7 minute read

Eredivisie Stoner Cinema

Next Article
Film: Grabbelton

Film: Grabbelton

Stoner Cinema

Harold & Kumar go to White Castle

Door: Job Joris Arnold

Blijkens de hoge notering (tiende plaats) in Highlife’s Blow Film Top 100, beleven de lezers van dit blad veel plezier aan de absurdistische avonturen van het melige duo Harold & Kumar. Niet helemaal onterecht, want wie op zoek is naar de betere diarree- en tietengrappen is bij deze ‘2 very stoned losers’ aan het goede adres. Sperma in je frietsaus, hahaha.

Over smaak valt niet te twisten (je hebt het of je hebt het niet), maar van humor is de lach een zeer betrouwbare graadmeter. En gelachen hebben we, bij het bekijken van deze kolderieke nonsens. Ook voor onverwachte, onlogische plotwendingen kun je bij het duo terecht. Harold en Kumar redden zich uit elke netelige situatie. Soms om nog dieper in de shit te belanden, maar uiteindelijk trekken ze telkens aan het langste eind.

Vreetkick

Liefhebbers van een goed verhaal kunnen deze avonturenkomedie beter links laten liggen. Zoals de titel (vrij vertaald: Harold en Kumar gaan naar de Febo) al doet vermoeden is dat bij deze lm aan de interdunne kant. Twee vrienden, Harold Lee and Kumar Patel, roken op vrijdagavond wiet en krijgen de munchies, een vreetkick. Na het zien van een televisiereclame voor fastfood-keten White Castle, moet en zal de honger gestild worden met de vierkante hamburgers waar die rma groot mee geworden is (zie kader).

Helaas blijkt de dichtstbijzijnde vestiging opgedoekt te zijn, en zo begint een verbeten speurtocht naar het volgende liaal. Het begin van een reeks onwaarschijnlijke ontmoetingen en gebeurtenissen. Ik noem de dollemansrit op de rug van een jachtluipaard, de geïmproviseerde ontsnapping uit de politiecel met diefstal van een kilo wiet onder de neus van de toekijkende agenten, en de geslaagde spoedoperatie van een man die op de eerste hulp wordt binnen gebracht met drie kogelwonden, die de heren tussendoor nog even redden.

Het is net als een tekenfilm. Je kijkt in de geruststellende wetenschap dat hoe diep de helden zich ook in de nesten werken, er altijd wel een duveltje uit een doosje springt om hun lot ten goede te keren. En hoewel spanning bepaald niet het belangrijkste ingrediënt van de Harold & Kumar-serie is (in november van dit jaar verschijnt het derde deel; A Very Harold & Kumar Christmas), zit je als kijker toch te hopen dat alles goed komt. Gewoon omdat het twee uiterst sympathieke, alledaagse jongens zijn. Die graag een blowtje roken.

Harold & Kumar go to White Castle

+ absurdistische, knap getimede humor + chemie tussen hoofdrolspelers John

Cho (Harold) en Kal Penn (Kumar) + de onbetaalbare scene waarin Kumar fantaseert over een romance met een enorme zak wiet, die hij zijn jawoord geeft, waarna het huwelijk eindigt in een sleur (compleet met ruzie over slappe koffie, bitch!)

- houterig acteerwerk - goedkope special effects - geen verhaal

Neil Patrick Harris

Een speciale vermelding is nodig voor de bijrol van voormalig kindster Neil Patrick Harris. Hij is wereldberoemd in Amerika als de ultrabrave Doogie Howser in de gelijknamige televisieserie. Hij speelt zichzelf, maar dan terwijl hij letterlijk en figuurlijk de weg kwijt is.

Waarom hij al trippend ergens in de rimboe langs de weg staat wordt, zoals wel meer in het verhaal, niet uitgelegd, maar Harold en Kumar geven hem een lift. Volgens de titelrol speelt hij trouwen Neil Patrick Harris en niet ‘himself’, zodat je niet denkt dat hij in het dagelijks leven ook een trippende verdwaalde stoner is ofzo. Als dank voor de lift steelt Neil Patrick de auto van Harold en Kumar, wanneer ze bij een tankstation de weg vragen. Aan het eind van de film zal hij het ongemak (“Sorry, ik liep te trippen gisteravond…”) compenseren door de rekening te betalen bij White Castle, en Harold 200 dollar te geven voor het gebruik van de achterbank, oftewel het verwijderen van de achtergelaten zaadvlekken. In de sequel van White Castle; Harold & Kumar, Escape from Guantamo Bay keert Harris weer terug. Ook in Guantanamo Bay is Harris trippend en hulpbehoevend. doorsnee. De een draagt een pak en een das en werkt op een groot bankkantoor, de ander is een keurige medisch student. Kortom, de vleesgeworden normalisering van cannabisgebruik.

Geen hersenloze stonerkomedie

De innemende hoofdrolspelers, hun kameraadschap en onderlinge chemie, vormen de centrale kracht van de lm. Het maakt dat je de van oorsprong Koreaanse John Cho (Harold) zijn soms houterige spel vergeeft, een gebrek waar wel meer acteurs in de lm mee kampen, en je schouders ophaalt bij de goedkope special effects. Het totale budget van deze lm bedroeg 9 miljoen dollar, geen vetpot in de Amerikaanse lmindustrie. En deze lm als absolute stoner cinema topper te kwali ceren zou het genre degraderen. Elke pretentie is van regisseur Danny (Dude, Where’s My Car?) sowieso teveel gevraagd. Maar in de categorie vermakelijke onzin scoort White Castle heel behoorlijk. Het is verstand op nul en lachen maar.

Toch is dit geen hersenloze stonerkomedie zonder enige inhoud. Qua boodschap is er best iets te halen. In weerwil van de aanbeveling ‘2 very stoned losers’ op de cover van de dvd, zijn Harold en Kumar niet de stereotype hippie-pippie-prutser-klungels waar dit soort lms doorgaans mee bevolkt is. Het zijn twee frisse jongens, tikkeltje nerdy en misschien wel iets braver nog dan

Antiracistische boodschap

Dat wordt tijd ook trouwens. In de Verenigde Staten heb je als kleurling een veel grotere kans om voor drugsbezit opgepakt te worden dan een blanke, die vervolgens ook minder vaak schuldig bevonden wordt en veroordeeld. Bovendien krijgen kleurlingen veel zwaardere straffen. De lm stipt deze problematiek aan wanneer Harold midden in de nacht wordt opgepakt wegens oversteken door rood licht, en in de cel belandt bij een neger. Die is door de politie in elkaar geslagen en gearresteerd omdat hij zwart is: een kleurling heeft in de naburige stad een winkel beroofd. In hetzelfde politiebureau wordt op dat moment de blanke wietdealer van de prestigieuze Princeton University door zijn moeder opgehaald. Hij komt weg met een waarschuwing en inbeslagname van zijn kilo wiet.

Het klinkt veel zwaarder dan het in de lm al grappend gebracht wordt, maar het verklaart wel waarom Harold & Kumar go to White Castle destijds verbazingwekkend enthousiast ontvangen is door de altijd politiek correcte recensenten in de Verenigde Staten. Die zijn nou eenmaal dol op de antiracistische boodschap. Never mind dat vrouwen en hamburgers in de lm over

een kam worden geschoren en beiden hun bestaansrecht uitsluitend lijken te ontlenen aan het bevredigen van de vleselijke lusten, racistisch zijn we tenminste niet. Zelfs het gebruik van de naam White Castle zou symbolisch zijn geweest voor de zoektocht van twee niet-blanken naar het beloofde land, blank Amerika. Maar Harold & Kumar zouden Harold & Kumar niet zijn als ze de draak niet zouden steken met de moraal van hun eigen verhaal.

Amerikaanse Droom

Aan het eind van de lm staat het tweetal, opgejaagd door de politie, aan de rand van een afgrond. In de diepte ligt White Castle. Kumar wil een duosprong wagen met een deltavlieger, maar Harold weigert zijn leven te riskeren voor een hamburger. Luister naar Kumar die Harold uitlegt dat hij de lm niet goed begrepen heeft: “Dacht je dat dit alleen om hamburgers gaat? Dit gaat om héél wat meer. Onze ouders kwamen naar dit land om armoede en honger te ontvluchten. Honger, Harold. Ze hadden enorme honger. Ze wilden in een land van gelijken wonen. Een land vol hamburgertenten. En niet van één type hamburger, ok? Honderden soorten, van verschillende grootte, met verschillende sauzen en verschillende garnituren. Dat land was Amerika. Amerika, Harold! Wij kunnen bereiken waar onze ouders naar streefden. Dit gaat over de zoektocht naar geluk. Deze nacht gaat over de Amerikaanse Droom!”

Hamburgers van White Castle

Het White Castle uit de titel verwijst naar een Amerikaanse fastfoodketen, die bekend staat om de kleine, vierkante hamburgers die er geserveerd worden. Kal Penn, die in de film Kumar speelt, eet ze trouwens niet echt op; hij is vegetariër. Ook het herkenbare uiterlijk van de ‘hamburger joints’; steevast witte, kasteelvormige bouwseltjes, draagt bij aan de roem van het merk.

White Castle werd opgericht in 1921 door Walter A. Anderson en Edgar Waldo “Billy” Ingram, in een tijd waarin men neerkeek op gehakt, dit vanwege de rijkdom aan bacteriën van het vlees. Anderson en Ingram veranderden dat imago met hypercleane interieurs en door de keuken in het zicht van de klant te plaatsen. Anderson ontwikkelde als eerste het hamburgerbroodje, White Castle groeide uit tot de eerste fastfoodketen ter wereld.

Als dank voor de gratis reclame die de film het concern gaf, besloot White Castle een verzameling Harold & Kumar-bekers uit te brengen. Uniek, want het was voor het eerst dat een R-rated (pas op, drugs!) komedie op fast food verpakking mocht adverteren. De weigering van de familie Ingram om franchise toe te staan of vreemd vermogen toe te laten heeft ervoor gezorgd dat de keten relatief klein is gebleven ten opzichte van concurrenten. White Castle heeft in de Verenigde Staten ongeveer 420 (!) vestigingen, McDonalds een slordige 13.000. Tot zover dit lesje Amerikaanse cultuurgeschiedenis.

This article is from: