Afstudeer

Page 1


3


3



AFSTUDEERPLAN Binnen Surplus (mijn stagebedrijf) en met mijn opleiding tot Docent Beeldende Kunst en Vormgeving word ik ingezet om doormiddel van kunstzinnige activiteiten/oplossingen en ideeĂŤn, problemen en vragen aan te pakken in samenwerking met o.a. burgers en maatschappelijke organisaties. DOEL Surplus Welzijn werkt nauw samen met burgers, gemeenten en maatschappelijke organisaties om onder andere de persoonlijke ontwikkeling en het sociale contact te stimuleren van de bewoners en te zorgen dat burgers zich betrokken gaan voelen bij de maatschappij. Binnen Surplus hou ik me voornamelijk bezig met de jongerendoelgroep en ben ik betrokken in de wijk de Hoge Vucht op scholen, in jongerencentra, wijkaccommodaties en op straat als jeugdwerker. Surplus heeft echter geen tot nauwelijks budget om projecten en activiteiten te sponseren waardoor er nauw wordt samengewerkt met andere organisaties, vrijwilligers en subsidies. Binnen mijn projecten heb ik dan ook telkens het doel om te netwerken, het vertrouwen te winnen van de jongeren en de ouderen in de wijk en om verschillende mensen (met hetzelfde doel/idee) weer aan elkaar te koppelen (en samen te laten werken). ACTIE De Hoge Vucht is een multiculturele wijk met veel verschillende leeftijden en afkomsten. De wijk heeft binnen Breda niet echt een goede naam en staat ook wel bekend als een wijk met veel probleemjongeren en criminaliteit. Het bieden van mogelijkheden voor ontmoeting, recreatieve en educatieve activiteiten, ontplooiing en participatie, voor en door jongeren en het kunnen signaleren en inventariseren van de vraag, behoeften en talenten van de jeugdigen zijn de leerdoelen waar ik dagelijks mee bezig ben. Door samen te werken met mijn doelgroep en hun vertrouwen te winnen weet ik waar de behoefte ligt en waar ze het meest bij gebaat zijn. Door deze samenwerkingen kom ik ook weer in contact met hun sociale omgeving als ouders, vrijwilligers, samenwerkingspartners etc. Op deze manier bouw ik een breed netwerk op. Als ik eenmaal de belangen, gevoelens, omgangsvormen, normen en waarden, en de manier van communicatie heb ontdekt probeer ik door middel van kunst een koppeling te maken naar het behalen van de doelen/belangen.



WIJKONDERZOEK Voor ik bepaalde standpunten en doelen opstel vind ik het belangrijk om een beeld te schetsen van de wijk de Hoge Vucht. De wijk is mijn draagvlak voor mijn eindwerk en zonder deze wijk en haar inwoners is het voor mij onmogelijk om een krachtig eindwerk te kunnen ontwikkelen. Op de site van Breda.nl kun je op verschillende gebieden cijfers vinden over wijken en inwoners binnen Breda. De Hoge Vucht is een milticulturele wijk in Breda en heeft volgens de cijfers die je in kunt zien op deze link: http:// breda.incijfers.nl/Quickstep/QsReportAdvanced.aspx?report=fccbs_all_ pc4, maar liefst 4.090 allochtone inwoners. De Hoge Vucht is gebouwd in de jaren zestig. Na het opleveren van de wijk kwamen er veel jonge gezinnen te wonen. Het was een hechte buurt waar iedereen zijn buren kende en wist wie er in welke flat woonde. Er verhuisde in het begin dan ook weinig mensen. De wijkbewoners hadden bijna allemaal dezelfde maatschappelijke perspectieven en deelde dezelfde normen en waarden. Bewoners worden ouder, gaan rond dezelfde periode met pensioen, de kinderen zijn het huis uit en de woningen voldoen eigenlijk niet meer. Na deze lange, stabiele periode komen er nieuwe bewoners in de wijk. Vaak zijn dit jonge huishoudens en doorstromers onder wie veel immigranten. Doordat er een jongere generatie de wijk binnen komt treed er een verjongingsproces op binnen de wijk. Dit is niet meer dan normaal binnen vooroorlogse en naoorlogse stadswijken in Nederland maar toch was dit voor de oudere bewoners ontzettend ingrijpend. De buren die ze al zo lang kende, de man op vijf hoog die altijd de hond uit liet bij het grasveldje en het echtpaar om de hoek verlieten een voor een de buurt en nieuwe bewoners namen hun plek in. Er kwamen veel nieuwe en vooral verschillende leef en woon stijlen, gezinssamenstellingen, dagbestedingen en maatschappelijke perspectieven, maar ook de etniciteit en de sociale samenhang werden anders. De sociale samenhang scoort in de Hoge Vucht ook een stuk lager dan het Bredase gemiddelde. Op verschillende gebieden zijn de veranderingen in de Hoge Vucht duidelijk zichtbaar. Veel inwoners kwamen er wonen of gingen verhuizen waardoor het proces alleen maar versterkt werd. Langzaam werden de wijken jonger en het aantal mensen met een niet- Nederlandse nationaliteit is in de afgelopen jaren van 21 procent naar 32 procent gestegen.


Het percentage ouderen ligt op achttien procent en het percentage bewoners tussen de nul en de negentien jaar is 25 procent. Het aantal eenouder gezinnen ligt met 14 procent tegenover 12 procent, iets hoger dan het Bredase gemiddelde. Over de jongeren is niet zo heel veel te vinden. Wel blijkt uit de cijfers rondom de armoede in de wijk dat er veel jongeren wonen in gezinnen met een inkomen rond de armoedegrens en dat er dan ook veel armoede heerst binnen de wijk. Ook is er sprake van meer overgewicht onder de jongere in de Hoge Vucht in vergelijking met ergens anders in Breda. (Of overgewicht een teken is voor armoede durf ik zo 1,2,3 niet te zeggen. Verschillende aspecten kunnen hier de reden van zijn.) De vooruitzichten voor deze jongeren, de volgende generatie, zijn slecht. De jeugd van nu heeft een laag opleidingsniveau en velen van hen zijn werkloos. Ze hebben moeite om werk te vinden wat goed bij hun past maar etniciteit, thuissituatie en opleidingsniveau kunnen ook eventuele factoren zijn die spelen bij de reden voor de werkeloosheid. Echter wijzen de cijfers aan dat het niet ver afwijkt van het gemiddelde van de Bredase jongeren die zonder startcertificaat van school gaan. Over de woonomgeving zijn de buurtbewoners over het algemeen wel tevreden. Ze zijn blij met de groene en ruime opzet van de wijk en ze zijn zeer tevreden over de voorzieningen binnen de wijk. Er zijn genoeg scholen, winkels, bedrijven etcetera en ook de verkeersveiligheid is er goed. Wat de bewoners jammer vinden aan de wijk is dat er veel zwerfvuil ligt op de straten en dat ze zich vaak onveilig voelen als het gaat om bijvoorbeeld criminaliteit (inbraken bijvoorbeeld). Ook kun je uit de cijfers opmaken dat ze veel sociale contacten hebben binnen hun eigen culturele groep maar weinig contact hebben met verschillende andere culturen. De Hoge Vucht is een wijk met een ontzettend slechte naam terwijl de mensen die er wonen allemaal open staan voor een betere leefomgeving en graag willen meewerken aan het behalen van dit doel. Verschillende organisaties zijn al bezig om de problemen aan te pakken binnen de wijk. De algemene doelen voor de wijk zijn voornamelijk het zwerfvuil, de criminaliteit en de veiligheid. Maar ook het creĂŤren van kansen en mogelijkheden om het sociale contact te stimuleren en de armoede tegen te gaan zijn punten waar de organisaties mee bezig zijn. De opruimtroepers bijvoorbeeld, dit was/is een project van TOS, Grote Broers, Werk aan de wijk, Singelveste AlleeWonen, Surplus Welzijn en gemeente Breda, waarbij een grote groep kinderen iedere tweede dinsdag van de maand het zwerfvuil in hun eigen wijk gaat opruimen.


