7 minute read

Rob Tuinstra: come back kid

Next Article
Film: Grabbelton

Film: Grabbelton

Rob Tuinstra: hoofdredacteur vanaf 2000… Come back kid is rots in de branding

Tekst: Jan Sennema

Net als de eerste hoofdredacteur van Highlife is ook Rob Tuinstra een product van de School voor Journalistiek, al stond die van hem in Utrecht. Na zijn studie werkte hij een paar jaar voor onder andere Nieuwe Revu, totdat hij de wijde wereld in trok. Want reizen, niets was mooier dan dat. In thuisbasis Amsterdam belandde hij in de jaren tachtig in de kraakbeweging, waar hij zich onderscheidde als een begenadigd toppensneller van de spinaziewiet die krakers toen op hun daken kweekten.

Hij schreef jarenlang voor krakersbladen en had allerlei baantjes, zoals nachtreceptionist en etskoerier. Toch begon op een gegeven moment zijn journalistieke bloed weer te kriebelen. “Ik was net begonnen als etskoerier toen ik reageerde op een advertentie van Highlife, waarin nieuwe medewerkers werden gezocht. Joop Mestrom, de eerste

hoofdredacteur, was net ontslagen en de hele redactie was uit solidariteit opgestapt. Zijn opvolger Cliff Cremer vroeg me een artikel te schrijven, en zo ben ik er ingerold.”

Vanaf 1996 maakt Rob dus al deel uit van de Highlife redactie. Het was het begin van een lange vruchtbare samenwerking, met als bekroning zijn benoeming tot hoofdredacteur, de functie die Rob van 2000 tot op heden vervult. En daarmee is hij niet alleen de langst zittende hoofdredacteur, maar ook de rode draad die vanaf 1996 door Highlife loopt.

“De cannabisbranche zal creatief moeten reageren op al die vervelende plannen uit Den Haag.”

Avonturen

Maar die rode draad werd af en toe wel doorgeknipt. Want al na zijn eerste artikel werd hij meteen de laan uitgestuurd. Hoofdredacteur Cliff vond zijn tekst onvoldoende. Dat was even slikken. Pas veel later hoorde Rob van degene die zijn tekst had moeten corrigeren dat er uiteindelijk vrijwel niets aan het artikel was veranderd. Maar Tuinstra gaf niet zomaar op, al snel deed zich een kans voor om het onrecht recht te zetten. “Via mijn Braziliaanse vrouw, die toen overigens alweer mijn ex was, kreeg ik de mogelijkheid om de metalband Sepultura te interviewen. Vooruit dan maar, reageerde Cliff. Daarmee was ik weer in genade aangenomen. Vanaf dat moment ben ik als journalist voor Highlife blijven schrijven. Dat wil zeggen, tot het aantreden van Cliff zijn opvolger. Ik schreef voornamelijk

over de actualiteit en maakte reisreportages over de cannabissituatie in andere landen. Film en muziek heb ik altijd gevolgd. Maar eigenlijk kan ik over elk onderwerp wel een artikel maken. Ik heb een brede interesse.”

Vertrek en comeback

Begin 1999 stelde Cliff zijn positie als hoofdredacteur ter beschikking. “Cliff stopte omdat hij een boek wilde schrijven, en ook had hij z’n handen vol aan zijn werk in de pornobranche... In zijn laatste hoofdredactioneel schreef hij dat hij zich op een ander stiefkindje van de Nederlandse samenleving ging werpen: de porno-industrie.” Cliff werd opgevolgd door Bernt Gundersen. Die was rond die tijd net vertrokken als hoofdredacteur bij Essensie. Aangezien hij ‘transfervrij’ was, maar vooral ook vanwege zijn vele contacten in de cannabiseconomie, werd Gundersen de opvolger van Cliff.

Voor Rob leek de komst van de nieuwe man opnieuw het einde van zijn loopbaan bij Highlife in te luiden. “Cliff had alle gegevens van zijn medewerkers aan Bernt meegegeven, maar om de een of andere reden liet Bernt niets van zich horen, dus ik ging er van uit dat ik er weer uit lag. Geen probleem. Ik dacht gewoon, ik ga lekker weg en dan meld ik me wel weer. Ik maakte toen een lange reis door het zuiden van de Verenigde Staten. Van Los Angeles reisde ik via Las Vegas, Dallas en El Paso naar New Orleans, waar ik bijna een maand ben gebleven. Ik had van tevoren contacten gelegd met mensen die daar in de cannabiswereld actief waren, zoals bijvoorbeeld een advocaat. Die heb ik toen geïnterviewd. Het artikel dat ik daarover schreef betekende mijn tweede terugkeer bij Highlife. Toen werd ik dus weer een volwaardig redacteur van Highlife, alleen nu onder Bernt in plaats van onder Cliff. Wel was het een volslagen verrassing toen uitgever Boy Ramsahai mij begin 2000 belde met de vraag of ik hoofdredacteur van Highlife wilde worden. Ik voelde me enorm vereerd dat Cliff mij had voorgedragen.”

Geen vergaderingen

Een van zijn eerste beslissingen als hoofdredacteur was het afschaffen van redactievergaderingen. “Cliff huurde elke twee maanden een ruimte aan de Singel in Amsterdam, waar alle medewerkers met voorstellen voor artikelen kwamen, die vervolgens werden besproken, waarna Cliff besliste. Dat duurde naar mijn smaak allemaal veel te lang, en bovendien had ik sowieso al een hekel aan vergaderingen. Zonder redactievergaderingen werkte het ook prima, vooral door de komst van e-mail en internet.”

Buitenstaanders denken vaak dat je een hardcore blower moet zijn om bij een cannabisblad te werken. Maar doorlopend stoned de verantwoordelijkheden van een hoofdredacteur dragen, dat is niet makkelijk. Ook Rob gebruikt cannabis liever ter inspiratie dan als brandstof. “Ik ben een recreatieve blower. Als ik werk dan blow ik niet. Maar als ik vrij ben; lekker. In het kraakpand waar ik woonde kweekten we al wiet, al is dat misschien niet het goede woord voor de spina-

zie die dat in de jaren tachtig opleverde. Eén lange spriet met wat zijtakjes, veel meer stelde het nog niet voor toen. In september zat je dan een week lang samen wiet te knippen. De cannabisbranche stond toen nog in de kinderschoenen. Pas begin jaren negentig begon het wat professioneler te worden.”

Godfathers van de Nederwiet

In zijn tijd voor Nieuwe Revu had Rob begin jaren tachtig al eens een rondje gemaakt langs de godfathers van de Nederlandse wietwereld. Hij schreef onder andere over Kees Hoekert, de nederwietpionier en provo van het eerste uur. “En samen met Revu-fotograaf Johan Elings kwam ik bij Herbert Curiël, de regisseur van de Herman Brood lm Cha Cha. Achter zijn huis in Friesland had hij een groot veld met wietplanten, die toen net door de politie waren gerooid. Elings, die later ook nog voor Highlife en Soft Secrets zou gaan schrijven, had toen al veel contacten in de cannabiswereld. We kwamen via hem ook bij later beroemd geworden wiettuinen, zoals die van Robin aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. Daar heeft Wernard Bruining onlangs nog een artikel over geschreven.”

Groot gemis

Rob heeft de ontwikkeling van de cannabiscultuur, van de ‘ontdekking’ van sinsemilla tot de vergaande professionalisering van de branche, van nabij kunnen volgen. De verharding, de veranderende opvattingen, de mooie initiatieven die opbloeiden en weer vergingen. “Vooral het wegvallen van de Highlife Hennepbeurs vind ik een groot gemis. Als je kan spreken van een cannabisfamilie, dan was de beurs dé plek waar alle familieleden elkaar eens per jaar weer zagen. Uiteindelijk denk ik dat de beurs een beetje aan zijn eigen succes ten onder gegaan. Op een gegeven moment kwam er steeds meer politie controleren en er mocht ook steeds minder. Bij de eerste beurzen zag je knipkeizer Napoleon met echte wiettoppen zijn knipmachientjes demonstreren. Later werd dat een tak, en daarna moest hij zich maar met een andere plant behelpen. De vrijheid werd steeds verder afgeknepen en daarmee de sfeer. Het is natuurlijk schrijnend dat die beurzen nu wel in andere landen kunnen worden georganiseerd.”

Nieuwe kansen

Onder het huidige rechtse kabinet wordt de cannabiswereld steeds harder aangepakt. Toch is Rob niet al te pessimistisch over de toekomst. “De komende jaren zullen beslissend worden. Het VVD-duo Opstelten en Teeven heeft de cannabisplant met steun van het CDA en de PVV tot een grote bedreiging van de Nederlandse samenleving uitgeroepen. Waanzin natuurlijk. Ze creëren hun eigen monster. Er staat wetgeving aan te komen, die growshops wil verbieden en de cannabisteelt wil uitroeien. Toch geloof ik niet dat deze hardliners daarin zullen slagen. Cannabis is niet meer weg te denken uit de samenleving. Mensen blijven blowen. En terecht. Want laten we wel wezen, alcohol maakt meer kapot dan cannabis. Maar daar hoor je de beleidsmakers dan even niet over. Dan loopt zo’n Balkenende in een T-shirtje met de tekst Fuck drugs, met een blikje Heineken in zijn hand. Tenenkrommend. Toch zal de cannabiswereld rekening moeten houden met de onzalige ideeën van politici, zij bepalen immers hoe het in Nederland geregeld wordt. De cannabisbranche zal creatief moeten reageren op al die vervelende plannen uit Den Haag. Maar ik heb er vertrouwen in dat we daartoe ook in staat zijn. We doen immers al twintig jaar niks anders. Wel blijft het jammer dat politici vaak van die wereldvreemde ideeën hebben. Soms denk ik dat ze in een soort parallelle wereld leven. Ze bedenken daar in hun Haagse kaasstolp allerlei regeltjes, die de echte wereld totaal niet vooruit helpen. Politici hebben te weinig vertrouwen in de samenleving. De angst regeert; men verbiedt alleen maar. Maar constant alles verbieden werkt niet.”

This article is from: