10 minute read

FOKKERIJ Hoe uw weiden onderhouden deze lente

FOKKERIJ Hoe pakken we het onderhoud van de weide aan in de lente?

De weides waar onze paarden grazen kennen het agressieve klappen van de zweep. Daarbij horen bijvoorbeeld droogte, doornatte bodem, samengedrukte bodem, overbeweiding …. Een deel van deze ellende kan opgevangen worden door deskundig onderhoud. Maar wat omvat dergelijk onderhoud? Wat te doen als de winter ten einde loopt en de lente haar intrede doet? Wij gingen op vragenronde bij Fourrages Mieux, gespecialiseerd in het beheer van weides en ruwvoeders.

Advertisement

Maaien en doorzaaien

De weide onderhouden zal zorgen voor smakelijk en kwalitatief gras en vooral het overleven van de zwaar op proef gestelde bodem vrijwaren. Een gebrek of helemaal geen onderhoud ligt aan de basis van tal van problemen, zoals het verminderen van de plantendiversiteit en het vermeerderen van de wildgroei van allerlei ongewenste planten en flora. Slepen, doorzaaien, bestrijden van onkruid, bloten: weidebeheer omvat heel wat! We bespreken hierbij twee acties die aanbevolen zijn op het einde van de winter en bij het begin van de lente: het slepen/ beluchten van de grasmat en het elimineren van zaailingen van de gewone esdoorn.

Desalniettemin moet men steeds voor het oog houden dat, bij het werken op de weide met een getrokken machine (bijvoorbeeld een weidesleep), er twee essentiële voorwaarden dienen te worden gerespecteerd: het gras moet 5 tot 6 cm lang zijn, men moet te werk gaan voor de groei aanvangt en de weersomstandigheden moeten gunstig zijn, t.t.z. voldoende vochtig. Wat vooral dient vermeden te worden is het slepen bij noorderwind- of oostenwind, alsook bij vriesweer! beter niet als er gevoelige dieren grazen (niet-ontwormde paarden of veulens). Het slepen/beluchten kan ook fungeren als voorbereiding voor het doorzaaien met goede en gediversifieerde grassen (raaigras, timothee, veldbeemd …), samen met diverse kruiden met lage voedingswaarde (paardenbloem, brandnetel, madeliefje, smalle weegbree …). Doorzaaien wordt geadviseerd eens de kale plekken meer dan 10 % van het weideoppervlak innemen. Noteer dat het succes van doorzaaien sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden en dat het niet altijd lukt. Mossen overleven het slepen makkelijk en worden slechts gedeeltelijk losgetrokken. Hun eliminatie vraagt dikwijls om een andere aanpak (kalken, bemesting …). Problemen met doortrapte en platgetrapte bodem zijn dikwijls aan de orde op paardenweiden. Het dient geweten dat – in tegenspraak met wat soms wordt doorgezegd – de bodem niet verlucht wordt door het slepen van de weide, noch een oplossing is voor een vertrapte bodem. Slepen verlucht alleen de grasmat. Alleen ploegen, opnieuw zaaien, met andere woorden het compleet aanleggen van een nieuwe weide, zorgt voor het echt verluchten van een vertrapte bodem.

Maaien om zaailingen van de gewone esdoorn te verwijderen

Zeer vroege maaibeurt

Pictures ©Fourrages Mieux

Vroege maaibeurt

Het slepen/beluchten

Voor het slepen/beluchten van de weide bestaan verschillende machines, al dan niet uitgerust om agressief in te werken op de bodem. Alles hangt af van het gewenste effect. Zo is een weidesleep met kettingen minder agressief dan de machine op de foto bij dit artikel die de grasmat sleept maar ook belucht. Het zeer ‘agressief’ slepen van de weide dient altijd gevolgd te worden door doorzaaien om kale plekken in de grasmat te vermijden en ze in te dijken. Dit gebeurt op het einde van de winter. Slepen zorgt voor het nivelleren van de bodem en verspreidt mestplekken en molshopen. Dit is vooral belangrijk bij maaiweides, zodat er geen vuil in het ruwvoeder terechtkomt.

Grasweides worden alleen gesleept als de paarden correct ontwormd zijn! Het verdelen van de mestballen werkt ook de verspreiding van de parasitaire larven in de hand. Sleep de weide dus

Een zaailing van de gewone esdoorn met zijn embryonale bladeren en zijn eerste paar bladeren

De Atypische Myopathie is een oprukkende ziekte bij paardachtigen, die te maken heeft met de opname van zaden en zaailingen van de gewone esdoorn, zowel in de herfst al in de lente. Om de ziekte te slim af te zijn in de lente, kunnen de zaailingen verwijderd worden door vroeg te maaien. Een zeer vroege maaibeurt kan reeds vanaf 5 cm hoogte van het gras, als de zaailingen opkomen en voorzien zijn van twee embryonale bladeren, meestal rond begin april. In dit geval zijn meerdere maaibeurten, eveneens in tegenovergestelde richting dus, nodig om de zaailingen echt goed door te kunnen snijden. Het gemaaid materiaal ontbindt zich daarna op de weide. Twee weken later is alles afgebroken en kunnen de paarden opnieuw op de weide. Een vroege maaibeurt heeft gras nodig van ongeveer 10 cm hoogte, en verwijderd de zaailingen in het stadium van twee embryonale bladeren, zelfs als deze zich reeds omgevormd hebben tot volwassen bladeren (eind april). Er is slechts een maaibeurt nodig want het gras is lang genoeg om de zaailingen vast te houden. Het gemaaide materiaal dient te worden verwijderd, gezien het toxische materie bevat in dit latere stadium. Twee weken later mogen de paarden ook naar de weide, wanneer de steeltjes van de zaailingen afgebroken zijn.

Welke maaimethode u ook kiest, de weide moet altijd grondig gecontroleerd worden alvorens de paarden te laten grazen. Zaailingen ontsnappen makkelijk aan het maaien en kunnen overleven in lokale groeven zoals bandensporen.

Informatie : Fourrages Mieux ASBL, Rue du Carmel 1 à B-6900 Marloie www.fourragesmieux.be

CASE STORIES Hoe pakken zij hun weidebeheer aan?

©DP Denis Procureur en de SBS CELTILL DU SELEC (Sherman Sitte x Ogano Sitte), die CSI 1m45 gelopen heeft

Selec-Horse: voedselautonomie en beweging

Denis Procureur is argonoom en werkt bij Onderzoek en Ontwikkeling voor het Waals Gewest. Hij is gespecialiseerd in de paardensector en organiseert regelmatig lezingen over weidebeheer. Zijn verhaal kadert in zijn privé-activiteit als fokker (Elevage Selec-Horse in Somme-Leuze). Hij maakt ons hierbij deelgenoten van zijn verhaal over het vernieuwen van zijn weides in de lente.

‘ I k koos voor een extensieve fokkerij en ik beschik daartoe over 1,5 hectare per volwassen paard. De bezetting is dus niet echt hoog te noemen. Ik moet zorgen voor een productieve weide, aangezien mijn paarden alleen gras en hooi eten. Ik koop dus geen krachtvoeder of supplementen (behalve zoutblokken). Ik gebruik geen onkruidverdelgers of kunstmeststoffen. De flora omvat een twaalftal aanwezige grassen en kruiden, die zorgen voor een gevarieerde en evenwichtige voeding. Ik streef naar voedselautonomie: mijn weides moeten daartoe volstaan. Mijn merries en veulens leven het hele jaar buiten in een kudde. In de winter krijgen ze ad lib hooi van eigen oogst.’ ‘Ik beperk me tot maximum vier fokmerries om deze autonomie te behouden en beschik over 4,5 hectare gras- en maaiweides door elkaar. De afwisseling tussen maaien en grazen legt zichzelf grenzen op en beperkt de niet-begraasde plekken. Verderop heb ik een weide van 2 hectare die ik alleen gebruik om te maaien. Aldus verzeker ik mijn winterstock en vang ik eventuele periodes van droogte op, die bijna jaarlijks aan de orde zijn. Deze weide onderging nogal wat schade door everzwijnen deze winter en ik voorzie dus een totale renovatie met grassoorten die beter tegen de droogte kunnen. Ik denk daarbij aan dactylus, rietzwenkgras en luzerne.’ ‘Natuurlijk lijden de weiden onder begrazing het hele jaar door. Nochtans laat ik dit gebeuren met het oog op het welzijn van de paarden. Ze hebben nu eenmaal beweging en sociaal contact nodig. Bovendien ben ik voorstander van renovatie door middel van doorzaaien. Het is minder duur dan de paarden op stal te houden gedurende de winter. ‘De natuur houdt niet van leegstand! De leegtes worden dikwijls opgevuld door everzwijnen of door paarden, door onkruid (brandnetels, distels en zuring). Ik doe aan doorzaaien met een loonwerker die beschikt over het nodige materieel. Hij gebruikt een combinatie van een weidesleep en een eg, een zaaivat en een verkruimelrol die de oneffenheden in de bodem aanpakt. Het welslagen van een doorzaai hangt af van het gekozen moment en van de juiste omstandigheden. De bodem moet de nodige draagkracht hebben om de tractor te verdragen en moet ook vrij zijn van stagnerend water. Wat superbelangrijk is natuurlijk zijn de weersomstandigheden in de weken die volgen op de doorzaai. Het mag zeker niet meer vriezen en de temparturen moeten een stijgend tendens vertonen (tussen begin en midden april). Het mag ook niet te droog zijn (tijdens de werken maar vooral daarna). Voor mij is doorzaaien imperatief. De bestaande weide wordt verrijkt met snel groeiende grassen. Wij zaaien Engels of Italiaans raaigras.’ ‘Mijn fokkerij is dus bodemgebonden en ik hou een aantal paarden aan dat mijn bodem aankan. Dit is mijn systeem en ik wijk daar niet van af. De weide komt tegemoet aan de voedselbehoeften van mijn paarden en ik voorzie ook in de ruwvoeders, vitamines en mineralen die ze nodig hebben. Bij mij is alles gebaseerd op de weide en de beweging. Het paard is een graseter, een kudde- en bewegingsdier, vluchtdier bovendien. Ik ben dus een voorstander van grote percelen. Ik laat mijn ruwvoeder analyseren en vooral … ik ben veel op de weide te vinden zodat ik hen kan observeren!

Ch. Rasir

©DP De merrieveulens van Denis Procureur verblijven het jaar door op de weide

Michel Rigo en de jonge SBS NO WAY DE LONGCHAMPS (Gangster de Longchamps x Verdi), Belgisch Kampioene in Gesves en Kampioene in Libramont

Michel Rigo is fokker en landbouwer in Waremme. Elk jaar fokt hij nieuwe veulens die de kwaliteit bevestigen van de stammen van zijn fokkerij. Hij antwoord pragmatisch op onze vragen betreffende het onderhoud van zijn weides in de lente.

Elevage de Longchamps : de goede aarde van Haspengouw!

‘D e 70 hectare rechtover de boerderij zijn bestemd voor landbouwgewassen. 5 hectare werden behouden voor de paarden van onze fokkerij en 4 hectare zijn ter beschikking voor de pensionpaarden die bij ons verblijven. De bezetting van onze stallen bedraagt 60 paarden.’ ‘Weidegang stopt bij ons eind oktober, ten laatste 1 november. Dit is zeer belangrijk, zelfs al houden we twee weides ter beschikking van de paarden gedurende het hele jaar. In november, eens het grasland vrij, krijgt het een beurt met de weidesleep/ beluchter en verdelen wij er compost/mest over, zodat de grond zich kan opladen met humus gedurende de hele winter. De paarden gaan niet te vroeg naar de weide, ten vroegste 15 april en zeker niet voor 1 mei, afhankelijk van het weer en de hoeveelheid gras dat ter beschikking is op dat moment. In de lente zaai zaai ik door op de twee weides die in de winter gebruikt werden en ik laat ze de tijd om opnieuw te herstellen.’ ‘Vorig jaar was een vreemd jaar. Het was droog en er was onvoldoende gras. We moesten dus bijvoederen. De paarden trokken bij wijze van spreken de wortels uit de grond. Ik heb dan doorgezaaid in oktober en veel heringezaaid ook. Daarna kwam de regen en de groei zat erin. Ik hoop dat de lente veelbelovend wordt. We gaan een eerste snede maaien van wat we teveel hebben en daarna kunnen de paarden naar de weide.’ ‘Normaal in de lente bemest ik met een formule om de groei op te wekken. Om de drie jaar strooi ik ongebluste kalk. We hebben hier door onze ligging uitstekend grasland, Haspengouw is immers bekend voor de kwaliteit van zijn cultuurgrond!’

Ch. Rasir

DE GEBOORTEMELDER

VEILIG EN EFFICIËNT

Slaap op uw beide oren tijdens de veulenperiode dankzij Easyfoal, u wordt gewaarschuwd bij de eerste tekenen van bevalling. Vergeet de dagelijkse stress door te kiezen voor een betrouwbaar en eenvoudig systeem.

This article is from: