

KINDER VERHA LEN 2024
Soerja Bakboord | Ghezal Rostami |
Olga Grives | Joëlle Reket | Bouba Dola
Vanuit Qissa scouten we de verhalenvertellers, literaire vernieuwers, scenarioschrijvers, oproerkraaiers en podiumbeesten van morgen.
Qissa is dé plek waar verhalenvertellers, literaire geesten, scenaristen, podiumbeesten en theatermakers alle ruimte krijgen om hun talent verder te ontwikkelen en oude en nieuwe verhalen leven in te blazen.
Qissa biedt niet alleen een springplank voor een debuut of een volgende artistieke stap maar ook een community van makers vóór makers die het verhalenlandschap kleur geven en inclusiever maken.
Daarmee zijn we een broedplaats voor nieuwe ideeën die vaak from scratch gestalte krijgen. Iets waar we buitengewoon trots op zijn! We bieden makers handvatten om hun idee vleugels te geven en zorgen dat ze toegang krijgen tot de juiste kennis, mensen en knowhow. Van conceptontwikkeling tot het uitgeefproces en alles ertussenin.



KINDERVERHA LEN 2024
INCLUSIVITEIT VOOR DE JEUGD
ONDERLINGE verschillen en multiculturele veelzijdigheid van aanstormend schrijverstalent vieren: dat is waar het met onze ‘kinderverhalen’ om draait.
Door middel van masterclasses en persoonlijke begeleiding door gevestigde makers uit de kinderliteratuur krijgen beginnende schrijvers de kans hun verhalen naar een volgend niveau te tillen.
Door zoveel mogelijk makers en perspectieven een plek te geven binnen dit programma, streven we naar een gekleurder kinderboekenlandschap. Eén waarin inclusiviteit een gegeven is en geen troef. Met verhalen waarin alle kinderen van Nederland zich kunnen herkennen. Ongeacht hun afkomst of herkomst.
EERDER UITGEGEVEN
Verhalen als De Boebalas van Nancy Bosmans en Kapitein Mo & Co van Mo Hersi vonden zo een uitgever. Dit jaar maken Tieka Masfar en Souad Hatrouf hun debuut met Louis Paraplouie en Confetti Vriendschap Hiermee treden ze in de voetsporen van Michael Middelkoop’s met zijn bestseller Idje wil niet naar de kapper. Een aandoenlijk en persoonlijk verhaal dat voortkwam uit dit talententraject.
Kinderverhalen alumnus Pris Roos’ heeft met haar eclectische PRIS/ De Toko van mijn ouders ook een uitgever gevonden, net als Maryam Azdads met haar Ik kan het en Beryl Ho met Wie Wat Worm
THE CLASS OF 2024...
En één ding is zeker: goede ideeën hebben vaak maar weinig nodig om te gaan vliegen. Iets wat onze nieuwste lichting debutanten opnieuw bewijst.
Bouba Dola, Soerja Bakboord, Olga Grives, Ghezal Rostami en Joëlle Reket werkten de afgelopen maanden samen met hun coaches onder wie Mylo Freeman, Henna Goudzand, Zindzi Zevenbergen, Anna van Praag, Joan Windzak, D’Avellonne van Dijk, Loulou Drinkwaard, Wende Wilbers en Ruth Bergmans aan hun eigen, unieke stemmen en verhalen. Stemmen en verhalen waarvan we hopen dat jullie die net zo bijzonder vinden als wij.


SOERJA BAKBOORD
merkte ze dat sommige kinderen worstelen met allerlei angsten. Als pedagoog zag ze een mooie kans om de kinderen op creatieve manieren te helpen.
NOU EN , HET IS OOK ENG
MET ILLUSTRATIES VAN SASKIA MENDEZ
OVER DE AUTEUR
Toen Soerja Bakboord in de kinderopvang werkte, merkte ze dat sommige kinderen worstelen met allerlei angsten. Het ging dan om dagelijkse dingen die voor volwassen ‘gewoon’ zijn en die de kinderen als gigantisch konden ervaren. Als pedagoog zag ze een mooie kans om de kinderen op creatieve manieren te helpen. Een van haar geheime wapens?
De kracht van verhalen. Toen ze later als docent pedagogiek aan de slag ging, vond ze het geweldig om haar kennis door te geven aan haar studenten, die pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten zouden worden. Maar er ontstond nog een groter idee bij Soerja: ze wilde zelf een verhaal voor kinderen schrijven. Zo kon ze haar kennis niet alleen in de klas delen, maar ook een breder publiek bereiken. Op deze manier zou ze nog meer kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van jonge kinderen. En zo begon haar avontuur als prentenboekenauteur!
SYNOPSIS

