Incretus januari 2015

Page 1

INCRETUS HET VERENIGINGSBLAD VAN QBDBD

M E E T: ROGER

I N N OVAT I E I S S U E

BOS

HOOFDOFFICIER VAN JUSTITIE VAN MAASTRICHT

KIMBERLEY WOLF: De Voorzitter van QBDBD

FOTO’S VAN PAKJESAVOND, DE UITZENDING VAN PAUW EN MEER

De Juridische Faculteitsvereniging aan de Vrije Universiteit

JAN 2015 / Jaargang 19 / N.01


Fotograaf: Marie CĂŠcile Thijs

Als advocaat bij Pels Rijcken sta je regelmatig in de rechtszaal. Procederen, pleiten... het echte werk. Dat vraagt om passie, overtuiging en vooral vakmanschap. En als je ergens het juridische vak tot in je vingertoppen leert beheersen, dan is het bij Pels Rijcken. Dat zeggen wij, dat zegt de branche. Maar natuurlijk moet je dit zelf ervaren. Laten we snel kennismaken. Tijdens een zitting, masterclass of student-stage. Ga naar www.pelsrijcken.nl/jongemeesters of scan de QR-code. Tot zo. Pels Rijcken Bron van inzicht


INHOUDSOPGAVE Algemeen 5 Redactioneel 6 Maak kennis met de redactieleden 8 Woord van de voorzitter

Opinie 10 Ontucht ontkleedt 14 Een verboden oplossing 16 De politie Amsterdam – Een ware redder in nood

Student in Amsterdam 25 Dé redenen om te studeren 27

in Amsterdam Wat wij kunnen leren van de Britten

Career 30 Meet: Roger Bos, hoofdofficier van justitie te 33

Maastricht Jouw carrière begint nu!

Verdieping

Overig

20 Het nieuwe ontslagrecht;

18 Fotopagina QBDBD

verbeterde kansen voor 22

onze generatie? Onbeperkt bloggen of toch niet; de verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en privacy

INCRETUS 2014

| Overig

3


Beste lezer, Geheel in een nieuw jasje gestoken, presenteer ik u deze Incretus. Samen met een compleet nieuwe redactie, een eindredacteur en een geweldig bestuur is het ons gelukt om de Incretus te vernieuwen. Nu 2015 een paar weken jong is en de goede voornemens nog goed voor de geest te halen zijn, blik ik terug op het moment dat mij verteld werd dat ik het aankomende jaar de nieuwe hoofdredacteur van dit tijdschrift mocht zijn. Een overweldigend gevoel bekroop mij en ik wist dat dit één van de vele zaken zou zijn die mijn bestuursjaar onvergetelijk zullen maken. Nu het eindelijk zover is kan ik niet anders dan verheugd en trots zijn. Met zoveel veranderingen aan de Incretus leek Innovatie het meest geschikte thema voor de eerste editie van dit jaar. Naast een nieuwe vormgeving, zult u als trouwe lezer merken dat ook de inhoud veranderd is. De Incretus is opgedeeld in vijf katernen waarin verdiepende en amuserende artikelen elkaar afwisselen. De namen van de katernen zijn respectievelijk ‘Algemeen’, ‘Opinie’, ‘Verdiepend’, ‘Student in Amsterdam’ en ‘Career’. Met de Incretus willen wij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onze leden als rechtenstudenten. Naast interviews over hoe u zich beter kan voorbereiden op een baan, vindt u ook artikelen die u vertellen over de nieuwste ontwikkelingen binnen het recht. Tevens schrijft Kaylee Zournas over het studeren aan de University of Sheffield en over de verschillen met de VU. Ben u net nieuw in Amsterdam en nog niet bekend met de leukste restaurants en hotels van Am-

4

Algemeen | INCRETUS 2014

sterdam? Geen paniek, want speciaal voor die mensen schrijft Megan Merkens over (betaalbare) restaurants, studentenverenigingen en kantoren in Amsterdam. Met de start van de tweede helft van het collegejaar breekt voor QBDBD een ontzettend leuke tijd aan. Het is een tijd waarin verschillende studiereizen, activiteiten, lezingen en borrels zullen plaatsvinden. Innovatie is ook bij deze evenementen een belangrijk punt dat blijft terugkomen; zonder vernieuwing is het moeilijk leden te blijven enthousiasmeren. Ons voornaamste doel is immers om onze leden te ondersteunen in alle aspecten van hun rechtenstudie. Daar horen zowel educatieve als ontspannende evenementen bij. Wellicht bent u nu aan het bijkomen van het Roaring Twenties gala, maar tegelijkertijd kunt u alweer uitkijken naar de vele activiteiten die zullen volgen de komende maanden. Wij hopen deze innovatieve lijn in ieder geval door te trekken in de volgende edities van de Incretus en zullen proberen u keer op keer te verassen met interessante en educatieve artikelen. Ik wens u namens de gehele redactie veel leesplezier toe!

Tahmina Faez Hoofdredacteur Incretus & Bestuurslid Media/ Externe betrekkingen 2014-2015


Beste lezer, Voor u ligt de vernieuwde Incretus. Nieuwe eisen dwingen tot verandering. Organisaties die zich niet constant vernieuwen en verbeteren zijn gedoemd ten onder te gaan. Want als ze niets doen, wacht hen hetzelfde lot als de kikker, die in een pan met water ligt dat langzaam aan de kook wordt gebracht. Zoals je wellicht weet, reageert een kikker niet op die verandering. Hij verroert zich niet, terwijl het water alsmaar heter wordt. Het loopt dus niet goed af met de kikker die in een pan met kokend water ligt. Het thema van de eerste editie is dan ook Innovatie. Het recht is dynamisch en verandert snel. Wie er in een nieuw studiejaar geen nieuwe wettenbundels aanschaft, heeft daarom de kans om op het tentamen zomaar met een verouderd artikel op de proppen te komen, met alle gevolgen van dien! De tijd dat je met een ‘wettenbundel-app’ op de Iphone je tentamen maakt is nog niet aangebroken, maar innovatie heeft wel grote invloed op de veranderingen binnen de maatschappij. De uitspraak van de Griekse filosoof Heraclitus geeft dat goed weer. Die zei, halverwege de vierde eeuw voor Christus: Niets is blijvend - behalve de verandering. Dagelijks wordt iedereen geconfronteerd met een nieuw arsenaal aan gadgets dat jouw leven een stuk handiger en leuker zou moeten maken. Je hoeft maar een blik op je telefoon te werpen of de nieuwe update staat alweer klaar. Anno 2014 hebben we 3D-printers,

autonome auto’s en heeft iedereen toegang tot het 4G netwerk op zijn of haar smartphone. Want wie stuurt er nog een sms als we elkaar tekst, foto’s en filmpjes kunnen sturen via de nieuwste apps? De advocatuur en rechterlijke macht staan ook niet stil en innoveren ook. Over een aantal jaar – wanneer sommigen van ons de arbeidsmarkt toetreden – is het de bedoeling dat de procesvoering digitaliseert. Hiermee komt een einde aan dikke papieren dossiers en moet men op een slimme manier te werk gaan. Het sleutelbegrip is en hoe kan het ook anders; Innovatie. Innovatie leidt, als het goed wordt aangepakt, tot een belangrijke toegevoegde waarde: het stelt ons in staat om goedkoper, doelmatiger, veiliger én sneller te werken. Innovatie heeft ook zijn keerzijde. Door internet is toegang tot en verspreiding van informatie gemakkelijker geworden. De nieuwste films of cd’s kunnen immers zonder veel problemen verspreid en gevonden worden, al dan niet met toestemming van de rechthebbenden. Een bron van nieuwe informatie, maar niet wenselijk wanneer de toestemming van de rechthebbende ontbreekt. Om dit te beschermen is de wetgever doelmatig de wetten aan het vernieuwen.

Baris Duvan Eindredacteur Incretus

INCRETUS 2014

| Algemeen

5


MAAK KENNIS MET DE REDACTIELEDEN

Baris Duvan Ik ben Baris Duvan, 25 jaar. Dit jaar heb ik de eer om te werken als eindredacteur van de Incretus. Hiervoor heb ik de Recruitmentdag van de Amsterdamse Juridische Bedrijvendagen georganiseerd. Mijn hobby’s zijn lezen (juridische bladen), koken en hardlopen.

6

Megan Merkens Mijn naam is Megan Merkens. Ik ben 23 jaar, ik studeer sinds 2011 met veel plezier aan de VU en ik verwacht dit studiejaar mijn bachelor Rechtsgeleerdheid te halen. Verder geniet ik erg van mijn studententijd en vind ik het een eer dat ik dit jaar in de Incretus mag schrijven met mijn commissiegenoten.

Rosalie Meijs

Saskia Roeters van Lennep

Ik ben Rosalie Meijs, 24 jaar en hoop eind maart klaar te zijn met mijn bachelor Rechtsgeleerdheid. Daarna wil ik stage gaan lopen bij een advocatenkantoor en wil ik in september beginnen met de Master Privaatrecht. Verder ben ik lid bij een studentenvereniging in Utrecht en hockey ik twee keer per week. Ik heb heel veel zin om als redactielid aan de slag te gaan!

Mijn naam is Saskia Roeters van Lennep. Ik ben 25 jaar en bezig met de laatste puntjes van de bachelor Rechtsgeleerdheid. Ik ben actief lid geweest van de Lezingencommissie van QBDBD en de Recruitmentdagcommissie van de AJB. Ook ben ik lid van de studentenvereniging UVSV in Utrecht en werkzaam bij Jones Lang LaSalle aan de Zuidas. Sinds anderhalf jaar woon ik in Amsterdam en vrije tijd vul ik graag met vrienden, sport (hockey/zeilen/ wintersport), goede boeken/films en reizen.

Algemeen | INCRETUS 2014


Manouk van der Heiden

Rebecca Karen de Groot

Mijn naam is Manouk, 24 jaar oud en ik ben derdejaars student. Voordat ik aan de rechtenstudie begon, heb ik twee jaar journalistiek gestudeerd. Schrijven ben ik altijd graag blijven doen en Incretus is het ideale blad om dit te combineren met mijn studie.

ik ben Rebecca Karen de Groot. Mijn voorkeur ligt bij strafrecht en arbeidsrecht, ook de BOPZ heeft mijn interesse. Ik ben competitief, bied vaak een luisterend oor en ben verbaal sterk. Naast de studie doe ik mixed martial arts, wat me (tot nu toe) erg bevalt. Vervelendste vraag die me gesteld kan worden: “Heb je daar wel tijd voor met kinderen?”. Mijn antwoord:”Als u belangrijk genoeg bent, dan wel ja.”

Kaylee Zournas Ik wil al rechten studeren zo lang als dat ik me kan herinneren. Mijn eerste Sinterklaas surprise was zelfs een rechter gemaakt van papier-maché. De aspiratie om rechter te worden heb ik inmiddels aan de kant gezet, ik wil me graag specialiseren in internationaal ondernemingsrecht. Mede daarom volg ik nu een half jaar vakken aan de Universiteit van Sheffield (UK) in het kader van het Erasmus programma.

Gulsen Taspinar Dit jaar heb ik het genoegen om te schrijven voor de Incretus. Ik ben Gul Taspinar en ben momenteel bezig om mijn bachelor af te ronden. Naast de UB kan je mij vaak in de keuken vinden, aangezien ik van koken houd. Naast het vele studeren, ben ik ook graag in leuke kroegjes en restaurants. De Incretus gaat dit jaar op schop en ik vind het leuk om hier onderdeel van uit te maken. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste juridische ontwikkelingen en andere leuke nieuwtjes, houd dan de Incretus in de gaten.

INCRETUS 2014

| Algemeen

7


O M DAT D E TO E KO M S T V R A AGT O M M E E R DA N ALLEEN STUDEREN.

Beste QBDBD’ers, Met de spetterende inleiding van het nieuwe kalenderjaar en met de lancering van deze kersverse Incretus, staat ook onze geliefde vereniging en daarmee het huidige bestuur een hoop te wachten. Het collegejaar 2014-2015 is inmiddels bijna vijf maanden jong en de verenging draait alweer op volle toeren. Dit betekent dat ik samen met Rosa, de Robins, papa Geoffrey en Tam Tam nog maar een half jaar heb om te genieten van het bestuursjaar dat gevoelsmatig nog geen dag geleden begonnen is! Het jaar 2014 heeft ons echter wel al veel moois gebracht. Het centrum van Amsterdam heeft meerdere malen van de leergierige, avontuurlijke, creatieve maar vooral gedreven leden die QBDBD rijk is, mogen genieten. De QBDBD-agenda van het eerste halfjaar stond vol met nieuwe excursies en activiteiten die gehoor gaven aan de wensen van velen. Waaronder de twee intensieve dagen georganiseerd door de aan de vereniging gelinieerde stichting Amsterdamse Juridische Bedrijvendag, een reeks van actuele strafrechtdebatten, een uitdagende pubquiz met zowel juristen als advocaten en een didactische studiecursus voor de kersverse eerstejaars. Het bezoek aan de uitzending van Pauw, waar onze leden gedurende de uitzending op enkele centimeters afstand van de vooraanstaande strafrechtadvocaat Gerard Spong en onze huidige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zaten, voeg ik hier vol trots aan toe. Met deze nieuwe activiteiten kwamen gelukkig ook vele nieuwe gezichten! Apart van de ouderejaars die zich op activiteiten of borrels begeven, hebben ook de eerstejaars zich al goed bewezen. Het jaar is al in volle gang, maar gelukkig staan ons nog een hoop enerverende en uitdagende activiteiten te wachten. In een tijd waarin de naweeën van de crisis nog voelbaar zijn en de schrijnende toekomstperspectieven ons om de oren vliegen, mogen wij als aankomende juristen en advocaten geen moment stilzitten.

8

Algemeen | INCRETUS 2014

Het thema van deze Incretus-editie is innovatie en zoals de Van Dale dit woord omschrijft als de invoering van nieuwigheid, wordt er mijns inziens apart van discipline, nauwkeurigheid en gedrevenheid, ook innovatie van de rechtenstudent verwacht. Deze omschrijving dient wellicht als weerspiegeling van de uitdagingen waar een student in 2015 mee kampt. Wij worden door de arbeidsmarkt uitgedaagd om op zoveel mogelijk fronten op creatieve wijze het beste uit onszelf te halen. Jezelf ongeëvenaard onderscheiden van de massa moet de sleutel zijn naar succes. Deze mentaliteit sijpelt het studentenleven en daarmee ook de studieverenigingen binnen. Wil een studievereniging haar taak goed uitoefenen dan dient zij in te spelen op maatschappelijke, academische en sociale veranderingen. Voor QBDBD betekent dit dat wij moeten inspelen op de wensen van zo goed als alle rechtenstudenten die de faculteit betreden. Onder de leus "Omdat de toekomst vraagt om meer dan alleen studeren.", gaan wij vanaf nu de uitdaging aan om QBDBD op meerdere fronten te doen groeien. De vereniging is onder andere in het leven geroepen om de rechtenstudent een handje te helpen. Innovatie aan onze kant, betekent innovatie bij de student. Met deze woorden ga ik vol enthousiasme samen met mijn bestuursgenoten, de tweede helft van dit nu al bijzondere QBDBD-jaar in! Liefs, Kimberley Wolf Voorzitter QBDBD 2014-2015


Pels Rijcken. Midden in de maatschappij Werken bij Pels Rijcken betekent dat je regelmatig de voorpagina haalt. Want we doen zaken die grote impact hebben op het dagelijks leven. Bijvoorbeeld op het gebied van milieu, gezondheidszorg, infrastructuur, ondernemen of cassatie. Niet vreemd, want Pels Rijcken werkt veel voor de publieke sector. De Staat is een belangrijke cliënt en één van onze partners is landsadvocaat. Kortom, we staan als kantoor echt middenin de maatschappij. Passie voor inhoud

op permanente educatie, want

vragen over de advocatuur of het

Passie voor juridische inhoud

uitgeleerd ben je als jurist natuurlijk

notariaat kunnen beantwoorden.

en vakmanschap, dat is wat

nooit.

Na de lunch krijg je een rondleiding

ons drijft. Alleen dan kun je

door kantoor en kom je in 1,5 uur

meesterlijke kwaliteit leveren. De

Ervaar het zelf

veel te weten over de praktijk, de

praktijk van Pels Rijcken omvat

Maak persoonlijk kennis met Pels

sfeer en de mensen die werken bij

vrijwel alle deelgebieden van

Rijcken. Dat kan op verschillende

Pels Rijken.

het privaatrecht, bestuursrecht,

manieren:

strafrecht, Europees recht en notarieel recht. We investeren

~ En natuurlijk is er mr. Z, onze jaarlijkse masterclass. Samen met

voortdurend in het verdiepen van

~ Loop binnen tijdens een inhousedag of volg een

onze kennis. Dat moet ook, want

studentstage. Je draait dan twee

behalen voor je cliënt. Uitdagend,

onze advocaten en notarissen

maanden mee op ons kantoor. Een

spannend en heel leerzaam.

adviseren en onderhandelen op het

ideale manier om te onderzoeken

hoogste niveau. Bovendien staan

welke stap je gaat nemen na je

we regelmatig in de rechtszaal.

studie.

Procederen, pleiten... het echte werk. Vanaf de kantonrechter tot aan de

je team moet jij de overwinning

Op www.werkenbijpelsrijcken. nl vind je alle informatie over

~ Een zitting bijwonen kan ook. Als Pels Rijcken-advocaat sta je tenslotte

deze activiteiten en kun je jezelf

regelmatig in de rechtszaal. Hoe dit

Facebook- en Twitterpagina ‘de

Jouw carrière

is, kun je ervaren door met één van

Jonge Meesters’. Wil je meer weten,

Als je ergens het juridische vak

onze advocaten mee te gaan en hem

bel dan met één van onze recruiters:

tot in je vingertoppen leert

of haar in actie te zien..

Hoge Raad.

beheersen, dan is het bij ons. Pels Rijcken op je cv betekent een echte

aanmelden. Bezoek ook onze

Anne van Busselen 070 515 38 25

meerwaarde. Je carrière bij ons

~ Maak kennis op een informele wijze met kantoor door deel te

kantoor begint met een stage. Als

nemen aan Pels Rijcken@noon; een

Robin Funnekotter

aanvulling op je beroepsopleiding

maandelijkse lunchbijeenkomst.

070 515 38 43

volg je onze interne opleiding, De

Tijdens de lunch schuif je aan bij

robin.funnekotter@pelsrijcken.nl

Verrijcking. Daarna kun je rekenen

diverse kantoorgenoten die al je

anne.vanbusselen@pelsrijcken.nl


ONTUCHT ONTKLEED Een beschouwing over art. 245 Wetboek van Strafrecht

Art. 245 is een zedenartikel in titel XIV van het Wetboek van Strafrecht, u vindt het dus terug tussen de verkrachting en de aanranding. Daar er weinig over gesproken wordt, het een beetje een ondergeschoven kindje is en ook in de literatuur niet heel veelw te vinden is over dit artikel, maar toch velen raakt, ga ik u “bijschrijven” over de ins– and outs van dit artikel. Art. 245 stelt strafbaar seks te hebben met of zonder andere ontuchtige handelingen met minderjarigen van 12, 13, 14 of 15 jaren oud. Zoals de wettekst luidt : “Hij die met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.” Een moeilijk onderwerp waarbij de sociaal-ethische norm een zeer grote rol speelt, dat zal ik verhelderen: als men het boerenverstand laat spreken kan men zich redelijkerwijs wel voorstellen dat elke persoon die de liefde bedrijft met een welwillende 15-jarige niet stante pede antecedenten hoort te verkrijgen of in een eerdere fase opgepakt moet worden.

SOCIAAL-ETHISCHE NORM Wat is een ontuchtige handeling? De Van Dale vertelt ons dat ontucht onkuisheid en ongeoorloofde seks met minderjarigen betreft1. Maar dat brengt ons weinig dichter bij de kern van de bepaling, namelijk: wanneer is die seks dan ongeoorloofd? De rechtspraak heeft hier door de jaren heen een aantal formules voor gevonden. We hebben het over de sociaal-ethische norm, welke seks is aanvaardbaar en welke seks is naar verkeersopvattingen ontuchtig. Ook uit Kamerstukken blijkt enigszins wat de sociaal-ethische norm is: ‘een stoeipartijtje van jeugdigen is in ieder geval algemeen sociaal-ethisch aanvaard’2. Welke omstandigheden worden meegenomen of seks ontuchtig is of niet? Een gering leeftijdsverschil wordt meegenomen in de overwegingen, dit leidt vaak niet tot ontucht, terwijl een wat groter verschil in leeftijd wel ontucht oplevert. Een aanzienlijk verschil in leeftijd maakt seks in de regel ontuchtig.3 Een andere overweging is of partijen binnen de vrijpartij een liefdevolle relatie jegens elkaar hadden. Enig element van dwang of ondergeschiktheid binnen een vrijpartij geeft de seks wel een ontuchtig karakter, doch is dwang geen vereiste om wel van ontucht te spreken4. De rechter heeft een grote mate van vrijheid om te beslissen of iets al dan niet ontuchtig is.

10

Opinie | INCRETUS 2014

“Wanneer is die seks dan ongeoorloofd?” OVER WIL, LEEFTIJD EN A F F E C T I E V E R E L AT I E S .

Als er bij de betrokkenen en een affectieve relatie was en de wil om seks te hebben en ze verschilden in geringe mate in leeftijd dan levert dat geen ontuchtige handeling op5. Veruit de belangrijkste component in de afweging is de leeftijd, je kunt een affectieve relatie hebben met een minderjarige, maar als het leeftijdsverschil niet gering is, is er sprake van ontucht6. De raadsman die


zich beroept op het feit dat cliĂŤnt niet wist hoe jong het slachtoffer was, voert een slecht verweer. De leeftijd van het slachtoffer is geobjectiveerd, enige schuld of opzet speelt feitelijk geen rol in de afweging of er ontucht is gepleegd7. Het maakt dus niet uit of u dacht te maken te hebben met een 16-jarige of een 18-jarige en de intentie niet gericht was om seks te hebben met een persoon onder de 16 jaren. U had seks met een persoon onder de 16 jaren oud en had u geen ontucht willen plegen? dan had u uzelf moeten verwittigen van de leeftijd van het slachtoffer. Dus, de volgende keer dat u, uw cliĂŤnt of uw kennis beschonken een club wil verlaten met een knappe dame of heer om seksuele activiteiten mee te verrichten, vergeet dan niet zijn of haar legitimatie even te vragen. Geen ID ( idee), niet mee! Een andere component is de wil van het slachtoffer. Als het slachtoffer graag seksuele activiteiten wilde verrichten is dat niet voldoende om niet als ontuchtig te worden beschouwd. Het artikel is gericht tot bescherming van de seksuele integriteit van personen die daartoe, gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht worden niet of onvoldoende in staat te zijn. Art. 245 Sr beschermt deze jeugdige personen ook tegen verleiding die mede van henzelf kan uitgaan8. Toch zal er eerder sprake zijn van ontucht wanneer seks niet geheel vrijwillig heeft plaatsgevonden, wanneer bijvoorbeeld het slachtoffer tijdens de seks de regie heeft verloren9. De laatste component is de affectieve relatie. Het weegt mee in de beoordeling of de seks al dan niet ontuchtig was of de seksuele partners een affectieve relatie hadden. Als er sprake is van gering leeftijdsverschil en de seksuele partners hebben een affectieve relatie dan is er geen sprake van ontucht. De gedachte hierachter is dat op de leeftijd van 12, 13, 14 of 15 jaren seks en liefde nog aan elkaar gekoppeld dienen te zijn10. Een beroep op een affectieve relatie zal niet slagen wanneer er een groot leeftijdsverschil is11, dit omdat de seksue-

le partner uiteraard meer inzicht heeft in het handelen dan de minderjarige partner en de minderjarige partner de seksuele integriteit ten overstaande van een oudere persoon niet voldoende kan beschermen.

TE VER? De rechter neemt deze 3 componenten dus mee in zijn beslissing of al dan niet gepleegde seksuele handelingen ontuchtig waren. Toch heeft de rechter een grote invulling van het kader van de sociaal-ethische norm en kan de Hoge Raad slechts terughoudend toetsen of lagere instanties blijk geven van een juiste rechtsopvatting. De vraag die ik me daarbij stel is of er geen sprake is van enige rechtsongelijkheid en of dat dan te rechtvaardigen valt. Zoals u weet dienen gelijke gevallen gelijk beoordeeld te worden, maar dat iets gelijk is, is niet makkelijk te stellen. Nu ziet de strafrechter uiteraard meer gevallen van zedendelicten, maar is de sociaal-ethische norm die hij of zij aangeeft wel de geldende norm? Bovendien verschuift deze norm met de tijd. Zouden er niet meer dwingende bepalingen of criteria moeten komen om te bepalen of iets in lijn is met normaal seksueel handelen of juist ontucht? Ik zal dit toelichten aan de hand van twee recente uitspraken. Het eerste vonnis is gewezen door de rechtbank te Rotterdam op 3 juni 201412 en het tweede vonnis op 6 maart 2014 door de rechtbank te Den Haag. 13 In het eerste vonnis heeft verdachte samen met een medeverdachte, die nu niet terechtstaat, een trio gehad met de aangeefster die destijds 15 jaren oud was. Verdachte was destijds 14 jaren -en medeverdachte 15 jaren oud, verdachte en aangeefster scheelden 3 maanden in leeftijd. Wat tevens vaststaat is dat aangeefster

INCRETUS 2014

| Opinie

11


met verdachte nimmer een relatie heeft gehad, zij heeft wel eerder individueel seks gehad met de verdachte en medeverdachte. Tevens had ze verliefde gevoelens jegens medeverdachte. De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van handelen met ontuchtig karakter omdat zij niet veel in leeftijd verschilden, zij eerder apart seks heeft gehad met verdachte en de rechtbank daaruit concludeert dat zij met verdachte een affectieve relatie had. Ook zou een triootje horen bij een seksuele verkenningstocht. Vragen die opkomen als men naar de jurisprudentie en naar de wetshistorie kijkt: Kun je het feit dat verdachte eerder seksueel contact had met aangeefster een affectieve relatie noemen? Is een trio op de leeftijd van 15 jaren aanvaardbaar? Valt een trio, zoals uit de kamerstukken blijkt, onder een ‘algemeen aanvaardbaar’ stoeipartijtje tussen jeugdigen? Nu de gemiddelde leeftijd van de eerste keer seks boven de 16 jaren ligt14 en dit dan geen trio betreft, vind ik dat twijfelachtig. Is dat sociaal aanvaardbaar? Liefde en seks horen, volgens het vonnis gewezen door de rechtbank Leeuwarden in 2007, op leeftijden onder de 16 jaren nog samen te gaan. De rechtbank geeft geen blijk dat er enige liefde in het spel was bij verdachte en aangeefster. De tweede zaak uit Rotterdam betreft een meisje dat door een vriendengroep, waaronder verdachte, is gevingerd en betast en het meisje de vriendengroep heeft gepijpt, dit is 3 tot 5 malen voorgekomen in de zomer van 2012. Het meisje was destijds veertien-en-een-half en de jongens 15 en 16 jaren oud. Er was geen sprake van enige affectieve relatie. Ze hadden afgesproken over social media en zijn na enige gewone bijeenkomsten overgegaan tot seksuele handelingen. De rechtbank stelt dat er sprake is van een seksuele verschuiving in de sociaal-ethische norm, die ook in de rechtspraak wordt erkend, ook zou het algemeen bekend zijn dat jongeren op die leeftijd seksueel experimenteren. Tevens stelt de rechtbank dat verdachte en medeverdachten geen eerdere seksuele ervaringen hadden en de aangeefster wel. Ook vindt de rechtbank dat art. 245 WvSr net zo goed de verdachten dient te beschermen als de aangeefster. Dit is een onjuiste rechtsopvatting gezien de verdachte en sommige medeverdachten de 16 jaren al hadden bereikt en zei dus niet vallen onder de reikwijdte van artikel 245 WvSr. Buiten de onjuiste rechtsopvatting, is de component affectieve relatie terzijde geschoven terwijl uit eerdere rechtspraak blijkt dat dit wel van belang is met jeugdigen die seksuele handelingen verrichten. Ik vraag u, de lezer, valt een grote groep jongens oraal bevredigen onder normaal seksueel experimenteren van een 14-jarige, is dit algemeen aanvaard? Ik vermoed dat uw antwoord ontkennend is. Had haar seksuele integriteit niet beschermd moeten worden omdat zij daar zelf onvoldoende toe in staat was, ondanks het feit dat ze de seks wellicht zelf gewild heeft?

Door: Rebecca Karen de Groot

12

Opinie | INCRETUS 2014

“valt een grote groep jongens oraal bevredigen onder normaal seksueel experimenteren van een 14-jarige”



EEN VERBODEN OPLOSSING Velen kennen het, ’s nachts in de rij staan voor een taxi, al zoekende naar voldoende contant geld. Zou het niet makkelijk zijn om een taxi naar voorkeur vanuit de kroeg op te roepen en deze achteraf, via creditcard te betalen? Taxi-app Uber speelt door middel van nieuwe technologie haarfijn in op de wensen van de consument en maakt het voorgaande mogelijk. Het populaire bedrijf uit San Francisco werd in 2009 opgericht en maakt momenteel nog een stormachtige ontwikkeling door. Inmiddels is het bedrijf werkzaam in 50 landen en meer dan 250 steden. Met de meest recente investeringsronde werd 1,2 miljard dollar opgehaald waardoor de huidige waardering uitkomt op meer dan 40 miljard dollar, zo meldt Uber op het blog. Het is daarmee, na Facebook, de meest waardevolle private onderneming ter wereld. Zo populair als het bedrijf is, is het echter ook controversieel. Wereldwijd is er veel kritiek op Uber. Er wordt gesteld dat er sprake is van oneerlijke concurrentie door het gebrek aan licenties. Zo ook in Nederland. UberPOP, de zogenaamde ‘snordersdienst’ van Uber ligt onder vuur en is door de Inspectie Leefomgeving en Transport reeds illegaal verklaard. Chauffeurs die de dienst gebruiken worden beboet en aan zowel hen als aan Uber is een dwangsom opgelegd. In het huidige juridische kader lijkt momenteel geen plaats te zijn voor het zogenaamde ‘ride-sharing’ waarin UberPOP voorziet. Ride-sharing is het meerijden met personen die zelf al van A naar B reizen. De vraag is of Uber voor verandering kan zorgen in de nu nog sterk gereguleerde taximarkt. Vanuit de samenleving klinkt een roep om herziening van het wettelijk systeem en legalisering van de zogenaamde ride-sharing diensten. Deze geluiden worden opgepikt en ondersteund door een gedeelte van de politiek. Voor nu heeft Uber sterke argumenten die mijns inziens een nieuw systeem legitimeren.

14

Opinie | INCRETUS 2014

De gedachte die schuilt achter de huidige taxiwetgeving, de Wet personenvervoer 2000, is het beschermen van de consument. Een vervoerder zou door het hebben van een taxivergunning automatisch voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en kredietwaardigheid. Hiermee ontstaat de gedachte dat de taxivergunning een onmisbaar vereiste is. UberPOP heeft als doelstelling mensen samen te laten reizen en stelt geen eisen omtrent het bezit van een taxivergunning. Het bedrijf is echter kieskeurig en laat niet iedereen toe haar app te gebruiken. Zo moeten chauffeurs, alvorens zij hun diensten kunnen aanbieden via UberPOP, beschikken over een VOG, fysiek in staat zijn tot het besturen van een auto en langer dan een jaar in het bezit zijn van een rijbewijs. De auto’s die door deze chauffeurs worden gebruikt zijn nooit ouder dan tien jaar en zijn volledig verzekerd en gekeurd. Als toevoeging daarop bestaat de aanmeldingsprocedure uit een training, een gesprek met een medewerker van Uber en een inspectie van het voertuig. Tenslotte wordt, mede op basis hiervan, voor iedere chauffeur een gebrui-


kersprofiel samengesteld. Dit profiel wordt zichtbaar wanneer de consument in contact komt met de chauffeur en na afloop van de rit kan eerstgenoemde een gebruikersbeoordeling plaatsen. De vraag is daarmee of de technologie de eisen voor het verkrijgen van een taxivergunning niet heeft ingehaald. Uber stelt via verschillende media van wel. Deze technologische mogelijkheid tot het plaatsen van een beoordeling na iedere rit vormt een belangrijk verschil met de tijd waarin de huidige Wet personenvervoer 2000 in het leven werd geroepen. De kwestie omtrent ‘ride-sharing’ kan echter ook breder worden beschouwd. Het gaat namelijk niet alleen om de bescherming van de consument die in stand blijft. Uber pleit voor een open marktwerking waarin de consument tevens meer keuzevrijheid heeft. Dit haakt in op het feit dat de chauffeur na iedere rit beoordeeld kan worden. Waar de consument momenteel veroordeeld is tot veelal één categorie taxichauffeurs, zou de legalisatie van ‘ride-sharing’ en daarmee diensten als UberPOP ervoor zorgen dat het aanbod gevarieerder wordt. De keuze is dan niet langer beperkt tot taxi’s die in veelal dezelfde prijs- en kwaliteitsklasse vallen. Dit gegeven dient de consument die geen hoge kwaliteit eist. Tevens biedt het een goedkoop alternatief voor autobezit, vormt het de oplossing voor een mobiliteitsprobleem rondom bijvoorbeeld het openbaar vervoer en verminderd het het energieverbruik. Kortom heeft het dus een positieve invloed op de leefbaarheid, infrastructuur en het milieu. Ondanks dit alles is UberPOP nog immer verboden. Dit verbod heeft in oktober van dit jaar kracht gekregen door de Inspectie Leefomgeving en Transport, die aan enkele chauffeurs die UberPOP gebruikten boetes uitdeelde. Als aanvulling hierop is tegen zowel hen zelf als tegen Uber een dwangsom ingesteld van €10.000 voor iedere verdere overtreding. Uber is hiertegen in beroep gegaan en werd op 8 december 2014 door het College van Beroep voor het bedrijfsleven in het ongelijk gesteld. Een klap, zo lijkt het. Schade aan de ambitie en het toekomstperspectief van Uber en ‘ride-sharing’ in het algemeen blijft echter beperkt. Er is dus bevestigd dat het verbod op Uberpop in stand blijft en anders dan dit had er ook niet geoordeeld kunnen worden. Het tegen betaling vervoeren van personen, zonder een vergunning, is ex art. 76, eerste lid Wp 2000 immers strafbaar. Naar de letter van de wet valt hier niet omheen te draaien. De enige uitzondering is het bestaan van bijzondere omstandigheden. Een voorbeeld van zo’n bijzondere omstandigheid is concreet zicht op legalisatie maar niet de door Uber gegarandeerde kwaliteit en betrouwbaarheid. Opmerkelijk is overigens dat de Inspectie Leefomgeving en Transport zich verder onthoud van commentaar op de mogelijk ‘verouderde’ wetgeving. ‘Wij werken met de wet zoals hij nu is’, zo stelt woordvoerder Yeter Atmaca in gesprek met De Volkskrant. ‘En die zegt dat personenvervoer zonder vergunning niet mag’.

De huidige letter van de wet is hier echter niet zo zeer de kwestie. Wanneer deze zou veranderen is er immers al meer hoop voor Uber. Een voorbeeld kan wellicht worden genomen aan de Amerikaanse staat Californië. De California Public Utilities Commission heeft aldaar een wetsvoorstel aangenomen dat ‘ride-sharing’ een stuk dichterbij brengt. Het voorstel omvat een aantal eisen zoals een vergunning van het CPUC, een dekking van de verzekering, inspecties van voertuigen, een trainingsprogramma voor chauffeurs, een criminal background check en een zero-tolerance beleid omtrent drank- en drugsmisbruik. Dit pakket neigt wellicht nog wat naar het huidige regime zoals dat in Nederland bestaat. Voor Amerikaanse begrippen is het de stap in de goede richting en zo versnelt het de acceptatie van Uber.

“Naar de letter van de wet is het immers verboden om personen te vervoeren zonder in het bezit te zijn v a n e e n v e r g u n n i n g .”

Al met al zijn er genoeg argumenten voor de positieve invloed die Uber en andere ‘ride-sharing’ ondernemingen op onze samenleving kunnen hebben. Het vergoot de keuzevrijheid van de consument en vormt mogelijk de oplossing voor het mobiliteitsprobleem. Hier staat tegenover dat er alsnog aan een bepaald niveau moet worden voldaan en kwaliteit gegarandeerd blijft door het waarderen van individuele chauffeurs. Voor nu zullen we het echter moeten doen met de recente uitspraak van de rechter, want op de argumentatie van het vonnis valt weinig af te dingen. Naar de letter van de wet is het immers verboden om personen te vervoeren zonder in het bezit te zijn van een vergunning. Aan de rechter is het niet om zo’n hard vereiste te doorbreken en het wachten is dus op een oordeel vanuit de politiek.

Robin de Meester Penningmeester QBDBD 2014-2015

1. ‘Inspectie waarschuwt illegale taxichauffeurs’, Inspectie Leefomgeving en Transport 21 augustus 2014, www.ilent.nl (zoek op Uber) 2. Kamerstukken II 1998/99, 26 456, nr. 3, p. 5 (MvT) 3. ‘Uber voor iedereen’, Uber 29 juli 2014, blog.uber.com 4. CBb 8 december 2014, AWB 14/726, r.o. 2.1.4 5. CBb 8 december 2014, AWB 14/726, r.o. 2.1.4 6. ‘UberPOP trotseer boetes en breidt uit in Nederland’ De Volkskrant 4 december 2014, www.volkskrant.nl (zoek op Uber Taxi) 7. ‘California Becomes First State To Regulate Ridesharing Services Lyft, Sidecar, UberX’ Forbes 19 september 2013, www.forbes.com (zoek op California Public Utilities Commission Uber)

INCRETUS 2014

| Opinie

15


D E P O L I T I E A M S T E R DA M EEN WARE REDDER IN NOOD!

Momenteel is er in Amsterdam een pilot waardoor ongedocumenteerden aangifte kunnen doen van een misdrijf. Niet zelden zijn ongedocumenteerde vreemdelingen slachtoffer van criminaliteit. Soms is de criminaliteit specifiek tegen hen gericht, juist omdat ze geen aangifte kunnen doen. Leo Wilde is Programmamanager Divers Samenleven en samenwerken bij de Politie Amsterdam. Tot zijn verantwoordelijkheden behoren alle diversiteitsvraagstukken, zowel intern als extern. Een van de uitwerkingen van zijn beleid is ‘veilig aangifte ongedocumenteerden’. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de invoering van deze pilot. Zijn drijfveer om zich in te zetten voor ongedocumenteerden is een gelijk recht op veiligheid en vrijheid voor medemensen. Je mag in deze wereld niet toestaan dat mensen straffeloos worden beroofd, mishandeld en dergelijke. Vaak zijn deze personen hier wegens dramatische omstandigheden en dan worden ze ook nog slachtoffer van criminaliteit. Daar kunnen wij nu iets in betekenen. In Nederland bestaat er een heel ongenuanceerd beeld van een illegaal persoon. Een illegaal is ook iemand die hier in eerste instantie legaal is, maar door omstandigheden illegaal wordt. Maar een illegaal is in de volksmond een crimineel, aldus Wilde.

HET RECHT VAN ILLEGALEN IN AMSTERDAMOM AANGIFTE TE DOEN Voordat de pilot begon waren ongedocumenteerden overgeleverd aan de ‘willekeur’ van agenten. Een politieagent moest, als een ongedocumenteerde aangifte wilde doen, kiezen tussen hulpverlening of staandehouding. Naast het bestrijden van de criminaliteit heeft de politie ook de taak om illegale vreemdelingen op te sporen, hun identiteit vast te stellen en hen uit te zetten. De agent moest kiezen tussen deze dillema’s en in feite was de ongedocumenteerde overgeleverd aan de keuze van de agent. Sinds de pilot is er een beleid ontstaan. Juridisch gezien is het nog steeds lastig, omdat iemand bij het doen van een aangifte zijn identiteit

16

Opinie | INCRETUS 2014

moet bewijzen. Ongedocumenteerden kunnen en/of willen hun identiteit niet kenbaar maken. Sinds de pilot kunnen ongedocumenteerde aangifte doen zonder hun echte identiteit kenbaar te maken.

“SINDS DE PILOT KUNNEN ONGEDOCUMENTEERDE AANGIFTE DOEN ZONDER HUN ECHTE IDENTITEIT K E N B A A R T E M A K E N .”


Naar schatting verblijven er ongeveer 30.000 ongedocumenteerden in Amsterdam. Zij durven niet naar de politie nadat ze bijvoorbeeld zijn beroofd of mishandeld. Ook criminelen weten dit. Er zijn criminelen die zich specifiek op ongedocumenteerden richten, omdat de kans erg klein is dat zij hiervoor vervolgd worden. Een schrijnend voorbeeld hiervan is een vrouw uit Amsterdam die slachtoffer is geworden van groepsverkrachting en mishandeling in haar eigen woning. Zij durfde niet naar de politie uit angst voor uitzetting naar haar geboorteland. Na aandringen van kennissen is zij toch naar de politie gegaan voor (medische) hulp en aangifte. Bij de politie aangekomen werd haar echter meegedeeld dat de politie niets voor ongedocumenteerden kon doen buiten heterdaad. Alleen bij heterdaad zouden deze daders bestraft kunnen worden. Mede door dit voorbeeld is er op 22 december 2011 een motie door GroenLinks ingediend waarin het college van burgemeester en wethouders werd verzocht “met de politie afspraken te maken waardoor ongedocumenteerden zonder verblijfsvergunning ten alle tijde aangifte kunnen doen zonder daarbij het gevaar te lopen om aangehouden te worden vanwege illegaal verblijf.” Op 1 november 2013 is de pilot van start gegaan. Momenteel kunnen ongedocumenteerden alleen in Amsterdam aangifte doen. Waarom Amsterdam? De eerste reden hiervoor is dat Amsterdam al eeuwen vrij veel commitment heeft voor ontheemden. Dit zit in het sentiment van Amsterdam. Ten tweede heeft Politie Amsterdam zoals geen ander korps de verbinding gezocht met de zwakkere groepen in onze samenleving. Wilde heeft zich altijd persoonlijk betrokken gevoeld met zwakkere groepen in de samenleving en is voor hun belangen opgekomen. Toch kunnen ongedocumenteerden uit het hele land aangifte doen. De pilot is landelijk en kan ook landelijk worden uitgerold. Momenteel wordt er gekeken naar mogelijkheden om het ook in de Gemeente Utrecht en Eindhoven in te voeren. Maar een ongedocumenteerde uit Eindhoven kan nu ook al aangifte doen in Amsterdam omdat hij of zij geen verblijfplaats hoeft op te geven. Dat het recht om aangifte te doen ook mogelijk wordt in andere steden is dus niet noodzakelijk, maar wel praktischer.

overgedragen aan de Vreemdelingendienst. Aan deze visitekaartjes kunnen geen verdere rechten worden ontleend en is het alleen een garantie dat de identiteit niet aan de Vreemdelingenpolitie wordt verstrekt.

V O O R L O P I G E R E S U LTAT E N Wilde organiseert dialogen met ongedocumenteerden om via deze manier in contact met ze te komen. Naar aanleiding van de eerste dialoog zijn er slechts drie aangiftes gedaan, wat te weinig is. Naar aanleiding hiervan heeft Wilde 43 interviews gehouden met ongedocumenteerden. De grootste oorzaak van het lage aantal aangiftes vindt vooral haar oorzaak in het vertrouwen in de overheid in het algemeen. Er is veel wantrouwen in de overheid. Een van de doelstellingen is daarom om het wantrouwen op te lossen. Dit wordt gedaan door middel van publiciteit, visitekaartjes en door het persoonlijk contact tussen agenten en ongedocumenteerden te verbeteren. Iedere eerste maandag van de maand is er een inloopspreekuur waarbij Wilde zelf aanwezig is met agenten. Dit heeft veel succes gehad en na het eerste inloopspreekuur waren er al meer aangiftes gedaan dan in het eerste half jaar van de pilot. De pilot heeft weinig zin zonder vertrouwen. Daarom is het belangrijk dat er wordt geïnvesteerd in het vertrouwen en de verbinding met de ongedocumenteerden. Maar buiten de hoeveelheid aangiftes zijn er toch veel positieve verhalen. Wilde vertelt het verhaal van een vrouw die hem tijdens de bijeenkomst vertelde dat zij vaak mishandeld werd in de flat waar zij woont. Sinds zij op de hoogte is van het feit dat ze aangifte mag doen, heeft ze haar mishandelaar verteld dat zij bij het volgende incident aangifte zou gaan doen. Ze is hierna niet meer mishandeld. Tevens zijn er de afgelopen tijd dankzij ongedocumenteerden ook andere misdrijven opgelost waar zij alleen getuige van waren. Naast het recht om aangifte te doen mogen ongedocumenteerden ook getuigenverklaringen afleggen. Hierdoor zijn onder andere inbraken, straatroven en afpersingen opgelost. Door: Rosalie Meijs

Hoe wordt aan de illegale persoon gegarandeerd dat hij niet wordt opgepakt omdat hij of zij illegaal is? De ongedocumenteerde persoon die slachtoffer is geworden van een misdrijf meldt zich bij een politiebureau. Deze persoon kan aangifte doen zonder zijn of haar echte identiteit op te geven. Een slachtoffer zou zich dus bijvoorbeeld ‘Anoniem’ kunnen noemen en zeggen dat hij geboren is op 01-01-2001. Hierdoor komt de politie niet achter de echte identiteit van het slachtoffer. Tevens worden er visitekaartjes verstrekt in het Nederlands en op de achterkant in de Engelse taal. Dit kaartje garandeert de ongedocumenteerde dat zijn identiteit, als deze toch bekend is, niet aan de Vreemdelingenpolitie wordt gegeven. Ook garandeert het de ongedocumenteerde dat hij of zij tijdens de aangifte niet wordt

INCRETUS 2014

| Opinie

17


HET EERSTEJAARSWEEKEND Elk jaar komen weer nieuwe studenten onze faculteit verrijken en daarmee verrijken ze ook de vereniging! Om deze studenten beter te leren kennen is het bestuur van QBDBD meegegaan met het Eerstejaarsweekend dat georganiseerd was door de mentoren van de faculteit. Het was een fantastisch weekend!

PAKJESAVOND Zie ginds kwam de stoomboot met Sinterklaas en de Kerstman weer aan! Wij hebben op 03 december een hele bijzondere Pakjesavond gehad waarbij wij alle aanwezigen blij konden maken met cadeautjes van zowel Sinterklaas als de Kerstman. Dankzij de feestcommissie was de avond meer dan geslaagd!

18

Overig | INCRETUS 2014


PUBQUIZ Op 01 december had de commissie externe betrekkingen een pubquiz georganiseerd in de espressobar van Bar Italia. Hierbij waren 30 leden aanwezig, maar daarnaast waren ook het advocatenkantoor CMS, het detacheringsbureau Local Legal en de bedrijfsjurist Curt Fall aanwezig. In de teams zaten zowel leden als werknemers van deze kantoren en instanties. Het was een gezellige avond vol spanning!

UITZENDING PAUW Op 20 november is de activiteitencommissie met 30 leden van QBDBD bij een uitzending van het nieuwe programma Pauw geweest. Op deze avond waren Lodewijk Asshcher, de minister van sociale zaken en werkgelegenheid en Gerard Spong aanwezig. Het was een ontzettend leuke avond dat zowel educatief als vermakend was.

INCRETUS 2014

| Overig

19


H ET NI EUW E ONTS LAGR EC H T VERBETERDE KANSEN VOOR ONZE GENERATIE?

Voor sommigen van ons is het einde van het studentenleven in zicht. Een spannende tijd nadert, we ruilen onze studentkloffies in voor mooie mantelpakjes en kostuums. Onze haren gekamd en onwijs gretig om na al die jaren van theorie eindelijk de opgedane kennis toe te passen in de praktijk. Helaas is er nog een groot probleem; een arbeidsmarkt die volledig op slot zit. Demotiverende verhalen doen de ronde: men wordt niet aangenomen, want er is geen werk, en degenen die wel werk vinden krijgen geen contract voor onbepaalde tijd. Daar gaat verandering in komen.

Op 10 juni 2014 is de Wet Werk en Zekerheid (hierna: WWZ) aangenomen door de Eerste Kamer. Met de invoering van de WWZ verandert het ontslagrecht ingrijpend. Er zijn grote veranderingen noodzakelijk door de huidige problemen op de arbeidsmarkt. Momenteel is er op de arbeidsmarkt te weinig arbeidsmobiliteit. Dit betekent dat werknemers gedurende hun loopbaan weinig positieveranderingen doormaken. Flexwerkers zijn hierdoor namelijk te lang werkzaam op basis van een flexibel contract. Daarentegen roesten vaste werknemers vast op hun plek. Daarbij komt ook nog dat er verschillende ontslagroutes mogelijk zijn met verschillende uitkomsten. Dit resulteert vaak in te hoge ontslagvergoedingen. Met de nieuwe WWZ heeft men de verwachting dat onder andere op deze punten een verbetering van het ontslagstelsel komt. De WWZ beoogt namelijk dat het ontslagrecht sneller, eerlijker en goedkoper wordt. Het wetsvoorstel streeft naar een nieuw balans tussen flexibiliteit en zekerheid. In spanning wachten wij af of deze nieuwe wetgeving de arbeidsmarkt drastisch zal veranderen. Dit in de hoop dat het zijn vruchten afwerpt, waardoor wij als studenten zullen excelleren in onze toekomstige carrière. In deze bijdrage worden enkele wijzigingen betreffende het ontslagrecht behandeld, namelijk de ontslagroute en de hoogte van de ontslagvergoeding.

D E V ERP LIC HTEONTSLAG ROU T E In het huidige arbeidsrecht kan men zelf kiezen welke ontslagroute zij willen bewandelen. Dit gaat veranderen. Het wetsvoorstel WWZ schrijft dwingend voor in welke gevallen welke ontslagroute moet worden gevolgd. Deze ontslagroute is afhankelijk van de reden van het ontslag. In geval van bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar) dient de werkgever toestemming te vragen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: UWV). Indien er sprake is van (overige) in persoon gelegen redenen, zoals opgesomd is in artikel 7:669 lid 2 BW sub c t/m h, moet ontbinding van de arbeidsovereenkomst

20

Verdieping | INCRETUS 2014

worden verzocht bij de kantonrechter. De preventieve toets, voorafgaande toestemming van de kantonrechter of het UWV voor beĂŤindiging van een arbeidsovereenkomst, blijft gehandhaafd. De wetgever is van mening dat er meer wordt aangesloten bij de huidige praktijk door de verplichte ontslagroute te volgen. Bijkomend voordeel van deze verdeling is dat bij ontbindingsverzoeken de rechter bij zijn beoordeling meteen de vraag kan betrekken of de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dan wel heeft nagelaten, wat eventueel kan leiden tot het toekennen van een billijke vergoeding. Indien dit het geval is, kan de rechter deze meteen toekennen. De werknemer hoeft hiervoor dus niet meer apart naar de rechter3. Kritiek op de verplichte ontslagroute is dat het juist leidt tot een minder flexibel ontslagrecht, mede doordat de ontslaggronden dichtgetimmerd worden en van vrije keus geen sprake meer is. Van Zanten-Baris vreest dat indien de rechter de ontslaggrond niet weet te plaatsen onder de genoemde gronden, deze het ontbindingsverzoek zal afwijzen waardoor het ontslagrecht meer vast komt te zitten4. De werknemer kan dan geen kant op en staat met lege handen.

DE ONTSLAGVERGOEDING

Met de WWZ vervalt ook de complexe kantonrechtersformule. De ontslagvergoeding wordt vervangen door de transitievergoeding die geregeld wordt in artikel 7:673 BW. Het doel van deze transitievergoeding is compensatie voor het ontslag en de werknemer in staat stellen de transitie naar een andere baan te vereenvoudigen5. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door omscholing. Hoewel het doel van de transitievergoeding de overgang naar een nieuwe baan moet vergemakkelijken blijkt uit de Memorie van Toelichting dat de transitievergoeding kan, maar niet behoeft te worden aangewend voor scholing of begeleiding naar ander werk6. Het wetsvoorstel is echter hier niet dwingend in. De transitievergoeding is altijd verschuldigd mits de arbeidsovereenkomst twee jaar heeft bestaan en zich geen uitzonderingen voordoen. Enkele gevallen die zorgen voor een


uitzondering op de transitievergoeding zijn dat het dienstverband eindigt voor het 18e jaar en een arbeidsovereenkomst van maximaal 12 uur per week heeft gegolden, er sprake is geweest van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer of dat het dienstverband eindigde vanwege het bereiken van pensioengerechtigde leeftijd7. De hoogte van de transitievergoeding wordt vastgesteld aan de hand van de duur van het dienstverband en de hoogte van het loon. Gedurende de eerste 120 maanden van de arbeidsovereenkomst bedraagt de vergoeding 1/6 van het loon voor elke periode van zes maanden dienstverband. Voor elke zes maanden daaropvolgend is de vergoeding ¼ van het maandloon met een totale maximum van €75.000 transitievergoeding. De transitievergoeding is ook verschuldigd als er sprake is van een bepaalde tijd contract van minimaal twee jaar dat niet verlengd wordt. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen onbepaalde en bepaalde tijd contracten. De transitievergoeding wordt als een verbetering gezien ten opzichte van het huidige systeem waar veel rechtsongelijkheid heerst. Met het instellen van de transitievergoeding zal er maar één ontslagvergoeding zijn, ongeacht de gekozen ontslagroute. Hierbij weten partijen voorafgaand aan het ontslag de hoogte van de ontslagvergoeding. Dit leidt tot meer rechtszekerheid8. Er is ook kritiek op de transitievergoeding. Men vraagt zich af of de transitievergoeding tegemoet komt aan de doelen die de ontslagvergoeding dient. De compensatie vergemakkelijkt de transitie naar een nieuwe baan, maar compensatie voor andere redenen zoals ongelijkheidscompensatie en compensatie voor immateriële of materiele schade wordt uit het oog verloren met het wetsvoorstel WWZ9. Ondanks het feit dat de hoogte van de vergoeding wettelijk geregeld is, zijn werkgevers deze transitievergoeding bij elke werknemer verschuldigd mits voldaan is aan de gestelde voorwaarden. Men moet zich afvragen of het ontslagrecht door deze vergoeding daadwerkelijk goedkoper wordt. Daarbij bestaat de angst dat werkgevers arbeidscontracten zullen aanbieden die minder dan twee jaar duren om zo de transitievergoeding te vermijden. De werknemer staat dan als het ware wederom met lege handen. Ingeval van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever kan de rechter een additionele billijke vergoeding aan de werknemer toekennen. Het gaat hierbij om uitzonderlijke gevallen waarbij sprake moet zijn van ernstige verwijtbaarheid. Het wetsvoorstel noemt een aantal voorbeelden zoals: discriminatie, grovelijk verplichtingen niet nakomen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst, het veroorzaken van arbeidsongeschiktheid bij de werknemer als gevolg van verwijtbaar onvoldoende zorg en een verstoorde arbeidsrelatie wegens laakbaar gedrag van de werkgever10. Terwijl de hoogte van de transitievergoeding vaststaat, zal de hoogte van de additionele vergoeding afhankelijk zijn van de concrete omstandigheden van het geval. De rechter heeft op dit punt dus een discretionaire bevoegdheid. Opmerkelijk is dat het gevolgcriterium, wat met andere woorden te beschrijven is als de toets of het ontslag zelf redelijk is, geen rol speelt bij vaststellen van de billijke vergoeding. Dit is reeds verdisconteert in de transitievergoeding11. De wetgever laat het invullen van de norm ‘ernstige verwijtbaarheid’ over aan de rechtspraak. Kritiek hierop is dat men vreest dat er juridisch getouwtrek

ontstaat tussen werkgevers en werknemers12. Daarbij spreken Duk en Sangel de angst uit dat rechters niet terughoudend zullen zijn bij het toekennen van de additionele vergoeding, om zo het maximumbedrag van €75.000 bij de transitievergoeding te herstellen13. Ondanks dat de wetgever het ontslagrecht tracht te flexibiliseren, is er nog veel kritiek en angst dat het ontslagrecht steeds meer verstart. Door de verplichte ontslagroute wordt het ontslagrecht rigide. Met de komst van de transitievergoeding wordt het ontslagrecht wel eenduidiger en eerlijker, maar wordt het ook goedkoper voor de werkgever. De transitievergoeding is namelijk altijd verschuldigd mits het dienstverband minimaal 2 jaar heeft geduurd. In het huidige stelsel is een ontslagvergoeding niet altijd verschuldigd. Daarbij is het uitgangspunt ‘het goedkoper worden van het ontslagrecht’ in het voordeel van de werkgever, maar wat blijft er nu over voor de werknemer? Voorts laat de wetgever het inkleuren van de norm ‘ernstige verwijtbaarheid’ over aan de rechtspraak, waardoor de vrees voor juridische getouwtrek tussen werkgever en werknemer ontstaat. Het wetsvoorstel streeft naar een nieuw balans tussen flexibiliteit en zekerheid. Er is echter veel terechte kritiek en angst dat het ontslagrecht niet versoepelt, maar juist verstart. Met het nieuwe ontslagrecht wordt het makkelijker om vaste werknemers te ontslaan. Daar tegenover moet wel meer zekerheid ontstaan, wat dus zou betekenen dat werknemers sneller een arbeidscontract voor onbepaalde tijd zouden moeten krijgen. Of dat in de toekomst gaat gebeuren is nog de vraag. Houd in ieder geval goede hoop. Blijf vooral in jezelf geloven, dan kom je er wel!

