Plan International magazine
Voor de rechten en kansen van meisjes wereldwijd mei 2025









Jubileumeditie
50 jaar Plan International in Nederland





Voor de rechten en kansen van meisjes wereldwijd mei 2025
Welkom bij deze speciale jubileumeditie, waarin we samen met u vijftig jaar inzet voor gelijke rechten en kansen voor kinderen overal ter wereld vieren! En dat vieren is op z’n plaats, want ondanks conflicten in onder andere Sudan en Ethiopië, het terugdraaien van rechten van meisjes en vrouwen en de enorme bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, is de trend over de afgelopen vijftig jaar onmiskenbaar positief.
In 1975 ging slechts ongeveer vijftig procent van de meisjes wereldwijd naar de basisschool. Vandaag de dag volgt bijna negentig procent van de meisjes wereldwijd basisonderwijs. Ook kindhuwelijken zijn in die jaren fors teruggedrongen. Hoewel een op de vijf meisjes nog steeds trouwt voor haar achttiende, is het toch belangrijk om stil te staan bij de daling die al gerealiseerd is. Daarnaast winnen vrouwen aan invloed: in 1975 werd slechts vijf procent van de parlementaire zetels wereldwijd bezet door vrouwen, tegenover bijna 25 procent nu.
Er is dus aanzienlijke vooruitgang geboekt, zeker op het gebied van meisjesrechten, maar er is nog veel
werk te doen om gelijke kansen voor alle kinderen te bereiken en te voorkomen dat de klok wordt teruggedraaid. De forse bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking maken dit niet makkelijker. Het is bizar en harteloos dat ons kabinet stelt dat ontwikkelingssamenwerking alleen in het belang van Nederland moet zijn. Waar is de medemenselijkheid in het beleid gebleven? Ons jubileum vieren we dan ook sober, want er is werk aan de winkel en de aandacht moet vooral daarop gericht blijven.
Maar als bij u ook even de moed in de schoenen zakt, onthoud dan alstublieft: wij zijn met méér, de mensen die op blijven komen voor zaken die niet noodzakelijkerwijs goed zijn voor Nederland, maar wel voor de mensheid. Dank dat u tot die groep behoort! Dát vier ik vandaag, en daarom durf ik optimistisch te zijn over de toekomst!
50 jaar impact
Garance Reus-Deelder
Directeur Plan International
Geschiedenis Plan International in Nederland Terugblik
10 18 3 12
Interview
Fatou strijdt tegen meisjesbesnijdenis 5
Carlos en Zeger: de impact van kindsponsoring
Hoe is het nu met...
Meisje in Senegal
Het is 8 maart 1975. In Amsterdam opent een nieuw goed doel haar deuren: Foster Parents Plan. Het nieuwe fondsenwervende kantoor is onderdeel van een op dat moment kleine, internationale organisatie die kinderen in kwetsbare posities ondersteunt. Ook in Nederland kunnen mensen zich vanaf nu inzetten voor de rechten van kinderen door een kind te sponsoren. Uniek was, en is, dat kinderen altijd centraal
hebben gestaan bij het opzetten van de programma’s in hun gemeenschap. Hun behoeften zijn altijd het uitgangspunt. Nu, vijftig jaar later, is Plan International actief vanuit meer dan tachtig landen met nog steeds datzelfde doel: kinderen wereldwijd de kans geven om hun eigen toekomst te bepalen. We blikken terug op de hoogte- en dieptepunten uit de afgelopen vijftig jaar.
Rechten van het Kind
De Verenigde Naties stemt in met het Verdrag tot Regeling van de Rechten van het Kind. De afgelopen negen jaar zette Foster Parents Plan zich samen met andere organisaties in voor het opstellen van dit verdrag.
Schaatsen voor water
Een groep vrijwilligers zet het evenement Schaatsen voor Water op. Basisschoolkinderen uit heel Nederland schaatsen rondjes om geld op te halen voor (drink)waterprojecten in Afrika. Het is een groot succes, waar ook veel bekende Nederlanders zich bij aansluiten. In totaal vinden er achttien edities plaats (de laatste in 2018). Hiermee halen we miljoenen euro’s op en kunnen we vele kinderen van schoon drinkwater voorzien.
Lokalisatie
Foster Parents Plan beseft al vroeg dat niemand de gemeenschappen waar we werken zo goed kent als medewerkers ter plaatse. Daarom worden al in 1992 een aantal regionale kantoren – twee in Afrika, twee in Latijns-Amerika en twee in Azië –verantwoordelijk voor de directe begeleiding van de programma’s in hun regio. In de loop der jaren is dit steeds verder uitgebreid. Overal waar we werken hebben we een sterke band met de gemeenschap en nemen zij het voortouw.
Kindsponsoring bereikt hoogtepunt
In Nederland bereikt ons kindsponsorprogramma zijn hoogtepunt. Er worden op dat moment maar liefst 417.788 sponsorkinderen gesteund vanuit Nederland. Ook is er dit jaar positief nieuws uit Burkina Faso. In sponsorgemeenschap Silmiougou is de situatie zo vooruit gegaan dat de steun van Foster Parents Plan niet langer nodig is. De gemeenschap, waar we al in 1978 kennis mee maakten, kan op eigen benen staan. Dit soort positieve phase-outs komen nog altijd regelmatig voor.
Medefinancieringsorganisatie en kritiek
Foster Parents Plan in Nederland krijgt de status van Medefinancieringsorganisatie. Dat betekent dat we vanaf nu geld krijgen uit het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking. Maar Foster Parents Plan krijgt in de jaren rond de eeuwwisseling ook te maken met kritiek. Kritiek op de aanpak, kritiek op de communicatie en kritiek op de hoge kosten voor correspondentie met sponsorkinderen. We zijn doorlopend (negatief) in het nieuws. Sponsors worden ongerust en beginnen af te haken. Een onafhankelijke commissie doet onderzoek en concludeert dat er op geen enkele manier sprake is van fraude. Wel moet Foster Parents Plan beter op de kosten letten en helderder communiceren, ook als projecten mislukken of vertraging oplopen. Hoewel er niet zo veel aan de hand blijkt te zijn, zegt een grote hoeveelheid kindsponsors op. Het aantal sponsoren daalt tussen 2000 en 2010 van 350.000 naar 100.000.
Foster Parents Plan wordt Plan International. We veranderen de naam omdat er wereldwijd tot dan toe allerlei verschillende namen gehanteerd worden. Sinds 2001 heten alle kantoren hetzelfde: Plan International.
Plan International slaat met de ‘Because I’m a Girl’-campagne een andere weg in. Wereldwijd voeren we campagne om gelijke behandeling van jongens en meisjes te bepleiten. In de landen waar we werken, zetten we projecten op tegen kindhuwelijken, meisjesbesnijdenis en seksuele uitbuiting. In alle projecten krijgt gendergelijkheid een belangrijke rol. Sindsdien zijn de rechten en kansen van meisjes een grote focus van onze wereldwijde organisatie. In 2011 kwam de herpositionering naar Girls First en werden de rechten van meisjes en vrouwen het speerpunt.
Giro555
In 2015 sluiten we ons aan bij Giro555. Door samen te werken met andere organisaties kunnen we nog meer en gerichter noodhulp bieden waar dat het hardst nodig is. In onze (noodhulp)programma’s hebben we speciale aandacht voor meisjes, omdat zij in crisissituaties extra kwetsbaar zijn. Zo trainen we in Oekraïne bijvoorbeeld hulpverleners in het tegengaan van uitbuiting en seksueel misbruik. 2007 2012 2015
In 2012 roept de Verenigde Naties 11 oktober uit tot Wereldmeisjesdag. Dit na langdurige lobby van Plan International. Elk jaar staan we op deze dag stil bij de kracht van meisjes en vragen we aandacht voor hun nog altijd achtergestelde positie.
