René Niessen: ‘Een domme ondernemer wordt ook niet belast voor niet-gemaakte winst’

Page 34

Fiscale woonplaats

n n n n

Heffing naar draagkracht

Het is duidelijk dat op basis van de uiteenlopende criteria die landen stellen, er gemakkelijk sprake kan zijn van een dubbele woonplaats. Hierin schuilt het gevaar van dubbele heffing. Om dit te voorkomen hebben de meeste landen een ‘tiebreakerbepaling’ opgenomen. Die houdt in dat, alleen voor de toepassing van het desbetreffende belastingverdrag, één land als woonland wordt aangewezen. Wanneer landen een tiebreakerbepaling hanteren die is gebaseerd op art. 4 van het OESO-modelverdrag, gebeurt dat in deze volgorde: 1. iemand wordt geacht uitsluitend inwoner te zijn van de staat waar hij een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft; 2. als iemand in beide staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht uitsluitend inwoner te zijn van de staat waarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen); 3. als niet kan worden bepaald in welke staat iemand het middelpunt van zijn levensbelangen heeft, of wanneer hij in geen van de staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht uitsluitend inwoner te zijn van de staat waar hij gewoonlijk verblijft; 4. als iemand in beide staten of in geen van beide staten gewoonlijk verblijft, wordt hij geacht uitsluitend inwoner te zijn van de staat waarvan hij onderdaan is; 5. als iemand onderdaan is van beide staten of van geen van beide, regelen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming.

Internationaal is er in de regel overeenstemming over het feit dat het bronbeginsel meestal sterker is dan het woonplaatsbeginsel

34

Het Register | augustus 2018 | nummer 4

De plaats waar iemand woont is belangrijk, omdat het een land de mogelijkheid biedt te heffen over het inkomen dat een natuurlijk persoon wereldwijd geniet. Dit is de tegenprestatie van de natuurlijk persoon die baat heeft bij de voorzieningen en omstandigheden die deze staat heeft gecreëerd om het inkomen te behalen. Daar staat tegenover dat de woonstaat rekening moet houden met omstandigheden die de draagkracht van de belastingplichtige verminderen, zoals betaalde hypotheekrente en andere persoonlijke uitgaven. Het is de keuze van de staat zelf of het dit doet door middel van het toekennen van specifieke aftrekposten of een en ander verdisconteert in het belastingtarief. Uiteindelijk draagt de belastingplichtige op enigerlei wijze naar draagkracht bij aan de collectieve voorzieningen. Naast het woonlandbeginsel wordt ook internationaal aanvaard dat het land dat de verwerving van inkomen mogelijk maakt, heft over het inkomen uit een in dat land aanwezige bron. Dit manifesteert zich in een (bron) heffing over het in die staat verworven inkomen uit bijvoorbeeld dienstbetrekking, aandelen, banktegoeden en intellectuele eigendom. Internationaal is er in de regel overeenstemming over het feit dat het bronbeginsel meestal sterker is dan het woonplaatsbeginsel, zodat uiteindelijk het bronland effectief belasting heft over deze lokaal verworven inkomsten, vaak naar een vast tarief. Het woonland houdt vervolgens rekening met persoonlijke omstandigheden van de belastingplichtige. Maar wat nu als er in het woonland niet of nauwelijks belasting verschuldigd is? Met draagkrachtverminderende factoren kan dan zonder nadere regelgeving geen rekening worden gehouden.8 Omdat een natuurlijk persoon mogelijk slechter af is als hij in een ander EU-land gaat werken, kan dit voor hem een belemmering zijn om zich in een ander land te gaan vestigen of daar te gaan werken. Hierop heeft zich binnen Europa rechtspraak ontwikkeld die het bronland verplicht om in de belastingheffing rekening te houden met draagkrachtverminderende omstandigheden van een niet-inwoner.9 Momenteel wordt in Nederland nieuwe wetgeving op dit gebied verwacht, nu de regeling van het opteren voor binnenlandse belastingplicht en die van de kwalificerende binnenlandse belastingplicht niet EU-proof zijn gebleken.

Common Reporting Standards (CRS) Behalve op diverse overheidsinstanties rust er sinds enige tijd ook op de banken de verplichting om de fiscale woonplaats van hun klanten vast te stellen. Dit gebeurt in het kader van de op hen rustende verplichtingen in het kader van de Common Reporting Standards (CRS). Op de site van de Belastingdienst, onderdeel Internationaal – zakelijk, wordt uitgelegd wat dit is en welke verplichtingen hierbij horen. Op deze site valt het volgende te lezen: Een natuurlijk persoon is fiscaal inwoner van Nederland als hij zijn permanente woon- of verblijfplaats in Neder-


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.