Gezamenlijk lopen ze door de wijk met vuilniszakken en prikstokken onder leiding van een aantal vrijwilligers, ouders en de organisaties en vertrekken ze gezamenlijk vanaf het Noorderlicht. Ook een project als de Grote Broers. Grote Broers probeert de veiligheid in de wijk te bevorderen en het overlast in de wijk te voorkomen, ze willen jongeren een toekomstperspectief bieden en de sociale cohesie binnen de wijk verbeteren. Het Grote broerproject houdt zich bezig met jongeren van 8 t/m 14 jaar die worden aangewezen als de jonge broertjes en direct aangesproken kunnen worden op hun gedrag. De Grote Broers zijn wekelijks minimaal 5 dagdelen aanwezig op straat waar ze de pleinen en straten bezoeken waar de kleine broertjes zich bezighouden. Naast de kleine broertjes hebben de Grote broers ook activiteiten als een muziekproject, pannenkoeken bakken, etcetera, waarbij de ouder bewoners uit de wijk in contact worden gebracht met de jongeren. Op deze manier willen ze de kloof tussen jong en oud verkleinen en het veiligheidsgevoel vergroten. Ook is er binnen de wijk veel aanbod aan natuur en milieu educatie en is de basisschool het Noorderlicht op het moment zelfs bezig met het gezonde schoolplein project. Het project houdt in dat 70 scholen binnen Nederland de komende jaren ondersteuning krijgen om een gezond schoolplein te realiseren. Tot en met 9 mei kregen alle basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs scholen de kans om via de website gezondeschool.nl ondersteuning (bijdrage van €50.000,- euro voor de aanleg en inrichting van het schoolplein en voor de begeleiding bij het project) te vragen voor de realisatie van het project. Het plein moet uitdagender worden zodat kinderen er kunnen spelen en bewegen zowel voor, tijdens en na schooltijd. (zie illustratie…….. voor de inhoud van een gezond schoolplein) Het plein moet de kinderen en de jongeren uitdagen om meer te bewegen, een positieve invloed hebben op de gezondheid door de aanwezigheid van het groen en het buiten spelen, ze meer fruit en groente leren eten door ze klassikaal mee te laten werken in een moestuin, ziekteverzuim en betere schoolprestaties opleveren en een speel en ontmoetingsplek vormen voor de hele buurt.


DE BUURTTUIN De buurttuin heeft dezelfde doelen als al deze organisaties en projecten. Ze willen de leefbaarheid in de wijk vergroten en mensen uit allerlei verschillende culturen en groepen met elkaar in contact brengen. De buurttuin komt te liggen op een plek waar tot 5 jaar geleden nog flats stonden. Het terrein is al jaren onbruikbaar maar ligt op een ontzettend mooie plek binnen de wijk, gelegen tussen de straten Cornelis Joosstraat, Bernard de Wildestraat, Willem de Bruynstraat en Tilman Suysstraat. De tuin zal in twee delen worden gesplitst. Op het ene deel komt een vorm van stadslandbouw wat wordt onderhouden door ondernemers en de andere kant van de tuin wordt de buurttuin met onder andere een natuurspeeltuin, een crossbaan, een schooltuintje en een coÜperatieve moestuin. De moestuin heeft het doel om de wijkbewoners samen groenten en fruit te laten verbouwen voor hun eigen gebruik. De natuurspeeltuin en de crossbaan staan in het teken van de kinderen en hebben het doel om ze een leuk en natuurlijk recreatieterrein te geven waar ze kunnen bewegen en kunnen samenspelen. Verder hebben ze nog als doel om er een barrak met koffie en theezetter te krijgen, zodat de bezoekers kunnen genieten van een kop koffie – thee en de tuin. Ook willen ze verspreid over het terrein plukfruit en notenbomen planten, zodat de mensen uit de wijk hiervan kunnen profiteren en genieten en de kinderen tegelijkertijd weer in aanraking komen met de oorsprong van hun eten (natuur educatie). De schooltuintjes staan in het teken van de educatie in natuur en voeding.


MIJN OPDRACHT In 2018 wordt een buurttuin geopend binnen de wijk de Hoge Vucht in Breda, waar natuur en milieueducatie wordt aangeboden. Als docent beeldende kunst en vormgeving ga ik meedenken over de inhoud en de vorm van dit project vanuit de gedachte dat kunst een belangrijke bijdrage kan leveren bij de bewustwording van natuur en milieu. DOEL In de wijk staan de leefbaarheid en het leefklimaat onder druk. De uitstraling en de aanblik van de wijk bepalen vaak of bewoners zich er prettig voelen of niet en de openbare ruimte bepalen sterk het imago van een wijk binnen de gemeente. Binnen de Hoge Vucht mag er meer aandacht worden besteed aan een fysieke omgeving die op orde is, waar het veilig is, die prettig oogt en waar geen rotzooi op straat ligt. Kinderen moeten er meer kunnen spelen en de wijk kan meer groen en speelplekken voor kinderen/ jongeren gebruiken. In 2018 komt er een buurttuin waar verschillende aspecten al worden aangeraakt. Voor mijn afstuderen wil ik kunstzinnige activiteiten, oplossingen en ideeën bedenken/opzetten die gericht zijn op de buurttuin en de educatie in kunst, natuur en milieu raken om een fijne leefomgeving te creëren. ACTIE Allereerst ga ik me bezig houden met het onderzoeken van al bestaande milieu en natuureducatie bij bijv. kinderboerderijen en parken. Ik heb al een aantal boeken gehaald over creatief met groen, wijkindelingen, kindertuin etcetera en ik ga me verdiepen in kunstenaars die werken of zich laten inspireren met en door natuur/milieu (zoals bijvoorbeeld; Marinus Boezem en Jeanne van Heeswijk maar ook de Kröller Muller beeldentuin). Met de basisschoolleerlingen van het Noorderlicht wil ik aan de slag door kunstactiviteiten in combinatie met natuureducatie. Door dit te doen hoop ik een verbinding te leggen met de basisscholen binnen de wijk en de buurttuin en hoop ik contacten te kunnen leggen binnen de school zodat prototypen voor mij straks makkelijker word. RESULTAAT De uitslagen van mijn onderzoeken moeten mij leiden naar een lessenserie, beeld, plan of activiteitenagenda waarmee kunst invloed uitoefent op de milieu- en natuureducatie binnen de buurttuin en indirect ook binnen de wijk. Het eindwerk moet leiden tot educatie in kunst, natuur en milieu, de verbinding daartussen en het moet zorgen voor een fijne leefomgeving binnen de buurttuin en binnen de wijk.