Kindhuwelijken worden in Malawi verboden na een campagne van Plan International. Ook is het het jaar dat onze wereldwijde organisatie haar tachtigste verjaardag viert. We hebben in die jaren veel vooruitgang geboekt, maar net als in 1937 zijn er nog steeds kinderen - en met name meisjes - voor wie de toekomst onzeker is. Zij hebben onze steun nog steeds nodig.
Jongerenactiviste Stecia uit Uganda gaat online in gesprek met Antonio Guttierez, de secretaris-generaal van de VN. Met de ondersteuning van Plan International is Stecia uitgegroeid tot een krachtige pleitbezorger van meisjesrechten. Ze spreekt met de secretaris-generaal over hoe de coronacrisis overal ter wereld de rechten van meisjes verder onder druk zet.
De eerste editie van de Nacht Tegen
Seksueel Geweld vindt plaats in Rotterdam. We vragen hiermee aandacht voor straatintimidatie en seksueel geweld. Ruim 400 deelnemers lopen mee en halen bijna 80.000 euro op voor ons Safer Cities-programma in Uganda. Met dit programma maken we wijken veiliger voor meisjes en jonge vrouwen.
Wanneer een sponsorkind achttien jaar oud wordt, hebben ze de juiste kennis en ervaring om op eigen benen te staan. En dan bereiken ze vaak de mooiste dingen, zoals de verhalen van deze vier oud-sponsorkinderen laten zien.
Door zijn studie kan José ervoor zorgen dat zijn gemeenschap voorbereid is op eventuele rampen.
Toen Magreth op haar veertiende aankondigde dat ze dokter wilde worden, reageerde haar omgeving verbaasd. Niet omdat ze niet slim genoeg zou zijn om geneeskunde te studeren, maar omdat meisjes in haar gemeenschap meestal op hun zestiende trouwden en kinderen kregen. “Ik wilde aan iedereen bewijzen dat ik het kon.” En dat deed ze ook. Ze werkte hard, haalde haar bachelor en doet nu een master in Publieke gezondheid. Haar focus ligt op het voorkomen van ziekten. Daarom schrijft ze artikelen, geeft ze radioshows en spreekt ze voor groepen over het belang van onder andere vaccinaties. En die liefde voor het schrijven en vertellen van verhalen? Die ontwikkelde ze door het schrijven met haar sponsors in Zweden.
José wilde na de middelbare school verder leren. Dankzij het Plan International Scholarship-programma kon dat. Hij kreeg een studiebeurs en studeert nu Disaster Risk Engineering aan de universiteit. Hiermee kan hij zijn gemeenschap voorbereiden op onder andere klimaatrampen. “Ik kan op deze manier bijdragen aan verbeteringen in mijn omgeving en zelfs het hele land. En mijn familie is heel trots op me.”
Magreth vertelt onder andere op de radio over gezondheid en preventie.
Ellis Mensinga: “Ik ben opgevoed met het idee dat je ook iets doet voor mensen die het moeilijk hebben.”
Ellis Mensinga uit Den Haag is al bijna vijftig jaar kindsponsor bij Plan International en is daarmee onze langst betrokken sponsor. Maar wat maakt nou dat iemand zo lang hetzelfde doel blijft steunen? Uit ons gesprek blijkt dat ‘trouw’ daar een belangrijke rol in speelt. En Ellis geeft het woord nog een extra betekenis.
Als trouwambtenaar verbindt ze al bijna 25 jaar koppels van over de hele wereld met elkaar. "Trouw fascineert me, maar ik denk dat ik zelf ook een heel trouw mens ben.
Dat zie ik ook terug in mijn vriendenkring."
De reden waarom Ellis Plan International (toen nog Foster Parents Plan) ging steunen staat haar nog helder voor de geest. “Ik ben opgevoed met het idee dat je ook iets doet voor mensen die het moeilijk hebben”, vertelt ze. “Wat ik zo mooi vond aan jullie werkwijze was dat je niet één kind, maar een hele gemeenschap ondersteunt. Hierdoor maak je echte, langdurige verandering mogelijk. En dat er experts
uit het land zelf betrokken worden om de noden in een gebied in kaart te brengen; jullie kindsponsormodel was in die tijd echt uniek.”
Een meisje uit Ecuador
Haar eerste sponsorkind herinnert Ellis zich nog goed. “Dat was een meisje uit Ecuador”, vertelt ze. “We hebben veel gereisd, mede door mijn baan als curator in Volkenkundige musea, maar in Ecuador ben ik helaas nooit geweest. In 1985 vlogen we over het land, op weg naar Peru, toen dacht ik bij mezelf: ‘kon ik maar even naar beneden om te kijken hoe het met haar gaat’.” Toen haar eerste sponsorkind achttien werd en werd uitgeschreven, kwam er opnieuw een meisje in beeld. Dit keer in India. “Dat wilde ik graag. Ik heb een bijzondere band met Azië. Mijn man Alexander en ik hebben er veel rondgereisd en ik schrijf al sinds mijn tiende jaar met een jongen uit India.”
Muziek verbindt
In totaal sponsorde Ellis vijf kinderen, altijd koos ze voor een meisje. “Het is een thema dat me aan het hart gaat”, vertelt ze, doelend op de rechten van vrouwen en meisjes. Twee keer bracht ze een bezoek aan Plan International-projecten, in Nepal (1979) en Sri Lanka (2017). Daar zag ze hoe de situatie in de gemeenschap verbeterd was. “In Nepal hadden ze heel concreet gezorgd voor huisnummers voor alle gezinnen”, vertelt Ellis. Deze maatregel maakt het onder andere mogelijk om kinderen te registreren en een geboortebewijs voor hen aan te vragen, waardoor ze aanspraak kunnen maken op hun rechten. Ook bezocht Ellis in beide gemeen-
“In
Sri Lanka vroegen we de kinderen of ze een liedje voor ons konden zingen. Dat wilden ze wel, maar dan wilden ze van ons ook een liedje horen. En zo geschiedde. Dat was ontzettend mooi, muziek heeft de kracht om mensen te verbinden.”
Ellis Mensinga
schappen een school. “De leraren waren enorm enthousiast over het werk van Plan International. In Sri Lanka vroegen we de kinderen of ze een liedje voor ons konden zingen. Dat wilden ze wel, maar dan wilden ze van ons ook een liedje horen. En zo geschiedde. Dat was ontzettend mooi, muziek heeft de kracht om mensen te verbinden.” Ook dat is een thema waar Ellis al haar hele leven ‘trouw’ aan is. Ze geeft wekelijks klanktherapie en -concerten.
“Uiteindelijk komt het altijd weer goed”
Over stoppen met sponsoren heeft Ellis in al die vijftig jaar nooit serieus nagedacht. “Het is me weleens door het hoofd geschoten, wanneer jullie in opspraak waren, maar echt getwijfeld heb ik nooit. Ik denk altijd: het komt in golven, soms gaat het naar beneden en dan weer omhoog. En uiteindelijk komt het, met zinvolle aanpassingen, altijd wel weer goed.”
VVoor dit verhaal gaan we naar Oude Tonge, een plaatsje in de polders van Goeree Overflakkee. Hier woont de 86-jarige Zeger, die 23 jaar lang kindsponsor was van in totaal vier kinderen en Plan International nog altijd steunt. Normaal gesproken heerst er rust in de keurige doorzonkamer, maar vandaag is het een drukte van belang. De hele familie Lopez uit El Salvador zit aan de eettafel, vader Carlos en zijn vrouw, twee zoons en een dochter en ook nog een paar neven. Spaans, Engels en Nederlands worden door elkaar worden gesproken.
