Welkom
Evolutie in (pleeg)vaders?
Beste pleegzorgers,
Pleegvaders, ze zijn er in alle soorten en maten. Sommigen zorgen voltijds voor een pleegkind of pleeggast, anderen een weekend per maand. En ook hoe ze hun rol als pleegvader invullen is zeer verschillend.
In deze Kleurrijk lees je drie getuigenissen van pleegvaders: Kris die een pleegzoon opvangt in co-ouderschap, Peter die pleegvader is van een pleeggast en Michiel en Kristof, (pleeg)vaders van een pleeg- en een adoptiezoon.
In de column van Lies neemt haar partner Gert voor een keer het woord. Hij blikt terug op de beslissing om zich kandidaat te stellen als pleeggezin en het pleegvaderschap. In de stem van de ouder lees je dan weer een getuigenis van een vader wiens kind in pleegzorg zit. Een aangrijpend verhaal!
Is er werkelijk een evolutie in de rol van (pleeg)vaders? Experten Hans Van Crombrugge en Philippe Noens gaan hier in het achtergrondartikel dieper op in. Jeugdrecht.be geeft dan weer meer informatie over ouderschaps-, vaderschaps- en pleegouderverlof. Verder krijgen Cato en Gitte de pleegzorgpluim in dit nummer en blikken we terug op één jaar Dina Tersago en Tom De Cock als ambassadeurs.
Veel leesplezier!
Ann Vandersanden
Algemeen Directeur Pleegzorg Limburg vzw
Kleurrijk! verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Pleegzorg Vlaanderen vzw en de vijf provinciale diensten voor pleegzorg.
Redactie: Lotte De Puysseleyr, Lynn Bringmans, Fara De Smet, Tinne De Smet, Sien Geerkens, Karina Van Belle, Bernadette Verdonck
Verantwoordelijke uitgever: Pleegzorg Vlaanderen vzw De Karthuis, Tervuursevest 242C, 3000 Leuven BE0537.432.161 / RPR Leuven 016/23 97 75 www.pleegzorg.be
UIT DE REGIO’S
Nieuwe locatie in Halle
Het is zover: na heel wat inpak- en verhuiswerk zijn onze collega’s van Halle verhuisd naar hun nieuwe locatie. Je kan hen vanaf nu vinden op de Brusselsesteenweg 139 in Halle. Deze locatie is vlot bereikbaar met het openbaar vervoer, de fiets en de wagen. Zodra de collega’s klaar zijn met uitpakken, worden de pleeggezinnen die begeleid worden door afdeling Halle uitgenodigd op onze nieuwe werkplek!
Meer info volgt snel. Heb je in tussentijd toch vragen?
Stuur dan gerust een mailtje naar info@pleegzorgvbb.be.
Pleeggezinnendag Pleegzorg Oost-Vlaanderen 2024
Neem je agenda en een dikke, rode stift en reserveer alvast zaterdag 5 oktober voor onze Pleeggezinnendag!
We nodigen de pleeggezinnen van Oost-Vlaanderen uit voor ‘De Grote Gezellige Pleegzorg Picknick’ in De Brielmeersen in Deinze. Naast samen smullen, zullen er tal van ontspannende, creatieve, uitdagende, sportieve en avontuurlijke randactiviteiten te beleven zijn. Meer info volgt eind juni!
Terug in ons gebouw in Genk!
Na de waterschade begin september en de bijhorende werkzaamheden, zijn we eind mei terug kunnen verhuizen naar ons eigen gebouw. We heten jullie voortaan dus terug welkom op de Welzijnscampus 19/1 in Genk!
Zeg es notaris
Is er ook na pleegzorg contact of financiële ondersteuning mogelijk met/voor mijn pleegkind? Wat kan ik aan mijn pleegkind nalaten? Hoe zit dat met erfrecht of giften? Vooral bij langdurige pleegzorg kunnen er heel wat vragen rijzen rond de financiën van je pleegkind.
Enkele weken geleden waren we te gast bij de podcast ‘Zeg es notaris’ om het te hebben over pleegzorg en enkele van deze vragen te beantwoorden.
De volledige aflevering ‘En wat met kinderen?
Wat je moet weten over pleegzorg’, kan je beluisteren op Spotify.
Graffiti met pleegjongeren
Herhaald wegens succes: onze groepstherapie voor pleegkinderen en -jongeren!
Er was eens… een paasvakantie met een verhaal. Of liever een paasvakantie met heel wat verhalen.
Verhalen van pleegjongeren.
Moedige pleegjongeren die samen vijf dagen hun ervaringen en emoties deelden over pleegzorg.
Hoe is het om een pleegkind te zijn?
Hoe is het contact met je ouders?
Hoe noem je je pleegzorgers? Hoe reageren de mensen rond jou op het feit dat je een pleegkind bent?
Heb je het gevoel dat je er echt bij hoort in je pleeggezin?
Hoewel alle deelnemers (13 tot 17 jaar) het erg spannend vonden om in een groepje zo open en kwetsbaar over hun ervaringen te praten, voelden ze al snel dat het deugd doet om je verhaal te delen en om je te herkennen in de verhalen van de anderen.
Daarom wordt dit aanbod opnieuw herhaald in de zomervakantie.
Mechelen
8 juli tot 12 juli 2024
Wijkhuis Mechelen-Zauid
Elke dag van 10u tot 16u.
Bij pleegzorg horen we vaak niet genoeg wat jongeren over pleegzorg denken, wat ze graag anders zouden zien, wat ze goed vinden of net niet, … Daarom legden we tijdens de krokusvakantie ons oor te luister bij de pleegjongeren zelf! Na een ontmoetingsronde en een brainstormsessie gingen de pleegjongeren aan de slag met de spuitbus. Onder leiding van MC Bullet crëerden ze prachtige graffiti-kunstwerken. Hier zijn enkele van de resultaten te zien.
Deze groep staat open voor pleegjongeren tussen 13 en 17 jaar.
Aanmelden kan via ann.vandevel@pleegzorgprovincieantwerpen.be of 0485/86.21.36
Turnhout
8 juli tot 12 juli 2024
Wollewei Turnhout
Elke dag van 9u30 tot 16u.
Deze zomergroep richt zich tot jongeren van 10 tot 12 jaar.
Aanmelden kan via marijke.vereycken@pleegzorgprovincieantwerpen.be of 0494/57.13.19
Deze jongerengroepen zullen minstens twee keer per jaar doorgaan. Ben je dus pleegzorger van een jongere tussen de 13 en 17 jaar (regio Antwerpen-Mechelen) of 10 en 17 jaar (Kempen) en heeft je pleegkind of -jongere interesse in dit aanbod, dan kun je hem of haar het hele jaar door aanmelden.
Pleegvaders over vaderschap
Pleegvaderschap in beeld brengen is geen gemakkelijke taak. Zo zijn er pleegvaders die voor één of meerdere pleegkinderen zorgen, nemen anderen een pleeggast onder de vleugels, hebben sommigen ook eigen, biologische kinderen, heb je pleegvaders met en zonder partner, en ga zo maar door. Je snapt het al: de diversiteit is groot en net zoals elke pleegzorgsituatie is ook de rol die elke pleegvader inneemt uniek. In deze editie doen we toch een poging en laten we drie pleegvaders aan het woord over hun visie op en rol in de opvoeding van hun pleegkinderen, hun relatie met de ouders, de verschillen tussen biologisch- en pleegouderschap, enzovoort.
Bij de rondvraag naar mooie verhalen over het (pleeg)vaderschap laat pleegzorgbegeleider Maarten me weten dat hij een situatie begeleidt waarin de pleegvader een heel warme en waardevolle band met zijn pleeggaste heeft. Dat wekt mijn nieuwsgierigheid en dus trek ik op een zonnige voorjaarsdag naar Zedelgem waar pleegvader Peter me samen met zijn vrouw Veerle ontvangt.
