3 minute read

Jonge bravoure verslaat gevestigde orde

Door Djurre Roggeveen

Gelukkig maar! Waar we enkele dagen later het moeten doen met 14 gele kaarten en een scheidsrechter die door de coach en supporters belaagd wordt in de parkeergarage en op het vliegveld, is de apotheose van de hockey nale op 29 mei één groot hockeyfeest. Wel een echt ‘hakkiefeest’, maar dat maakte de heroïek er niet minder om.

Advertisement

Het zijn dezelfde gezichten. Bij de kaart- jescontrole, achter de biertap, de muntverkoop en de hamburgers. Zelfs bij de organisatie op en rondom het veld. Alle echte

HC Bloemendaal-coryfeeën staan weer klaar voor hun club. Wel is er enige vergrijzing zichtbaar, dus hopelijk staat de volgende generatie mussen te trappelen. Voor de wedstrijd en tijdens de rustpauzes vullen zich de rijen voor het bier. Gemoedelijk en geduldig. De tribune laat een duidelijke scheiding zien. De clubhuis-kant is oranje, de oostkant is blauw. Maar wie iets beter kijkt, ziet tussen beide kleuren heren-der ook een tenue van de tegenstander opduiken; bijna arm in arm. Pinoké cornerkanon Hendrickx mixt zich vlak voor de wedstrijd nog even met het Bloemen- daalse publiek op het toilet in het clubhuis. Hij is ook een mens van vlees en bloed die moet plassen. prachtig,

En ook al lijkt alles als vanouds pais en vree, toch gebeurt er deze Tweede Pinksterdag iets waar de hockeywereld misschien wel broodnodig aan toe was. De nale gaat immers tussen het traditionele Bloemendaalse hockeybolwerk en de relatief nieuwe donkerblauwe ster aan het rmament. Niet dat Pinoké geen historie kent, maar met - vanaf de buitenkant bekeken - gedegen beleid, hebben zij zich de afgelopen jaren van naderende stip aan de horizon snel tot gevestigde orde in het linker rijtje gemanoeuvreerd. Ook bij de dames. En dat is knap. De echte ‘kers op de taart’ miste nog. Voor de eerste keer een nale spelen is prachtig, maar nu gaat het erom dat je ‘m wint.

Als de blauw-oranje rook is opgetrokken, ontspint zich een meer dan vermakelijk potje. Het is een strijd tussen de gevestigde internationals en de jonge bravoure, tussen Goliath en David.

En, terwijl op het pielveldje vlak naast de tijdelijke tribune de jonge talentjes van beide clubs de nale in het klein zelf spelen, wordt er op het hoofdveld geschiedenis geschreven. Pinoké wint voor het eerst de landstitel. En het is volledig terecht. Het schrijft zich als een sprookje.

Misschien is het niet alleen historisch omdat Pinoké na al die titels van buurman Amsterdam nu zelf voor het eerst de hoogste trede beklimt, maar ook omdat Pinoké een paar potentiële spelers in de gelede- ren heeft die het hockey weer ‘sexy’ kunnen maken. Jonge helden als Miles Bukkens en Marlon Landbrug zijn toch uit een ander hout gesneden. Anders dan de brave burgers uit Bloemendaal. Het zijn meer scho es met Amsterdamse branie, en die spreken meer tot de verbeelding. Zij zouden wel eens het hockey opnieuw op de kaart kunnen zetten en een nieuwe generatie kunnen inspireren tot hockeyen. Want dat is broodnodig. Misschien worden zij dan wel de eerste helden van de hockey 5’s straks, wat hockey aantrekkelijk kan maken voor een veel groter publiek. Op Pinoké hebben ze het in elk geval wel begrepen. Er lopen genoeg jonge fans rond met de naam van aanvoerder ‘Van Hattum’ op hun rug. De merchandise draait.

En natuurlijk komt dan de spagaat: moeten we dat wel willen? Is het niet bij de gratie van het huidige hockey dat we de feestjes nog zo kunnen vieren? Dat we niet bang hoeven te zijn voor excessen op en rondom het veld? De eerste ontwikkeling (kaartverkoop) is in elk geval geaccepteerd door het grote publiek. We gaan zien wat de toekomst ons brengt en hoe we ondanks de broodno- dige ontwikkeling juist die mooie kant van onze sport kunnen behouden.

Na de huldiging vult het veld zich met een grote blauwe menigte die onvermoeibaar uitzinnig is.

Wat opvalt, is de heldenstatus die de jonge Pinoké spelers nu al hebben. Meer dan ooit rennen meisjes en jongens rond op zoek naar die sel e met hun nieuwe iconen. Miles heeft een wachtrij, maar neemt er zelfs in de euforie van het moment alle tijd voor. Als ervaren in uencer pakt hij telefoon na telefoon over om er zeker van te zijn dat zowel hij als zijn jonge fans goed op de foto komen. Standaard twee foto’s voor de zekerheid. Er zal er maar eentje mislukt zijn.

Het Oranjelegioen vult inmiddels het terras voor het clubhuis. De Bloomigans drogen hun tranen en zijn overgegaan tot de orde van de Tweede Pinksterdag, de zo karakteristieke hockeygezelligheid. De tap lijkt er niet minder om te vloeien. En al hadden ze hier maar wat graag die landstitel weer binnengehaald, je proeft het tussen het bier door…. Het is Pinoké gegund.