Roma Aeterna 9.I Roma non grata (mei 2021)

Page 68

IN ROME KRIJG JE PROUST NIET UIT De verloren tijd van Calligarich’ Rome M a ur it s L e sm ei ster

‘I

k in Combray,’ luidt het antwoord van Arianna. De vraag was waar ze geboren had willen zijn, en werd gesteld door Leo Gazzara, de verteller in de roman De laatste zomer in de stad.1 Het is niet de eerste, en zeker niet de laatste verwijzing naar de plek waar Marcel en Swann uit Op zoek naar de verloren tijd hun lange vakanties doorbrengen – overigens bij mijn weten het enige dorp ter wereld dat genoemd is naar een literaire locatie. De vroege, recent herontdekte roman van de Italiaanse duizendpoot Gianfranco Calligarich baadt in Proust. Het loont de moeite om dat mee te laten klinken in het beeld van Rome dat uit het tragikomische meesterwerkje naar voren komt.

Leo Gazzara (een naam die doet ‘denken aan verloren veldslagen’) doolt. De stad uit de titel is uiteraard Rome, al lag het niet direct voor de hand dat dat zijn verblijfplaats zou zijn: hij is een Milanees in Rome, zonder bestemming of inkomen. Hij teert op de zakken van vrienden van wie nooit helemaal zeker is of ze hem echt mogen of vooral amusant vinden. Hij woont in een geleend appartement op de Monte Mario, waar hij, afgezonderd van de stad, uit kan kijken over een dal. Graziano, de enige vriend die hem echt toegenegen is, steunt net zo zeer op hem als andersom en haalt het einde van het boek niet. Rome is voor Gazzara geen gastvrij decor. De verteller houdt altijd een zekere sympathie voor de eeuwige stad, en is heus niet blind voor de schoonheid ervan, maar meestal gaat die gepaard met een bezwaar. Over Piazza Navona midden in de nacht: ‘Weergaloos, het plein op dat tijdstip, alsof het zich bewust was van de eigen schoonheid en het eigen zinloze bestaan.’ Rome is de plaats waar de dingen hun zin verliezen, en Leo wil er altijd zijn waar hij niet is. De dubbelzinnigheid van Rome komt al vrij snel tot uiting in een lofzang onder voorwaarde. Ja, de stad kan overweldigend mooi zijn, met ‘schitterende trappen, spectaculai-

66

Roma Aeterna 9.I (voorjaar 2021) www.romaaeterna.nl

re fonteinen, tempelruïnes en de nachtelijke stilte van onttroonde goden’, maar alleen als je je overgeeft aan ‘de kabbelende golven van het heden’ en een absolute liefde voor haar koestert. Leo’s liefde is niet onvoorwaardelijk. Zijn liefde voor Arianna, zijn tegenspeelster, lijkt dat wel. Proust brengt de twee bij elkaar. Bij hun eerste ontmoeting komt Leo erachter dat ze bezig is in De kant van Swann, het eerste deel van Prousts romanreeks, en hij grijpt dat aan om nauwer contact met haar te krijgen: een opmerking over een losliggende steen is een verwijzing naar De tijd hervonden, het laatste deel van de reeks. Overigens lijkt het er, veelzeggend over de algehele sfeer van impasse, niet op dat het duo erg opschiet met de lectuur: vroeg in het boek beweert Leo dat hij er niet genoeg adem voor heeft (Proust moet je hardop lezen, vindt hij), en ondanks herhaaldelijke voorleessessies is er nergens sprake van dat ze zelfs maar het eerste deel uitlezen. In het ongastvrije Rome van De laatste zo­ mer is die zomer ook nog eens hoogst onaangenaam. De hoeveelheid uitgedampt zweet benadert de liters alcohol die er in het boek vergoten worden:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.