Nou en,het is ook eng vertelt het verhaal van Jackie, een vijfjarig meisje dat last heeft van haar eigen angsten. Ze zou willen dat ze wat meer durfde, zoals haar vriendin Sam. Op een dag maakt Jackie kennis met een wezentje genaamd Lou. Lou, die Jackies innerlijke stem vertegenwoordigt, doet zijn uiterste best haar te leren anders naar haar angsten te kijken, zodat zij die kan overwinnen. Jackie lijkt hier niet direct voor open te staan en Lous adviezen maken haar boos. Toch vergroten ze haar zelfvertrouwen. Dit blijkt wanneer Jackie in een spannende situatie verkeert en besluit om door te zetten in plaats van ervoor weg te lopen. Deze ervaring bezorgt Jackie een groot gevoel van vreugde en trots; ze voelt zich een echte superheld.





OLGA GRIVES neemt je met haar boek mee op een betoverende en spannende reis door de jungle van Suriname.
JOËL EN DE MAGISCHE AMULET
MET ILLUSTRATIES VAN KARHAN YASIK
OVER DE AUTEUR
Olga Grives is van Surinaamse afkomst en werkt als zorgverlener. Op haar achtste woonde ze tijdelijk in een dorp diep in de Surinaamse jungle. Daar heeft ze de schoonheid en pracht maar ook de rauwe gevaren van het wonen in de natuur mogen ervaren. Haar verhaal, Joël en de Magische Amulet, neemt kinderen van negen tot twaalf jaar mee op een betoverende reis door de jungle van Suriname. Met dit boek wil Olga niet alleen kinderen vermaken maar ook bewustzijn creëren als het gaat om natuurbehoud, het belang van samenwerken en de kracht van familie.
SYNOPSIS
Joël is een avontuurlijke jongen uit Utrecht met een Surinaams Nederlandse achtergrond. Hij heeft gehoord dat hij met zijn ouders tijdelijk in een dorp in de jungle van Suriname gaat wonen. Eindelijk kan Joël zijn Surinaamse tante en haar kinderen ontmoeten. Maar wat hem nog beter lijkt, is dat zijn droom om ontdekkingsreiziger te worden nu nog eerder uitkomt dan gepland.
te liggen. Tijdens een levensgevaarlijke vlucht voor een jaguar vindt hij een mysterieuze, magische amulet die hem de gave geeft om met dieren te praten.
De magische amulet is voor iedereen anders: als zijn nicht Mimi de amulet aanraakt, krijgt ze de gave van telekinese, en neefje Roy wordt helderziend.
Lang kunnen ze niet van hun ontdekking genieten, want een kwaadaardige goudgraver is vastbesloten de amulet in handen te krijgen voor haar eigen slechte plannen. En niets gaat haar te ver.

De enige manier om de amulet in veiligheid te brengen, is door hem aan een tweehonderd jaar oude schildpad te geven, die diep in de jungle woont. Om de gevaren van de jungle te trotseren bundelen Joël, Mimi en Roy hun krachten. Ze ontdekken de waarde van familie, samenwerking en het behoud van de natuur, terwijl ze obstakels overwinnen en hun angsten onder ogen zien.
Maar als Joël stiekem alleen de jungle in gaat, blijkt overal gevaar op de loer
‘I-IS DAT NIET GEVAARLIJK?’ Joël keek naar het smalle houten bootje dat dobberde in het donkerbruine water waarmee de twee bootsmannen hem en zijn ouders naar het dorp zouden brengen. Het bootje zag eruit alsof het honderden jaren oud was en net voor de twintigste keer van de bodem van het water was gevist omdat de bootmannen geen afscheid wilden nemen van dat ding. Het was duidelijk niet waterdicht. Of wel?
Eigenlijk wilde Joël alleen maar slapen. De vlucht van Nederland naar Suriname had oneindig lang geduurd. Daarna hadden ze een eeuwigheid in een hete auto gezeten, maar nog steeds waren ze er niet. Het zou nog zes uur duren voor ze in het dorp in de jungle waren waar tante Sandra woonde, en dat konden ze alleen bereiken met dat amper drijvende bootje. Het was eigenlijk niet eens een bootje maar een ‘korjaal’, een gekleurd bootje gemaakt van een uitgeholde boomstam – de manier waarop ze in Suriname over de rivieren varen. Dat wist Joël, omdat hij een ontdekkingsduiker was.
Maar wat hij niet wist, was hoe ze hem, zijn ouders en al die bagage ooit veilig naar het dorp konden brengen in deze gammele boomstam?

Toen Joël van zijn ouders had gehoord dat ze een halfjaar in het binnenland van Suriname zouden gaan wonen, was hij nog vaker gaan ontdekkingsduiken dan normaal. Niet in een zwembad, maar op het internet en in boeken. Het begon altijd met één simpel zoektochtje, en voor hij het wist zwom hij in een zee van interessante informatie. Daarom wist hij zoveel.
Waarschijnlijk het meeste van iedereen in groep zeven.
Hij kon alleen nu niet opzoeken of het water op de bodem van dat korjaal normaal was. Hij had geen internet en zijn telefoon had ook nog maar 23% batterij. Maar ook zonder internet wist hij zeker dat één gaatje in een boot al genoeg was om hem te laten zinken. Waarom leek het dan alsof het water in de korjaal niemand wat kon schelen?
Joël moest iets doen, anders zouden ze onderweg naar het dorp zinken! Vastbesloten liep hij op een bootsman af: ‘Meneer, er zit water in de korjaal.’
De bootsman keek hem even aan, liep daarna naar Joëls vader en vroeg wijzend naar de koffers: ‘Den sani drape?’
‘Ja, man,’ antwoordde papa vrolijk en de man begon de spullen de korjaal in te laden.

De korjaal schudde heen en weer en met elke koffer die erin werd gezet leek hij dieper te zinken.
‘Papa?’ Joël liep naar zijn vader, een donkere mollige man met een kaalgeschoren hoofd, een bril en een lach die zelfs het grootste chagrijn kon laten lachen. ‘Hier in Suriname spreken ze toch gewoon Nederlands?’
‘Ja dat klopt,’ zei papa, ‘maar als je voortaan iets wil weten, vraag het dan even aan papa of mama, hier vinden ze het niet altijd fijn om met kinderen te praten.’
‘Waarom niet?’ vroeg Joël geïrriteerd.
‘Ik stel toch gewoon een vraag?’


JOËLLE REKET is trots op haar achtergrond en met haar prentenboek wil ze iedereen meenemen op reis door de Indische cultuur.
DEWI EN MAX OP DE PASAR MALAM
MET ILLUSTRATIES VAN RAMONA TREFFERS
OVER DE AUTEUR
Joëlle Reket is derde generatie Indo. Haar grootouders komen uit Bandoeng en Soerabaja. Van hen en haar ouders leert ze Indische gebruiken, zoals geen andijviestamppot maar ‘toemis andijvie’. Ook vraagt ze zich af waarom haar ogen zo branden wanneer ze de keuken binnenkomt. Het antwoord?
Opa’s zelfgemaakte sambal. De pasar malam – de plek waar het allemaal om draait in haar verhaal – is een jaarlijks familieuitje, waar Joëlle zich nog meer verbonden voelt met haar cultuur. Het verhaal van Dewi, Max en oma is dan ook gebaseerd op gebeurtenissen uit haar eigen leven. Ze is trots op haar Indische achtergrond en met dit prentenboek wil ze de rest van Nederland er graag mee laten kennismaken.
Joëlle is online marketeer bij een duurzame bank. Een bewuste keuze, want ze wil met haar werk een maatschappelijke bijdrage leveren. In haar vrije tijd is ze het liefst creatief bezig. Bijvoorbeeld met het maken van kleding. Ook staat ze graag in de keuken. En wanneer ze veel tijd heeft, is ze urenlang bezig met haar oma’s spekkoekrecept.

SYNOPSIS
Dewi is een Indisch meisje. Ze kan heel manis (lief) zijn, maar soms ook een beetje pedis (pittig). Ze kent veel gebruiken en tradities uit haar cultuur. En ze vertelt er graag over. Het liefst doet ze alles in één keer goed. Foutjes maken staat niet in haar woordenboek.
Vandaag gaat ze met haar broer Max en oma naar de pasar malam, de Indische markt. Ze heeft er het hele jaar naar uitgekeken. Naar alle gezelligheid, maar ook naar haar favoriete kraam: de Indische koekjes. Oma heeft er ook ontzettend veel zin in. Voor haar voelt de pasar malam als thuiskomen. Op de markt aangekomen, vertelt Dewi aan Max bij elke kraam honderduit over de Indische gebruiken. Over de geurende doerianvrucht, de kleurrijke koekjes en hoe je heel lekker kunt slapen met een gulengkussen.
Maar door alle drukte raken ze oma kwijt! Ze zoeken haar overal. Bij de spannende wajangpoppen en bij de batikkraam. Door magische aanwijzingen van de Balinese vliegers vindt het duo oma uiteindelijk weer terug. Op de dansvloer danst ze tussen alle andere opa’s en oma’s de potjo potjo. Alsof ze weer eventjes thuis is in Indië…




BOUBA DOLA is geboren in Kinshasa, Zaïre (nu
Democratische Republiek Congo), heeft altijd een fascinatie gehad voor prentenboeken en met het maken van dit boek gaat er een droom in vervulling.
GESCHREVEN
ARAYA IN DE TUIN
MET ILLUSTRATIES VAN PYHAI
OVER DE AUTEUR
Bouba Dola is geboren in Kinshasa, Zaïre (nu Democratische Republiek Congo) en kwam als kind met zijn ouders naar Nederland als politieke asielzoeker. Hij blonk uit in voetbal, wat leidde tot een stage bij PSV. Na een ongeluk op zijn veertiende verschoof zijn interesse van sport naar visuele kunst, zoals graffiti, fotografie en film.
Na de middelbare school behaalde Bouba een ICTdiploma en studeerde hij aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, waar hij zich specialiseerde in desktoppublishing. Zijn passie voor beeld en techniek bracht hem naar Rotterdam, waar hij een audiovisueel bedrijf oprichtte en muziekvideo’s maakte voor artiesten zoals Giovanca, Typhoon en Pink Oculus.
Bouba richt zich tegenwoordig meer op autonoom werk en exposeert in onder andere Boijmans van Beuningen, de Kunsthal en het Amsterdam Museum en Kunstverein. Hij werkt als zelfstandig kunstenaar en filmmaker voor artiesten, reclamebureaus en theatergezelschappen. Bouba heeft altijd een fascinatie gehad voor prentenboeken en met het maken van ‘Araya en de tuin’ gaat er een droom in vervulling. Momenteel werkt hij aan een documentaire voor de NPO/NTR en zijn eerste korte film wordt in 2024 opgenomen.
SYNOPSIS
In een betoverende binnenhoftuin zoekt Araya naar de ingrediënten voor de soep van zijn vader. Maar hij vindt meer dan dat: hij stuit op een wereld van mysterie en avontuur. Araya belandt in een wervelwind van gebeurtenissen die zijn moed tot het uiterste zal testen. Vastberaden en aangemoedigd door zijn vaders woorden.
Onder leiding van een wijze kikker genaamd Koko ontdekt Araya dat de tuin meer verbergt dan hij ooit had gedacht. Samen doorkruisen ze een labyrint van geheimzinnige struiken en betoverde paden.
Wanneer ze een oud en verlaten hutje ontdekken, begint Araya’s avontuur een onheilspellende wending te nemen. Terwijl hij dapper voorwaarts gaat, wordt hij geconfronteerd met angstaanjagende uitdagingen en raadsels, allemaal bedoeld om zijn ware kracht te testen.
Tijdens deze beproevingen dringt het besef tot Araya door hoeveel innerlijke moed en veerkracht hij wel niet heeft. Met elke stap die hij zet, groeit zijn vastberadenheid om te slagen en de mysteries van de tuin te ontrafelen. Eenmaal thuis begroet zijn vader hem met trots en bewondering voor de held die hij is geworden.




GHEZAL ROSTAMI
heeft met Hemelpost een eerbetoon aan een overleden vriendin geschreven en hoopt dat haar boek kinderen helpt om hun gevoelens te begrijpen en te uiten.
HEMELPOST
MET ILLUSTRATIES VAN NAZRINA RODJAN
OVER DE AUTEUR
Ghezal Rostami is geboren in Kabul, de hoofdstad van Afghanistan, een stad die wordt omringd door bergen en landschappen. Een stad vol kleur, drukte en gastvrijheid. Op vierjarige leeftijd moest ze, samen met haar familie, vluchten vanwege de toenemende onrust. Zo belandde ze in Nederland, een land dat totaal anders is dan Afghanistan. De overgang naar een nieuwe cultuur, taal en omgeving was een grote uitdaging voor het jonge meisje. Deze ervaringen vormden haar en maakten haar vastberaden om anderen te helpen. Nu, als jeugdbeschermer, krijgt ze de mogelijkheid om met jongeren te werken en hun ontwikkeling te stimuleren.
Vriendschap heeft altijd een centrale rol gespeeld in haar leven. Door waardevolle vriendschappen ontdekte ze veel over zichzelf en vond ze diepe liefde en steun. Hemelpost is meer dan een verhaal; het is een eerbetoon aan een overleden vriendin en een boodschap van hoop en verbondenheid voor kinderen overal ter wereld. Ghezal hoopt dat haar boek een bron van troost is en kinderen helpt om hun gevoelens te begrijpen en te uiten.
SYNOPSIS
Lima heeft na de dood van haar beste vriendin Noelle de beslissing genomen
geen nieuwe vriendschappen aan te gaan. Haar familie maakt zich zorgen, omdat Lima zich afzondert en niet over haar gevoelens praat. Een plek waar ze nu vaak naartoe gaat is de begraafplaats waar Noelle ligt. Daar is een brievenbus geplaatst waarop staat: Hemelpost. Noelles moeder legt uit dat iedereen daar brieven, tekeningen of kaarten in kan doen voor de overledenen. De post zal aan het begin van de zomervakantie in brand worden gestoken, zodat alle rook symbolisch opstijgt naar de hemel, naar degenen voor wie de post is bedoeld.
In de brieven die Lima aan Noelle schrijft, uit ze haar innerlijke strijd. Ze vertelt over haar gevoel van verlies en eenzaamheid na haar vlucht uit Afghanistan en haar angst om geliefden te verliezen. Daarnaast voelt Lima zich onbegrepen doordat ze opgroeit in twee werelden, de Nederlandse wereld buitenshuis en de Afghaanse binnenshuis. Op de begraafplaats komt ze Duzy tegen, Noelles voormalige buurmeisje. Door de gesprekken met Duzy ontdekt Lima nieuwe manieren om met het verlies van Noelle om te gaan en ze leert dat het mogelijk is om weer verbinding met anderen te maken.

