daarom op gericht om gebouw en omgeving te verbinden en het parkachtige karakter van de omgeving te versterken. Zo zijn er nieuwe fiets- en wandelroutes gerealiseerd en is de routing van het autoverkeer geoptimaliseerd. Waterpartijen, groenpartijen en heuvels markeren pleinen en paden en zorgen voor een beheersbare en sociaal veilige omgeving ook als het gebouw niet in gebruik is. REALISATIE Tijdens de bouw blijft de school in bedrijf. De architecten en adviseurs van Bureau Bos zijn erin geslaagd om een faseringsplan te bedenken waarmee de bouwtijd, de bouwkosten en overlast tijdens de bouw beperkt blijven. Naar verwachting kan de nieuwe school eind 2020 haar deuren openen. Schouwen-Duiveland is dan een moderne en flexibele onderwijsvoorziening rijker waarin eigenheid en kleinschaligheid centraal staan. Kijk voor meer informatie op bureaubos.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

27


Workshop ‘Activeer de leeromgeving’ Scholen kunnen de ruimte in hun schoolgebouw veel beter benutten. De Workshop Activeer de Leeromgeving die Open de School sinds een jaar organiseert laat op heel concrete wijze zien op welke manier slimmer kan worden ingespeeld op de potentie van bestaande plekken in de school.

D

Foto’s: Workshops bij o.a. Grafisch Lyceum Rotterdam, Summa College Helmond en CSG Reggesteyn Nijverdal

28

SCHOOLDOMEIN

e plekken kunnen met kleine ingrepen worden omgetoverd tot actieve plekken waar je veel beter kan werken, leren of chillen. Initiatiefnemer en architect Winfried van Zeeland vertelt over zijn ervaring tot nu toe met de Workshop Activeer de Leeromgeving. De aanleidingen zijn duidelijk: De wereld verandert in rap tempo. De wereld waarin jonge mensen leren verandert. Adaptief onderwijs. Gepersonaliseerd onderwijs. Digitaal onderwijs. Allemaal bedoeld om onze kinderen voor te bereiden op een goede en succesvolle toekomst. Maar verandert de omgeving waarin wordt geleerd wel mee? Is de leeromgeving flexibel genoeg? Hoe zit het met uw school? Is deze inspirerend voor de leerlingen? Uitnodigend voor ouders? Gebruiksvriendelijk voor de docenten? Toekomstbestendig?

CENTRAAL: DE ONDERWIJSVISIE VAN DE SCHOOL De workshop start met de gebruikers samen. Bij hen ligt de meest actuele kennis van het gebouw en hoe die wel of niet (meer) aansluit bij hun onderwijs­ visie en profiel. Veel scholen stralen het profiel dat ze uitdragen namelijk totaal niet uit. Met eenvoudige middelen zoals kleur, afwerkingen van vloeren, wanden, plafonds en verlichting kan het profiel in de schoolgebouwen zonder toeters en bellen worden versterkt.

HOUDING: EEN LUISTEREND OOR “De eendaagse workshop is voor ons net zo spannend als voor de school zelf. Aan het begin van de dag komen wij ‘blanco’ binnen. Door goed te luisteren naar de ervaringen van de gebruikers van de school en deze op een unieke manier in kaart te brengen ontstaat al snel een beeld waar plekken zijn in de school die geactiveerd kunnen gaan worden. Vervolgens werken wij aan een aantal concrete ingrepen die we op het eind van de dag met de school delen.” De workshop is interactief, terwijl deze van de docenten en leerlingen

GEREEDSCHAP: WORKSHOP OP MAAT De workshop kan in verschillende hoedanigheden plaatsvinden. Een eerste QuickScan bij de school geeft de school een eerste indruk waar kansen in het gebouw liggen zonder dat daarbij ingrijpende constructieve wijzigingen hoeven plaats te vinden. Deze QS kan binnen de school worden teruggekoppeld waarna een verdiepingsslag plaatsvindt in de erop volgende workshop. Deze workshop kan plaatsvinden in een halve dag of een gehele dag en daardoor bijvoorbeeld een actief onderdeel van een geplande projectweek zijn.

maart 2019

overigens niet veel tijd vraagt. “Een door de school aangewezen groep van leraren en leerlingen doet in de ochtend z’n zegje, waarna wij aan de slag gaan. De voorstellen die we vervolgens doen betreffen eenvoudige ingrepen in afwerking en inrichting en zijn met bescheiden budgetten te realiseren. Het zijn daarbij ingrepen die een positief effect hebben op de concentratie en motivatie van de leerlingen.” Op het eind van de dag maken wij een overzicht van voorstellen met concrete materialen, kleuren en inrichtingselementen.


ONTWERP EN INRICHTING UNIEKE WERKWIJZE: SPACE EDUCATION MAP Om de workshop - die in korte tijd gegeven wordt - te laten slagen is het essentieel een heldere methode te hanteren om op het eind van de dag tot een concreet voorstel te kunnen komen. Wij hanteren hiervoor de Space Education Map. Deze vorm van ‘mapping’ richt de wensen van de school rond de drie belangrijkste gebouwaspecten rondom actief leren (Bron: Steelcase): gebruik, techniek en beleving. Door als startpunt van de workshop de kritiekpunten, kansen en wensen van de school onder te brengen bij een van deze drie aspecten ontstaat een goed beeld waar de problemen en de kansen voor eenvoudige aanpassingen plaats kunnen vinden.

“Meubels in plaats van muren in de school”

SPACE EDUCATION MAP IN DRIE STAPPEN Hoe kunnen onze leerlingen zien wat we verbruiken op school qua energie? Het klimaat is niet individueel bedienbaar Het klimaat is niet individueel bedienbaar

Verstoken wij niet veel te veel? De klassen zijn muf

Ik heb geen zicht op wat er in de gang gebeurt De kantine serveert geen gezond eten

De toiletten zijn oud en vies Ik heb hoofdpijn na een dag in de klas

In de ochtend is het al snel te warm

Waar kan ik meer samenwerken met collega’s?

Er is totaal geen groen in de school

De aula is een groot en wordt te weinig gebruikt

Ik kan mijzelf nauwelijks verstaan in de klas

Hoe kunnen de gangen beter worden benut?

Waar kunnen mijn leerlingen in kleine groepjes werken? De hoofdentree is niet representatief

We willen vanuit drie lokalen naar onze technatuin Het lokaal is te donker

De wanden worden zo gauw vies Kunnen we geen grasdak aanleggen?

Waar kunnen onze leerlingen dansen?

Kunnen we de wanden niet meer gebruiken?

Projectmatig werken kan hier niet

We hebben onvoldoende bergruimte Ik wil laten zien wat mijn leerlingen maken!

1. Input van de gebruikers verzameld

GEBOUW & TECHNIEK GEBRUIK & PEDAGOGIE

Duurzaamheid Flexibiliteit

Ergonomie

Faciliteiten

1 12

2

11

Domotica & ICT

3

ACTIVEER DE LEEROMGEVING

10

Routing

Open de School is twee jaar geleden opgericht door de Van den Berg Groep en ZAPP uit de noodzaak om met scholen in het voortgezet onderwijs in contact te komen en samen na te denken over de leeromgeving van morgen. Een duurzame leeromgeving die flexibel is en actief blijft aansluiten op de veranderende wereld om ons heen.

Ik wil ook wel eens even chillen

Het veranderen van opstellingen in de klas duurt te lang

De workshop richt zich vervolgens op een aantal specifieke plekken in de school waar de kans op een succesvolle transformatie het grootst is. Plekken zoals een hoofdentree die meer uitnodigend is, slimmere benutting van gangruimte om te leren, maar ook buitenmeubilair om het informele leren op het schoolplein te triggeren. DE WORKSHOP: VAN SAAIE NAAR UITDAGENDE LEEROMGEVING “Weg met die oude meuk”, was bij een school een reactie op een deel van het meubilair. Omdat je met meubels juist slimme leerplekken kan maken zonder allerlei wanden te plaatsen hebben we de opmerking van de school aangegrepen om bestaande meubels van zolder te hergebruiken. Duurzaam en circulair. Daglicht, kleur en meubilair vormen de motoren om plekken die (nog) niet worden gebruikt, te activeren. Onze voorstellen moeten leiden tot een nieuwe inrichting en afwerking die herkenbaar is en uitdaagt tot leren, in of buiten het klaslokaal.

We kunnen geen lokalen samenvoegen

De klas is te klein, of de groep te groot; de leerlingen kunnen nergens naar toe

4

9

5

Inpassing in de omgeving

8

Klimaat & Comfort

6

Daglicht & Kleur

Oriëntatie

Materiaalgebruik

7

Ruimtelijkheid

SFEER & BELEVING

2. Actief leren: de drie belangrijke gebouwaspecten Gebruik, Techniek en Beleving Duurzaamheid Flexibiliteit

Ergonomie

Faciliteiten

1 12

2

11

Domotica & ICT

3

Daglicht & Kleur

4

10

Routing

Klimaat & Comfort

9

Inpassing in de omgeving

5

8

6

Oriëntatie

Materiaalgebruik

7

Ruimtelijkheid

Meer weten over de Workshop Activeer de Leeromgeving? Kijk op opendeschool.nl.

3. F ocus voor ruimtelijke oplossingen op basis van input school (zie ook afbeeldingen)

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

29


Tekst en beeld HEVO

PO-RAAD, VO-RAAD EN VNG VRAGEN GEZAMENLIJK OM WETSWIJZIGINGEN

Onderwijs én overheid profiteren van doordacht duurzaam Integraal Huisvestingsplan Financiering van schoolgebouwen: het blijft een lastig verhaal. Dat geldt ook voor de Routekaart Duurzaamheid die gemeenten gaan opstellen om op lokaal niveau de doelen van het klimaatakkoord te bereiken. Toch is er een gemakkelijkere weg die leidt naar meer succes op beide fronten. Een Integraal Huisvestingsplan (IHP) helpt schoolbesturen en gemeenten namelijk om weloverwogen keuzes te maken.

J

uist daarom hebben de PO-raad, VO-raad en VNG een huisvestingsvoorstel naar de regering gestuurd met een aanvullend verzoek om dit voorstel in de wet te verankeren. Het IHP speelt in dit voorstel een hoofdrol, omdat het onderwijs en overheid meer ruimte én meer grip geeft om scholen beter en duurzamer te huisvesten. Het

gezamenlijk voorstel van de twee sectorraden en de VNG dateert uit 2016. Medio 2018 is dit voorstel - in samenwerking met adviesbureau HEVO - geconcretiseerd. Daarmee komt er voor onderwijs en overheid een praktische leidraad beschikbaar die alle stakeholders helpt om strategische keuzes te maken op korte, middellange en lange termijn. Voorwaarde voor het invoeren én slagen van dit voorstel is dat er een aantal wetswijzigingen worden doorgevoerd waardoor scholen meer investeringsruimte krijgen en er een einde komt aan de huidige jaarcyclus van onderwijshuisvesting. Maar hoe ziet dat voorstel er in de praktijk uit? WERKEN VANUIT GEZAMENLIJKHEID Het huisvestingsvoorstel is een prachtig voorbeeld van hoe het anders kan én moet. Onderwijs en gemeenten ontwikkelden gezamenlijk het nieuwe huisvestingsvoorstel, waardoor er kruisbestuiving en meerwaarde is ontstaan. Grootste winstpunt is dat er gewerkt is vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid en gemeenschappelijke visie. Daarmee wordt het bestaande grote spanningsveld tussen geld en inhoud doorbroken. Een gemeente is immers de eigenaar van onderwijshuisvesting. Zij focust vooral op de technische en financiële kant van investeringen in onderwijshuisvesting. Doordat de financiering daarvan aan strakke regels is gebonden ligt de focus op reactieve sturing op de korte termijn. Een school­

30

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


ONTWERP EN INRICHTING

bestuur wil dat zijn schoolgebouw het onderwijs­ concept maximaal faciliteert, maar heeft daarbij nog niet de mogelijkheid om financieel te investeren. Het schoolbestuur is dus afhankelijk van de - veelal ontoereikende - geldmiddelen voor onderwijshuisvesting.

Gerhard Jacobs Partner en senior adviseur gerhard.jacobs@hevo.nl

FOCUS VAN KORTE NAAR LANGE TERMIJN Bij de ontwikkeling van een IHP gaan alle partijen vanaf het eerste moment samen aan tafel zitten om een gedeelde langetermijnvisie op onderwijshuisvesting te ontwikkelen. Daarbij wordt niet in belemmeringen maar in mogelijkheden gedacht en brengen alle partijen hun expertise in. Zaken als bevolkingssamenstelling op lange en korte termijn, gewenste buurtfuncties in een multifunctionele accommodatie, gewenste denominaties en lokale en regionale spreiding in onderwijsaanbod komen aan

naar technische feiten gekeken, zoals de staat van een gebouw en beschikbare middelen. Dat frustreert soms omdat er, met name in het primair onderwijs, veel oudere gebouwen zijn die het onderwijsproces niet meer optimaal ondersteunen. Bovendien kunnen plannen elk jaar schuiven of wijzigen, wat leidt tot veel onzekerheid en onduidelijkheid. Een IHP legt

de orde. Daarmee verschuift de focus van reactief en een fragmentarische aanpak naar actief werken aan een langetermijnvisie. Juist de langetermijnvisie is een belangrijk onderdeel van het huisvestingsvoorstel én het IHP. Momenteel komen gemeenten en school­ besturen jaarlijks overeen welke schoolgebouwen toe zijn aan vervanging of renovatie. Hierbij wordt vooral

vast wat de huisvestingsbehoefte in de komende 16 jaar is, verdeeld in perioden van steeds 4 jaar. Voor de eerst­komende 4 jaar vormt het IHP meteen het kader voor de beschikking. Daardoor ontstaat op korte en lange(re) termijn duidelijkheid voor alle partijen op inhoudelijk, facilitair en financieel vlak. Hoe vreemd het ook klinkt: een goed IHP geeft een versnelling in tijd.

