6 minute read

Jacht op wilde dieren

Next Article
Seksrobots

Seksrobots

Een leeuwenkop boven de bank

Big Five Game, trophy hunting, trofeejacht, allemaal benamingen voor hetzelfde: de plezierjacht op wilde dieren door particulieren, met de bedoeling om met een fraaie trofee naar huis te kunnen gaan. Vele duizenden worden er voor neergeteld en er worden heel wat vachten, horens, slagtanden en zelfs hele koppen naar de andere kant van de aardbol verzonden als souvenir van een avontuurlijke vakantie. Wie zijn die trofeejagers, en is het verderfelijk of dienen ze een hoger doel?

Als je naar Paleis het Loo gaat zie je er zalen vol van. Geweien en dierenkoppen, die moeten getuigen van de schotvastheid van Prins Hendrik. Het behang is nauwelijks meer te zien. Ook Prins Bernard kon er wat van. Maar hij jaagde liever op groot wild in Afrika. Er zijn foto's waarop hij trots zijn trofeeën toont. Zoon Willem Alexander doodt vooral in Nederland en is een slechte schutter. Maar ook hij knalt graag een edelhert naar de eeuwige jachtvelden. En dat allemaal voor de trofee, als beloning voor de geslaagde jacht. Een onderdeel van het geschoten dier, als een mooie herinnering. Dat verzamelen van trofeeën doen de Oranje's vol overgave.

Buitenland

Maar niets koninklijks is ons vreemd. 90% van de 30.000 Nederlandse jagers reisde minstens eenmaal af naar een buitenlandse bestemming om op wilde dieren te jagen die men in Holland niet in het vizier krijgt. En als we naar de hele EU kijken, dan zijn dat 7 miljoen jagers. Amerikanen spannen de kroon. 60% van de Big Game Hunting (de jacht op leeuw, Afrikaanse olifant, buffel, rhino en luipaard) vindt plaats door Amerikanen. Meestal vindt die jacht plaats in Zuid-Afrika, Botswana, Tanzania en Zimbabwe. Maar het is niet volstrekt nodig om Amerika of Canada te verlaten. Ook daar is jacht mogelijk, maar dan weer op andere dieren, zoals elanden, ijsberen, grizzlyberen en grote katten. Ook in Azië kun je terecht (tijgers), in OostEuropa, voor edelherten en gemzen en in Kazachstan voor bijvoorbeeld woestijnkat en gans, maar ook de bedreigde roodkolgans, die men voor 3,50 mag neerschieten.

Door: Marian Henderson

Grote bedragen

Meestal worden er echter grote bedragen voor de jachtpartij neergeteld. Een ticket, een gids, de uitrusting en wapens, de kosten voor de vergunningen en de kosten van het vervoer van de trofee naar het thuisland. Trofeejacht is daarom vooral haalbaar voor welgestelde mensen, die rond de 50.000 dollar neertellen voor het schieten op een leeuw of olifant. Nemen ze genoegen met een wrattenzwijn, dan is 4000 dollar toereikend, en een baviaan kost amper 150 dollar. Het is niet alleen mogelijk op wilde dieren te jagen. Er worden ook dieren gefokt, speciaal voor de gewapende toerist. Leeuwen die door mensen zijn opgevoed en dus helemaal niet schuw zijn, die altijd in een kooi hebben gezeten en worden bijgevoerd. Ze worden in een omheind gebied losgelaten, desnoods met voedsel gelokt of met medicatie verdoofd. Alles om het schieten tot een eitje te maken. Het is overigens niet zo dat het kweken van leeuwen voorkomt dat er wilde leeuwen uit de kringloop verdwijnen. Ze worden meer en meer uit het wild weggevangen, om ermee te kunnen fokken.

Cecil de leeuw

De trofeeënjacht is legaal, in tegenstelling tot het stropen. Maar het is

niet handig om de vergunningen te laten verstrekken door dikwijls corrupte ambtenaren. Regeringen werken mee aan het geven van permissie voor de jacht op bedreigde dieren. Zo gaf Namibië toestemming aan een jager uit Dallas voor het doden van een zeer zeldzame zwarte neushoorn. Het bracht 350.000 dollar in het laatje. Veel oproer verwekte het neerschieten van de leeuw Cecil, door Walter Palmer, een tandarts uit Minnesota. De leeuw was een plaatselijke bekendheid, en bovendien uitgerust met een GPS halsband, omdat hij deelnam aan een onderzoek. De tandarts schoot het dier voor zo'n 50.000 dollar en

werd vervolgens bijna gelyncht, zowel in zijn woonplaats als op Facebook.

Selectieve jacht

Niet zo gek dat mensen ethische problemen hebben met trophy hunting, want de jagers die massaal naar Afrika komen, schieten puur om het

plezier van het doden. Ze gaan op zoek naar de mooiste leeuwenmanen, de grootste slagtanden en de allermooiste hoorns. Deze selectieve jacht heeft als gevolg dat er vooral grote mannetjes worden afgeschoten. En dat zijn nu juist de exemplaren die voor

een goed nageslacht kunnen zorgen. Er zijn nog maar zo'n 30.000 leeuwen over op het Afrikaanse continent en daarvan worden er jaarlijks 1000 afgeschoten. Een dode mannetjesleeuw laat dikwijls een nest welpen achter. Een andere man wil daar niets mee te maken hebben, hij wil dat het vrouwtje zijn genen vermenigvuldigt, dus weer zo snel mogelijk vruchtbaar wordt. Hij zal de welpen verjagen. Zo gaat een hele generatie leeuwen verloren.

Discussie

Hierna laaide de discussie rond trofeejacht in alle heftigheid op. Voorstanders ervan betogen dat het geld dat

door de jagers wordt neergeteld, ten goede komt aan de plaatselijke bevolking. Bovendien wordt het gebruikt voor natuurbescherming. Wildparken zouden zo in staat zijn om de beesten te beschermen, dus per saldo zou het veel meer dieren helpen overleven dan het levens kost van dat handjevol dat wordt afgeschoten. Ook zou de plaatselijke bevolking gemotiveerd dieren beschermen, omdat stroperij hen anders geld zou kosten. Zelfs het Wereld Natuur Fonds is overstag gegaan en bepleit dat deze legale vorm van hunting eigenlijk dierenwelzijn bevordert. De Nederlandse afgezante van WNF schrijft in het blad Panda: “Met mijn verstand weet ik dat bepaalde vormen van trofeeënjacht kunnen bijdragen aan natuurbehoud, maar gevoelsmatig blijf ik er grote moeite mee hebben.”

Avontuur

De tegenstanders van de trofeejacht hebben onderzocht in hoeverre de jacht inderdaad bijdraagt aan het verbeteren van de omstandigheden van de locale bevolking en aan het beschermen van de wilde dieren. Volgens Wild Travel (2013) leverde het nauwelijks iets op. En volgens onafhankelijk onderzoek van Economist at Large vloeide maar 3 tot 5% van de inkomsten terug naar de bevolking en natuurbehoud. In de praktijk verdienden de reisorganisaties eraan, dus vaak ook de organisatoren in het buitenland, de rijke landeigenaren en de corrupte ambtenaren. Veel jagers gaan puur voor het avontuur. Ze worden niet gehinderd door enige jachtervaring. Soms zal de gids zelfs voor hen de trekker overhalen, zodat ze toch met een slagtand of hoorn naar huis kunnen, maar vaak zullen ze ook mis schieten, met veel dierenleed tot gevolg.

Verbieden

Gelukkig zijn er steeds meer geluiden te horen van mensen die de jacht willen verbieden, of in elk geval de import van trofeeën. Ze willen daarentegen het toerisme bevorderen: liever een camera dan een geweer. Dat komt de bevolking wél ten goede, en er blijven dan genoeg dieren over om te zien, in plaats dat hun aantal nog verder afneemt. Australië heeft het importeren van jachttrofeeën verboden, omdat de 'sport' wreed en barbaars zou zijn. South African Airlines weigert de onderdelen van dode dieren mee te nemen en de EU heeft de wetgeving gewijzigd, zodat er uit landen waarin een diersoort bedreigd is, geen trofeeën meer geïmporteerd mogen worden. Daarom zijn souvenirs van

Afrikaanse leeuwen uit Benin, Burkina Faso en waarschijnlijk ook Kameroen, niet langer in Europa welkom.

Wie zélf zijn stem wil laten horen, kan op de site van het IFAW staatssecretaris Dijksma aanschrijven om de import van jachttrofeeën geheel te laten verbieden.

(www.ifaw.org)

This article is from: