Incretus editie december 2012

Page 1

INCRETUS HET MAGAZINE VAN QBDBD / DECEMBER 2012 - JANUARI 2013 / JAARGANG 17 / NUMMER 2 DE JURIDISCHE FACULTEITSVERENIGING AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

Social Media & Law » Strafrecht in tijden van Twitter

QBDBD

» Verslag AJB » Op bezoek bij… Student Frank Mijnans Artikel

» Hoe veilig zijn jouw Tweets? Interview

» Nicole van der Meulen: over het gebruik van sociale media onder andere in   het arbeidsrecht


De investeringen van vandaag vragen om businesswise advocaten

Het mogelijk maken van succesvolle investeringen in energie kan niet meer zonder te weten wat er speelt. Het gaat erom verder te kijken dan de wetten en jurisprudentie. Studeer je Nederlands, notarieel of fiscaal recht en denk je businesswise genoeg te zijn, maak dan kennis met ons op businesswiseadvocaten.nl 2 | INCRETUS


Hierbij wil QBDBD graag het AJB-bestuur, de commissie en de AJBuddy’s bedanken voor hun inzet en de drie geslaagde AJBdagen!

10-12 Interview Nicole van der Meulen 13-15 QBDBD: Amsterdamse Juridische Bedrijvendag 30-32 Artikel: Hoe veilig zijn jouw tweets? 34-35 QBDBD: Op bezoek bij… Frank Mijnans

COLUMN RUBRIEKEN

5 Sarah van Andel, Secretaris QBDBD 4 Hoofdredactioneel

INHOUDSOPGAVE

COVER

16-19 QBDBD in beeld: Amsterdamse Juridische Bedrijvendag, Actieve leden etentje, Sinterklaasborrel, Constitutieborrel. 23 FSR Column 33 QBDBD Agenda ARTIKELEN 20-22 Auteursrecht op plaatsen van verwijzingen naar websites 26-28 Artikel: Strafrecht in tijden van Twitter 6-8 Artikel: Help! De rechter is mijn Facebookvriend ADVERTENTIES

2 Allen & Overy 29 Linklaters 36 Nauta Dutilh 24-25 Van Doorne INCRETUS | 3


Social media REDACTIONEEL

Toen Hyves net een beetje populair werd zat ik nog op de middelbare school en was er overal om mij heen commotie over het ‘Hyvesprofiel’ van de een of ander. Ikzelf zag er de noodzaak niet zo van in: ik zag iedereen elke dag in het echt, wist de nummers van de huistelefoon van al mijn vriendinnen uit mijn hoofd en als een gespreksonderwerp echt niet kon wachten was daar altijd nog MSN Messenger. Toch werd deze Hyvesboycot op den duur een onhoudbaar. Elkaar krabbels kunnen sturen werd steeds essentiëler en als iemand leuke foto’s had gemaakt werden die alleen via Hyves gedeeld. Bovendien werd Hyves nog vermakelijker door een breed scala aan zo’n duizend al dan niet dansende of headbangende smileys: dit kon ik toch niet langer aan mij voorbij laten gaan? Deze Incretus gaan we iets proberen wat nog nooit eerder is voorgekomen in de zeventien jaren dat dit mooie blad inmiddels bestaat: alle artikelen, interviews en columns zijn toegespitst op een thema. Social media zullen de rode draad door alle stukken vormen die deze editie rijk is. Toen we besloten dat het thema social media zou gaan worden maakte ik me een beetje zorgen of hier over wel genoeg te schrijven zou zijn om een hele editie mee te vullen. Al snel bleek dat dit geen probleem zou zijn: het recht is - zoals meestal het geval is - overal in terug te vinden. Binnen de kortste keren hadden alle redactieleden een goed onderwerp gevonden, zonder overlappingen nog wel. Ook de columnisten voor deze editie werden geïnspireerd door het thema. Want, zo blijkt, social media zijn tegenwoordig onlosmakelijk met het recht en onze levens verbonden. Ook mij gaf het, zoals reeds bewezen, stof tot nadenken over mijn eigen verleden met social media. Want hoewel Hyves de eerste echte hype is die ik mij kan herinneren, houdt het daar natuurlijk niet mee op. Drie jaar geleden begon ik vol goede moed en met een indrukwekkend Hyvesprofiel aan mijn studie Rechtsgeleerdheid. Geregeld hoorde ik mensen praten over een zeker ‘Facebook’. Mijn toenmalige huisgenootje bekritiseerde mijn inactiviteit op dit nieuwe sociale netwerk. Grote onzin vond ik dat. Ik heb toch zeker een Hyvesprofiel? Bovendien heb ik helemaal geen tijd om achter Facebook te zitten, ik zou vanaf nu toch hele dagen studeren! Ondanks dit actieve verzet heb ik mezelf na enige druk van mijn huisgenootje een Facebookprofiel aangemeten. Achteraf bezien begrijp ik best dat ik mijn principes heb verloochend. De meeste uitnodigingen voor verjaardagen en feestjes vinden plaats via Facebook en ik betrap mezelf dan ook op de indruk dat ik veel sociale activiteiten zou missen zonder dit medium. Daarbij komt nog dat na deze feestjes

4 | INCRETUS

en verjaardagen ook nog foto’s van mij op Facebook gepost worden en als iemand me dan de maat moet nemen over hoe ik op de foto sta, laat het dan ik zelf zijn. En eigenlijk vind ik Facebook ook best vermakelijk. Vorige week las ik in de krant dat er tegenwoordig behoorlijk wat mensen zijn met een ‘Facebookverslaving’. Een Facebook verslaafde checkt rond de tien keer per dag Facebook en is er minimaal twintig minuten per dag aan kwijt. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat toen ik dit las ik dacht: ,,Twintig minuten? Vind ik nog vrij schappelijk.’’ Als ik Facebook mag geloven heb ik zeker 360 vrienden en dat voelt goed natuurlijk. Misschien wel voldoende reden om er meer tijd aan te besteden dan ik bij het prille begin van mijn studie had durven denken. Nu ik wat verder ben gevorderd in mijn studie en op een dag hoop carrière te maken, kom ik steeds vaker in aanraking met LinkedIn. Toen ik daar voor het eerst van hoorde vond ik dat uiteraard helemáál niet nodig. Wat is er gebeurd met het oude gebruik om een goede sollicitatiebrief sturen met C.V. erbij? Ik vind dat er zat mogelijkheden zijn om in contact te komen met potentiële werkgevers. Helaas moet ik toegeven dat ook hier mijn keiharde afkeuring aan het veranderen is in een wat mildere kijk. Zeker nu ik hoor dat werkgevers het toch echt wel belangrijk vinden vrees ik dat ik de aanmaak van een LinkedInprofiel aan het overwegen ben. Dan blijft er natuurlijk Twitter over, maar dat vind ik onzin. Daar ga ik écht écht nóóit aan beginnen. #zekerweten


Het is dan eindelijk zover, de tweede editie van dit jaar van de Incretus. Wat betekent dat de secretaris van onze mooie vereniging een column mag schrijven en daarmee in de voetsporen treedt van de voorzitter die dat de vorige editie deed. Met angst en klamme handen heb ik naar dit moment toegeleefd, maar ik moet er dan toch aan geloven. Er werd mij gevraagd of ik iets wilde schrijven wat aansluit op het centrale onderwerp: social media. Om passioneel over het ontstaan en de vorderingen van dit begrip te schrijven, kan ik tot de conclusie komen dat enige kennis hierover toch ontbreekt bij mij. Het komt dus al snel neer op mijn eigen ervaring met verschillende social media. Het zal de mensen die mij kennen dan ook niet verbazen dat ik ook over dit onderwerp een uitgesproken mening heb. Zelf ben ik niet actief op LinkedIn, wel heb ik een stil twitteraccount en Facebook heeft natuurlijk, zoals bijna bij iedereen, een onmisbare plaats ingenomen. Over dat stille twitteraccount heb ik niet veel te zeggen, vroeger was ik wel een actieve twitteraar maar als snel kwamen de hashtags mijn neus uit. Nu open ik het nog wel eens af en toe als ik mij verveel. Of als ik heel erg druk bezig ben om te doen alsof ik heel erg druk bezig ben. Ik vind het opvallend dat zodra ik social media hoor, ik automatisch aan Facebook moet denken. Misschien ook wel logisch want Facebook is de grootste van zijn soort wereldwijd. Hedendaags kan haast niemand meer een leven bedenken zonder Facebook. Maar hoe komt dat toch? Wat is er eigenlijk zo geweldig aan? Persoonlijk vind ik het ideaal om je contacten te onderhouden met de mensen die je in de praktijk niet heel vaak ziet, zo blijf je up to date. Ook kan ik de suggesties voor goede feestjes erg waarderen. Qua promotie voor onze fantastische borrels is het ook een uitkomst en niet te vergeten de aankomende verjaardagen en feliciteer mogelijkheden op een rijtje, erg ideaal voor de mensen met een geheugen zoals ik.

Maar een bezoekje op deze blauw getinte site brengt voor mij ook altijd een aantal ergernissen met zich mee. Begrijp mij niet verkeerd, ik vind het best leuk om af en toe op de hoogte gehouden te worden van uitzonderlijke dingen die iedereen mee maakt. Maar elke ochtend een gedetailleerde beschrijving van wat je gaat doen die dag en een terugkoppeling op diezelfde avond hoe je dag is verlopen, gaat wel een beetje ver. Deze mensen wil ik een advies geven: koop een dagboek. Graag wil ik iedereen verzoeken om dit soort gedrag niet aan te moedigen, like daarom dit soort statussen dan ook niet. Daarbij sluiten de mensen die bang zijn dat hun vrienden vergeten hoe ze eruit zien en daarom elke dag een foto van henzelf en alleen henzelf op hun wall posten, aan op het lijstje van ergernissen. Om niet te spreken over de mensen die denken dat hashtags thuis horen op facebook. En ben ik de enige die het een kwalijke zaak vind dat er wordt gespeculeerd dat ik geen hart heb als ik plaatjes van zielige dingen niet like en deel op mijn eigen pagina? Maar goed ondanks deze ergernissen blijk ik wel meerdere keren per dag op facebook te kijken. Maakt dat mij een hypocriet of neem ik deze ergernissen gewoon op de koop toe?

COLUMN

Waarde lezer,

Hoe dan ook het is een fijne tijdsbesteding en doet mijn sociale leven goed. Nu ik zo over dit onderwerp aan het schrijven ben groeit er in mij een nieuwsgierigheid. De nieuwsgierigheid die ontstaat als ik denk aan de nieuwe levensbeschrijvende verhalen en dagverslagen die zijn gepost in de tijd dat ik deze column heb geschreven. De vraag die nu beantwoord moet worden is: toegeven aan deze nieuwsgierigheid of op bed gaan liggen tot dat dit gevoel over gaat. Ik betrap mijzelf er op dat de keuze onbewust eigenlijk al gemaakt is, het nieuwe tapblad staat namelijk al open.. Dan tot slot wens ik jullie allemaal veel interessante levensverruimende gebeurtenissen toe, waarover ik later op facebook weer iets kan terug lezen. En als jullie dan toch op facebook zitten, like onze QBDBD pagina dan ook even. Met vriendelijke cyber groeten, Sarah van Andel, secretaris QBDBD 2012-2013 INCRETUS | 5


ARTIKEL

Help! De rechter is mijn vriend! Het gebruik van social media neemt de laatste jaren alleen maar toe. Facebook, Twitter, LinkedIn, het is bijna niet meer uit de samenleving weg te denken. Vooral Facebook is erg populair. Ongeveer 7,3 miljoen Nederlanders maken hiervan gebruik.1 Vooral jongeren zijn veelvuldig op sociale netwerken te vinden, daarna neemt het gebruik af met de leeftijd.2 Jongeren zijn echter zeker niet de enigen. Bedenk maar eens of bijvoorbeeld je buurvrouw, tante, werkgever of misschien zelfs je eigen vader gebruik maakt van Facebook. Of je daar nu blij mee moet zijn of niet, als zij dat kunnen, kunnen rechters en advocaten dat natuurlijk ook. Maar rechters actief op Facebook, is dat wel handig? Wat als de rechter bijvoorbeeld op Facebook bevriend is met de advocaat van één van de partijen tijdens een voor hem aanhangig proces? Is daar niet op zijn minst sprake van de schijn van partijdigheid? Kunnen rechters überhaupt wel aan de social media? Door: Dylan Rood Internettende rechters? Rechters zijn geen jonge twintigers. Vaak hebben zij minimaal de leeftijd van 40 jaar wel bereikt. De meeste rechters zijn zelfs tussen de 50 en 54 jaar oud.3 Geen leeftijden die je direct associeert met internet, laat staan met het gebruik van social media. Dit neemt niet weg dat er zeker rechters zijn die zich hier wel mee bezig houden. Bovendien zullen dit er elk jaar meer worden. Nieuwe jonge rechters, die opgegroeid zijn met internet en al actief zijn op Facebook en Twitter op het moment dat ze tot rechter benoemd worden. Dat is oppassen geblazen. Een pittige uitlating doen is door de komst van social media wel heel gemakkelijk geworden. Het kost maar een paar

seconden om die ondoordachte tweet of statusupdate te versturen, een druk op de enterknop en daar gaat het bericht de wereld al in. Een rechter hoeft nog niet eens een bericht verstuurd te hebben om mogelijke problemen te veroorzaken, het enkel accepteren van een vriendschapsverzoek kan misschien al tot de schijn van partijdigheid leiden. Onder advocaten is social media al vaker te zien. In het Advocatenblad van november wordt door enkele advocaten zelfs geopperd dat eigenlijk alle advocaten aan de social media zouden moeten.4 Het kan dan ook geweldige mogelijkheden bieden. Het bereik van social media is zeer groot en een advocaat is vaak gebaat bij bekendheid. Via social media kan hij of zij bijvoorbeeld ken-

Newcom Research & Consultancy, Social media gebruik in Nederland 2012, Enschede Zie http://bit.ly/e2QuvF 3 De Rechtspraak, Jaarverslag 2011, p. 93. 1

2

6 | INCRETUS


nis delen en contacten onderhouden. Die bekendheid moet natuurlijk wel positief zijn, een dronken tweet draagt daar niet aan bij, bovendien zal het kantoor dat hoogstwaarschijnlijk ook niet appreciëren. Advocaten en rechters bevinden zich in hetzelfde wereldje. Overigens is het hebben van een paar honderd facebookvrienden geen uitzondering. Waarom dan ook niet elkaars ‘vrienden’ worden? Onpartijdige rechtspraak Voor een goed werkende rechtsstaat is het van belang dat de rechters onafhankelijk en onpartijdig hun vak uitoefenen. Onpartijdigheid van de rechter vormt de basis voor de gelijkwaardige behandeling van partijen en dat is essentieel voor een eerlijk proces.5 In de gedragscode voor de rechtspraak zijn enkele punten opgenomen waarvan de medewerkers van de rechtspraak op de hoogte moeten zijn. Zo dienen zij zich te realiseren dat uitingen van religieuze of politieke overtuiging afbreuk kunnen doen aan het beeld van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtspraak en moeten zij voorkomen dat ongewenste vermenging van werk en privé ontstaat.6 Dit is allemaal nog zeer ruim geformuleerd. Bovendien gaat het enkel om het zich realiseren. De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak(hierna: NVvR) heeft daarom tevens een leidraad vastgesteld over onpartijdigheid van de rechter. Uit onderzoek onder de rechtspraak is gebleken dat 79% van de rechtzoekenden (zeer) tevreden is over de onpartijdigheid van de rechter en bij de professionals is dat 78%, daartegenover is respectievelijk 5% en 7% (zeer) ontevreden.7 Dit is een ruime voldoende, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Het aantal wrakingsverzoeken is de laatste jaren bijvoorbeeld wel toegenomen. Van 418 keer in 2009 naar

587 keer in 2011.8 Het daadwerkelijk aantal succesvolle wrakingen is toegenomen van 15 naar 36 keer. Wraking is samen met verschoning een middel om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. Bij wraking gaat het om de perceptie van schijn van partijdigheid door procespartijen, bij verschoning om de perceptie van de rechter zelf.9 De leidraad is er om de rechters een houvast te bieden en goed bewust te laten worden van hun positie. Vertrouwen in de rechtspraak is in de media immers een veelgehoord begrip. Onpartijdigheid van de rechter speelt hierin een grote rol. Het gaat om het vertrouwen dat de rechter het publiek, en in strafzaken vooral de verdachte, moet inboezemen. In de uitspraak van het EHRM van 24 mei 1989 (Hauschildt) is onpartijdigheid verder uitgewerkt.10 Het EHRM zegt dat onpartijdigheid wordt beoordeeld aan de hand van een subjectieve en een objectieve test. Bij de subjectieve test wordt gekeken naar de persoonlijke overtuiging van de rechter in de zaak. Het gaat echter vooral om de objectieve test. Daarbij moet worden vastgesteld of de rechter voldoende waarborgen heeft geboden om iedere gerechtvaardigde twijfel te zijnen opzichte uit te sluiten. Wat laatstgenoemde test betreft, kan zelfs schijn van belang zijn. De NVvR heeft op 26 oktober 2011 een extra rechterscode vastgesteld waarin de kernwaarden van de rechter in gedragsnormen worden vertaald. Onpartijdigheid is uiteraard één van de zes kernwaarden. Zo staat er dat het negeren van eigen vooroordelen, vooringenomenheden en voorkeuren en het terzijde stellen van ieder mogelijk eigen belang door de rechter een voorwaarde voor onpartijdigheid is. De rechter draagt er daarnaast zorg voor dat zijn gedrag zowel binnen als buiten de rechtszaal het publieke beeld van onpartijdigheid niet in gevaar brengt. Het is nog steeds allemaal erg algemeen geformuleerd en heeft meer het doel de rechter uit te nodigen tot kritische zelfreflectie. Het blijft immers altijd de rechter zelf die ervoor moet zorgen dat er geen gerechtvaardigde vrees kan ontstaan ten aanzien van zijn onpartijdigheid.

H. van Wermeskerken, ‘Sneller, meer en beter’, Advocatenblad 2012-15, p. 20-21. NVvR Rechterscode, september 2011, p.410 Artikel 3 lid 4, Richtlijn 91/477/EEG. 6 Zie: Gedragscode rechtspraak punt 2 en 3. 7 Regioplan/Synovate, Klantwaardering Rechtspraak 2011, Onderzoek onder professionals en justitiabelen bij gerechten, Amsterdam: Regioplan, 2011, p.14 en p.20. 8 De Rechtspraak, Jaarverslag 2011, p. 13. 9 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Schijn van partijdigheid rechters, Meppel: Boom juridische uitgevers 2002-190, p. 75. 10 EHRM 24 mei 1990, NJ 1990, 627. 4 5

INCRETUS | 7


Is een vriend een vriend? De mogelijkheid tot het ontstaat van een zodanige vrees is door de komst van social media vergroot. In 2002 was wraking op grond van (voormalige) werkrelaties, nevenfuncties of privérelaties van rechters in de wrakingsdossiers vrijwel niet aangetroffen en ook door rechters amper genoemd als wrakingsgrond.11 In 2002 was er echter nog geen sprake van social media zoals dat nu is. Een online vriendschap tussen een rechter en een advocaat kan tegenwoordig heel gemakkelijk ontstaan. De advocaat stuurt de rechter op Facebook een vriendschapsverzoek, de rechter hoeft vervolgens enkel op accepteren te drukken en er is een vriendschap ontstaan. Kan dit gezien worden als een zodanig vriendschappelijke relatie dat dit de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengt? Het hooggerechtshof van Ohio heeft zich hier in 2010 over gebogen.12 Het hof begint bijna poëtisch met:

Internet maakt alles makkelijker? Sociale netwerken lijken alleen maar nadelen te hebben voor rechters. Ze moeten enorm oppassen met wat ze zeggen en wie ze wel en niet als ‘vriend’ accepteren. De schijn van partijdigheid kan al snel gewekt zijn, vooral door de openbaarheid van social media. Moet de rechter hier dan maar gewoon compleet van weg blijven? Dat lijkt ook niet echt een oplossing. Van de rechter wordt een maatschappelijke betrokkenheid verwacht. Social media is een begrip geworden in de huidige samenleving. Daar kun je als rechter niet omheen. Denk alleen al aan de zogenoemde Facebookmoord15 waar de media volop aandacht aan schenkt. Verder brengt social media veel interessante vragen naar voren over bijvoorbeeld bewijsvoering. Als de rechter een beetje met zijn tijd mee gaat en zelf actief is op sociale netwerken weet hij beter waarover hij recht moet spreken. Social media zal immers nog regelmatig in de rechtszaal terugkomen. Bovendien “A rose is a rose is a rose. A friend is a friend is a friend? heeft ook de rechter recht op een privéleven die hij Not necessarily. A social network “friend” may or may zelf in mag vullen. Als hij daarin wil ‘twitteren’ en not be a friend in the traditional sense of the word.” ‘facebooken’ moet dat kunnen. De samenleving verwacht van de rechter wel dat hij ook in zijn privéleUiteindelijk concludeert het hooggerechtshof dat een ven het goede voorbeeld geeft, juist omdat de rechter rechter op Facebook ‘bevriend’ mag zijn met een adtot taak heeft toe te zien op naleving van het recht vocaat. ‘Vrienden’ zijn op Facebook zegt immers nog door anderen.16 In Amerika is er al meer gesproken helemaal niks. Het probleem met sociale netwerken is over rechters en social media. In Nederland is er nog echter dat contact tussen vrienden zonder aangepaste geen algemene richtlijn over het gebruik van social privacy instellingen openbaar is. Dit brengt met zich media door rechters. De vraag is of dit handig is; voor mee dat iedereen als het ware mee kan kijken. Op het de rechter zou het meer houvast kunnen bieden. In moment dat de rechter en advocaat bijvoorbeeld op april 2011 volgde uit een stemming op de site van elkaars foto’s reageren kan er getwijfeld worden aan Ars Aequi dat destijds 69% van de stemmers vóór de de onpartijdigheid van de rechter op het moment dat invoering van een speciale richtlijn over gebruik van de desbetreffende advocaat deelneemt aan een proces social media.17 Momenteel staat in de gedragscode in een voor deze rechter dienende zaak. Dat is wat een van de NVvR wel dat de rechter terughoudend moet rechter ten alle tijden dient te voorkomen. Het hoogzijn bij het gebruik van sociale media en zich dient te gerechtshof van Florida is dan ook een stuk strenger. realiseren dat het gebruik daarvan kan leiden tot het Zij beantwoordt de vraag of een rechter op een sociaal leggen van onwenselijke verbanden.18 netwerk bevriend mag zijn met een advocaat duidelijk met nee.13 Vervolgens werd ditzelfde hooggerechtshof De internettende rechter, de komende jaren zullen een aantal maanden later gevraagd of dit wel mag we er meer en meer mee te maken krijgen. Zolang de als de rechter een disclaimer op zijn pagina opneemt rechter hier verstandig mee om kan gaan is er geen waarin hij zegt dat de term ‘vriend’ simpelweg moet probleem. Maar internet en social media, het maakt worden opgevat als een kennis van de rechter, niet als het er voor de rechter in ieder geval niet gemakkelijker een vriend op de traditionele manier.14 Weer luidde op. het antwoord nee, hetzelfde gold voor de vraag of het mag als de rechter elke advocaat accepteert waar de naam voor hem ook maar enigszins bekend voorkomt of indien zij gemeenschappelijke vrienden hebben. Duidelijk is dat men hier in Florida zeer streng over is. Er is in ieder geval geen twijfel voor de rechter. Komt er een vriendschapsverzoek van een advocaat? Gewoon niet accepteren.

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Schijn van partijdigheid rechters, Meppel: Boom juridische uitgevers 2002-190, p. 77. Supreme court of Ohio, 3 december 2010, 2010-7. 13 Supreme court of Florida, 17 november 2009, 2009-20. 14 Supreme court of Florida, 26 maart 2010, 2010-06. 15 Rechtbank Arnhem 12 november 2012, LJN BY2852. 16 NVvR Rechterscode, september 2011, p. 7. 17 Zie http://bit.ly/VaFtFd 18 NVvR Rechterscode, september 2011, p. 8. 11

12

8 | INCRETUS


INCRETUS | 9


COLUMN

Interview met Nicole van der Meulen

INTERVIEW

Ik daag u uit om iets te kunnen noemen dat het leven van de mensen, waar dan ook ter wereld, op een dusdanige wijze heeft beïnvloed zoals ‘Social Media’ dit de afgelopen jaren heeft gedaan. Inmiddels zijn er meer dan 1 miljard gebruikers wereldwijd die dagelijks één uur per dag ‘sociaal’ zijn. Afgelopen maanden zijn er in de ‘gewone’ media meerdere interessante artikelen verschenen over de invloed van deze ‘Sociale Media’ op de consument, maar ook artikelen die pijnlijk blootstellen dat Social Media een troef is voor derden om meer over ons te weten te komen dan wij voor lief hebben. Naast het ‘schenden’ van onze ‘privacy’ heeft Social Media steeds meer invloed op onze psyche. In zoverre dat er inmiddels afkickcentra speciaal voor Social Media zijn opgericht. Tevens hebben meerdere studies aangetoond dat het gebruik van Social Media bij veel gebruikers tot depressiviteit leidt. In een interview met Nicole van der Meulen, docente binnen de afdeling Transnational Legal Studies aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zullen verschillende aspecten van Social Media aan de orde komen Door: Melinda Gayir Heeft u Facebook? Neen. Ik heb wel Facebook gehad maar ben er al een tijdje vanaf. Ik wil geen Social Media, omdat ik mijn leven met andere mensen ga vergelijken. De concurrentiestrijd binnen de Social Media heb ik als zeer onprettig ervaren. Hoe voelt het om geen Facebook te hebben? Aan de ene kant heb ik het gevoel dat ik een hoop dingen mis of langs me heen laat varen. Ook omdat sociale communicatie tegenwoordig enkel via ‘Social Media’ plaatsvindt, brengt dit een soort afhankelijkheid met zich mee. Men komt tegenwoordig vaak het snelst via Social Media in aanraking met gebeurtenissen in de omgeving. Aan de andere kant zorgen Sociale Media ervoor dat je twee levens hebt. Enerzijds een fysiek leven en anderzijds het leven dat je bijvoorbeeld op Facebook weergeeft. Het vervelende is dat jouw Facebook-leven op een gegeven moment het geluk in je echte fysieke leven gaat bepalen. Wanneer ‘Facebook-vrienden’ allemaal geluksmomenten ‘posten’ terwijl jijzelf

10 | INCRETUS

een druk leven hebt, word je gedwongen om je af te vragen “Waarom kunnen zij dit wel en ik niet?”. Sommige mensen kunnen hier doodongelukkig van worden. Bovendien merk ik nu dat ik meer van mijn fysieke momenten geniet. Wanneer Facebook je leven beheerst, kun je bijvoorbeeld moeilijk volledig van een concert genieten. Men is dan continu bezig met filmen en posten op Social Media. Het fysieke moment wordt niet geleefd. Welke ontwikkelingen zie je binnen de ‘Sociale Media’? Social Media wordt een kwetsbaar medium. Denk daarbij aan de Facebook-moord, het incident in Haren en een ander bekend voorbeeld is de Canadese Amanda Todd die zichzelf vermoorde, omdat een man een foto van haar borsten als profielfoto gebruikte. Het meisje had vervolgens zowel online als offline geen leven meer. Men zal Social Media steeds vaker als een soort ‘naming and shaming’ gebruiken, juist omdat het zo een wijd publiek heeft.