Peter en Veerle vormen samen met hun kinderen een gezin van zes. Dochter Axelle is met haar 19 jaar de oudste. Pleegdochter Schirley is enkele maandjes jonger en woont al sinds 2008 in het gezin. En dan is er nog de tweeling Mauro en Jethro (15 jaar).
Naast deze inwonende gezinsleden, zijn er ook al heel wat pleegkin-
“Er is niets dat me gelukkiger maakt dan de bende sa men te hebben rondom ons.”
deren die ondertussen op eigen benen staan. Er zijn ook al kleinkinderen en allemaal komen ze met veel plezier nog eens terug naar het warme nest. Peter toont me trots een foto met de hele bende: “Even geleden werd Veerle 50 jaar en dat vierden we met zijn allen. Er is niets dat me gelukkiger maakt dan de bende samen te hebben rondom ons.”
Als we polsen naar de goede band die Peter heeft met Schirley, wordt het in eerste instantie even stil. “Ik ben niet altijd de man van veel woorden”, had Peter me bij het begin van het interview bijna verontschuldigend gezegd. Maar al snel wordt duidelijk dat dat misschien net het geheim is van hun goede band. Schirley heeft een mentale beperking en autisme en kreeg bovendien al één en ander te
verduren in haar jonge leven. “Dat maakt dat je haar moet kunnen lezen”, legt Peter uit. En het is precies dat aanvoelen zonder al te veel woorden, dat ze nodig heeft, waar Peter wonderwel in slaagt. Gecombineerd met een vleugje humor en speelsheid wordt duidelijk dat Peter de persoon is bij wie Schirley helemaal zichzelf kan zijn en kan bijtanken.
Veerle beaamt dit: “Ik ben er voor de verzorging, maar bijna al het andere doet Schirley samen met Peter: boodschappen, een planning opmaken, alle schoolse zaken, haar vrijetijdsbesteding, … Schirley is een echt ‘papa’s-kindje’. Misschien speelt het feit dat enkele maanden na haar aankomst in het gezin de zorg van de pleegmama werd opgeslorpt door de pasgeboren tweeling wel een rol. Peter nam
toen veel zorg op voor Schirley.” Als we even inzoomen op het (pleeg)vaderschap, dan wordt snel duidelijk dat Peter samen met Veerle heel bewust gekozen heeft om een aanwezige vader te zijn die tijd en ruimte neemt voor de zorg voor hun kinderen. Zo veranderde Peter van werk zodat er steeds iemand thuis zou zijn voor de kinderen. Als ik pols naar wat hij belangrijk vindt in het ouderschap, dan geeft Peter aan dat hij er wil zijn voor zijn kinderen én dat hij ook de onderlinge band tussen de gezinsleden belangrijk vindt.
Verder geeft hij aan niet zo vaak na te denken over hoe hij zijn rol als (pleeg)vader invult. Dat lijkt grotendeels vanzelf te lopen. Blijven inzetten op een goede relatie met de kinderen vormt hierbij de rode draad. Al wijst hij wel op het verschil tussen zijn biologisch vaderschap en zijn pleegvaderschap. Bij dat laatste kan je niet anders dan wat bewuster stilstaan bij hoe de dingen lopen. Enerzijds omdat Schirley wel wat extra zorgnoden heeft, maar anderzijds ook omdat je in pleegzorg met ‘gedeeld ouderschap’ zit. “Bij onze eerste pleegkinderen verliep dat stukje heel vlot, maar in het geval van Schirley was dit toch wel een hele zoektocht. Ondertussen is Schirley volwassen en kan ze zelf kiezen hoe ze hiermee omgaat. Dat biedt toch een gevoel van vrijheid en opluchting, zowel bij haar als bij ons.”
Als we tot slot nog even polsen naar hoe Peter zijn tijd verdeelt tussen werk, (pleeg)vader zijn en partner zijn, dan staat het (pleeg)vaderschap duidelijk voorop. “Al komt er na de drukke jaren met een jong gezin met vier kinderen stilaan wat meer ademruimte waar ik samen met mijn vrouw van geniet”, geeft Peter aan. Veerle vult aan dat hij daarnaast ook nog heel wat engagement opneemt binnen pleegzorg. Peter beaamt dat bescheiden en vertelt dat hij zijn ervaringen probeert in te zetten om dingen te verwezenlijken op beleidsniveau. “Via de participatieraad, de ontmoetingsgroep voor pleegzorgers en via de Vlaamse Vereniging voor Pleegzorg probeer ik inderdaad een steentje te verleggen. Het geeft veel voldoening als je merkt dat je op die manier iets concreet kan veranderen”, sluit Peter af.
“Je ka n niet iemand maar 50% graag zien”
—
Sinds augustus 2016 zijn Michiel en Kristof pleegzorger. Hun pleegzoon was op dat moment drie jaar. Tien maanden na de komst van hun pleegzoon kwam hun adoptiezoon, die op dat moment vier maanden oud was, bij hen inwonen.
Dag Michiel en Kristof, jullie zijn momenteel bijna acht jaar (pleeg)vader. Hoe zien jullie jullie rol als vader?
Michiel: “Ik zie mijn rol als vader niet specifiek als vader zijnde, maar als ouder. Die rol is de totale opvoedingsrol. Je kind zien opgroeien en iets bijleren, dat voelt voor ons als vader-zijn aan.”
Merken jullie op die acht jaar tijd ook een evolutie in jullie vaderrol?
Kristof: “Die rol evolueert mee met de leeftijd van de kinderen. Onze pleegzoon en adoptiezoon zijn op tien maanden tijd bij ons komen wonen, dat was heftig. Onze ouderrol is toen zeker op de proef gesteld. Onze pleegzoon was drie jaar toen hij bij ons kwam wonen en het was wel even zoeken naar wie hij was.”
Michiel: “Maar op zich gaat dat redelijk snel. Hij was vrij snel lid van ons gezin.”
Kristof: “Het was ook even wennen aan alles wat er bij komt kijken: de biologische ouders, de bezoekregeling met zijn mama, de pleegzorgdienst, ... Het heeft wel even tijd nodig voor die planning klopt in je hoofd en in je agenda.”
“We nemen gewoon een ouderrol op en het maakt geen verschil of dat nu een moeder- of een vaderrol is.”
Michiel: “In het begin vraag je je ook vaak af hoe het verder zal evolueren. Het is een perspectiefbiedende plaatsing, maar voor hoe lang zou dat zijn? Nu hebben we daar al een iets beter zicht op. Mensen vragen ook wel eens of we het niet erg vinden dat de pleegzorgsituatie kan stoppen. In het begin zei ik dan altijd dat ik dat heel erg zou vinden, maar nu kan ik dat ook beter plaatsen. De tijd dat hij bij ons zal wonen is een tijd die we aan hem kunnen meegeven en die hij voor de rest van zijn leven mee zal dragen.”
Dat is mooi. Wat willen jullie zeker aan jullie pleegzoon meegeven?
Kristof: “Openheid naar andere vormen en andere manieren om in het leven te staan. Dat is ook eigen aan ons gezin. We willen aan zowel onze pleegzoon als onze adoptiezoon meegeven om niet in hokjes te denken zoals bijvoorbeeld gender. Als een van hen zegt dat alle meisjes lang haar hebben, dan stellen we dat in vraag en gaan we daarover in gesprek met hen.”
Michiel: “Zelfstandigheid wil ik ook heel graag meegeven zodat hij zelfstandig leert zijn, maar zich ook leert weren tegen opmerkingen over de gezins- of pleegzorgsituatie. We vertellen heel open en duidelijk over zijn situatie, net als tegen onze adoptiezoon. We vinden het belangrijk om daar open en transparant over te zijn.”
Merken jullie dat er een verschil is in de opvoeding van jullie pleegzoon in vergelijking met die van jullie adoptiezoon?
Michiel: “Nee, ze zijn voor ons gelijk en verhouden zich ook als twee broers. Er is natuurlijk een verschil in de situatie en de achtergrond en dat benoemen we ook.”
Kristof: “Onze adoptiezoon had in het begin wel vragen over het feit dat hij geen contact heeft met zijn biologische familie. Het was belangrijk om dat steeds goed uit te leggen aan hem.”
Michiel: “Men vraagt ook wel eens of ons gevoel voor de twee anders is. Dan antwoord ik steeds dat daar geen verschil in is. Je kan ook niet iemand maar 50% graag zien.”
Mooi verwoord! Jullie gezin bestaat uit twee vaders. Merken jullie een verschil in opvoeding met een heterogezin?
Kristof: “Dat kan je moeilijk vergelijken.”
Michiel: “Dat kan op zich wel. We nemen gewoon een ouderrol op en het maakt geen verschil of dat nu een moeder- of een vaderrol is. Sommige mensen bekijken dat als man-vrouw, maar dat moet niet. We zijn allemaal ouders.”
Kristof: “We krijgen soms wel eens de vraag wie van ons twee de vrouwelijke rol opneemt in de relatie. Dan vragen ze wie er kookt en wie er huiswerk maakt met de jongens of gaat voetballen met hen. Maar die taken zijn verdeeld over ons twee.”
Michiel: “Dat is ook niet afgelijnd, net zoals dat bij heterokoppels vaak niet zo is.”
Kristof: “Zoals we in het begin van dit interview al aanhaalden willen we de jongens ook een brede kijk op de wereld geven en zijn we tegen gendertypering. Clichés zijn er naar waarheid, maar vaak is het ook niet zo.”
Michiel: “Het wisselt ook aan wie van ons twee de jongens hangen en dat vind ik heel fijn om te zien!”
“Zoals we in het begin van dit interview al aanhaalden willen we de jongens ook een brede kijk op de wereld geven en zijn we tegen gendertypering.”
Kris Boers begon acht jaar geleden aan zijn pleegzorgavontuur met zijn toenmalige vrouw. Ze werden pleegzorgers van Harry* die toen net geen twee jaar was. Drie jaar geleden beslisten de pleegzorgers om te scheiden en om pleegzorg in co-ouderschap verder te zetten.
Kris, hoe kijk jij naar je rol als pleegvader? Wat wil jij graag meegeven aan Harry?
Kris: “Gezien dit iets is waar ik het zelf moeilijk mee had, wil ik hem vooral meegeven om zich bewust te zijn van wat hij zelf voelt en dat te kunnen benoemen. Ik heb sinds mijn scheiding heel erg geoefend op het herkennen en verwoorden van wat ik voel of wat er speelt. Harry is vanzelf meegegaan in dat verhaal. Harry is een enorme ‘pleaser’, die altijd goed wil doen voor iedereen. Ik ben dat zelf ook lang geweest. Onlangs was ik een beetje verdrietig, hij zag dat en vroeg hoe dat kwam. Ik zei hem dat ik weer te veel gedacht had aan een ander en daar naar gehandeld had zonder te luisteren naar wat ik zelf wilde.
Harry antwoordde: “Ik doe dat ook de hele tijd en ik vind dat verschrikkelijk vermoeiend, maar ik weet niet hoe het anders moet.” Ik ga dan samen met hem op zoek naar een manier om meer bij zichzelf te blijven. Hij doet bij mij wat hij denkt dat hier goed is, bij zijn pleegmama wat hij denkt dat daar goed is en bij zijn mama doet hij dat ook. Dat vraagt heel veel energie van hem. Net daarom vind ik het belangrijk dat hij leert dat er ook nog ‘Harry’ is met zijn eigen noden en behoeften.”
Ben jij als man een ander soort voorbeeld voor hem dan de mama of pleegmama?
Kris: “Ik kan dat moeilijk los zien van de persoon of het karakter. Wat Harry wel altijd bij mij deed, was zich fysiek afreageren, maar voor knuffels komt hij ook naar mij. Ik vind het dus moeilijk om te weten wat te maken heeft met de persoon en wat samenhangt met het feit dat ik een man ben. Zelf ben ik ook nog op zoek naar een manier om toch mijn kwetsbaarheid te mogen tonen. Als man worden we nogal makkelijk opgevoed met de idee dat je stoer moet zijn. Door die zoektocht naar hoe ik als man kan omgaan met emoties, ben ik ook een voorbeeld voor Harry. Of ik dat nu wil of niet.”
“Ik bekijk graag hoe a ndere mannen hun ‘man zijn’ invullen en zoek daarin dan mijn eigen weg.”
—
In welke mate was jouw vader voor jou een voorbeeld?
Kris: “Mijn vader is alcoholist. Dat heeft heel veel bepaald in mijn leven. Ik kan plaatsen waarom hij het moeilijk had, maar vind het jammer dat hij in zijn leven qua oplossingen niet verder geraakt is dan ‘ik stort mij in het drinken’. Naar oplossingen ben ik dus zelf op zoek moeten gaan en ik heb heel veel geleerd van mijn moeder. Zij heeft mij ongeveer alleen opgevoed -wat ze heel goed heeft gedaan- maar ik had als puberende jongen dus alleen een positieve vrouwelijke voorbeeldfiguur.”
Heb je met andere woorden een mannelijk rolmodel in je leven gemist?
Kris: “Ja absoluut. Ik heb een goed voorbeeld gemist en ik hoop dan ook dat ik dat wél kan zijn voor Harry. Ik vind die rolmodellen nu gelukkig zelf ook bij vrienden of bij activiteiten die ik doe. Ik bekijk graag hoe andere mannen hun ‘man zijn’ invullen en zoek dan mijn eigen weg daarin.”
Voel jij een verschil tussen jouw pleegvaderschap en het vaderschap van de papa van Harry?
Kris: “Eén van de mooiste dingen in pleegzorg is dat je zo hard voelt dat je nooit de mama of papa zult zijn van dat kind, of zo ervaar ik het toch. De band tussen Harry en zijn
biologische ouders is zo uniek en sterk, … die kun je nooit vervangen. Ook al ziet Harry zijn vader zelden, het blijft zijn papa en hij is degene die de grootste impact op zijn leven zal hebben, zonder mijn eigen rol te willen minimaliseren. Er is geen competitie tussen ons. Vandaag nog bedankte hij me om al zo lang voor zijn zoon te zorgen. Er is veel wederzijds respect.”
De band tussen Harry en jou is sterk en tegelijk blijf je je heel bewust van je positie. Dat lijkt me niet eenvoudig.
Kris: “Het gaat mij over de eerlijkheid over de rol die ik opneem. Ik ben niet de papa van Harry, die heeft hij al. En een kind, of dat nu een pleegkind is of een eigen kind, is geen bezit, maar een individu dat ik begeleid naar volwassenheid.
Ik ben ook allesbehalve autoritair. Ik wil wel dat hij dingen doet in het huishouden bijvoorbeeld, maar hij is ook iemand met eigen behoeftes, noden en wensen. Soms komt het dus niet uit voor hem om ‘nu’ te helpen omdat hij met andere zaken bezig is. Ik vind het belangrijk dat hij dat dan uitspreekt en we duidelijk zijn tegenover elkaar over onze noden.
Twee jaar geleden had Harry een moeilijke periode op school. Dan klampte hij zich soms aan de ver-
warming vast met de boodschap “en nu ga ik niet mee”. Ik had hem dan fysiek kunnen oppakken en in de auto zetten of ik kon naast hem gaan zitten om het gesprek aan te gaan en te laat op een afspraak aankomen. Ik koos meestal voor het tweede. Ik vind het op zo’n momenten belangrijker om zijn nood te zien en er aandacht aan te geven.”
Dat is een heel mooie maar ook wel tijdrovende aanpak, niet?