HEY NOELLE,
Dit is een beetje raar, maar ik schrijf het toch op: gisteren was ik bij je tuin. ‘Graf’ klinkt zo stom. Je moeder zegt altijd ‘Noelles tuin’ en dat klinkt veel beter. Je tuin is nu zo mooi, vol met bloemen en planten die je zo leuk vond.
Jij zou precies de namen van de bloemen weten, maar ik heb geen idee.
Er is een brievenbus geplaatst bij de ingang van de begraafplaats, waar iedereen brieven, tekeningen of kaarten in kan stoppen voor mensen die overleden zijn. De post zal aan het begin van de zomervakantie aangestoken worden, zodat alle rook opstijgt naar de hemel, naar jou. Maar misschien weet je dat allang. Ik begrijp niet helemaal waar je nu bent. Mijn moeder zegt dat je in de hemel bent. Ik probeer me soms voor te stellen hoe het daar is. Heel mooi, en fijn, denk ik. Er zijn veel bloemen en mooie kleren en er is heel veel lekker eten! Ik weet het niet. Dus ik doe alsof je nog gewoon hier bent, al kan ik je niet zien.

Je moeder zei dat het goed voor mij zou zijn om je te schrijven. Blijkbaar maakt iedereen zich zorgen om mij, omdat ik niet veel meer praat sinds jij er niet meer bent. Best irritant eigenlijk. Mijn vader en moeder kijken me de hele tijd bezorgd aan. Gisteren lag ik veel op bed en mama dwong me om naar beneden te komen en samen tv te kijken. Dus ik heb de hele avond naar een Afghaanse zender gekeken, waar ze veel over politiek praatten. Het leek alsof iedereen boos was op elkaar. Ik vond het supersaai, maar papa zat op het puntje van zijn stoel. Tussendoor was er een serie over een familie met zoveel drama dat het bijna grappig werd. Ik wil niet dat mijn ouders zich zorgen over mij maken, dus ik bleef zitten en keek mee. Ik voel me wel raar eigenlijk. Niet echt goed, maar ik huil niet. Dat wil ik ook niet. Je zei dat we niet te verdrietig moesten zijn en dat probeer ik. Maar ik denk wel heel vaak aan je. De hele dag door.

Je moeder zei de vorige keer toen we bij je tuin waren dat ik mijn hart open moet houden, en weer met andere kinderen moet afspreken. Ik dacht toen: ik leef toch nog? Hoe kan ze dan zeggen dat mijn hart gesloten is? Ik heb tegen haar gezegd dat ik helemaal geen zin heb om met andere kinderen af te spreken. En ik wil al helemaal geen nieuwe beste vriendin. Jij was mijn beste vriendin, je bent nog steeds mijn beste vriendin. Ook al ben je er niet echt meer. Ik zal vanaf nu verder met je praten, maar dan via mijn brieven. Weet je nog dat je altijd zei: ‘Vertel een verhaal!’ Dat zal ik doen. Ik zal een hoop verhalen vertellen en ik hoop dat je alles kan zien, voelen en lezen. Ergens en ooit.

Qissa scout de verhalenvertellers, literaire vernieuwers, scenario schrijvers, oproerkraaiers en podium beesten van morgen.