Mireille Uhlenbusch Partner en senior adviseur mireille.uhlenbusch@hevo.nl

DUURZAAM DENKEN ÉN DOEN Gemeenten staan voor de uitdaging om een Route­ kaart Duurzaamheid te ontwikkelen waarin zij beschrijven hoe zij de klimaatdoelen van 2030 gaan halen. De energietransitie en klimaatneutrale huisvesting staan dus hoog op de politieke agenda. Onderwijsgebouwen zijn een groot onderdeel van het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. Door de duurzaamheidsthema’s mee te nemen in het IHP sla je twee vliegen in één klap. In de praktijk blijkt dat

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

31


Integraal Huisvestingsplan (IHP) Groei, krimp, onderwijsconcepten en duurzaamheid: het scholenlandschap transformeert in hoog tempo. Ook het maatschappelijk veld verandert sterk: vergrijzing van buurten en clustering van maatschappelijke functies in multifunctionele gebouwen zijn actuele thema’s. In een IHP worden strate­gische keuzes, financiële mogelijkheden en wettelijke kaders samengebracht. Daardoor lukt het om in gezamenlijkheid een onderwijsgebouw te ontwikkelen dat op korte, middellange en lange termijn maatschappelijke meerwaarde heeft en duurzaam te exploiteren is. Advies­ bureau HEVO heeft veel kennis van en ervaring met het ontwikkelen van IHP’s voor de onderwijssector en ondersteunt van A tot Z bij dit proces.

renovatie van schoolgebouwen vaak een volwaardige en duurzamere optie is dan nieuwbouw. Juist de afweging renovatie of nieuwbouw is actueel vanwege het grote aantal schoolgebouwen met een levensduur van meer dan 40 jaar. Ook het ruimtegebrek in een groot aantal gemeenten speelt een rol bij de afweging voor renovatie of nieuwbouw van scholen. Ook hier speelt de strakke wetgeving onderwijs en lokale overheid parten. Want renovatie is momenteel niet als (financiële) voorziening opgenomen in de wet. Daarom pleiten de PO-raad, de VO-raad en de VNG om aan het einde van de levensduur van een gebouw renovatie als gelijkwaardig alternatief op te nemen in de wet. In hun huisvestingsvoorstel geven ze ook duidelijke kaders aan: renovatie moet de levensduur met minimaal 25 jaar verlengen en moet functioneel en kwalitatief gelijkwaardig zijn aan nieuwbouw. Om dit praktisch mogelijk te maken pleiten de twee sectorraden en de VNG voor het samenstellen van een afwegingskader voor renovatie of nieuwbouw. Juist bij de ontwikkeling van een IHP verkennen alle partijen gezamenlijk diverse scenario’s en toetsen deze aan de door hen gezamenlijk ontwikkelde visie. Overigens hoeft hier het wiel niet helemaal uitgevonden te worden, want adviesbureau HEVO heeft al een afwegingskader ontwikkeld. Daarmee wordt inzichtelijk wat de consequenties van renovatie of nieuwbouw zijn in een specifieke situatie. MEER FINANCIËLE BEWEGINGSRUIMTE Financiering van onderwijshuisvesting is aan strakke regels en budgetten gebonden. Het speelt een hoofdrol in het spanningsveld tussen de wensen van schoolbesturen en de beschikbare middelen van gemeenten. Scholen willen soms wel investeren in huisvesting, maar mogen dat simpelweg niet. De huidige ‘coulanceregeling’ geeft hen iets meer financiële bewegingsruimte, waarbij de zorgplicht bij de gemeente blijft liggen. In het huisvestingsvoorstel wordt gepleit voor een verdere versoepeling van het investeringsverbod voor onderwijsorganisaties. Het voordeel van een IHP is dat ook in de huidige situatie

32

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

“Juist de langetermijn­ visie is een belangrijk onderdeel van het huisvestings­ voorstel én het IHP”

meer financiële bewegingsruimte gecreëerd kan worden. Gemeenten krijgen met de langetermijnplanning duidelijkheid over de hoogte en termijn waarop grote investeringen plaats moeten vinden. Tegelijkertijd geeft het doorrekenen van duurzame of bijna energieneutrale huisvesting (BENG) duidelijkheid over de energiebesparingen en lagere exploitatie­ kosten van onderwijshuisvesting. Simpel gezegd weet je dus hoe je investeringen verantwoord kunt doen en of een schoolgebouw ook op de lange termijn rendabel is. Naast een duidelijke vierkantemeterprijs geeft een IHP glashelder antwoord op de vraag wat het kwaliteits- en duurzaamheidsniveau van een schoolgebouw moet zijn en koppelt dit aan inhoudelijke keuzes, zoals multifunctionaliteit en faciliteren van modern onderwijs. SAMEN LEREN EN REGEREN Een IHP heeft vele voordelen: versnelling in tijd, financiële duidelijkheid, overzicht en transparantie en een gezamenlijke visie. Hoe komt het dan dat IHP’s nog geen gemeengoed zijn in onderwijshuisvesting? Naast de genoemde wettelijke beperkingen heeft dat ook te maken met het doorbreken van vaste patronen. Een IHP vergt van alle stakeholders een andere aanpak en zienswijze. Dat begint al met het delen en accepteren van elkaars expertise, het opereren vanuit een gezamenlijke visie en gezamenlijk belang en het dragen van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat is voor veel stakeholders een cultuuromslag. Ze moeten bij de ontwikkeling van een IHP samen durven leren en regeren. Dat het kan en lukt, is in de praktijk bewezen. De succesfactor? Vanaf het begin gezamenlijke doelen stellen en op alle fronten samenwerken. Juist in dat proces heeft een objectieve adviseur met expertise van IHP’s een meerwaarde. Hij of zij verbindt partijen, zodat ze samen het overstijgend belang kunnen definiëren en zo een toekomstbestendig en duurzaam schoolgebouw kunnen realiseren. Kijk voor meer informatie op hevo.nl.


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

AFGESCHREVEN GEBOUW OF STATE OF THE ART?

Foto Joep Jacobs

Renovatie Wiebengacomplex getuigt van vakmanschap

Het College van Bestuur van de Hanzehogeschool was duidelijk: of we gaan weg uit het verouderde gebouw of we maken er iets moois van. Het rijksmonument was functioneel en technisch verouderd, akoestisch een ramp en qua lay-out een traditionele school met lange gangen en lokalen. De renovatie samen met een spectaculaire uitbreiding met een nieuw hart zorgen voor kwaliteit op alle niveaus, waaronder de akoestiek. Er gaat niets boven Groningen.

S

chooldomein reisde af naar Groningen en sprak met architect Chris de Weijer van DP6, locatie coördinator Willem Bolhuis van de Hanzehogeschool, adviseur Bouwfysica

en Akoestiek Bert Vrijhof van DGMR en Guus Klamerek van Ecophon. Chris: “Het monumentale

Wiebengacomplex is in 1922 ontworpen door Jan Gerko Wiebenga, die in dat jaar directeur van de School voor Nijverheidsonderwijs in Groningen werd. Het gebouw ademt de sfeer van de Nieuwe Zakelijkheid en is één van de oudste voorbeelden van het Nieuwe Bouwen in Nederland. Het voor

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

33


die tijd innovatieve skelet van gewapend beton maakte een vrije indeling van de plattegrond en een transparante gevelindeling mogelijk. Het complex is ooit gebouwd als twee gebouwen, waarbij de toenmalige MTS en ambachtsschool met de ruggen tegen elkaar stonden; het begrip doorgaande leerlijn kende men toen nog niet. In het middengebied lagen de werkplaatsen, die in de loop van de tijd verdwenen zijn. De school is nu vanuit de Hanzehogeschool in gebruik als Academie voor Gezondheidsstudies en de Academie voor Verpleegkunde.”

TORENHOGE AMBITIES Bert Vrijhof van DGMR: “Er lagen torenhoge ambities, terwijl zo’n monument ook beperkingen oplegt; je mag niet teveel aan de buitenkant doen en de ornamenten moeten zichtbaar blijven of juist weer terugkomen. Het gebouw stelde ons voor installatietechnische problemen en de vraag was of we dat bouwfysisch of installatietechnisch moesten aanvliegen. Uiteindelijk lag de oplossing in climotion. Dat is een luchtbehandelingsinstallatie, die via slimme, energiebesparende software wordt aangestuurd. Het natuurlijke basisprincipe dat koudere lucht naar beneden gaat, treedt bij toepassing van deze installaties niet op. Daardoor kunnen de nadelige invloeden, van een minder geïsoleerde gevel op het klimaat, worden opgevangen. Betonkolommen die van binnen naar buiten doorlopen

34

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

vlnr Willem Bolhuis, Guus Klamerek, Bert Vrijhof

Foto Gerard van Beek

MEET AND GREET Willem Bolhuis werkt al ruim 20 jaar als locatie­ coördinator in het oude gebouw: “Wat opvalt is vooral de omslag van eigen gebruik naar flexibel werken. Vooral voor de langer zittende docenten was het een omslag in werken; het credo was dat de ruimte vooral naar het onderwijs moest gaan en niet naar ondersteunende functies. De nieuwe flexibele werkplekken zijn volgens de norm ingericht, maar er zijn geen eigen kamers meer. Het gaat nog verder: vroeger bestelden docenten de boeken die ze nodig hadden; nu wordt centraal besteld en de boeken gedeeld. Dat is natuurlijk wel even wennen. Eerder konden studenten docenten makkelijk opzoeken, dat werkt nu anders. Er is meer contact via mail en er zijn meet and greet afspraken tussen docent en student. Vooral het e-gedeelte als het nieuwe hart van het gebouw presteert fantastisch en sluit mooi aan op de kantine en de verschillende skills-labs. Je kunt er rustig werken en studenten maken er graag gebruik van. Het mooie van de renovatie is ook dat alles in de oude staat is teruggebracht. Daarbij zijn de gevels gerenoveerd, is dubbel glas en led verlichting aangebracht en is de oude hoofdingang ook weer entree geworden, waar nu ook ons nieuwe service center ligt. Ik waardeer de gebouwprestatie nu zeker met een 9.”

kunnen in een monument nu eenmaal niet ingepakt worden en stalen kozijnen met een dergelijke hoogte blijven ook met dubbel glas te koud. Alle relevante waarden in een ruimte worden nauwkeurig gemeten waardoor precies de juiste hoeveelheid verwarmde of gekoelde lucht bepaald kan worden en de juiste luchtdruk in een ruimte kan ontstaan.” Willem knikt: “In het oude gebouw kon de temperatuur in de zomer hoog oplopen en was het in de winter te koud; nu ligt de gemiddelde temperatuur op 21 graden.” SKILLS LABS DP6 architectuurstudio en BiermanHenket tekenden voor de renovatie en de flexibel indeelbare uitbreiding. Chris: “Op de plot van het voormalige werkplaatsencomplex hebben we een nieuw gebouwdeel


PROJECTINFORMATIE Project

Foto Gerard van Beek

Foto Joep Jacobs

ONTWERP EN INRICHTING

Nieuwbouw en renovatie monumentaal

AKOESTISCHE OPGAVE Chris verder: “We hebben dit project integraal ontworpen en zaten al vroeg in het proces met de leveranciers aan tafel. Bij de uitvoering hebben we proefopstellingen gemaakt om te laten zien hoe de armaturen en roosters in het gebouw zitten; de akoestische marges in zo’n monument zijn beperkt dus moet je met gevoel ingrijpen. Per ruimte hebben we bekeken wat nodig was en wat de meest passende akoestische oplossing was. Soms hebben we verbeterd of aangevuld en vaak zijn er nieuwe akoestische plafonddelen toegepast. Met name het geluid in de gangen en de aangrenzende lokalen van gebouwdeel A was hard met een enorme nagalm. In het zanglokaal en de ruimten voor audiologisch onderzoek en logopedie gelden hogere eisen qua spraakverstaanbaarheid en nagalm.” Guus Klamerek van Ecophon: “We hebben een brede range in oplossingen toegepast. In het oude gebouw is veelal een hoogwaardig verdekt uitneembaar paneel toegepast, de Ecophon Focus Ds. De pluspunten van dit systeem zijn dat de profielen niet in zicht zijn en het plafond toch volledig toegankelijk is voor onderhoud en dergelijke. Voor de grotere ruimtes zoals de collegezalen en het studielandschap is gekozen voor Ecophon Gedina E (doorzak) met een formaat 1.20 bij 1.20 m. Het mooie is dat door het hele gebouw verschillende oplossingen zijn gekozen, maar het totale beeld eenduidig is. Bijzonder zijn ook de akoestische oplossingen bij de modulaire lichtstraten van VELUX in het atrium. De opstaande wanden van de lichtstraten zijn extra hoog gemaakt en voorzien van Ecophon Focus Ds panelen. Je hebt het idee dat er geen plafond is vanwege de lichtstraten, maar er zit een gigantisch oppervlak aan absorptiemateriaal in. Het geluid in het hart van het gebouw is daardoor erg aangenaam. Dat is een unieke oplossing in een hoge en levendige ruimte waar studenten elkaar ontmoeten.”

hogeschoolgebouw Opdrachtgever Hanzehogeschool, Groningen Oplevering 2017 Architect DP6 architectuurstudio en BiermanHenket Aannemer Geveke Bouw, Groningen Akoestiek Ecophon Modulaire Lichtstraten VELUX Bouwfysisch adviseur DGMR Oppervlakte (BVO) 20.025 m²

gemaakt en verbonden met bestaande vleugels zodat het als één gebouw wordt ervaren. Hier ligt het nieuwe hart van het Wiebengacomplex, dat vanuit de verschillende ingangen bereikbaar is. Het is een studielandschap, met veel daglicht, waar je direct de praktijk ervaart. Je ziet een intensive care ruimte, ruimten waar aan praktijkopgaven wordt gewerkt, het audiologisch laboratorium en de fitnessruimte. Vroeger waren die ruimten weggestopt; nu staat de beleving van de leeromgeving steeds meer centraal. De uitbreiding stimuleert het samenwerken in ‘skills labs’ op een centrale plek in het complex. Het nieuwe hart creëert korte lijnen naar de werkomgevingen in de bestaande vleugels en toont het samenwerken over de hele breedte van de zorgketen.” “Het mooie is dat door het hele gebouw verschillende akoestische oplossingen zijn toegepast, maar het totale beeld mooi en eenduidig is.”

AARDBEVINGSBESTENDIG BOUWEN Chris: “Toen wij begonnen met ontwerpen bestond het aardbevingsbestendig bouwen nog niet. Tot we ter plekke getuige waren van een lichte aardbeving. Naar aanleiding daarvan heeft de Hanzehogeschool besloten om alle gebouwen aardbevingsbestendig te maken. De nieuwbouw is één van de eerste aardbevingsbestendige gebouwen in Nederland. Betonnen kolommen en stalen ‘slender walls’ bieden een sterke, maar flexibele constructie. De composiet gevel kan sterke vervormingen opnemen, waardoor het gebouw een uitslag van 20 centimeter kan opvangen. Het totale complex is uitgewerkt in een BIM-model, dat bij het toekomstige beheer ook wordt gebruikt. Om een betrouwbaar model te krijgen is de bestaande situatie met een ‘point cloud’ ingescand. Dat maakt het ook een uniek project.” Kijk voor meer informatie op ecophon.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

35


Tekst Sibo Arbeek

SAMENWERKEN ALS RODE DRAAD

Leren en werken in regio Waterland

Het ROC Horizon College en het Regio College betrekken in september 2019 het nieuwe schoolgebouw in Purmerend. Het credo is dichtbij huis een mbo-opleiding volgen. SMT Bouw & Vastgoed is verantwoordelijk voor het realiseren van de engineer-/build en maintain opdracht. Het credo is: samenwerking als rode draad. Daar hoort wel een uitleg bij.

H

et Horizon College en het Regio College willen kwalitatief goed mbo-onderwijs met goede praktijkvoorzieningen in een gezamen­ lijk schoolgebouw in Purmerend aanbieden. De samenwerking vindt zijn fysieke weerslag in een nieuw gebouw dat aan het Karekietpark in Purmerend wordt gebouwd, dat de huidige huisvesting vervangt. Het Horizon College is opdrachtgever en eigenaar en het Regio College huurt ruimte in de nieuwe school. Veertig procent van de ruimte wordt door beide mbo-scholen gezamenlijk gebruikt. Rik Cornelissen is vanuit SMT projectleider: “Op basis van een definitief ontwerp (DO+) is SMT Bouw & Vastgoed geselecteerd. Samen met

36

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

de opdrachtgever en partijen hebben we het DO beschouwd en voorstellen voor de optimalisatie gedaan. Focus lag op de financiële kaders vanuit de opdrachtgever in combinatie met een hoge kwaliteit en een beter ontwerp. Een mooi voorbeeld is de gevel, die traditioneel met metselwerk was bedacht. Het Horizon College en het Regio College bieden beroeps­opleidingen aan. Daarom vindt de opdrachtgever een ambachtelijke uitstraling belangrijk. Een gemetselde gevel toont dat er vakmensen aan het werk zijn geweest; vakmanschap is vanuit het opleidings­aanbod relevant. Maar hoe kunnen we in deze markt met een tekort aan goede metselaars en sky high prijzen aan deze ambitie voldoen?”


ONTWERP EN INRICHTING

gevel in de fabriek opgebouwd om alle details te laten zien. Er was bijvoorbeeld specifieke aandacht voor het ‘blind wegwerken’ van de zonwering, waarbij het toekomstig onderhoud aan de gevel goed kan worden uitgevoerd. Het is een circulaire oplossing, waarbij de gevel in zijn geheel kan worden hergebruikt. We zien de prefab gevel als modern vakmanschap, een goed alternatief voor het vakmanschap dat je ziet bij traditioneel metselwerk. Dit bouwproces is een goed voorbeeld voor hoe de beroepsopleiding van de toekomst zich gaat ontwikkelen. Daarbij worden competenties rond smart buildings en circulair bouwen steeds belangrijker.” LICHTSTRATEN Paul Lith is projectmanager vanuit Building for Tomorrow en vertegenwoordigt in deze opgave de opdrachtgever richting de aannemer: “Het is mooi te zien dat twee verschillende roc’s gaan samenwerken en elkaar in dit nieuwe gebouw gaan vinden. Beide

“We zien de prefab gevel als modern vakmanschap, een goed alternatief voor het vakmanschap dat je ziet bij traditioneel metselwerk” MOCK UP “SMT werkt al een tijd met nieuwe concepten en innovatieve oplossingen. Dus hebben we naar prefabricatie gekeken, ook rekening houdend met de planning. Zo kwamen we uit op Leebo; een intelligent bouwsysteem dat volledig prefab is en waarbij in de fabriek het productieproces wordt opgebouwd. Het zijn staalframes die je met materialen kunt afwerken, in dit geval met gebakken steen met diepteverspringing aan de gevel. De opdrachtgever twijfelde in eerste instantie over de gewenste uitstraling, tot we de fabriek hebben bezocht en enkele referentieprojecten hebben laten zien; toen waren ze om. Het is een beter product, en de kwaliteitsbeheersing is optimaal. Dat laatste was belangrijk, omdat het een industrieel ontwerp is, dat vanuit een total cost of ownership benadering is ontwikkeld. Dat betekent dat ook vanuit het onderhouds­aspect naar de gevel is gekeken. Deze gevel is specifiek voor dit werk gemaakt en binnen twee weken was het pand winden waterdicht. Via een mock up hebben we een stuk

scholen hebben momenteel geen toekomstbestendige en optimaal functionerende huisvesting in Purmerend. In het nieuwe gebouw kunnen straks 1.800 studenten onderwijs volgen en door samen te werken kunnen de beide scholen beter onderwijs aanbieden. Hierbij gaat het naast de facilitaire ruimten ook om het delen van de onderwijsruimten. Door het delen van ruimten wordt ruimte gecreëerd. In het ontwerp hebben we de praktijkvakken op de begane grond achter de transparante vliesgevel met veel doorlopende ramen ondergebracht en de meer theoretische vakken op de verdieping. Met de lichtstraten is er veel natuurlijk daglicht, waardoor het atrium het hart van het gebouw wordt. We hebben met het ontwerpteam goed gekeken naar zichtlijnen voor toezicht met zo min mogelijk camera’s. De receptie en conciërge zijn zo geplaatst dat zij optimaal overzicht hebben. Daarnaast zijn er geen doodlopende gangen en is het zo ontworpen dat er geen dode hoeken zijn in het gebouw. Qua beleving is het onder andere hierdoor een prettig gebouw.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

37


Op de eerste en tweede verdieping is de gevel meer gesloten met een ritmiek van glas en draai-kiep­ ramen. Daardoor krijg je het gevoel van een massa die boven de eerste laag zweeft.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw ROC Horizon College en Regio College Purmerend Opdrachtgever ROC Horizon College, medegebruiker Regio College Aannemer SMT Bouw & Vastgoed Huisvestingadvies en bouwmanagement Building For Tomorrow BVO 7.900 m² Architect JHK Architecten Ingebruikname September 2019

38

SCHOOLDOMEIN

VERBINDEN EN SAMENWERKEN Een van de elementen waarop SMT is geselecteerd is de mate waarin zij gericht zijn op samenwerken. Rik: “We hebben aan de voorkant van het proces gewerkt aan een goede samenwerking en vertrouwen. Dat deden we via de methode insights. Dat is een persoonlijkheidstest die je gedragsstijlen blootlegt. Het is een goede manier om aan teambuilding te doen en te ontdekken hoe jij als persoon in dat traject zit. Van daaruit ontstaan de do’s and don’ts in de communicatie en krijg je meer begrip voor de verschillende belangen. Die inzichten hebben we vervolgens verwerkt in een winnend teammodel. Paul knikt: “Het werkt goed; als je iemand beter begrijpt is het makkelijker om iemand te vertrouwen en kun je beter samen werken. Hierdoor hebben we nu vaak aan één telefoontje genoeg en hebben we minder kans op de spreekwoorde­lijke hakken in het zand.” Paul verder: “Dit gebouw wil met de omgeving verbinden. Nu de contouren zichtbaar worden en voor de omwonenden duidelijk is dat ze straks als gast van harte welkom zijn bij de kapper of het restaurant, zie je dat

maart 2019

Paul Lith (l) en Rik Cornelissen

de buurt ook de voordelen ziet die de vakopleidingen bieden. We zijn overigens koploper in het stedenbouwkundige plan van de gemeente Purmerend, dat gericht is om dit gebied deels te herontwikkelen met voorzieningen, om een nieuw hart van de wijk met meer ontmoeting en verbinding te stimuleren.” Kijk voor meer informatie op smt-benv.nl.


Waarom kiest u voor Sonesto? Al meer dan 35 jaar specialist op het gebied van kwalitatief hoogwaardige lockers, garderobes, postvakken en uitgiftesystemen Volledige turn-key oplevering door onze monteurs Altijd maatwerk voor uw specifieke opbergvraagstuk Gebruik makend van het meest geavanceerde, door ons eigen ontwikkelde, elektronische sluitsysteem in de markt LoQit Vandalismebestendige lockers door glasvezelversterkte materialen

Al ruim 35 jaar dĂŠ standaard in lockeroplossingen. info@sonesto.nl | sonesto.nl

SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dĂŠ uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:

www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS

1848

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

39


Transitie naar duur­zame energie Nederland staat aan de vooravond van een enorme transitie naar een meer duurzame wereld. De gevolgen van het besluit van het kabinet, om in 2030 de uitstoot van CO2 met 49% te reduceren en in 2050 CO2 neutraal te zijn en de gaskraan dicht te draaien, hebben verstrekkende gevolgen voor de gebouwde omgeving. Een gezonde, aangename, comfortabele en uitdagende leeromgeving heeft een gunstig effect op de prestaties van leerlingen. Maar hoe ziet een schoolgebouw eruit in onze complexe snel veranderende wereld?

Herman Wesselink College Amstelveen , foto: RoosRos Architecten

O

ok scholen en onderwijsinstellingen moeten op den duur van het aardgasnet af en overschakelen op een duurzame energievoorziening. Wat betekent dit voor de toekomst van uw vastgoed en hoe benut u de geboden kansen? Alle Nederlandse gemeenten moeten in 2021 voor iedere wijk een plan klaar hebben hoe en wanneer de wijk van het aardgas overgaat naar een duurzame energievoorziening. Iedereen in de wijk krijgt hier mee te maken, ook onderwijs gebouwen. Over wat dit betekent en hoe gemeenten deze transitie gaan aanpakken is nog veel onduidelijk. Daarom heeft Minister Ollongren aan 27 gemeenten een rijksbijdrage van 120 miljoen euro toegekend voor het aardgasvrij maken van een wijk. Als uw school in 1 van deze 27 wijken ligt, heeft u daar wellicht al mee te maken. We gaan in op wat u kunt verwachten

40

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

in de transitie naar een duurzame energievoorziening, waarbij uw gebouw niet meer op het aardgasnet is aangesloten. COMBINEREN MAATREGELEN Om alle bestaande gebouwen van het aardgas los te koppelen, zijn verschillende ingrepen noodzakelijk. Om een verantwoorde keuze te kunnen maken, uit de verschillende duurzame energiebronnen, moet eerst het energieverbruik zoveel mogelijk beperkt worden. Goed geïsoleerde gebouwen hebben een aanmerkelijk lager energieverbruik dan slecht of niet geïsoleerde gebouwen. De eerste stap is dan ook schoolgebouwen zo goed mogelijk isoleren en kieren luchtdicht maken. Afhankelijk van het bouwjaar zijn meer of minder ingrijpende maatregelen nodig. Het beste natuurlijke moment om uw gebouw(en) te


ONTWERP EN INRICHTING

isoleren, is als groot onderhoud of renovatie gepland staat. Door het combineren van maatregelen kunnen kosten worden bespaard. Ook als uw gebouw nog niet van het aardgasnet wordt afgesloten, levert een goed geïsoleerd gebouw u geld op en bent u klaar voor het moment dat uw gemeente uw wijk van het gas haalt. GOEDE ANALYSE BELANGRIJK Vaak hebben onderwijsinstellingen meerdere gebouwen in bezit, die in verschillende perioden gebouwd zijn en ook nog in verschillende wijken liggen. Hiervoor is het belangrijk een goede analyse te maken van de vastgoedportefeuille en op basis daarvan een strategie te bepalen voor de verduurzaming van de gebouwen. Ons advies is eerst naar het verduurza-

bijna alle gevallen een lage temperatuur verwarming. De grote voordelen van een lage temperatuur verwarming (gasgestookte cv is hoge temperatuur verwarming) is dat geen stof wordt verbrand, waardoor de luchtkwaliteit aanzienlijk beter is en als gevolg daarvan de leerprestaties ook. Een warmtepomp, al dan niet op een collectieve bron, zal in de meest voorkomende situaties de beste oplossing zijn. Afhankelijk van de lokale omstandigheden kan gekozen worden voor een grondwater-, bodem- of luchtbron. Bijkomend voordeel van een warmtepomp is dat koeling mogelijk is. In combinatie met adiabatische lucht­ behandeling kan de kwaliteit van de binnenlucht nog verder verbeterd worden, waardoor er voor leerlingen en docenten het hele jaar een optimaal binnen­ klimaat ontstaat. In de winter aangenaam warm en

“Het is belangrijk een goede ana­lyse te maken van de vastgoed­ portefeuille en op basis daarvan een strategie te bepalen”

Brede school Asperen, foto: Edwin Smid – bbn adviseurs

men van het gebouw te kijken voordat een keuze voor een alternatieve duurzame energievoorziening wordt gemaakt. Een situatie waarbij uw gemeente met de mededeling komt dat de wijk waarin uw school staat van het gas af moet kan actueel worden, zoals bijvoorbeeld in de 27 proeftuin wijken. Hierbij kan bbn adviseurs u adviseren en vooral de financiële consequenties in kaart brengen. KEUZE ENERGIEVOORZIENING Als uw gebouw(en) is (zijn) verduurzaamd en dus bouwkundig in optimale conditie verkeert, moet op het moment van de transitie een keuze gemaakt worden. Afhankelijk van het aanbod, bijvoorbeeld wel of geen stadswarmte, en de behoefte en wensen van de onderwijsinstelling, kiezen we voor een collectieve of individuele energievoorziening. Uitgangspunt is in

in de zomer heerlijk koel en altijd fris en zonder vervuiling van verbrande stofdeeltjes. Wat betekent deze transitie voor nieuwbouw van scholen? Uiteraard moeten nieuwe scholen aan het Bouwbesluit voldoen. Maar nu is het ook belangrijk, met het oog op de energietransitie, geen gas meer te gebruiken om het gebouw te verwarmen. Want op het moment dat de wijk waarin uw nieuwe school wordt gebouwd van het gas af moet, moet u ook uw schoolgebouw op een duurzame energiebron aansluiten. bbn adviseurs heeft ruime ervaring met het ontwikkelen van nieuwe schoolgebouwen die aan de laatste eisen voldoen. Recente voorbeelden zijn Herman Wesselink College in Amstelveen en de brede school in Asperen. Kijk voor meer informatie op bbn.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

41


Waar leer jij? Of: op zoek naar de ideale mix van plekken voor de ideale leer- en speelomgeving. Dat was de workshop die ICSadviseurs op de NOT gaf. Want generatie Z vindt drie zaken belangrijk: een gezellige plek, ruimte voor ontmoeting en verschillende leerplekken, die brandschoon zijn. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

I

CSadviseur Erwin Veneklaas Slots zet de trends kort neer: “Van de focus op investeren gaat het nu vooral om het exploiteren van huisvesting. Daarnaast staat het gebouw niet meer centraal, maar vooral de verbinding met de omgeving. En dat alles vanuit het perspectief van de gebruiker. Trends die zich laten vertalen in het nadenken over de leeromgeving van morgen. Erwin: “Het boekje Waar Leer Jij bevat 25 typen activiteitenplekken. Door eerst over activiteiten na te denken is het veel logischer en natuurlijker om tot een programma van eisen te komen. Daarbij is interactie met alle gebruikers essentieel. Dat zijn niet alleen de leerlingen, maar ook de docenten en overige stake­ holders. Dat maakt dat straks de ruimten leuk en functioneel zijn. Een wand kan een communicatie-

42

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

rol in een ruimte vervullen, plekken om te ontmoeten en te loungen zijn belangrijk en vooral ook zones waar je je kunt concentreren.” Het boekje bevat plekken voor alle leerstijlen. Zo heb je plekken om te doen, te dromen, te beslissen en te denken. Een mooi voorbeeld is de nieuwbouw van het Hyperion Lyceum in Amsterdam, waar een glijbaan dwars door de vide voor een bijzondere sfeer zorgt. Kersvers ICSadviseur en voormalig opdrachtgever Janie Mooi vertelt over het proces naar nieuwbouw van haar IKC Villa Vrolik in Hilversum: “We hadden vijf jaar de tijd om over ons ideale gebouw na te denken, waarbij medewerkers, de kinderen en omwonenden hebben meegedacht. Met kinderopvang hebben we ruimten gedeeld, vanuit het uitgangspunt dat een school vooral een leeromgeving is en bij BSO en Kinderopvang vooral het accent op het spelen ligt. Daarbij was een belangrijke spelregel dat een ruimte binnen vijf tot zeven minuten weer heringericht kon worden. Delen betekent ook dat je elkaar beter wilt leren kennen. Dan mag de huisvesting niet in de weg staan.” Fysieke plekken zijn voor de organisatie belangrijk, vandaar dat Janie al vroeg in het proces met verschillende meubel­ leveranciers om tafel is gegaan.


