4 minute read

Wat vindt u?

DARFURNICA EN HET JONGETJE MET DE VUITTON-TAS

Darfurnica © Nadia Plesner Joensen Darfurnica heeft gedaan waarvoor het bedoeld was: aandacht trekken voor de situatie in Darfur. Alleen was de manier waarop dat gebeurde niet helemaal gepland. Nadia Plesner schilderde een moderne interpretatie van Picasso’s Guernica als aanklacht tegen de media, die meer aandacht hebben voor het leven van de Holllywood-sterren en hun luxe modeaccessoires, dan aan honderdduizenden doden en vluchtelingen in Darfur. In haar schilderij mixte ze de meest belichte celebrity roddels van de afgelopen jaren met de gruwelen die ondertussen in Soedan gebeurden. Zo is het op Darfunica niet Paris Hilton die met een chihuahua en een Vuitton-tas voor het publiek poseert, maar een ondervoed Afrikaans jongetje. Dat fragment kwam terug op publiciteitsuitingen rondom de expositie van het schilderij in Denemarken. Vuitton was ‘not amused’ en stapte naar de rechter, die in eerste instantie een dwangsom van € 5.000 euro per dag oplegde zolang het beeld publiek te zien en te koop zou zijn. Plesner liet het er niet bij zitten: drie maanden

Advertisement

na de beschikking spande zij met hulp van Kennedy Van der Laan een kort geding aan waarin zij zich beriep op haar vrijheid van artistieke meningsuiting. De rechter gaf haar gelijk. Plesner en twee intellectuele eigendom advocaten reageerden verheugd; Vuitton IK WILDE ME wilde helaas geen reactie geven. NIET ZOMAAR GEWONNEN GEVEN

Nadia Plesner, beeldend kunstenaar en student aan de Rietveld Academie

‘Ik ben heel erg blij met de uitslag, die dit keer totaal het tegenovergestelde is van de eerste beschikking die ik in februari op de mat vond. Ik heb een super stressvolle periode achter de rug, toen we aan de rechtzaak begonnen stond de teller van de boete op € 485.000. Dat geld heb ik natuurlijk niet, dus ik werd daar wel nerveus van. Maar ik vond het zo ontzettend onrechtvaardig wat er gebeurde, dat ik me niet zomaar gewonnen wilde geven. Als ik had opgegeven, zou dat betekenen dat kunst gecensureerd kan worden door grote bedrijven. En dan wordt

WAT VINDT U?

het maken van ‘eerlijke’ kunst wel heel lastig. Kunstenaars moeten referenties kunnen maken naar producten die ergens voor staan. Mijn schilderij gaat niet over Louis Vuitton, ik gebruik die tas puur als statussymbool in de consumptiemaatschappij. Ik heb gestreden voor die vrijheid van artistieke meningsuiting. Ik was blij dat ik uiteindelijk toch de kans kreeg me te verdedigen, want die had ik niet bij die eerste beschikking. Na alle mediaaandacht heeft Vuitton gezegd dat het ze niet om het beeld op het schilderij ging maar op de uitingen daaromheen: de T-shirts – die ik al sinds 2008 niet meer verkocht – maar ook de uitnodigingen voor de expositie en mijn website. Maar in eerste instantie was het schilderij wel degelijk in hun aanklacht opgenomen. Hun advocaat heeft me vlak na die eerste beschikking ook gebeld en me wel te verstaan gegeven dat het verbod ook het schilderij betrof. Ik was blij dat de rechter daar ook over viel. En dat hij het uiteindelijk met me eens was natuurlijk.’

Dirk Visser, hoogleraar Intellectueel Eigendom en partner bij Klos Morel Vos & Schaap

‘Ik ben het helemaal eens met de uitspraak van de rechter, een uitstekend vonnis. Dit ging om niet-commercieel gebruik, en het beeld was een ondergeschikt onderdeel van een politieke of maatschappelijke boodschap. In dat geval gaat de vrijheid van meningsuiting boven de intellectuele eigendomsrechten. Zo simpel is het. Als die T-shirts met de afbeelding van het jongetje met tas nou wel voor de commerciële verkoop waren bedoeld, of als de afbeelding een zwaar beschuldigend karakter had gehad, dan had Vuitton misschien een punt gehad. Maar dat was hier niet het geval. Overigens is het modellenrecht waarop Vuitton zich beriep hier al helemaal niet voor bedoeld, dit was eerder een zaak voor het auteursrecht of merkenrecht geweest. Maar dat is misschien een wat te technisch verhaal.’

Paul Steinhauser, partner bij Arnold + Siedsma en voorzitter van de raad van beroep van BNO

‘De zaak is gelukkig goed afgelopen voor Nadia Plesner. Ik vond het geweldig dapper van haar om zich zo te verweren. Zij gebruikt bekende symbolen om protest aan te tekenen tegen een door haar gesignaleerde misstand in de maatschappij – die vrijheid moet een kunstenaar hebben. Darfurnica komt voort uit de behoefte de hypocrisie van onze wereld aan de kaak te stellen. De vraag is natuurlijk waar de grens ligt. Kun je zo ver gaan dat je bepaalde onderdelen uit een schilderij haalt en die apart gaat exploiteren? Mag je dat jongetje op T-shirts, posters of een uithangbord zetten om daar geld mee te verdienen? Zolang de boodschap is ‘kom kijken naar mijn geëxposeerde werk’ vormt dat geen probleem; zodra je zo’n stukje anders gaat exploiteren, komt de grens wat dichterbij. Daarbij maakt het niet uit of die T-shirts enkel voor het goede doel worden verkocht of niet, ik ken in het intellectuele eigendomsrecht geen liefdadigheidsexceptie. Je zou kunnen redeneren dat het in dat geval een inbreuk op het merkenrecht vormt. De grens van het toelaatbare is niet scherp te trekken, per geval en omstandigheid kan de rechter hier anders over oordelen. Ook de persoonlijke gevoeligheden van een rechter spelen hierbij een rol, ik ben ervan overtuigd dat een andere voorzieningenrechter niet zo makkelijk een dwangsom had opgelegd. In deze zaak is de eerste rechter dan ook teruggefloten door de tweede. Ik ben zeer tevreden met de afloop, ik vond het nogal bizar dat Vuitton een dergelijke actie was gestart. Of ze moeten het bedoeld hebben als verkapte publiciteitsstunt, maar die is dan niet zo goed voor hen uitgepakt.’

De advocaat van Vuitton liet weten dat hij niet namens Louis Vuitton kon reageren.

This article is from: