
8 minute read
Sjamanen en cannabis
from High Life NL 15-10
by SoftSecrets
De sjamanenplant uit Shambhala
Door: Rudi Klijnstra
In de Westerse wereld is cannabis sinds 1930 gestigmatiseerd, maar tegenwoordig is het de meest besproken plant in de nieuwsmedia geworden. Langzamerhand wordt de medicinale werking erkend, terwijl de geneeskracht van cannabis al duizenden jaren geleden bekend is bij sjamanen. Deze genezers en zieners kennen een opmerkelijke legende over een verdwenen beschaving waar de cannabiszaden hun oorsprong zouden hebben. Een overlevering die tot op heden in Siberië en in omliggende landen is blijven bestaan.
Cannabis ‘Ruderalis’ kreeg in 1924 haar naam van de botanist Janischewski die onderzoek deed nabij de Volga rivier in Rusland. Deze cannabissoort groeit vooral in Midden en Zuid-Siberië, Altai, West-Mongolië, de noordelijke Himalaya’s en Noordwest China. Volgens Siberische sjamanen ligt de oorsprong van de cannabisplant in het Altai gebergte. Nomaden zouden de cannabiszaden later hebben verspreid hebben naar het verste uithoeken van het Euro-Aziatisch continent. Een van het invloedrijkste nomadenvolkeren in Siberië en Centraal Azië waren de Scythen (9e tot 4e eeuw v. Chr.). Zij hadden een sjamanistische levensvisie, waarbij de verering van de natuur, de boven- en onderwereld centraal stond.
Ziener
Een sjamaan (man) of sjamanka (vrouw) is een ‘ziener’, die contact heeft met, en kan reizen, naar de andere werelden. Hij of
zij onderhoudt het contact met de goden, de overledenen en de natuurwezens. De Griek Herodotus schreef als eerste (circa: 450 v. Chr.) over de Scythen. Hij vertelt over hun stoombaden met hennepzaden en hoe dit volk de hennep richting Europa bracht. Nadat de cannabiszaden overal waren verspreid, inclusief naar China en India (sadhu-cultuur), begonnen geïsoleerde volksstammen onafhankelijk planten voor verschillende doeleinden te gebruiken. De Scythen gebruikten de hennepplant als voedsel (zaden, zaadolie), linnen (kleding), touw en medicijn. Door de verspreiding van de zaden en de cultivering ontstond er een grote variëteit van cannabis planten.
Oudste soort
Cannabis ‘ruderalis’ wordt als de oudste soort beschouwd en groeit overal in het wild langs de migratiewegen in Siberië en Centraal Azië waar de inheemse volksgeneeskunst de plant o.a. gebruikt middels een thee voor het behandelen van bronchitis, slijmhoest, longtering
en depressie. Andere nog zichtbare resten van het Scythische nomadenvolk zijn: Baba’s, rechtopstaande menhirs, soms met mensengezichten, en Kurgan’s, cirkelvormige grafheuvels, waar in de Scythische vorsten werden begraven. Door permafrost zijn een paar ‘ijsmummies’ in de Siberische Altai intact gebleven. Op hun lichamen zijn prachtige tatoeages van (totem)dieren te zien.
Een Siberische sjamaan (foto uit 1904) met zijn trommel die hij gebruikt om in trance te geraken. Andere hulpmiddelen zijn o.a. rituelen, (boventoon)zang, spreuken, dans en het gebruik van paddestoelen en kruiden, waaronder cannabis
IJsmummie
In 1993 vond men in de Pazyryk vallei op de grens van Rusland met Mongolië en China in een grafheuvel een vrouwelijke ijsmummie, die de ‘Altai Prinses’ wordt genoemd. Zij was vermoedelijk 25 jaar toen ze in circa 500 v.Chr. stierf. De Rus-

sische psychiater Olga Kharitidi uit Novosibirsk schrijft in haar boek ‘Het Pad naar de Sjamaan’ dat de Altai Prinses een sjamanka was.
Door MRI scans van de mummie bleek dat zij vermoedelijk van haar paard was gevallen en daarnaast borstkanker had. Omdat deze Altai Prinses ondraaglijke pijn moet hebben gehad, gebruikte zij cannabis als medicijn. Als grafgift werd haar een schaal met cannabis mee gegeven voor de reis naar de andere wereld. In andere grafheuvels in Siberië, die zijn gedateerd op 3000 jaar v. Chr, vond men ook (soms verkoolde) cannabiszaden. In Nederland werd in 2012 op de Veluwe een prehistorisch graf ontdekt uit circa 2800 v. Chr. ,met op de bodem de pollen van geneeskrachtige bloemen: de koortsverlagende en reuma verlichtende moerasspirea en de pijnstillende cannabis). De nomadenvolken rondom het Altai gebergte, waaronder de Scythen, kenden de overlevering van ‘een verborgen land waar de tijd stil staat’. Dit onzichtbare rijk kan alleen door sjamanen of door een enkeling die zuiver van geest is worden bezocht. In de Siberische Altai heet dit mythische land ‘Belovodia’; de Bön-sjamanen van Tibet kenden het als ‘Olmo Lungring’ en de Tibetaanse Boeddhisten noemden het later ‘Shambhala’. Voor de één bevindt Shambhala zich in een verborgen vallei en voor de ander is het een verborgen domein in de geest. De Russische ontdekkingsreiziger en schilder Nicholas Roerich organiseerde tussen beide wereldoorlogen in expedities naar de Altai, Mongolië en de Himalaya en was daarbij op zoek naar het verdwenen Shambhala. Door zijn schilderijen en boeken die geïnspireerd zijn op dit legendarisch koninkrijk raakte Shambhala ook in de westerse wereld bekend.
Verdwenen beschaving
De Siberische cannabis ruderalis wordt door ethnobotanici en antropologen geassocieerd met deze verdwenen beschaving. Zij spraken met lokale sjamanen die menen dat de
zaden van de bewustzijnsverruimde plant afkomstig zijn uit dit voorheen aardse maar nu hemelse rijk. Voor de sjamanen is Shambhala geen sprookje maar een realiteit. Alleen via een trance-reis is Shambhala, dat zich in andere dimensies bevindt, nog bereikbaar. Zij beschouwen het als een soort van parallelle wereld waar lichtwezens verblijven die de aarde als mens zijn ontstegen. Vanuit die andere wereld helpen de meesters van licht de mensheid en fungeren zij als gidsen voor een sjamaan die zijn trancereis maakt. Volgens veel sjamanen, en ook de Dalai Lama, ligt in de Altai de plek waar het hemelse Shambhala aan de aarde is verankerd. Gespeculeerd wordt dat dit de heilige sjamanenberg Belucha moet zijn. In gesprekken met sjamanen in Siberië en in Nepal sprak ik over het gebruik van cannabis bij hun rol als genezer. Unaniem beschouwen zij “de ziel van de cannabisplant als een deva of dakini”: een vrouwelijk engelachtig wezen vol met goddelijke ongetemde sensuele (tantrische) energie en een helpster van Moeder Aarde. In Tibet wordt een dakini vaak dansend afgebeeld. In Nepal wordt de dansende Shiva als de personificatie gezien van de vrouwelijke seksuele energie die een sjamaan, soms dansend, in extase brengt. Deva’s worden ook in verband gebracht met andere, voor de meeste mensen onzichtbare wezens, zoals elfen, kabouters, elementalen en natuurgeesten
Bondgenoot
De deva van de cannabisplant is een ‘bondgenoot’, een hulpmiddel van een (leerling)sjamaan. Hij of zij leert om te gaan met de macht van de extase waardoor reizen naar de andere werelden voorbij tijd en ruimte plaats vinden. De kristallen op de toppen van de cannabisplant maken de reis naar de bovenwereld mogelijk. Spelen er emoties bij de genezer of de patiënt, dan belandt de sjamaan op zijn trancereis in de onderwereld waar een gevecht plaats vindt met de demonen. Som-
mige sjamanen blijven hun leven lang cannabis gebruiken om hun zielentaak als genezer uit te voeren; anderen hebben het als leermiddel sporadisch gebruikt om in trance te raken. Anderen sjamanen hebben nooit zelf de plant gebruikt, maar wel als een offer of als een medicijn voor hun patiënten.
Respect
Tijdens het verzamelen van kruiden in de natuur blijkt het respect van de sjamanen voor de plantenziel. Zij communiceren met de deva en vragen haar behulpzaam te zijn met het genezen van de patiënt. De cannabisplant wordt tijdens de bloei vaak niet eens geplukt, maar met

de handen van beneden naar boven gestreken. Hierdoor blijft de plant intact. Het olieachtige poeder wat aan de handen blijft kleven wordt
gedroogd. Tijdens de helingceremonie van een sjamaan kan dit poeder als thee (Nepal: ‘bhang’) worden gedronken; als wierook in een schaal worden verbrand of in een pijp worden gerookt. Hetzelfde wordt ook met de cannabiszaden van de plant gedaan, die al dan niet geplet worden tot kleine korrels. wilde plantensoorten die als eerste groeien op grond die is verstoord door natuurkrachten of menselijk ingrijpen zoals overspoelde of braak-
liggende landbouwgrond. In 1985 werden zaden van de cannabis ruderalis van Siberië naar Nederland gebracht, waar ze door zaadbanken worden gebruikt om nieuwe hybride autoflower (zelfbloeiende) soorten te ontwikkelen.
Stigma
Over het stigma: “Het taboe dat rust op cannabis en andere psychoactieve planten komt voort uit angst voor verandering. Cannabis wordt niet door een overheid verboden omdat men bang is voor het welzijn van de bevolking. De door hun gemanipuleerde informatie, opgelegde wetten en gedragsregels en de geconditioneerde maatschappelijke meningen worden door een vrij denkend mens doorbroken. De plant van Shambhala geeft de mogelijkheid tot een verruimd bewustzijn waarin men ziet dat alles wat men als waarheid kent een illusie is”.
Modern gebruik
Over het moderne gebruik als een drug: “Recreatief gebruik van cannabis kent niet de diepgang zoals wij
de plant ervaren. Sjamanen hebben een natuurlijke gave bij geboorterecht verkregen en een langdurige spiritueel proces moeten ondergaan die ons in staat stelt de andere werelden te betreden. Een recreant vangt soms kortstondig een kleine glimp op van die andere wereld, maar kan die niet bezoeken. Ethiek en respect is op zijn plaats wanneer men in de diepere lagen van de geest wil treden. Een zuivere geest, de afstemming op je hogere zelf en op de ziel van de plant is daarbij essentieel. Respecteer daarom de plant van Shambhala en haar deva. Vraag haar om de harmonie in jezelf te herstellen”.
(On)kruid
In Siberië groeit cannabis ruderalis overal als (on)kruid in dorpen, in de tuinen en in het wild. De plant bloeit vanzelf na enkele weken en is niet afhankelijk van de lichtcyclus van de seizoenen zoals andere cannabissoorten. De naam 'ruderalis' komt van 'ruderaal', een term voor gieën en aan kosmische stralingen. Ze groeit en bloeit in harmonie met het plantenrijk en haar omringende omgeving. Zo’n plant bevat pure deva-kracht en heeft een vele malen beter genezend vermogen dan de nieuw gekweekte soorten. Kun je geen wilde cannabis in de je woonomgeving vinden, dan is het beste alternatief deze zelf te kweken zonder het gebruik van kunstmest of giftige spuitstoffen”.
Visie van de sjamanen
Op mijn vraag wat sjamanen van de nieuw ontwikkelde cannabisrassen vinden die ook voor medicinale doeleinden worden gebruikt zijn hun antwoorden hetzelfde: “De originele cannabis (ruderalis) die groeit in de natuur is puurder dan de gekweekte hybride rassen. Een plant in de vrije natuur staat bloot aan aardse ener-