Door: Gulsen Taspinar

1. De wet werk en zekerheid – dertig concrete voorstellen tot aanscherping en verduidelijking. Tijdschrift voor arbeid en onderneming nr. 1 maart 2014. 2. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 5. 3. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 25. 4. A. Van Zanten-Baris, ‘Versoepeling van het ontslagrecht onder de Wet Werk en Zekerheid?’, Ars Aequi 2014/717. 5. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 76. 6. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 137. 7. Artikel 7:673 en 673c Burgerlijk Wetboek. 8. De wet werk en zekerheid – dertig concrete voorstellen tot aanscherping en verduidelijking. Tijdschrift voor arbeid en onderneming nr. 1 maart 2014 p.31. 9. A. Van Zanten-Baris, ‘Een ‘kleurloze’ (transitie)vergoeding bij ontslag?’, TRA 2014/28. 10. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 34. 11. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 34. 12. De wet werk en zekerheid – dertig concrete voorstellen tot aanscherping en verduidelijking. Tijdschrift voor arbeid en onderneming nr. 1 maart 2014 p.32. 13. S. Jonker, ‘Ontslagrecht wordt niet soepeler’, FD 26 november 2013.

INCRETUS 2014

| Verdieping

21


O N B E P E R K T B LO G G E N O F T O C H N I E T; DE VERHOUDING TUSSEN VRIJHEID VAN MENINGSUITING EN PRIVACY Blogs, artikelen, populaire sites en andere online platforms zijn momenteel hot and happening. Healthy recepten, persoonlijke dagboeken, nieuwste rages, roddels, places to be en must see’s vliegen ons om de oren. Maar hoe zit het eigenlijk met de privacy van de persoonsgegevens van derden die er op worden gepubliceerd? Het Europese Hof van Justitie stelde in de zaak Bodil Lindqvist/ Koninkrijk Zweden een zeker spanningsveld vast tussen vrijheid van meningsuiting enerzijds en het beschermen van privacy anderzijds. Het betrof hier een geschil over Zweedse collega’s waarvan de één persoonsgegevens van de ander op haar weblog zette. Bodil Lindqvist plaatste op haar zelfgemaakte website allerlei - waarschijnlijk nuttige - informatie voor aankomende gemeenteleden, zoals voor- en achternamen en persoonlijke omstandigheden van haarzelf en haar collega’s. Het Zweedse OM vervolgde haar strafrechtelijk wegens schending van de Zweedse privacywetgeving doordat ze persoonsgegevens heeft verwerkt, zonder toestemming van de collega’s en zonder dit vooraf schriftelijk te vermelden aan de privacytoezichthouder. Hier moet bij vermeld worden dat de gegevens van collega’s die bezwaar maakten door haar werden verwijderd en de andere betrokkenen er geen problemen mee hadden.

BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS In de Europese Richtlijn 95/46 worden natuurlijke personen beschermd tegen de verspreiding van persoonsgegevens. Deze richtlijn is omgezet in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp). In deze wet is opgenomen dat persoonsgegevens slechts verwerkt mogen worden indien ze voldoen aan de in art. 8 Wbp genoemde vereisten en dat alle persoonsgegevens die niet vallen onder art. 8 Wbp vooraf bij het College van Bescherming Persoonsgegevens (CBP) aangegeven moeten worden voor nader onderzoek. Indien deze wet absoluut zou worden toegepast, zou dit verstrekkende gevolgen hebben op het recht zich vrij te uiten, de vrijheid informatie te verspreiden en de vrijheid om informatie te ontvangen. Doordat er steeds meer nieuwe technieken ontstaan om informatie te verspreiden, maar de wet tegelijkertijd niet mee verandert, is er een

22

Verdieping | INCRETUS 2014

leemte ontstaan tussen de wet en de praktijk. De vraag is daarom ook wat onder art. 8 Wbp valt. Je kunt je wel voorstellen dat zulke regels het recht op vrijheid van meningsuiting inperken, met name de persvrijheid. In artikel 9 van de richtlijn worden lidstaten daarom verplicht om uitzonderingen op de richtlijn op te nemen om de journalistieke, literaire en artistieke doeleinden te waarborgen. Zo moet inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting tot het minimale beperkt worden. De vraag is dan echter wat onder journalistieke, literaire en artistieke doeleinden, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 Wbp, verstaan moet worden. Om tot een antwoord te komen op bovenstaande vragen, moet eerst gekeken worden naar het recht van vrijheid van meningsuiting in Nederland en de reikwijdte en toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens. VRIJHEID VA N M EN IN G SU ITIN G TEG E NOV ER RECHT OP PRIVACY In artikel 10 EVRM wordt het recht op vrijheid van meningsuiting omschreven. Een ieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting, hetgeen inhoudt de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken. Het recht kan onderworpen worden aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties indien dit bij de wet is voorzien en indien dit in een democratische samenleving noodzakelijk is. Tegenover het recht van vrijheid van meningsuiting staat het recht op eerbiediging van een persoonlijke levenssfeer (privacy), art. 8 EVRM. Inmenging van openbaar gezag is slechts toegestaan indien dit bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is. Voor de uitwerking van dit artikel en bescherming van dit recht, is de Wbp in het leven geroepen.


WAT ZIJN PERSOONSGEGEVENS EN WAT WORDT VERSTAAN ONDER DE VERWERKING HIERVAN? In artikel 1 van de Wbp wordt aangegeven wat er verstaan moet worden onder een persoonsgegeven. Dit omvat elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon. Een persoon is geïdentificeerd, dan wel identificeerbaar, indien het gegeven het mogelijk maakt de identiteit redelijkerwijs zonder veel inspanning vast te leggen. Voorbeelden hiervan zijn foto’s, voor- en achternaam, functies of e-mailadressen. Uit art. 1 Wbp blijkt dat het begrip verwerking erg breed is. Elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens valt onder de verwerking van persoonsgegevens. Art. 1 Wbp sub b noemt enkele voorbeelden als: verzamelen, ordenen, bewaren, wijzigen, opvragen, raadplegen, verstrekken door middel van doorzending etc. E I G E N G E B R U IK In artikel 2 Wbp staat een aantal gevallen waarop de wet niet van toepassing is. Deze bepaling heeft de wetgever opgenomen om te voorkomen dat dagboeken met gegevens van personen uit de omgeving of lijstjes voor eigen gebruik met gegevens van anderen ook onder de Wbp zouden vallen. Zodra diezelfde gegevens echter verwerkt worden in een blog, en hiermee dus openbaar zijn, vallen ze wel weer onder de reikwijdte van de Wbp. JOURNALISTIEKE DOELEINDEN Op de verwerking van persoonsgegevens voor uitsluitend journalistieke, artistieke of literaire doeleinden is de wet niet van toepassing, zo blijkt uit artikel 3 Wbp. Dit doeleinde maakt tevens een uitzondering op het verbod op het verwerken van persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst, ras, politieke gezindheid, strafrechtelijke persoonsgegevens etc., zoals bedoeld in art. 16 Wpb. Kunnen we hieruit opmaken dat journalisten een veel grotere vrijheid hebben met betrekking tot alles wat zij publiceren dan de alledaagse blogger? Wouter Hins stelt in zijn artikel ‘De journalistieke exceptie en de bescherming van persoonsgegevens’ dat uit de richtlijn kan worden opgemaakt dat deze doeleinden niet in het leven zijn geroepen om journalisten te beschermen. Het gaat dus niet zozeer om het beroep dat de schrijver uitoefent, maar over het artikel zelf en haar context. Zodra het doeleinde van een artikel onder een van bovengenoemde valt, is artikel 3 Wbp van toepassing. Ongeacht of het geschreven is door een journalist of een student.

“Kunnen we hieruit opmaken dat journalisten een veel grotere vrijheid hebben met betrekking tot alles wat zij publiceren dan de alledaagse blogger?”

BLOGT ELKE BLOGGER MET EEN JOURNALISTIEK DOELEINDE? De vraag is echter wanneer iemand onder bovenstaande begrippen valt. Hoe zit het met iemand die zijn brood verdient met een site? En valt een artikel van een redactielid van dit blad over de politieke voorkeur van een medestudent onder art. 3 van de Wbp? Het Europese Hof van Justitie heeft nooit een duidelijk criterium gegeven waarmee kan worden vastgesteld of een artikel onder een van de journalistieke doeleinden van art. 3 Wbp valt. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) stelde richtsnoeren ter verduidelijking van dit begrip. Aan de hand van de wetgeving, de uitspraken van het Hof en de richtlijn van het CBP kan geconcludeerd worden wanneer een publicatie als een journalistieke publicatie aangemerkt kan worden. Om te beginnen moet het een uiting betreffen van maatschappelijk algemeen belang dat in de journalistieke hoedanigheid is gedaan. Dit hoeft dus niet per se door een journalist te zijn gedaan. Het journalistieke doeleinde moet beoordeeld worden door naar de context te kijken, gevolgd door een belangenafweging. Volgens het CBP moet zijn voldaan aan een activiteit die gericht is op objectieve informatieverstrekking en dat deze rechtmatig is. Daarnaast moet het een maatschappelijke strekking hebben en tot slot moet betrokkenen het recht op repliek en dus een recht van antwoord of rectificatie toekomen. Uit jurisprudentie blijkt medewerking aan een artikel een belangrijke rol te spelen bij de beoordeling van een succesvol beroep op art. 3 Wbp. VOORWAARDEN VOOR DE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS Indien men geen geslaagd beroep op art. 3 Wbp kan doen, worden in artikel 8 Wbp de andere gevallen genoemd waaronder persoonsgegevens uitsluitend verwerkt mogen worden. Uit het woord ‘slechts’ blijkt dat dit een limitatieve opsomming inhoudt. Enkele voorbeelden hiervan zijn: ‘de betrokkene moet voor de verwerking ondubbelzinnig zijn toestemming hebben verleend; de gegevensverwerking moet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij betrokkenen partij is; de gegevensverwerking moet noodzakelijk zijn om een wettelijke verplichting na te komen’. Volgens de wetgever moet elke gegevensverwerking herleidbaar zijn tot ten minste één van deze in art. 8 opgesomde gronden. Als het doel vaststaat en vaststaat dat de gegevensverwerking toelaatbaar is, moet er worden gekeken of er op grond van art. 9 geen sprake is van verwerking van persoonsgegevens op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. Gegevens mogen wel voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor zij gegeven zijn, maar deze doeleinden mogen niet onverenigbaar zijn met het oorspronkelijke doel.

INCRETUS 2014

| Verdieping

23


Een voorbeeld van een beroep op art. 8 sub f Wbp dat niet slaagt, is te vinden in het arrest Kleintje Muurkrant. De Stichting ‘De Stelling’ beroept zich hier op artikel 8 sub f Wbp nadat een zakenman een beroep deed op de bescherming van de Wbp, aangezien zijn naam op de site van de Stichting in verband werd gebracht met criminele activiteiten. De mening van de Stichting dat zij een gerechtvaardigd belang had tot verwerking van de persoonsgegevens op grond van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting slaagde niet. Volgens de rechter waren de gebruikte gegevens gedateerd, was de eiser nooit vervolgd, en had de Stichting zich onvoldoende met objectieve informatieverzameling beziggehouden. C O N C LU S I E Verwerken van persoonsgegevens is verboden, tenzij dit geschiedt voor een van de doeleinden die genoemd worden in art. 8 Wbp of een succesvol beroep kan worden gedaan op art. 2 of 3 Wbp. Ook als aan een van deze doelen is voldaan, moet rekening worden gehouden met de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Indien er is voldaan aan de criteria opgesteld door het CBP en jurisprudentie, kan er een succesvol beroep worden gedaan op art. 3 Wbp. Deze artikelen, die journalistieke/artistieke en literaire doeleinden bevatten, worden buiten de Wbp geplaatst en hoeven dus ook niet te voldoen aan de eisen van art. 8 Wbp. Degene die niet onder bovengenoemde kwalificaties vallen, maar wel publiceren, vallen binnen het kader van de

24

Verdieping | INCRETUS 2014

Wbp en moeten zich bij het publiceren dus houden aan de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens. Alle bloggers, instagrammers en twitteraars onder ons moeten voordat ze publiceren dus goed nagaan of ze publiceren met een journalistiek doeleinde of binnen de doeleinden van art. 8 Wbp vallen, voordat ze persoonsgegevens verwerken. Door: Saskia Roeters van Lennep

1. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 06-11-2003 (Bodil Lindqvist) ECLI:NL:XX:2003:AN8004 2. Europese Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, Richtlijn 95/46/EG 3. http://www.cbpweb.nl/wbpnaslag/1/Paginas/wbp-artikel-1-a.aspx 4. Hins, A.W. ‘De journalistieke exeptie en de bescherming van persoonsgegevens: laveren tussen twee grondrechten’. Mediaforum 25 (2013): 7. P. 100 5. http://www.cbpweb.nl/Pages/rs_publicatie_persgeg_internet.aspx 6. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16-12-2008 (Satamedia) ECLI:NL:XX:2008:BG7813, 7. Hoge Raad, 09-09-2011 (Santander), ECLI:NL:HR:2011:BQ8097 8. Rechtbank ‘s-Gravenhage, 28-10-2009 (U-blad Groningen) ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1467, r.o 1.2 9. Mvt, kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr.3 p.21 10 . MvT, kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3 p. 79 11. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 01-02-2011 (kleintje Muurkant), ECLI:NL:GHSHE:2011:BP3921


DÉ REDENEN OM TE STUDEREN IN AMSTERDAM Amsterdam is met zijn 814.00 inwoners de grootste stad van Nederland. Ruim 100.000 van deze inwoners zijn studenten, die stuk voor stuk de beste keuze hebben gemaakt door voor onze hoofdstad te kiezen. Net zoals elk jaar heeft Amsterdam zich weer enorm ontwikkeld, zowel op zakelijk gebied als op het gebied van uitgaan en ontspanning. In dit artikel komen dan ook een aantal van deze nieuwe hotspots, bedrijven en studentenverenigingen aan bod.