ONTWERP EN INRICHTING

AAN DE SLAG Vervolgens gingen de bezoekers van de workshop met elkaar aan de slag. Hoe ziet een ideale leer­ omgeving eruit? Daarbij moet er ruimte zijn voor samen leren en samen ontdekken. In die ontdekkingstocht wordt ook de vraag gesteld of je nog van klaslokalen uit moet gaan: “Resultaat moet een gebouw of omgeving zijn waar kinderen en medewerkers zich fijn voelen en medewerkers op de hoogte zijn van elkaars expertise.” Dat betekent dat er logische leerlijnen zijn op het gebied van zorg en privacy, concluderen de deelnemers. Future learning expert Marij Veugelers van de Universiteit van Amsterdam denkt samen met senior beleidsmedewerker huisvesting van OCW en architect Arnout Pascale Leistra van Atelier PRO na over de activiteiten in de ideale leer-of speel­omgeving, waarmee ze gelijk aan de slag zouden kunnen gaan. Marij: “Ons onderwijs is steeds meer activiteit georiënteerd. Vaak hebben studenten de stof thuis digitaal tot zich genomen. Op de universiteit komen ze om elkaar te ontmoeten en samen te werken. Dat betekent dat de ruimte flexibel is, met een wand waar je op kunt schrijven en dat de inrichting zodanig is dat je rustig individueel en in groepjes kunt werken. De toekomst is dat een

“Daarbij was een belangrijke spelregel dat een ruimte binnen vijf tot zeven minuten weer heringericht kon worden” leeromgeving steeds meer flexibel is en er podia zijn waarop studenten en docenten aan elkaar kunnen presenteren.” Frank Benneker is ICT-consultant bij de UvA: “Mij valt op dat digitalisering en ICT dominanter worden op de NOT. Daarnaast zie je veel organisaties die zich richten op de maakindustrie, met 3D-printen en robotisering. De leerlingen van vandaag zijn de studenten van morgen. Ik steek een hoop op van de NOT.” Wilt u de boekjes Waar Leer Jij voor het primair- en voortgezet onderwijs bestellen? Kijk dan op icsadviseurs.nl of neem contact op met Erwin Veneklaas Slots, Janie Mooi of Guido van de Weem via info@icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

43


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

IS DUURZAAMHEID DE NORM OF MAG HET OOK GEWOON LEUK ZIJN?

Het grote NOTOnderwijsdebat Tja; debater Edward van der Zwaag gijzelde gedurende een klein uur zijn experts die rond een statafel stonden en successievelijk de microfoon onder hun neus kregen. En als het antwoord Edward niet beviel dan ging hij door tot de kern werd blootgelegd: het moest namelijk ergens over gaan. IS EEN GEZONDE LEEROMGEVING PER DEFINITIE DUURZAAM? Janie Mooi nuanceert deze stelling: “Je kunt een gezonde leeromgeving op verschillende manieren definiëren, dat hoeft niet per se duurzaam te zijn. Bij duurzaamheid denk ik toch meer aan de fysieke kant van het gebouw.” Marco van Zandwijk reageert: “Duurzaamheid en gezondheid hangen nauw samen in de praktijk van scholen. Maar het aspect gezondheid krijgt in de sector een veel bredere invulling. Denk aan het vignet gezonde school dat ook op een gezonde kantine en een vitaal speelplein slaat. Dan ga je het wat breder zien.” Jan Koster: “Draai de stelling maar eens om; een duurzame leeromgeving is per definitie gezond. Dan is iedereen het er mee eens. Duurzaam is ook mentale gezondheid.” Joost Hillen: “Ik mis de ruimtelijke vertaling in dat begrip. Slim ontwerpen en alleen bouwen wat nodig is, is zeker duurzaam.” “En hoe ziet dan een duurzame toekomst eruit,” vraagt Edward van der Zwaag. “In ieder geval CO2 neutraal, want we zijn bezig de aarde uit te putten,” reageert Ronald Schilt.

DUURZAAM IS SECUNDAIR; HET GAAT EERST OM HET ONDERWIJSCONCEPT “Ja, de focus in ontwerp en ontwikkelproces ligt in de praktijk primair bij de ontwikkeling en uitwerking van een visie op het primaire proces”, stelt Marco, “maar duurzaamheid gaat over toekomstbestendigheid. De vraag is ook hoe we ruimtes kunnen ontwikkelen die over tien jaar nog aantrekkelijk zijn voor het huisvesten van een visie op het onderwijs van dat moment. Zouden scholen niet meer moeten lijken op een museum of een bibliotheek? Gebouwen met een publieke functie waar activiteiten en programmering ook door de loop van de tijd continu veranderen.” Ronald: “Het gaat ook over de kennis van duurzaamheid. Daarom moet het bedrijfsleven in het curriculum van het onderwijs worden betrokken.”

44

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


ONTWERP EN INRICHTING Janie knikt: “Je kunt niet een duurzame school zijn met een waardeloos onderwijsconcept. Als het gaat om ruimte en beleving dan is dat integraal onderdeel van het onderwijsconcept.” Jan: “En dat kan per soort onderwijs anders zijn. Vanaf MBO schuift het onderwijs steeds meer de samenleving in. Daar zie ik weer een soort gildesysteem ontstaan. Dat zie ik minder bij kinderopvang en het primair onderwijs gebeuren.” CIRCULAIR BOUWEN EN VERBINDINGEN ZIJN IN Janie: “OK; dit komt op het onderwijs af, maar leg die dure woorden uit, zodat we ze begrijpen. Het gaat vaak over de hoofden van de gebruikers heen.” Jan: “In Kerkrade heeft een groep ondernemers in een leegstaand productiegebouw een omgeving voor hoogbegaafden gemaakt waar ze zelf hun leerplekken

“Circulair is niet alleen een technisch grondstoffenverhaal, maar heeft ook met de inrichting van het ont­ werpproces te maken”

DEELNEMERS: Edward van der Zwaag debater en voorzitter redactieraad Schooldomein Ronald Schilt praktiserend visionair en directeur van Merosch Marco van Zandwijk aanjager verduurzaming schoolgebouwen Ruimte-OK Janie Mooi directeur IKC Villa Vrolik en sinds kort ICSadviseur Joost Hillen architect en eigenaar Obliq architectuur Jan Koster onderwijsinnovator- en vernieuwer

ontwikkelen. Die activiteiten staan in relatie met alles wat er verder op dat complex gebeurt en waar die leerlingen ook bij betrokken worden. Dat leidt ook in economische zin tot relevante verbindingen.” Marco knikt: “En circulair is niet alleen een technisch grondstoffenverhaal, maar heeft ook met de inrichting van het ontwerpproces te maken. We weten steeds beter dat een gezond onderwijsgebouw ook goed is voor het onderwijs. Toch blijven we elkaar maar dezelfde vragen stellen, terwijl er zoveel bewezen kennis en inzichten zijn. Bijvoorbeeld de Scholenbouwwaaier, die scholen helpt de juiste keuzen te maken.” Joost knikt: “Door goede ruimten te maken lever je ook een duurzame bijdrage. Daarom moet je ook steeds meer een integrale processturing hebben. Als we een gebouw opleveren en het kost alleen maar geld, dan werkt het niet. Besteed dus de tijd aan de voorkant: integraal ontwerpen is de beste voorwaarde voor een duurzame en circulaire school.” ONDEUGEND EN SPANNEND IS VEEL LEUKER DAN DUURZAAM, NATUURLIJK EN GEZOND Joost schudt zijn hoofd: “Duurzaam kan ook ondeugend en verrassend zijn en is veel breder dan alleen het technische verhaal. Een mooie ruimte kan al spannend zijn. Janie knikt: “Voor mij is een opgeruimde en lichte ruimte belangrijk en de manier waarop ik ontvangen word. Ik heb niet zoveel met die begrippen spannend en ondeugend.” ”Maar onderwijs moet het kind verrassen en verleiden,” stelt Edward. Janie: “Maar andersom ook. Je gaat naar school om te leren, het hoeft niet altijd leuk en verrassend te zijn.” Jan: “Uiteindelijk leer je omdat je een doel hebt, bijvoorbeeld een diploma. Daar horen natuurlijk ook verrassende en uitdagende prikkels bij. Ik vind de Hub in Kerkrade een mooi voorbeeld; dat is een renovatie van een oud pand waar de bibliotheek, het theater en de muziekschool samen komen. Dat is én spannend én duurzaam.” Ronald knikt: “Mijn zoon was lastig te motiveren, maar sinds hij werktuigbouwkunde doet komt hij met goede verhalen thuis. De schoolomgeving pakt hem. Ik merk dat veel scholen te alfa zijn; trek die werelden door elkaar heen. Dan bedien je de karakters van kinderen beter en wordt het onderwijs zelf veel spannender.” Marco knikt: “Het gaat uiteindelijk om de intrinsieke motivatie van kinderen aan te spreken. Laat scholen daarbij een kweekvijver voor de nieuwsgierigheid worden. “ ER IS GEEN SCHOOL MEER NODIG. DE SCHOOL IS UIT. “Het moderne onderwijs heeft geen gebouw meer nodig,” prikkelt Edward. “Dat zou zo kunnen,” reageert Janie, “maar er is wel een plek nodig. Het begint te bruisen als je daar van scratch af aan over na mag denken.” Ronald: “Een voetbalvereniging zonder kantine heeft geen bestaansrecht, dus je moet wel een plek hebben waar je elkaar kunt ontmoeten en verbinding hebt.” Marco knikt: “Dan kom je weer

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

45


het gebouw.” Ronald gaat verder: “Laat kinderen in de kantines van bedrijven zitten en laat klassen rouleren in verschillende typen bedrijven. Geef die bedrijven medeverantwoordelijkheid in het organiseren van het onderwijs. Dat levert inspirerende omgevingen op.” “En de voorwaarde voor levenslang leren,” voegt Jan toe, “want je kunt dan ook de kennis en vaardigheden van je eigen medewerkers op peil houden.”

bij dat museum of de bibliotheek. Het belangrijkste criterium is de verbinding en dat hoeft niet per se vanuit een schoolgebouw. Het begint bij nieuws­ gierigheid.” Jan: “En die voorbeelden bestaan al lang. Als architecten en adviseurs worden we geplaagd door onze eigen geschiedenis.” Joost: “Maar als een opdrachtgever een school wil ontwerp ik een school. Whats in a name? Er zullen altijd gebouwen voor kinderen nodig zijn, maar je moet de opgave vanuit een breder perspectief benaderen. Activiteiten en ruimte; dan heb je gelijk het bruggetje naar duurzaamheid.” Toehoorder Romy Schneider reageert: “School is afgeleid van het Griekse ‘scolhv’, dat ‘vrije tijd’ betekent. Onderwijs was oorspronkelijk iets waarvoor men vrije tijd moest hebben. Dat past wel bij de grote gedachte dat leren centraal staat en niet

46

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

DUURZAAM IS TE DUUR Janie: “Duurzaam kan in kleine dingen zitten. Kinderen die met de wijk meedenken over het schoonhouden van het plein en de buurt. Hoe duurzaam is dat?” Ronald: “Een enorme weeffout is dat we scholen vol hebben gestopt met installaties en tegelijkertijd de conciërges hebben wegbezuinigd. Dat is duur en niet duurzaam. Zorg dat de expertise op scholen op peil komt of leg het gebouw qua exploitatie bij de bouwer, dan ben je van een groot deel van het beheer af.” Marco knikt: “Je moet de exploitatie al in het ontwerpproces meenemen. Een opdrachtgever die naar de kosten over de totale levensduur kijkt maakt andere keuzes in het ontwerpproces.” Aannemer Jan Anker van Meerbouw Rotterdam reageert: “Wij nemen in onze contracten het energieverbruik voor een vast bedrag mee. Duurzaam hoeft zeker niet duurder te zijn. Circulair is een ander verhaal; daar staan we nog aan het begin. De markt staat meer dan open, maar het is op dit moment niet per se goedkoper.” Kortom: vijf deskundigen gaven hun reacties op actuele stellingen in een scherp debat waarmee werd aangetoond dat veel in beweging is, maar er tegelijkertijd nog veel moet gebeuren willen we duurzaamheid duurzaam geïntegreerd hebben in de bouw van maatschappelijk vastgoed.


ONDERWIJS HUISVESTING. Leren in een fijne omgeving Bekijk onze projecten op

scholenvanbuko.nl

O N T W E R P • R E A L I S AT IE • OND ERHOU D

FLEX I B ELE OPLOSSI NGEN, COMPLETE DI E N S TV E R LE N I N G

180449_ADV_BUKOHuisvesting_Schooldomein_201x135_01.indd 1

4-5-2018 16:07:41

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

47


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Ronald Tilleman

De Spil Nieuwleusen als spil van de gemeenschap

48

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


ONTWERP EN INRICHTING

Een leerling speelt piano, in de sporthal wordt gevoetbald, bezoekers schuiven aan in het restaurant of lenen een boek in de bibliotheek. Zo moet een multifunctioneel centrum werken; als een natuurlijke plek om te ontmoeten, te leren en activiteiten te delen. De Spil Nieuwleusen werkt!

W

ethouder financiën Ruud van Leeuwen en bestuurder Hans Groenhuis vertellen met zichtbare trots hun verhaal, waar nodig aangevuld door de adviseurs Hans Voorberg en Erwin Veneklaas Slots van ICSadviseurs. Ruud: “Ik ben als wethouder verantwoordelijk voor de grote projecten in de gemeente en de Spil is er één van. De gemeente Dalfsen had de ambitie in elke kern een Kulturhus te realiseren, maar dat lukte hier maar niet. Nieuwleusen was een fusiegemeente tussen Nieuwleusen en Den Hulst met elk eigen culturen. Tussen die beide kernen lag een gapend gat en wat het dorp miste was een hart. Wilden we Nieuwleusen op de langere termijn vitaal houden, dan moesten we iets doen. In 2006 speelde al dat de toenmalige sporthal De Schakel aan vernieuwing toe was, maar verschillende initiatieven om partijen bij elkaar te krijgen liepen op niets uit. Augustus 2014 kwam dit voormalige gebouw van de Rabobank vrij, op een mooie locatie; toen konden we gaan schakelen. ICSadviseurs had inmiddels vastgesteld dat de beide sporthallen van 40 en 20 jaar oud technisch op waren, dus die betrokken we er gelijk ook bij. Ons doel was een aantrekkelijke omgeving te maken voor gezinnen met jonge kinderen, met cultuur, sport, recreatie en dicht bij onderwijs.”

