SAM! Verkeer en Vervoer

Page 1

Activiteitenprogramma voor gastouders

THEMA

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen worden in een bestand of openbaar gemaakt worden op, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op welke manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

THEMA VERKEER & VERVOER

Inleiding

Verkeer en vervoer, een heel herkenbaar en leuk thema voor kinderen. Alle kinderen hebben hier wel steeds neem je deel aan het verkeer. En je gebuikt dan ook weleens een vervoersmiddel. De kinderen zullen hierover vast wel kunnen meepraten.

We starten met een wandeling door de wijk. Hierdoor komen de kinderen in de sfeer van het thema. Daarna gaan we er verder op in. We maken een trein om mee te spelen en gaan ook een parcours lopen en rijden. We bekijken hoe we moeten oversteken en leren hier een versje bij.

We maken ook weer een thematafel. Hier komen boekjes op maar ook auto’s en een trein met rails. Hier hangen we foto’s van de wandeling op maar ook platen van vervoersmiddelen. Kinderen kunnen hieraan spelen. Gemaakte knutselwerkjes kunnen hier uiteraard ook een plaatje krijgen.

Uiteraard gaan we ook knutselen en lezen we prentenboeken over verkeer en vervoer. Ik geloof dat dit een veelzijdig thema is wat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen en waarbij alle ontwikkelingsgebieden weer aan bod komen!

Ik wens jullie veel ontdek- en speelplezier toe met dit thema.

THEMA VERKEER & VERVOER

1
Erna Muselaers
2 Inhoud 3 4 5 6 8 9 10 11 12 13 14 15 Woordenlijst Activiteit 1 - We gaan op pad! Activiteit 2 - Thematafel Verkeer en vervoer Activiteit 3 - Tjoeke tjoek, daar komt de trein Activiteit 4 - Oversteken Activiteit 5 - Een racebaan Activiteit 6 - Garage in en garage uit Activiteit 7 - Auto’s rijden door verf en scheerschuim Activiteit 8 - Een stoplicht maken en spelen met auto’s Activiteit 9 - We zijn allemaal een …
10 - Een echte racebaan!
en ontwikkelingsmateriaal
Activiteit
Spel-

Woordenlijst

THEMA VERKEER & VERVOER

3
3

Activiteit 1 - We gaan op pad!

De kinderen maken een wandeling door de wijk waarbij we letten op de verkeersregels

Doel

De kinderen worden in de sfeer van het thema gebracht en raken nieuwsgierig over het thema.

Voorbereiding

• Bekijk van tevoren welke route je wil lopen. Probeer een route te maken waarbij je bijvoorbeeld een zebrapad tegenkomt, waarbij je op een stoeprand komt te staan, waarbij je verschillende verkeersborden tegenkomt en waarbij je misschien parkeervakken ziet. Ook kun je kijken naar een route met een kruispunt, een bocht en stukken rechte weg. En probeer ook te kijken naar verschillende deelnemers

kun je zelfs een bus of een trein tegenkomen.

• Bedenk van tevoren of je iemand mee wil vragen om te wandelen en wat je eventueel nodig hebt, zoals bijvoorbeeld een bolderkar. Stel ouders op de hoogte van het feit dat je gaat wandelen.

• Maak foto’s.

Introductie

Trek Sam een jas aan en ga zo met hem in een kring zitten. Er is vast wel een kind dat informeert waarom Sam zijn jas aan heeft. Sam vertelt dat hij zin heeft om te gaan wandelen en hij vraagt aan de kinderen of ze mee willen gaan. Jullie trekken een jas aan en maken je klaar om op pad te gaan.

Kern en afsluiting

Loop de route die je van tevoren hebt bedacht. Sam gaat ook mee. Misschien kan hij in de bolderkar. Wandel rustig en laat de kinderen steeds goed rondkijken. Vraag aan de kinderen wat ze zien en benoem de dingen die je tegenkomt en die met verkeer en vervoer te maken hebben.

• Bekijk een zebrapad en vertel hoe je daar oversteekt. Doe dit samen een keertje.

• Vraag aan de kinderen hoe het heet wanneer jullie bijvoorbeeld op een stoep lopen.

• Wanneer je langs een bushokje komt vraag je waar dat voor is en vertel je hoe dat heet.

• Benoem een parkeerplaats en vraag voor wie dat is.

• Wijs borden aan. Het gaat er niet om wat de borden betekenen maar het gaat erom dat de kinderen ontdekken dat die borden er voor de mensen zijn die deelnemen aan het verkeer. En misschien ontdekken ze dat er verschillende borden zijn.

• Benoem een bocht, een kruispunt enzovoort.

• Benoem wat veilig is (bijvoorbeeld op de stoep lopen) en wat niet.

Neem de tijd en maak eventueel foto’s van verschillende dingen die met verkeer en vervoer te maken hebben. Geniet samen van de wandeling!

4

Activiteit 2 - Thematafel Verkeer en vervoer

We maken weer een thematafel, deze keer over verkeer en vervoer

Doel

De kinderen raken betrokken bij het onderwerp en helpen mee de tafel te maken.

Voorbereiding

• Lees het prentenboek Anna in het verkeer van Kathleen Amant van tevoren goed door.

Benodigde materialen voor de thematafel

• Mini verkeersbordjes.

• Een stoplicht.

• Een kleed waarop een weg is afgebeeld. Mocht je dat niet hebben kun je ook zelf van zwart papier een weg maken.

• Boeken over verkeer en vervoer.

• Fietsjes, bijvoorbeeld van Playmobil.

• Poppetjes.

• Platen van vervoersmiddelen en van verkeerssituaties, bijvoorbeeld van een zebrapad, een kruispunt en van verkeersborden.

• Foto’s van jullie wandeling van activiteit 1.

Stop al deze spullen in een grote bak.

Introductie

Ga met Sam en de kinderen in een kring zitten. Zorg dat de thematafel in de buurt is, evenals de bak met thematafel-spullen. Pak het boek Anna in het verkeer erbij en laat dit Sam vasthouden. Hij bekijkt het en vertelt erover. Laat de kinderen ook reageren. Vraag aan de kinderen of ze zin hebben om het boek door te lezen. Lees het voor en bekijk de plaatjes.

Kern

Vraag na het voorlezen aan de kinderen wat ze nog van het boek weten. Bijvoorbeeld: “Hoe heet het meisje?”, “Waarop rijdt ze?”, “Rijdt ze alleen?” Wanneer jullie even nagepraat hebben over het boek vraag je aan de kinderen of ze het leuk vinden om het boek een mooi plaatsje te geven. Iedereen mag het boek nog eens pakken en bekijken.

om de foto’s van de wandeling er ook bij te hangen. Je pakt de bak met spullen erbij. Als eerste pakt Sam de ondergrond (het speelkleed of de zelfgemaakte weg). Sam laat dit zien aan de kinderen en vraagt wat het is. Vraag eventueel of de kinderen iets in de bak zien wat daarbij gebruikt kan worden, bijvoorbeeld de autootjes of de verkeersborden. Laat de kinderen maar zoeken en leg die dingen uit de bak bij de ondergrond.

Daarna leg je de ondergrond op de tafel. Het gelezen boek zet je er ook alvast op. Je laat de kinderen de bak met spullen verder leegmaken. Laat de kinderen steeds benoemen wat ze pakken en geef alles een plaatsje op de thematafel. Laat de platen en foto’s zien en vertel dat je die boven de thematafel zal hangen. Wanneer alles een plaatsje heeft gekregen vertel je dat de kinderen hiermee mogen spelen en ook de boekjes mogen lezen. Misschien heeft er al iemand zin om ermee te spelen? Er zijn vast kinderen die dit willen.

Afsluiting

De kinderen die willen gaan met de thematafel spelen. Sam en jij kijken toe en spelen eventueel mee. Wanneer het spel loopt zou jij je rustig terug kunnen trekken en kijk je vanaf de zijlijn.

Baby’s

Kijk samen met een baby toe. Geef een baby een zachte auto (die ook een plaatsje op de thematafel heeft) in de hand.

5
THEMA VERKEER & VERVOER Mini

Activiteit 3 - Tjoeke tjoek, daar komt de trein

De kinderen maken een trein waarin ze kunnen spelen

Doel

De kinderen spelen een ‘doen-alsof’-spel over de trein. Hierbij maken zij kennis met verschillende aspecten van de trein.