Kris: “Dat is eigenlijk niet zo. Ik was onlangs op vakantie met vrienden, waaronder een moeder met een kindje van drie. Op die leeftijd is dat nog tijdrovender want dat kindje is nog niet zo taalvaardig. Harry staat al zeven jaar verder. Nu is dat heel gemakkelijk want hij is het gewoon om zaken te benoemen. Bovendien heeft hij bijna geen woedeaanvallen meer. Toen hij deze week onverwachts zijn papa op straat zag, voelde hij zich nadien verdrietig. Hij kan dat nu uitleggen en vragen of ik in de zetel wil gaan zitten, hem een knuffel wil geven en over zijn rug wil wrijven. Dat hij dat kan en doet, bespaart ons uren lastig gedrag. Gewoon de openheid hebben om over emoties te babbelen en af en toe de keuze te maken om daar meer aandacht aan te geven, maakt een groot verschil. Ik vind het zelf heel waardevol dat we zo zijn geëvolueerd.”
* Omwille van privacy is er een schuilnaam gebruikt.
25 jaar geleden stelde Hans Van Crombrugge, hoofdlector Pedagogiek aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (Odisee), het boek ‘Vaders in soorten’ samen. Verschillende experts, waaronder hijzelf, schreven vanuit hun vakgebied over het vaderschap en de evoluties die zij zagen in de manier waarop mannen hun vaderrol probeerden in te vullen. Een boeiend tijdsdocument dat ‘de nieuwe man’ introduceerde. Hoe staat het anno 2024 met die nieuwe man? En zijn er nieuwe evoluties? Tijd voor een boeiend dubbelgesprek met Hans Van Crombrugge en collega Philippe Noens, Lector en onderzoeker bij Odisee.
De nieuwe man
In het boek ‘Vaders in soorten’ komt de nieuwe man aan bod. De nieuwe man die het vaderschap warmer en met meer aandacht wil invullen dan de generaties voor hem deden. Hoe is het die nieuwe man vergaan?
Hans: “De nieuwe man in het boek was een man die zich afzette tegen de ‘oude man’. Vaders die zich weinig bezighielden met de opvoeding van hun kinderen en vooral een autoritaire gezagsfiguur waren. 25 jaar geleden had je nog sterk de idee ‘je hebt mannen en je hebt vrouwen’, je hebt de vaderrol en de moederrol. De vraag waar de nieuwe man bij stilstond was ‘kun je een andere vader zijn en hoe verzoen je dat met je mannelijkheid’? Intussen denken we niet meer zo binair over mannen en vrouwen. Er is een grote diversiteit gekomen en een bereidheid om minder in die categorieën te denken. Ook de invulling van wat mannelijkheid is, is veranderd. Je hebt veel soorten mannen en vrouwen, je hebt veel soorten vaders en moeders.”
Philippe: “De kloof tussen vaderschap en moederschap is wel wat gedicht de afgelopen decennia. We
spreken nu graag over ‘betrokken ouderschap’. In principe is het nu aan elke ouder, moeder én vader, om zich dagelijks bezig te houden met de kinderen. Je voelt dat er een sterker maatschappelijk appèl op vaders wordt gedaan. Zo is het geboorteverlof voor vaders en meeouders gevoelig opgetrokken. Dat weerspiegelt de verwachting dat we vaders van in het begin meer willen betrekken bij de zorg voor hun kind. Ook het onderwijs probeert vaders te betrekken. Zo spreken we niet meer over leesmoeders maar over leesouders.”
Hans: “Maar in de praktijk zien we toch dat de overgrote meerderheid moeders zijn. Ik zeg niet dat dat erg is, maar we stellen dat wel vast. Ook als je bekijkt wie van de ouders thuisblijft voor de kinderen, zijn dat nog meestal de vrouwen. Er is wel een evolutie maar toch zien we in onderzoeken altijd dat traditionele beeld terugkeren.”
We zien die grotere diversiteit dus nog niet in de praktijk?
Hans: “Ja en nee. Er is zeker nog werk aan de winkel, maar ‘betrokken ouderschap’ is een mooi voor-
beeld van hoe we meer diversiteit toelaten in het ouderschap. Wat betrokken ouderschap is en hoe je dat invult, zal afhangen van je karakter, interesses, talenten, … en niet van je geslacht. Het is voor een vader makkelijker geworden om te zeggen ‘ik speel niet graag voetbal of ik ga niet graag naar de speeltuin want ik zie alleen maar de gevaren’ terwijl moeders dat misschien wel graag doen. Dat is zeker veranderd. Vroeger gingen we uit van een moeder die zorg kon bieden en een bestraffende en eerder afwezige vader. Zo denken we niet meer. Een kind heeft noden, maar wie die noden inlost, is losser geworden. Vroeger werd gezegd ”een kind heeft het ‘mannelijk’ en het ‘vrouwelijk’ rolmodel nodig”. Nu zal men eerder zeggen “in de opvoeding heb je een partner nodig”, los van geslacht.
Philippe: “Klopt. Het gedachtegoed van wat een man of vrouw, vader of moeder, hoort te zijn is zeker losser geworden. Het aantal uren dat vaders met de kinderen spenderen, is in de laatste dertig jaar ook verdubbeld: van vijf naar tien uur per week. Een vader die een halve of hele dag vrijaf neemt om bij de
kinderen te zijn is niet meer zo uitzonderlijk. Alleen is het wel écht te sterk om te spreken over een generatie van ‘nieuwe vaders’. Zeker als we die nieuwe vader definiëren als de man die volledig meedraait in het huishouden. Want naast vaders brengen ook moeders vandaag de dag veel meer tijd door met hun kinderen, waardoor moeders dus nog altijd ongeveer dubbel zoveel tijd met de kinderen doorbrengen dan vaders. De kloof tussen moeders en vaders slibt dus niet dicht. Die blijft bestaan.”
moderne ‘façade’ blijven oude rolpatronen aanwezig. Die rolpatronen zijn eerder cultureel. Neem bijvoorbeeld het poortwachterssyndroom: de moeder die direct of indirect de vader op een afstandje van het kind houdt. Dat syndroom bestaat zeker, maar het zou kort door de bocht zijn, om de moeders daarvoor verantwoordelijk te houden. We zetten bijvoorbeeld enorm in op gelijkheid en gelijkwaardigheid op de arbeidsmarkt, maar met gelijkheid binnen
Opvoeders buiten het gezin zijn overwegend vrouwen. Daardoor hebben jongens minder mannelijke rolmodellen. Als een jongen zijn mannelijke identiteit wil opbouwen, dan is dat vaak door zich af te zetten tegen de vrouwen rondom hem. Een meisje heeft tegenwoordig meer identificatiemodellen.”
Philippe: “En dat terwijl we weten dat gemiddeld genomen meer jongens behoefte hebben aan een rolmodel. Een man die de opgroei-
Zit daar ook misschien een biologische component in? Dat ‘zorgen voor’ van nature een eigenschap is die we vaker bij vrouwen zien dan bij mannen?
Hans: “Het verbinden van zorg met ‘het mannelijke’ blijft moeilijk. Is dat biologisch? Dat weet ik niet. Ik ben meer voorstander van de stelling dat zolang kinderen van bij de geboorte de moeder meer nabij hebben dan de vader, zij zorg zullen associëren met vrouwelijkheid.” Philippe: “Op de meerderheid van jonge vaders lijkt een term van toepassing waar sociologen graag mee uitpakken: façadevaders. Zo’n façadevader ziet zichzelf als zorgzamer en meer betrokken dan de generatie vaders voor hem en dat is deels ook zo. Maar achter die
het gezin zijn we maar beperkt bezig. Daarnet spraken we over het geboorteverlof. Het is natuurlijk mooi dat het aantal dagen voor een vader en meeouder is opgetrokken, maar het blijft al bij al toch een peulschil in vergelijking met pakweg het Zweedse vaderschapsverlof. Dat verlof kan aantikken tot een jaar. Geef als overheid vaders en moeders evenveel kans om tijd met hun kinderen door te brengen en het poortwachterssyndroom zou kunnen afbrokkelen.”
Er is de afgelopen decennia erg gefocust op de verbetering van de positie van de vrouw in de samenleving. Zijn we daarbij misschien de man wat uit het oog verloren?
Hans: “Mannen hebben alleszins minder aandacht gekregen. Er is een sterke vervrouwelijking van opvoeding, onderwijs en opvang.
ende jongen, op een andere manier dan de vader, wegwijs maakt in het leven. Dat kan een begeesterde judo- of karatecoach, een charismatische jeugdleider of een enthousiaste leerkracht zijn. Zoals in de film Karate Kid, waar Mr. Miyagi de gepeste jongen omringt met levenslessen en fysiek klaarstoomt om de confrontatie met de wereld aan te gaan. Ik las in de krant dat er te weinig sportmonitoren zijn. Dat is dus jammer, want we weten dat sportmonitoren zo’n mentor kunnen zijn voor veel jongens.”
Philippe, jij bent een jonge vader. Wat zie jij als de grootste uitdaging voor vaders in deze tijd?
Philippe: “Ik merk dat traditionele, mannelijke deugden zoals kracht, moed, en vrijgevigheid bijvoorbeeld makkelijk in een negatief daglicht
komen te staan. Iemand die gul is, vinden we pronkerig. Er is niks mis mee om vaders warm te maken voor een vaderschap van emotie, zorg en liefde, maar ik zou klassieke mannelijke eigenschappen niet zomaar weggooien. Die mogen ook hun plaats krijgen. Waarom zou een vader niet mogen tonen dat zijn mannelijke trots er soms in zit zijn rug recht te houden en zijn tranen te verbijten?”
Hebben we dan nood aan een herwaardering van de mannelijke kwaliteiten? Mannen moeten niet hetzelfde doen als vrouwen maar moeten wél hun betrokkenheid als vader vergroten vanuit hun mannelijke eigenschappen. Niet zoals vroeger als autoritaire gezagsfiguur, maar met een positieve inzet van hun mannelijke kwaliteiten. Zo kunnen zij de moeders aanvullen.
Philippe: “Dat denk ik wel. Als we het hebben over betrokken ouderschap, denken we in de eerste plaats aan het sociaal-emotioneel steunen van je kinderen, tijd doorbrengen met hen, je als ouder open en authentiek opstellen. Dat zijn wel goede, maar ook heel Westerse en mainstream ideeën. Er is minder aandacht voor andere, meer vaderlijke invullingen van betrokken ouderschap: moreel leiderschap, het doorgeven van technische
vaardigheden of spirituele levenswijsheden, het beschermen van het gezin, …“
Hans: “Klopt. Positieve, ‘mannelijke’ kwaliteiten komen weinig aan bod in dat betrokken ouderschap. Zelfbeheersing, wilskracht, weerbaarheid, grenzen stellen, autoriteit, … zijn zinvolle, bruikbare eigenschappen om mee te geven. We hebben de neiging om te veel vanuit ‘vrouwelijke’ kwaliteiten op te voeden, om opvoeden te reduceren tot ‘zorgen voor’ terwijl een kind zoveel meer nodig heeft.”
Philippe: “Maar als je dat te veel zegt, wordt dat heel vaak verkeerd geïnterpreteerd. Alsof je terug wil naar een autoritaire opvoeding zoals vroeger en dat is niet zo. We kunnen ‘mannelijke’ eigenschappen echt wel op een positieve, liefdevolle manier inzetten.”
Tot slot, in welke mate verschilt het pleegvaderschap van het vaderschap? Welke rol kan een pleegvader spelen in het leven van een pleegkind?
Hans: “Een pleegvader is ook een rolmodel natuurlijk. Ik denk dat we naar de achtergrond en de geschiedenis van het kind moeten kijken en de reden waarom het kind in een pleeggezin woont. Vaak heeft een pleegkind een negatief vaderbeeld gehad en kan je als pleegvader een tegenbeeld geven als rolmodel. Je wil niet in concurrentie gaan of het beter doen maar als pleegzorger ben je beschikbaar op een manier die voor de ouders niet mogelijk was. Een pleegvader kan je vergelijken met een plusvader en die heeft het moeilijker binnen het gezin dan een plusmoeder. Het is nog altijd makkelijker voor de plusmoeder of pleegmoeder om een kind op schoot te nemen als er problemen zijn. Zeker als de kinderen al wat ouder zijn. Zo zei een plusvader ooit: ‘Ik wil die kinderen gelijk behandelen maar mijn eigen dochter kan ik op schoot nemen als die problemen heeft. Dat kan ik niet
met de dochter van mijn partner.’ Dat geldt ook voor pleegvaders. Ik kan mij dat perfect voorstellen.”
Philippe: “Het gaat zelfs verder dan het gezin of de plus- en pleegvaders. De school van mijn kinderen vraagt soms begeleiders mee en ik ga bijvoorbeeld wél mee naar de kinderboerderij maar ga liever niet mee zwemmen omdat ik dan in het kleedhokje kinderen moet helpen met aan- en uitkleden. Op de één of andere manier voel ik me dan toch bekeken, niet in het minst door de moeders die mee zijn. Toch merk ik dat de aanwezigheid van een vader goed is, want de kinderen, zowel jongens als meisjes, komen allemaal aan mijn lijf hangen in het water.”
Hans: “Er is dus nog werk aan de winkel voor de emancipatie van de man. Vrouwen hebben hard moeten strijden om een broek te mogen dragen en nu is een vrouw in een broek perfect normaal. Ik zeg daarom weleens: zolang mannen geen rok kunnen dragen zonder dat mensen dat raar vinden, is de man niet geëmancipeerd.”
Niet gereed voor sloop
Dag pleegzorger,
Ik zeg niet pleegouder, want ouder van mijn kind ben je niet. Ik ben de ouder, niemand anders. Maar ik vind wel dat je voor mijn kind zorgt, en daarom noem ik je “pleegzorger”.
Ik had natuurlijk graag zelf voor mijn kind gezorgd, maar mijn opvoedingsautootje is gaan sputteren. De ene keer viel het gewoon stil omdat het defect was, de andere keer had ik geen geld voor benzine. En soms was ik zo’n stuntelende chauffeur dat ze me van de weg moesten halen.
Ik vind dat je moet weten dat het ooit anders was. Mijn autootje was niet perfect, maar voor ons was het goed genoeg. Wellicht heb ik niet tijdig een onderhoudsbeurt laten uitvoeren en nadien bleken de herstellingskosten hoog op te lopen en de reparatie veel tijd te nemen.
Toch heb ik mijn best gedaan om mijn autootje terug in orde te maken. Met vallen en opstaan. Veel hulp heb ik daarbij niet gekregen. De mecanicien en zijn grote baas de garagist hadden hun oordeel al klaar. “Gereed voor de sloop”, zeiden ze. Men had geen zin om mijn autootje terug in orde te brengen. Te veel moeite, verloren tijd.
Ik vond dat niet prettig, voelde mij uitgesloten, zelfs bestolen. Zij vonden mij koppig, onwillig, onbetrouwbaar, … De mecanicien zei dat wij een andere auto nodig hadden en zijn baas vond dat er een andere chauffeur gezocht moest worden. Ze hebben jou gevonden en ik, ik kon niet meer met mijn kind rondrijden. Dat deed pijn, weet je. Veel pijn!
Maar diep in mijn binnenste ben ik blij dat mijn kind mag meerijden in jouw opvoedingsauto. Hij heeft geen defecten, valt niet zonder benzine en jij bent blijkbaar een betere chauffeur. In mijn fantasie zie ik mijn kind dan vrolijk zingend en lachend op de achterbank zitten, terwijl jij het al spelend de verkeersregels aanleert. Die gedachte doet mij deugd.
Maar ik ben ook bang.
Ik ben bang dat mijn kind het in jouw auto zo aangenaam zal vinden, dat het nooit meer met mijn autootje zal willen meerijden. Bang dat mijn kind mij niet meer zal willen zien, zich van mij afkeert. Ik wil dat mijn kind weet dat jij ervoor zorgt, maar dat ik zijn ouder ben en dat altijd zal blijven.
Het liefst zou ik mijn autootje aan jouw auto vasthaken en mij overal op sleeptouw laten nemen, zodat ik altijd dicht bij mijn kind ben. Dat is voor jouw auto een zware last, dat besef ik wel. Maar is er dan geen andere oplossing?
Wie weet bestaat er ergens een hersteller die mijn autootje wel aan de betere hand krijgt? Zo’n hersteller, die met veel geduld regelmatig aan mijn autootje komt sleutelen. Niet alles ineens, maar met kleine beetjes. Die mij leert hoe ik zelf kleine herstellingen kan uitvoeren en die mij ook wil leren hoe ik een betere chauffeur kan worden.
Ondertussen wil ik ook met jou goede afspraken maken. Over wat ik vind dat goed is voor mijn kind. Ook over de belangrijke momenten in het leven van mijn kind en onze familie. En vooral over hoe wij vanaf nu elkaar op de hoogte zullen houden.
Als mijn autootje uiteindelijk genoeg rijklaar bevonden is, mag ik dan af en toe en als het past, ook eens met mijn kind rondrijden? Dan mag jij ons volgen, dat geeft me veel meer geruststelling. Ik denk zelfs dat het beter is dat jij ons eerst nog een hele tijd volgt, alvorens mijn kind definitief terug in mijn opvoedingsautootje zal meerijden. Ook de hersteller moet wat mij betreft nog een hele tijd ter beschikking blijven. Want je weet nooit dat mijn autootje het onverwacht terug begeeft. Op zo’n moment zal ik blij zijn dat jij nog altijd voor mijn kind zal willen zorgen.
Nu besef ik dat ik je nog niet bedankt heb voor al de goede zorgen die mijn kind van jou krijgt. Dat had ik al veel eerder moeten doen, maar de gelegenheid lag niet voor het grijpen. Dus bij deze, beste pleegzorger: van harte dank en geef jouw pleegkind een dikke knuffel.
‘Lies Gert’
Hallo, ik ben Lies (45). Ik ben getrouwd met Gert (46) en samen runnen we, naast een eigen zaak, ook nog een gezin met 4 kinderen: Marie (19), Jef (16), Josefien (13) en Lou (9)*. 9 jaar geleden waagden we de sprong als pleeggezin.
We begonnen als crisisgezin maar sinds 7 jaar verblijft ons pleegzoontje Lou bij ons. De gezellige chaos en onvermijdelijke drukte in ons gezin zijn een bron van inspiratie voor mijn blog ‘Leef lach Lies’ (www.leeflachlies.com).
In deze editie van Kleurrijk die draait rond (pleeg)vaders neem ik, Gert, het voor de column even over van mijn vrouw Lies. Ik werd verliefd op haar grote hart, haar engagement en haar open blik op de wereld. Het is dankzij die eigenschappen dat ik pleegvader ben geworden. Een rol waarover ik eerst mijn twijfels had, tenminste om die rol fulltime op te nemen, maar tot op heden heb ik er nog geen minuut spijt van gehad.
We begonnen met crisisopvang en dat was me op het lijf geschreven. De kinderen die enkele weken of maanden in ons gezin verbleven, kon ik zonder problemen de aandacht en liefde geven die ze nodig hadden, al hield ik me altijd wel een beetje op de achtergrond en deden mijn vrouw en kinderen het meeste werk. Ik hield me ook het liefst zo ver mogelijk van de achtergrondsituatie en ouders die het kind met zich meebracht. Op die manier hoopte ik zo neutraal mogelijk en zonder oordeel tegenover het kind te staan, want ik was bang dat al de problemen mijn beeld over het kind zouden beïnvloeden. De contacten met de ouders probeerde ik zo veel mogelijk te vermijden. Dat doe ik nog steeds, moet ik toegeven. Net zoals de gesprekken met de pleegzorgbegeleidster. Als ik eerlijk ben, laat ik al dat lastige werk, voor zover het kan, liever over aan mijn vrouw. Misschien omdat het me eraan herinnert dat onze pleegzoon een pleegkind is? Terwijl ik, zonder al te veel gedoe, alleen maar een vader voor hem wil zijn? Ik weet het niet.
Nadat we enkele kinderen in ons gezin opvingen, kwam Lou in ons leven. Met hem stapten we over van crisis-
opvang naar langdurige opvang. De vraag kwam na een half jaar vanuit pleegzorg. Mijn vrouw en drie kinderen moesten geen seconde nadenken en zeiden volmondig ja. Ze hadden zich helemaal gehecht aan dat kleintje en waren blij dat hij kon blijven. Voor mij was het niet zo simpel. De crisisopvang was altijd kort en voelde voor mij eerder vrijblijvend aan. Een langdurige opvang bracht, naar mijn gevoel, plots veel meer verantwoordelijkheid en verplichtingen met zich mee. Hoewel ik me daar niet de meeste zorgen over maakte. Ik was vooral bang dat ik het kind niet even graag zou kunnen zien als mijn eigen kinderen. Dat er altijd een verschil zou zijn. En dat leek me verkeerd. Maar ik weet nu, na negenenhalf jaar, dat het inderdaad anders is, want onze pleegzoon heeft (nog) een vader. Daardoor is de relatie met hem anders dan de relatie met mijn andere kinderen, maar ik zie hem ook graag. En hij ziet mij graag.
Toch is het niet altijd gemakkelijk. Onze pleegzoon heeft het niet altijd gemakkelijk met zijn situatie en als hij het emotioneel moeilijk heeft, dan zullen we het geweten hebben. Vooral naar mij toe uit hij zijn frustraties. Ik krijg dan soms de lelijkste dingen naar mijn hoofd gegooid en het zinnetje te horen dat ik zijn papa niet ben. Dat komt soms wel binnen, maar hij heeft natuurlijk gelijk. Zoals met alles is het niet altijd rozengeur en maneschijn, maar ik zou me ons gezin niet meer kunnen voorstellen zonder hem. Pleeggezin zijn maakt het leven niet altijd makkelijk, maar net als mijn vrouw hou ik gelukkig van een uitdaging.
“Jullie maken écht het verschil in kleine A haar prille leven!”
Met een verschil van drie dagen kreeg de redactie van Kleurrijk twee mails om Cato en Gitte te nomineren voor de pleegzorgpluim. Eén mail kwam van Lie, de zus van Cato, de andere van Julie, de schoonzus van Gitte. “Waarschijnlijk onderling afgesproken op een familiefeest!” dachten we, maar neen hoor, de twee jonge vrouwen hadden zonder het van elkaar te weten hetzelfde idee op hetzelfde moment.
Dus werden plannen gesmeed om Cato en Gitte te verrassen en of dat lukte! Julie en Lie vielen binnen tijdens een huisbezoek van de pleegzorgbegeleidster, die natuurlijk mee in het complot zat. Er werd honderduit verteld, gelachen en gesnoept, maar het allerbelangrijkste was de pleegzorgpluim. Waarom Julie en Lie de pleegzorgpluim aan Cato en Gitte wilden overhandigen, weten ze maar al te goed.
Lie: “Cato en Gitte zijn een prachtig koppel dat al meer dan twee jaar voor A zorgt. A kwam als baby van één maand oud bij hen terecht, op zoek naar een warm nest. Cato en Gitte zijn vrij jonge pleegzorgers (beiden 31 jaar) en A is hun allereerste ervaring met pleegzorg. Met het grootste geduld zorgen ze elke dag voor haar. A brengt zo veel liefde in hun levens en ver daarbuiten. Ze heeft er een hele grote familie bij gekregen die haar mee omringen met alle ondersteuning en liefde die ze maar kan krijgen. Cato en Gitte werken allebei in de zorgsector met kwetsbare volwassenen en jongeren. In hun beroepsleven zijn
ze dus dag in dag uit bezig met zorgen voor anderen. Zorgen voor A komt daar ook bij, maar niks is hen te veel en ze doen dat met de onuitputtelijke liefde die ze in zich hebben. Cato is niet alleen een geweldige zus voor mij, maar ook een fantastische pleegmama voor A. Samen met Gitte wil ik haar dan ook maar al te graag in de bloemetjes zetten.”
Julie: “Een tijdje geleden besloten Cato en Gitte om aan pleegzorg te doen. De verschillende gesprekken en cursussen waren afgerond en vol spanning werd er afgewacht tot hun ‘match’. Iedereen keek er mee naar uit. Toen kwam mevrouwtje A in hun leven en vol liefde, overgave en enthousiasme namen ze haar onder hun warme vleugels. Ondertussen zijn we meer dan
twee jaar verder en ze doen dat schitterend. A kan zich geen betere pleegzorgers wensen. Daarom wil ik hen graag in de bloemetjes zetten. Ze verdienen dat zó hard. Het is niet altijd evident en al zeker niet gezien ze voor het eerst pleegzorger werden. Ze zijn zo goed bezig. Ik zou zeggen: doe vooral zo verder want jullie maken écht het verschil in kleine A haar prille leven!”
Ken jij iemand die een pleegzorgpluim verdient? Stuur een mailtje naar lotte.depuysseleyr@pleegzorgvlaanderen.be
Hoe kan je (zonder) zorgen op verlof?
De zomer is in aantocht. Dat is het seizoen bij uitstek dat mensen doet wegdromen. Of het nu een wandeling in de bergen is, een middagje aan het strand of een frisse cola op een terras, we verlangen vaak met z’n allen naar het zomerverlof.
— Tekst: Elodie Decorte, SAM, steunpunt Mens en Samenleving vzw —
Verlof associëren we meestal met periodes van rust en/of plezier, maar het kan ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Een break van het dagelijkse werkleven is soms niet alleen nodig voor ontspanning, maar ook voor grootse gebeurtenissen in het leven. Groots in die zin dat ze intens, zwaar en triestig kunnen zijn, maar ook teder, verrijkend en hartverwarmend. Een kind verwelkomen in je gezin of zorg dragen voor een (ziek) (pleeg-) kind zijn zo van die grootse gebeurtenissen.
De Belgische regelgeving voorziet in die situaties daarom extra mogelijkheden tot verlof, om zo goed mogelijk zorg te kunnen dragen. Er gelden verschillende regels voor de verschillende kaders (privésector, zelfstandigen, ambtenaren). Waarop je een beroep kan doen, hangt met andere woorden af van je beroep. We zoomen in op een aantal opties om verlof te nemen wanneer je wil zorgen voor iemand, in het bijzonder voor een kind binnen het gezin. Daarbij maken we een opdeling in verlofopties die specifiek ontwikkeld zijn voor pleeggezinnen, verlofopties die ook voor pleeggezinnen nuttig kunnen zijn en verlofopties waar pleeggezinnen, in tegenstelling tot ouders, (nog) geen aanspraak op kunnen maken.
Zorgverlof specifiek voor pleeggezinnen
Er zijn twee verloftypes specifiek ontwikkeld voor pleeggezinnen: pleegzorgverlof en pleegouderverlof. Als pleeggezin heb je jaarlijks recht op 6 dagen pleegzorgverlof Die dagen zijn vooral bedoeld om
bepaalde verplichtingen, opdrachten en situaties die eigen zijn aan pleegzorg te kunnen opvangen. Als pleeggezin van lange duur heb je daarnaast ook recht op pleegouderverlof bij de aanvang van de pleegzorg. Dat verlof is bedoeld om het pleegkind beter te laten wennen en het gezin tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Meer informatie over het toepassingsgebied, de duurtijd, de doelstelling, de procedure en de rechthebbenden vind je samengevat in het schema op de pagina hiernaast.
Zorgverlof niet specifiek voor, maar wel relevant voor pleeggezinnen Er bestaan een hele reeks verloven voor kortere en langere afwezigheden op het werk wegens familiale redenen.
Klein verlet of omstandigheidsverlof geeft je bijvoorbeeld het recht om thuis te blijven bij bepaalde burgerlijke of familiale gebeurtenissen. De gebeurtenissen die daarvoor in aanmerking komen, zijn vastgelegd in de wet per beroepscategorie en kunnen dus onderling verschillen. Het kan onder andere gaan om huwelijken, overlijdens, religieuze feesten (zoals een plechtige communie) of burgerplichten uitvoeren (zoals gaan stemmen). In bepaalde situaties stelt de wet pleegzorgers en pleegkinderen gelijk aan ouders en kinderen. Bij kortdurende pleegzorg is dat steeds beperkt tot overlijdens. Bij langdurige pleegzorg gaat de gelijkstelling verder, en worden de opgebouwde banden soms zelfs nog erkend na afloop van de pleegzorgsituatie.
Wie gedurende een bepaalde, langere periode thuis wil blijven om te zorgen voor een pleegkind dat ziek of hulpbehoevend is, kan in aanmerking komen voor mantelzorgverlof (privésector, zelfstandigen, ambtenaren), zorgkrediet (Vlaamse ambtenaren), tijdskrediet (privésector) of verlof voor medische bijstand (privésector en ambtenaren). Ook voor onverwachte, kortere periodes zijn er verlofopties voorzien, bijvoorbeeld als je pleegkind met spoed in het ziekenhuis is opgenomen of de griep krijgt. Voor deze situaties is er zorgverlof en/ of verlof om dwingende redenen (privésector en ambtenaren).
Zorgverlof niet toegankelijk voor pleeggezinnen
Moederschapsverlof, geboorteverlof en ouderschapsverlof zijn specifiek bedoeld om een kind in het gezin te verwelkomen en om er zorg voor te dragen. Toch zijn deze verloftypes niet toegankelijk voor pleegzorgers en hun pleegkinderen.
Moederschapsverlof is het verlof dat je opneemt vóór (zwangerschapsverlof) en na (bevallingsverlof) de geboorte van je kind. Het komt alleen toe aan de vrouw die zwanger is en van het kind bevalt. Het komt met andere woorden niet toe aan de pleegzorgers, ook al verwelkomen zij een pleegbaby in hun gezin. Hetzelfde geldt voor geboorteverlof (vaderschapsverlof). Dat is het verlof dat je als man of vrouw opneemt, vlak nadat je partner is bevallen van een kind. Het komt alleen toe aan de vader of meemoeder. Het komt niet toe aan de pleegzorgers, ook al verwelkomen zij een pleegbaby in hun gezin.
Ook ouderschapsverlof, specifiek bedoeld om meer tijd door te brengen met je kinderen, staat niet open voor pleegzorgers. Ouderschapsverlof kan je alleen opnemen voor je eigen kinderen, en moet aanvangen voor het kind 12 jaar wordt (21 jaar bij kind met een handicap). Eigen kinderen zijn de kinderen waarmee je een juridische afstammingsband hebt, bijvoorbeeld door een adoptie of door een erkenning. Er zijn al wetsvoorstellen ingediend om het recht op ouderschapsverlof uit te breiden naar pleegzorgers, maar voorlopig nog zonder resultaat.