Er wordt gezegd: ‘Eens op internet altijd op internet’. Maar bestaat er ook een recht om vergeten te worden? Geen spijt hebben op het internet is onmogelijk en een recht om vergeten te worden zou dit goed maken. Het zou ons een bepaalde controle teruggeven. Hier is natuurlijk heel veel weerstand tegen. Ik denk omdat Social Media dan tussen twee partijen komt te staan. Bijvoorbeeld als iemand anders een foto van jou op zijn of haar profiel plaatst. Veel Amerikaanse juristen hebben hier kritiek op, omdat zij vinden dat dit een beperking op de vrijheid van meningsuiting is. Ik ben van mening dat de ‘Freedom of Expression’ in een dergelijk geval beperkt mag worden. Hierdoor heeft Waarom de privacy? de consument meer controle over zijn persoonlijke Eigenlijk heb ik dat nooit begrepen want op het moment dat je binnen de Sociale Media stapt aanvaard je gegevens op de Social Media. Op dit moment is het automatisch een bepaalde openbaarheid. In sommige zo dat het plaatsen van foto’s of informatie op internet met zich meebrengt dat je het niet zomaar kunt gevallen stap je de sociale media in, omdat de werkweghalen. Denk hierbij aan het voorbeeld van de Cagever jou daartoe verplicht. In dat geval is het qua nadese Amanada Todd die de wereld heeft geschokt. privacy problematisch en verandert het karakter van het sociale medium. Er moet voor dergelijke situaties Amanda had op dat moment geen verdediging. Dit beleid worden gevormd waarbij eisen worden gesteld betekent dat er op dit gebied beleid moet worden gevormd. Indien derden gegevens van jou, zonder aan de wijze waarop social media met jouw informajouw toestemming, op Social Media plaatsen, moet tie omgaat. het mogelijk zijn om deze vrijheid van meningsuiting In hoeverre is de gebruiker zelf een groot gevaar voor te beperken. Refererend naar jouw vraag: er is op dit moment geen recht om vergeten te worden, maar het de privacy op ‘Social Media’? zit er aan te komen. Ik kan mij voorstellen dat er in het begin een soort van naïviteit heerste en dat een heleboel mensen Wat zou volgens jou, gelet op de ‘The Five Models of gewoon niet beter wisten. Social Media was 10 jaar Internet Governance’ van Lawrence Solum, het perfecgeleden onschuldiger, bovendien waren er minder te model zijn om ‘Social Media’ te reguleren? toepassingen om met de gegevens van de gebruiker Goede vraag, ik ben er dan ook zelf nog niet helemaal om te gaan. De gebruiker moest bijvoorbeeld handuit, ik denk dat ‘the code’ het juiste model zou zijn. matig zijn vrienden één voor één aanklikken om te Dit model stelt dat zowel software als internet op achterhalen wat hun dagelijkse bezigheden waren. een bepaalde, verschillende, manier zijn ontworpen Dit is inmiddels achterhaald. Sinds 2009 krijgt men waardoor er door het samenbrengen van deze twee middels ‘News Feeds’ op de eigen Facebook-profiel te zien wat al zijn of haar vrienden te melden hebben. nieuwe mogelijkheden ontstaan. Er moet dus rekeHierdoor krijgen ‘vrienden’, die wel in jouw vrienden- ning gehouden worden met de wijze waarop Social lijst staan maar met wie je weinig te maken hebt, ook Media is opgezet. continu een kijkje in de keuken. Heb je nog een afsluitende tip voor de ‘Social FolloDe gebruikers zijn onderhand kundiger om de privacy wers’? Gebruikers moeten voorzichtig zijn met het plaatsen zelf te reguleren en om die reden is men zelf vervan privacygevoelige informatie op Social Media. antwoordelijk voor hetgeen op Social Media wordt geplaatst. Wel verontrustend is natuurlijk de ‘Function Ook omdat deze gegevens voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden dan de consument met het Creep’. Hiermee worden gegevens of informatie die plaatsen van die informatie heeft beoogd. Liever zou aan jouw profiel gekoppeld zijn gebruikt voor andere doeleinden (marketings-, opsporings- of andere doel- ik willen zeggen, ga van Facebook af. Zeker als je langer dan twintig minuten per dag hieraan spendeert einden) dan waarvoor deze gegevens oorspronkelijk en je na een dag zonder Facebook ontwenningsverbedoeld waren. schijnselen krijgt. Hoe zit het met het privacybeleid van ‘Social Media’? Wat veel mensen vaak vergeten is dat deze platforms toch geld aan de informatie en foto’s moeten verdienen. Sociale media zijn namelijk geen liefdadigheidsorganisaties. Jouw gegevens zijn geld waard. Dit door middel van de gegevens aan een derde door te spelen en waarschijnlijk ook gewoon toegang te verlenen tot die gegevens. Er zal ongetwijfeld wel beleid zijn, maar als je het secuur gaat nalezen zal het best verontrustend zijn. Hoe verhoudt het gebruik van ‘Social Media’ zich tot het recht? Er is een aantal zaken geweest over de vraag of via sociale media persoonlijke informatie verkregen mag worden. Denk daarbij aan privacy, opsporing en de relatie tussen werkgever en werknemer. Tijdens mijn sollicitatiegesprek bij het Governement Computer Emergency Response Team wat inmiddels het National Cyber Security Centrum is geworden ben ik ook met mijn Facebook verleden geconfronteerd. En ja, dat is wettelijk gewoon toegestaan. Tegenwoordig wordt het zelfs in de vacatures vermeld.

INCRETUS | 11


Social Media en Arbeidsrecht Ontslagen door Social Media Conflicten in het arbeidsrecht worden beslecht aan de hand van de ‘kernwaarden’ van het arbeidsrecht: de normen van het ‘goed werkgeverschap’ en ‘goed werknemerschap’ ofwel ‘goed fatsoen’. Ook bij het gebruik van Social Media gelden deze normen. Het uitschelden van je werkgever via je Facebook-pagina valt buiten de hierboven genoemde norm en kan tot het ontbinden van een arbeidsovereenkomst leiden. Men moet zich realiseren dat het begrip ‘vrienden’ op Facebook betrekkelijk is, aldus de kantonrechter.1 Bovendien moet men het risico van ‘retweeten’ waardoor ook andere mensen van een dergelijk bericht kennis kunnen nemen, niet miskennen. Actief werven via Social Media Interessant is ook het verschil tussen een ‘tweet’ en het uitnodigen en accepteren die vereist is bij een Hyves-, LinkedIn- of een Facebook-account. Het Hof in Den Haag beschouwt een tweet als een moderne vorm van adverteren. In deze zaak werd het Twitter-account van de ex-werknemer gevolgd, mede door die advertentietweet, door de klanten van de ex-werkgever.1 Dit ‘volgen’ is volgens het Hof een eenzijdige actie, van de volger, die niet actief door de eigenaar van de Twitteraccount wordt gemobiliseerd. Ook het op Twitter volgen van de followers van een concurrent is toegestaan, zolang er niet hierdoor op een slinkse wijze klanten worden ontfutseld.3 Dit is anders wanneer het een Hyves-, LinkedIn- of een Facebook-account betreft. Dit ‘actief benaderen’ werd door het Hof Amsterdam gezien als actief werven zoals bedoeld in relatiebeding.4 Social Media in Vogelvlucht 1. ‘Facebookfeest’ Haren leidt tot noodverordening (NRC) Toen de Harense Merthe haar zestiende verjaardag als ‘openbaar evenement’ op Facebook zette, gaven ruim 6000 mensen aan aanwezig te zullen bij het evenement. Burgermeester Bats uit het Groningse Haren kondigde daarop een noodverordening af – ‘Er is geen feest’. 2. De Facebookmoord (AD) De Facebookmoord werd 14 januari uitgevoerd door de toen 14-jarige Jinhua K. uit Capelle aan de IJssel na aandringen, intimidaties en de belofte van enkele tientjes. Hij deed dat op verzoek van de 16-jarige Polly W. uit Arnhem en de toen 17 –jarige Wesley C. uit Rotterdam. De rechtbank veroordeelde op 12 november de twee minderjarige verdachten tot 2 jaar jeugddetentie en jeugd-tbs voor het uitlokken van de moord op de 15-jarige Winsie Hau. Het OM had voor beiden een gevangenisstraf van 5 jaar en tbs geëist. Het OM gaat in hoger beroep tegen deze uitspraak.

Ktr. Arnhem 19 maart 2012, LJN: BV9483. Hof Den Haag 21 februari 2012, LJN: BW0090. 3 Vrz. Rb. Amsterdam 15 juni 2011, KGZA11-632 MW/MV. 4 Hof Amsterdam 24 juli 2008, LJN: BG1032. 1

2

12 | INCRETUS

3. Duitser ontslagen na beledigen collega op Facebook (VK) Een Duitse man beledigde zijn college via Facebook door hem uit te maken voor ‘Speckrolle’ en ‘Klugscheisser’ en dat is een reden tot ontslag. Een belediging via sociale netwerksites weegt zwaarder dan een mondelinge belediging omdat die door veel mensen wordt gelezen, aldus de Duitse rechter. 4. VVD wil lokpubers op sociale media mogelijk maken (VK) De VVD wil dat de politie lokpubers kan inzetten bij de bestrijding van internetdating en kinderporno. Dit blijkt uit Kamervragen van VVD-Kamerlid Ard van der Steur aan Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie). 5. Gedrag Social Media doorslaggevend bij sollicitaties (powerpr) Uit recent onderzoek in de VS onder 300 werkgevers door Reppler is gebleken dat 70% van de recruiters kandidaten heeft afgewezen om hun Social Media activiteiten. Daarentegen is voor 68% het beeld dat ze van een kandidaat kregen op social Media doorslaggevend geweest om iemand wel aan te nemen. 6. Facebook schikt zaak over ‘vind ik leuk’ (VK) Facebook betaalt 10 miljoen dollar om een rechtszaak te schikken over het gebruik van namen en foto’s van Facebookgebruikers. De rechtszaak was aangespannen door vijf gebruikers. Zij meenden dat Facebook een privacywet overtreedt door hun oordeel ‘vind ik leuk’ te gebruiken voor advertenties. Als het tot een vonnis van de rechtbank was gekomen, had dit tot miljarden dollars aan schadevergoeding voor de vele gebruikers kunnen leiden. 7. Identiteit Belgische spionnen bekend op Facebook (AD) Met een simpele zoekopdracht als ‘Staatveiligheid’ of ‘Sûreté de l’état’ kunnen medewerkers van de geheime dienst van België eenvoudig worden opgespoord via LinkedIn. Ook op Facebook schrijven medewerkers dat ze werken voor Staatsveiligheid, zoals de geheime dienst van onze zuiderburen heet. Volgens de top van de inlichtingendienst maken de medewerkers zich zo te gemakkelijk tot doelwit van kwaadwillenden. 8. Moeder zet naaktfoto van minderjarige dochter op Facebook (AD) Een moeder heeft een naaktfoto van haar veertienjarige dochter op Facebook geplaatst. De Amerikaanse vond het plaatje in de telefoon van haar dochter. De politie verzamelde een jaar lang bewijs tegen de 50-jarige. Omdat het meisje veertien is, wordt haar moeder nu aangeklaagd voor het bezit en verspreiden van kinderporno. De politie werkte samen met Kinderwelzijn en liet de foto van het web halen. 9. ‘Anonymous’ publiceert lijst twitteraccounts vermeende pedofielen (VK) Een hacker die beweert van Anonymous te zijn heeft op Pastebin.com een lijst met twitteraccounts geplaatst van vermeende pedofielen. In een begeleidende tekst schrijft de hacker dat de mensen die aan kinderen zitten met Anonymous te maken krijgen.


Verslag AJB

Mijn naam is Vera Gal en ik ben 21 jaar. Afgelopen jaar heb ik mee mogen werken als ‘secretaris’ van het Amsterdamse Juridische Bedrijvendag Bestuur 2012. In het eerste jaar is de gemiddelde rechtenstudent onder andere bezig met termen als ‘Bindend studieadvies’, ‘Propedeuse’, ‘Herkansingen’, ‘Hoe moet een CV eruit zien’ en ‘Hoe moet ik solliciteren’. Een groot gedeelte van de studenten oriënteert zich vaak niet voldoende op welke studie precies past en er valt een enorme hoeveelheid studenten uit tijdens het eerste jaar. Gelukkig heb ik het overwonnen en ben ik inmiddels derdejaars Rechtenstudente aan de VU. Op het moment dat jaar één overleefd is, komen er andere vraagstukken naar boven: ‘Hoe kan ik me bezighouden met wat praktijkervaring’, ‘Wat betekent ‘Rechten’ in de praktijk? Zo ik dus ook, in februari 2012 werd ik benoemd tot Abactis van het bestuur Amsterdamse Juridische Bedrijvendag. Dit is een enorme eer en een hele uitdaging geweest. Naast alle algemene taken zou ik mij gaan richten tot ‘het symposium’, waar de recruitmentdag mee van start gaat. Samen met drie commissieleden moesten wij er iets moois van maken. Kritiek van voorafgaande jaren lag in het feit dat studenten niet actief betrokken werden bij het discussiepanel. Voor ons dus de taak om hier wat verandering in te brengen. Wat ons betreft begon die verandering bij een goede voorbereiding. We hielden ons bezig met vragen als: ‘Wat is nou precies het doel van dit onderdeel op die grote dag?’ en ‘hoe zorgen we dat de studenten ‘durven’ mee te praten’.

Wij vonden dat het een soort ‘opwarmertje’ zou moeten zijn zodat tijdens de workshops iedereen actief mee durft te doen. We kozen voor een aanpak waarbij studenten zouden staan aan staantafels en we sloten zelfs af met een ‘spelelement’. Daarnaast gingen we op zoek naar een onderwerp wat zeker op juridisch vlak heel interessant is. Uiteindelijk werd het ‘de financiele crises’. Maar wij vonden ook vooral dat het recht niet op zichzelf staat, zeker met betrekking tot dit onderwerp, in de maatschappij. Alle regels en wetten is leuk en aardig maar het moet ook wel gerealiseerd kunnen worden. Daarom hebben we ervoor gekozen om niet alleen een deskundigen op het gebied van Rechten uit te nodigen maar ook een politicus en een econoom.

VERSLAG

Hallo!

Wanneer studenten nog verder in hun Rechtenstudie terecht komen spelen er specifieke vragen op: ‘Welke minor ga ik kiezen’, Welk vakgebied vind ik interessant?’ en ‘Waar wil ik later gaan werken: is dat juist een groot kantoor of juist een klein kantoor’? Wat mij erg aanspreekt om bestuurslid geweest te zijn van de AJB is dat het erg leerzaam is en dat het een enorme uitdaging is grote evenementen te organiseren en daar verantwoordelijkheid voor te dragen. Verder hoop ik dat het voor iedere student wat duidelijkheid heeft gegeven, ongeacht welke fase van de studie. Ik weet zeker dat ik aankomend jaar weer de AJB zal bezoeken. Om nog meer duidelijkheid te krijgen op de verschillende vragen die je kan hebben als rechtenstudent als om gewoon uit nieuwsgierigheid is te kijken wat het aankomende bestuur er van gaat maken. Vera Gal, Abactis Stichting Amsterdamse Juridische Bedrijvendag 2012 INCRETUS | 13


Afgelopen jaar had ik de eer de functie van vicepraeses van de Amsterdamse Juridische Bedrijvendag (AJB) te mogen vervullen. Dit heb ik uiteraard met veel plezier gedaan en daarom deel ik graag hoe ik de (mijns inziens succesvolle) dagen en organisatie ervan heb ervaren. Iets wat ik al vrij snel heb ontdekt is wat je allemaal voor eten bij de vu kunt laten bezorgen. Want hoewel ik het met liefde gedaan heb, heb ik in ieder geval vanaf de week voor de eerste AJB dag op de VU gewoond met mijn bestuursgenootjes. Uiteraard is dat niet hoe je je een ideaal sociaal leven voorstelt, maar eigenlijk was het best gezellig om iedere dag samen te bikkelen voor iets waarvan we allemaal hoopten dat het een succes zou worden. De eerste week is voornamelijk

voorbij gegaan in een waas van stress, programma’s maken en badges vullen. Dat het stressen zou worden bleek al snel toen het eerste probleem zich aandiende: de programmaboekjes waren er nog niet. Vrijdag 2 november zou de pré-AJB plaatsvinden en de maandag ervoor hadden we nog geen boekjes. Dit was, zo werd ons verteld door de drukker, geen probleem want ze zouden absoluut dinsdag bezorgd worden. Dinsdag waren ze er weliswaar niet, maar later dan woensdag en maximaal donderdag zou het sowieso niet zijn. Tot wij donderdag het pijnlijke bericht kregen: de boekjes waren kwijt. Op zo’n moment is dat totaal niet wat je wilt horen (ik verwijs naar voorgenoemde waas van stress, programma’s en badges) en klinkt het dusdanig problematisch dat je geneigd raakt in huilen uit te barsten. Eén van de dingen die ik echter geleerd heb is dat vrijwel alles ook weer op te lossen is, met de nodige juridische kennis. Na een paar kwade telefoontjes van onze kant waarbij algemene voorwaarden, grijze lijsten en zwarte lijsten van het BW uit de kast werden getrokken, waren daar dan toch de programmaboekjes. Welgeteld drie uur voor de eerste deelnemers zouden arriveren. De pré-AJB verliep gelukkig erg goed. De dag ving aan met een lezing van Gerben Kor. Vervolgens werden verscheidene workshops gegeven over onder andere retoriek, CV maken en solliciteren. De dag was dan ook voornamelijk populair onder de wat jongere 14 | INCRETUS

juristen. Tot slot praatte iedereen nog even na op de afsluitende borrel. Het begin van ons evenement is verder probleemloos verlopen, alleen de vrouwen in ons bestuur hadden ontdekt hoe pijnlijk en moeizaam het is een hele dag op hakken te werken. Vol goede moed, met gelpads in onze pumps en bewapend met blaren pleisters begonnen we aan de realisatie van dag twee: de Prospectu Iuridici in de Rechtbank Amsterdam. Voor deze dag was ik grotendeels verantwoordelijk. Daarom was het ook extra spannend voor mij. Voor ik ging solliciteren zat ik na te denken wat ik graag anders zou zien aan de AJB. In de zestien jaren dat de stichting bestaat heeft de AJB zich hoofdzakelijk gericht op de bekende grote kantoren aan de Zuidas die gespecialiseerd

zijn in ondernemingsrecht. Aangezien slechts een klein percentage van de rechtenstudenten hier ook daadwerkelijk terecht komt, wilde ik graag een dag organiseren die een breder publiek aan zou spreken. Heel veel studenten, waaronder ikzelf, weten namelijk nog helemaal niet wat zij willen doen na hun studie en in welk rechtsgebied zij werkzaam willen zijn. Dit is hopelijk voor een aantal studenten veranderd die naar de tweede dag van de AJB zijn geweest. Ook nu werden de deelnemers een beetje opgewarmd middels een lezing, ditmaal over het vertrouwen in de rechtspraak. Na de welverdiende koffie en thee (de dag begon om tien uur) gingen de workshops van start. Onder andere juristen van de Raad van State, het Mediationbureau Rechtbank Amsterdam en DAS rechtsbijstand vertelden over hun werkzaamheden en vaak behandelden ze een casus die zij zelf ook voor de voeten geworpen kregen tijdens hun werk. Na de workshops organiseerde pleitgezelschap Cicero een pleitwestrijd waar iedereen zijn of haar pleitkwalliteiten op de proef kon stellen tegenover een echte rechter. Er werd een strafrecht- en een privaatrechtcasus behandeld dus nog een kans om te ontdekken waar je interesses liggen. De borrel aan het einde van de dag duurde wat langer dan gepland maar dat beschouw ik alleen maar als een goed teken.


Toen was het al tijd om te beginnen met de organisatie van de laatste dag: de Recruitment AJB. ‘De laatste lootjes wegen het zwaarst’ was ook hier van toepassing. Inmiddels waren we al drie weken dag en nacht bezig met het organiseren van dit evenement en we begonnen een beetje vermoeid te raken. Desalniettemin is het ons gelukt met de hulp van commissie en AJBuddy’s om een geslaagde derde en laatste dag neer te zetten. In een nieuwe locatie nog wel, namelijk het stadsarchief de Bazel. De deelnemers van deze dag konden workshops bijwonen van kantoren werkzaam in het topsegment van de advocatuur. Om daarvoor een beetje los te komen begon de dag met een symposium. Tijdens dit symposium werd door iedereen uitgebreid gediscussieerd over de oorzaken van en, belangrijker nog, de oplossingen voor de economische crisis. Dit vanuit een juridische, politieke en economische invalshoek onder begeleiding van verscheidene experts. Na de workshops was er gelegenheid voor één op één contact met recruiters en juristen van kantoren tijdens het speeddaten. Ook vandaag liep de borrel een tikkeltje uit maar dit heb ik, nogmaals, als zeer positief ervaren. De dag werd afgesloten met een Recruitmentdiner waar studenten (op uitnodiging) konden praten met recruiters van een kantoor naar keuze. Al met al heb ik de AJB als ontzettend leuk, leerzaam en geslaagd ervaren. Ik raad iedereen dan ook aan, in wat voor fase van je studie je ook zit, om de AJB 2013 bij te wonen. Ik twijfel er niet aan dat deze onder leiding Chayenne van Lavieren net zo’n succes zal worden. Wat ik het meeste mee zal nemen uit deze ervaring is hoeveel je kunt hebben aan de samenwerking met je bestuursgenoten en hoe belangrijk zij zijn. Niet alleen om de werkdruk wat te verlichten, maar ook om gezellig samen Thaise curry mee te eten om tien uur ‘s avonds op de VU. Ik heb er van genoten! Charlotte de Kluiver Vicepraeses Stichting Amsterdamse Juridische Bedrijvendag 2012

Ben jij een ambitieuze student die naast studeren ook wil organiseren? Lijkt het jou leuk om voor je medestudenten een bedrijvendag te organiseren en daarvoor contact te leggen met diverse prominente kantoren? Grijp dan nu je kans en solliciteer naar een bestuursfunctie of voor een plaats in de commissie zodat jij de Amsterdamse Juridische Bedrijvendag 2013 tot een succes kan maken! Stuur vóór 31 december 2012 jouw sollicitatiebrief en CV naar: ajb.rechten@vu.nl o.v.v. sollicitatie AJB 2013. Geef daarbij aan of je naar een bestuursfunctie solliciteert of naar een plaats in de commissie. Omschrijf in je brief waarom je solliciteert en vermeld waarom jij denkt dat jij geschikt bent om de AJB 2013 nog spectaculairder te maken dan voorgaande jaren. Meer weten? Stuur een e-mail naar: ajb.rechten@vu.nl

INCRETUS | 15


ACTIEVE LEDEN ETENTJE @ DE HEFFER 01-11-2012

16 | INCRETUS


SINTERKLAASBORREL @ DE HAVELAAR 06-12-2012 QBD IN BEELD

INCRETUS | 17


CONSTITUTIEBORREL @ LITTLE BUDDHA 07-11-2012

18 | INCRETUS


INCRETUS | 19


“En dan nu het linkje met pics waar u op zat te wachten. Wie het eerst fapt, die het eerst komt. HIERRR…”

Doordat alle ‘takedown requests’ online gepubliceerd worden zijn de URL’s in kwestie nog steeds vindbaar via Google. Met als gevolg de absurde situatie waarin auteursrecht houders Google vragen “to take down their own takedown requests.”1

ARTIKEL

Het online plaatsen van door het auteursrecht beschermde werken mag niet. Ook los van (kennis van) wetteksten en jurisprudentie begrijpen we allemaal dat daar iets mis mee is. Echter, hoe zit dat nu precies met linken naar beschermde content? Een flinke straf voor iemand die een website runt waarop actief links naar illegale content worden geplaatst én daar ook nog eens heel veel geld mee verdient zal weinig wenkbrauwen doen optrekken.2 Zoals wel vaker in het recht wordt het interessanter naarmate we de grensgevallen opzoeken. Google indexeert bijvoorbeeld miljoenen websites per dag om hun zoekresultaten up-to-date te houden. Hoe zit het dan met websites waar illegale content op staat? Moet Google een klein leger inzetten om deze websites er actief uit te filteren? Of is het verwijderen van de link nadat hierom is gevraagd voldoende?3 Voor dit stuk zullen we ons focussen op een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. In het eerste hoofdstuk zullen we ons vooral met de overwegingen van de rechtbank bezighouden. In het tweede hoofdstuk laten we het duidelijk nog altijd in ontwikkeling zijnde positieve recht even los en concentreren we ons op de vraag die menig internetjurist bezighoudt: wat zouden de regels omtrent linken moeten zijn? Door: Carsten Oosting & Daan Tervoort Positief recht De Hoge Raad heeft in 20024 al aangegeven dat linken naar materiaal dat inbreuk maakt op andermans auteursrecht in principe mag. Om toch tot een veroordeling te komen moet er dus sprake zijn van bijzondere omstandigheden. Het meest recente en in het oog springende Nederlandse voorbeeld hiervan is de GeenStijl-zaak.5 GeenStijl plaatste op 27 oktober 20116 een link naar naaktfoto’s die in het door Sanoma uitgegeven

tijdschrift Playboy zouden verschijnen, nog voor deze editie daadwerkelijk in de schappen lag. Het materiaal stond op de Australische servers van bestandsuitwisseldienst FileFactory.com, dus niet op GeenStijl’s eigen servers. Nadat de foto’s van deze server verwijderd waren, uitgeverij Sanoma had daarom verzocht, veranderde GeenStijl de verwijzing naar een nieuwe website waarop de naaktfoto’s nog wél te vinden waren. Dit gebeurde nog een aantal keer. De uitgeverij zette hoog in. Niet alleen beweerde zij

‘Google heeft grootste database van links naar illegale content’, Dutch Cowboys 21 juli 2012, http://www.dutchcowboys.nl/google/25255 Andrew Orlowski, ‘SurfTheChannel Brit movie pirate gets 4 YEARS’ PORRIDGE’, The Register 14 augustus 2012, http://www.theregister. co.uk/2012/08/14/vickerman_jail/ 3 De zogenaamde “notice & takedown” procedure. 4 HR 22 maart 2002, LJN AD9138. 5 Rechtbank Amsterdam 12 september 2012, LJN BX7043. 6 Pritt Stift, ‘Fucking uitgelekt! Naaktfotoos Britt Dekker.’, GeenStijl 27 oktober 2011, http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2011/10/britt_ dekker_heeft_een_kale_ku.html 1

2

20 | INCRETUS


dat GeenStijl onrechtmatig handelde door het plaatsen van de verwijzing; volgens Sanoma pleegde het tendentieuze, ongefundeerde & nodeloos kwetsende weblog een eigen inbreuk van het auteursrecht. Dat laatste is nu precies wat er zo bijzonder is aan deze zaak: alhoewel GeenStijl zelf niets met het uploaden van de foto’s te maken heeft gehad zou zij veroordeeld worden als ware zij zelf de uploader.

betekent op het auteursrecht. De vraag die in dit arrest centraal staat is of er in dit geval sprake is van openbaarmaking door GeenStijl krachtens artikel 12 auteurswet . Of hier sprake van is wordt beoordeeld aan de hand van criteria van het Hof van Justitie EU. Dit zijn interventie, nieuw publiek en winstoogmerk.9

Dat er sprake is van enige vorm van interventie mag duidelijk zijn. GeenStijl heeft een rol gespeeld in het Tot verbazing van velen ging de rechtbank mee in verspreiden van de foto’s. Wat hier meespeelde was deze redenatie, en ook dat maakt deze zaak zo bijdat de foto’s niet op een openbare website stonden. zonder. Als belangrijkste argument hiervoor noemde De bestanden stonden op Filefactory.com, een webzij dat haast niemand de foto’s had kunnen vinden site die geen eigen bezoekers zonder hulp van het bekende weblog. Ja, ze stonden heeft maar als een back up al online, maar op een zodanig verstopte manier dat dient, een zogenaamde “cloudgeen mens ze had kunnen ontdekken. Door de link dienst”. De website kon door vervolgens op GeenStijl te publiceren was de content geen enkele zoekmachine worplots voor een veel groter publiek zichtbaar. En dat, den gevonden. Daarnaast was zo oordeelde de rechtbank, kan ook gezien worden als ook uit de bestandsnaam niet een openbaarmaking in de zin van art. 12 Auteurswet. af te leiden dat het ging om de Playboy foto’s. Zonder deze Een tweede belangrijk punt dat naar voren werd geinterventie had het publiek de bracht was het winstoogmerk van GeenStijl. Alhoewel foto’s nooit gevonden. Ook uit zij zich zelf beroepen op de nieuwswaarde van de de expliciete artikelnamen is foto’s staat volgens de rechtbank vast dat het plaatsen af te leiden dat GeenStijl deze ervan “…onmiskenbaar is geschied met de bedoeling interventie beoogde1011. Anders 7 om bezoekers naar de website te trekken…” . was het dus wellicht geweest als het een website betrof die Tel deze twee punten bij elkaar op en je krijgt volgens door zoekmachines gevonden de Rechtbank Amsterdam een nieuwe auteursrechkon worden en dat de bestantinbreuk. Voor leken misschien op basis van bovenden gevonden konden worden staande niet meer dan logisch, volgens deskundigen via een sharing website onder als Arnout Engelfriet een hellend vlak.8 De eerste die een verklarende naam. een vindplaats van inbreukmakende content nu bekend maakt staat immers een flinke zaak te wachten. Daarnaast werd door de Ook een simpele torrentlink naar de nieuwe James rechtbank aangenomen dat er Bond-film. sprake was van nieuw publiek in de zin van artikel 3 van de De analyse auteursrechtrichtlijn.12 De De GeenStijl- zaak heeft menig voorvechter van de foto’s moeten andere dan free-flow- of information movement achter zijn oren het oorspronkelijk beoogde doen krabben ofwel doen huilen van binnen. In dit publiek hebben bereikt. In geval werd niet enkel de bron aangepakt maar ook dit geval heeft GeenStijl de diegene die naar deze bron verwees. In de ogen van foto’s tentoongesteld aan haar 230.000 dagelijkse menig jurist een (te) grote verruiming van de criteria bezoekers. Dit hangt samen met het feit dat de foto’s die inbreuk op auteursrecht kunnen bewerkstelligen. sowieso onvindbaar waren op het internet tot het In dit geval wordt GeenStijl, als tipgever, als inbreukmoment van doorlinken door GeenStijl. Niet alleen maker op het auteursrecht gezien. de trouwe Playboy lezer, maar een ondefinieerbaar publiek van duizenden internetgebruikers heeft de foto’s Het is belangrijk om in deze zaak goed te kijken naar kunnen bewonderen. Anders was het geweest als het de motiveringen van de rechtbank. Het is mijns inging om foto’s op een openbare website. Door de ziens te gemakkelijk om er meteen vanuit te gaan dat openbaarheid is het publiek sowieso ondefinieerbaar, er sprake is van een te verregaande restrictie. Als men en was er misschien minder snel door de rechtbank kijkt naar de feiten is door de rechtbank niet beslist aangenomen dat het ging om nieuw publiek.13 dat doorlinken in zijn algemeenheid altijd een inbreuk Rechtbank Amsterdam 12 september 2012, LJN BX7043, R.O. 4.15 Arnout Engelfriet, ‘GeenStijl schendt auteursrecht door te linken naar Britt-Playboyfoto’s’, IusMentis 13 september 2012, http://blog.iusmentis.com/2012/09/13/geenstijl-schendt-auteursrecht-door-te-linken-naar-britt-playboyfotos/ 9 LJN: BX7043, Rechtbank Amsterdam: R.o. 4.5-4.6 10 LJN: BX7043, Rechtbank Amsterdam: R.o. 4.7-4.13 11 “Fucking uitgelekt!” en “En dan nu het linkje met pics waar u op zat te wachten. Wie het eerst fapt, die het eerst komt. HIERRR”. 12 LJN: BX7043, Rechtbank Amsterdam: R.o. 4.14 13 LJN: BX7043, Rechtbank Amsterdam: R.o. 4.15-4.16 7

8

INCRETUS | 21


Als laatste neemt de Rechtbank aan dat er sprake is van een winstoogmerk . GeenStijl heeft de link geplaatst om zo meer bezoekers te trekken naar hun website. Ook zijzelf ontkennen niet dat zij een commercieel belang hebben bij het plaatsen van sensatiebeluste berichten op hun website. Daarnaast hoorde het artikel bij de “50 top topics van 2011””. In dit geval kan dit gezien worden als een cumulatief vereiste. Ook Britt Dekker was niet zo blij dat haar naaktfoto’s waren uitgelekt. Zij heeft in dezelfde procedure GeenStijl aangesproken op de schending van haar portretrecht. Krachtens artikel 21 auteurswet is openbaarmaking van niet in opdracht gemaakte portretten niet toegestaan, voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich hier tegen verzet. Ook als het gaat om openbaarmaking door een derde is daarvoor toestemming van de geportretteerde vereist. Volgens de rechtbank heeft GeenStijl met het publiceren van de foto’s een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van Britt Dekker. Daarnaast is zij een bekende Nederlander, waardoor commerciële exploitatie van haar portret mogelijk is. Zij beschikt over de zogenaamde “verzilverbare populariteit”. De rechtbank stelde hier vast dat inderdaad het portretrecht van Britt Dekker was geschonden omdat haar privacybelang en commercieel belang zich hier tegen publicatie verzetten. Als laatste redmiddel beroept GeenStijl zich uiteindelijk nog op artikel 10 EVRM. Het zou hun uitingsvrijheid beperken en de ontvangstvrijheid van haar lezers. Lid 2 van artikel 10 EVRM bepaald onder welke omstandigheden aan het recht op uitingsvrijheid beperkingen gesteld mogen worden. Dit recht kan enkel worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Van een beperking die bij de wet is voorzien was in dit geval dus sprake, nu de openbaarmaking door GeenStijl een inbreuk op auteurs- en portretrecht oplevert.

Deze casus zou je kunnen vergelijken met de volgende casus in het fysieke leven; Lodewijk tipt Floris over een pand waar replica’s van Prada tassen worden verkocht. De verkoper van deze tassen maakt inbreuk op de merk- en auteursrechten van Prada. Maar is ook degene, in dit geval Lodewijk, die enkel de plek aanwijst waar de tassen worden verkocht, strafbaar? Ook in deze casus is het niet meteen met zekerheid te zeggen of Lodewijk hier inbreuk maakt op een recht. Om te beantwoorden of er sprake is van interventie is het van belang om te weten of Lodewijk de enige persoon is die weet van deze verkoop. En vertelt Lodewijk het aan iedereen die hij tegen komt, dan is er ook sprake van een nieuw publiek. Niet enkel de personen die op zoek zijn naar een Prada tas worden zo verleid om een tas te kopen. En als Lodewijk commissie krijgt per klant, is er sprake van een winstoogmerk. Natuurlijk is deze fictieve casus niet waterdicht. Ik wil hier alleen maar mee aangeven dat, zoals af te leiden is uit Jurisprudentie van het Hof EU, we rekening moeten houden met de omstandigheden van het geval, wil er worden aangenomen dat er sprake is van openbaarmaking krachtens artikel 12 Auteurswet jo. Artikel 3 van de auteursrechtrichtlijn.16 Only one thing is impossible for God: To find any sense in any copyright law on the planet. - Mark Twain

De heer Arno R. Lodder heeft in maart van dit jaar de tien geboden van het internet opgesteld, een heldere weergave die aansluit bij de hedendaagse kijk op internet en het daarbij behorende recht. Zijn tweede gebod luidt: leg de juiste band tussen virtueel en fysiek.14 Ook moet rekening worden gehouden met de karakteristieken van het internet zoals zijn openbare karakter, traceerbaarheid, schaalbaarheid en grensoverschrijdendheid.15

14 Arno R. Lodder, Recht rond cyberwar, het internet van dingen en andere internet (on)gemakken: De tien geboden van het internetrecht, Amsterdam 2012, Gebod II 15 Arno R. Lodder, Recht rond cyberwar, het internet van dingen en andere internet (on)gemakken: De tien geboden van het internetrecht, Amsterdam 2012, Gebod I 16 Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij’

22 | INCRETUS


FSR: jouw mening telt, dus laat je horen! klacht in te dienen of om feedback te geven over alles wat zich op de faculteit afspeelt. Dit kan allereerst per e-mail of via het formulier op de website. Vanaf januari kan dit ook via het wekelijkse inloopspreekuur. Daarnaast is er de mogelijkheid om je te laten horen via de vakevaluaties. Deze worden na het tentamen beschikbaar gesteld. Op deze manier heb je als student invloed op de reglementen van het onderwijs. Hierdoor zal de kwaliteit van het onderwijs verbeterd worden. Dit zou er weer voor kunnen zorgen dat we als faculteit beter uit de peilingen komen.

Ook binnen de faculteit hebben er positieve veranderingen plaatsgevonden. We hoeven niet meer drie weken lang in spanning te wachten op ons cijfer, dankzij de FSR van 2011-2012 is de nakijktermijn teruggehaald naar tien dagen.

Door de huidige ontwikkelingen van het onderwijs zal blijken dat het onderwijs steeds minder toegankelijk zal worden voor studenten. Hoe hoger de drempel wordt, des te hoger de verwachtingen worden. Studenten zullen dan ook selectiever worden bij het kiezen van een universiteit. De kwaliteit zal een nog grotere rol gaan spelen. De verbetering hiervan is niet alleen van invloed op toekomstige studenten. Ook jij hebt hier baat bij. Jouw actieve bijdrage zal ervoor zorgen dat er aandacht wordt besteed aan verbeterpunten. Deze verbetering zal de positie van de faculteit versterken, zowel nationaal als internationaal. Hoe beter de faculteit aangeschreven staat, des te meer je diploma als afgestudeerde waard zal zijn. Samen hebben we de kans om dit waar te maken. Laten we dit ook doen.

Daarnaast worden steeds meer colleges opgenomen en op blackboard geplaatst. Dit brengt met zich mee dat studenten de mogelijkheid hebben om lastige leerstukken nog eens na te luisteren en zich beter voor te bereiden op het tentamen. We kunnen trots zijn op onze faculteit. Dit mogen we best uitspreken. Onze faculteit is goed georganiseerd. Met de Student Service Desk op de drukst bezochte verdieping, het maandelijkse inloopspreekuur van de decaan en de goede bereikbaarheid van docenten is de faculteit uitermate toegankelijk voor studenten. Ook kunnen we zeggen dat docenten kwalitatief goed onderwijs geven. Docenten staan open voor feedback.

COLUMN

2012, niet alleen een jaar van veranderingen in Den Haag maar ook binnen onze faculteit. Een nieuw jaar, dat begon met een grote opluchting voor veel studenten, de afschaffing van de langstudeerboete. Studenten hoeven zich niet meer geremd te voelen om actief lid te worden bij de studievereniging, een bestuursjaar aan te gaan of een semester in het buitenland te studeren. Door de afschaffing van de langstudeerboete heeft Den Haag studenten weer de mogelijkheid gegeven om zichzelf tijdens hun studententijd te ontwikkelen.

FSR, juist nu!

