Concerttoelichting

do 3 april 2025 • 20.15 uur
vr 4 april 2025 • 20.15 uur
zo 6 april 2025 • 14.15 uur
do 3 april 2025 • 20.15 uur
vr 4 april 2025 • 20.15 uur
zo 6 april 2025 • 14.15 uur
dirigent Lahav Shani
viool Clara-Jumi Kang
Ludwig van Beethoven (1770–1827)
Symfonie nr. 2 in D, op.36 (1801–02)
• Adagio molto – Allegro con brio
• Larghetto
• Scherzo: Allegro
• Allegro molto pauze
Sergei Prokofjev (1891–1953)
Vioolconcert nr. 1 in D, op. 19 (1916–17)
• Andantino
• Scherzo: Vivacissimo
• Moderato – Allegro moderato
Wolfgang Amadeus Mozart (1756–1791)
Symfonie nr. 39 in Es, KV 543 (1788)
• Adagio – Allegro
• Andante con moto
• Menuetto (Allegretto) – Trio
• Allegro
Einde concert circa 22.15 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest:
Beethoven Symfonie nr. 2: okt 2012, dirigent Yannick Nézet-Séguin
Prokofjev Vioolconcert nr. 1: viool Kristóf Baráti, dirigent Lawrence Renes
Mozart: Symfonie nr. 39: apr 2019, dirigent Jan Willem de Vriend
Een uur voor aanvang van het concert geeft Patrick van Deurzen een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Tim Evans (Unsplash)
Ludwig van Beethoven omstreeks 1804. Portret door Joseph Willibrord
Ook grote componisten gebruiken voorbeelden om hun weg te vinden. Voor de jonge Ludwig van Beethoven was Wolfgang Amadeus Mozart zo’n held; een eeuw later putte Sergei Prokofjev inspiratie uit de muziek van Joseph Haydn.
Als wonderkind wordt Beethoven vergeleken met zijn grote voorganger. Zo schrijft zijn leraar Neefe: ‘Dit jonge genie verdient ondersteuning, zodat hij kan reizen. Hij zal zeker een tweede Mozart worden, als hij kan voortgaan zoals hij is begonnen.’ Zijn eerste concertreis heeft hij dan al gemaakt, naar Rotterdam, maar als hij zeventien jaar is, mag hij naar Wenen, waar Mozart woont. Of het daadwerkelijk tot een ontmoeting tussen de twee is gekomen, is niet zeker.
Vrijmetselaarssymboliek
Als Beethoven in Wenen aankomt, is Mozart net terug uit Praag. Hij heeft daar groot succes gehad met zijn opera Le nozze di Figaro en zijn Praagse symfonie, maar de Weners lijken inmiddels een beetje op hem uitgekeken. De belangstelling voor zijn concerten en zijn composities loopt terug, zodanig dat hij regelmatig geld leent en goedkopere woonruimte moet zoeken. De economische malaise door de oorlog met de Turken maakt zijn situatie nog ernstiger. Dat maakt het des te raadselachtiger dat Mozart een jaar later, in de zomer van 1788, binnen twee maanden drie
symfonieën schrijft zonder dat iemand hem daar opdracht voor heeft gegeven of betaald. Of en wanneer ze zijn uitgevoerd is zelfs niet zeker. Zeker is wel dat hij op deze manier met een hoogtepunt zijn symfonisch oeuvre afsluit.
Volgens sommigen moet het drietal werken als eenheid worden beschouwd en uitgevoerd, wat het bijzondere gewicht van de inleiding van de 39ste symfonie als begin van iets groots zou kunnen verklaren. Wie dat wil, kan in die inleiding ook verwijzingen horen naar de symboliek van de vrijmetselaars. Met de keuze van de toonsoorten volgt Mozart zijn vriend, voorbeeld en logebroeder Joseph Haydn. Die heeft een drietal symfonieën gecomponeerd voor de Parijse Loge Olympique, en ze in Wenen laten drukken. Het getal drie, een belangrijk symbool in de vrijmetselarij, is ook in Mozarts 39ste symfonie duidelijk aanwezig, onder meer in de plechtige opening met drie keer drie slagen, waarbij de baslijn steeds een trede hoger stapt. Voor financiële steun kan Mozart terecht bij logebroeders als textielhandelaar Michael Puchberg, aan wie hij die zomer talloze bedelbrieven schrijft, en prins Karl von Lichnowsky. En misschien is het de fantastische klarinettist Anton Stadler, goede vriend en lid van zijn loge, die getrakteerd wordt op de heerlijke Ländler-melodie in het derde deel. De finale met zijn speelse humor, joie de vivre en een voortdurend opduikend motief van zeven noten, tot en met de laatste maat, is helemaal in de stijl van Haydn.
Bizarre effecten
Mozart is nog geen jaar overleden als Beethoven andermaal naar Wenen vertrekt, nu definitief. Na aankomst meldt hij zich bij prins Lichnowsky, de logebroeder van Mozart, met een aanbevelingsbrief van graaf Waldstein, een vrijmetselaar uit Bonn: ‘Door onophoudelijke ijver ontvangt u Mozarts geest uit Haydns handen.’ De jonge Ludwig profiteert van de contacten van de prins en gaat inderdaad bij Haydn in de leer. Aanvankelijk componeert hij vooral kamermuziek voor hij zich in 1800 klaar voelt om een symfonie, in die tijd de toetssteen voor elke instrumentale componist, te presenteren. Met een eigen stijl treedt hij zelfbewust en met succes in de voetsporen van zijn voorbeelden Haydn en Mozart.
Meteen begint hij aan zijn Tweede symfonie, waarbij de dimensies groter en de tegenstellingen extremer uitvallen. Invloeden van Haydn zijn nog wel te herkennen in de langzame inleiding, met het schrikeffect van het eerste akkoord en de humor in de finale en Mozart, met de harmonische rijkdom en feestelijke grandeur van zijn Praagse symfonie, is ook niet ver weg. Toch moeten zijn tijdgenoten erg wennen aan de in hun oren bizarre effecten, zo anders dan in zijn Eerste, en de lange coda’s in de hoekdelen. De eerste stappen op weg naar de baanbrekende Eroïcasymfonie zijn gezet.
Lyrische virtuositeit
Voor Beethoven was het rond 1800 heel logisch om voort te borduren op de symfonieën van Haydn en Mozart. Maar dat ook Sergei Prokofjev een eeuw later een tijdje in de ban van Haydn is, is best opmerkelijk te noemen. Prokofjevs fascinatie voor de klassieken is het duidelijkst te horen in zijn Eerste symfonie uit 1917. Maar ook in het Eerste vioolconcert, waar hij gelijktijdig aan werkt, klinkt iets van zijn hang naar het verleden door. Zo schrijft
Prokofjev dit werk in D-groot, de typische viooltoonsoort, die eerder ook door Mozart, Beethoven, Brahms en Tsjaikovsky voor hun vioolconcerten gekozen was, omdat het stralend koloriet van het instrument daarin goed tot zijn recht komt. Het levert een vooral lyrisch maar ook virtuoos concerto op, waarbij Prokofjev zich voor de viooltechnische aspecten laat adviseren door zijn vriend Paul Kochansky.
Beethovens tijdgenoten moeten erg wennen aan de in hun oren bizarre effecten
Als de revolutie dat niet verhinderd had, zou Kochansky ook zeker de première hebben gespeeld. Die vindt nu pas plaats in 1923, een paar jaar nadat Prokofjev met de partituur in zijn bagage zijn vaderland heeft verlaten. Plaats van handeling is Parijs, waar hij zich dan net gesetteld heeft. Het progressieve publiek vindt het stuk te ouderwets en vergelijkt het zelfs met Mendelssohn. Maar violist Joseph Szigeti, ook in de zaal, raakt geïntrigeerd door het originele werk en zal het de jaren daarna overal in Europa met veel succes uitvoeren. De kwaliteiten van Prokofjevs Eerste vioolconcert overtuigen zo behalve talloze luisteraars ook collega-componisten. William Walton gebruikt de partituur in 1929 als model voor zijn Altvioolconcert, Benjamin Britten laat zich er een tiental jaren later eveneens door inspireren bij het componeren van zijn Vioolconcert. Elke componist heeft voorbeelden nodig.