EET & DRINK GELEGENHEDEN IN AMSTERDAM VO L K S HOTE L

VAN DELF T PEPERNOT ENFABRIE K

We beginnen met een ontzettend alles in één hip gebouw: het Volkshotel. Dit gebouw, gevestigd aan de Wibautstraat, is 45 jaar lang het hoofdkantoor van de Volkskrant geweest. Na een lange verbouwing is het sinds deze zomer dé plek om te overnachten, te werken, wat te eten of te drinken. In de kelder bevindt zich de cocktailbar Doka en op de zevende verdieping heeft restaurant Canvas zich gevestigd, vanwaar je een fantastisch uitzicht over onze geliefde stad hebt. In de weekenden wordt Canvas ’s nachts omgebouwd tot een hippe club waar je kunt genieten van de beste DJ’s die zowel soul, hiphop, dance en disco voor je draaien. Voor de harde werkers onder ons is er: De Werkplaats, waar flexwerkplekken gevestigd zijn. Ook kun je hier een vergaderruimte huren. Voor de prijs hoef je dit alles overigens niet te laten: voor een hoofdgerecht ben je gemiddeld maar 15 euro kwijt.

Sinterklaas heeft inmiddels ons kleine landje weer verlaten en is terug gegaan naar Spanje. De Zwarte Pieten discussie zullen maar weinig mensen missen, maar de pepernoten en al het ander lekkernij des te meer. De verstandige mensen zullen een voorraadje pepernoten hebben ingeslagen. Helaas zijn er altijd mensen die dit niet hebben gedaan of hun voorraad al op hebben. Hiervoor is de redder in nood ‘van Delft de pepernotenfabriek’ in het leven geroepen. Je kunt hier 35 verschillende soorten pepernoten kopen. Naast dit uitgebreide pepernotenassortiment wordt het assortiment ook nog eens aangevuld met andere traditionele producten zoals taaitaai en speculaaskoekjes. Van Delft is in 1880 opgericht en behoort inmiddels tot de top 10 van grootste biscuitproducenten van Europa. Zo komen er van elke 100 pepernoten die in Nederland verkocht worden, 70 bij van Delft vandaan! De Pepernoten fabriek is het hele jaar geopend, dus mocht u al het Sinterklaas lekkernij missen dan kunt u hier terecht.

Wibautstraat 150 Openingstijden Doka: do, vrij & za 23:00 tot laat Openingstijden Canvas: ma – do 07:00 – 01:00, vr 07:00 – 04:00, za 08:00 – 04:00, zo 08:00 – 01:00 www.volkshotel.nl

Van Woustraat 101 Openingstijden: ma 12:00 – 19:00, di-wo 10:00 – 19:00, do 10:00 – 21:00, vr 10:00 – 19:00, za 09:00 – 18:00, zo 12:00 – 18:00 www.pepernotenfabriek.nl

DE HALL E N Op 21 oktober 2014 is in stadsdeel west De Hallen geopend. Zoals de naam al doet vermoeden is het één grote hal, opgedeeld in kleinere hallen. De meest populaire hal is wel de foodhal. Dit is een sfeervolle zaal met allerlei standjes waar je heerlijk eten kan halen. Zo kun je er de meest gezonde originele hapjes krijgen, maar ook een heerlijk vette hamburger. Zelfs de bekende kok Robert Kranenborg verkoopt er een vissoep. Veder biedt De Hallen ook nog vele andere culturele dingen, zoals de galerie Beeldend Gesproken. De collectie van Beeldend Gesproken bestaat uitsluitend uit werk van kunstenaars met een psychiatrische achtergrond en is hiermee uniek in Nederland. Ook zijn er de filmhallen, dit zijn negen zalen waar da-

gelijks de nieuwste films en documentaires worden vertoond. Daarnaast ben je in De Hallen ook aan het goede adres voor de kappersacademie, een ambachtshal, een denimlab en een bibliotheek. Het is dus zeker een bezoekje waard! Voor het bereik hoef je een bezoekje aan De Hallen niet te laten, want onder de Hallen zit een grote parkeergelegenheid waar zowel fietsen als auto’s kunnen worden geparkeerd. Hannie Dankbaar Passage 33 Openingstijden Foodhallen: zo – wo 11:00 – 0:00do – za 11:00 – 01:00 www.dehallen-amsterdam.nl

INCRETUS 2014

| Student in Amsterdam

25


HET BEDRIJFSLEVEN I N A M S T E R DA M

VERENIGINGEN IN AMSTERDAM

In Amsterdam zijn ontzettend veel uiteenlopende bedrijven gevestigd. Dit biedt vele mogelijkheden aan studenten in Amsterdam. Hieronder staan een aantal mogelijkheden waar je na je studie zou kunnen werken.

Vaak hoor je mensen zeggen dat hun studententijd de beste tijd van hun leven was en dat een studentenvereniging hier vaak een grote bijdrage aan heeft geleverd. Daarom vertel ik hieronder in het kort iets over drie uiteenlopende verenigingen.

Linklaters

Linklaters is het snelst groeiende advocatenkantoor van Nederland in de periode 2010-2014 met een groei van 77,8%. Ook zijn zij uitgeroepen tot het meest innovatieve advocatenkantoor in finance law en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Linklaters heeft 29 kantoren over de hele wereld en zij staan hun cliënten bij met juridisch- en belastingadvies op een scala aan praktijkgebieden. Zij staan voor nationale en internationale kennis en ervaring. Verder hebben zij uitstekende juridische vaardigheden op een veelheid aan rechtsgebieden. Hierdoor zijn ze zeer consistent in "het onmogelijke mogelijk maken". Na je studie kun je hier aan de slag als advocaat- stagiaire. Mocht je eerst even kennis willen maken met het bedrijf dan kun je er ook voor kiezen om hier stage te lopen. Per maand zal je dan een vergoeding hiervoor ontvangen. Dus mocht je internationale ambities hebben is het zeker de moeite waard om eens op de site van Linklaters te kijken.

Promoveren aan de VU

Als je zeer geïnteresseerd bent geraakt in een bepaald onderwerp tijdens je studie dan kun je er ook voor kiezen om daar na je studie onderzoek naar te doen en te solliciteren naar een promotieplaats aan de VU. Een promovendus schrijft in drie tot vijf jaar een proefschrift of proefartikelen onder begeleiding van een hoogleraar. Naast het doen van onderzoek wordt er van je geacht om vier cursussen te volgen en onderwijs te geven. Als promovendus krijg je de status van werknemer en treed je in dienst van de universiteit. Nederland is hier erg uniek in: in veel andere landen worden promovendi als student ingeschreven.

Rechtbank Amsterdam

Ook kun je er voor kiezen om na je studie bij de rechtbank te gaan werken. Als je, je mastertitel hebt behaald ben je daar welkom, want er is binnen de rechtsspraak een breed scala van functies te vervullen, zo’n 9500 in totaal. In Amsterdam werken bij de rechtbank alleen al rond de 1600 mensen. Werken bij de rechtbank betekent werken met een grote verantwoordelijkheid, want de uitspraak van de rechter kan grote gevolgen voor de betrokkene hebben . Daar moet je je van bewust zijn en daarom moet je zorgvuldig, onafhankelijk en onpartijdig te werk kunnen gaan. Mensen verwachten vaak dat werken bij de rechtbank een zeer formele werkomgeving met toga’s en juridische procedures, maar de cultuur is echter verrassend informeel en er wordt intensief met elkaar samengewerkt.

26

Student in Amsterdam | INCRETUS 2014

R.S.V.U. Okeanos

R.S.V.U. Okeanos is een van de roeiverenigingen gevestigd aan de Bosbaan waarbij afgelopen zomer ook het WK roeien heeft plaatsgevonden. Bij Okeanos kun je op alle niveaus roeien: van één keer in de week recreatief tot toproeien. Nieuwe leden maken kennis met de roeisport tijdens de introductieperiode, na deze periode maak je vervolgens de keuze of je het bij competitie roeien houdt of fanatiek gaat wedstrijdroeien. De vereniging is opgericht in 1945 en organiseert sindsdien naast roeiwedstrijden ook allerlei andere dingen zoals gala’s, diners en borrels. Samen met je jaarclub, die je tijdens je introductie periode hebt gevormd, kun je dan deelnemen aan deze evenementen.

A.S.C. – A.V.S.V.

Deze vereniging, beter bekend als het corps, is de oudste vereniging in Amsterdam en is opgericht in 1851. Het A.S.C. – A.V.S.V. is ontstaan uit verschillende dispuutgezelschappen, voornamelijk vakdisputen zoals rechten, theologie, letterkunde en andere wetenschappen. In de 19de eeuw kwam de nadruk meer te liggen op het gezelschapsaspect en inmiddels is het uitgegroeid tot de grootste studentenvereniging van zowel Amsterdam als Nederland met 2700 actieve leden, onderverdeeld in 18 vrouwen disputen en 19 mannendisputen. Ieder dispuut heeft zijn eigen bestuur en karakter en zij komen wekelijks samen op hun vaste borrelavond in de sociëteit in de Warmoesstraat.

AEGEE Amsterdam

Dit is een studentenvereniging zonder grenzen. AEGEE is namelijk een studentenvereniging met rond de 200 vestigingen in studentensteden door heel Europa. Dit betekent dat je niet alleen in Amsterdam aan allerlei gezellige activiteiten mee kunt doen, maar dat je ook de leukste reizen kunt maken om alle hoeken van Europa te ontdekken. In Amsterdam bestaat AEGEE uit 10 disputen en 20 commissies en iedere dinsdag borrelen ze in de Bamboo Bar.

Door: Megan Merkens


WAT W I J K U N N E N L E R E N VAN DE BRITTEN “Tell me – and I warn you, be critical - what is your opinion about this case?” Ik zie elf gezichten mijn kant op draaien. De kamer is klein en het lijkt met de minuut warmer te worden. Ik kijk even naar het dikke boek dat op mijn tafel ligt. Hier haal ik het niet in mijn hoofd om de stof niet te lezen. “Case law” wordt vrij lastig als je de cases niet kent, dat heb ik inmiddels wel geleerd. “Well, as you can find in the book…” maar mijn docente legt me direct het zwijgen op. “I know what the book says. I want to know what you think. This is a discussion seminar, I want a discussion. Plain, theoratical knowledge is useless if you don’t know to use it. How to express yourself.”

Ik kijk haar even aan, een beetje uit het veld geslagen. Het is nog steeds wennen aan het nieuwe onderwijs systeem. Speciale discussiewerkgroepen zijn geen uitzondering. “I would agree with Lord Denning. This change in the statue would be a hazard to the English legal system.” Alsof ik nooit anders heb gedaan citeer ik daarna een uitspraak van de beroemde Lord. Mijn docente knikt tevreden en ik kan de grijns op mijn gezicht niet onderdrukken. Ik weet het, moeilijk te geloven, maar ik heb zojuist een Lord geciteerd.

ERASMUS PROGRAMMA En dat is precies waar ik mijn verhaal wil beginnen. Wie ik ben? Mijn naam is Kaylee Zournas, derdejaars rechtenstudente aan de VU, en ik ben op dit moment bezig mijn droom waar te maken. Vanaf het eerste jaar wist ik het zeker, wat er ook zou gebeuren, ik wilde op uitwisseling. Ik was dan ook compleet door het dolle heen toen ik werd geaccepteerd.

aan hun “thuis” Universiteit, wat voor velen letterlijk grenzen opent. Daarbij komt nog de speciale Erasmus beurs, welke een deel van de onkosten moet vergoeden. Het klinkt te mooi om waard te zijn, maar op die manier kreeg ik de mogelijkheid om mijn droom waar te maken. Ik ging op uitwisseling en wel naar de Universiteit van Sheffield in het Verenigd Koninkrijk.

Hoe kon ik anders? De Universiteit van Sheffield wilde me ontvangen voor een half jaar, zodat ik daar mijn minor kon doen in het kader van het Erasmus programma. Dit programma, deels gefinancierd door de Europese Unie, geeft Europese studenten de mogelijkheid om drie tot twaalf maanden aan een van de deelnemende universiteiten te studeren. De voordelen zijn onuitputtelijk. Niet alleen krijgt de nieuwe generatie academici de kans om vreemde talen, culturen en expertisegebieden te verkennen, ook is er een belangrijk financieel voordeel. Erasmus studenten betalen collegegeld

Zoals mijn docente al zei, het is belangrijk om kritisch te blijven. Door de jaren heen ben ik gewend geraakt aan het beleid van mijn geliefde VU. Van mij geen kwaad woord over de VU naar studenten van rivaliserende universiteiten. Misschien gedeeltelijk ongegrond, want ik had tot nu toe geen dag gestudeerd aan een andere universiteit. Nu ik dat wel doe, komt de onvermijdelijke vraag: kunnen wij wat leren van de Britten? Erasmus studenten betalen collegegeld aan hun “thuis” Universiteit, wat voor velen letterlijk grenzen opent.