Voorbereiding

In de trein op. Dat staat op de website www.schooltv.nl.

• Leer het lied Een treintje ging uit rijden, zie bijlage 1 Thema verkeer en vervoer.

• Leer het lied Op een klein stationnetje, zie bijlage 2 Thema verkeer en vervoer.

Benodigde materialen

• Een laptop of een tablet om mee te spelen.

• Een aantal kleine kleuterstoelen of iets anders om op te zitten.

• Een loket waar kaartjes verkocht kunnen worden. Je zou hier een tafel of een poppenkast voor schrijven gelegd worden.

• Een tafel die dienst doet als de locomotief. Hierop kun je knoppen maken van papier.

• Een conducteurspet, een tas en eventueel een (conducteurs)jasje.

• Een treinkaartje en een kniptang of OV-chipkaart apparaat. Dit kun je maken door een doosje te beplakken.

• Een spiegelei/vertrekbord. Ook deze is makkelijk zelf te maken.

• Een (stations)klok.

Zet alle spullen in een hoek klaar.

Introductie

Geef Sam het vertrekbord in zijn handen. En mocht Sam de pet op kunnen dan zou dat helemaal fantastisch

wat Sam in zijn handen heeft en vraag waar dat bij hoort. Misschien weet er wel iemand dat het bij een trein hoort. Praat kort even over een trein. Wie heeft er wel eens een trein gezien? Wie heeft er weleens in een trein gezeten? Wie kan er iets over vertellen?

6

Kern

om het een keer te noemen. Vraag aan de kinderen of zij het leuk vinden om samen een trein te gaan maken waar de kinderen straks mee kunnen spelen. Dan gaan jullie samen naar de spullen kijken die je in een hoek bij elkaar hebt gezet. Je pakt een stoel en bespreekt waar dat voor zou zijn. Dan pak je meer stoelen en vraag je aan de kinderen of zij weten hoe de stoelen moeten staan (de bedoeling is per 2 achter elkaar). Misschien heb je een tafel of een grote doos die als locomotief kan dienen. Dan zet je die vooraan. Je kunt eventueel een klok op het perron hangen. Laat ook de spullen van de conducteur zien en de treinkaartjes, de kniptang of het OV-chipkaart apparaat. Geef alles samen met de kinderen een plaatsje.

Afsluiting

Ga er dan samen met de kinderen mee spelen. Maak iemand conducteur en vraag aan de kinderen wie er een ritje met de trein wil maken. En waar wil je naar toe? Wat moet je dan eerst doen? Een kaartje kopen! Met dat kaartje stap je in. De conducteur roept dat de trein vertrekt en daar gaat ie ... Tijdens de rit wordt het kaartje gecontroleerd. Speel dit zo enkele malen en geef steeds kinderen een andere rol of laat de kinderen zelf een rol kiezen.

Tip

Zing het liedje Op een klein stationnetje tijdens het spel.

Baby’s en dreumesen

Neem hen mee de trein in en ga samen op een stoel zitten. Zing het liedje Een treintje ging uit rijden en bedenk steeds nieuwe bewegingen die jullie samen kunnen maken.

THEMA VERKEER & VERVOER

7

Activiteit 4 - Oversteken

De kinderen leren hoe ze veilig over kunnen oversteken

Doel

De kinderen oefenen het oversteken en herkennen het versje Oversteken. Oudste peuters proberen enkele woorden mee te zeggen en doen de bewegingen mee.

Voorbereiding

• Zorg dat je binnen wat ruimte hebt of doe deze activiteit buiten.

• Teken met krijt een stoep, een zebrapad en een weg op de grond. Hiervoor kun je ook tape of stroken papier gebruiken.

Hier voor

• Zorg voor een zelfgemaakt stoplicht.

• Leer het versje Oversteken uit je hoofd:

Wil je oversteken?

Ga dan voor de stoeprand staan. Kijk naar links, rechts en weer naar links. En komt er dan geen auto aan, dan mag je gaan!

Introductie

Ga met de kinderen in gedachte terug naar de gemaakte wandeling en vraag of de kinderen nog weten hoe jullie toen aan de overkant van de weg kwamen. Laat de kinderen reageren. Vertel de kinderen dat jullie dat vandaag weer gaan oefenen. Loop naar de zelfgemaakte stoep en weg. Bekijk samen wat er te zien is en vraag de kinderen ernaar. Wat is de stoep, wat is de weg en wat is het zebrapad? Probeer de kinderen zelf de woorden te laten noemen. Jij wijst het aan en jij herhaalt het daarna.

Kern

Ga met de kinderen op de stoep staan, met hun gezicht naar de weg gericht. Geef aan dat het heel belangrijk is dat de kinderen goed leren over te steken en dat ze daarbij goed moeten kijken. Als eerste stop je bij de stoeprand. Vraag waarom dat belangrijk is. Geef aan dat jij het voor zal doen. Je gaat aan de overkant op de stoep staan. Je zegt het versje Oversteken op en je maakt er de bewegingen erbij. Let op: wanneer je tegenover de kinderen staat draai je het kijken om zodat het voor de kinderen juist is. Dus links, dan kijk jij naar rechts, en rechts, dan kijk jij naar links. Nadat je het versje hebt opgezegd steek je over. Hierbij let je erop dat de kinderen doorlopen, ze elkaars handen vasthouden en dat ze niet stil staan op de weg.

Herhaal dit een aantal keer en neem bij de laatste keer een kind of Sam mee. Daarna ga je bij de kinderen staan. Jullie zeggen samen het versje op en maken de bewegingen naar links en rechts. Dan steken jullie samen over. Doe dit samen met de kinderen enkele keren opnieuw en daarna mogen de kinderen die dit willen, het alleen doen. Zeg wel steeds samen het versje op. Daarna breid je dit uit met het zebrapad. Benoem dit en speel hetzelfde spel.

Afsluiting

auto of een bus. Jullie volgen de regels en steken over wanneer het kan.

8
samen

Activiteit 5 - Een racebaan

De kinderen maken hun eigen racebaan om mee te spelen

Doel

Voorbereiding

• Zorg dat je ruimte vrijmaakt waar de kinderen op de grond kunnen spelen.

Maak een met mogen

• Maak een racebaan. Dit kan ook met papier of met stoepkrijt als de kinderen daarmee op de vloer mogen tekenen.

Benodigde materialen

• Het boek De raceauto van muis van Lucy Cousins.

• Pylonen.

• Vlaggen.

• Verkeersborden.

• Iets wat je als brug kunt gebruiken bij het maken van een racebaan.

• Verkleedkleren voor de kinderen zoals hesjes, een helm en handschoenen.

Leg de spullen klaar naast de plek waar jij met de kinderen gaat zitten.

Introductie

Pak Sam erbij en ga met de kinderen in een kring zitten. Pak het boek erbij en bekijk het met Sam en de kinderen. Bekijk de voorkant en de achterkant en blader erdoorheen. Laat de kinderen reageren. Lees het dan voor en houd het boek zo dat de kinderen mee kunnen kijken. Geef het boek een plaats op de thematafel. Dan wijst Sam naar de spullen en vraagt wat dat allemaal is. Bekijk de spullen samen met de kinderen.

Kern

Vraag aan de kinderen of ze het leuk vinden om een racebaan te maken. Vraag wat je nodig hebt. Laat dat een kind uit de berg spullen halen. Ga eerst een baan maken. Teken deze met stoepkrijt op de tafel of op de grond en leg papier neer waarop je een route tekent. Pak daarna de accessoires erbij. Als laatste volgen de auto’s. Kies bijvoorbeeld 2 auto’s en laat die over de baan rijden. De kinderen kunnen ook verkleedkleren aantrekken. Speel samen en benoem steeds de dingen die jullie zien.

Tip

Jongere kinderen kunnen samen met jou toekijken of met jou over de baan lopen/rijden. Laat de kinderen dan

Jongere kunnen samen jou toekijken of met jou over de baan lopen/rijden. Laat de kinderen dan

Afsluiting

Wanneer de kinderen uitgespeeld zijn praten jullie nog even na. De kinderen mogen vertellen hoe ze het vonden. Misschien heb je de mogelijkheid om de racebaan te laten liggen. Er zijn vast kinderen die hier nogmaals mee willen spelen.

THEMA VERKEER & VERVOER

9

Activiteit 6 - Garage in en garage uit

De kinderen rijden met allerlei verschillende auto’s de garage in en uit Een activiteit voor dreumesen

Doel

Voorbereiding

• Zoek een grote doos en zoek ook een kleinere doos.

Benodigde materialen

• Grote en kleine speelgoedauto’s.

• Poppetjes.

Introductie

Pak de grote doos en maak hier een grote garagedeur in. Vertel tegen de kinderen wat je doet en wat je maakt. Daarna zet je deze doos op de grond en je pakt een auto. Met de auto rijd je de garage in. Je vertelt wat je doet. Daarna doe je hetzelfde met de kleinere doos.

Kern

De kinderen mogen met de auto’s en de garage spelen. Jij kijkt toe. Benoem het steeds wanneer een auto te groot is waardoor deze niet door de garagedeur kan. Laat het eventueel zien als de auto niet past. Je zou in de doos eventueel nog meer garagedeuren kunnen maken. Maak deze dan wel steeds van een andere grootte zodat er meer pasmomenten ontstaan. Benoem steeds begrippen als (te) groot en (te) klein en het past.

Afsluiting

Geef er ook poppetjes bij zodat de kinderen daar ook mee kunnen spelen.

10

Activiteit 7 - Auto’s rijden door verf en scheerschuim

De kinderen rijden met auto’s door schuim en verf

Doel

Benodigde materialen

• Zorg voor wat plastic speelgoedauto’s die vies mogen worden. Het liefst met verschillende

• Een aantal grote vellen papier.

• Afwasbare verf zoals Washable Kids Paint van Crayola.

• Wanneer je de vellen na de activiteit op gekleurde vellen plakt heb je meteen een mooi schilderijtje met een gekleurde rand. In dat geval heb je gekleurde vellen papier nodig.

• Verfschorten.

• Een plastic bakje voor de verf waar ook een auto in past om deze in de verf te dopen.

• Scheerschuim om mee te oefenen.

• Placemats.

Introductie

Pak Sam erbij en ga aan tafel zitten met de kinderen. Doe de kinderen een verfschort aan en laat de auto’s zien. Vertel dat deze auto’s vandaag door schuim gaan rijden en daarna door verf. Vraag aan de kinderen of ze dat leuk lijkt. Sam vindt het fantastisch en reageert ook zo. De kinderen gaan voor een placemat zitten en krijgen een auto. Vervolgens spuit je een berg scheerschuim op de placemat. De kinderen mogen er met auto’s doorheen rijden. Laat de kinderen zelf ontdekken en ervaren hoe dat gaat.

Kern

Laat de kinderen hiermee spelen zolang ze dit leuk vinden. Als de grootse lol ervan af is ruim je het schuim op en maak je de auto’s schoon. Daarna geef je de kinderen verf en een vel papier. Laat ze lekker experimenteren. Misschien kunnen de kinderen ook van auto ruilen zodat er een ander bandenspoor ontstaat. Je kunt de kinderen vrij laten rijden maar ook een regenboog laten maken of achtjes laten rijden. Geef verschillende kleuren verf.

Afsluiting

Laat de verftekeningen drogen en hang ze daarna op. Bekijk de resultaten samen. Laat de kinderen erover vertellen. Hoe hebben ze dit gemaakt?

THEMA VERKEER & VERVOER

11
grootse

Activiteit 8 - Een stoplicht maken en spelen met auto’s

De kinderen sorteren auto’s en maken een stoplicht

Doel

Voorbereiding

• Stop alle vervoersmiddelen in een grote bak.

• Knip het stoplicht van bijlage 3 uit en trek deze over op zwart papier. Wanneer je deze te klein vindt zou je deze eerst zelf kunnen vergroten.

Benodigde materialen

• Zorg voor 3 kleuren Sitspapier wat je kan scheuren.

• Kleuterplak en een kwast.

Introductie

Ga met Sam en de kinderen in een kring zitten. Zet de bak met vervoersmiddelen in het midden. Sam duikt er meteen op af. Vertel Sam dat hij er straks mee mag spelen maar dat ook hij even geduld moet hebben. Vraag aan de kinderen wat ze zien. Laat ze er enkele bijzondere dingen uit pakken.

Kern

Kern

Vraag of de dingen allemaal hetzelfde zijn. Nee, dat zijn ze niet! Wie ziet er iets anders? Laat de kinderen vertellen. Er wordt vast wel een verschil of eigenschap genoemd en anders noem je er zelf één.

Voorbeelden van verschillen zijn:

• Verschillende kleuren.

• Een verschillend aantal wielen.

Voorbeelden van dezelfde eigenschappen zijn:

• De kleur.

kleur

• Dingen met 2 wielen.

2 wielen.

4 wielen.

• Dingen met 4 wielen.

• Grote auto’s.

Kleine

• Kleine auto’s.

Kies één eigenschap uit en zoek daar een vervoersmiddel bij. Leg deze in het midden van de kring. Vraag wie er nog één bij kan vinden met dezelfde eigenschap. Verzamel zo bijvoorbeeld alle grote auto’s. Maak dan daarnaast ook een groep met kleine auto’s. Benoem steeds de eigenschap. Zo kun je dit ook met andere eigen-

nog één

Wanneer de kinderen klaar met sorteren zijn vraag je wanneer een auto moet stoppen op de weg. Bij een stoplicht! Mochten de kinderen er niet opkomen dan helpt Sam een handje. Je stelt voor om een stoplicht te maken.

Afsluiting

Ga aan tafel zitten en geef de kinderen hun eigen stoplicht. Vraag welke kleur ze willen maken. Die kleur papier geef je ze. De oudste peuters mogen zelf proberen te scheuren maar doe het wel eerst voor. Wanneer ze enkele stukjes gescheurd hebben kunnen ze deze op het stoplicht plakken. Als ze willen mogen ze ook nog een tweede en eventueel een derde kleur scheuren.

Dreumesen en jongste peuters

Je zou zelf al wat stukjes kunnen scheuren zodat zij ze kunnen opplakken. Uiteraard kunnen ze het scheuren ook samen met jou proberen. Hang de stoplichten op en bekijk ze met de kinderen.

12
van
vindt

Activiteit 9 - We zijn allemaal een …

De kinderen bewegen en spelen spelletjes rondom het thema verkeer en vervoer

Doel

De kinderen oefenen de grove motoriek.

Voorbereiding

• Zorg dat je ruimte heb om de kinderen te kunnen laten bewegen.

• Leer het liedje , te vinden op Spotify, uit je hoofd:

Mag ik mee met jou?

Mag ik mee met jou?

Benodigde materialen

• Pylonen.

Introductie

De kinderen bewegen zich vrij door de ruimte. Jij geeft steeds aan welk voertuig ze zijn. Zo kun je vertellen dat ze een vliegtuig zijn (handen wijd), een boot (roeien) of een auto (rondlopen/rennen). Maak het moeilijker door steeds een ander voertuig zoals: “Vliegtuig”, “Roeiboot”, “Helikopter”, “Auto” enzovoort te roepen.

ze een vliegtuig zijn (handen wijd), een boot (roeien) of een auto (rondlopen/rennen). Maak het moeilijker door

Kern

De kinderen staan aan één kant van de ruimte. Eén kind staat aan de overkant en speelt de spelleider. De spelleider staat met zijn rug naar de kinderen toe en roept: “Het stoplicht is … groen!” Alle kinderen lopen naar voren. Wanneer de spelleider zegt dat het stoplicht rood is draait hij zich om. De kinderen moeten dan stil staan en niet meer bewegen. Wie toch beweegt is af en begint opnieuw. Je kunt bij het eerste spel eventueel zelf de spelleider zijn. (Dit is een variant op Annemaria koekoek.)

kinderen van de ruimte. Eén kind staat aan de overkant en speelt de spelleider. De staat zijn rug de kinderen toe en roept: “Het stoplicht is … groen!” Alle kinderen lopen naar voren. Wanneer de spelleider zegt dat het stoplicht rood is draait hij zich om. De kinderen moeten dan stil staan en niet meer bewegen. Wie toch beweegt is af en begint opnieuw. Je kunt bij het eerste spel eventueel zelf de spelleider zijn. (Dit is een variant op Annemaria koekoek.)

Maak een trein door met je handen het kind voor je vast te houden. Het voorste kind is de machinist. De machinist gaat rondlopen en de rest volgt. De machinist bepaalt de route. Laat alle kinderen die willen, om de beurt, de machinist zijn. Eventueel kun je het spel uitbreiden door pylonen neer te zetten waar de trein omheen kan rijden.

trein met handen kind voor je vast te houden. Het voorste kind is de machinist. De volgt. De machinist bepaalt de route. Laat alle kinderen die willen, om de beurt, de machinist zijn. Eventueel kun je het spel uitbreiden door pylonen neer te zetten waar de trein omheen kan rijden.

Afsluiting

De kinderen gaan in een grote kring zitten. Eén kind loopt rond en jij zingt het liedje Wanneer het liedje klaar is stopt het kind bij een ander kind dat vervolgens mag aansluiten bij de trein. Samen lopen de kinderen verder en zing jij het liedje opnieuw. Zo wordt de trein steeds langer.

kinderen een grote kring zitten. Eén kind loopt rond en jij zingt het liedje Wanneer het liedje klaar is stopt het kind bij een ander kind dat vervolgens mag aansluiten bij de trein. Samen lopen de kinderen verder en zing jij het liedje opnieuw. Zo wordt de trein steeds langer.

THEMA VERKEER & VERVOER

13

Activiteit 10 - Een echte racebaan!

De kinderen rijden zelf rond op een echte baan

Doel

De kinderen oefenen de grove motoriek.

Voorbereiding

• Zoek een grote ruimte waar een grote baan gemaakt kan worden. Dit kan ook op een grote speelplaats zijn. Teken hier met stoepkrijt een baan op.

• Zorg voor verkeersborden of teken deze zelf.

• Misschien kun je een brug maken waar de kinderen overheen kunnen.

• Maak een zebrapad.

• Maak een wegversmalling.

Benodigde materialen

• Pylonen.

• Een fototoestel of een telefoon.

Introductie

Ga met de kinderen naar de baan toe. Bekijk de baan en bekijk de vervoersmiddelen die er staan. Loop eventueel een rondje over de baan en kijk wat je tegenkomt.

Kern en afsluiting

De kinderen mogen vrij spelen. Spreek wel eventuele spelregels af zoals de rijrichting. Misschien wil je in het begin wel dat de kinderen om de beurt over de baan gaan. Bekijk of er nog bijvoorbeeld borden zijn waar ze rekening mee kunnen houden.

waar de kinderen overheen kunnen. Maak een eventueel een rondje over de baan en kijk wat je tegenkomt. kinderen Spreek wel eventuele spelregels zoals de rijrichting. Misschien wil je in het begin wel dat de kinderen om de beurt over de baan gaan. Bekijk of er nog bijvoorbeeld borden zijn waar ze rekening mee kunnen houden.

Begeleid het spel en maak foto’s.

14

Spel- en ontwikkelingsmateriaal

Prenten- en voorleesboeken

• Kas en Saar in het verkeer van Pauline Oud.

• Fiep in het verkeer van Fiep Westendorp.

• van Liesbet Slegers.

• Karel en Kaatje - Vroem! van Liesbet Slegers.

• Auto’s van Liesbet Slegers.

• van Harmen van Straaten.

• Saar gaat naar school van Pauline Oud.

• Stoeprand stop! van Dick Bruna.

• De grote rode bus van Judy Hindley.

• van Kathleen Amant.

• Van hier ... naar daar van Pascale Hedelin.

• Het grote verkeersboek van Tuk van Betty Sluyer.

Ontwikkeling van waarnemen en denken

• (Inleg)puzzels van voertuigen.

Oriëntatie van ruimte en tijd

• Een speelkleed met een verkeerssituatie.

• Verkeersborden.

Motorische ontwikkeling

• Constructiematerialen met eventueel voorbeelden van bijvoorbeeld een auto.

• Nopper, bijvoorbeeld de set met wielen.

• Een houten treinenset.

• Lego Duplo, bijvoorbeeld de Voertuigenset.

• Constructiemateriaal van Poly M voor het maken van vliegtuigen.

verkeer naar school rode bus van

15
THEMA VERKEER & VERVOER
16

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen worden in een bestand of openbaar gemaakt worden op, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op welke manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen worden in een bestand of openbaar gemaakt worden op, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op welke manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

www.samvoorgastouders.nl

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen worden in een bestand of openbaar gemaakt worden op, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op welke manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

c reative project s

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
SAM! Verkeer en Vervoer by projectfortyfour - Issuu