
8 minute read
Microkweken in een computer
from High Life NL 11-05
by SoftSecrets
Microkweken met een paar plantjes
Bonsai’s in een PC
Door: Piet Groen
Wiet kweken in een computerkast doet denken aan volslagen idiote recordpogingen als het persen van zoveel mogelijk mensen in een telefooncel. Toch is er ook een andere insteek microsysteem voor kleinbehuisden met een beperkt budget en een matige rookgewoontes. Al levert zo’n PG (Personal Grow) maar 25 gram op, dan heb je toch al gauw aardig wat bespaard. De investeringen zijn er dan meteen al uit, want zelfs met de duurste verlichting is het lastig meer dan 75 euro uit te geven. Een decoupeerzaag en een boormachine zijn onontbeerlijk, net als vingervaardigheid en veel geduld. Het gepiel op de vierkante centimeter kan verrassend zenuwslopend zijn!
Een standaard bureau PC is eigenlijk te klein om tot plantenverblijf te verbouwen. Een Big Tower is een betere optie. Hoe groter hoe beter. Serverkasten zijn de grootste, maar ook duurder, en vallen eigenlijk in een andere categorie – veel te makkelijk! Via Marktplaats tikte ik voor 10 euro een oude Big Tower op de kop. Met z'n 60 x 45 x 22 cm bleek de Tower kleiner dan hij eruit zag. Vooral de 22 cm breedte lijkt wel krap voor het groen dat hierin zijn levensdagen gaat slijten. Aan de andere kant: veel breder worden Big Towers niet, en om stad en land af te stropen naar een maximaal 5 cm bredere kast is me teveel moeite. Dan maar groeien met de riemen die ik heb.
Voorbereiding
De vorige eigenaar had gelukkig de meeste 'ingewanden' al verwijderd. Toch moest er nog enig werk worden verzet om meer ruimte te scheppen. De lades voor de drives zaten er nog in, net als de power supply. In eerste instantie leek het handig die te laten zitten, maar bij nader inzien was het ding toch wel groot, reden genoeg om die ook weg te halen. Daarmee zijn ook de drie nog aanwezige ventilators onbruikbaar, want die draaien op 12V. Het aan/uit lampje
Het ophangsysteem voor de lamp: een stuk draadeind zit met vleugelmoeren en ringen klemvast in een al aanwezige gleuf. De ketting hangt met een s-haakje aan het draadeind. De lamp wordt eveneens met een s-haakje aan de ketting gehangen.


Proefdraaien met licht aan. Natuurlijk laten de luchtinlaten ook licht door. Als de PC op een riskante plek staat kunnen de gleuven natuurlijk met een inwendig susboxje lichtdicht worden gemaakt. Voor dit experiment is dat niet nodig.
krijgt evenmin voeding, al is daar met een batterij en een ledje misschien een mouw aan te passen.
De lades voor de drives zitten vast met klinknageltjes, die met een metaalboor makkelijk zijn uit te boren, waarna de overbodige delen eruit kunnen zonder de stevigheid van het frame aan te tasten. Tussen het frame en het gewelfde plastic front zit bijna vijf centimeter loze ruimte. Met de decoupeerzaag verwijder ik zoveel mogelijk van het nutteloze plaatwerk. Zo past de armatuur nét, zonder dat de buis de overkant van de kast raakt. Na een uurtje ploeteren en vloeken zitten mijn handen vol met gemene sneetjes van de vlijmscherpe metaalrandjes. Thank god for hennepzalf, die ervoor zorgt dat de pijn snel wegtrekt en ik zonder zwachtels verder kan. Voor het afsluiten van de nu vrijwel helemaal open achterkant dient een plaatje zwart plexiglas, met schroefjes vastgezet in het frame.
Flexibele verlichting
Handig, internet! Na enkele muisklikken op de website van een internetgrowshop arriveert twee dagen later de geselecteerde TNeon 2 x 36 W armatuur, met 2 bloeilampen en 1 groeilamp. Deze armatuur werkt ook met maar één buis, wat niet vanzelfsprekend is bij dit soort systemen. Handig als tijdens de eerste weken één groeilamp genoeg is, of als twee lampen teveel hitte produceren. De als kit geleverde Tneon is zelfs door klunzen als ik binnen 2 minuten in elkaar te zetten. Slim dat er behalve de stekkeraansluiting voor de eigen stroomvoorziening ook een is ingebouwd om de armatuur naar een tweede TNeon door te lussen. Door de zijkanten van de reflectorkap naar binnen te buigen en aan de smalle kant een dun stripje af te zagen past de lichtbak nét in de kast – achteraf blijkt dat de buis net zo lang is als de kap, dus daar schoot ik niets mee op.
Sunondeju!
In een elektronicawinkel kocht ik voor een tientje een Sunon SF23092A 220V ventilator van 8 x 8 cm. Het ding past niet op de schroefgaten van de oude ventilator, maar met het boren van vier nieuwe schroefgaten is ook dat snel geregeld. Wel hangt de afzuiger nu buiten in plaats van binnen de kast. Het is natuurlijk wel handig om te weten hoeveel lucht zo'n Sunon verplaatst. Bij computerventilators wordt de luchtverplaatsing in CFM opgegeven, wat staat voor Cubic Feet per Minute, oftewel Kubieke Voet per Minuut. Even het typenummer googlen, en daar zijn de gegevens: een CFM van 29/36. Dankzij internet is ook het omrekenen van kubieke voet naar kubieke meter een eitje.
1 kubieke voet = 0,028 m3. Bij de laagste draaisnelheid van CFM 29 wordt dat: 29 x 0,028 m3 = 0,812 m3 per minuut. Bij de hoogste draaisnelheid van CFM 36: 36 x 0,028 m3 = 1,008 m3 per minuut. Per uur komt dat neer op resp. 60 (minuten) x 0,812 m3 = 48,72 m3 en 60 x 1,008 m3 = 60,48 m3 per uur.

1 – Ingang voor de stroomvoorziening van de lamp, voorzien van rubber ringetje als trekontlasting. 2 – Deze handige thermometer kan zowel de buiten- als binnentemperatuur meten. De binnenmeter zit aan een (verstelbaar) draad die via het achterpaneel (bij 3) naar binnen loopt. Zo is de temperatuur vlakbij de planten ook met gesloten kast te meten.
1- Floppy en cd drive, maar niet heus 2 – Spiegelplaat/folie 3 – Witte acrylverf 4 – Opening afzuiger 54 liter, oftewel 0,054 m3. Op volle toeren verplaatst de Sunon de lucht in de kast 1120 maal (60,48 : 0,54) per uur, in de laagste stand 902 maal. Sunondeju! Dat is in verhouding meer dan in menig kingsize kweekhok. Een actieve luchttoevoer leek dan ook overdreven. Geur komt pas later aan de orde, dus het knutselen van een koolstoffilter wordt voorlopig uitgesteld.
Spiegelfolie
Volgens een test door diverse deskundigen zijn spiegelfolie en spiegelplaten de best re ecterende materialen. Bij een speciaalzaak in kunstbenodigdheden werd zowel zelfklevende spiegelfolie als spiegelplaat verkocht. Omdat de rol folie bijna op was, nam ik van beide een stuk. Na het vastplakken van het spiegelmateriaal en het witsausen van de lastige hoekjes breekt een spannend moment aan. Alle elektra is eigenlijk op de gok gekozen. Het is dus maar de vraag of het klimaat in de gesloten kast leefbaar blijft als de lampen en de afzuiger aanstaan. Na een paar uur draaien met beide lampen aan ligt de temperatuur 15 cm onder de buizen rond 24°C, bij 6-8 cm op ruim 26°C. Perfect dus.
Op naar de volgende fase: de pot of potten. Twee 20 x 20 x 23 cm (6,5 liter) potten passen perfect in de kast, al is er wat ruimteverlies door de tapse vorm. Drie potten van 15 x 15 x 20 cm (4,5 liter) passen na wat aandrukken echter ook. De beslissing wordt nog even uitgesteld, omdat de plantjes zo lang mogelijk in de kiempotjes blijven.
Iets wat eigenlijk al veel eerder had moeten gebeuren is het schatten van de hoogte die overblijft voor de plantjes. Bij een pot van 20 cm hoog blijft er 25 cm over voor de plant, waarbij 5 cm afstand tot de buizen is gerekend. Dat wordt vreselijk krap. Door de potten iets in te korten en een scrog-net te gebruiken zal het toch

moeten lukken. Verdomme, anderen hebben het toch ook ge ikt?
Zaaigoed
Een kennis gaf me wat Blueberry auto oweringzaden, helaas geen feminised. De voorgeweekte zaden worden in Root Riot stekblokjes gezaaid. Die gaan op hun beurt in een potje van 9 x 9 x 9,5 cm, gevuld met 50/50 (op pH 6 afgezuurde) Seramis kleikorrels/BioBizz All Mix. Seramis, niet te verwarren met de veel grotere hydrokorrels, zorgt voor een luchtige bodem, is goed vochtvasthoudend en herbruikbaar. Na drie dagen verschijnen de eerste kiempjes en verhuizen de plantjes naar hun woontoren. Van de zes zaden komen er vijf uit. Voor het eerste stadium is één 36 watt buis met groeilicht meer dan genoeg. Omdat het frame niet helemaal recht was uitgezaagd, kan de armatuur niet in de laagste stand worden gezet. Met wat piepschuim komen de potjes toch op de juiste hoogte. Bij ca. 6 cm afstand tussen plant en buis hoeft de (op een dimmer aangesloten) ventilator niet eens voluit te draaien om de temperatuur op planthoogte netjes rond 25°C te houden. Met het licht zo dicht mogelijk boven de plantjes blijft het strekken daarmee hopelijk tot een minimum beperkt.

Over het aantal lichturen zit ik te dubben. 18 uur licht in de groei zit er zo ingebakken dat de timer voor er over is nagedacht al op 18 uur staat. Niet dat het uitmaakt voor een auto ower, die wordt tenslotte niet door lichturen getriggerd. Nee, de vraag is of gelijk met 12 uur beginnen kleinere plantjes zou opleveren.
De spanning stijgt. Na acht dagen zijn twee van de vijf zaailingen duidelijk groter dan de andere. Deze haantjes de voorste zullen zoals gewoonlijk inderdaad wel weer haantjes blijken te zijn. Het wachten is op de beslissende voorbloei. En op de hopelijk topzware dwergen die ik in een van de volgende nummers kan laten zien!
Twee potten van19 x 19 x 23 cm passen perfect. Op de bodem een stuk plastic folie om lekwater op te vangen. Re ecterend materiaal zit alleen maar waar het zinvol is: 30 cm van de bodem en 10 cm van de bovenkant. De beschermende folie zit hier nog op de spiegelfolie.