INCRETUS 2014

| Student in Amsterdam

27


P R E S E N TAT I E SKILLS EN DIEPGANG Ik ben op de campus en ik heb afgesproken met Markus. Zijn naam verklapt het al een beetje; hij is een Zweedse Erasmus student uit Stockholm. Bij toeval leerden we elkaar kennen op de welkom receptie en met de tijd hebben een grote vriendengroep opgebouwd bestaande uit zowel Britse als Erasmus studenten. Markus studeert ook rechten en we hebben twee vakken samen, namelijk “Contract Law” en “The Law relating to Private companies”. Om die reden zien we elkaar bijna elke dag. Je leest het goed, elke dag van minstens tien tot vijf op de Universiteit. Had ik in Amsterdam maar acht contacturen per week, die tijden zijn voorbij. Hoorcolleges duren hier slechts een uur, maar komen dus ook vaker verspreid door de week voor. Werkgroepen beslaan over het algemeen twee uur, waarvan het eerste uur is om een kleine presentatie voor te bereiden met je groepje. Voor mij werkt dit bijzonder goed. Niet alleen mijn presentatie skills verbeteren, maar ook mijn kennis van de stof. De beste manier om iets te leren is blijkbaar door het uit te leggen aan iemand anders. Als toevoeging krijg je een kaartje waarop een “task” staat die je in je presentatie moet verwerken. De ene keer is dat een actueel onderwerp uit de media koppelen aan je werk en de andere keer is de opdracht om de groep interactief bij de presentatie te betrekken. Dit zorgt voor diepgang én maakt het presenteren wat interessanter. Meer contacturen, langere dagen, het zijn offers die ik met een glimlach op mijn gezicht zou brengen als dat betekent dat ik de stof beter op neem. Nu verschilt dit natuurlijk per universiteit, maar in Nederland is het algemeen bekend dat Rechtsgeleerdheid niet de meeste contacturen heeft. Was ik in mijn eerste jaar hier nog blij mee, nu begin ik te twijfelen of zelfstudie niet op een gegeven moment zijn top heeft bereikt. De uitkomst laat ik nog even in het midden, maar de manier waarop de werkgroepen zijn ingedeeld zorgen al voor een duidelijke conclusie. Al met al? Een punt voor Sheffield.

DE STUDENTS UNION We staan voor de deur van het kloppende hart van de campus; the Students Union. Een concept waar ik nog nooit eerder van had gehoord. Maar inmiddels ben ik al zo ingeburgerd dat het bij binnenkomst vertrouwt voelt. Het “union” gedeelte lijkt te impliceren dat dit

28

Student in Amsterdam | INCRETUS 2014

een vereniging is, maar niets is minder waard. De SU is een ontmoetingsplek, studeerruimte, informatiecentrum, administratiecentrum en restaurant voor alle studenten aan de Universiteit van Sheffield. Als je een vraag hebt weet je dat je in de SU moet zijn. Er zijn trouwens nog duizend andere redenen waarom je in de SU zou moeten zijn, bijvoorbeeld omdat jouw vereniging daar samen komt. Of omdat je een bankrekening wilt openen. Omdat je een kijkje wilt nemen in de speciaal door de “Jobshop” geselecteerde vacatures? Maar de meest voorkomende reden is: omdat je zin hebt in een feestje. Deze unie heeft namelijk in de kelder een club, waar iedere avond wel wat te beleven is. De SU, volledig bestuurt door studenten, is verkozen tot beste union van het Verenigd Koninkrijk. Het gebouw, met ongeveer drie keer de oppervlakte van het Initium, krioelt altijd van de studenten. De kleding winkel, die je direct bij binnenkomst ziet, heeft truien, broeken, petten en allerlei andere soorten merchandise met het “University of Sheffield” logo. Het ademt samenhorigheid. Die samenhorigheid wordt misschien nog het meest gevonden als de “Varsity” plaats vindt, de sportwedstrijden tegen de rivaliserende universiteit “Sheffield Hallam University”. Ik kan niet ontkennen dat ik dit typisch Amerikaanse “campuslife” onbewust heb gemist. Hoe heerlijk is het om trots te kunnen zijn op het feit dat de naam van jouw Universiteit op je trui staat gedrukt? Deze trots komt ook op andere manieren tot uiting. Zo zijn er 51 sport clubs, je kan het zo gek niet bedenken of het is er. Atleten zijn idolen en worden toegejuicht door de cheerleaders. Verder zijn er ook sociale clubs, bijvoorbeeld de zang club, China club, Law society en een Unicef society. Letterlijk voor ieder wat wils. Alle clubs worden gesteund vanuit de SU en krijgen de kans om daar hun bijeenkomsten te houden. En heb jij een interesse waar nog geen club voor is? Dan kan je zelf een club oprichten!

“HOE HEERLIJK IS HET OM TROTS TE KUNNEN ZIJN OP HET F E I T DAT D E N A A M VA N J O U W U N I V E R S I T E I T O P J E T R U I STA AT GEDRUKT?”

IN PERSPECTIEF Mijn avontuur duurt nog even voort, maar ik heb al genoeg ideeën voor verbetering. Zo zijn de interactieve lessen, met kleine groepjes, zeker een goede mogelijkheid om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Subtiele aanpassingen in de lesstructuur zorgen voor beter opgeleide juristen doordat zij zelfstandige, ruimdenkend en kritische zijn. Naar mijn mening waarde-


volle kwaliteiten voor vele momenten in het leven. Een ander punt geweldig punt aan Sheffield is het aantal studenten initiatieven. Ik hoop dat dit in de toekomst wat meer gaat leven op mijn thuis Universiteit. Nu is het natuurlijk wel eerlijk om het geschetste beeld in perspectief te zetten. Is bij ons studeren relatief normaal geworden, in de UK ligt het niet zo makkelijk. Studeren is duur en de voorzieningen voor financieringen zijn vaak niet toereikend genoeg. Het is dus nodig dat je ouders of jij zelf enige vorm van vermogen hebben om de minstens 9000 pond per jaar kostende opleiding te betalen. Ook tijdens je studie is het noodzakelijk om op een rekening te kunnen terug vallen. De verplichte uren in de collegezaal zorgen ervoor dat er weinig vrije tijd over is om te werken. Mocht je toch de tijd vinden, zet je dan maar schrap. Vanaf 21 jaar is het minimum loon zes pond en vijftig pence. Omgerekend is dat acht euro en tweeĂŤntwintig eurocent. Op zich niet slecht voor een studentenbaantje, maar wel als je bedenkt dat twee pakjes gehakt hier negen pond kosten. Studeren is daarmee onrealistisch duur en niet voor iedereen mogelijk. Daarin kan de UK nog iets van ons leren.

WEES KRITISCH! Ikzelf heb al wat veranderingen in mijn leef en leer stijl doorgevoerd. Ik ben hier natuurlijk niet alleen gekomen om kennis op te doen van het Britse rechtssysteem, ik wilde meedraaien en de cultuur kunnen proeven. Ik wilde mezelf verbeteren en ontdekken waar die verbeteringen liggen. Ik ben lid van drie clubs wat een ongelofelijke boost heeft gegeven aan mijn sociale netwerk. Iedere dag is hard werken, maar het is het allemaal dubbel en dwars waard. Ik heb geen moment spijt gehad van mijn aanmelding. Ik geloof in talent en het is essentieel om een goede advocaat te worden. Maar dat is toewijding ook. Compassie, de mogelijkheid om je in te leven, kritisch zijn en hard werken. Maar absoluut, voor mij, het belangrijkste is; jezelf blijven ontwikkelen. Blijven streven naar verbeteringen, want zeg nou zelf‌ we willen toch allemaal de beste zijn? Door Kaylee Zournas

INCRETUS 2014

| Student in Amsterdam

29


M E E T:

ROGER BOS HOOFDOFFICIER VAN JUSTITIE VAN MAASTRICHT

Speciaal voor de vernieuwing van het blad zijn enkele redactieleden van de Incretus afgereisd naar het prachtige zuiden van ons land om te spreken met Roger Bos. Bos is bijna dertien jaar luitenant-kolonel bij het Ministerie van Defensie geweest en is daarna aan de slag gegaan als officier van justitie bij het Parket Den Haag. Hij was respectievelijk teamleider bij het Parket Amsterdam en later plaatsvervangend –hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket, waar hij zich bezighield met de georganiseerde misdaad. Een indrukwekkende loopbaan kan men stellen, maar daar houdt het niet bij op. Momenteel is Bos immers hoofdofficier van justitie van het Regioparket Limburg. Bos heeft ons verteld over zijn studie, zijn carrière en hij gaf enkele tips aan de huidige studenten.

30

Kunt u ons wat meer vertellen over uw studie?

Wat is het meest aanmerkelijke geweest aan uw rechtenstudie en de KMA?

Alleerst heb ik gestudeerd aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Daarna heb ik twee jaar in Tilburg gestudeerd en twee jaar in Leiden. Ik ben begonnen met een deeltijdstudie in de avond in Tilburg die ik vervolgens heb afgemaakt in Leiden waar ik in het Civielrecht ben afgestudeerd. Voor mij was studeren anders dan het voor jullie nu is. Ik was niet zo jong als jullie, want ik was al in de dertig toen ik mijn rechtenstudie afrondde. Ik heb de studie kunnen afronden in anderhalf jaar, omdat ik mijn sociaal leven al had en geen verleidingen had die mijn kinderen nu hebben op de universiteit. Beide studieperiodes waren geweldig, maar het verschil met de KMA was dat je binnen een dergelijk instituut intern met iedereen in een flatgebouw zat. Op de KMA bestaat een internaatsysteem dat zorgt voor een enorm sterke sociale binding. Heel veel personen die ik bij de Defensie heb leren kennen, zitten nog steeds in mijn netwerk.

Op de KMA heb ik de psychologische-sociologische studierichting gevolgd en daarbij stond de mens centraal. Bij mijn studie in Tilburg en in Leiden ging het veel meer om cognitieve kennis en de mix van beide maakt het eigenlijk heel erg mooi. Heel vaak worden juristen bejegend alsof zij alleen maar naar de juridische perspectieven kijken en worden zij neergezet als mensen zonder empathie die alleen maar bezig zijn met regels en structuren. Terwijl het al een enorme bijdrage levert aan de leedverwerking als iemand erkenning krijgt voor het verschrikkelijke dat hem is aangedaan. Bij juristen gaat het niet altijd om die boodschap. Daarom geef ik beginnende officieren ook altijd aan dat ze hun juridische cognitieve kennis toe moeten passen in de context van de situatie.

Career | INCRETUS 2014


U bent luitenant-kolonel bent geweest bij de Defensie. Nu bent u hoofdofficier van justitie. Waarom heeft u deze carrièrewissel gemaakt? Van 1979 tot 1996 heb ik bij de Defensie gewerkt en in die tijd heb ik vier jaar de KMA gedaan. En ik vond het ongelofelijk leuk, want toen was er nog de dienstplicht. Maar ik wilde mijn kennis uitbreiden en jonge (militaire) officieren gaan leiden. Later kwam ik in aanraking met de militaire kamer van de Rechtbank te Arnhem. Zij oordeelde over zaken van soldaten die fouten hadden begaan. Daar werd ik voor het eerst gefascineerd door het strafrecht. Toen was het mogelijk om via het buitenstaandertraject bij het OM binnen te komen. Toen heb ik gesolliciteerd en ben ik aangenomen als officier van justitie. Dat zijn compleet verschillende werelden. Je hebt immers de wereld van de groep, de wereld van Defensie waar je als individu nauwelijks meetelt, tegenover de wereld van de individu, de wereld van het OM. In mijn defensietijd waren we aan het oefenen voor het geval dat de Russen Europa binnen zouden vallen. Je probeert je wel te voorbereiden op een werkelijke situatie maar het was minder scherp en minder echt. Bij justitie spelen we geen toneelstukjes dus het is allemaal keiharde werkelijkheid. Maar er zijn ook veel parallellen; bijvoorbeeld de omgang bij Defensie met de soldaten in relatie tot de officier van justitie die met politie omgaat.

Het OM is een machtig apparaat. Zij hebben heel veel bevoegdheden om dwangmiddelen te gebruiken. Her en der pleit men voor minder vergaande bevoegdheden. Wat vindt u hiervan? Er wordt in de politiek ook gepleit voor nog meer bevoegdheden. Ik denk dat wij met het instrumentarium dat wij nu hebben in heel veel gevallen heel effectief kunnen opereren. En het feit dat de wet ons bevoegdheden toekent, voor zwaardere gelaagde bevoegdheden van de rechter-commissaris of de rechtbank, vraagt ook dat je daar op een zorgvuldige manier mee moet omgaan. Want wij weten dat als wij de regels van het spel niet naleven, dat ons gesodemieter levert op de zitting. Als de machtiging ‘binnentreden’ verleend wordt, moet dat ook op papier staan en duidelijk verteld worden. Zo zijn er tal van trajecten waarin wij echt nadrukkelijk die vormvereisten naleven. En ook de ratio daarachter vertellen we aan anderen. Dat zorgt uiteindelijk voor het bestaansrecht van onze organisatie. Als wij zelf niet integer zijn en zelf niet integer omgaan met onze dwangmiddelen, dan kan je wel ophouden. Daar misbruik van maken is een doodzonde die echt niet geaccepteerd wordt in onze organisatie. Mensen die daar niet integer mee omgaan, staan heel snel op straat.

Parket Limburg is vanwege zijn geografische ligging erg bijzonder. Is er een bepaalde samenwerking met julie buitenlandse collega’s van bijvoorbeeld België of Duitsland? We hebben een hele intensieve samenwerking met de Belgen en de Duitsers. Ik heb vanmiddag een overleg met de mensen van het departement van Nordrhein-Westfalen. Een officier van justitie van het federaal parket in Duitsland. Ik heb vorige week met de Polizeipräsident van Aken gesproken. We hebben wekelijks contact met de collega’s over de grens, want Aken ligt hier 40 km vandaan. Dat is een stuk dichterbij dan Eindhoven. Bovendien gaan criminelen ook makkelijk over die grenzen. Op een aantal thema’s werken we intensief samen zoals motorbendes, drugs, mensenhandel en mobiel banditisme. Daar proberen we de grenzen zoveel mogelijk te slechten door op een adequate manier te informeren en te helpen.

Op welke manier ontwikkelt en innoveert het OM zich op delicten zoals cybercrime? Elk parket heeft een cybercrime officier en ook de politie heeft extra capaciteiten om dat op te sporen. Dat is dus heel simpel, want we maken daar hele harde afspraken. Wij moeten een aantal cybercrimezaken doen en daar maken we dus afspraken over met de politie en onze officieren van justitie. Daarnaast hebben we een hele grote club superspecialisten die zitten op landelijk niveau; zij pakken hele grote zaken op.

Heeft u goede raad voor studenten van nu? Het belangrijkste is dat je van je studietijd moet genieten. Ik denk dat het heel erg van belang is voor studenten dat je op de één of andere manier opvalt. Dat kan zijn omdat je iets naast je studie gedaan hebt of dat je hele uitgesproken opvattingen hebt. Natuurlijk is het belangrijk dat je kennis tot je neemt, maar de context van die kennis is veel belangrijker. En dat je dat daadwerkelijk kunt toepassen. Het is niet alleen de cognitieve kennis, maar het zijn ook de sociale omstandigheden met elkaar die van belang zijn. Ik denk dat heel veel mensen zich niet realiseren hoe groot hun netwerk is.

“A L S W I J Z E L F N I E T I N T E G E R ZIJN EN ZELF NIET INTEGER OMGAAN MET ONZE DWANGMIDDELEN, DAN KAN JE WEL O P H O U D E N .”

INCRETUS 2014

| Career

31


Heeft u tips voor studenten die een baan bij het OM ambiëren?

Wie vindt u de beste strafpleiter in Nederland?

Wij zoeken mensen met lef en mensen die durven. Een stage is een mooie mogelijkheid voor studenten om te kijken wat er bij ons gebeurt en ook om te laten zien wat jij in huis hebt. Ik weet van dit parket dat de mensen die bij ons stage hebben gelopen soms toch een streepje voor hebben in het selectietraject daarna.

Frits Schneider, een advocaat uit Amsterdam. Of dat de beste advocaat is durf ik niet te zeggen. Dat is zo ingewikkeld om te zeggen, maar wat ik enorm waardeer aan Frits Schneider is dat hij op een hele integere manier het belang van zijn cliënt behartigt. Ik heb in één zaak met hem heel veel zittingsdagen gehad. Het is iemand die met respect voor anderen de belangen van zijn cliënt weet te behartigen. Juridisch moet je scherp zijn, maar je moet je dossier ook goed kennen. Dat lijkt een open deur, maar er zijn heel veel advocaten die het dossier niet kennen en vervolgens op basis daarvan de fout ingaan. Frits was iemand die het dossier ontzettend goed kende en hij wist het prima te verwoorden.

Heeft u weleens tegenover beroemde strafrechtadvocaten gestaan? Jan-Heijn Kuipers, Gerard Spong, Bram Moszkowicz. Ik heb ze allemaal gehad. Het waren niet de meest imponerende zittingen die ik deed. Spong heb ik een keer gehad waarbij ik dacht: die heeft hele scherpzinnige opmerkingen, maar dat bleek ook niet het geval te zijn. Dat werd ook een keurige veroordeling. Maar dat zijn natuurlijke wel intelligente mensen waar je scherp bij moet zijn. Als officier van justitie moet je altijd scherp zijn, want het gaat om de belangen van de verdachte en het slachtoffer. Dus het zou niet zo moeten zijn dat je je anders gaat voorbereiden als je tegen Spong of Moszkowicz moet staan.

Tot slot. Als u geen (hoofd)officier van justitie was, waar zou u dan willen werken? Dan zou ik toch bij Apple werken. Ik zoek innovatie en creativiteit in een dynamische en flexibele omgeving. Door: Baris Duvan

32

Career | INCRETUS 2014


JOUW CARRIÈRE BEGINT NU! Sommigen van ons weten het al jaren: zij worden advocaat, officier van justitie of rechter. Maar wat als je geen flauw idee hebt wat je na je studie wilt gaan doen? Inge en Margriet van het Career Office, het studie- en carrièrecentrum van de rechtenfaculteit aan de VU, laten zien dat er meer is dan alleen de togaberoepen en geven tips voor een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt.

WIE ZIJN JULLIE?

Inge

Margriet

Ik ben Inge Christoph en tien jaar geleden ben ik afgestudeerd in Utrecht als jurist. Sinds januari vorig jaar werk ik als loopbaanadviseur bij het Career Office. Hiervoor heb ik verschillende banen als jurist gehad. Bij mijn laatste baan was ik beleidsadviseur bij het Openbaar Ministerie.

Ik ben Margriet Augstein en twee jaar geleden ben ik afgestudeerd in Amsterdam als jurist. Sinds december werk ik als loopbaanadviseur bij het Career Office. Hiervoor heb ik gewerkt als arbeids- en huurrechtjurist bij een klein advocatenkantoor in Den Haag.

Wat doet het Career Office? Inge: Het Career Office heeft de doelstelling om een link te leggen tussen het beroepenveld, de faculteit en de studenten. We willen de verbinding met de studenten en de arbeidsmarkt intensiveren. Hierdoor kunnen studenten een beter beeld krijgen van de carrièremogelijkheden. Want hoe kan je als student een beeld vormen wanneer je niet de verschillende facetten van het beroepenveld ziet? We kennen allemaal de Zuidaskantoren, de rechterlijke macht en de officieren van justitie. Maar wat is er eigenlijk nog meer? De gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld interessante functies voor juristen. Daarnaast is rechten een studie die allerlei soorten mensen aantrekt. Dat zijn niet per se mensen die op vijfjarige leeftijd denken dat ze advocaat of rech-

ter willen worden. Daarom is het ook zo lastig om te beslissen wat je met het recht wilt gaan doen. Vervolgens zie je vaak dat mensen proberen het gebaande pad te nemen. Terwijl er ook minder gebaande paden zijn die minder voor de hand liggen, maar die wel jou als persoon eerder op je plek brengen waarbij je leuk werk kan doen én wat bij je past. Het Career Office richt zich hierbij op de bewustwording van studenten, zodat zij zich eerder realiseren dat ze er iets mee moeten doen en niet pas in het vierde jaar. Verder bieden we de student ook iets concreets aan, want we helpen studenten bij het opstellen van een C.V. of sollicitatiebrief en bij het voorbereiden van het sollicitatiegesprek.

“WE KENNEN ALLEMAAL DE ZUIDASKANTOREN, DE RECHTERLIJKE MACHT EN DE OFFICIEREN VAN JUSTITIE. M A A R WAT I S E R E I G E N L I J K N O G M E E R ? ”

INCRETUS 2014

| Career

33


Hoe intensiveert het Career Office de band tussen de arbeidsmarkt en studenten? Inge: Dit doen wij bijvoorbeeld door het organiseren van evenementen. In februari organiseren we een evenement in samenwerking met QBDBD om de verschillende functies bij de rechterlijke macht aan het licht te brengen. Insteek van dit evenement is om een bezoek te brengen aan de rechtbank waarbij studenten nadere informatie krijgen over het beroep van rechter, griffier, gerechtssecretaris en officier van justitie. Daarnaast wordt er algemene informatie verschaft over hoe de

sollicitatieprocedure verloopt. Ten slotte kunnen studenten vragen stellen aan de mensen die daar werken. In April organiseren wij ons grootste evenement, namelijk de ‘Beroepenmiddag’. Hierbij worden juristen uitgenodigd om te vertellen over hoe hun dag eruit ziet en over hun carrière. Hierbij hebben we heel bewust gekozen om juist niet de Zuidaskantoren en de rechterlijke macht uit te nodigen, maar juist de juridische beroepen die minder bekend zijn.

Pas afgestudeerde juristen zouden slechte kansen hebben op de arbeidsmarkt. Welke tips kunnen jullie geven?

Inge: Ongeveer 20 procent van de vacatures worden echt bekend gemaakt. De rest wordt via-via vervuld. Je ziet dus maar een fractie van de vacatures, terwijl er veel meer is. Dit vereist dus een proactieve houding van de student. Kijk daarom vooral naar je netwerk en naar het netwerk van je vrienden. Een ideaal middel hiervoor is Linkedin. Kijk daar naar organisaties. Wat doen de mensen van deze organisatie en hoe ziet hun dag eruit? Je kunt best mensen benaderen om te inventariseren wat voor werk zij doen. Vraag dan niet alleen naar beschik-

bare vacatures, maar vraag of je eens langs mag komen om een beeld te krijgen van hun werk. Margriet: Zet vroeg de stap om te netwerken. Het is tijdens je studie makkelijker een plek te krijgen bij een kantoor dan na je studie. Een advocaat heeft een heel groot netwerk en mocht je na je studie niet bij dat kantoor aan de slag kunnen, dan kunnen ze vaak bij een ander kantoor wel iets voor je betekenen.

Studenten kunnen hun C.V. door jullie laten controleren. Welke fouten worden veel gemaakt? Inge: Wat ik voornamelijk tegenkom is dat studenten een C.V. schrijven vanuit hun eigen perspectief. Ze schrijven dingen op een bepaalde manier op waarbij zij de betekenis goed begrijpen, maar de lezer van het C.V. het niet begrijpt. Bijvoorbeeld door het gebruik van afkortingen. Een ander voorbeeld is dat studenten slechts noteren welke master zij doen, bijvoorbeeld de

master criminologie. Een ministerie weet niet per se wat deze master inhoudt. Het loont de moeite om daar iets meer over op te schrijven, zodat de lezer een indruk krijgt van de studie. Daarnaast kan er vaak winst geboekt worden door te letten op de structuur, het overzicht en hoe je met je cv kan opvallen tussen de anderen.

Hebben jullie nog tips voor het C.V., de sollicitatiebrief en het sollicitatiegesprek? Margriet: Ga altijd na wie je gesprekspartner is en bedenk een paar goede vragen voor deze persoon. Zorg ervoor dat je goed weet bij wat voor soort bedrijf je solliciteert, zodat ze merken dat je er goed over hebt nagedacht. Op deze manier zal je voorkomen dat je bij tien andere kantoren hetzelfde verhaal verteld. Bovendien is het erg belangrijk om zelfvertrouwen te hebben en er in te geloven. Inge: Wat ik in een brief vaak mis is dat studenten niet ingaan op de motivatie om voor de organisatie én

functie te solliciteren. Waarom ben jij geschikt voor die functie en organisatie? Vraag jezelf dat af, want ze willen zien dat je bewust voor hen kiest. Probeer ook per sollicitatie je C.V. en sollicitatiebrief zodanig aan te passen dat die lezer denkt: ‘we have got a match’. Dus dat betekent dat je niet tien keer hetzelfde C.V. naar het ministerie én naar advocatenkantoren moet sturen. Iedere keer moet je een inschatting maken van wat er bij de organisatie past waar je solliciteert. Dat is heel erg maatwerk en bovendien tijdrovend, maar het zal je wel winst opleveren. Door: Manouk van der Heiden Hulp nodig bij je C.V., sollicitatiebrief of sollicitatiegesprek? Of heb je andere vragen? Neem dan een kijkje op de pagina van het Career Office (www.rechten.vu.nl/nl/career-office) of neem contact op via careeroffice.rechten@vu.nl.

34

Career | INCRETUS 2014


C O LO F O N Incretus is het verenigingsblad van QBDBD, de Juridische Faculteitsvereniging van de Vrije Universiteit en verschijnt vijf keer per jaar in een oplage van 2.500. Editie Jaargang 19, Nummer 01 Januari 2015

QBDBD WENST JULLIE EEN GEZOND EN GELUKKIG 2015 TOE!

ISSN 1875-4783 Drukkerij Drukbedrijf.nl Vormgeving Alexander Dahms Hoofdredacteur Tahmina Faez Eindredactie Baris Duvan Redactie Saskia Roeters van Lennep Megan Merkens Kaylee Zournas Gulsen Taspinar Manouk van der Heiden Rebecca Karen de Groot Rosalie Meijs Overige bijdrage Kimberley Wolf Robin de Meester Telefoon (020) 5986244 E-mail qbdbd.rechten@vu.nl Website www.QBDBD.nl/incretus Redactieadres QBDBD t.a.v. Tahmina Faez Kamer 2B-91 De Boelelaan 1077 1081 HV Amsterdam Met dank aan aan alle bestuursleden en sponsoren die deze Incretus mede mogelijk hebben gemaakt. Advertentieverkoop Voor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Robin de Meester, (020) 5986244. Disclaimer Hoewel dit magazine zorgvuldig naar beste weten wordt samengesteld, kan de uitgever niet instaan voor de juistheid of de volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de in dit magazine gegeven informatie. De redactie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gepubliceerde advertenties; evenmin houdt het opnemen van advertenties en industriÍle informatie een aanbeveling in. De inhoud van de artikelen vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken niet te plaatsen of te wijzigen. Abonnementen Een abonnement is onderdeel van het lidmaatschap van QBDBD. Het QBDBD-lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan door een ingevuld inschrijfformulier met pasfoto in te leveren bij QBDBD. Een adreswijziging dient tenminste 3 weken van te voren worden doorgegeven. Opzegging van het lidmaatschap dient minimaal 1 maand voor aanvang van het nieuwe collegejaar te gebeuren door uw QBDBD-pas met begeleidende brief waarin u uw lidmaatschap opzegt sturen naar QBDBD. Bij niet-tijdige opzegging wordt het lidmaatschap stilzwijgend voor een jaar verlengd. Heeft u vragen en/of opmerkingen omtrent uw abonnement en/of lidmaatschap neemt u dan contact op met Liselotte Stoelinga (020) 5986244. Persoonsgegevens QBDBD legt van haar leden in het kader van haar dienstverlening gegevens vast. Deze gegevens kunnen worden gebruikt om leden te informeren over relevante producten en diensten van QBDBD en derden. Š2013 QBDBD/Incretus Het is niet toegestaan om, zonder voorafgaande toestemming van de redactie, door de redactie gepubliceerde artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen, te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken of te verveelvoudigen.

INCRETUS 2014

| Colofon

35


De wet van Van Doorne:

Talent is een werkwoord

Je hebt talent. Dat is mooi. Maar alleen talent is niet genoeg. Om de top te bereiken, moet je een flinke ontwikkeling doormaken. Als advocaat en als mens. Daarvoor is doorzettingsvermogen nodig, een flinke dosis ambitie en het lef om de kansen die je krijgt, te grijpen. Natuurlijk helpen we je hierbij. Met deskundige en persoonlijke begeleiding en een uitgebreid opleidingsprogramma. Maar ondanks al deze ondersteuning, is er maar één iemand verantwoordelijk voor het ontwikkelen van jouw talent. En dat ben jij. Kijk op www.werkenbijvandoorne.nl hoe je je talent op scherp kunt zetten. Maak kennis met je nieuwe collega’s, neem een kijkje op je nieuwe werkplek en kies de toekomst die je wilt. Heb je vragen of wil je solliciteren, neem dan contact op met onze recruiter, telefoon 020 6789 338, recruitment@vandoorne.com

Van Doorne houdt je scherp Interview | INCRETUS 2014


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.