
5 minute read
COLUMN Het vroegrijpe sportpaard
Het vroegrijpe sportpaard
In de wielersport liggen de beste kaarten bij de zeer jonge renners, die als rijzende sterren de gevestigde waarden stevig door elkaar schudden. Hetzelfde geldt voor de springsport: de moeilijkheidsgraad zit in stijgende lijn en de paarden zijn vroegrijper dan ooit. De fokker Daniël Boudrenghien analyseert deze evolutie voor het SBS en vraagt zich af wat elke fokker zich vandaag afvraagt ...
Advertisement
Ondanks het woelige Coronajaar 2020, beleefden de liefhebbers van de wielersport onvergetelijke momenten. Zowel in de Ronde van Frankrijk, de Ronde van Italië, de Ronde van Spanje als in de Klassiekers, waren jeugd en spektakel aan de orde. Al bij al kon de passie oplaaien! Het scheelt een slok op de borrel met de voorbije seizoenen, wanneer we het hebben over de opmars van de piepjonge renners, die de gevestigde waarden in de hoogste regionen van de hiërarchie danig door elkaar geschud hebben. Pogacar, Hirschi, Evenepoel en enkele andere 20- jarigen, atomiseerden het peloton. Dit was tot op vandaag ongezien.
De specialisten van de discipline wijten dit niet aan het toeval, maar wel aan een betere opvolging van de jonge talenten op ieder vlak: medische opvolging, trainingstechnieken, loop- baanbegeleiding, psychologische voor- bereiding … Kortom, de wielerwereld is aan verandering onderhevig. Het valt trouwens op dat dit tendens ook voorkomt bij andere sportdisciplines. Maar … wees niet ongerust, u hebt zich niet vergist van rubriek! Wij gaan het dan ook hebben over de wereld van het sportpaard. Want in de springsport is het niet anders!
Springparcoursen die steeds veeleisender worden
Wanneer we de Wereldkampioenschappen Jonge Springpaarden in Lanaken observeren, bevinden we ons op een andere planeet: de beste paarden uit elk Europees land zijn er aanwezig, gereden door de beste ruiters, tiptop getraind. De hindernissen zijn hoog, breed, delicaat en de toegestane tijd opvallend kort. Galop in hoog tempo is hier aan de orde en dit betekent een enorme evolutie die zich doorzette de voorbije jaren in onze sport. Ik nodig dan ook alle fokkers uit om een parcours te verkennen, zodat we weten waarover we praten … Idem dito voor ons Belgisch Kampioenschap Jonge Paarden. Het niveau van de proeven ligt zeer hoog, maar is zeer correct voor de paarden. Natuurlijk danken we dit aan de vakkennis van de uitzonderlijke chef de piste, die Eugène Mathy is. Terloops gezegd, het Kampioenschap 2020, snel in elkaar gebokst in Lier voor de 4- en 5- jarigen, was volgens ieders mening een totaal fiasco. De hindernissen waren veel te hoog, te breed en te moeilijk voor de paarden. Als er met de eerste - te moeilijke - proef nog te leven viel om ‘de grote kuis’ te houden, was de tweede proef – ook moeilijk – een ware ketterij, met slechts 19 foutloze combinaties op ruim 200, die dubbel foutloos bleven! Om een belachelijke finale met 19 starters te vermijden, moesten dan de 4-punters opgevist worden, die hoe dan ook geen kans maakten op de titel. De chef de piste van dienst bouwde hindernissen waarop technisch niets aan te merken viel, maar die totaal ongeschikt waren voor jonge paarden. En aldus stel ik me ieder jaar opnieuw dezelfde vraag: wat wordt het Kampioenschap, eens Eugène Mathy met pensioen gaat?
Teveel spektakel doodt het spektakel …
Maar ondertussen zijn we afgedwaald van ons onderwerp. Onze sport kent een stratosferische evolutie: sneller, hoger, breder, vroeger … zijn er de trefwoorden van! De proeven van de kampioenschappen en de recente Klassieke Cycli evolueerden naar mini-grote prijzen 5*. Onze sport evolueert snel, razendsnel op elk niveau. Spijtig genoeg is dit een veroordeling tot tegenslag voor de fokker die dit niet beseft. Net zoals in de rennen, moet men vandaag vroegrijp en … automatisch fokken. Ik bedoel hiermee paarden die makkelijk te rijden zijn, voorzien van een uitstekend en natuurlijk evenwicht en een aangeboren, eveneens natuurlijk ontzag voor de hindernissen. Kortom, paarden die minder dressuur nodig hebben. Een goede hoogspringer met een goede techniek en ruim voldoende middelen, maar traag van aanpak kan vandaag geen klant meer vinden, omdat hij niet strookt met de moderne competitie. Tien jaar geleden noemde men dit nog ‘een crack’. De huidige handel biedt eveneens minder ruimte voor ingewikkelde paarden, die veel werk vereisen. De uiteindelijke ruiter van uitstekende paarden is vandaag maar al te dikwijls een ‘verlichte amateur’, die niet echt beschikt over de technische bagage van de grote ruiters. Dit is het tendens van de markt en de fokkers moeten zich aanpassen aan deze markt. De richtlijnen van de handel zijn er nu eenmaal en onze sector ontsnapt er niet aan. Zelfs bij een zeer jong paard, kijken de klanten uit naar een écht intelligente aanpak van de hindernissen, naar het snel van de grond komen en de nodige explosiviteit. Daarbij wordt ook nog een uitstekende rittigkeit verwacht. Niets aan te doen, we doorkruisen nu eenmaal een tijd van spektakel en showbusiness. De klanten zijn op zoek naar steeds meer spektakel. Wordt dit allemaal teveel? Jawel, over de hele lijn, maar we hebben nu eenmaal geen keuze. Deze evolutie is helemaal niet naar mijn zin, maar we moeten ons nu eenmaal aanpassen en de markt voorzien van spectaculaire en vroegrijpe paarden.
De uitdaging van de fokker
Wat een ellende is het te constateren dat talrijke klanten een zeer goed paard minachten dat perfect springt, zij het zonder een show op te voeren. Of klanten die zich opwinden over een te spectaculair paard dat rakelings over de hindernissen springt. Om deze redenen is de tijd rijp om paardenmensen die echt kennis bezitten over springpaarden bij te scholen. Dit om deze verzuchting naar ‘steeds meer spektakel’ te vermijden, verzuchting die de échte prestatie tegenwerkt. Teveel spektakel doodt immers het spektakel! Hoe dikwijls werden zeer goede paarden verwaarloosd in hun jeugd onder het motto dat ze te ‘zuinig’ sprongen en het hen zogezegd aan de middelen ontbrak voor al wat groots was? Soms ziet men ze terug - slechts enkele jaren later – in de competitie op het hoogste niveau. Denk daarbij even aan Hickstead en Hello Sanctos! En net daar, beste vrienden, ligt de uitdaging van de moderne fokker: een vroegrijp paard fokken, dat snel klaar is voor de competitie. Een reactief paard op de bodem, dat snel schakelt bovendien. EN DIT ALLES ZONDER IN TE BOETEN AAN MASSA! De fokker verkoopt jong, hij dient dus te zorgen voor een paard dat aantrekkelijk is als jong paard, wat natuurlijk niet mag uitsluiten dat hij ook later zeer goed moet zijn … Laatste duiding: we hebben het hier over paarden die licht zijn in de hand, niet te verwarren met een lichte lichaamsbouw.
Daniel Boudrenghien

La référence en clôtures équestres, champêtres et forestières www.countryfences.be
