10 minute read

Creatieve duizendpoot Leonie Wieringa wil vooral blij zijn

Creatieve duizendpoot Leonie Wierenga wil vooral blij zijn

We komen haar overal tegen op de baan. Is het niet als atlete, dan wel als jeugdtrainster, begeleidster tijdens wedstrijden, organisatrice van diverse kampen of fotografe. Hoog tijd om eens wat vragen te gaan stellen aan wat deze creatieve duizendpoot beweegt om overal zo actief in te zijn.

Advertisement

Vertel eens wat over jezelf: Ik ben Leonie, 22 jaar, queer, en woon in Enkhuizen samen met mijn ouders en mijn broertje. Momenteel studeer ik Media and Culture aan de UvA, waar ik nu aan mijn derde jaar ga beginnen. Hiervoor heb ik in Engeland één jaar een bachelor Creative Writing gedaan, maar daar ben ik uiteindelijk mee gestopt vanwege mijn mentale (on)gezondheid op dat moment. Schrijven en verhalen verzinnen heb ik altijd al gedaan, evenals andere creatieve dingen zoals tekenen, schilderen, en fotografie, wat mij dus een beetje naar mijn huidige studie heeft getrokken. Hoe en wanneer ben je met de atletiek in aanraking gekomen? Ik ben op mijn zevende begonnen met atletiek omdat ik toen veel energie had en graag een sport wou doen waar ik dat in kwijt kon. Mijn vader heeft vroeger altijd aan atletiek gedaan en eigenlijk aapte ik zowel hem als mijn moeder een beetje na qua sporten (mijn moeder heeft paardgereden vroeger, iets wat ik ook jarenlang heb gedaan). Ik was vroeger nooit heel goed en ook niet heel fanatiek, maar heb het wel altijd al leuk gevonden. De jaren dat ik C-junior was werd ik eigenlijk beetje bij beetje steeds wat beter en mede daardoor ook steeds wel fanatieker.

Wat doe je allemaal bij/voor SAV? Best wel veel eigenlijk, als ik het zo op een rijtje zet. Ik train zelf vier keer in de week (maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag), geef training aan (op het moment) de A1-pupillen (maandag en woensdag) en de C-junioren (woensdag), regel en 27

ga mee met competities voor de groepen die ik training geef, regel de damescompetitie, zit in de jeugdcommissie, waarmee we o.a. de kampen en andere activiteiten organiseren, en wanneer ik tijd heb maak ik graag foto’s van de wedstrijden bij ons op de baan of bij andere wedstrijden waar veel SAV’ers mee doen.

Dat is nogal wat! Waar haal je de meeste voldoening uit en waarom? Is het cliché om te zeggen dat ik overal veel voldoening uit haal, maar alles op net een ander vlak? Zelf trainen en wedstrijden lopen spreekt denk ik vrij voor zich, dat is gewoon heerlijk om te doen, zeker als de prestaties positief uitvallen. De pupillen-trainingen geven me eigenlijk altijd wel een lach op m’n gezicht, ik vind het heerlijk om kinderen nieuwe dingen aan te leren en toch speels bezig te zijn. Zeker met A-pupillen, die net ook nieuwsgierig worden naar het waarom bij oefeningen en ook steeds kundiger worden. Daarentegen vind ik het ook fijn om over te kunnen schakelen naar de kleinere details en wat meer wedstrijd gericht training te kunnen geven bij de junioren. Die kennen de basis over het algemeen al, dus dan wordt het echt puzzelen waar we dingetjes kunnen verbeteren.

Iets als een pupillenkamp organiseren geeft me ook extreem veel plezier; het is eigenlijk altijd één groot plezier, ook al wordt er (door zowel kinderen als begeleiding) wat te weinig geslapen.

Fotograferen is daarnaast eigenlijk ook altijd een grote hobby geweest. Zo vind ik het superleuk om met een goede set foto’s te komen na een wedstrijd, en extra leuk als atleten/ouders daar positief op reageren. Dat is misschien het meest egoïstische van het rijtje, maar goed, wie wordt er nou niet blij van een reeks complimentjes?

Welke leeftijdsgroep vind je het leukst om mee te werken en waarom? Oeps, hier heb ik het in de vorige vraag al een beetje over gehad. Maar goed; zelf geef ik nu training aan de A1-pupillen en de C-junioren en ik vind dit eigenlijk een superfijne balans. Ik kan niet echt zeggen dat ik de ene groep leuker vind dan de andere, maar ik vind de groepen jonger dan A1 wel iets minder leuk omdat het bij hen nog erg veel sport-en-spel is en wat minder techniek, iets waar 28 de A’tjes juist een goede leeftijd voor hebben om daar echt mee te beginnen. Ik vind het leuk dat je hen echt dingen aan kan leren en toch nog wat van dat spelelement er in kan houden en ik vind het bij de C-junioren leuk om aan details te sleutelen en wat meer samen met de atleten te werken. Er is, hoe ouder de atleten worden, naar mijn idee steeds meer een feedback- en samenwerk-element in het spel, en dat heeft gewoon ook iets heel waardevols.

Wat zou je als trainster de kinderen mee willen geven? Als trainster zou ik aan de kinderen mee willen geven dat het belangrijk is dat plezier en hard trainen hand in hand moeten blijven gaan en om te proberen daar de balans ook voor zichzelf in te houden. Trainingen worden leuk en licht wanneer de sfeer dat ook is, maar het is wel belangrijk om dat ene (of die twee) uurtjes in de week dat je dan komt trainen je ook echt wel een beetje de mindset hebt om te trainen. Ik hoop ook dat ze eraan denken dat het niet uitmaakt hoe “goed” je nou bent. Je bent er en je doet je best en dat vind ik al heel wat! Daarnaast, prestaties zijn ook niet alles, en hoe je presteert op je negende hoeft niks te zeggen over hoe je presteert op je negentiende. Ook wil ik nog meegeven dat ze er mogen zijn zoals ze zijn en om graag altijd zichzelf te zijn en niet bang zijn om daar voor uit te komen. Ik hoop dat ze voor zichzelf op durven te komen en open naar de wereld te kijken en op sportgebied blijven proberen en uitkijken dat ze zichzelf niet op laten slokken door een sport, maar ook om interesses en hobby’s er naast te houden.

Wat zijn jouw sterke eigenschappen (en wat je minder sterke)? Ik denk dat een van mijn sterkere eigenschappen is dat ik makkelijk en graag de leiding pak en heel snel door heb hoe dingen (goed) kunnen werken. Dit is misschien ook juist daardoor een wat mindere eigenschap, omdat ik dan ook echt graag die leiding en controle wil hebben en wil hebben dat dingen volgens mijn logica gebeuren. Ik houd graag het overzicht, maar vergeet daarbij soms wat overleg of communicatie en neem niet altijd iedereen mee totdat ik een eindproduct heb. Doordat ik graag het overzicht houd en de dingen duidelijk op een rijtje heb, begin ik vaak

wel op tijd met dingen als competitie-indelingen of kamp-plannen, waardoor het niet allemaal meer last-minute hoeft.

Wat is jouw grootste passie? Ik moet zeggen dat ik dit altijd een hele moeilijke vraag vind. Ik heb veel dingen die ik erg leuk vind en waar ik veel waarde aan hecht; de focus wisselt altijd een beetje.

Ik vind de atletiek erg leuk en vind het erg belangrijk dat jeugd zich goed kan ontwikkelen en het ook leuk vindt. Daarnaast vind ik sportfotografie geweldig. De lijn tussen ‘kunst’ en ‘journalistiek’ vind ik erg interessant en daar wil ik zelf dan ook mee gaan experimenteren.

Buiten de atletiek liggen mijn passies meer op creatief vlak: schrijven (ik droom er van ooit een boek uit te brengen of een film te schrijven/maken), tekenen en als deel van de LHBT+ gemeenschap vind ik het erg belangrijk dat iedereen vrij is te zijn wie ze zijn en dat er representatie is op ieder maar te bedenken vlak in media, film, literatuur, maar ook in sport. Ik weet niet of dat telt als ‘passie’, maar het is iets waar ik veel waarde aan hecht en voor opkom.

Heb je nog doelen als atlete? Doelen stellen heb ik altijd wel gedaan, maar ik merk ook dat het me vaak tegenzit en probeer het dan ook los te laten. Mijn 400m PR komt uit 2016 en ik zou die graag willen verbeteren, wat qua trainingen en verdere prestaties ook (makkelijk) zou moeten kunnen, maar ik denk dat dat idee, ook als ik het probeer te negeren, toch (te) veel achter in mijn hoofd spookt. Verder qua prestaties lijkt het mij heel gaaf om 1.65m te halen met hoogspringen. Dat nummer heb ik een aantal jaren niet gedaan omdat ik steeds last had van m’n knie als ik te veel sprong, maar ik heb nu een redelijke steady 1.55m en goede 1.60m pogingen. Maar eigenlijk is mijn grootste doel als atleet om heel te blijven en de plezier te houden. Het ideale zou voor mij zijn als ik zou kunnen trainen en wedstrijden zou doen zonder te veel over prestaties na te denken of mezelf te vergelijken met vorige versies van mezelf of anderen: dat is hét ultieme doel en ik denk ook de moeilijkste.

“Ik ben over vijf jaar blij, dat is waar ik mezelf zie.”

Welk nummer vind je het leukst om te doen? Als we incourante nummers mee tellen, dan vind ik de 300m eigenlijk het allerleukst. Je kan er voluit op weggaan, maar hij is net te kort om echt zoals op die 400m de verzuring in te gaan. Kijkende naar de courante nummers, dan zijn het de 400m, hoogspringen en de 200m. De 400m en hoogspringen zijn eigenlijk een beetje frustrerend. Op de 400m hik ik steeds tegen de tijden die ik wil, en zou moeten kunnen, lopen en als je ook maar ergens te snel of langzaam loopt, kom je ergens anders in de knel, en met hoogspringen eindigt je wedstrijd altijd toch ergens in een lichte teleurstelling omdat je nou eenmaal pas klaar bent als je een hoogte niet haalt. De 200m is gewoon lekker voluit lopen zonder eigenlijk verzuring tegen te komen, dus dat vind ik gewoon ‘leuk’, maar de andere onderdelen haal ik meer voldoening uit.

Op welk prestatie als atlete ben je het meest trots en waarom? Ik denk dat ik het meest trots ben op het feit dat ik nog steeds plezier heb in zowel trainingen als wedstrijden en ik ondanks een jaar in Engeland waar ik veel minder trainde en me, heel eerlijk gezegd, echt rot voelde, een 67’er op een 400m liep en een 47’ op de 300m, en dat die tijden ondertussen weer terug zijn naar rond de 60’ en naar de 42’. Ook ben ik stiekem heel erg trots dat ik nu 1.55m heb staan als PR met hoog. Dit omdat ik dat toen ik jonger was niet had durven geloven.

Waar zie je jezelf over vijf jaar? Vooraan bij een Halsey concert. Nee, grapje. Zou wel leuk zijn. Ik weet het niet. Is het stom om te zeggen dat ik hoop blij te zijn? Dan maakt het me verder namelijk niet uit. Ik ga nu het laatste jaar van mijn bachelor in en ik vind het al moeilijk om te bedenken wat ik dáárna zou willen. Ik weet wel dat ik door wil blijven gaan met training geven en zelf sporten en dat ik hoop dat ik over vijf jaar daar nog evenveel plezier uit haal. Ik zou het heel gaaf vinden om tegen die tijd professioneler bezig te zijn met atletiekfotografie, ik zou heel graag op NK’s als in-field fotograaf willen staan in plaats van voor de fun aan de zijkant. Buiten de atletiek om, want dat is natuurlijk ook niet alles, hoop ik tegen die tijd serieus bezig te zijn met een boek/ film/serie, geld te kunnen verdienen met schrijven of filmproductie. Ik hoop over vijf jaar op mezelf te wonen, al zou ik nu niet weten waar in de wereld, en een relatie te hebben. Maar goed, dat zijn allemaal dingen die ik hoop. Concreet weet ik het niet.

Na mijn middelbare school zei ik hierop vol zelfvertrouwen “met een gepubliceerd boek” en ondertussen ben ik met mijn droomstudie gestopt, studeer ik nu in een andere sector en heb nog niet eens de beginselen van een boek staan. Dus die plannen en dromen komen toch niet uit. Ik ben over vijf jaar blij, dat is waar ik mezelf zie.

This article is from: