
17 minute read
Het Siciliaans Vierpaardenspel
We ontkomen er bijna niet aan, maar we keren weer terug naar een variant van het Siciliaans die weliswaar niet zo vaak gespeeld wordt, maar toch door de nodige sterke spelers wordt gebruikt als verrassingswapen.
Het gaat om het Siciliaans Vierpaardenspel dat op het bord komt na de volgende zetten:
Advertisement
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 Pc6 r+lwqkvl-tr zpp+p+pzpp -+n+psn-+ +-+-+-+-+-sNP+-+ +-sN-+-+PzPP+-zPPzP tR-vLQmKL+R
Dit wordt het Siciliaans Vierpaardenspel genoemd. Eigenlijk een volstrekt logische keuze van zwart om ook het tweede paard in het spel te brengen. Maar zoals we zullen zien, zitten daar de nodige haken en ogen aan.
6.Pxc6
Het is altijd een lastig probleem voor wit of, en zo ja wanneer, hij zich mag inlaten op deze ruil. Meestal is dat niet zo'n goed idee omdat hij het zwarte pionnencentrum versterkt. Maar in deze specifieke situatie is deze ruil zo'n beetje de enige manier voor wit om te proberen in het voordeel te komen.
Het grote probleem voor wit na
6.Le3 waarmee hij een soort opzet uit de 'Engelse Aanval' voor ogen heeft, is dat zwart zijn koningsloper nog niet ingesloten heeft (met ...d7–d6) en dat hier het voor wit vervelende 6...Lb4 mogelijk is. Pion e4 hangt en ...d7–d5 hangt nu in de lucht. 7.Ld3 (Na 7.f3 d5 lijkt zwart al zijn openingsproblemen al de baas te zijn en is het wit die enorm moet oppassen, hoewel 8.Lb5 nog wel speelbaar is.) 7...d5 Ook nu kan zwart in een vroeg stadium zijn spel bevrijden. Maar met de witte loper op d3 liggen de zaken iets anders. 8.Pxc6 bxc6 9.exd5 cxd5 10.0–0 Wit kan nu namelijk sneller rokeren. Niettemin heeft zwart met zo'n sterk pionnencentrum natuurlijk niets te vrezen. Sterker nog: de resultaten voor zwart zijn overweldigend.
Wit kan ook ingaan op een overgang naar de Svesnikovvariant, die we later in deze reeks zullen behandelen. Die komt op het bord na 6.Pdb5 d6
7.Lf4 e5 8.Lg5.
6...bxc6
Nu staat zwart klaar voor ...d7–d5 en dan mag hij heel tevreden zijn. Maar wit steekt een stokje voor de opbouw van zo'n machtig pionnencentrum.
7.e5
De inleiding tot zeer obscuur openingsspel.
Er zijn toch genoeg sterke spelers die er geen moeite mee hebben om dat met 7.Ld3 d5 toe te laten. Sommige onder hen halen er nog respectabele resultaten mee ook. Zo staan in de database bijvoorbeeld de partijen Pichot (2544)-Tregubov (2585) en Sredovjevic (2239) -Dourerassou (2477), allebei gewonnen door wit.
7...Pd5 8.Pe4
r+lwqk+-tr zp-+p+-zpp -+pwQpsn-+ +-+-+-+-+-+-+-+ +-+-+-+PzPP+-zPPzP tR-vL-mKL+R
Dit is één van de gedachtes achter het idee van het vroegtijdige opschuiven van de koningspion. Behalve dat de vorming van zwarts pionnenmassa verhinderd is, beoogt wit om te spelen op de zwakte van veld d6. Door het paard alvast op dat veld te richten, maakt hij ook meteen c2–c4 mogelijk waarna het zwarte paard verdreven dreigt te worden en wit met Pe4–d6 naar binnen mag springen om na een ruil op d6 terug te kunnen nemen met de dame. Dat het allemaal niet zo eenvoudig is als hier geschetst wordt, zullen we weldra zien.
Ook in aanmerking komt 8.Pxd5 cxd5 9.Ld3 hetgeen in drie partijen van Fedorchuk en één oude partij van de fameuze Deen Bent Larsen op het bord kwam, allemaal door wit gewonnen. Niettemin lijkt het er volgens de huidige stand in de theorie op dat wit hiermee geen openingsvoordeel kan behalen.
8...Dc7
Deze subtiele inlassing van zwart bezorgt wit dadelijk hoofdbrekens. Hij wil graag f2–f4 afdwingen omdat wit daarmee de diagonaal a7–g1 verzwakt.
Zwart kan ook proberen de tegenstander meteen naar de keel te vliegen met 8...f5 maar na 9.exf6 Pxf6 10.Pd6+ Lxd6 11. Dxd6 is zijn stelling strategisch gezien niet best. Behalve het gapende gat op d6, dat wit in handen heeft, mist zwart het loperpaar dat in deze open stelling een factor van belang kan worden. Daarbij kan hij nog even niet rokeren vanwege de dominante positie van de witte dame en zelfs als dat zou lukken, blijft hij op de lange duur opgescheept zitten met drie groepjes pionnen (tegen twee van wit) hetgeen hem door het gemis aan controle over de zwarte velden ook een structureel nadeel oplevert. 11...La6 is tactisch mogelijk en het zou zwart niet alleen van zijn slechte loper kunnen afhelpen, maar hij maakt ook nog het witte loperpaar onschadelijk. Niettemin zijn de kansen na 12.Lxa6 (Met 12.c4 doorkruist wit het idee van zijn tegenstander maar dan moet hij na 12... Db6 weer andere problemen oplossen.) 12...Da5+ 13.Ld2 Dxa6 14.Lb4 niet florissant te noemen, hetgeen een blik in de database bevestigt. Een partij Khalifman-Yakovich, 2008 geeft een idee over hoe wit de stelling kan behandelen.
9.f4 Db6 tR-vLQmKL+R
En dan gaat de dame naar de hierboven genoemde diagonaal in een poging te profiteren van de velden die wit heeft prijsgegeven. Voorlopig zal de (korte) rokade er niet van komen en dat hindert wit in zijn streven om zijn stukken op een natuurlijke manier te kunnen ontwikkelen.
10.c4!?
De meest principiële zet, maar wel het begin van duizelingwekkende taferelen.
Niet zo'n goede reputatie heeft
10.Df3. Een voorbeeld hoe het voor zwart kan, bleek in een online rapidpartij (AnisimovGasanov, 2020) die door zwart overtuigend werd gewonnen na 10...Tb8. Na 10.Ld3 bracht de witspeler in NaiditschHamdouchi, 2016, een kwaliteitsoffer op langere termijn en won in grootste stijl.
10...Lb4+
Deze enorme 'stoorzet' is de bron van alle capriolen die wit moet uithalen om allereerst niet in het nadeel te raken, maar uiteindelijk ook mag hopen op voordeel.
Met 10...Pe3 kon zwart het witte loperpaar onschadelijk maken. Maar dat zou hem na 11.Dd3 Lb4+ 12.Ld2 0–0 13.Tc1 Negi-Lo Kin Mun, 2009, opzadelen met een grote achterstand in ontwikkeling.
11.Ke2 r+l+k+-tr zp-+p+pzpp -wqp+p+-+ +-+nzP-+-vlP+NzP-+ +-+-+-+PzP-+K+PzP tR-vLQ+L+R
Deze curieuze zet is gedwongen. Wanneer zien we tegenwoordig dat een koning in de opening vrijwillig aan de wandel gaat? Ik denk dat we terug moeten naar 1870 toen Steinitz na de zetten 1.e4 e5 2.Pc3 Pc6 3.f4 exf4 4.d4 Dh4+ met 5.Ke2 zijn fameuze koningszet speelde...
Nu zou 11.Ld2? een blundertje zijn vanwege 11...De3+ en als wit geen stuk wil verliezen moet hij toelaten dat hij na 12.De2 Lxd2+ 13.Pxd2 Dxe2+ 14.Lxe2 Pxf4 sowieso een pion kwijt is, waarna zwart fors in het voordeel is.
11...f5
Dit lijkt de enige manier waarop zwart tot een speelbare stelling kan komen.
Eerder speelde men vooral 11... La6 en dat werd beantwoord met de tweede curieuze zet:
12.Kf3!
r+-+k+-tr zp-+p+pzpp lwqp+p+-+ +-+nzP-+-
-vlP+NzP-+ +-+-+K+PzP-+-+PzP tR-vLQ+L+R
Het gekke is dat de koning hier redelijk veilig staat en dat de zwarte stukken weldra teruggeworpen zullen worden. 12... f5 De enige mogelijkheid om de strijd voort te zetten. 13.exf6 Dit wordt gezien als het meest principiële antwoord. Na 13...Pxf6
14.c5! Lxc5 15.Pxc5 Lxf1 16.Pa4 Lxg2+ 17.Kxg2 Dc7 heeft wit een stuk gewonnen en hoewel het een nogal rommelige stelling is, staat wit hier op winst.
