Topic
Nr. 3 • JAARGANG 5 • 2016
• Ponyclub Jeanne d’Arc
44
Jeanne d’Arc 70 jaar jong:
Paardrijden gaat nooit over Dat moet een oude vereniging zijn, de Landelijke Rijvereniging en Ponyclub Jeanne d’Arc uit Groesbeek! Ik zit aan tafel met drie generaties binnen de vereniging. Jan (84) en Hester (52) Dennissen en (klein)dochter Hella Wijnhoven (16) beslaan de geschiedenis van de oprichting op 16 mei 1946 tot aan nu. Conclusie van het gesprek: Jeanne d’ Arc is een bruisende vereniging, 70 jaar jong met een kleine 90 leden. Maar wat zijn de tijden veranderd! Jan(oud – voorzitter, -secretaris, -penningmeester en -instructeur): “Paardrijden is mij met de paplepel ingegoten. Ik kom van een boerderij aan de Cranenburgsestraat. Ik verzorgde het paard. Vlak na
de oorlog kregen we in het kader van het landbouwherstel een Canadees, een werkpaard uit Canada. Bij gebrek aan beter gebruikten we het ook als rijpaard. Spelenderwijs leerde ik paardrijden. Paarden
waren zeer schaars in die tijd, allemaal verongelukt in de oorlog”. Toch werd een rijvereniging opgericht. Jan: “We oefenden achter het verwoeste café van Fleuren, De Oude Molen. Of achter het politiebureau. De kazerne, noemden we dat in die tijd. Ik mocht van mijn ouders alleen toekijken. Ze vonden me nog te jong om zelf te rijden. Ik mocht bovendien niet naar de vergaderingen. Daar werd volgens mijn ouders te veel gepimpeld. Ik heb wel eens café – rekeningen uit die tijd gezien. Die waren hoog. We hadden toen twaalf leden. Ik ben de enige daarvan die nog in leven is”. Hester: “Mijn ouders reden allebei paard. Ik leerde spelenderwijs op pony’s rijden. En met de dieren omgaan”. Hella: “Opa heeft er verstand van, hoor. Van hem heb ik leren paardrijden. Ondersteund door de lessen op de manege”.