Eelco Beinema
Geboren: Tel Aviv, Israël
Huidige positie: chef-dirigent Rotterdams
Philharmonisch Orkest; music director Israel Philharmonic Orchestra; toekomstig chefdirigent Münchner Philharmoniker (vanaf 2026)
Eerder: vaste gastdirigent Wiener
Symphoniker
Studie: Piano aan de Buchmann-Mehta School of Music Tel Aviv; piano en directie aan de Hochschule für Musik ‘Hanns
Eisler’ Berlijn; mentor: Daniel Barenboim
Doorbraak: 2013: eerste prijs van het Gustav Mahler Dirigentenconcours in Bamberg
Daarna: gastdirecties Wiener Philharmoniker, Berliner Philharmoniker, Gewandhaus Orchester, Münchner Philharmoniker, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, London Symphony Orchestra, Boston Symphony Orchestra, Chicago Symphony Orchestra, Philadelphia Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2016
Geboren: Mannheim, Duitsland
Studie: eerste vioollessen op driejarige leeftijd, Musikhochschule Mannheim bij Valerie Gradov; Musikhochschule Lübeck bij Zakhar Bron; Juilliard School bij Dorothy DeLay; Korean National University of Arts bij
Nam-Yun Kim; Musikhochschule München bij
Christoph Poppen
Doorbraak: op 5-jarige leeftijd, als solist bij de Symphoniker Hamburg
Prijzen: Seoul Music Competition (2009); Sendai Violin Competition (2010), Violin Competition of Indianapolis (2010)
Daarna: Kremerata Baltica, Mariinsky Orchestra, Orchestre de la Suisse
Romande, Moscow Philharmonic Orchestra, symfonieorkesten van New Jersey, Indianapolis, Santa Fe, Stockholm, Tokyo Philharmonic Orchestra, filharmonische orkesten van Osaka, Nagoya, Sendai, Seoel
Philharmoniker, Philadelphia Orchestra
Instrument: ‘Thunis’ -Stradivarius uit 1702
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2017
zo 13 april 2025 • 13.15 en 15.15 uur
dirigent Olha Dondyk
acteurs Pepijn Gunneweg en Bas Fortgens
Prokofjev Peter en de wolf
do 17 april 2025 • 19.30 uur
vr 18 april 2025 • 19.30 uur
za 19 april 2025 • 19.30 uur
dirigent Jonathan Cohen
sopraan Lore Binon
countertenor Hugh Cutting tenor (evangelist) Stuart Jackson tenor (aria’s) Peter Gijsbertsen
bas (Christus) Neal Davies bas (aria’s) Roderick Williams koor Laurens Collegium
Bach Matthäus-Passion
vr 2 april 2025 • 20.15 uur zo 4 april 2025 • 14.15 uur dirigent Andrés Orozco-Estrada
piano Fazıl Say
Mendelssohn Ouverture Een
Midzomernachtsdroom
Mozart Pianoconcert nr. 21
Metselaar Herinnering (wereldpremière)
Mendelssohn Vijfde symfonie ‘Reformatie’
wo 14 mei 2025 • 20.00 uur
Laurenskerk Rotterdam
dirigent Lahav Shani
sopraan Christiane Karg bariton Thomas Oliemans koor Nederland Kamerkoor
Shalygin Canto Inferno (wereldpremière)
Fauré Requiem
Hebt u een momentje? U helpt ons door een Google review achter te laten. Het kost u één minuut: scan de onderstaande QR-code en laat weten wat u van ons orkest vindt. Dank u wel!
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Tjeerd Top, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Killian White
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Harp
Albane Baron