12.exf6
Dit is het moderne antwoord op zwarts laatste actie. Het lijkt paradoxaal om de stelling op de koningsvleugel te openen, aangezien wits koning nog bepaald niet op de plek staat waar hij thuis hoort. Maar toch worden met behulp van engines deze ontwikkelingen grondig bestudeerd.
Het alternatief is 12.Pf2 dat na 12...La6 13.Kf3! weer leidt tot de merkwaardige plek voor de witte koning. Het grappige is dat zwart opnieuw nauwelijks kan profiteren van de geëxponeerde positie van de monarch omdat hij al moeite genoeg heeft om zijn eigen stukken redelijkerwijs te laten samenwerken. Om een idee te krijgen van de kansen voor beide spelers zijn de partijen ShirovKrasenkow, 1998 (1–0), SaricDreev, 2019 (0–1) en JakovenkoMamedyarov, 2019 (1/2) de moeite waard om na te spelen.
12...Pxf6 13.Le3 Dd8
Op 13...Dc7 volgt 14.Pxf6+ gxf6 15.Kf2 0–0 16.c5 en dit lijkt heel goed voor wit omdat de loper op b4 is afgesneden van de bewoonde wereld.
14.Pd6+ Lxd6
Zwart moet zijn mooie loper opgeven en dat blijkt toch een ernstige concessie te zijn.
15.Dxd6
16.Lc5 Dxd6
In Vidit-Krasenkow, 2018 ging de zwartspeler dameruil uit de weg met 16...Df7
r+l+k+-tr zp-+p+qzpp -+pwQpsn-+ +-vL-+-+-+P+-zP-+ +-+-+-+PzP-+K+PzP tR-+-+L+R
maar na het briljante 17.Ke3!! trok wit uiteindelijk aan het langste eind.
17.Lxd6 Pe4 18.La3
Deze stelling is nog niet zo vaak op het bord verschenen maar het ziet er naar uit dat wit de betere kansen heeft op grond van zijn betere pionnenstructuur en het bezit van het loperpaar.
Illustratieve partijen:
• Pichot – Tregubov, 2016
• Sredovjevic – Dourerassou, 2020
• Khalifman – Yakovich, 2008
• Anisimov – Gasanov, 2020
• Naiditsch – Hamdouchi, 2016
• Panarin – Lu, 2004
• Kasparov – Illescas Cordoba, 1992
• Negi – Lo Kin Mun, 2009
• Shirov – Krasenkow, 1998
• Saric – Dreev, 2019
• Jakovenko – Mamedyarov, 2019
• Wiersma – Van de Donk, 1994
• Karjakin – Yu, 2015
• Vidit – Krasenkow, 2018
15...De7
Een poging is ook 15...Lb7 om weldra met ...c6–c5, zelfs ten koste van een pion de loper te bevrijden en tegenspel te zoeken door het centrum. In een partij Karjakin-Yu, 2015 volgde 16.Td1 (16.Tg1!?) 16... Tc8 (16...c5!?) 17.g4 (17.c5!? La6+ 18.Kf3 Lxf1 19.Thxf1 Pd5 20.g3) 17...c5 18.Tg1 met ongeveer gelijke kansen.
Eerdere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interactief kunt naspelen en downloaden, treft u aan op www.schaaksite. nl/2013/05/03/overzicht-begrijpwat-u-doet/
Reageren?
Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl (of kijk voor meer informatie over deze serie op www.sterkspel.nl)
Serie Veelvoudige Nederlands Kampioenen: Hans Ree
Serie Veelvoudige Nederlands Kampioenen: Hans Ree
Hans Ree is tegenwoordig vooral bekend vanwege zijn uitstekende pen maar won ook het kampioenschap van Nederland vier keer. Daarmee hoort hij thuis in deze rubriek van veelvoudige Nederlands Kampioenen. Na Max Euwe pakken we dus chronologisch de draad weer op bij Hans Ree. Zijn eerste drie titels waren in 1967, 1969 en 1971 en hij mag in deze periode met recht de sterkste speler van Nederland genoemd worden.
Uit het toernooi van 1967 beginnen we met de volgende belangrijke overwinning op Kick Langeweg.
Ree-Langeweg
NK Zierikzee 1967 -+-+r+-+ zppmklwqp+n -+-zp-sn-tR +-zpP+-+-+P+pvL-+ +-zP-zP-sNP+Q+L+P+
Wit staat prettig. De loper op f4 en toren op h6 zorgen ervoor dat zwart nauwelijks kan bewegen. Desondanks kan zwart met de manoeuvre …Te8–g8–g6 de druk aanzienlijk verlichten. Hoe dat plan te stoppen?
24.Dd1! Tg8 25.Dh1 Pf8
Nu dreigt …Pg6 maar het vol- gende kwaliteitsoffer had wit al in de planning.
26.Txf6! Dxf6 27.Pxe4 Dg7
28.Lxd6+ Kc8 29.Lxc5 Voor slechts een kwaliteit heeft wit het hele zwarte centrum weggeblazen. In tijdnood volgden nog enkele zaken die ik met de mantel der liefde bedek. Wit won uiteindelijk.
1–0
Ree eindigt gezamenlijk aan kop met Hans Bouwmeester en een match over vier partijen moest aldus de beslissing brengen. Partij drie gaf daarin de doorslag.
Ree-Bouwmeester
Beslissingsmatch NK Den Haag 1967
Bouwmeester was aanvankelijk uitstekend uit de opening gekomen - een scherpe Najdorfmaar Ree had het middenspel veel beter behandeld. In ongetwijfeld hevige tijdnood sloeg de evaluatie echter alle kanten uit. Vlak voor zet 40 kwam de volgende stelling op het bord.
-+-+-tR-+ +-mk-+p+r+-zp-+-+ +-snq+-+p -+R+-+-+
zPNwQ-+r+K+P+-+-zP +-+-+-+-
38.Dd4 zou hier het evenwicht behouden, maar Ree trekt ten aanval.
38.Dh8
Ziet er sterk uit, er dreigt immers geforceerd mat, beginnend met Tc8+. Beide spelers missen hier 38...Dxc4! waarmee zwart niet alleen een volle toren pakt, maar ook een veld voor de koning vrijmaakt. Dat is relevant in de variant 39.Tc8+ Kb7 40.Tb8+ Kc6 41.Dc8+, want na
41...Kd5 kan wit opgeven.
38...Db7 39.Tb4
Er is geen redden meer aan.
39...Txa3+
Nu heeft zwart na 39...Dxb4
40.Tc8+ geen goed veld meer voor de koning.
40.Kxa3 Da6+ 41.Kb2 Txb3+ En gelijktijdig opgegeven. Wit heeft twee manieren om terug te slaan op b3, en die winnen beide.
1–0
Vervolgens kon Ree in de laatste matchpartij in strategisch gewonnen stelling remise geven om zijn eerste titel veilig te stellen. Ook internationaal laat Ree dan al van zich spreken. In 1968 scoort hij goed in zowel het Hoogovens in Wijk aan Zee, als bij het IBM-toernooi in Amsterdam. Hij speelt in dit jaar ook tegen Bobby Fischer in het beroemde toernooi van Netanya. Fischer wint met 11,5 uit 13 en Ree is helaas niet een van de drie spelers die de Amerikaan een halfje af weet te snoepen.
Bij het volgende NK van 1969 weet Ree zijn titel te verdedigen. Daarvoor moet er wel gewonnen worden van Kick Langeweg die met het ingaan van de laatste ronde een punt voor staat.
Ree-Langeweg
NK Leeuwarden 1969
-tr-+-trk+ +-+-vlpzpp p+-zp-+-+ +l+Pzp-+-zp-+-+-+ +Pwq-vL-zPP+PwQ-zPLzP tR-+-tR-mK-
Zwart heeft met zijn laatste zet (20...Dc7-c3) dameruil aangeboden. Ree speelt het vervolg erg instructief.
21.a3!
Vijf zetten later zal blijken hoe belangrijk deze zet is.
21...Tfc8 22.Tec1 a5
Gedwongen, want na 22...bxa3
23.Dxc3 Txc3 24.Ld2 Tc7 25.c4
Ld7 26.Txa3 wordt zwart overlopen.
23.axb4 axb4 24.Dxc3 bxc3
25.Ta7! Ld8 26.Tca1
De stelling die wit op zet 21 voor ogen moet hebben gehad. Met de a-lijn stevig in handen heeft Ree groot voordeel.
26...g6
Hierna gaat het spoedig bergafwaarts, taaier is 26...Tc7 om in ieder geval een paar torens te kunnen ruilen en de druk zo, enigszins, te verlichten.
27.Lh3! f5 volgt nu 28.Ta8! Tcb7 29.Lc8! en zwart moet op a8 nemen waarna de problemen op de onderste rij groot zijn.
28.Lh6 Lb6
28...Lf6 zou wits volgende zet verhinderd hebben, maar loopt tegen 29.g4! aan.
29.Tg7+ Kh8 30.g4
Engines geven hier 30.Lf1! als een grote verbetering maar het is lastig te zien dat zwart na 30... Ld4 31.Lxb5 Txb5 32.Tc7 Tcb8
33.Ta4 Txd5 34.Tb7 Te8 35.Kg2 verloren staat. Ree's voortzetting doet natuurlijker aan. Wit wil de koningsvleugel verder openbreken.
30...fxg4
30...Tf8! was een goede kans om in de partij te blijven.
Bijvoorbeeld 31.Te7 Tfe8 32.Tf7 Le2! met het idee dat zwart, na ruil op f5, tegenspel krijgt over de g-lijn.
31.Lxg4 Tf8 32.Te7!
Maakt g7 vrij voor de loper.
32...Txf2 33.Kh1
Het gemakkelijkst. Want 33. Lg7+ Kg8 34.Le6+ Tf7+! geeft zwart nog kansen om tegen te spartelen.
33...Tf5 34.Lxf5 gxf5
35.Tb7!
Zonder deze zet zou de stelling niet duidelijk zijn. Nu is hij dat wel. Zwart geeft op, want de toren mag niet geslagen worden en dat betekent groot materiaalverlies.
1-0
En zo ging de titel, op basis van een betere tie-break opnieuw naar Ree.
In 1971 wint Ree andermaal het toernooi. In een zeer comfortabele stelling biedt hij in de laatste ronde remise aan tegen Wim Andriessen. Donner kan dan nog op gelijke hoogte komen, en doet dat ook, maar Ree weet dan al dat de Sonneborn Berger tie-break in zijn voordeel is. Na de eerste drie ronden remise te hebben gespeeld komt Ree vanaf ronde 4 op stoom met de volgende frisse aanvalspartij.
Ree-Van Baarle
NK Leeuwarden 1971 r+ltr-+k+ p+n+-+p+ +-zp-zP-+-+-+LzP-+ sN-zP-vLN+PzP-+-wQPzP tR-+-+RmK-
Er zijn in de openingen enkele dingen misgegaan bij zwart en de afstraffing is kordaat.
15.Pg5!
Luidt de aanval in.

15...h6 16.Pxf7 Kxf7 17.e6+!
Dwingt de koning verder naar voren. Vooral niet het gehaaste
17.f5 Pcxe5 18.fxg6+ Kg8 en de koning ontsnapt.
17...Kxe6 18.f5+ Kf7 19.fxg6+ Kg8 20.Df7+ Kh8 21.Lxh6! De slotpointe. De loper kan niet geslagen worden en 21...De5 22.Tf4! dreigt Lxg7+ gevolgd door Th4+ wat niet te stoppen is.
21...Tg8 22.Lxg7+ Txg7 23. De8+ Tg8 24.g7+ Zwart geeft op, na 24...Kxg7 is het mat in 2 zetten. 1-0
Kort na dit NK wordt door Vrij Nederland een match georganiseerd tussen Donner en Ree. Op Youtube is nog prachtig filmmateriaal terug te vinden van het programma Brandpunt waarin een zeer jonge Willibrord Frequin aan Donner vraagt hoe het toch mogelijk is dat hij deze match verloren heeft. Want Ree wint ook deze legendarische match, met 4,5-3,5.
In de Koning geeft Donner een hele rake beschrijving van Ree als speler.
‘Ree speelt een spel van grootmeesterlijk niveau. Hij beheerst het spel in vele facetten, zijn oordeel is nuchter en pessimistisch, zijn tactisch vermogen voortreffelijk en agressief. Ik wist dat niet, maar ik heb het moeten ondervinden.’
Dit is wellicht de piek in Ree’s Schaakcarrière geweest want in diezelfde periode maakt de Amsterdammer een succesvolle trip naar Noord-Amerika. Allereerst deelt hij daar verdienstelijk de derde plaats in het US-Open om vervolgens samen met de dan nog wereldkampioen Boris Spassky in Vancouver het Canadian Open te winnen. Het leidt tot het beroemde artikel in Schaakbulletin waarin Donner, gekscherend zijn verbazing uitsprekend over deze resultaten, het bestaan van Canada in twijfel trekt.
Vanaf 1974 heeft Ree dan een vaste column in de Haagsche Post. Maar ondanks dat de pen in deze periode wellicht de overhand begint te krijgen wint Ree nog wel een NK: het kampioenschap van 1982. Het is bovendien zijn meest overtuigende zege want hij staat dit toernooi slechts vijf halfjes af en wint met 8,5 uit 11 op afgetekende wijze. We sluiten af met een partij uit dat toernooi, waarin Ree het handigste opereert in de tijdnoodfase.
Ree-Van der Wiel NK Amsterdam/Drachten
1982
l+r+ntrk+ zp-+-+-+p Pzp-zpq+-+ +Psn-zp-zp-+P+-+-+ +-+-sNPzP-vL-+Q+LzP tR-+R+-mK-
Wit staat prachtig en het eenvoudigst is waarschijnlijk 29. Pd5. Ik vermoed dat bij het vervolg wederom tijdnood in het spel is!
29.La3 Pb3!
Keert plotseling de kansen. De toren op a1 hangt, en …Pb3–d4 is misschien nog wel een grotere dreiging.
30.Df1 Pxa1
De verkeerde. Zelfs nu de dame e2 verlaten heeft, was 30...Pd4! nog steeds de aangewezen zet.
Na 31.Lh3 Pxf3+! 32.Dxf3 Dxh3 staat wit verloren.
31.Lh3!
Een belangrijke resource.
31...Dg6
31...g4! 32.Lxg4 Dh6 was noodzakelijk, om tegenspel te krijgen tegen het paard op e3. Zwart is nog helemaal in de partij na 33.Pf5 De6 (of zelfs 33...Txf5!? 34.Lxf5 Tc7 35.Txa1 Tf7 met een voor praktische maatstaven onduidelijke stelling.
32.Lxc8
Pakt niet alleen een toren maar kan op een goed moment met
Oplossingen
De lezer aan zet
12.a3
Deze zet heeft het voordeel dat zwart meteen tot een verklaring wordt gedwongen. Dat wil niet zeggen dat er geen andere goede zetten zijn. Wit staat ook wat beter na een van de volgende alternatieven (allemaal 4 punten): 12.f4, 12.Tad1, en
12.Le1.
12...cxd4
Tot een heel ander stellingsbeeld leidt 12...Lxc3!? 13.Lxc3 c4 na 14.Lf5 houdt wit wel voordeel (maar deze stelling is beter voor zwart dan de partij).
13.exd4
Zwakker is 13.Pxd7 (1 punt)
13...Dxd7 14.axb4 dxc3 15.Lxc3 vanwege het krachtige 15...d4!
16.Lxd4 Lxg2! (zwart wil remise maken door eeuwig schaak)
17.Lxf6 gxf6 18.Lf5 Db7
Sandipan-Vatsal, Mumbai 2020. Wit staat beslist niet beter na
13.axb4 Pxe5 14.exd4 Pxd3
15.Dxd3 Pe4.
13...Lxc3
Beter is 13...Ld6 alhoewel wit hier naast de standaardzet 14.f4 ook beschikt over 14.Lf4 en 14. Tae1. In alle gevallen staat wit prettig beter. Misschien is de ruil op c3 nog acceptabel maar dan moet zwart in de komende zetten wel snel afwijken van de partij.
14.Lxc3
De juiste manier van terugslaan. Er is geen reden om de structuur te verzwakken met 14.bxc3, of om een extra paar stukken te ruilen met 14.Pxd7 Dxd7 15.Lxc3 Pe4.
14...Pe4 15.Lb4
De meest logische zet. Onnodig passief (of langzaam) is 15.Le1 (het idee om f3 te spelen en de loper om te spelen is wel goed).
Opnieuw is stukkenruil niet nodig: 15.Pxd7 Dxd7 16.Le1 het verlicht alleen maar de taak van de verdediger. Het is zonde van het loperpaar om 15.f3 Pxc3
Lc8–b7 ook de sterke loper op a8 neutraliseren.
32...Txf3 33.De1 De4
33...Pc2! had de kansen andermaal doen keren in zwarts voordeel. Ruil is verplicht 34.Pxc2 Dxc2 waarna de dreigingen tegen de witte koning te groot zijn.
Bijvoorbeeld 35.Lb7 Txa3 36.Lxa8
(Taaier is 36.Dd2 maar het eindspel na 36...Dxd2 37.Txd2 Kf7
38.Lxa8 Ke7 is hopeloos.) 36... Ta2! en wint. Daarom had wit op zet 33 niet naar e1, maar e2 moeten gaan met de dame.
l+L+n+k+ zp-+-+-+p
Dreigt schaak op d5, waarna de b-pion beslist. De partij is over. 36...Dxb7 37.Dxe3 Pc2 38. Dxg5+ Dg7 39.Dxg7+ Pxg7 40.Lxd6 Pe3 41.Tc1
Zwart geeft op. Aan het eindspel is geen eer meer te behalen.
1-0
16.Dxc3 te kiezen. De loper van wit is beter dan die van zwartmaar toch is het witte voordeel duidelijk minder groot dan in de partij.
15...Te8 16.f3
Weer de beste zet. Na 16.Pxd7 (5 punten) 16…Dxd7 17.f3 a5!? krijgt zwart een beetje tegenspel - maar wit houdt voordeel. Minder goed is 16.f4 a5 en nu heeft zwart tenminste een sterk paard op e4. Ook geen punten voor 16.Tad1 Tc8 en op de volgende zet slaat zwart op e5.
16...Pef6 is. Bij een symmetrische pionstelling heeft wit een duidelijk statisch voordeel: het loperpaar. Bovendien is de zwarte loper een slechte loper. In het vervolg kan wit dan ook op allerlei manieren zijn voordeel behouden (het is immers statisch). Zelfs in het voor zwart behoorlijk rooskleurige scenario waarin een stel paarden wordt geruild, de dames en alle torens staat hij in hogere zin verloren.
Daarom lijkt het in ieder geval praktischer om te kiezen voor
16...Pxe5 17.dxe5 Tc8 18.Db1 Pg5 en hier staat wit ook duidelijk beter, maar is het in ieder geval voorstelbaar dat zwart ook kansen krijgt.
17.Tfe1
U krijgt evenveel punten (ook 4) voor 17.Tae1, en 17.Pxd7
17...Tc8 18.Df2
Na deze terugtocht is het duidelijk dat de zwarte opzet mislukt
Geen punten voor andere damezetten. De dame staat hier uitstekend - ze wil graag naar g3 (of h4) in de toekomst. 18...Pf8
Wit staat fantastisch na 18...
Pxe5 19.dxe5 Pd7 20.Lf5!.
19.Ld2
De loper gaat belangrijke velden op de koningsvleugel controleren. Keymer zet in het vervolg heel geduldig zijn aanval op. Evenveel punten (5) krijgt u voor 19.Lf5, 19.Tad1 , en
19.Te3.
19...P6d7 20.Pg4
Keymer heeft een mooie manoeuvre in gedachten. Opnieuw zijn er meerdere wegen die naar een overwegende stelling leiden. Ook 6 punten voor 20.Tad1 en
20.Dg3.
20...Dc7 21.Pe3
Een uitstekende manoeuvrehet paard gaat naar f5 en assisteert krachtig in de aanval. Het moet gezegd worden dat de witte stelling zo goed is dat vrijwel iedere normale zet een prettig voordeel handhaaft. Zwart hoopt een beetje op
21.Tac1 Db8 en zwart kan in ieder geval een paar torens ruilen. Ook in dit geval staat wit nog steeds veel beter. Eerlijk gezegd is het voor wit ook niet erg om een paar torens te ruilen - maar in principe wil wit niet alle torens ruilen om zwart onder zware druk te houden. Een goede zet is ook 21.h4 (6 punten).
21...Pe6 22.Pf5 Pdf8
22...Pf4? 23.Txe8+ Txe8 24.Dg3 verliest op slag.
23.Tac1
Keymer speelt deze zet vooral om zijn dame naar g3 te kunnen spelen. Een andere nuttige aanvalszet is 23.h4 (6 punten) - zie ook het partijvervolg. In een situatie waarin de tegenstander niet veel kan doen is het opspelen van de h-pion richting de vijandelijke koning vaak een goed idee. Dat was al bekend, maar de partijen van AlphaZero maakten het recentelijk extra duidelijk.
Ook goed is 23.f4 (4 punten) om op die manier de dame naar g3 te kunnen spelen maar deze zet is tweesnijdender.
23...Dd7
Een betere poging is misschien 23...Db8 om veld g3 te blijven controleren, maar wit kan prima verder gaan met 24.f4 maar ook met (bijvoorbeeld 24.Tcd1!? om alle torens erop te houden en alsnog f3–f4 te spelen (of h4).
24.Dg3
Dit was de bedoeling, maar andere zetten zijn ook goed:
24.h4, 24.Txc8 gevolgd door Dg3 of h4, 24.Tcd1. 4 punten voor een van deze zetten.
24...Txc1 25.Txc1 Pg6
Op 25...Tc8 houdt wit een toren op het bord met 26.Te1.
-+-+r+k+ +l+q+pzpp pzp-+n+n+ +-+p+N+-+-zP-+-+ zP-+L+PwQ-zP-vL-+PzP +-tR-+-mK-
26.h4
Dit is duidelijk de beste zet - de h-pion wil een bres slaan in de koningsstelling. U krijgt 2 punten voor het verrassende 26.Dd6 waarmee wit positioneel ook blijft domineren.
26...h5
Het is begrijpelijk dat Anton de h-pion wil stoppen, dit faalt op een leuke combinatie, maar andere zetten zijn niet beter.
Bijvoorbeeld 26...Tc8 27.Te1! Nu dreigt h5. (De geforceerde variant 27.Txc8+ Lxc8 28.h5 Pe7 29. Pxg7 Pxg7 30.h6 Pg6 31.hxg7 is duidelijk beter voor wit, maar nog niet makkelijk gewonnen.)
27...Pe7 nu zijn diverse zetten erg goed voor wit, maar het allersterkst is 28.Ph6+! (28.h5 en
28.Lh6 zijn ook sterk) 28...Kf8
29.Lxh7 gxh6 (29...Dc7!? 30.Dg4 gxh6 31.Lxh6+ Ke8 32.Lf5 Pxf5 33.Dxf5 en de h-pion beslist de partij, zwart is opvallend hulpeloos.) 30.De5! Pc6 31.Df6 Ke8 (31...Pcxd4 32.Dxd4 Pxd4
33.Lxh6 is een leuke matvariant.) 32.Lf5 De7 33.Dxh6 en ook hier beslist de h-pion.
27.Pd6
Wederom de beste - geen punten voor andere zetten. Wit haalt nu geforceerd f7 van het bord. (het gevolg van 26...h5).
27...Td8 28.Pxf7 Dxf7 29.Lxg6
Ook niet slecht is 29.Dxg6 (1 punt) 29…Dxg6 30.Lxg6 Pxd4
31.Tc7.
29...Df6 30.Kh2
Evengoed zijn 30.Kh1 en 30.Te1 Dxd4+ 31.Kh2 wit wint na 31...Dxd2 32.Txe6. Beide ook 3 punten.
30...Dxd4
-+-tr-+k+ +l+-+-zppzp-+n+L+ +-+p+-+p
-+-wq-+-zP zP-+-+PwQ-zP-vL-+PmK +-tR-+-+-
31.Te1
Een hele mooie winst is ook 31.Tc7 (ook 7 punten) 31...
(31...Dxd2 32.Lf7+ Kh8 33. Lxe6 Dh6 34.Txb7) 32.Lc3 Dc5
Schaakmat!
Combineren
2.g3 Pxg3 3.hxg3 Lxg3 4.fxg3 Dxg3+ 5.Kh1 Te4 wint eveneens) 2.Kxh2 Dh4+ 3.Kg1 Dxf2+ en zwart wint het geofferde stuk met rente terug, bijv : 4.Kh1 Pg3+ of 4.Kh2 Pxd2 5.Dxd2 Te4
Diagram 7
Warmerdam-Leenhouts
1.Lg6+!! hxg6 2.Dxg6+ Ke7 3. Lc5+ Ke6 4.Pd4+ exd4 5.Tae1 mat
Diagram 8
Admiraal-Warnaar
1.f5!! gxf5 2.Dh6+ Kg8 3.Pf6+ Pxf6 4.exf6 en 5.Lxd5 de volgende zet beslist.