
4 minute read
Pleidooi voor thuiskwekers
from High Life NL 15-01
by SoftSecrets
Gezworen tegenstanders draaien bij


De auteurs hopen een uitweg te bieden aan de vastgelopen cannabisdiscussie
Door: Nicole Maalsté
Twee professoren die zich jarenlang tegen de cannabissector keerden, houden in hun nieuwste boek ‘De derde weg’ een vurig pleidooi voor thuistelers en Social Cannabis Clubs. Auteurs Cyrille Fijnaut en Brice De Ruyver hebben zich jarenlang fel verzet tegen de regulering van cannabis. Nu lijken ze enigszins te zijn bijgedraaid.

Ter opfrissing van mijn geheugen ben ik eerst even het archief in gedoken. Verschillende krantenartikelen uit 1996 verwijzen naar het beroemde eindrapport van de commissie-Van Traa, waaraan professor Fijnaut een bijdrage heeft geleverd. Daarin stelt hij dat coffeeshops een belangrijke positie innemen in het circuit van de georganiseerde misdaad. Het rapport was het startschot voor de toenmalige Amsterdamse burgemeester Patijn om coffeeshops in de hoofdstad flink aan te pakken. Uit het rapport van Fijnaut zou volgens Patijn blijken dat negentig procent van de 400 coffeeshops in de hoofdstad in handen was van als crimineel te boek staande figuren. Het aantal coffeeshops zou daarom drastisch moeten worden teruggebracht.
Rotte mispels
Het idee dat de coffeeshopsector grotendeels in handen is van de georganiseerde misdaad, heeft Fijnaut sindsdien nooit meer losgelaten. Daar waar hij de kans kreeg, verwerkte hij dit denkbeeld in onderzoeksrapporten en adviezen. In ‘De derde weg’ laten hij en De Ruyver er dan ook geen misverstand over bestaan. In de toekomst zoals zij die voor zich zien, is er geen plek meer voor coffeeshops. Letterlijk schrijven zij: “Het zou te ver gaan om te zeggen dat de hele sector zo rot is als een mispel. Het staat echter buiten kijf dat er vele rotte mispels in zitten [….] Daarom zien wij voor deze ondeugdelijke sector helemaal geen toekomst meer”. Uit het betoog blijkt dat hun afkeer van coffeeshops niet alleen is ingegeven door het idee dat deze in handen zijn van criminelen, maar dat dit vooral ook te maken heeft met hun afkeer van commercie. Het is volgens de heren onethisch om geld te verdienen aan roesmiddelen waarbij het risico op verslaving bestaat. Dat geldt in hun ogen niet alleen voor wiet, maar ook voor alcohol en tabak. Dat er zoveel mensen in de problemen komen met die mid-
delen, komt volgens hen omdat de overheid de verkoop ervan heeft overgelaten aan de commerciële markt. Die maakt niet alleen grote winsten over de ruggen van problematische sigarettenverslaafden en alcoholisten, maar het kost de samenleving ook veel geld aan zorg en opvang.
Volksgezondheid voorop
De volksgezondheid moet volgens hen het belangrijkste uitgangspunt zijn van de wijze waarop legalisering van cannabis in de toekomst vorm krijgt. Daarom kunnen de ontwikkelingen in Colorado en Washington State onmogelijk als voorbeeld dienen voor legalisering in Europa
en in Nederland. Het Amerikaanse model staat immers niet in het teken van volksgezondheid, waaronder zij terugdringing van vraag en aanbod verstaan, maar in het teken van economische belangen. Het programma ‘Voor een nog beter Nederland’ van VPRO-Tegenlicht, waarin Amerikaanse ondernemers in pak uitleggen hoe deze nieuwe business vorm krijgt, moet een doorn in het oog zijn van Fijnaut en De Ruyver. Wat er ook gebeurt, de commercie moet geen grip op de cannabissector krijgen, moeten ze hebben gedacht.
Tegelijkertijd is het besef tot hen doorgedrongen dat het gebruik van cannabis – hoe slecht deze gewoonte volgens hen ook is - niet volledig kan worden uitgeroeid. Dát is de belangrijkste reden waarom zij de volksgezondheid voorop willen stellen.

Regulering is geen oplosmiddel
Het is uiteraard goed nieuws dat de beide professoren, die altijd met een criminologische bril op naar blowers, telers en coffeeshops hebben gekeken, na al die jaren eindelijk inzien dat de volksgezondheid voorop moet staan in dit beleid. Dat is trouwens ook altijd het uitgangspunt geweest van het Nederlandse gedoogbeleid, dat navolging heeft gekregen in veel andere landen die inmiddels ook wel weten dat ‘the war on drugs’ bakken met geld kost en niet werkt. Beter laat dan nooit, zou ik bijna zeggen. Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog lang niet. Terecht stellen de auteurs in hun boek dat de plannen die voorstanders van legalisering hebben gelanceerd tot nu toe weinig concreet zijn en dat er vele verschillende manieren zijn om invulling te geven aan legalisering. Het Amerikaanse model wijkt immers sterk af van de voorbeelden in Canada en Uruguay. Met de derde weg proberen zij richting te geven aan de kant die het volgens hen in Nederland en daarmee in heel Europa zou moeten opgaan. Een ‘alleingang’ van Nederland is sowieso geen goed plan. Wat Nederland ook doet, dat kan alleen wanneer de andere Europese lidstaten ook mee doen. Daarnaast haasten de heren zich te zeggen dat regulering geen oplosmiddel is. Er zal altijd een illegale cannabismarkt blijven bestaan.
Drie mogelijkheden
Nu zijn we nu natuurlijk nieuwsgierig geworden naar die ‘derde weg’. Welnu, er zijn drie mogelijkheden waarop legalisering op een voor hen aanvaarbare manier concreet gestalte kan krijgen. De eerste manier is de thuisteelt voor persoonlijke consumptie.
Hierbij stellen de heren wel een aantal voorwaarden. Zo moet de overheid niet alleen bepalen hoeveel planten dat maximaal mogen zijn, maar ook welke soorten dat mo-