SAX juni 2014

Page 18

18

opinie

yvonne van de meent

magazine van saxion

denten Eerstejaars stu eld 81 maakten gemidd 4’tje van fouten in één A rden vijfhonderd woo

Ploeteren met taal

V

aak worden consumenten verward met vetten. Dit komt door dat er verzadigde en onverzadigde vetten zijn. de verzadigde vetten heb je dagelijks nodig om te verbranden de onverzadigde vetten zijn vetten die blijvent zijn.’ Aldus een eerstejaars van de Hanzehogeschool in Groningen. Hoewel ik voedingswetenschap heb gestudeerd en dus niet snel in de war raak als het over vetzuren gaat, kan ik aan dit tekstje geen touw vastknopen. Ik krijg de indruk dat de schrijver niet weet wat een vetzuur is en daarom zelf iets heeft verzonnen. Maar misschien is het geen gebrek aan kennis. Misschien maken de onnavolgbare taalfouten het stukje zo onbegrijpelijk. Anouk van Eerden, docent Nederlands aan de Hanzehogeschool, promoveerde begin mei op onderzoek naar het verbeteren van de schrijfvaardigheid van

hbo-studenten. Al jaren krijgt zij onbegrijpelijk proza onder ogen: niet-lopende zinnen, verkeerd woordgebruik, overbodige woorden, vergeten woorden. Een probleem dat Saxion-docenten bekend voor zal komen. In het onderzoek naar het hogeschoolbrede taalbeleid dat begin dit jaar verscheen, geeft ruim tachtig procent van de ondervraagde docenten aan dat studenten niet of nauwelijks in staat zijn om een tekst te schrijven zonder spelfouten, grammaticafouten en stijlfouten. Om de taalvaardigheid te kunnen verbeteren moest Van Eerden eerst meten hoeveel taalfouten studenten maken. Met die meetresultaten haalde ze de landelijke pers. Haar eerstejaars maakten gemiddeld 81 fouten in één A4’tje van vijfhonderd woorden. Een kwart wist zelfs meer dan honderd fouten te produceren. Schokkend. Eerstejaars hebben minimaal elf jaar op school gezeten en 13.000 uur les gehad waarvan honderden uren taalonderwijs.

Maar nog schokkender: de zeventien papieren en negen digitale bijspijkermethodes die in het hoger onderwijs worden gebruikt, helpen niet. Ze richten zich op veronderstelde problemen zoals d/t-fouten, terwijl die maar twee procent van het totaal aantal fouten vormen. Ze bevatten ook nauwelijks oefeningen, terwijl schrijven een vaardigheid is die je alleen al doende onder de knie krijgt. Kortom, het Nederlandse taalonderwijs is hopeloos ineffectief. Geen wonder, leren schrijven is ploeteren en daar houden studenten niet van. Maar schrijfproducten nakijken en van feedback voorzien is helemaal een heidens karwei. Eén schrijfopdracht levert een docent al snel een week correctiewerk op. Dus dat laat hij wel uit z’n hoofd. Studenten hoeven dus niet te ploeteren en krijgen daardoor nauwelijks kans te leren van hun fouten. Van Eerden toont aan dat studenten die slechts twintig uur hebben geoefend met het verbeteren van hun eigen onbegrijpelijke teksten, twintig procent minder fouten maken in nieuwe teksten. Dan maken ze nog steeds zestig fouten in een A4’tje, maar er is dus hoop. Alleen moet er wel geploeterd worden. Door studenten, maar ook door hun docenten. YVONNE VAN DE MEENT IS ONDERZOEKSJOURNALIST, GESPECIALISEERD IN ONDERWIJS


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.