EDITIE 11























QISSA is dé plek waar verhalenvertellers, literaire geesten, scenaristen, podiumbeesten en theatermakers alle ruimte krijgen om hun talent verder te ontwikkelen en oude en nieuwe verhalen tot leven te wekken.
We bieden makers handvatten om hun idee vleugels te geven en zorgen dat ze toegang krijgen tot de juiste mensen en kennis: van conceptontwikkeling tot het uitgeefproces en alles ertussenin. QISSA vormt niet alleen een springplank naar een debuut of een volgende artistieke stap, maar is ook een community van makers die het verhalenlandschap kleur geven en inclusiever maken.
Onderlinge verschillen en multiculturele veelzijdigheid van aanstormend schrijverstalent vieren: dat is waar het met onze ‘kinderverhalen’ om draait.
Door middel van masterclasses en persoonlijke begeleiding door gevestigde makers uit de kinderliteratuur krijgen beginnende schrijvers de kans hun verhalen naar een volgend niveau te tillen.
Binnen dit programma krijgen zoveel mogelijk makers en perspectieven een plek, daarmee streven we naar een gekleurder kinderboekenlandschap. Een waarin inclusiviteit een gegeven is en geen troef. Met verhalen waarin alle kinderen van Nederland zich kunnen herkennen.
Magische verhalen als De Boebalas van Nancy Bosmans, Kapitein Mo & Co van Mo Hersi en Confetti vriendschap van Souad Hatrouf vonden eerder een uitgever. Hiermee treden ze in de voetsporen van Michael Middelkoops bestseller Idje wil niet naar de kapper, een aandoenlijk en persoonlijk verhaal dat voortkwam uit dit talententraject.
Verder kijken we dit jaar uit naar onze debuterende Kinderverhalenalumni Pris Roos met PRIS/De Toko van mijn ouders, Rigoberta Mejia Sian met En daarom heet ik zo, Maryam Reddoub met Plons! en Tieka Masfar met Louie Paraplouie.
En één ding is zeker: goede ideeën hebben vaak maar weinig nodig om te gaan vliegen. Iets wat onze nieuwste lichting debutanten opnieuw bewijst. Hanaâ Benjeddi, Cheryl Asruf, Leïla de Jager, Alia Azzouzi en Saadia Benaya werkten de afgelopen maanden – samen met hun coaches, onder wie Mylo Freeman, Henna Goudzand Nahar, Loes Riphagen, Anna van Praag, Joan Windzak en Ruth Bergmans – aan hun eigen, unieke stemmen en verhalen. Stemmen en verhalen waarvan we hopen dat jullie die net zo bijzonder vinden als wij.
Geschreven door Hanaâ Benjeddi met illustraties van Narjes Mohammadi
Hanaâ Benjeddi is kinderarts in het Emma Kinderziekenhuis in Amsterdam.
Als mama van twee jonge kinderen heeft ze een grote passie voor kinderboeken.
Een andere passie van Hanaâ is de zorg voor vluchtelingenkinderen wereldwijd. Als kinderarts werkte Hanaâ in Europa’s grootste vluchtelingenkamp in Griekenland, waar ze geraakt werd door de verhalen van deze kinderen. Deze inspireerden haar om dit verhaal te schrijven. Dit boek is een eerbetoon aan alle kinderen van de wereld die moeten vluchten, en op zoek zijn naar een warm en fijn thuis.
Soms ligt iets wat je zoekt dichterbij dan je denkt. Noah zit in zijn tent en telt zijn stenen. Hij zoekt zijn lievelingssteen en komt tot de ontdekking dat deze kwijt is. Hij kruipt door de achterkant van zijn tent naar een andere wereld. Daar ontmoet hij de mammoet, de duiven en het gekke paard. “Heb jij misschien mijn steen gezien?” vraagt hij aan elk van zijn dierenvrienden. Allemaal helpen ze hem verder in zijn zoektocht, waarna hij ontdekt dat de steen op een onverwachtse plek ligt..
