
5 minute read
Dragintra: Laten leasemaatschappijen operationele taken vaker liggen?
from Fleet & Lease #1
Laten leasemaatschappijen operationele taken vaker liggen?
De dienstverlening die leasemaatschappijen in het verleden hebben opgetuigd om leaserijders en fleetmanagers te ontzorgen, is anno 2020 niet meer schaalbaar en dus niet meer haalbaar. Althans, dat is de boodschap die fleetmanagementorganisatie Dragintra de laatste maanden krijgt. Calculeren, mutaties doorvoeren, dedicated informatie aanleveren, vragen beantwoorden en overige operationele aspecten; men moet het zelf doen. Berijdersdeks krijgen een andere rol of verdwijnen. Fleetowners dreigen hierdoor flink meer werk te moeten verzetten.
Advertisement
Of er daadwerkelijk sprake is van een trend, dat durft Erik Wijbenga van Dragintra nog niet met grote stelligheid te beweren. Maar opvallend is het wel. Hij krijgt leasemaatschappijen over de vloer die dit signaal afgeven. Op zich niet vreemd, met de huidige stand der techniek probeert menig leasebedrijf de klantreis zoveel mogelijk te digitaliseren. Mutaties doorvoeren kan de berijder of de wagenparkbeheerder best zelf. Een vraag over bandenwissel kan ook wel digitaal worden afgewikkeld. Maar neem dan het orderproces van de auto, toch een van de meest complexe trajecten in het leven van een leaseauto, benadrukt Wijbenga. En zeker niet eentje die volledig te automatiseren is. Ondersteunde voorheen een berijdersdesk bijvoorbeeld bij de calculatie en configuratie van een nieuwe auto, nu moet de berijder of de fleetmanager het zelf doen. En als je dan als fleetowner werkt met een multi-bidding structuur, waarbij de auto’s bij meerdere leasemaatschappijen worden uitgezet voor een offerte, betekent dat veel extra werk. Wijbenga: “Je hoort wel dat men ‘maar een interface moet bouwen’ tussen lease en bijvoorbeeld de HR-administratie van een bedrijf. Dat kan je gemakkelijk data uploaden en uitwisselen. Maar zo’n interface bouw je niet zomaar even. Dragintra heeft die wel, met zo’n beetje alle leasemaatschappijen, maar daarin is ook flink geïnvesteerd.”
Het overgrote deel van de (grotere) fleetowners doet zaken met meerdere leasemaatschappijen. Het is volgens Wijbenga ondoenlijk dat bedrijven hun operationele processen in de verschillende systemen van hun leasemaatschappijen allemaal zelf gaan zitten inkloppen en wijzigen. De strenge privacyregels bemoeilijkt dat ook nog eens een keer. “Juist het laten afwikkelen van operationele taken is voor veel bedrijven een belangrijke reden om te gaan leasen.” Leasemaatschappijen willen tegenwoordig ‘brede mobiliteitspartners’ worden van bedrijven, daardoor verschuift de nadruk naar de voorkant van de dienstverlening. Adviestrajecten zijn daarin belangrijk, bijvoorbeeld om de klant te loodsen door het almaar uitdijende mobiliteitsfirmament. Op zich niets mis mee, helemaal niet als dat gepaard gaat met meer flexibele dienstverlening; Wijbenga ziet tal van goede initiatieven op dit vlak, bijvoorbeeld in de vorm van een combinatie van een kleinere ‘vaste’ leaseauto met een vakantieauto of een e-bike als onderdeel van een leasecontract. Maar het operationele aspect stroomlijnen aan de ‘achterkant’ is minstens zo belangrijk. Feitelijk is dit het bestaansrecht van een fleetmanagementorganisatie als Dragintra. “Natuurlijk brengt het ons beter in stelling als leasemaatschappijen hun operationele taken steeds meer loslaten. Het betekent extra werk voor ons, maar dus ook meer kosten voor onze klanten en dus de klanten van de leasemaatschappijen.”
Wijbenga heeft de meest mooie projecten, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteitsbudgetten en deelautoprojecten bij leasemaatschappijen de afgelopen jaren zien vastlopen of mislukken. Misschien waren ze de troepen te ver voorruit, maar hoogstwaarschijnlijker: de klant kreeg het niet geïmplementeerd in haar eigenorganisatie. Ook in veel nieuwe MaaS-producten heeft Wijbenga een hard hoofd. “Men gaat er maar vanuit dat het online allemaal als vanzelf gaat werken. Maar mensen hebben behoefte aan persoonlijk advies en contact. De meesten lezen niet eerst de uitgebreide instructies”. Tegelijkertijd biedt ‘brede mobiliteit’ nieuwe mogelijkheden voor fleetowners en berijders die bijvoorbeeld stappen willen zetten op het gebied van duurzame mobiliteit. De vragen hierover bereiken ook in toenemende mate Dragintra. Waarbij het voor de fleetmanagementorganisatie de taak is dergelijk vragen breed uit te zetten in de markt van specialistische aanbieders. Wijbenga: “Er is ook een toenemende vraag voor alternatieven van de leaseauto. Dan ga je dus steeds meer kijken buiten leasemaatschappijen om. Maar hoe borg je de additionele factuurstromen? Eind vorig jaar hebben we daar central billing voor ingericht. Waarbij wij de facturen voor onze klanten betalen van die specialistische aanbieders zodat wij deze kosten gespecificeerd op één verzamelfactuur kunnen plaatsen voor onze klanten. Want als fleetowner wil je worden ontzorgd en vooral geen extra factuur- en administratiestromen erbij halen.”
Eenvoud!
Of met deze ‘trend’ single suppliership aantrekkelijker wordt? Waarbij een fleetowner zaken doet met één leasemaatschappij voor alle mobiliteit; iets wat leasemaatschappijen natuurlijk graag willen? Dat gaat niet snel gebeuren, denkt Wijbenga. Temeer omdat de leaseprijzen onder druk staan en er dus veel te winnen is voor bedrijven met een multi-bidding systeem. Overigens ziet Wijbenga ook in die verbreding van diensten van leasemaatschappijen een gevaar. “Hoe groter het dienstenpallet, hoe complexer het wordt voor de klant. De waaier van producten van leasemaatschappijen is vaak zo breed, van een mobiliteitspas tot een hub, van budgetten tot deelauto’s. Het gaat compleet voorbij aan wat klanten vaak zoeken: eenvoud!”
Het dubbele van die focus op brede mobiliteit is dat het in de leasemarkt nog wel degelijk gaat om aantallen leaseauto’s. Branchevereniging VNA koerst volledig op die cijfers en leasemaatschappijen berekenen hun efficiency vooral nog op de ratio aantal auto’s afgezet tegen het aantal medewerkers. Het is overigens niet zo dat de vraag van bedrijven niet verandert met betrekking tot mobiliteit. Dat gebeurt wel degelijk, benadrukt Wijbenga. Duurzaamheid en elektrische mobiliteit zijn daarbij grofweg de belangrijkste thema’s. Waarbij ieder bedrijf weer zijn eigen vertaalslag maakt, standaard oplossingen zijn er niet.
Wijbenga: “Juist nu moet je kunnen kiezen uit de beste aanbieders voor de beste oplossingen. Als je als bedrijf met deelauto’s, mobiliteitsbudgetten of met MaaS-oplossingen wilt gaan werken, prima. Wij zoeken voor onze klanten daarin de beste oplossingen. Dat zijn vaak gespecialiseerde partijen, waarbij de mobiliteitskaart of de leasefiets hun corebusiness is. Om deze specialisten voor onze klanten te ontsluiten hebben wij sinds kort zelfs een central billing systeem opgezet (zie kader, red), waardoor de facturatie van diensten voor onze klanten eenvoudig blijft. Want bedenk, het ontsluiten van verschillende mobiliteitsoplossingen is een heel andere tak van sport dan die van leasemaatschappijen. Wat dat betreft luidt bij ons het devies: schoenmaker blijf bij je leest!”