TOEPASSINGSGEBIED
DUURTIJD
DOELSTELLING
PLEEGOUDERVERLOF
• Vrijwillige en gedwongen pleegzorg
• Pleegkinderen (-18)
• Perspectiefbiedende en perspectiefzoekende pleegzorg (min. 6 maanden)
• 6 weken eenmalig:
- per pleegzorger
- in één keer opnemen per persoon
- max. 6 weken en min. 1 week
- opnemen binnen 12 maanden na inschrijving
• Verlengingen:
- meerdere kinderen tegelijk (+ 2 weken)
- kinderen met een handicap (+ 6 weken)
- tweejaarlijks extra week te verdelen onderling (+2 weken in 2021, +3 in 2023, +4 in 2025 en +5 in 2027)
• Onthaal en zorg
• Vgl. met ouderschapsverlof
PLEEGZORGVERLOF
• Vrijwillige en gedwongen pleegzorg
• Pleegkinderen (-18) en pleeggasten (+18 met handicap of psychiatrische problematiek)
• Perspectiefbiedende, perspectiefzoekende, ondersteunende en behandelingspleegzorg
• 6 dagen per kalenderjaar:
- per pleeggezin
- opnemen in volle dagen
• Geen verlengingen
PROCEDURE
VOOR WIE (NIET)
Bronnen:
• Verschillend per beroep*
• Een recht, geen gunst
• Wel op voorhand verwittigen
• Met uitkering en/of behoud (deel) loon
• Werknemers uit privésector
• Zelfstandigen
• Federale ambtenaren: contractuelen, statutairen, stagiairs, mandaathouders
• Vlaamse ambtenaren: contractuelen, statutairen, Vlaams onderwijspersoneel (wel opvangverlof)
• Lokale ambtenaren: contractuelen en statutairen
• Overlegmomenten bijwonen
- zittingen
- contacten met ouders
- contacten met dienst pleegzorg
• Andere situaties ook mogelijk, mits attest van de dienst voor pleegzorg
• Verschillend per beroep*
• Een recht, geen gunst
• Wel op voorhand verwittigen
• Met uitkering en/of behoud (deel) loon
• Werknemers uit privésector
• Zelfstandigen
• Federale ambtenaren: contractuelen, statutairen, stagiairs, mandaathouders
• Vlaamse ambtenaren: contractuelen, statutairen, Vlaams onderwijspersoneel
• Lokale ambtenaren: contractuelen en statutairen
* Elk type verlof heeft eigen voorwaarden en aanvraagprocedures. Bovendien kunnen de voorwaarden en procedures verschillen per beroepscategorie. Het is met andere woorden belangrijk om na te gaan welke regelgeving op jouw situatie van toepassing is. Zie hiervoor de nodige bronverwijzingen onderaan.
- Regelgeving (over zorgverlof specifiek voor pleeggezinnen) en link naar meer informatie (over alle zorgverloven) per beroepscategorie
- Werknemers uit privésector
• Koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen.
• Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 (art. 30quater en art. 30sexies)
• https://werk.belgie.be/nl/themas/feestdagen-en-verloven
- Zelfstandigen:
• Koninklijk besluit nr 38 van 21 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen (art. 18bis, §4);
• Koninklijk besluit van 23 maart 2019 tot invoering van de toekenningsvoorwaarden van een uitkering voor pleegouderverlof ten gunste van de zelfstandigen
• https://www.riziv.fgov.be/nl/thema-s/zwangerschap-en-geboorte; https://www.rsvz.be/nl/gezin-en-kinderen
- Federale ambtenaren:
• Koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen (art. 36ter en 36quater)
• https://bosa.belgium.be/nl/themas/werken-bij-de-overheid/werktijd-verlof-en-afwezigheden/familie/ouderschap
- Vlaamse ambtenaren:
• Besluit van 13 januari 2006 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid (art. X 16bis)
• https://www.vlaanderen.be/werken/verlof-en-tijdelijk-minder-werken
- Vlaams onderwijspersoneel:
• Besluit van 31 maart 2006 van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool (art. 8-8/8) (hogescholen);
• Besluit van 4 november 1994 van de Vlaamse regering betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingen begeleiding met het oog op adoptie en pleegvoogdij (art. 2, 7/2 en 7/3) (van basis- tot volwassenonderwijs);
• https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderwijspersoneel
- Lokale ambtenaren:
• Besluit van 20 januari 2023 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen (art. 60 en 61)
- M. Berghmans. Op welk soort verlof heeft een pleegouder recht? Te raadplegen via: https://www.jeugdrecht.be/search/artikel/op-welk-soort-verlof-heeft-eenpleegouder-recht
- J. Brocatus. Omstandigheidsverlof of klein verlet. Te raadplegen via: https://www.jeugdrecht.be/search/artikel/omstandigheidsverlof-klein-verlet
Tom & Dina maken al één jaar dromen waar voor pleegzorg
In een vorige editie van dit magazine riepen we op om massaal papieren bloemen in te kleuren en op te sturen naar Pleegzorg Vlaanderen. Heel wat pleegkinderen, -jongeren en -gasten gingen in op onze oproep en bezorgden ons prachtige knutselwerken. Dankzij jullie hulp maakten we een kunstwerk van bloemen en konden we aan het echte werk beginnen: Dina en Tom op een gepaste manier verrassen.
Om Dina te verrassen trokken we met enkele pleegkinderen naar Boechout, waar ze zich op dat moment aan het voorbereiden was voor een fotoshoot. Een nietsvermoedende Dina nam blij verrast haar kunstwerk in ontvangst: “Ik doe het ambassadeurschap voor Pleegzorg Vlaanderen echt met hart
en ziel. Het is een prachtig cadeau en ik ben er ontzettend blij mee. Ik ga dit kunstwerk thuis een heel mooi plaatsje geven en ik hoop dat ik minstens evenveel voor pleegzorg kan terugdoen!”.
Uiteraard kreeg ook Tom, die niet alleen ambassadeur is maar ook zelf pleegzorger, een bloemig kunstwerk. Samen met zes pleegkinderen en -jongeren trokken we naar de radiostudio van Q-Music. Ook Tom was blij verrast en aangedaan, voornamelijk omdat elke bloem gekleurd was door een pleegkind, -jongere of -gast: “Ik koester elk bloemetje. Wat mij betreft zouden het er nog 1.000 meer mogen zijn, want zoveel kinderen, jongeren en gasten staan momenteel nog op de wachtlijst voor een plekje in een
Als je Pleegzorg Vlaanderen volgt op Facebook of op Instagram is het je wellicht niet ontgaan: maar al te vaak kunnen we rekenen op de hulp van onze fiere pleegzorgambassadeurs.
Tom de Cock en Dina Tersago zetten zich zowel online als offline in om ons te ondersteunen in onze zoektocht naar nieuwe pleeggezinnen. En dat deden ze in maart al één jaar lang. De perfecte gelegenheid om hen gepast in de bloemetjes te zetten. Letterlijk!
pleeggezin.”. Tom en zijn man zijn al enkele jaren pleegzorger en hij hoopt met zijn ambassadeurschap meer mensen warm te maken om de stap naar pleegzorg te (durven) zetten.
Dat Tom en Dina in het afgelopen jaar al heel wat voor pleegzorg hebben betekend staat buiten kijf. Ze maakten heel wat kinderdromen waar, ondersteunden onze grootschalige postercampagne en deelden tal van pleegzorgverhalen met hun netwerk. We zijn dan ook ontzettend blij dat we opnieuw een jaar mogen rekenen op dit geëngageerde duo. Dankjewel, Dina & Tom!
Op vakantie of uitstap met jouw pleegkind?
Denk zeker aan:
• de nodige toestemmingen van de ouders of de jeugdrechtbank
• de juiste identiteitspapieren voor je pleegkind
• wat te doen in geval van ziekte of ongeval op reis
• de regels omtrent foto’s en video’s van je pleegkind online
Graag alle info handig bij elkaar?
Vraag dan onze brochure aan je pleegzorgwerker!
Iets betekenen
Nog voor het eerste licht
Barst je uit je kleuterbed
Vol vuur vol zin vol echte pret
Pamperbenen in een salopette
En geen spoor van het gewicht
Dat je start zo heeft besmet
De chaos groot de nachten kort
Je woede soms in elke ader
Ik die door je zieltje blader
Elk weekend is één stapje nader
En al verdwijnt de stolp die ons omgordt
Jij bent een zoon ik ben een vader
Je rent, je rent, je hebt geen tijd
Van legostad naar knikkerbaan
Met zorgen die nog niet bestaan
Geen vlucht gewoon gezonde waan
En zonder spijt mijn passen wijd
Ren ik achter je aan
Tom De Cock en zijn partner zijn de pleegpapa’s van een jongetje in ondersteunende pleegzorg. Als schrijver en ambassadeur van pleegzorg aarzelde hij geen moment om in zijn pen te kruipen en te beschrijven wat het voor hem betekent pleegpapa te zijn.