
3 minute read
Archief Well
Door Archief Well
Advertisement
Op 28 april 1959 had Well een primeur. Dankzij Mevrouw Beth NijsenWeijs, de strijdbare voorzitster van de Wellse Boerinnenbond, werd in Well de eerste Limburgse diepvriescentrale geopend en daarmee kon dit nieuwe welvaartssymbool aan zijn opmars beginnen. In die tijd hadden bedrijven in de levensmiddelenbranche al wel diepvrieskisten, maar voor particulieren waren ze nog praktisch niet te koop.
Het bestuur van de Boerinnenbond organiseerde medio jaren ‘50 een voorlichtingsavond in clublokaal Thomas Vink voor haar Wellse leden met als thema diepvriezen: een heel nieuw systeem om groenten, fruit en vlees te bewaren. Inmaken was toen gebruikelijk.

Diepvriezen bij een temperatuur van ca. – 20º Celsius zou het voordeel hebben dat alle producten ten allen tijden veilig verwerkt konden worden en vers bleven, waardoor ook de vitaminen behouden bleven. “Bovendien brengt deze manier van bewaren weinig risico van bederf mee en vraagt slechts een eenvoudige voorbewerking”, werd er verteld op de voorlichtingsavond. In één morgen zou het zelfs mogelijk zijn om een heel varken in te vriezen! Vlees van de slacht kon nu rauw en ongezouten ingepakt worden in “diepvries-cellofaan”, dat met een strijkijzer dichtgestreken werd, daarna verpakt in pakpapier of een netje en ingevroren. Fruit en groenten werden meestal ingevroren in plastic zakjes.
Zo had voorzitster Beth Nijsen vijftig Wellse huisvrouwen weten te overtuigen van het nut van een diepvrieskast. Het prettigste zou natuurlijk zijn als men een eigen diepvrieskist of kast aan huis zou krijgen, maar het grote bezwaar was dat dit apparaat vrij duur in aanschaf was en bovendien elk jaar een behoorlijk bedrag aan stroom vroeg. Een financieel gunstigere oplossing zou dus de centrale diepvrieskluis zijn. Het bezwaar echter, vonden sommige dames, de afstand naar de diepvriescentrale was wat groot. Maar dat bezwaar woog niet op tegen de enorme voordelen.
In de agrarische sector waren coöperaties gebruikelijk en dus verscheen er een diepvriessysteem dat door een coöperatieve vereniging geëxploiteerd kon worden. In Well werd de “Coöp Diepvriesvereniging ELDO” opgericht. Nadat het bestuur van de Wellse Boerenleenbank had besloten om het gebouw te financieren werd achter de Boerenbond aan de Kasteellaan door de Aannemers Combinatie Well een nieuw geschikt gebouw gezet. Piet Broekmans, die zaakvoerder was van de Boerenbond en bij het gebouw woonde, werd beheerder van de diepvrieskluis. In de ELDO stond een soort molen, die om een verticale as draaide. De gebruiker kreeg een eigen nummer dat ingetoetst moest worden en de molen draaide tot het betreffende vak bij de kluisdeur was. De huurder van de diepvrieslade kon dan de zware deur en het hangslotje openen, om de etenswaren in de lade op te bergen of eruit te halen. De lade had een inhoud van 110 liter. Men betaalde ca. FL. 28,- per jaar en huurde men er twee, dan was de prijs FL. 24,- per lade.
Niet alleen de boerenfamilies bleken het voordeel in te zien, maar ook de ondernemers en veel huishoudens maakten gebruik van de grote Wellse ijskast.
Piet Broekmans zorgde goed voor het gebouw en Maria, de echtgenote van Piet, zorgde ervoor dat het interieur er brandschoon bijlag. Het kwam voor dat Piet en Maria voor al dat werk in de vorm van een zakje inmaakvlees of fruit terugbetaald werden. Een keer ’s avonds kwam Piet in het gebouw en trof er een vrijend paartje aan. Tja, in die jaren moest je vindingrijk zijn om een plaats te vinden waar je ongestoord dacht te zijn. Maar Piet kon dat toch niet zo erg waarderen als goed katholiek. De blosjes kwamen nog lang op de wangen als het stelletje Piet ergens in het dorp tegenkwam.
Tot medio jaren ’70, bijna 20 jaar, heeft de ELDO bestaan en goed gedraaid. Toen werden diepvriezers en koelkasten voor thuisgebruik steeds goedkoper en dus algemener en dat luidde het einde van de ELDO in. De centrale werd overbodig. Ingehaald door de tijd zou je kunnen zeggen.
www.archiefwell.nl