VOOR ELKAAR BETEKENEN Hans Groenhuis: “Vanaf het begin hebben we aan de potentiële deelnemers gevraagd wat ze voor de ander en voor De Spil kunnen betekenen. De nadruk lag

“Wij hebben de stenen gestapeld, maar de mensen moeten er zelf een ziel in stoppen”

direct op de verbinding en niet op de eigen inbreng. Dan gaat een bibliotheek nadenken hoe ze met de basisschool kan samenwerken en kinderopvang wat ze met de welzijnsorganisatie kan doen. Heel veel gebruikers hadden een aanleiding om met ons mee te denken, zoals Saam Welzijn, de muziekschool, de speelgoedbank en InteraktContour, een organisatie voor mensen met niet aangeboren hersenletsel. Toen kwam ook het Agnieten College erbij, als onderdeel van de Landstede groep. Zij zaten in een slecht gebouw uit de jaren 60 en hadden te maken met een teruglopend aantal leerlingen. Dat was voor hen even wennen, want het onderwijs gaat uit van het recht op vierkante meters terwijl wij uitgingen van de wens om activiteiten te delen. Daar zijn we samen goed uitgekomen. De algemene ruimten van de school zijn overdag van het onderwijs en ’s avonds beschikbaar voor De Spil. Zo worden ook het dramalokaal, de sportvoorzieningen en de kookruimten gedeeld. De leerlingen van het vmbo maken producten in de keuken, die vervolgens in het restaurant worden geserveerd. En deelnemers van Interakt Contour zijn ook betrokken bij het onderhoud en de schoonmaak van het gebouw.” Ruud vult aan: “Het bedrijfsleven organiseert een techniekweek om leerlingen van het vmbo en de basisscholen met de bedrijven kennis te laten maken. Dat zou hier ook goed kunnen. Deze investering is een faciliteit die je de gemeenschap aanbiedt. Wij hebben de stenen gestapeld, maar de mensen moeten er zelf een ziel in stoppen. Als dat gaat leven heb je echt een Spil. Laatst vroeg iemand of er een activiteit was voor eenzame mensen. Die kunnen hier nu samen koffie komen drinken. Mooi toch?” SOCIAAL MAATSCHAPPELIJK CULTUREEL HART Hans verder: “LKSVDD architecten, eerder al de architect van zowel de Rabobank als de basisschool, is bij dit project betrokken gebleven en heeft de gebruikers veel ruimte gegeven bij de invulling. Zo is het draagvlak gecreëerd.” Erwin knikt: “We hebben de partijen al in de haalbaarheidsfase in verschillende workshops uitgedaagd na te denken wat ze konden betekenen voor de ander. Dat leidde uiteraard tot slimmer gebruik van de ruimten, maar vooral tot veel participatie. Het gaat niet alleen om het gebouw, maar vooral om het gezamenlijke verhaal. Doe je dat

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

49


Ruud van Leeuwen (l) en Hans Groenhuis

PROJECTINFORMATIE Project Vernieuwbouw De Spil Nieuwleusen Opdrachtgever

niet dan wordt het een standalone gebouw, met functies die met de ruggen naar elkaar toe liggen.” Hans Groenhuis: “Dit moest het sociaal maatschappelijk cultureel hart van de gemeenschap worden. Zoals je de voordeur deelt, zo deel je ook de faciliteiten samen. In de ontwerpfase wilde iedereen graag een eigen pantry. Dat wilden we niet, want dan ga je weer eilandjes creëren. We hebben dus een mooi restaurant naast de entree gemaakt met een gezamenlijke koffievoorziening. Ook rekenen we geen commerciële prijs voor elk kopje koffie. Daarom hebben we de commerciële aanvragen eerst afgehouden, nu laten we dat wat los. Yoga zit er in, de Rabobank organiseert hier bijeenkomsten en de notaris komt er voor een dagdeel in. We hebben Stefan Keijzer als manager in dienst genomen om ervoor te zorgen dat het goed blijft lopen. Hij komt uit de evenementenwereld, maar kan vooral heel goed met mensen omgaan. De opening was een gezamenlijke presentatie van alle participanten. Dat was een prachtig feest.”

Gemeente Dalfsen Adviseur ICSadviseurs (haalbaarheidsonderzoek, programma van eisen, beheerorganisatie, supervisor tijdens het bouwproces) Projectmanagement abcnova Ingebruikname 1 september 2018 Architect LKSVDD architecten, Enschede Projectarchitecten Ronald Olthof en Hans van den Dobbelsteen Aannemer Jansman Bouw Stichtingskosten e 11,8 mio incl. btw (excl. terrein) Bvo 7.468 m²

50

SCHOOLDOMEIN

BIJZONDERE JURIDISCHE STRUCTUUR Hans Voorberg: “Het is een campus geworden, omdat de inrichting van het terrein onderdeel van de opgave was. Zo zijn de basisschool en de kinderopvang visueel ook betrokken, omdat het aan hetzelfde plein ligt. Wat we veranderd hebben is dat we de entree van de bank naar de achterkant hebben geplaatst, om daar ook de verbinding met de sportvelden te maken en daar juist de traffic te organiseren. De nieuwe entree is onderdeel van de uitbreiding, net als de school en de beide sporthallen. Het oorspronkelijke gebouw van de Rabobank met een prachtige ronde toren en een mooie ronding aan de straatzijde is prachtig geïntegreerd in het nieuwe gebouw. Als je door het gebouw loopt merk je het verschil tussen oorspronkelijk en nieuw niet.” Ruud: “ICSadviseurs heeft ons in het voortraject bij diverse haalbaarheidsonderzoeken en de ontwikkeling van ruimtelijke modellen begeleid en bij de aanbesteding van de projectmanager. Hans

maart 2019

heeft in de rol van supervisor de stuurgroep bijgestaan en in de afronding hebben zij samen met het bestuur de beheerorganisatie goed op poten gezet.” Hans Groenhuis: “Over de juridische structuur hebben we lang nagedacht. Het gaat om behoorlijke geldstromen dus hoe regel je dat? De gemeente wilde een vinger aan de pols houden. Gebruikelijk is een Stichting, die van niemand of van iedereen is. Wij hebben voor een commanditaire vennootschap gekozen, waarbij de gemeente als stille vennoot het gebruik van het gebouw in brengt en Stichting Kulturhus De Spil als beherend vennoot het beheer organiseert en de gewenste programmering vormgeeft. De benoeming van bestuursleden loopt via het College en de Raad. Zo blijft de gemeente bewust partner.” DUURZAAM EN CIRCULAIR Ruud ten slotte: “De gemeente Dalfsen heeft een ambitie op het gebied van duurzaamheid. De raad wilde dat het energieneutraal zou zijn en dan praat je over het gebouw en de pleinfunctie, waar de bestaande basisschool ook is betrokken. Zo wordt het regen­ water weer opnieuw gebruikt en is het plein door Tuinen Mien Ruys ingericht met verschillende speelen ontmoetingsplekken. Ook zijn de kozijnen van een deel van het bankgebouw hergebruikt als buitenkozijn in de school. Bij het slopen van de sporthal speelde het hergebruik bij de aanbesteding een rol. Inschrijvers konden punten scoren op prijs en hergebruik van materiaal en dat is voor 99% gelukt; het stalen frame van de hal staat nu in Litouwen. Verder heeft de aannemer lokale en regionale leveranciers een kans gegeven en heeft de aannemer buiten de kern een depot ingericht, waardoor de materialen in beperkte volumes hier naar toe kon worden gebracht en de verkeersveiligheid geborgd was. Daar zijn we ook trots op.” Kijk voor meer informatie op icsadviseurs.nl en op despilnieuwleusen.nl.


Dit doet een slecht binnenklimaat met kinderen.

www.nedair.nl

Goede schoolventilatie is van levensbelang.

Schoolventilatie voor een gezonde leeromgeving

’Een school met een thuisgevoel’

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

51


Tekst ing. Sven Korpershoek, adviesbureau Merosch

Foto: Ad Bijnagte

MFA ‘t Saamdeel aantoonbaar energieleverend

MFA ’t Saamdeel in Kapelle is in 2016 in gebruik genomen als eerste nul-op-de-meter school van Nederland. Het staat daarmee op nummer 2 in de top 15 van meest energiezuinige scholen in Nederland. Een geweldige prestatie, maar een conclusie die eigenlijk alleen gebaseerd is op theorie. Bij de oplevering na twee jaar is duidelijk dat we onze beloftes aantoonbaar hebben waargemaakt.

O

m er zeker van te zijn dat het gebouw in de praktijk functioneert zoals beloofd, zijn wij van mening dat installaties pas twee jaar na ingebruikname kunnen worden opgeleverd; als is aangetoond dat de installatie in alle seizoenen goed functioneert. Vanuit deze gedachte hebben we MFA ‘t Saamdeel twee jaar na ingebruikname intensief gemonitord.

ENERGIECONCEPT Het gebouw dat door TenW architecten is ontworpen, is voorzien van een schuin dak dat speciaal is gemaakt om een zo hoog mogelijk rendement uit de zonnepanelen te halen. In totaal ligt er meer dan 1.500 vierkante meter aan zonnepanelen op het dak. Voor de warmte- en koudelevering wordt gebruik gemaakt van warmtepompen met bodembronnen. Ventilatie vindt plaats door middel van een mechanisch ventilatiesysteem voorzien van warmteterugwinning en CO2-sturing. Ook zijn de

52

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

ventilatiekanalen zo kort mogelijk gehouden, wat zowel energetisch, als op het gebied van comfort voordelig is. Er is veel lichtinval en kunstverlichting is zo energiezuinig mogelijk uitgevoerd met behulp van daglichtregeling. PRESTATIES De gemonitorde prestaties op het gebied van energie zijn boven verwachting goed. Over de twee jaar dat we MFA ’t Saamdeel hebben gemonitord, is er in totaal 37% meer energie opgewekt dan verbruikt (inclusief gebruiksgebonden energie). In de zomermaanden loopt dit percentage zelfs op tot 100%, dat betekent dat er dan twee keer zoveel energie wordt opgewekt dan er wordt verbruikt. De vooraf gestelde ambitie voor nul-op-de-meter wordt in ruime mate overtroffen. MFA ‘t Saamdeel is een energieleverend gebouw. In de volgende figuur zijn de gemonitorde energiestromen van de afgelopen twee jaar weergegeven.


ONTWERP EN INRICHTING

tot in de kernen van het gebouw doordringt. Wij zijn nauw betrokken geweest bij de selectie van de overige adviseurs en dat heeft een team opgeleverd dat vanaf de ontwerpfase integraal met de gebruikers heeft samengewerkt om een mooi en duurzaam gebouw te maken. Om nul op de meter te krijgen hadden we een forse hoeveelheid PV cellen nodig. Dat is vertaald naar een karaktervol gelaagd dak dat aan de omgeving laat zien dat het gebouw energie oplevert. De dakconstructie is relatief licht en eenvoudig en dat kan omdat je gebruik maakt van alle kennis, waardoor je ook weer materiaal kunt besparen.” VOORUITBLIK Dit project is een schoolvoorbeeld van het vertalen van hoge ambities in een concrete aanpak en

Figuur 1: Verbruik en opwekking over de periode juli 2016 t/m juli 2018

COMFORTABEL BINNENKLIMAAT Naast hoge eisen op het gebied van de energieprestatie, was een prettig en comfortabel binnenklimaat een belangrijke eis bij het ontwerpen van MFA ‘t Saamdeel. Frisse scholen klasse B was het uitgangspunt. Door de binnentemperaturen en luchtkwaliteit te monitoren, werd duidelijk dat het binnenklimaat aan de gestelde eisen voldoet. De ruimtetemperaturen blijven binnen de vereiste bandbreedte en de maximale toegestane CO2-concentratie van 950 ppm werd bijna nooit overschreden. Dit zagen we terug in de positieve gebouwbeleving van de gebruikers. VERBINDING EN ONDERSCHEID Het ontwerp draagt bij aan het duurzame karakter ervan. Architect Kees Willems van TenW architecten: “Het is een gebouw waarbij de lineaire vorm bepaald wordt door de oriëntatie op het zuiden. Het interieur wordt doorbroken door vides en open leerpleinen met een hoge transparantie, waardoor het daglicht

een sterk resultaat. De installateurs Synto en Paree hebben hieraan positief bijgedragen. Uit de prestaties van dit gebouw blijkt dat met een redelijk voor de hand liggend installatieconcept en een integrale ontwerpaanpak tussen de partijen, veel kan worden bereikt. Dit biedt perspectief voor andere projecten en voor de verduurzaming van onze gebouwde omgeving. Het is echter verre van vanzelfsprekend dat alle installaties gelijk goed werken. Er zijn veel voorbeelden van nieuwe gebouwen waarin een installatie problemen oplevert voor de gebruiker. Er zou meer aandacht moeten uitgaan naar monitoring in de gebruiksfase, waarbij eventuele gebreken kunnen worden opgelost om te zorgen dat het gebouw echt presteert zoals beloofd. Het zou voor alle partijen standaard moeten zijn dat twee jaar na ingebruikname pas de oplevering plaatsvindt.

“Dit project is een school­ voorbeeld van het vertalen van hoge ambities in een concre­ te aanpak en een sterk resultaat”

Neem voor vragen contact op met Merosch: 0172 - 65 12 64, of kijk op merosch.nl of tenw.eu.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

53


Tekst en beeld: Topos

Beheer van school­ gebouwen, zelf doen of uitbesteden? Het beheer en de realisatie van schoolgebouwen is een complexe en tijdrovende zaak. Zo moeten er bijvoorbeeld meerjarenonderhoudsplanningen worden opgesteld, nieuwbouwprojecten worden begeleid of ontruimingsplattegronden komen. Dergelijke werkzaamheden vergen niet alleen veel tijd, maar ook specifieke kennis en expertise - iets waar schoolorganisaties vaak niet voldoende over beschikken. Het kan dan ook slim zijn om hiervoor een externe partij in te schakelen.

D

at deed ook Wellantcollege. Met 31 locaties en 13.000 leerlingen en studenten en een uitgebreid palet aan opleidingsmogelijkheden is deze onderwijsorganisatie de grootste vmbo- en mbo-opleider van Europa in voeding, klimaat en welzijn van mens en dier. Edwin Sijtsma, adviseur vastgoedbeheer bij Wellantcollege: “Om de brandveiligheid te garanderen, moesten we een paar jaar

54

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

geleden voor al onze locaties nieuwe gebruiksmeldingen indienen. Op een aantal locaties waren deze namelijk niet meer actueel en bovendien waren ze niet uniform. Zo was de ene tekening gemaakt in het programma Autocad, de andere nog met de hand getekend en een derde als PDF opgeslagen. Zeker wanneer er wijzigingen moeten worden doogevoerd, is dat natuurlijk verre van efficiënt.”


ONTWERP EN INRICHTING

GEBRUIKSMELDINGSTEKENINGEN Wellantcollege besloot een externe partij in te schakelen om de nieuwe gebruiksmeldingstekeningen te laten maken. Edwin: “In principe hebben we zelf wel voldoende kennis in huis. Zo hebben we een arbo-adviseur in dienst en verschillende bouwkundigen, waaronder ikzelf. Maar qua tekencapaciteit kunnen we toch vaak niet zo efficiënt werken als een expert. Bovendien liggen er nog veel meer taken op ons bordje. Het was voor ons dan ook gewoon erg praktisch om dit werk aan een derde partij over te laten.”

BRANDVEILIG GEBRUIK VAN SCHOLEN IN KAART GEBRACHT Bij de aanbesteding die het Wellantcollege uitschreef, kwam Topos als scherpste partij naar voren. Edwin: “Zij hebben al onze locaties bezocht en van elk gebouw in kaart gebracht waar zich zaken bevinden als brandblussers, vluchtroutes, vluchtdeuren, EHBO-koffers en brandscheidingen. Dat scheelde

“Wellantcollege besloot een externe partij in te schakelen om de nieuwe gebruiksmeldingstekeningen te laten maken” ons heel veel werk. De tekeningen kon ik vervolgens moeiteloos gebruiken bij het indienen van de gebruiksmeldingen bij het Omgevingsloket.” ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN Vorig jaar zette Wellantcollege eenzelfde soort exercitie in gang voor de ontruimingsplattegronden, want ook die waren niet uniform. Ook dit keer werd besloten een derde partij in te schakelen en wederom kwam Topos als winnaar van de aanbesteding uit de bus. Edwin: “Op dit moment zijn ze voor ons bezig met het optimaliseren van al onze ontruimings­ plattegronden. Ze maken daarbij gebruik van Autocad. Daardoor is het voor ons veel eenvoudiger om eventuele toekomstige mutaties zelf door te voeren.” Het inschakelen van een externe partij is vaak een slimme zet, vindt ook Topos-directeur Jody van Leeuwen: “schoolorganisaties lopen bij het beheer van hun gebouwen regelmatig tegen zaken aan waar ze zelf niet voldoende kennis van in huis hebben. Of waar ze, zoals Wellantcollege, gewoon niet genoeg tijd voor hebben. Een externe partij inschakelen is dan vaak veel efficiënter. Een adviesbureau met ervaring in de scholenbouw kan een schoolorganisatie op diverse gebieden ondersteunen en een heleboel werk uit handen nemen.”

Voor het brandveilig gebruik gelden landelijke regels die zijn vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. De gebouw­ eigenaar en/of gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de voorschriften. Voor de meer risicovolle vormen van gebruik is een omgevingsvergunning brandveilig gebruik of een gebruiksmelding nodig. Voor scholen die dagverblijf verschaffen aan meer dan 10 kinderen onder de 12 jaar (zoals basisscholen) geldt dat een omgevingsvergunning brandveilig gebruik nodig is. Zonder zo’n vergunning mag het gebouw niet gebruikt worden. De procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning brandveilig gebruik kan tot maximaal 26 weken duren. Deze vergunning dient dus ruim van te voren te worden aangevraagd. Voor scholen waar meer dan 50 personen tegelijk verblijven (ouder dan 12 jaar) geldt dat volstaan kan worden met een gebruiksmelding. De gebruiksmelding moet ten minste vier weken voor aanvang van het gebruik van het bouwwerk worden gedaan. Het is verstandig de gebruiksmelding ook ruim van te voren aan te vragen, aangezien de gemeente nadere eisen kan opleggen. Nadere eisen kunnen gebruiksbeperkingen zijn, zoals het maximaal aantal personen dat tegelijk in (een deel van) het gebouw aanwezig mag zijn. Soms zijn opvang- en doorstroomcapaciteit-berekeningen noodzakelijk om aan te kunnen tonen dat vluchten bij brand veilig en tijdig kan plaatsvinden. Als een gebouw brandveilig gebruikt kan worden, betekent dat nog niet dat na het ontdekken van een brand een snelle en ordelijke ontruiming van de aanwezige personen zal plaatsvinden. Daarom dienen scholen een ontruimingsplan op te stellen. Doel daarvan is dat de gebruikers weten wat zij bij een brandmelding moeten doen, zodat de risico’s bij brand zoveel mogelijk worden beperkt. Om gebruikers en bezoekers van scholen te informeren over de vluchtwegen en veiligheidsvoorzieningen dienen ontruimingsplattegronden in scholen te worden opgehangen. Deze dienen eenvoudig en begrijpelijk van opzet te zijn, zodat men het gebouw snel en veilig weet te ontvluchten.

Kijk voor meer informatie op topos.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

55


Prestatiebevorderende middelen op scholen? We doen er alles aan om de prestaties van leerlingen te bevorderen. Uit onderzoek is gebleken dat de schoolresultaten aanzienlijk beter worden door de leefomgeving op de school. Met vloeren van Bolidt bijvoorbeeld. Minder contactgeluid, meer demping, onbegrensde mogelijkheden qua kleur en vorm. En dan hebben we het nog niet eens over onderhoud en duurzaamheid.

www.bolidt.nl


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

IKC JULIANA EEN GEBOUW MET EEN HART

Dorpsschuur en imposante villa ineen

“Dit gebouw is precies wat we voor ogen hadden,’’ stelt directeur Ageeth Russcher. Een gebouw met een hoog schuin dak, waar het natuurlijk daglicht en de heldere structuur opvallen. “Als we niet zo duidelijk hadden geweten wat we wilden was dit gebouw er niet zo gekomen.”

N

aast Ageeth is ook Ron Verduijn van Van Hoogevest Architecten aanwezig. Ron: “Net als in ons project in Leusden, waar we met partijen een intensief voortraject hebben gelopen, moest het hier ook echt onderwijs ademen.” Ageeth knikt: “We hebben in dat proces veel aan Schooldomein gehad en er foto’s uit geknipt om onze visie vorm te geven. Door meerdere scholen echt te bezoeken ga je verschillen zien en dat helpt enorm. We zaten in een oud, maar fijn gebouw uit de jaren ’70 en groeiden uit ons jasje. We mochten renoveren, maar de constructie bleek te slecht te zijn. Dat heeft tot behoorlijke vertraging geleid, want oorspronkelijk zouden we al in 2015 in een nieuw gebouw zitten. De gemeente heeft ons op een gegeven moment dit hockeyveld aangeboden, pal naast de sporthal en tegenover het grote gebouw van het Johannes Fontanus College. Toen konden we vrij gaan denken en zijn samen met

het KDV De Drieslag aan de slag gegaan om een echt integraal kindcentrum te maken. Gaandeweg zijn we naar één pedagogisch, didactische visie gegroeid, met één directeur en een heldere organisatie. Dat is uiteraard een groeiproces, want je hebt twee vakgroepen en natuurlijk twee cao’s. We hebben het visiedocument van SLO gevolgd, dat je in drie stappen door het proces leidt. Vervolgens hebben we samen met de bouwmanager een moodboard gemaakt dat naar een aantal architecten is gestuurd. Samen met de algemeen directeur heb ik de architecten ontmoet en vooral gekeken of ze in woorden en begrippen konden vertalen wat wij bedoelden. En Van Hoogevest voelde ons het beste aan.” Ron knikt: “Die manier van een architect zoeken laat zien dat het om de relatie ging en niet zozeer om het goedkeuren van een plan. We zijn met elkaar aan de slag gegaan alsof je met elkaar een huis gaat bouwen.”

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

57


“Als we niet zo duidelijk hadden geweten wat we wilden was dit ge­ bouw er niet zo gekomen”

OPEN EN GEBORGEN Ageeth: “We zijn een gemeenschap, waarin iedereen welkom is en waarin we duidelijkheid ook belangrijk vinden. Dat wilden we ook in het gebouw ervaren. Op deze plek moest het gebouw bovendien niet wegvallen naast de grote gebouwen naast en tegenover ons.” Ron: “De uitdaging was om die kwaliteiten open en geborgen in een ontwerp te vertalen. Dat komt terug in de openheid van de vorm van een paviljoen en de geborgenheid van het gevoel dat je thuis komt. Tijdens het bezoek aan enkele scholen zagen we hoe lastig het is om die kernbegrippen te combineren.

58

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

Soms zie je een gebouw met ronde vormen, dat niet logisch in zijn structuur is, of juist een haaks en ordelijk gebouw, dat weer niet vriendelijk aanvoelde. Een extra uitdaging was de randvoorwaarde dat het gebouw uitbreidbaar moest zijn vanwege de groei in een nieuwe wijk. Dus je ontwerpt het kleinste gebouw in zijn omgeving in bovendien een open gebied, dat toch een vriendelijke en stevige uitstraling moet hebben en op een logische manier uit te breiden moet zijn. Dat hebben we vertaald in een archetypisch huiselijk volume. IKC Juliana verwijst naar de grote agrarische bebouwing in het buitengebied van


ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw IKC Juliana Opdrachtgever Gemeente Barneveld Architect Van Hoogevest Architecten Aannemer Burgland Bouw Inrichting schoolplein Van Ee Speeltoestellen Stichtingskosten e 2,65 miljoen inclusief btw Bouwkosten e 1,82 miljoen exclusief btw BVO 1.700 m² Ingebruikname 1 november 2018

Barneveld, maar oogt ook als een supervilla. Op de kavel staat het gebouw in het midden, waardoor het aan verschillende kanten kan groeien. Daarmee schept het gebouw orde. Aan de voorkant ligt het plein voor de groepen 3 tot en met 8 en achter liggen de pleinen voor kinderopvang en de groepen 1 en 2; het gebouw scheidt die stromen op een vanzelfsprekende manier. Het mooie is dat je er aan beide kanten prachtig doorheen kijkt, door de grote glazen wanden en de dakramen van boven, die voor natuurlijk daglicht zorgen. We hebben gekozen voor een gebouw met een groot schuin dak, waardoor het gevoel van geborgenheid ontstaat. Je ziet in de gevel een natuurstenen gevelsteen, die mooi veroudert en duurzaam is. Daarnaast zit er veel Siberisch larikshout in, vanwege de warme en natuurlijke uitstraling. Het kleurgebruik is ingehouden lichtgrijs, omdat het gebruik de kleur eraan geeft. Het speellokaal heeft een prachtige glazen wand. En waar kinderen naar buiten gaan hebben we aaibare materialen gebruikt.” OPENHEID EN TRANSPARANTIE Ageeth knikt: “De openheid van ons oude gebouw komt terug in de centrale ruimte. Mensen staan verbaasd als ze in de hal staan; er is geen echo. Dat je maar twee zichtlijnen hebt geeft overzicht voor de kinderen.” Ron vult aan: “We hebben de lokaalmaat van het vorige schoolgebouw overgenomen, omdat dit voor het onderwijs goed bevalt. Tussen deze lokalen hebben we ruimte gevonden om ateliers te maken waarin kinderen meer zelfstandig kunnen werken. Daardoor konden we de gangen breed maken en leeg houden. Het voelt als een ruim gebouw, terwijl het niet per se heel groot is.” Ageeth: “Wij kwamen uit een gebouw waarbij de kinderen op de gang werkten en dat was erg onrustig. In de ateliers kunnen kinderen individueel of in groepjes werken of kan een gesprek worden gevoerd. De vieringen en gemeenschappelijke activiteiten kunnen we zowel binnen als buiten organiseren. Wanneer we de flexibele wand van het speellokaal open zetten hebben we met de tribune één grote algemene ruimte. Daardoor is er ook een natuurlijke verbinding met de beide pleinen, die we met speeltoestellen hebben ingericht.” REKENDUURZAAMHEID Ron over het duurzame karakter: “De hoge kap geeft licht van het noorden en de zuidkant ligt vol met zonnepanelen. Het is vooral ook duurzaam in zijn compactheid en materialisering.” Ageeth: “Je moet het ook kunnen beleven als een duurzaam gebouw. De hoogte zorgt voor een prettig klimaat en dat zorgt voor subjectieve duurzaamheid; het gevoel dat de ruimte klopt en bijdraagt aan het welbevinden. Duurzaamheid is ook rentmeesterschap; de soberheid

Ron Verduijn (l) en Ageeth Russcher

en duidelijkheid in combinatie met het licht en de transparantie leveren een verhaal wat je door kunt vertellen; wat ik doe heeft consequenties voor degenen die na mij komen. Het aardige is dat iedereen het verhaal van dit gebouw kan vertellen. Als we niet zo duidelijk hadden geweten wat we wilden was dit gebouw er niet zo gekomen.” Kijk voor meer informatie op vanhoogevest.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

59


Tekst Sibo Arbeek

PRESIKHAAF SCHOOLMEUBELEN DOET HET ELKE DAG

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Dat was een mooie Nationale Onderwijs Tentoonstelling voor Presikhaaf Schoolmeubelen. Een stand vol activiteiten en netwerken en vooral veel goede verhalen. Een tevreden directeur Wim de Goei: “We doen het goed omdat we niet alleen in ons product geloven, maar ook in het proces daaromheen. Wij noemen dat Vanzelfsprekend Uitstekend. Dat betekent dat we ons willen onderscheiden door maatschappelijk verantwoord en betrokken te ondernemen.”

E “We zijn ook blij omdat we met dit keurmerk een uitsteken­ de, onder­ scheidende marktpositie hebben ver­ worven”

60

SCHOOLDOMEIN

n dat is niet vanzelfsprekend volgens Wim: “Veel marktpartijen communiceren dat ze bezig zijn met een circulaire visie en dan gaat het vooral over het hergebruik van materialen. Wat dat betreft staan we aan het begin van een nieuwe circulaire economie, die nu ontwikkeld wordt. Voor Presikhaaf Schoolmeubelen gaat dat begrip circulair veel verder; het gaat ook om een visie op mensen en hoe wij elkaar kunnen helpen het beter te doen. Vandaar zijn sociaal en circulair ondernemen

maart 2019

twee belangrijkste pijlers in ons beleid. Wij hebben ongeveer 200 werknemers in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt. Wij hebben inmiddels samenwerkingsverbanden met VSO/PRO scholen in de regio Arnhem voor het ter beschikking stellen van stageplekken en het openstellen van leer-werkplekken. Ook werken we nauw samen met het Werkgevers Servicepunt (WSP) en het UWV voor het aantrekken van mensen uit het doelgroepenregister, zoals dat in de participatiewet is bepaald.


ONTWERP EN INRICHTING

Presikhaaf Schoolmeubelen, is een toonaangevende producent van schoolmeubilair en inrichter van scholen en kinderopvang, die zich inzet voor ontwerpen en inrichten van hoogstaande leeromgevingen in Nederland. De meubel- en ruimtelijke oplossingen zijn ontworpen om het welzijn en het leervermogen te verbeteren en uit te blinken in duurzaamheid en flexibiliteit. De innovatieve oplossingen van Presikhaaf Schoolmeubelen voor het onderwijs inspireren dagelijks talloze scholieren, studenten en docenten. Leeromgevingen die door Presikhaaf Schoolmeubelen worden gebouwd zijn circulair, duurzaam, veilig, ergonomisch verantwoord en voldoen aan alle normeringen. Koninklijke Ahrend bestaat in Nederland uit de bedrijven Ahrend Nederland, Gispen Nederland en Presikhaaf Schoolmeubelen. Het PSO certificaat geldt voor ieder van deze bedrijven. Kijk voor meer informatie op schoolmeubelen.com.

KEURMERK PSO TREDE 3 Presikhaaf Schoolmeubelen in Arnhem behoort sinds kort officieel tot de koplopers in Nederland van bedrijven die uitblinken in sociaal ondernemen. De dochteronderneming van Koninklijke Ahrend BV presteert uitmuntend in het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, zo blijkt uit onderzoek. Wim: “Wij zijn tot op heden de enige onderneming in de branche voor kantoor- en schoolmeubelen met het keurmerk PSO trede 3. Dat is de derde en hoogste trap in de zogenaamde Prestatieladder Socialer Ondernemen. Onze ambitie is om de status PSO trede 30 + ABW te halen. Die sluit aan bij de nieuwe Aanbestedingswet die op 1 juli 2016 van kracht is geworden. De wet maakt het mogelijk voor publieke opdrachtgevers om opdrachten voor te behouden aan organisaties waarvan minimaal 30% van het personeel in dienst bestaat uit personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze certificering wordt steeds belangrijker voor kinderopvang en onderwijsinstellingen die een invulling willen geven aan de Quotumwet of hun SROI doelstellingen (Social Return on Investment) willen realiseren. Het is ook een wetenschappelijk onderbouwd meetinstrument dat zichtbaar maakt in welke mate organisaties zich inzetten voor werk of ontwikkelingsmogelijkheden aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Dit doen PSO-organisaties door in de eigen organisatie werkplekken te faciliteren. Daarnaast stimuleren PSO-gecertificeerde organisaties ook hun eigen leveranciers en afnemers om sociaal te ondernemen. De afgelopen jaren is PSO uitgegroeid tot de landelijke norm voor socialer ondernemen.

Met Scalabor werken we samen voor de langdurige groepsdetachering van SW medewerkers. Onze HR-Officer Corinne Brouwer begeleidt zorgvuldig de in- en uitstroom van de doelgroep medewerkers, want dat is nodig. Voor de begeleiding werken we met werkcoaches en onze eigen leidinggevenden zijn inmiddels geschoold in het werken met mensen met een arbeidsbeperking. Leuk te melden is dat deze groep medewerkers niet alleen bezig is met de productie van schoolmeubilair, maar ook op het bedrijfsbureau, de administratie en customerservice werkt en bijvoorbeeld als gastvrouw in de showroom. Wij zijn trots om met deze vakmensen te kunnen werken en hun aandacht voor detail en liefde voor het vak zijn essentieel voor de hoge kwaliteit van onze producten en het circulaire karakter van ons productprogramma. Uiteraard komt dat ook terug in de kwaliteit van onze dienstverlening en (school)meubels, want daar gaat het uiteindelijk om.”

ONDERSCHEIDENDE MARKTPOSITIE Wim: “Het idee achter de Trede-benadering is dat organisaties kunnen groeien op de PSO-Prestatieladder door op een duurzame wijze meer werkgelegenheid te bieden aan kwetsbare groepen in onze samen­ leving. De toets voor het keurmerk is toe te passen door alle soorten organisaties in Nederland, van multi­national tot buurtwinkel, van advocatenkantoor tot werkbedrijf. Die PSO-certificering op trede 3 maakt ons trots maar ook blij. Blij omdat we met dit keurmerk een uitstekende, onderscheidende marktpositie hebben verworven, die waarschijnlijk zal leiden tot uitbreiding van het aantal opdrachtgevers. Scholen willen hun opdrachten graag uitbesteden aan sociale bedrijven, die bovendien een hoge kwaliteit leveren. Dat heeft alles te maken met het feit dat overheden nu wettelijk verplicht zijn om vijf procent van hun personeelssterkte aan te vullen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat kunnen ze doen door te kiezen voor een bedrijf als Presikhaaf Schoolmeubelen.”

OVER PRESIKHAAF SCHOOLMEUBELEN

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

61


EEN NIEUW ONDERKOMEN VOOR SAMENWERKINGS­ VERBAND VO AMSTERDAM-DIEMEN

Daar hoort een passende inrichting bij!

“De schuifdeuren zijn ondanks hun imposante omvang gemakkelijk door een persoon te verplaatsen”

62

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


ONTWERP EN INRICHTING

Sinds de zomer van 2018 is het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs AmsterdamDiemen gevestigd in een bedrijfsverzamelgebouw aan de Bijlmerdreef in onze hoofdstad. De bedrijfsruimte in het verzamelpand voldeed aanvankelijk niet aan de werkwijze en de veiligheidsnormen van het SWV. Reden genoeg om de expertise van Gemert interieurarchitectuur in te schakelen. GEVOELIGE DOSSIERS Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen ondersteunt scholen bij het organiseren van passend onderwijs. Het SWV maakt afspraken met onderwijsinstellingen, bovenschoolse voorzieningen en externe partners inzake extra ondersteuning (zowel binnen als buiten het reguliere onderwijs) en persoonlijke begeleiding zodat alle leerlingen in gemeente Amsterdam hun diploma halen. Interieur­architect Christine van Gemert: “Dit verband heeft te maken met privacygevoelige dossiers. De organisatie zet zich in voor passend onderwijs voor kinderen die buiten de boot dreigen te vallen of al buiten deze boot gevallen zijn. Het is dus ontzettend belangrijk om spraakoverdracht te beperken tot de mensen die het aangaat. Daar was de ruimte, mede omdat het een doorgang bood naar de locatie van een andere organisatie, niet geschikt voor.” ZO LEK ALS EEN MANDJE “Het samenwerkingsverband is een maatschappelijke organisatie en beschikte over een niet al te ruim budget. Derhalve hebben we zoveel mogelijk gebruik gemaakt van wat er was. De grote raampartijen en de iets rond lopende ruimte maakten het project nogal complex. Bovendien lag de nadruk naast geluidsdichtheid - het was er zo lek als een mandje - tevens op transparantie. BREEDVELD had het type oplossing dat ik zocht: een gedeeltelijk gesloten schuifwand met glas. Ik wilde, in tegenstelling tot de vaak toegepaste openingen in het midden van een schuifwand, de openingen graag op de hoeken en dat bleek BREEDVELD goed te kunnen. Juist omdat we geen permanente aparte ruimtes wilden maken, loopt het tapijt overal door. Dit bleek geen belemmering te zijn voor toepassing van de schuifwanden die werken met geleiders aan de bovenzijde. De schuifdeuren zijn ondanks hun imposante omvang gemakkelijk door een persoon te verplaatsen. Het resultaat is volledig naar verwachting: SVOAD beschikt nu over een

Van Gemert en BREEDVELD Christine van Gemert is ontwerper van duurzame interieurs. Opgeleid aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en gespecialiseerd in architectonische vormgeving en stedelijk interieur, interieurarchitect sinds 1996 en sindsdien ingeschreven in het Architectenregister. Daarnaast is Christine van Gemert onder meer docent interieurarchitectuur, oud-voorzitter van de Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten (BNI), bekleedt ze diverse bestuursfuncties en spreekt ze regelmatig op (inter)nationale conferenties over interieur­ architectuur. Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit elke ruimte. De focus ligt op flexibiliteit, duurzaamheid, esthetiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle producten: van eenvoudige vouwwand tot ingenieuze dubbelwandige (smart)glaswand. Dat de BREEDVELD-wanden er kwalitatief hoogwaardig uitzien, spreekt voor zich. Een groot deel van de kwaliteit is echter niet zichtbaar. Deze ligt verborgen in de geperfectioneerde mechanieken die draaien op degelijk en uitvoerig getest materiaal. Het resultaat: soepel verplaatsbare en stabiele wanden met een ongekend lange levensduur.

tweetal ruimtes waar in gesloten toestand gevoelige gesprekken kunnen worden gevoerd en waar in open toestand wordt gewerkt of geluncht.” HET WERKT “Er werken zo’n dertig deskundigen bij SWV. Zij zijn afwisselend op en buiten kantoor werkzaam. Daarnaast wordt het kantoor regelmatig bezocht door ouders, begeleiders, directies van scholen en andere deskundigen. Deze gebruikers zijn stuk voor stuk enthousiast over de flexibel in te delen ruimten. Het werkt zoals het moet werken. Gevoelige informatie blijft binnenskamers, niemand hoort iets als hij of zij langs een van de ruimtes loopt.” Kijk voor meer informatie op breedveld.com.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

63


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Rem van Schelt

DE VLOER KLEURT DE INRICHTING

Good practises door integrale visie Het werk en tegelijkertijd de passie van Ilona Alders van De Leukste Inrichters is om ruimten in te richten, samen met de opdrachtgevers: “Interieurs met lef, beleving en oog voor detail: daar hou ik van!” Daarbij werkt ze graag met vloeren van Forbo. Twee geslaagde voorbeelden.

I Ilona Alders van De Leukste Inrichters: “In dit project is de inrichting heel goed in balans met hoe je de ruimte ervaart. Het licht, de rustige basis en de goede akoestiek werken daarin samen met de kleurrijke inrichting en laten je voelen dat je welkom bent. Functioneel Leuk noem ik dat!”

64

SCHOOLDOMEIN

lona: “Het inrichten van een ruimte gaat over mensen, niet over dingen. Daarom hecht ik veel belang aan persoonlijk contact met de opdrachtgever. Omdat een inrichting ook functioneel moet zijn, kies ik altijd voor mooie materialen van stevige kwaliteit die je intensief kunt gebruiken, goed schoon kunt houden en gemakkelijk kunt verplaatsen. De vloer hoort als basis bij het concept van de hele inrichting en bepaalt voor een belangrijk deel de uitstraling. Je hebt als opdrachtgever de mogelijkheid het een rol in de beleving van de ruimte te laten spelen of niet. Voor veel opdrachtgevers is de vloer vooral nog een functionele keuze. Maar er is zoveel meer mogelijk.” Zo is De Leukste Inrichters betrokken geweest bij de renovatie en vernieuwbouw van het Alfrink College in Zoetermeer en de transformatie van het SOMA

College in Harderwijk. In beide gevallen is gekozen voor een Forbovloer. Ilona: “Bij het Alfrink College is de vloer echt een onderdeel van de nieuwe frisse uitstraling en helpt ook om gebieden aan te geven. Bij het Soma College zorgde de vloer door de houtprint voor een huiselijke uitstraling in de campus.” ENORME KEUZE Dit jaar is het gerenoveerde en uitgebreide Alfrink College voor havo en vwo officieel in gebruik genomen. Het oorspronkelijke gebouw was logistiek slecht, op veel plekken donker en er waren weinig plekken waar leerlingen konden chillen, elkaar ontmoeten of in groepjes werken. Na de renovatie en uitbreiding is het een ruim en licht gebouw geworden, dat slim in elkaar zit. Daarmee is er ook meer plek voor de leerlingen gekomen. Iedere afde-

Alfrink College, Zoetermeer

maart 2019


FACILITAIR EN BEHEER

ling heeft nu een eigen studieplein, er zijn algemene studieplekken bijgekomen en de pauzeruimte is vergroot. Ilona: “De grote wens van de leerlingen was meer kleur in de school. De door de architect Ralph Goutier ontworpen rustige basis maakte het mogelijk om met het meubilair, de vloer en aankleding lekker te knallen. Om het nog frisser en kleurrijker te maken voor de leerlingen zijn er enkele tinten aan toegevoegd. Deze komen allemaal samen in de twee visuals, één in de centrale hal en één in de aula. Samen met de prachtige vide en de fraaie lampen in de grote centrale ruimte is er een hele mooie verblijfsplek ontstaan, van waaruit de school zich eenvoudig ontsluit. Het is een lichte en open leeromgeving geworden, die verbindend werkt. De architect heeft de vloer bepaald en ik heb daarbij aangesloten met het meubilair. Het mooie was dat er zoveel kleuren in de vloer zaten dat het alle kanten op kon gaan. In het ene deel hebben we juist gekozen voor contrast en het andere deel voor ton sur ton met mooie nuances. Forbo biedt een enorme keuze in kleuren, maar ook in de structuur en textuur. Je kunt met hun assortiment elke sfeer creëren.” DE CAMPUS ALS EEN THUIS Manager bedrijfsvoering Esther ter Avest van het SOMA College in Harderwijk: “We leiden onder meer op voor stratenmakers, machinisten en monteurs. Onze faciliteiten waren gedateerd, met drie studenten op een kamer met stalen kasten, tl-verlichting, een koelkast en een tosti-apparaat en geen prettige ruimten om in te verblijven. Kortom; de campus

“De vloer hoort als basis bij het concept van de hele inrichting en bepaalt voor een belangrijk deel de uitstraling”

was aan vernieuwing toe; we wilden de studenten het gevoel geven dat ze een eigen plek hebben. Het complete meubilair voor de slaapkamers, ook de kasten, is speciaal ontworpen en op maat gemaakt door de interieurbouwer. Je ziet in de huiskamers een mix van meubilair met een stoere - en vooral geen stoffen - bank op een metalen onderstel, grote tafels met kleurrijke stoelen, stevige krukjes en hoge krukken aan de bar. En dat met een bijpassende vloer van Forbo. Het is licht, natuurlijk en een beetje stoer. De materialen zijn stevig en goed schoon te houden.” Ilona knikt: “Ik mocht de aanbesteding begeleiden en heb voor Forbo gekozen. Forbo is voor mij een favoriete vloerenleverancier omdat het assortiment uitgebreid is. Ik heb gekozen voor een print die op de lange termijn ook nog mooi is. Daarvoor werd voor een functionele vloer met een algemene kleur gekozen. Je ziet dat een integrale visie op de inrichting steeds belangrijker wordt. Opdrachtgevers zijn zich meer bewust van het belang van beleving. Dat bepaalt ook de aantrekkingskracht van de school. De basis begint vaak bij de keuze voor de vloer. Forbo is bovendien duurzaam. Ik ben in de fabriek geweest; wonderbaarlijk dat je met zo weinig natuurlijke elementen zo’n mooi product kunt maken. Ik heb net hun nieuwe catalogus gekregen met nieuwe, prachtige vloeren; daar word ik heel blij van. En we zijn al weer bezig met het volgende gebouw op de campus.” Kijk voor meer informatie op forbo-flooring.nl en op deleuksteinrichters.nl.

Soma College, Harderwijk

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

65


Tekst en beeld Bolidt

ARCHITECT JOOST ECTOR KOOS BOLIDT VOOR TU DELFT ONDERWIJSGEBOUW PULSE

“Iets is pas goed als het naast mooi ook slim en verstandig is” Het jaarlijks groeiende aantal studenten aan de TU Delft in combinatie met de behoefte aan flexibelere en andersvormige onderwijsruimtes heeft geleid tot de ontwikkeling van het nieuwe onderwijsgebouw Pulse. Naast de bibliotheek en de aula is het een van de interfacultaire onderwijsgebouwen van de TU Delft. Pulse is dé plek voor modern activerend onderwijs op de campus en ondersteunt studenten en docenten van alle faculteiten in diverse werkvormen. Het ontwerp van het onderwijsgebouw werd gemaakt door Ector Hoogstad Architecten uit Rotterdam in samenwerking met docenten én studenten. ENERGIENEUTRAAL GEBOUW Pulse is het eerste energieneutrale gebouw op de campus en heeft energielabel A++++. Op het dak liggen 490 zonnepanelen (750 m2) met een jaaropbrengst van 150.000 kWh. De panelen leveren voldoende energie om het gehele gebouw van stroom te voorzien. Daarnaast maakt Pulse gebruik van warmtekoudeopslag in de bodem en is het voorzien van extra isolerend glas. Een intelligent gebouw­ beheersysteem ventileert, verlicht, koelt en verwarmt naar behoefte op ruimteniveau. De gevelopeningen zijn zodanig ontworpen dat optimaal wordt geprofiteerd van het daglicht. Hierdoor is minder behoefte aan kunstlicht en dus minder energie nodig. VERBINDING Architect Joost Ector: “Net zoals de campus in het teken van verbinding staat, is dit ook het hoofd­ thema van het Pulse-gebouw. Het verbindt meerdere gebouwen aan elkaar, het verbindt buiten en binnen en waar het echt om gaat: het verbindt mensen. Mensen die kennis komen halen, brengen en samen ontwikkelen. Het bijzondere aan Pulse is dat dat hier allemaal gebeurt met vernieuwende vormen van onderwijs, onder andere met digitale technologie. Aanbod van en vraag naar kennis komen hier samen in een huiselijke omgeving. Het gebouw voelt dan ook niet zo zeer aan als een universiteitsgebouw of kantoor. Eerder als iets wat je nog niet kent, maar waar je je wel onmiddellijk thuis voelt.”

66

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

“Naast de strakke uit­ straling bieden de kunststof gietvloeren van Bolidt volop design­ mogelijkheden en kleur­ variaties”

KENNISLANDSCHAP Ector: “Deze onderwijsomgeving is een schoolvoorbeeld van wat je een kennislandschap kunt noemen. Dat is dan ook de specialiteit van ons bureau. Wij ontwerpen omgevingen waar kenniscreatie en kennisdeling centraal staan. Niet elke omgeving is daar even geschikt voor. Het gaat erom dat je omgevingen creëert, waar mensen op een betekenisvolle manier bij elkaar komen. Dat vraagt om specifieke ruimtelijke omstandigheden; ruimtelijkheid, sfeer en verbinding zijn belangrijke thema’s in ons werk. Onze signatuur uit zich daarbij niet zozeer in een bepaalde stijl, maar meer in de manier waarop wij met de ruimte omgaan. Wij vergroten de kans dat mensen met elkaar in aanraking komen en stimuleren het ontmoeten. Dat is waar onze gebouwen over gaan en dat geldt ook voor het Pulse-gebouw. De Square is hierbinnen voor de meeste mensen, en voor ons inmiddels ook, een van de blikvangers geworden. Deze ruimte met z’n grote tribune wordt gebruikt voor bijeenkomsten, debatten, discussiebijeenkomsten en presentaties. De hieronder gelegen food market is een zeer gewilde plek.” SLIM EN VERSTANDIG Ector: “In veel van onze gebouwen passen wij vloeren van Bolidt toe om allerlei redenen. We vinden het natuurlijk mooi en strak ogen, maar daarnaast is het vooral ook een praktische en naadloze oplossing, die onderhoudsarm is en zeer lang mee gaat. In onze ontwerpen letten wij nooit alleen op mooi en lelijk. Wij


FACILITAIR EN BEHEER VLOEREN VOOR HET ONDERWIJS Vanaf de oprichting in 1964 richt Bolidt zich op het vervangen van traditionele materialen om een bijdrage te leveren aan een betere leefomgeving en milieu op het gebied van veiligheid, duurzaamheid, energie & data, design en hygiëne. Hierbij valt te denken aan stoot- en slijtvastheid, veiligheid en hygiëne, maar ook aan chemicaliënbestendige en zelfs ESD-veilige vloeren. Alle vloeren zijn leverbaar in aantrekkelijke kleurstellingen. Omdat de vloeren naadloos, schimmelwerend en hygiënisch zijn, dragen ze bij aan een gezond binnenmilieu in het kader van de overheidsmaatregel Frisse Scholen. Kijk voor meer informatie op www.bolidt.nl.

kijken ook altijd naar praktisch, duurzaam en kosten­ efficiency. Iets is pas goed als het naast mooi ook slim en verstandig is. Wij passen Bolidt-vloeren vaak toe voor universiteiten, hogescholen en schoolgebouwen. Maar ook voor de grootste fietsenstalling van Europa bij het centraal station van Utrecht kozen we voor Bolidt. Naast de strakke uitstraling bieden de kunststof gietvloeren van Bolidt volop designmogelijkheden en kleurvariaties. Verder is Bolidt een prettig bedrijf om zaken mee te doen; ze houden zich aan hun afspraken en bieden uitstekende service en nazorg.” GEMÊLEERD OPPERVLAK Bij de totstandkoming van het Pulse-gebouw hebben de interieurarchitecten van Ector Hoogstad nauw samengewerkt met Bolidt. Ector: “Voor Pulse hebben

we gekozen voor het Bolidtop® FiftyFifty vloersysteem. Het handige van deze vloer is dat het dankzij het gemêleerde oppervlak heel praktisch is. Natuurlijk wordt hier elke dag schoongemaakt, maar vuil houd je overdag niet tegen als je duizenden studenten over de vloer krijgt. Bolidtop® FiftyFifty maskeert dat. Het is prettig samenwerken met Bolidt. Als we in de designfase vragen hebben of als er wat is, worden onze vragen altijd meteen behandeld. Ook tijdens de uitvoering zijn ze heel bereidwillig om alles soepel te laten verlopen. Daarom zijn we al zo lang klant bij Bolidt. We weten inmiddels goed wat Bolidt maakt en kan, maar we weten ook dat als je een keer wat anders wilt dat ze daar altijd voor openstaan.Samen zorgen wij ervoor dat onze ideeën werkelijkheid worden.”

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

67


De etalage Op de schouders van reuzen Hoe zorg je dat je het werkgeheugen van leerlingen niet overbelast? Hoe laat je nieuwe kennis goed landen? En hoe geef je goede feedback? De hersenen op de beste manier aanspreken is voor leerkrachten dagelijks werk. Dit boek helpt hen om dat nog beter te doen. Paul A. Kirschner, Universiteitshoogleraar aan de Open Universiteit en bekend onderwijs blogger, selecteerde uit de schatkamer van het onderwijsonderzoek 24 pioniers binnen de cognitieve psychologie. Samen met coauteurs Luce Claessens en Steven Raaijmakers (beiden

Universiteit Utrecht) beschrijft hij hoe deze 24 reuzen onze blik op onderwijzen en leren hebben verhelderd. Geschreven in een aanstekelijke, heldere stijl en met ruim aandacht voor praktische tips. Een inspirerend boek voor alle leerkrachten in het basisonderwijs om, staand op de schouders van reuzen, hun prachtige vak verder vorm te geven. Meer informatie: tenbrinkuitgevers.nl/ op-de-schouders-van-reuzen.

Leren lezen doe je met je lijf Het aantal kinderen met een leesachterstand groeit de laatste jaren schrikbarend. Lees- en schrijfachterstanden bij kinderen hebben verschillende oorzaken en zijn niet per se met veel oefenen opgelost. Hersengebieden en ogen die goed samenwerken en een goede motorische ontwikkeling zijn belangrijke processen bij het leren lezen. ‘Leren lezen doe je met je lijf’ is een boek voor iedereen die te maken heeft met kinderen met een lees- en/of schrijfachterstand. Marijke van Vuure pleit ervoor om eerst op zoek te gaan naar de oorzaak van de lees- en schrijfachterstand voordat de oplossing in ‘nog meer oefenen’ wordt gezocht. Alleen oefenen met lezen is in veel gevallen symptoombestrijding. Daarmee worden kinderen gefrustreerd die zo aan het ploeteren zijn met de reguliere aanpak die op scholen gehanteerd

Workshop: Wat doen goede leraren anders Wat maakt goed onderwijs? Die vraag werd tien jaar geleden anders beantwoord dan nu. Benieuwd naar de geheimen van goed onderwijs van nu en de toekomst? Bezoek onze workshop Wat doen goede leraren anders. Speciaal ontwikkeld voor leerkrachten uit het PO, VO en MBO. Vanwege overweldigende belangstelling bieden we extra gelegenheid aan om de workshop bij te wonen. In deze workshop - gegeven door auteurs Frans

68

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

Ottenhof en Gerard Rozing - gaan we aan de slag met thema’s uit het boek. Onderwerpen als: ‘motivatie’, ‘orde krijgen en houden’, ‘onderwijs en stress’, ‘zelfstandig werken’, ‘maak je eigen onderwijs’, komen aan bod. Thema’s uit de praktijk met herkenbare situaties, praktische informatie en goede, toepasbare werkvormen. Na twee uur heb je genoeg inspiratie opgedaan om jouw lessen nog aantrekkelijker en beter te maken.

wordt. Oefenen heeft geen zin als de oorzaak van de achterstand niet bekend is. Ook hebben veel kinderen een verminderde concentratie en focus is nodig om te leren lezen. In haar aanpak stelt Van Vuure de vraag of het kind in z’n ontwikkeling wel toe is aan lezen. Dit boek maakt duidelijk dat er bij kinderen met een leesachterstand eerst iets anders zou moeten gebeuren dan alleen maar oefenen met lezen. Zo zijn goed bewegen en gevoel voor ritme noodzakelijke ingrediënten om te leren lezen en schrijven. Niet alleen omdat hierdoor rust, regelmaat, structuur en veiligheid ontstaat – wat uiteraard bevorderlijk is voor leerprocessen – maar ook omdat de hersengebieden waar de ritmische ontwikkeling en motoriek gelokaliseerd zijn dezelfde gebieden zijn die we nodig hebben om te kunnen lezen. Meer informatie: uitgeverijakasha.nl.

Wanneer: woensdag 20 maart 2019 Tijd: Van 15.00 uur tot 17.00 uur, inloop vanaf 14.30 uur. Locatie: HNK Utrecht CS, Arthur van Schendelstraat 650, op loopafstand van het Centraal Station en met voldoende parkeergelegenheid. Kosten: e 85,00 per persoon inclusief koffie met gebak en het boek Wat doen goede leraren anders. Aanmelden: info@tenbrinkuitgevers.nl


Kort nieuws

Column

Op het Duurzaam Gebouwd Congres heeft de Leister Igge de Duurzaam Bouwen Award in ontvangst mogen nemen in de categorie meest duurzame project. De jury roemde het project omdat het een inspirerend voorbeeld is voor alle onderwijsgebouwen in Nederland en daarmee een innovatief antwoord geeft op een prangend maatschappelijk vraagstuk. Door anders te financieren en goed samen te werken kunnen oude scholen succesvol worden gerenoveerd. Dat heeft IKC De Leister Igge in Opeinde (gemeente Smallingerland) bewezen. In een traditionele setting zou er alleen budget zijn geweest voor achterstallig onderhoud. Nu staat er een compleet gerenoveerde Nul-op-de-Meter-school zonder gasaansluiting, die klaar is voor de toekomst. Deze prestatie is daarom welverdiend beloond met De Gouden Kikker 2019.

Comfortabel en gezond gebouw 
De Leister Igge is de eerste bestaande school in Nederland die verbouwd werd tot een duurzaam IKC. De Leister Igge wekt nu op jaarbasis net zoveel energie op als dat het gebruikt. Een systeem met zonnepanelen, lokale luchtbehandelings-units per ruimte (voor verwarmen en koelen), verbeterde isolatie, nieuwe kozijnen voorzien van HR+++ glas en ledverlichting dragen hieraan bij. Het ontwerp speelt ook in op de benodigde flexibiliteit. Deze voorziet in nieuwe type ruimten zoals de leerpleinen en het speellokaal. Een comfortabel, gezond en eigentijds schoolgebouw met een goed binnenklimaat is het resultaat.

Inspirerend voorbeeld De Leister Igge stond bij de opening in november 2018 ook al landelijk in de belangstelling. Het NOS Jeugdjournaal kwam langs, waarvoor drie kinderen vol trots een rondleiding gaven door hun school. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties noemde De Leister Igge een inspirerend voorbeeld.

Foto: Joyce Goverde

De Leister Igge wint Duurzaam Bouwen Award

Richard en Lieke Lamb

HET DIGITALE DOOLHOF Na een jaar van Hergroeperen in 2018 wordt 2019 het jaar van het Digitale Doolhof. Steeds meer mensen worden overmand door de digitale verplichtingen van het bedrijfsleven en de overheid. Ze raken hierdoor de controle over hun eigen leven min of meer kwijt, terwijl instanties juist steeds meer over hen weten door kentekenregistratie; cameratoezicht en social media netwerken. We noemen dit ‘TransPrivacy’, het spanningsveld tussen totale transparantie en gewenste privacy. Mensen zijn op zoek naar de GGG-balans: Gemak; Gebruiksvriendelijkheid en Gegevensbescherming (privacy). Het gebeurt allemaal nu al, later is al lang begonnen. Dit zijn de Trends in 2019: 1. Digitale Doolhof: TransPrivacy & Data Divers 2. Economisch Drijfzand 3. Het vrij besteedbaar inkomen daalt 4. Verrassende Verkiezingen 5. Steeds meer streamingdiensten: War on Eyeballs 6. Een gebrek aan Technisch Vakmanschap 7. Het dilemma van Duurzaamheid 8. Endless Energy 9. Google = God 10. Artificial Attention: Hersenen worden gekoppeld aan computers Laat deze tien punten in samenhang eens tot u doordringen. Smart en mobiliteit springen eruit. Weinig producten zijn zo in het oog springend als de zelfrijdende auto. Zo gaan niet alleen auto’s zelf rijden, maar ook prullenbakken. Die zelf­ rijdende prullenbak herkent het gedrag van mensen die bijvoorbeeld een leeg waterflesje kwijt willen. De prullenbak rijdt dan snel naar die persoon toe. We gaan er ook mee het water op, kijk maar naar de BaaiHaai, momenteel nog een prototype drone in de Rotterdamse haven. Deze drone wordt doorontwikkeld tot een autonoom varend object, dat afval uit het water vist. Uiteindelijk is het niet de zelfrijdende, maar zelfvliegende auto die we voor onze boodschappen zullen pakken, als ze al niet per drone thuisbezorgd worden. Zo wordt in Nederland momenteel gewerkt aan de PAL-V; een vliegende auto voor twee personen. De eerste wet van Lamb is dat concepten hetzelfde blijven, alleen de verschijningsvormen veranderen. De kansen voor deze branche: Procesinnovatie, procesinnovatie en nog eens procesinnovatie. Lukt je dat, dan red je het waarschijnlijk. TrendStrateeg Richard Lamb, MSc. Meer info op Trendwatcher.com & Trends2019.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2019

69


colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje

5

no.

Romein, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 82548370 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370, brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de

OOG voor circulair organiseren

online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@ schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www. schooldomein.nl. Abonnementen

Het volgende nummer van Schooldomein ligt begin mei in de bus en kent als thema OOG voor Circulair organiseren. Een bijzonder thema; circulair organiseren. We gaan het ontdekken en er weer een mooi nummer van maken. Een greep uit de artikelen: • Groot interview met Trendontwikkelaar Adri Pijnenburg: sterk beroepsonderwijs en doorlopende vaardigheden gaan hand in hand. • Forbo-debat en rondleiding in de Universiteit van Utrecht: trends rond de beleving van leer- en werkplekken in het hoger onderwijs. • Het nieuwe Hyperion Lyceum in Amsterdam: al glijdend wordt het gepersonaliseerd onderwijs ontdekt. • Bewegen in MFA Noorderhuis in Noordeloos: met een unieke vloer voor Sporthal de Smidse Berg. • Het luistert nauw op De Henricus Amsterdam: prachtige akoestiek in deze geslaagde renovatie. • Leren en werken in de Van der Capellen Scholengemeenschap: het verslag van een interactieve bijeenkomst met Tom Versteeg over beleving en inrichting.

Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 5.

70

SCHOOLDOMEIN

maart 2019


Heeft u er ooit bij stilgestaan dat kinderen meer tijd op school doorbrengen dan waar dan ook, behalve in hun eigen huis? Ze zitten in totaal ongeveer tweehonderd dagen per jaar op school. De vraag is dus hoe we klaslokalen zo kunnen ontwerpen dat ze een gezonder binnenklimaat krijgen en de leerprestaties beter ondersteunen. Lees hier meer over op vms.velux.nl.

Hanzehogeschool Wiebengacomplex, Groningen Lessenaarsdak (96 modules)

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SCHOOLDOMEIN

Een gezond binnenklimaat voor een betere leeromgeving

4 oog voor

no. jaargang 31 maart 2019

verbinding en omgeving

HET GROTE NOT-Onderwijsdebat MIDDELBARE SCHOLIEREN wat willen ze eigenlijk? TRANSITIE NAAR duurzame energie DORPSSCHUUR en imposante villa ineen


FLEXIBELE ESTHETICA WAAR HET STIL VAN WORDT

DESIGN & AKOESTIEK

GEEN ZORGEN – DE LUCHT IS SCHOON! Werken in een flexibele en rustige omgeving

PA N E E LWA N D E N G L A S WA N D E N S C H U I F WA N D E N V O U W WA N D E N

Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit elke ruimte. De focus ligt op Met emissiearme rubber vloerbedekkingen voor gezonde leefomgevingen duurzaamheid, esthetiek, akoestiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle

Goede binnenlucht rustige leeromgeving zijndubbelwandige van bijzonder (smart)glaswand. groot belang producten:en vaneen paneelwanden tot ingenieuze in kinderdagverblijven, scholen en universiteiten. Onze hoogwaardige vloerbeinformatie: www.breedveld.com – Tmaterialen, +31 (0) 487 dekkingenMeer zijn daarom gemaakt van emissiearme die542888 extreem sterk zijn en de geluidproductie minimaliseren. www.nora.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.