Het is dan ook aan ons studenten om hieraan bij te dragen. Dat kan via ons, de FSR, maar ook via de vakevaluaties. Bij ons heb je de mogelijkheid om een INCRETUS | 23


De wet van Van Doorne:

Talent is een werkwoord

Je hebt talent. Dat is mooi. Maar alleen talent is niet genoeg. Om de top te bereiken, moet je een flinke ontwikkeling doormaken. Als advocaat en als mens. Daarvoor is doorzettingsvermogen nodig, een flinke dosis ambitie en het lef om de kansen die je krijgt, te grijpen. Natuurlijk helpen we je hierbij. Met deskundige en persoonlijke begeleiding en een uitgebreid opleidingsprogramma. Maar ondanks al deze ondersteuning, is er maar één iemand verantwoordelijk voor het ontwikkelen van jouw talent. En dat ben jij. Kijk op www.werkenbijvandoorne.nl hoe je je talent op scherp kunt zetten. Maak kennis met je nieuwe collega’s, neem een kijkje op je nieuwe werkplek en kies de toekomst die je wilt. Heb je vragen of wil je solliciteren, neem dan contact op met onze recruiter, telefoon 020 6789 338, recruitment@vandoorne.com

Van Doorne houdt je scherp 24 | INCRETUS


Van Doorne houdt je scherp Geslepen en gedreven staan we bij Van Doorne op scherp voor de zakelijke belangen van onze cliënten. Vanuit onze vestigingen in Amsterdam, Aruba, Bonaire en Curaçao maken we ons sterk voor nationale en internationale cliënten in het bedrijfsleven, de nonprofitsector en de overheid. Praktisch en doelgericht werken we aan concrete, werkbare oplossingen. Voor elke sector, op elk rechtsgebied. Direct, nuchter en met korte lijnen. Als onafhankelijk Nederlands advocatenkantoor tonen we onze zelfstandigheid in de praktijk. We houden er een eigen cultuur en een eigen manier van werken op na. Door onze kennis en expertise in verschillende praktijkgroepen en teams te bundelen, bestrijken we het zakelijke recht in de volle breedte en tillen we onze dienstverlening naar een hoger niveau. Ook spreken we bij Van Doorne klare taal. We bieden bruikbaar juridisch advies. Zonder omhaal van woorden, op het scherp van de rede. Haal het beste uit jezelf Scherpte is ons handelsmerk. Onze advocaten, notarissen en fiscalisten zijn even pragmatisch als ambitieus en presteren op de toppen van hun kunnen. Ook als stagiaire of medewerker zul je merken dat de lat hier hoog ligt. Kom je bij ons werken, dan verwachten we dat je het beste uit jezelf haalt. Dat je ambitieus genoeg bent om kansen te herkennen én te grijpen. Dat je niet braaf blijft afwachten, maar zelf het initiatief neemt. Andersom mag je van Van Doorne ook het nodige verwachten. Een uitdagende en inspirerende werkomgeving, bijvoorbeeld. Of de bereidheid om te investeren in jouw talent. Van Doorne houdt je scherp Kennis is ons grootste kapitaal. Bij Van Doorne ben je daarom nooit klaar met leren. Om scherp te worden én te blijven als advocaat, fiscalist of notaris bieden wij een uitgebreid, hoogstaand opleidingsprogramma gericht op jouw vakinhoudelijke en persoonlijke ontwikkeling. Met juridisch inhoudelijke cursussen, jurisprudentielunches, studiedagen, trainingen en seminars houden we je continu bij de les en leggen we de basis voor een succesvolle juridische carrière. Jouw carrière, jouw verantwoordelijkheid Speerpunt in ons opleidingsprogramma is training on the job. De vorderingen die je maakt worden door je collega’s nauwlettend gevolgd en regelmatig besproken. Tijdens je stage is de begeleiding het meest intensief. Maar ook daarna, als je als medewerker aan ons kantoor verbonden blijft, kun je op onze ondersteuning en begeleiding rekenen. Van Doorne biedt je alle ruimte om jezelf te ontwikkelen en verder te groeien, maar het initiatief ligt bij jou. Het is jouw carrière, het is jouw verantwoordelijkheid. Balans Behalve onze kennis, houden we ook de balans tussen werk en privé scherp in het oog. We bewaken de belangen van onze cliënten, zoals we ook onze eigen belangen bewaken. Ook van jou verwachten we dat je je eigen balans verdedigt. Dat je alles geeft tot een zekere grens. Onze praktijk leert dat je beter en scherper presteert wanneer je de zaken in evenwicht houdt. Zien is geloven Natuurlijk kunnen we nog veel meer over onszelf vertellen. Over onze maatschappelijke betrokkenheid en onze passie voor sport, bijvoorbeeld. Of over hoe we het nuttige met het aangename verenigen in onze eigen kantoorkroeg. Maar liever laten we je zelf een beeld vormen van ons kantoor en onze sfeer. Liever laten we je met eigen ogen zien dat we anders zijn. Ga naar www.werkenbijvandoorne.nl en je weet wie je voor je hebt. Neem voor meer informatie contact op met een van onze recruiters: Willemijn Wille T: +31 (0)20 6789 338 E: WilleW@vandoorne.com

Floor Nelissen T: +31 (0)20 6789 335 E: Nelissen@vandoorne.com


Strafrecht in tijden van Twitter Door: Midas Klijsen

Voor de volledigheid zij opgemerkt dat met ‘dit wetsvoorstel’ wordt gedoeld op een aanhangig wetsvoorstel uit 2011 inzake verplichte incidentenregistratie in het onderwijs.3

ARTIKEL

“Lieve pap en mam, ik ben mijn hele leven bespot, getreiterd, gepest en buitengesloten. Jullie zijn fantastisch. Ik hoop dat jullie niet boos zijn. Tot weerziens, Tim” Zo luidt een gedeelte van een rouwadvertentie in de Twentse Courant Tubantia van 5 november jongstleden.1 Deze afscheidsbrief schreef de 20-jarige Tim Ribberink aan zijn ouders alvorens hij zelfmoord pleegde. De ouders hebben er, zo bleek uit de berichtgeving, voor gekozen dit intieme document aan de openbaarheid prijs te geven om zo aandacht te generen voor de oorzaak van Tim z’n lijden: hij werd zijn leven lang gepest. De media stortten zich op het onderwerp als waren ze hyena’s die zich te goed doen aan de emoties die zo’n trieste dood teweeg brengt. De stortvloed aan aandacht heeft het publiek gelegenheid verschaft z’n verontwaardiging en medeleven te laten blijken. Als men het daarbij had gelaten, zou ik nu vermoedelijk over een ander onderwerp hebben geschreven. Ware het niet dat in de verklaring van de ouders van Ribberink (en in wel meer opinies naar aanleiding van de advertentie) het recht een rol vervult. De pastor en rouwbegeleider van de ouders van de jongen verklaarde: “Ik stel voor om dit wetsvoorstel uit te breiden met een artikel dat het mogelijk maakt anonieme berichten op het internet te verbieden. Wie spreekt zal verantwoordelijkheid moeten nemen voor zijn daden.”2

Mijn vraag is toegespitst op de casus van Tim Ribberink, maar ziet eigenlijk op de meer algemene discussie over de verhouding en vooral de afbakening tussen wet en publieke moraal. Om een beeld te krijgen van de feiten zet ik eerst op een rij wat precies bekend is geworden over de vermeende pesterijen. Hier stuit ik direct op een probleem dat naar mijn mening in de berichtgeving onderbelicht is gebleven. Voor het construeren van een causale keten is kennis van het gebeurde cruciaal. Wellicht werd het als ongepast beschouwd kort na zo’n treurig einde van een jong leven hiernaar uitvoerig onderzoek te doen, maar toch is mij niet duidelijk waaruit de pesterijen die Tims leven geruïneerd hebben bestonden. Mijn verwondering over de vaagheid hieromtrent wordt nog eens versterkt door wat de directeur van de scholengemeenschap waar Tim 4 en 5 HAVO doorlopen heeft in het NOS-journaal zegt. Tim is niet lang na het behalen van zijn diploma teruggekeerd naar deze school om er stage te lopen, en in reactie op een vraag over het verloop van deze stage antwoordt directeur Koopman het volgende: “Het is voor mij toch ook wel het signaal dat hij het hier wel naar zijn zin heeft gehad en ik weet zeker dat dat vorig jaar ook het geval was.” En later:

Naar aanleiding van deze woorden stel ik de vraag: “Is “Er is niks bekend geweest over het pesten van Tim.”4 er recht denkbaar dat een rol had kúnnen spelen in de preventie van het lotgeval van Tim Ribberink?” Tubantia 5 november 2011. ‘Hopen met plaatsen brief dat pesten wordt aangepakt’, NOS, nos.nl/video/437485 3 Wetsvoorstel wijziging Wet op het primair onderwijs, Kamerstukken II, 28659 4 ‘School Tim: Wij hebben niets van het pesten gemerkt’, NOS, nos.nl/audio/437168 1

2

26 | INCRETUS


Volgens de rouwbegeleider van de familie is buiten school wel gebleken dat meerdere mensen van de pesterijen af wisten. Toch vind ik ’t hoogst merkwaardig dat hierover door deze betrokkenen niet naar buiten wordt getreden zodat getoetst kan worden in hoeverre de onderhavige pesthandelingen eventueel gekwalificeerd kunnen worden als bedreiging ex art. 285 Sr, mishandeling ex art. 300 Sr etc. De kans dat deze toets iets oplevert is niet al te groot, maar louter een poging om de kennelijke pesthandelingen verder te onderzoeken zou al bevredigender zijn dan de simpele vaststelling dat pesten geen strafrechtelijk begrip is.5 Wat mij bovenal verbaast is dat het - blijkens Ribberinks ultieme daad - niet geringe effect van de pesterijen op zijn welzijn zowel z’n school als z’n fantastische ouders ontgaan is. Hierover verder speculeren zou psychologie van de koude grond zijn maar ik vind de loftuiting in de getypte afscheidsbrief moeilijk te rijmen met het beeld van een diepongelukkig kind voor wiens lijden (of althans: de oorzaken daarvan) de ouders geen of te weinig oog hebben. Nu dat gezegd is, van mijn verwondering terug naar de feiten. Waar we over de pesterijen in het echte leven helaas niets concreets te weten komen (en dus ook een eventuele rol van het recht niet kunnen inschatten), wordt wel iets duidelijk over het gebruik van het internet voor het treiteren van Tim. In een speciale editie van de Groene Amsterdammer stelt Henk Hofland ’t in zijn column als volgt: “De wetenschap, de kunsten, de onbevooroordeelde nieuwsvoorziening hebben heel veel aan internet te danken, maar het heeft ook het aanzien gegeven aan een digitaal lompenproletariaat.”6 Ik lees deze zin als volgt: hoewel de verzameling en uitwisseling van kennis enorm is toegenomen dankzij internet, maakt het ongefilterde karakter ervan dat iedereen er zijn bagger ongecontroleerd en ongecorrigeerd kan spuien. In casu gaat het om uitlatingen gedaan op de website dinnerjudge.nl, een recensiewebsite waarbij ook het restaurant waar Tim werkte is aangesloten. Het betrof de termen ‘homo’ en ‘loser’ waarvan – hoe bot het ook mag klinken – de ernst inmiddels door het vele gebruik aan inflatie onderhevig is. Een onderzoek van homobelangenorganisatie COC in 2010 onder 4000 Nederlanders wees zelfs uit dat meer dan 50% van hen vindt dat homo als scheldwoord mag worden gebruikt.7

vender is dan iemand simpelweg op eigen titel voor homo of loser uitmaken, hetzij op internet hetzij in het echte leven. Het online aanmeten van andermans identiteit om uitspraken te doen kan weliswaar leed berokkenen maar levert vooralsnog geen strafbaar feit op. Omdat deze conclusie me tamelijk ontevreden stemt, zal ik een ander voorbeeld geven van dit fenomeen en daarna kort een vergelijking maken. Dat de virtuele wereld onmiskenbaar impact genereert in de echte wereld werd namelijk eerder duidelijk uit een bekender geval van identiteitsmisleiding. Ik heb het dan over Bénédicte Ficq die begin dit jaar in opstand kwam tegen een valse Twitter-account waarop de valse suggestie werd gewekt dat Ficq op eigen titel uitspraken deed als: “Laat Mohamed S. geen slachtoffer worden voor het kijken naar zijn gedrag door westerse bril. We moeten zíjn cultuur respecteren. #FloorvdWal.”8 Voor de volledigheid: Floor van der Wal werd in 2011 door Mohamed S. aangereden op het Mercatorplein waarna S. doorreed. Dezelfde dag overleed Van der Wal aan het hersenletsel dat ze bij de aanrijding had opgelopen. Ficq is advocate van Mohamed S. en die hoedanigheid gecombineerd met de indruk van een authentieke Twitter-account brengt in de echte wereld verontwaardiging en soms zelfs woede teweeg. In De Wereld Draait Door vertelt (de enige echte) Ficq dat zij bedreigd is en vermoedt dat deze of andere tweets hiervan aanleiding zijn geweest. Bij de aangifte tegen de valse Twitter-account kreeg de advocate nul op het rekest, waarna zij bij wijze van creatieve verbeterdrang het volgende wetsvoorstel schreef: Artikel 310 a (diefstal van identiteit) “Hij die zich wederrechtelijk de unieke identiteit van een persoon toe-eigent, deze identiteit digitaal of anderszins misbruikt door deze als echt en onvervalst te gebruiken, te doen gebruiken, te exploiteren, te doen exploiteren, digitaal of anderszins, met welk oogmerk dan ook, wordt, als schuldig aan diefstal van identiteit, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.”9

De relevantie van de toevoegingen ‘homo’ en ‘loser’ schuilt er voornamelijk in dat ze gedaan zijn onder de naam van Tim Ribberink, een element dat een semantische discussie over de werkelijke ernst van deze Wegens de gevolgen die online uitspraken in de echte woorden enigszins overbodig maakt. Hiermee hebben wereld sorteren moet (digitale) identiteit tot het eigende posters van de berichten een daad verricht die grie- dom worden gerekend, zo impliceert het wetsvoorstel. Tubantia 6 november 2011. H.J.A. Hofland, ‘Ontzettend leuk, toch?’, De Groene Amsterdammer, 2012-47, p. 7. 7 ‘Homo als scheldwoord moet kunnen’, Nu.nl 6 augustus 2010, www.nu.nl (zoek op ‘homo als scheldwoord’). 8 ‘Valse Twitter-accounts’, DWDD, dwdd.vara.nl/media/84443 9 ‘Valse Twitter-accounts’, DWDD, dwdd.vara.nl/media/84443 5

6

INCRETUS | 27


Deze redenering doet me denken aan het klassieke Elektriciteit-arrest10 omdat Ficq een vergelijkbare rechtsvraag in de uitleg van haar voorstel overslaat. Het Elektriciteit-arrest handelt namelijk over een tandarts die stroom aftapt waarna de vraag wordt opgeworpen of dat ‘wegnemen van enig goed’ in de zin van art. 310 Sr (Diefstal) oplevert. Evenzo moet je je afvragen of de unieke identiteit van een persoon een goed als in art. 3:1 BW oplevert, in het bijzonder of de digitale identiteit een goed oplevert en aldus kan worden toegeëigend. Deze preliminaire vraag valt buiten het bereik van dit onderwerp, ik beoog immers uit te zoeken of er recht denkbaar is dat iets voor Tim Ribberink had kunnen betekenen. Dat er bezwaren aan dit artikel kleven moge duidelijk zijn, niettemin sla ik deze even over om tamelijk eenvoudige casus van Ribberink eens langs de meetlat van het fictieve art. 310 a Sr te leggen. Daarbij is mijn aanname dat, stel dit wetsartikel was reeds ingevoerd, de casus van Ficq kan worden gekwalificeerd als diefstal van identiteit ex art. 310 a Sr. Een eerste verschil dat in het oog springt tussen het geval van Ficq en Ribberink is dat het in het geval van de advocate om een nep-account ging. Een korte blik op de site Dinner Judge11 leert dat men daar per commentaar dat wordt geplaatst een bestaande dan wel niet-bestaande naam en een - voor anderen onzichtbaar - emailadres moet opgeven. Aldus is de structuur van beide sites (Twitter en Dinner Judge) wezenlijk anders: een Twitter-profiel waarmee onder dezelfde valse naam consequent berichten worden gestuurd waarop men zich kan abonneren levert een unieke identiteit op, terwijl men op een recensiesite bestaande uit losse berichten hooguit de onzekere schijn kan wekken van een identiteit. Toch speelt ook de context mee dat het gedeelte van de site waar onder Ribberinks naam de termen ‘loser’ en ‘homo’ gepost zijn het restaurant betrof waar Tim Ribberink werkzaam was. Doordat sommigen van de beoordelaars op de recensiesite hem konden kennen zouden zij een herkenbare identiteit van Tim bij de comments kunnen aannemen. Met de nodige creativiteit kan de eerste horde – dat sprake was van een unieke identiteit die is toegeëigend – worden genomen. Ook de wederrechtelijkheid levert geen probleem op: noodweer of noodtoestand zijn uiterst moeilijk denkbare gronden voor het

plaatsen van de gewraakte teksten. Waar dit gedachteexperiment echter stukloopt is de frase door deze als echt en onvervalst te gebruiken. Niet duidelijk is of Ribberinks naam met exact dezelfde spelling is gebruikt, of er meer dan alleen een naam (bijvoorbeeld een foto) zichtbaar was die erop wees dat toch écht de werknemer van restaurant Happy Days bedoeld werd. Van de medegebruikers van de website, die zeer waarschijnlijk op de hoogte zijn van de kinderlijk eenvoudige wijze waarop men onder zelf te kiezen naam berichten kan plaatsen, kan redelijkerwijs verwacht worden dat zij – in het bijzonder met het oog op het karakter van de uitlatingen (‘ik ben homo’ / ‘ik ben een loser’) geen echte identiteit aannemen enkel op basis van de blognaam Ribberink. Dit is dan ook waar het al karige raakvlak met de casus van Ficq ophoudt. Als al een unieke identiteit kan worden aangenomen op een site als Dinner Judge, kan bij niet-publieke figuren niet louter op basis van een zelfgekozen naam een echt en onvervalst gebruik van deze identiteit worden vastgesteld. Ik zie in dat er in bovenstaande veel gaten te schieten zijn en dat de zin van mijn betoog in juridisch opzicht betrekkelijk is. Wat ik met mijn overwegingen heb willen aantonen is dat het sentiment dat volgt op een vreselijke gebeurtenis als de zelfmoord van Tim zich niet zo eenvoudig als men hoopt laat vertalen naar een wet en bijbehorende straf in de toekomst. Het voorstel van de ouders van Ribberink om anoniem reageren te verbieden12 verwijs ik dan ook naar de prullenbak: dit medicijn (dat met zich meebrengt het aan banden leggen van privacy en/of disproportioneel meer vragen van de opsporingscapaciteit van justitie) is erger dan de kwaal. De kwaal bestaat uit maatschappelijke verruwing en de neoliberale vormgeving van de maatschappij waardoor het belang van sociale kaders zoals school en gezin sterk is afgenomen en de richtinggevende moraal die van het individu en zijn bijbehorende autonomie is geworden. Juist sociale kaders, en niet het ultimum remedium dat het strafrecht is, hadden de radar kunnen zijn waardoor Tims ouders, school, naasten of stagebegeleider wél hadden geweten wat er met hem aan de hand was. Paul Verhaege, hoogleraar klinische psychologie aan de universiteit van Gent, omschrijft deze maatschappelijke verandering als volgt: “Wanneer iets verdwijnt, keert het dikwijls in vermomming terug. Het zogenaamde verlies van normen en waarden heeft een niet te stoppen vermenigvuldiging van verschillende soorten ethiek veroorzaakt: bioethiek, media-ethiek, medische ethiek (…). Als gevolg van deze zichzelf vermenigvuldigende ethiekjes is er vandaag een kafkaëske papiermolen aan het draaien waaraan niemand nog ontsnapt, en het aantal regels en richtlijnen kent een nooit geziene wildgroei.”13

HR 23-05-1921, NJ 1921,564 http://www.dinnerjudge.nl (zoek op: ‘Happy days IJscafé’) 12 ‘Hopen met plaatsen brief dat pesten wordt aangepakt’, NOS, nos.nl/video/437485 13 P. Verhaege, Identiteit, Amsterdam: De Bezige Bij 2012. 10 11

28 | INCRETUS


Link up. Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl Delicious

Flickr

Twitter

Retweet

Facebook

MySpace

StumbleUpon

Digg

Slash Dot

Mixx

Skype

Technorati


Hoe veili

In hoeverre heeft de overhe besproken aan de hand van Door: Fred Dillmann Wereldwijd zijn er meer dan 500 miljoen Twitter-accounts, daarvan zijn er ongeveer 140 miljoen actief aan het twitteren en deze gebruikers verzenden dagelijks ruim 340 miljoen tweets. Maar wie heeft deze tweets eigenlijk in eigendom: de gebruiker, Twitter of zijn tweets openbaar eigendom? Deze en andere vragen stonden centraal in de zaak New York vs. Harris & Twitter, welke van juli tot en met september dit jaar speelde voor het New York State Supreme Court.

ARTIKEL

1 Oktober 2011 wordt Occupy Wall Street-demonstrant Malcom Harris opgepakt tijdens een Occupy-demonstratie op de Brooklyn Bridge in New York. Justitie verdenkt Mr. Harris ervan, door gebruik te maken van zijn twee Twitter-accounts, de op zichzelf legale demonstratie te hebben omgeleid naar de Brooklyn Bridge, terwijl de afgegeven vergunning dat niet toestond. Op zich een klein vergrijp, ware het niet dat dit complete verkeerschaos tot gevolg had. Het Openbaar Ministerie van New York stuurt vervolgens op 26 januari en 8 maart 2012, twee dagvaardingen aan Twitter, waarin wordt gevraagd om verstrekking van bepaalde gegevens met betrekking tot de twee Twitteraccounts van Harris, @destructuremal en @getsworse. Het gaat hierbij niet alleen om verscheidene tweets die Mr. Harris zou hebben gepost, maar ook andere informatie, over een tijdsspanne van drie en een halve maand, betreffende wanneer hij deze tweets poste, waar hij zich bevond toen hij de tweets poste en hoe vaak en wanneer hij inlogde op zijn Twitteraccounts. Hierop dient Mr. Harris een zogenaamde “motion to quash” in, wat kan worden uitgelegd als een verzoek aan het hof om een eerdere beslissing van dat hof of een lager gerangschikt juridisch orgaan ongeldig te laten verklaren1, stellende dat zijn tweets en verdere informatie op zijn account aan hem toebehoren en dat justitie haar dagvaarding aan het adres van Twitter dus misplaatste. Deze motion to quash

wordt echter door de rechter afgewezen op grond dat Mr. Harris geen van zijn tweets en/of andere Twitterinformatie in eigendom zou hebben, daarom geen belanghebbende zou zijn en dus geen motion to quash kon indienen tegen de dagvaardingen.2 Twitter is echter niet van plan om gehoor te geven aan de dagvaarding van het OM en dient een motion to quash in identiek aan die van Mr. Harris. Twitter beargumenteert hierin dat haar gebruikers, anders dan het hof in eerste instantie beweerde, wèl belanghebbenden zijn waar het gaat om informatie met betrekking tot hun Twitter-account. Twitter gebruikt hier voor 3 verschillende en los van elkaar staande argumenten. Ten eerste, zegt Twitter, zijn gebruikers belanghebbenden met betrekking tot hun eigen Twitter-accounts omdat in de algemene gebruikersvoorwaarden van Twitter is opgenomen dat gebruikers alle rechten op door hen geplaatste content behouden; andere gebruikers en Twitter zelf hebben wel het recht om jouw content te delen met de rest van de wereld (denk aan re-tweeten en tweets laten zien op schermen tijdens the Voice of Holland), maar de eigendom van de door jou geplaatste content blijft bij jou.34 Ten tweede beroept Twitter zich op hetgeen wordt bepaald in de Stored Communications Act (SCA).

http://en.wikipedia.org/wiki/Motion_to_quash New York Supreme Court (Amerika), 27 augustus 2012, The people of the state of New York vs. Harris & Twitter, onder Statement pursuant to CPLR 5531. 3 D. Stols, ‘Is jouw tweet ook echt van jou?’, Twittermania, 30 oktober 2010, http://twittermania.nl/2010/10/jouw-tweet-ook-echt-van-jou/. 4 Zie de algemene gebruikers voorwaarden van Twitter onder punt 5, te vinden op https://twitter.com/tos. 1

2

30 | INCRETUS


ig zijn jouw tweets?

eid beschikking over jouw online informatie, n de zaak New York vs. Harris & Twitter. Deze act dient als titel 2 van het meer omvattende Electronic Communications Privacy Act (ECPA), welke beoogt om de privacy van Amerikaanse burgers tijdens elke vorm van elektronische communicatie te bewaken. Titel 2, de SCA, focust zich op het beschermen van opgeslagen elektronische communicatie, denk bijvoorbeeld aan op een computer opgeslagen E-mails, maar ook posts op facebook en geplaatste tweets vallen onder deze noemer. Twitter beroept zich op bepalingen uit de SCA die bepalen dat als een gebruiker verneemt dat er een dagvaarding met daarin een vordering voor zijn gegevens of content ligt bij een bedrijf als Twitter, dat deze gebruiker dan automatisch het recht heeft om bij het juiste gerechtshof een motion to quash in te dienen tegen deze dagvaarding. In het geval van Mr. Harris zou dit betekenen dat hij krachtens het bepaalde in de SCA wel gerechtigd zou zijn om een motion to quash in te dienen tegen de dagvaarding aan het adres van Twitter, waarin gevraagd wordt om zijn gegevens.5 Als laatst beroept Twitter zich op de constitutionele rechten van haar gebruikers. Twitter stelt dat de rechten van Mr. Harris uit het eerste amendement, dat de vrijheid van godsdienst, meningsuiting, pers en vereniging omvat en het vierde amendement, dat beschermt tegen onredelijke praktijken van justitie, van de Amerikaanse constitutie geschonden zijn door de dagvaarding aan haar adres. Krachtens rechtspraak van het United States Supreme Court en verscheidene andere gerechtshoven in Amerika krijgt een persoon wiens constitutionele rechten door het uitvaardigen van een dagvaarding in het geding komen automatisch de status van belanghebbende en daarbij het recht om deze dagvaarding aan te kunnen vechten.6 Dit betekent, zegt Twitter, dat los van wat het hof zal besluiten met betrekking tot de eigendomsvraag van de tweets en verdere Twitter-informatie van Mr. Harris, hij alsnog als belanghebbende bij de dagvaarding kan worden aangemerkt en dus succesvol een motion to quash kan indienen.

Naast het doen van een beroep op de door Twitter veronderstelde belanghebbende status van Mr. Harris, stelt Twitter dat de dagvaarding waarin om de Twitter-gegevens van Mr. Harris wordt gevraagd een schending van de privacy van Mr. Harris oplevert. Het vierde amendement van de Amerikaanse constitutie, in samenspel met artikel I, § 12 van de constitutie van New York, beschermt namelijk niet alleen tegen inbreuken op de privacy door handelingen van de overheid, zoals telefoontaps en andere afluistermethoden, maar beschermt ook de redelijke verwachting van een burger dat hij of zij privacy heeft. Deze redelijke verwachting zou door het OM zijn geschonden toen zij zonder gebruik te maken van een bevel tot huiszoeking8 gegevens over de heer Harris vorderde van Twitter. Twitter trekt de vergelijking met de zaak United States v. Warshak9; in deze zaak was er sprake van dat een agent van de overheid het recht op privacy van de verdachte uit het vierde amendement van de Amerikaanse constitutie schond door zonder een bevel tot huiszoeking e-mails van de verdachte te vorderen. De agent deed dit vertrouwende op een bepaling uit de eerder genoemde SCA, welke hem de bevoegdheid gaf om deze e-mails daadwerkelijk zonder bevel tot huiszoeking te mogen vorderen. Het hof in de zaak Warshak verklaarde echter dat deze bepaling uit het SCA in strijd was met het vierde amendement van de constitutie, onconstitutioneel was en daarom dus ontoepasbaar. Het vorderen van e-mails, zonder een bevel tot huiszoeking was in strijd met de redelijke verwachting van privacy die de burgers toekomt.10 Twitter stelt dat tweets in zeker opzicht niet verschillen van de e-mails uit Warshak en dat daarom het OM een bevel tot huiszoeking had moeten hebben toen zij de gegevens van Mr. Harris van Twitter vorderde. Aanzien het OM geen bevel tot huiszoeking had levert, dit een schending op van de redelijke verwachting van privacy die Mr. Harris had mogen hebben.11

New York Supreme Court (Amerika), 27 augustus 2012, The people of the state of New York vs. Harris & Twitter, onder Argument, point 1 onder II. 6 Zie bijvoorbeeld Eastland v. U.S. Servicemen’s Fund. 7 Argument, point 1 onder III. 8 ‘Search warrant’. 9 U.S. v. Warshak, 631 F.3d 266, 288. 10 De Warshak-zaak was de eerste zaak waarin zo’n redelijke verwachting van privacy werd erkend. 11 New York Supreme Court (Amerika), 27 augustus 2012, The people of the state of New York vs. Harris & Twitter, onder Argument, point 2 onder I. 5

INCRETUS | 31


De rechter gaat echter voorbij aan de door Twitter aangeleverde argumenten en veroordeelt op 2 juli 2012 Twitter ertoe de door het OM gevorderde gegevens voor 30 juli over te dragen. De rechter stelt dat Mr. Harris toen hij de desbetreffende tweets plaatste geen enkele vorm van privacy had verwacht met betrekking tot deze tweets, aangezien deze tweets in de openbaarheid werden gebracht en dat hij daarom zich niet kon beroepen op een schending van de redelijke verwachting van privacy die hij krachtens het vierde amendement van de Amerikaanse constitutie en artikel I, § 12 van de constitutie van New York had. Twitter weigert aanvankelijk de gegevens over te dragen en claimde meer tijd nodig te hebben om tegen de uitspraak in beroep te gaan. De rechter echter zei dat Twitter al genoeg tijd had gehad om aan het order van de rechtbank te voldoen en dreigde met een dwangsom als Twitter niet aan de order zou voldoen. Twitter heeft daarop de gevraagde informatie overgedragen aan het OM. De beslissing van het New York Supreme Court in de zaak Harris zet aan tot denken. Steeds vaker gebruikt justitie informatie gevonden op het internet om tot een veroordeling te kunnen komen. Als justitie voor bepaalde informatie over gebruikers op het internet zal aankloppen niet bij bedrijven als Twitter of Facebook en niet bij de gebruiker, dan wordt het voor gebruikers moeilijker om hun content en hun privacy te beschermen. Twitters beleid in zulke gevallen is om de gebruiker op de hoogte te stellen van de vraag om hun persoonlijke informatie, zodat deze gebruiker eventueel op tijd juridische stappen kan ondernemen. Niet alle bedrijven die elektronische communicatie aanbieden zullen echter hetzelfde beleid als Twitter hanteren en zoals is gebleken in de zaak Harris zullen 12 13

32 | INCRETUS

sommige gebruikers niet eens als belanghebbende bij een vordering om hun gegevens kunnen worden aangemerkt en zullen daarom dus niet in staat kunnen zijn om voor het gerecht de vraag om hun informatie aan te vechten. Als gebruikers niet voor de rechter voor hun rechten kunnen opkomen, dan is het aan de bedrijven die de elektronische communicatie aan bieden om dat voor hun gebruikers te doen. Twitter heeft in de zaak Harris laten zien dat zij bereid is om voor haar gebruikers op te komen, maar het is maar de vraag of andere bedrijven zich even bereid zullen tonen op te staan voor hun gebruikers als de situatie daar om vraagt.12 Verder moet worden stil gestaan bij de capaciteit die bedrijven als Twitter hebben om met alle informatieverzoeken die zij binnen krijgen rekening te kunnen houden. Twitter plaatst inmiddels, net als Google, statistische gegevens online over het aantal informatieverzoeken dat zij jaarlijks binnen krijgen; voorlopig valt dat nog mee, vorig jaar ontving Twitter meer dan 600 informatieverzoeken van de Amerikaanse autoriteiten en minder dan 10 uit Nederland13, maar deze cijfers kunnen natuurlijk altijd nog veranderen, Google krijgt jaarlijks tienduizenden verzoeken van over de hele wereld. Voorlopig hebben wij in Nederland nog geen rechtszaken gehad die vergelijkbaar zijn met de zaak New York vs. Harris & Twitter; het is dus nog afwachten wat er in ons geval zal worden besloten met betrekking tot de rechten op de content die wij online zetten. Te hopen valt dat wij als gebruikers zoveel mogelijk de zeggenschap over onze content in eigen hand kunnen houden, zo niet dan zullen we waarschijnlijk zijn aangewezen op de welwillendheid van bedrijven als Twitter om ons bij te staan bij het veilig houden van onze tweets.

A. Fine, ‘Twitter stands up for one of its users’, ACLU Blog, 8 mei 2012, www.aclu.org (zoek op Twitter). Zie het Twitter Transparency Report, te vinden op http://blog.twitter.com/2012/07/twitter-transparency-report.html


11 Bezoek Bijlmerbajes 11 Nieuwjaars-vrijmibo @ Boekenwinkel vanaf 16.00 uur 15 Lezing privacyrecht @ de VU om 14.00 uur

AGENDA

JANUARI

18 Bezoek Bijlmerbajes FEBRUARI 1-10 Wintersport @ Briancon 21 Borrel, locatie volgt nog MAART

1 Kantoorbezoek Allen & Overy 4 Bezoek Rijdende Rechters

APRIL 2-9 Studiereis 1-2 / MEI 26-6 Studiereis 3-4

QBDBD wenst al haar leden prettige feestdagen en een fijne vakantie toe!

INCRETUS | 33


QBDBD op bezoek bij… Frank Mijnans OP BEZOEK BIJ...

Voor deze Incretus ging ik op bezoek bij Frank Mijnans, een vierdejaars student fiscaal recht van 26 jaar. Frank woont op Uilenstede, op de twaalfde verdieping van de gele flat. Als je Frank’s eenheid binnenstapt kom je in een gang met allemaal deuren naar de slaapkamers. Frank deelt een keuken en woonkamer met veertien mensen; het ziet er allemaal erg gezellig (en schoon) uit. Door: Pieter ten Broecke Wie ben je? Vertel eens wat over jezelf. Ik kom uit Waddinxveen en in Gouda heb ik het VWO gedaan. Na mijn VWO ben ik economie gaan studeren in Utrecht, maar dat heb ik maar een paar maanden gedaan; het bleek niks voor mij te zijn. Vervolgens ben ik de PABO gaan doen in Ede, dat heb ik twee jaar gedaan. Na de PABO heb ik een jaar gewerkt in plaats van gestudeerd en ben ik tijdelijk weer bij mijn ouders gaan wonen. Een goede vriend van mij studeerde rechten aan de VU en toen ik een keer met hem naar een college was gegaan voelde ik dat dit echt iets voor mij was: ik kon wat meer met mijn hoofd bezig zijn maar zou toch een studie doen die maatschappelijk geörienteerd is. Ik ben in 2009 aan de VU gaan studeren en ik ben aan het eind van mijn tweede jaar op kamers gegaan; zo kwam ik op Uilenstede terecht. Je zit best ver van het centrum af. Dat vind ik eigenlijk helemaal niet erg, ik vind dit wel fijn: je zit dichtbij het drukke stadscentrum maar je kan ook makkelijk de drukte ontvluchten. De omgeving is hier prachtig, ik woon heel dicht bij het Amsterdamse Bos, maar tegelijkertijd heb je de voordelen en gezelligheid van de grote stad. Dat het een eind fietsen is naar het centrum vind ik ook niet zo erg; ik ben het fietsen wel gewend van vroeger toen ik elke dag zeven kilometer naar school moest fietsen.

34 | INCRETUS

Hoe lang heb je ingeschreven gestaan voordat je hier terecht kon? Ik heb maar een half jaar ingeschreven gestaan en meteen bij de eerste keer hospiteren mocht ik hier wonen. Daar had ik wel geluk mee. Ik ben hier uiteindelijk in juni 2011 naartoe gegaan. Wat vind je van je kamer? Mijn kamer is wel klein, maar ik ben hartstikke tevreden met wat ik nu heb: als je uit het raam kijkt heb je een prachtig uitzicht over het Amsterdamse Bos en ik heb ook een eigen balkon. Ik betaal ongeveer €330,per maand; dat vind ik best wel te doen. Bovendien heb je hier beneden het sportcentrum van de VU, daar kom ik regelmatig. Verder zit mijn korfbalvereniging hier vlakbij. Het is ook heel leuk dat hier allemaal studenten wonen, dat heeft wel iets gezelligs. En ik heb hele leuke huisgenoten! Waarom heb je je kamer zo ingericht? Dit was gewoon het meest praktisch: het is niet zo groot en aangezien het een vierkante ruimte is kun je er niet zo heel veel mee. Toen ik hier kwam lag dit tapijt er al; het enige wat ik hier nog heb gedaan is het sauzen van de muren.


Incretus is het verenigingsblad van QBDBD, de Juridische Faculteitsvereniging van de Vrije Universiteit en verschijnt vijf keer per jaar in een oplage van 2.500.

Hoe lang ben je nog van plan om hier te wonen en waar woon je over tien jaar? Ik denk dat ik hier nog ongeveer twee jaar kan wonen; ik wil rustig mijn master afronden en nog wat bijvakken doen. Zodra ik klaar ben met studeren moet ik hier ook bijna direct weg omdat ik een campuscontract heb.

Vormgeving Jelle Jonker

Over tien jaar woon ik in ieder geval in de Randstad, maar ik weet niet goed hoe mijn huis er dan uit zal zien. Ik wil echt heel graag een tuin hebben, dus een rijtjeshuis zal denk ik als eerste in aanmerking komen (of een appartement met dakterras). Stel, je mocht alles over doen: zou je er dan weer voor kiezen om hier te gaan wonen en waarom? Als ik alles over mocht doen had ik beter uitgezocht welke studie echt goed bij me past voordat ik was begonnen. Verder zou ik in mijn eerste jaar niet meteen op kamers zijn gegaan. Ik denk wel dat ik uiteindelijk op een zelfde soort plek terecht was gekomen; ik zie mezelf niet zo snel in een studentenhuis wonen, of het moet vanaf het begin samen met vrienden zijn. Heb je hier iets wat je dierbaar is waar ik over mag schrijven? Frank loopt naar de muur toe en haalt een fotocollage van zijn muur die naast zijn bed hangt. Hij vertelt: “Dit is een collage met foto’s van mij met mijn vorige korfbalteam. Ik heb het van mijn vorige team gekregen toen ik stopte met de PABO in Ede en de club verliet. Het was best een lastige tijd waar ik toen in zat. Normaal gesproken werd er niet op zo’n manier afscheid genomen van vertrekkende leden en ik zie deze foto’s dan ook niet alleen als een herinnering aan een hele leuke tijd, maar ook als een herinnering aan een tijd waarin ik me door mijn teamgenoten gesteund voelde. Ik kijk nog steeds met een heel goed gevoel naar deze foto’s.”

Editie Jaargang 17, nummer 2 december 2012 ISSN 1875-4783 Drukkerij Drukkerij Prezco Printing Media

Hoofdredacteur Charlotte de Kluiver QBDBD eindverantwoordelijk Lineesa Groen Redactie Midas Klijsen Melinda Gayir Pieter ten Broecke Dylan Rood Fred Dillmann Carsten Oosting Telefoon (020) 5986244 E-mail qbdbd.rechten@vu.nl Website www.QBDBD.nl/incretus Redactieadres QBDBD t.a.v. Lineesa Groen Kamer 2B-91 De Boelelaan 1077 1081 HV Amsterdam Advertentieverkoop Voor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Francisca van Schuppen, (020) 5986244. Disclaimer Hoewel dit magazine zorgvuldig naar beste weten wordt samengesteld, kan de uitgever niet instaan voor de juistheid of de volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de in dit magazine gegeven informatie. De redactie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gepubliceerde advertenties; evenmin houdt het opnemen van advertenties en industriële informatie een aanbeveling in. De inhoud van de artikelen vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken niet te plaatsen of te wijzigen. Abonnementen Een abonnement is onderdeel van het lidmaatschap van QBDBD. Het QBDBDlidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan door een ingevuld inschrijfformulier met pasfoto in te leveren bij QBDBD. Online inschrijven kan ook: www. qbdbd.nl/lidmaatschap/online-inschrijven. Een adreswijziging dienst tenminste 3 weken van te voren worden doorgegeven. Opzegging van het lidmaatschap dienst, minimaal 1 maand voor aanvang van het nieuwe collegejaar, te gebeuren door uw QBDBD-pas met begeleidende brief waarin u uw lidmaatschap opzegt sturen naar QBDBD. Bij niet-tijdige opzegging wordt het lidmaatschap stilzwijgend voor een jaar verlengd. Heeft u vragen en/of opmerkingen omtrent uw abonnement en/of lidmaatschap neemt u dan contact op met Sarah van Andel (020) 5986244. Persoonsgegevens QBDBD legt van haar leden in het kader van haar dienstverlening gegevens vast. Deze gegevens kunnen worden gebruikt om leden te informeren over relevante producten en diensten van QBDBD en derden. ©2012 QBDBD/Incretus Het is niet toegestaan om, zonder voorafgaande toestemming van de redactie, door de redactie gepubliceerde artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen, te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken of te verveelvoudigen. Redactielid Redactielid zijn van Incretus houdt in dat u onder andere artikelen schrijft, interviews afneemt, schrijvers benadert, stukken verzamelt en contacten met de drukker onderhoudt. Als redactielid draagt u zorg voor uw eigen artikel, of werkt u samen met de redactie aan een artikel. Als redactielid krijgt u een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid. De redactie komt regelmatig bijeen voor overleg teneinde de inhoud van de Incretus te bepalen. Interesse? Incretus is voortdurend op zoek naar nieuw talent. Heeft u interesse in een functie binnen de redactie, neem dan contact op met Lineesa Groen, (020) 5986244 of mail naar qbdbd.rechten@vu.nl.

COLOFON

Wat vinden andere mensen van je kamer? Andere mensen vinden mijn kamer erg netjes en ook leuk ingericht. Ze zijn vaak jaloers op het uitzicht en het feit dat ik een eigen douche en toilet heb, maar als ik kamers van andere mensen zie en het dan vergelijk met mijn kamer, zou ik soms toch wat meer ruimte willen hebben.


Master the class

Master the class Op 14 t/m 16 april krijgen 24 toptalenten de kans zich uit te leven tijdens onze Masterclass. Ben je 3 e- of 4e jaars rechtenstudent? Wil je advocaat, fiscalist of notaris worden? En kun je een case meesterlijk oplossen? Meld je dan vóór 28 februari 2011 aan via werkenbijnautadutilh.nl.

adv Ocat En •• n Otariss En •• BElastingadvis Eurs advOcatEn nOtarissEn BElastingadvisEurs a msterdam Brussel Londenlluxemburg Luxemburgnnew ew York otterdam amsterdam Brussel llonden York rrotterdam

rroom oom for foryou you


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.