De bijzondere reis van oud-sponsorkind Carlos en Zeger begint in 1987: “Mijn vrouw Ine en ik konden geen kinderen krijgen. We hebben adoptie overwogen, maar uiteindelijk besloten om dat niet te doen. We zagen af en toe op televisie wel eens iets van Plan International, toen nog Foster Parents Plan, voorbijkomen en zo is het begonnen.”
Burgeroorlog
Zeger en Ine bezochten de familie van Carlos meerdere keren in El Salvador, dat in die tijd gebukt ging onder een burgeroorlog. “Ine durfde eerst niet mee. We zagen op tv natuurlijk vaak beelden van de oorlog. Uiteindelijk besloten we om toch te gaan en brachten we twee keer een bezoek aan de familie, dat was heel bijzonder”, vertelt Zeger.
Ook voor Carlos was de ontmoeting met mensen uit een ver land een bijzondere ervaring: “Als kind was ik altijd nieuwsgierig, wie zijn die mensen? Ik had zóveel vragen. Maar we voelden wel meteen dat er
een klik was, die je voelt als mensen om je geven. Zeger en Ine waren al snel onderdeel van de familie.”
De band tussen de twee families werd in de jaren erna steeds hechter. Als het jongste zusje van Carlos wordt geboren, wordt ze vernoemd naar Ine: “Dat was echt een hele mooie verrassing. Als je zoals wij geen kinderen kunt krijgen, draag je dat je hele leven met je mee. Daardoor was dit echt een bijzonder cadeau voor ons”, zegt Zeger.
Opgroeien in een burgeroorlog was uitdagend, herinnert Carlos zich: “Het leven was heel moeilijk, er was geen perspectief. Je kon niet vrijuit spreken, want dan kon je zomaar vermoord worden. Als kind heb je dromen, je wilt iets bereiken. Maar voor veel kinderen was er bijvoorbeeld geen onderwijs.” Onderdeel zijn van een gemeenschap die werd gesteund door Plan International, betekende veel voor Carlos: “Voor ons was het heel bijzonder om gekoppeld te worden aan mensen aan de andere kant van de wereld. Ik kan me herinneren dat de medewerkers van Plan International in ons dorp waren en families ondersteunden met allerlei zaken. Er waren onderwijsprogramma’s voor kinderen en volwassenen, we kregen schoolspullen zodat we naar school konden en er was ook een voedselprogramma.”
Voor Carlos heeft de ondersteuning van Plan International, Zeger en Ine, die inmiddels is overleden, veel betekend. “Onderwijs was voor mij een groot geschenk. Het is heel simpel: een
kind heeft onderwijs en een volle maag nodig om zijn dromen waar te kunnen maken. Voor mij heeft onderwijs het verschil gemaakt. Ik heb kansen gekregen en die gepakt en daardoor heeft mijn familie nu een beter leven dan het gezin waarin ik opgroeide. Mijn kinderen kunnen later alles worden wat ze willen.”
Carlos voelde nooit extra druk om te slagen, maar was wel gedreven: “Onderwijs was niet vanzelfsprekend voor mij, dus ik wilde altijd laten zien dat ik het waard was. Ik wist dat ik een kans kreeg die ik niet moest vergooien.” Die levensles geeft hij zijn eigen kinderen ook mee: “Ik vertel hen: vergeet nooit waar je vandaan komt. Je krijgt de kans om jezelf te ontwikkelen, dus gebruik die kans zodat je later een verschil kunt maken.”
Verwachtingen overtroffen
Toen Carlos achttien jaar werd, besloot Zeger om Carlos en zijn familie langer te ondersteunen en de vervolgopleiding van Carlos te betalen. Hij ging
Zeger heeft de fotocollage van De Surprise Show nog altijd op zijn dressoir staan.
bedrijfskunde studeren en werd uiteindelijk hotelmanager op een eiland niet ver bij zijn geboortedorp vandaan. Zeger is trots op wat Carlos heeft bereikt: “Dat is echt een droom van ons. Toen we begonnen met sponsoren hadden we bepaalde verwachtingen, maar die zijn ruimschoots overtroffen. Wat Carlos heeft bereikt, geeft hij door aan zijn kinderen en zo blijft het balletje rollen, door hetgeen dat bij ons is begonnen. Daar zijn we heel dankbaar voor.”
Carlos ziet die verandering ook: “Kindsponsoring heeft echt de vicieuze cirkel van armoede doorbroken, wij zijn een nieuw verhaal gestart.”
Zeger: “Ik heb het gevoel dat de cirkel nu rond is.”
“Wat Carlos heeft bereikt, geeft hij door aan zijn kinderen en zo blijft het balletje rollen. Daar zijn we heel dankbaar voor.”
Zeger
Niet alleen voor Carlos en zijn zeven zussen en twee broers is er veel veranderd, maar ook voor de andere families in het dorp waar hij is opgegroeid: “De impact die Plan International heeft gemaakt door onderwijs voor kinderen mogelijk te maken, is enorm. Ik zie het als ik mijn geboortedorp bezoek.
Al die kinderen van toen kregen eerlijkere kansen en hebben nu een beter leven dan de generatie voor hen. Er moeten toch heel veel plekken in de wereld zijn waar voormalig sponsorkinderen wonen, waar dit ook het geval is? Ik bedoel, daar zijn vijftig jaar geleden, dertig jaar geleden, tien jaar geleden zaadjes geplant die nu bloeien.”
Henny Huisman
Het is niet de eerste keer dat Carlos Nederland bezoekt. In 1993 kwam hij samen met zijn vader, moeder, broers en zussen naar Nederland voor het televisieprogramma De Suprise Show van Henny
MEISJE IN
“Door mijn vaders betrokkenheid is de pijn van besnijdenis mij bespaard gebleven.”
Elke dag lopen 12.000 meisjes wereldwijd risico op meisjesbesnijdenis, ook wel female genital mutilation of FGM. Een ingreep die hun lichaam verminkt en hun toekomst in gevaar brengt. Maar in Senegal nemen vaders, dochters en Plan International samen het voortouw om dit schadelijke gebruik te stoppen.
H“Het was mijn vader die me vertelde dat ik besnijdenis nooit mocht accepteren”, vertelt de zestienjarige Fatou. “Ik weet dat ik naar hem toe kan gaan als ik ooit hoor dat een meisje uit ons dorp besneden zal worden. Dan gaan we daar samen aangifte van doen.”
Grote gevolgen
Vroeger was dat heel anders. Meisjes uit het dorp werden al op hele jonge leeftijd besneden. Besnijdenis zou betekenen dat een meisje volwassen is en klaar is om te trouwen. Maar in werkelijkheid leidt het tot levenslange trauma’s, hevige pijn, infecties en soms zelfs dodelijke bloedingen.
Ook brengt besnijdenis de schoolcarrière van meisjes in gevaar, vertelt Fatou. “Een meisje dat FGM heeft ondergaan moet daar eerst van herstellen. Daardoor mist ze veel lessen en loopt ze een achterstand op.” Soms wordt die achterstand zelfs zo groot dat een meisje helemaal niet meer terugkeert naar school.
Besnijdenis werd gevierd
Fatou’s vader Bamba (56) groeide op met het idee dat besnijdenis normaal was. “Het moest gewoon gebeuren. Zodra een meisje tien jaar werd, riepen we als dorp een speciale dag uit. De besnijdenis werd groots gevierd.”
En werd een meisje niet besneden, dan werd er schande van haar gesproken. “Mannen vonden dat een onbesneden meisje geen waarde had. Ze kon geen vriendje of man krijgen. Toen ik jong was, gingen mijn leeftijdsgenoten en ik absoluut niet uit met onbesneden meisjes.” De meisjes zelf waren in zijn tijd óók niet tegen meisjesbesnijdenis, zo diep waren de sociale normen ingebed in de samenleving.
Tegenwoordig is dat in hun gemeenschap heel anders. Een van de redenen dat meisjesbesnijdenis in deze regio nu zo goed als verleden tijd is, is
Bamba vertelt mensen onder andere in zijn radioshow over de rechten van meisjes en de gevolgen van besnijdenis.
de oprichting van zogeheten Fathers’ Schools, een initiatief van Plan International. Hier leren mannen over meisjesrechten en gelijkheid, het belang van onderwijs en de schadelijke gevolgen van meisjesbesnijdenis.
Bamba was één van de eerste leden van de Fathers’ School in zijn dorp. Hier zag hij in hoe schadelijk meisjesbesnijdenis daadwerkelijk is. Sindsdien neemt hij het voortouw in de strijd tegen FGM. Hij leidt discussies bij de Fathers’ School, deelt berichten via zijn radioshow en spreekt er zelfs over op de huwelijken waar hij als griot (een traditionele Senegalese verhalenverteller en muzikant) wordt uitgenodigd.
“Soms schaam ik me ervoor dat mijn vader zoveel praat, maar ik ben vooral blij dat hij strijdt voor de rechten van meisjes.”
Fatou
“Veel mensen vroegen me of ik gek geworden was, maar ik heb nooit opgegeven”, zegt Bamba. “Ik vertelde iedereen in de gemeenschap over de zware fysieke gevolgen van meisjesbesnijdenis, zoals extreme bloedingen bij de geboorte van een kind.”
Langzaam maar zeker zagen mensen in dat Bamba gelijk had en dat meisjesbesnijdenis zeer schadelijk is. Steeds meer leiders uit de gemeenschap sloten zich aan bij zijn strijd. Er werd een pact gesloten waardoor besnijdenis nu verboden is.
Wie zijn dochter nu nog wil laten besnijden, wordt aangegeven bij de politie. Sindsdien zijn er in het dorp geen meisjesbesnijdenissen meer geweest.
Fatou is trots op haar vader en helpt hem waar ze kan. “Soms schaam ik me een beetje voor hem omdat hij zoveel praat”, zegt ze lachend. “Maar ik ben vooral heel blij dat hij strijdt voor de rechten van meisjes en tegen meisjesbesnijdenis. Door zijn betrokkenheid heb ik geen besnijdenis hoeven ondergaan en is die pijn mij bespaard gebleven.”
Hoewel meisjesbesnijdenis in hun dorp nu verleden tijd is, blijft Bamba waakzaam. “We moeten bewustwording blijven stimuleren”, waarschuwt hij. “Vooral grootouders hebben een grote invloed op gezinnen en ze worden zelden tegengesproken. We moeten mensen eraan blijven herinneren dat genitale verminking schadelijk is.”
Leerlingen op school in Tanzania.
We hebben regelmatig contact met onze sponsors. Daaruit komen vaak leuke vragen naar voren. En die beantwoorden we natuurlijk graag!
Jullie hebben een duidelijke focus op meisjes, maar hoe zit het eigenlijk met jongens?
Plan International staat voor een wereld waarin alle kinderen zich volledig kunnen ontwikkelen en waarin meisjes én jongens dezelfde rechten en kansen hebben. Daarom betrekken we zowel jongens als meisjes bij onze projecten, want daarmee realiseren we een betere toekomst voor iedereen. Wel hebben we extra aandacht voor de achtergestelde positie die meisjes wereldwijd helaas nog altijd hebben. Om die op te heffen hebben we meisjes én jongens nodig. Door jongens te betrekken, zodat ze leren over meisjesrechten, kunnen we werken aan gelijkwaardigheid.
Hoe groot is het deel van jullie inkomsten dat daadwerkelijk naar de kinderen gaat?
Plan International vindt het heel belangrijk om efficiënt en doelmatig om te gaan met de bijdragen van sponsors. In het afgelopen boekjaar (juli 2023 tot en met juni 2024) ging 92 procent van de totale inkomsten naar onze programma’s waarmee we kinderen steunen.
In ons jaarverslag, dat wij elk jaar in december presenteren, staat een verdere uitsplitsing van alle inkomsten en uitgaven. Deze kunt u vinden op www.planinternational.nl/jaarverslag2024
Waarom hoor ik soms zo lang niets van mijn sponsorkind?
Als u een brief schrijft naar uw sponsorkind, legt deze een lange weg af. Een Nederlandse tekst vertalen wij eerst naar het Engels. Vervolgens versturen wij de brief naar onze collega’s in het land waar uw sponsorkind woont. Zij vertalen het bericht weer naar de taal die het kind spreekt. Als laatste stap brengen zij uw brief naar de gemeenschap. Dit duurt ongeveer vijf weken. Wanneer uw sponsorkind een bericht terugschrijft, legt de brief dezelfde weg af.
Heeft u zelf een leuke vraag? Onze collega's beantwoorden deze graag voor u. U kunt uw vraag mailen naar info@planinternational.nl
Voor het maken van je testament ga je niet over één nacht ijs. Je beseft je wel dat het goed is om het te regelen, maar toch komt het er vaak niet van. En dat terwijl het helemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn. “Achteraf hoor ik vaak dat het mensen rust geeft om te weten dat het goed geregeld is.”
Aan het woord is Manda Wassenaar, die sinds december 2024 Relatiemanager Nalatenschappen is bij Plan International. “Ik geef mensen altijd het advies om eerst zelf eens op papier te zetten wat ze willen. Welke mensen wil je wat schenken en welke goede doelen liggen je nauw aan het hart? Vervolgens weet de notaris precies hoe dit het beste vastgelegd kan worden.”
Manda Wassenaar, Relatiemanager Nalatenschappen bij Plan International.
Wilt u vrijblijvend in gesprek over uw testament?
Dan helpen wij u graag op weg. Neem contact op met Manda via 06 – 815 48 994.
Ook kunt u onze brochure aanvragen. Dat kan per e-mail via manda.wassenaar@planinternational.nl of op onze website: www.planinternational.nl/nalatenschap.
Plan International magazine, mei 2025.
Drukkosten per nummer: € 0,36
Redactie en vormgeving Koen Caris, Marjon Kruize en Simone de Bruijn
Aan dit nummer werkten mee Carlos, Zeger, Bob Kroese, Ellis Mensinga, Katie McGonigal, Martha Nauta, Jan Ormel, Sophie Snijders, Martien Swart en Deborah Wielart
Ontwikkelingen volgen elkaar snel op in de landen waar we werken. Daardoor kan het voorkomen dat er in dit magazine informatie staat die is ingehaald door de actualiteit. Om de privacy en veiligheid van betrokkenen te beschermen worden sommige achternamen weggelaten.
Fotocredits
p. 10-11: Nelson Pacheco, p. 18-21: Sylvain Cherkaoui, p. 23: Annemieke Wolfkamp, p. 24: Luis Tato/AFP, p. 2 – 17, p. 22: Plan International Coverfoto's: Tanzim Ahmed, 606 Digital, Andres Proaño, Anselmo Garcete, Izla Bethdavid en James Mbiri
Grafische productie
Huig Haverlag
Plan International
Postbus 75454, 1070 AL Amsterdam 020 549 55 20
www.planinternational.nl
BIC (SWIFT): RABONL2U
BANK: NL11RABO039.35.86.766
De verpakking van dit magazine is biologisch afbreekbaar.
Sudan gaat al meer dan twee jaar gebukt onder extreem geweld. Meer dan 12,5 miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Een deel van hen wordt opgevangen in buurlanden, waaronder in Zuid-Sudan. Maar de omstandigheden in de vluchtelingenkampen zijn slecht, vooral voor meisjes.
Bij conflicten, natuurrampen of hongersnood worden meisjes het hardst getroffen. Hun rechten vervagen, seksueel geweld laait op en kindhuwelijken nemen toe. En juist nu laten overheden wereldwijd ze in de steek.
Dankzij het noodhulpfonds kan Plan International meisjes in nood ondersteunen. Wilt u ook meehelpen? Scan de QR-code en doneer.