
3 minute read
VOC-mentaliteit bij CDA?
from High Life NL 13-07
by SoftSecrets
Het CDA en de VOC-mentaliteit
Het CDA is een boeiende politieke partij. Op het laatste partijcongres werden enkele resoluties ingediend door partijleden. Eén daarvan was een oproep aan de Tweede Kamerfractie om te proberen de reclame die vreemdgaan bevordert aan banden te leggen. Een andere resolutie riep op om de achterdeur van coffeeshops te reguleren. Die laatste resolutie werd jammer genoeg niet aangenomen. Maar het tekent mogelijk een kentering in de partij, die lang rücksichtslos anti-gedoogbeleid was.
Jan Peter Balkenende riep al jaren geleden dat Nederlanders hun VOC-mentaliteit moesten tonen. Eindelijk dus lijkt het zaad dat deze CDA-visionair met zijn weergaloos vernuftige ideeën binnen zijn partij heeft gezaaid, te ontkiemen.
Tijd voor de stelling: CDA leden die oproepen om de achterdeur van coffeeshops te reguleren, tonen een VOC-mentaliteit.
Jaro, coffeeshopmedewerker
Een VOC-mentaliteit houdt volgens mij voornamelijk in dat je naar den vreemde gaat om 'specerijen en kruiden' te halen, daarmee weer huiswaarts zeilt en het met winst verkoopt in eigen land. De achterdeur speelt daar slechts een te verwaarlozen rol in. Zo gesteld is de Marokkaanse hasjsmokkelaar nog het meest van VOC-mentaliteit te betichten. Blijven oefenen, CDA!
Suver Nuver
Eens met de stelling. Volgende stap voor deze CDA-leden in deze zware economische tijden is wellicht een lobby bij het koningshuis, voor kapersbrieven omwille van de oogsten in Marokko en Pakistan?
Martijn Huigen, Supply Chain Manager
In de meest positieve zin, ja en laten we die mentaliteit in tegenstelling tot vroeger op een maatschappelijk verantwoorde manier verwelkomen. Het afwijzen van deze resolutie lijkt in ieder geval niet maatschappelijk verantwoord en ook nog eens een gemiste bron van inkomsten in deze tijd van crisis.
Thea van Zeijl, onderzoeker
Het gedogen van coffeeshops is min of meer vanzelf ontstaan zonder dat er regie over werd gevoerd. Jarenlang zijn de zaken op hun beloop gelaten. Weinig politici wilden er hun vingers aan branden. Tegenwoordig is er veel mis in de cannabisbranche. De politie jaagt op grote en kleine wiettelers. Opgepakte telers belanden in zwaar weer. Anderen die niet gepakt worden, verdienen veel geld aan de wiet, omdat het een illegaal product is. Criminelen stelen partijen wiet van telers, die niet op steun van de politie hoeven te rekenen. Coffeeshops komen in problemen omdat ze teveel voorraad hebben en zaken moeten doen met mensen met wie ze dat liever niet willen. Blowers kunnen zonder het te weten bewerkte wiet roken, omdat er geen controle is op de werkwijze van telers en de samenstelling van de werkzame bestanddelen in wiet. Er is moed voor nodig om een systeem dat nooit goed is geregeld eindelijk eens goed te regelen. Belangrijk daarbij is het gegeven dat er altijd behoefte zal zijn aan wiet. Er zullen altijd blowers blijven bestaan; of je je wiet nu koopt bij de supermarkt om de hoek of in een donker steegje. Tot slot is er naast moed ook gezond verstand nodig om tot een stabiele situatie in cannabisland te komen.
Koen Peters, een tevreden roker
Ha ha, reclame die vreemdgaan bevordert aan banden leggen. Daar ben ik het voor de verandering eens helemaal mee eens. Als alle tevreden rokers nu eens lid worden van het CDA, dan komt het met dat vreemdgaan en die relaxte achterdeur vast ook nog wel eens goed.
DJ, personal coach
Specerijen, Thee, koffie. In de dagen van de VOC werd nooit naar de achterdeur gekeken. Nederland zag alleen het resultaat. Producten die ons leven aangenamer maakten en handel waar we onze welvaart uiteindelijk aan danken. De wiethandel heeft wel overeenkomsten met die VOC-tijd. Het lijkt erop dat de verf van de achterdeur is afgebladderd, tijd voor restauratie. Misschien moeten we er een mooie deur van maken die werkt en die transparant is, zodat iedereen weet waar hij aan toe is! Het nuttige en het aangename verenigen, echt VOC!!