Amateurkunsten in beeld gebracht

Page 177

177 Voor de ex-DKO leerlingen in de muziek merken we dat iets minder dan de helft van de ex-leerlingen (44,5%) momenteel nog een muziekinstrument bespeelt of zingt. Ongeveer 27% van hen is momenteel nog actief op vlak van amateurkunst, maar dan wel in een andere sector, terwijl circa 28% niet meer actief is op vlak van amateurkunsten. Bij dans merken we een afwijkend patroon. Daar gaat het slechts om 18,6% van de exDKO leerlingen in de dans die momenteel nog actief danst. Iets meer dan de helft is nog actief op vlak van amateurkunst, maar dan wel in een andere sector. Zo’n 30% beoefent geen amateurkunst meer. Ex-DKO-leerlingen in de beeldende kunsten zijn daarentegen vaker actief in dezelfde of gelijkaardige disciplines. 47% van hen beoefenden in de zes maanden voorafgaand aan de bevraging nog fotografie, schilderen, beeldhouwen of textiele kunsten. Een kleine 16% van deze ex-leerlingen is nog actief in de amateurkunstensector, maar legt zich op een andere discipline toe, terwijl iets meer dan een derde niet meer actief is in de amateurkunsten. Voor ex-DKO leerlingen die woordkunst volgden, constateren we dat ongeveer 30% nog actief is op vlak van toneel of schrijven. 37% van deze ex-leerlingen is actief in de sector van de amateurkunsten zij het in een andere deelsector, terwijl ongeveer een derde van hen niet meer actief is in de sector van de amateurkunsten. Tabel 6.13: Huidige status van beoefening in verhouding tot de discipline waarvoor men DKO volgde (rijpercentages) (Bron: CPS 2003-2004) Huidige status van beoefening Totaal (N)

Actief in zelfde sector

Actief in andere sector

Geen beoefening

DKO vroeger muziek

44,5

27,4

28,1

100 (136)

DKO vroeger dans

18,6

51,2

30,2

100 (48)

DKO vroeger beeldende kunst

47,2

15,9

36,8

100 (106)

DKO vroeger woordkunst

30,2

37,0

32,8

100 (37)

6.2.4 Een afweging van de beïnvloedende factoren In dit deel onderzoeken we welke van de hiervoor besproken elementen het meest bijdragen tot de huidige beoefening van creatieve hobby’s. We doen dit op basis van het bevolkingsonderzoek. Het gaat om het vroeger beoefenen van een creatieve hobby, het (nu of vroeger) volgen van een opleiding in of buiten het DKO, het (ooit) beoefenen van amateurkunsten door de ouders en de cultuurparticipatie van de respondent op de leeftijd tussen 12 en 14 jaar. In een eerste model worden de participatievariabelen ingevoerd, in een tweede model worden ter controle de belangrijkste achtergrondkenmerken (leeftijd, geslacht en onderwijsniveau) ingevoerd. Het zou immers kunnen dat de DKO’ers meer kans hebben nu een creatieve hobby uit te oefenen, maar dat deze relatie te verklaren is door het feit dat ze hoger opgeleid zijn dan niet-DKO’ers. Het volgen van een DKO-opleiding op zich zou bovendien ook beïnvloed kunnen zijn door de rolmodelfunctie of het socialiserende effect van de participatie van de ouders. Een multivariaat model houdt rekening met al deze effecten. Deze publicatie is een verkorte uitgave. Het integrale rapport van het gevoerde wetenschappelijk onderzoek is downloadbaar op www.amateurkunsten.be/onderzoek


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.