Geschreven door Saadia Benaya met illustraties van Rhaida El Touny
Saadia Benaya (1993) kreeg in 2021 de diagnose endometriose, een ervaring die haar liet beseffen hoe weinig ze wist over menstruatie en hoe groot het taboe rondom dit onderwerp nog altijd is. Deze confrontatie inspireerde haar tot het schrijven van De Cyclus, een fantasierijk en toegankelijk verhaal waarin menstruatie centraal staat.
Met beeldrijke taal en avontuurlijke metaforen nodigt ze jonge lezers uit om het onderwerp op een speelse manier te ontdekken. Zonder belerend te zijn, maakt het boek menstruatie bespreekbaar voor zowel jong als oud. Saadia hoopt hiermee de deur te openen naar meer openheid en begrip voor deze ‘rollercoaster’ die velen meemaken, maar waar weinig over wordt gedeeld. Naast haar werk als schrijver is Saadia contentmanager in een ziekenhuis, waar ze zich richt op het toegankelijk maken van medische informatie voor patiënten, met speciale aandacht voor laaggeletterdheid en begrijpelijkheid op B1-niveau. Daarnaast brengt ze de verhalen uit het ziekenhuis tot leven via storytelling. Saadia streeft naar helderheid in communicatie en gebruikt haar passie voor verhalen om mensen te verbinden.
In De Cyclus staan Leïla en haar vriendinnen op het punt om een belangrijke mijlpaal in hun leven te bereiken: hun eerste rit in de mysterieuze achtbaan die bekendstaat als De Cyclus. Voor Leïla is dit niet zomaar een rit; het is het moment waar ze al haar hele leven over heeft gehoord, een ‘rollercoaster’ waar niemand precies over praat, maar die iedereen beleeft.
Samen met haar vriendinnen Jana, Alia, Hanaa en Cheryl staat ze in de lange rij. De spanning is bijna ondraaglijk, en het idee van wat komen gaat, maakt haar tegelijk nieuwsgierig en zenuwachtig. Maar als ze eenmaal in de achtbaan stapt, blijkt deze rit veel meer dan een simpel avontuur. De Cyclus daagt hen uit, stelt hen op de proef en laat hen onverwachte kanten van zichzelf ontdekken.
Na afloop voelt niets meer hetzelfde. Hun gevoelens zijn intenser, hun dromen levendiger en hun vriendschap complexer dan ooit. Was dit echt een achtbaanrit, of iets veel groters? De Cyclus is een avontuurlijk en ontroerend verhaal over verandering, kracht en het ontdekken van jezelf in een wereld vol verwachtingen.
Het eerste wat Leïla hoort als ze het attractiepark binnenloopt, is het oorverdovende gegil van mensen die over rails schieten. In de verte torent De Cyclus boven alles uit, een wirwar van staal en lichten. Het lijkt bijna te wankelen, alsof het elk moment in elkaar kan storten. Toch kan ze haar ogen niet afhouden van de metershoge achtbaan.
“Het is nog groter dan ik dacht,” fluistert Hanaa. Haar vingers trillen terwijl ze aan de band van haar tas friemelt.
“Stel je niet aan,” zegt Jana en trekt haar ponytail strak.
“Dit wordt legendarisch. Hier hebben we toch jaren op gewacht?”
Leïla knikt, maar er knaagt iets. Iedereen zegt dat De Cyclus ‘levensveranderend’ is, maar niemand vertelt waarom. Ze ademt de lucht in—een mengeling van suikerwafels, olie en iets metaalachtigs.
Het zou feestelijk moeten ruiken, maar haar maag draait ervan om.
“Wat nou als ik moet overgeven?” piept Hanaa. Haar ogen flitsen van de achtbaan naar Cheryl.
“Dan hopen we dat je niet voor mij zit,” grapt Cheryl, maar haar stem klinkt niet zo zeker als anders. Zelfs Cheryl, de coolste van de groep, lijkt zenuwachtig.
Bij de ingang flitsen de woorden
“De Cyclus ” in felle neonletters. Leïla staart naar het bord. Dit is het moment waar ze altijd van heeft gedroomd. Maar waarom voelt ze alsof ze beter om kan draaien?
Een medewerker controleert hun tickets.
“Veel plezier,” zegt hij. Zijn glimlach is vriendelijk, maar in zijn blik ligt iets ondeugends.
Of verbeeldt ze zich dat?
De wachtrij is een chaos van stemmen en bewegingen. Mensen schuifelen nerveus heen en weer, alsof ze niet stil kunnen staan. Jana loopt voorop en kijkt achterom. “Kom op, wat duurt dit lang!”
Leïla probeert diep in en uit te ademen, maar het helpt niet.
De lucht is zwaar van metaal en zoetigheid. Elk keer als de karretjes voorbij razen, trillen de grond en haar knieën. Een meisje verderop houdt haar oren dicht; iemand anders probeert nerveus te lachen.
“Wat denk je dat er gebeurt?” fluistert Cheryl. Haar ogen glijden over de achtbaan.
“Ik weet het niet,” zegt Alia. Haar stem is dun, bijna afwezig.
“Dat is toch het punt? Niemand weet het.”
Leïla klemt haar vingers om het koude hek. De eerste bocht van de baan is steil en donker. Ze ziet gezichten in de karretjes, strak van spanning, alsof de achtbaan hen opslokt. Als ze weer bovenkomen, lachen ze, maar het klinkt vreemd. Niet gewoon blij. Iets anders.
“Onze beurt,” roept Jana. Ze grijpt Leïla’s arm en trekt haar mee naar voren. De medewerker klikt de poort open.
Leïla stapt in, haar hart bonzend in haar borst. De beugel klikt vast, koud tegen haar buik. Ze sluit haar ogen. Dit is het.
En dan zet de achtbaan zich schokkend in beweging.
Leïla groeide op in ‘t Zeeuwse Vlissingen. Daar waar het spoor letterlijk stopt en ze zich als kind zo stierlijk verveelde dat ze al op jonge leeftijd haar toevlucht zocht in boeken. Zo zorgde ze er, gewapend met haar biebpasje, eigenhandig voor dat een hele generatie Zeeuwse kinderen pas op latere leeftijd kennismaakte met de werken van Annie M.G. Schmidt en Roald Dahl. Die boeken zwierven immers altijd rond in háár universum. Het waren die jaren waarin haar voorliefde voor magisch-realistische verhalen ontstond.
Geschreven door Leïla de Jager met illustraties van Roozebos ieniemini omweg van 10+ jaar in nicatie en bijbehorende loopbaan) meters maken, meer magie vinden én het moment nog even
Senna wil nog niet naar bed. Ze ziet hoe haar kat Sultan het raam uit glipt, de avond in. Dat wil zij ook! Samen met papa gaat Senna op verkenning door nachtelijk Rotterdam. Wat gebeurt daar allemaal voor spannends en leuks in het donker?
Sterrenstof in het alledaagse vinden, dat is nog de kortste samenvatting. Als vierdejaars student aan de Schrijversvakschool (na een ieniemini omweg van 10+ jaar in de vorm van een studie communicatie en bijbehorende loopbaan) en na een aantal schrijfprojecten voor kinderen is haar drang naar meer aangewakkerd. Meer verhalen, meer meters maken, meer magie vinden én vooral vermenigvuldigen.
Nooit meer naar bed is een groot zoekboek over de magie van de duisternis. Een ontdekkingstocht door het donker en alles wat de stad in de nacht biedt. Het opent een wereld voor de allerkleinsten die anders niet bestaat omdat ze zelf allang in dromenland zijn.
Dankzij de grote zoekplaten is Nooit meer naar bed hét prentenboek voor kleine én grote mensen die het bedtijdmoment nog even willen uitstellen.
Geschreven door Cheryl Asruf met illustraties van Merel Barends
Cheryl Asruf is actrice, scenarist en filmmaker. Na haar opleiding aan de Mimeschool, AHK speelde ze oa in Shouf Shouf Habibi en Dit is geen Kerstfilm, die 3 Gouden Kalveren won. Tevens schreef zij mee aan de succesvolle kinderserie Tentje Plof met Tijs van Marle. Haar korte documentaire over Charlie Koolhaas en feminisme werd voor diverse short festivals en prijzen geselecteerd.
Cheryl is een hoogbegaafde Hindoestaans-Surinaamse vrouw die zich graag inzet voor inclusievere media. Zij is een visuele maker met een grote verbeelding. Haar werk kenmerkt zich door excentrieke personages die in een unieke arena de confrontatie met het leven op authentieke manier aangaan. Ze schuwt de heilige huisjes niet.
De vierjarige Botje woont met haar opa, oma, overgrootmoeder, zus en een heleboel ooms en tantes in een rijtjeshuis ergens in Nederland. Wanneer ze op een ochtend aan het spelen zijn,
raakt Pernani (overgrootmoeder) plotseling kwijt. Botje besluit haar op eigen houtje te zoeken in het dorp. Dat ziet er toch wel anders uit, zo alleen! Terwijl Botje zich in haar (fantasie)wereld verliest, duikt Pernani op grappige wijze in de platen op. Wanneer de straatlantaarns aangaan, verlangt Botje plots toch erg naar huis. Dan herinnert ze zich dat Pernani ook altijd naar huis wil, haar huis in Suriname en dat ze dat soms zoekt, maar ook altijd terugkomt. De buren brengen haar wel terug naar dat huis waar het zo lekker ruikt.
Kwijt geeft op een ontroerende en grappige manier een kijkje in de traditionele Hindoestaanse manier van samenleven met meerdere generaties in een huis.
Ondanks de 400.000 Surinaamse, meer dan 1,5 miljoen Britse en de ontelbare Amerikaanse, Caraïbische en West-Indische Hindoestanen, zijn er geen kinderboekjes met Hindoestaanse kinderen in de hoofdrol. Ik weet uit ervaring dat we staan te springen om dit kinderboek (dat ook ontzettend leuk is voor niet- Hindoestanen).
Geschreven door Alia Azzouzi met illustraties van LAMEIAE
Alia Azzouzi groeide op in een Marokkaans gezin in Rotterdam met relatief weinig familie, maar wel met veel vrienden, kennissen en dorpsgenoten van haar ouders. Dat maakte elk weekend en vooral de vrijdag een moment van samenzijn, eten, delen en verbinden. De borden eten werden altijd ook gedeeld met buren die niet bekend waren met de Marokkaanse keuken, maar door de uitwisseling van bordjes was er ook een uitwisseling van normen, waarden, tradities en verhalen.
Die traditie houdt ze als moeder van twee jonge kinderen ook graag in ere door zo vaak als mogelijk te koken voor familie en vrienden. In het koken komen traditie en vernieuwing samen. Vaak kookt ze traditioneel Marokkaans; couscous op vrijdag, maar met veel plezier ook hele verrassende gerechten uit de hele wereld. Haar twee kinderen van 4 en 7 kijken, net als zij toen ze zo jong was, altijd uit naar de weekenden waarbij het huis volstroomt met mensen. Het eten vinden ze niet zo leuk, en dat is voor een moeder soms heel moeilijk, maar Alia heeft ook geleerd: loslaten is de enige optie, die kennismaking met
nieuwe smaken komt vanzelf, soms zelfs per ongeluk.
Op vrijdag is het couscousdag bij Matien thuis. En couscousdag betekent veel drukte, gezelligheid, chaos, gelach, geren en geschreeuw van kinderen. Vrijdag couscousdag is hét moment waarop familie en vrienden samenkomen om samen te eten en verhalen met elkaar te delen. Matien en zijn zusje kijken altijd uit naar vrijdag couscousdag, vaak mogen ze vriendjes of vriendinnetjes meenemen. Vandaag neemt Matien Max mee. Max kijkt zijn ogen uit als hij ziet hoeveel mensen er aan de grote ronde tafel zitten die allemaal uit één schaal eten. Iedereen, behalve Matien. Matien houdt helemaal niet van couscous en eet eigenlijk altijd vissticks op vrijdag! Max vindt het maar raar, hoe kun je nou geen couscous lusten? Alle smaken komen erin samen! Maar klopt het wel dat Matien geen couscous lust? Door een ongelukje aan tafel is Matien opeens de enige die wél couscous mag eten deze keer! Voor de rest is het deze week vrijdag vissticksdag.
Qissa scout de verhalenvertellers, literaire vernieuwers, scenario schrijvers, oproerkraaiers en podium beesten van morgen.