KENNISMAKING Vandaag is de opening van het Turfje. Het Turfje is een plek waar kinderen uit de buurt en van school kunnen sporten en/of spelen op twee vaste tijdstippen in de week. Ze zijn vrij om te komen en te gaan wanneer ze willen. Ze hoeven zich nergens voor op te geven wat zorgt voor een ongedwongen, gezellige middag, en het aantal kinderen is nooit van tevoren vast te stellen. Soms zijn er 20 kinderen en soms zijn er 80 kinderen. Alles wat op het schoolplein staat gebruiken ze bij het Turfje. Onder toezicht klimmen ze in bomen , oefenen circusacts, bouwen zandkastelen, touwtrekken, voetballen, houden watergevechten etcetera. Soms maken ze gebruik van de keuken en koken de kinderen van het Turfje zelfs voor de kinderen die op het schoolplein aan het spelen zijn. De uitvoering van het Turfje is een samenwerking van Breda-Actief en Surplus Welzijn. Met dit openingsfeest op woensdag 12 maart is het buiten speel project ’t Turfje van start gegaan. Ruim 190 kinderen, 35 vrijwilligers en tientallen ouders beleefden op deze mooie dag vol zon, op het voorplein van het Noorderlicht, een echt buiten speel feest met veel spelletjes. Van Spijkerpoepen, schminken, en make-uppen tot aan voetballen, estafetterace en kleuren werden aangeboden op het plein en begeleid door docenten, vrijwilligers en organisaties als; Grote broers, grote zussen, Sterren van morgen, Tos etc. Het is voor mij dan ook de ideale gelegenheid om kennis te maken met de buurt, de organisaties, vrijwilligers, de school, de ouders en de kinderen en de inwoners van de Hoge Vucht. Aanwezig bij de opening: Grote broer en grote zus: Meegeholpen met het opzetten van het feest op de dag zelf en met de activiteiten. Tos: Thuis Op Straat. Buitenspeelactiviteiten in verschillende wijken. Een paar dagen per week buitenspelen. Ervaring met het opzetten van grote activiteiten. Sterrenvanmorgen: Jongens in de wijk gericht op het talent van de jongens (voetbal). Spelotheek: Uitlenen van speelgoed, stimuleren van contact tussen ouder en kind, contact tussen buurtbewoners door spelen in de grote zaal. (Noorderlicht.) Buurtbewoners: Meegeholpen, ouders die bij het Turfje komen (kinderen daarvan) en die het leuk vonden om iets te doen voor het Turfje. En de sponsoren als; de groente boer ‘De Spruit’ (hoge vucht) en de Albert Heijn. Sponsoring in fruitzakjes. Albert Heijn; ingrediënten milkshakes en de broodjes, beleg.


12:00 – 4 1 0 2 AART M 2 1 ool en h G c A s D S e or d o WOEN d g alle. n i

id ta K Rondle wijk door Li e door d

Lita ste lt m toor oo e voor aan v er k Velen v in het Noord schillende lee erlicht an hen rkracht he en en b zij snel ko edrijve men ze n enthousias bben gevest n die h igd. t zodra met ve mailbo un kan z r x een e e horen schillen erste a d Foomp w e ie v r ik agen e anvraa b . Als ik e n en w n vo g va m zijn en a hebbe e er in ga ve nuit groep d orstellen en h t ik doe. Al n r r ie d e kan er eigenli de docenten iepen blijkt h voor een les b ik in mijn jk al et in me on tzetten weinig tot nie een redelijk g een bestaan het thema d d t e om ee mijn eig sloten conce n eerst leuk om gro ep drie en creativite beeld over d pt te e ingan e it g te he o bben b p deze man in kwijt. Toch les. Ik ier te le lijkt het innen d re e basis school. n kennen en

L HOO C S ASIS B N p E groe OP E

n ld aa ool het e t s ge itte l sch e w d, voor e basis ie zijn a t D r o . d dr oe en ek duik speelg en b m eren) op roepen oomp. e p h o F g Ik d p ud al t de . De 6 kin over inden o r. Ze ho jong n 3 (1 derlicht slag me a v k ee n r e p’ – e zijn te veel m iviteit va Mieke m Noo n aan d e g r fo at o lkj e uit ‘ rige vo en en n de cre nstenaa uit een wek k e l u n a re k ve e p’, – sp n dit ij ntaarnp timuler ator en r-Foom te stop p a s r a i r m e v l Foo ogjes orstels, , en or illust d de ‘o iet mee r allerle n e g n n lo o o kraa tandenb errassin acht d ontsto et virus orm vo v d f a h t , e fruit leur en p is b in Bred ie tijd is en pla e r k m en van d. Foo n atelie . Sinds d p.nl is inut r m e u l m e e o 5 e en sen. In n knuff ww.foo 3 x 4 bijzond h w s e c i e e u z i e n r it n . D p 3 t zit ee rend ed n e e va s webs e ogen j o p r s e ki ho ft g arm Mieke et twe hee iedere et bijbe bekeken te . n m n e t e id p en .M skis erk p. In ighe ie le Foom Foomp kunstw te kijken witte r d gekk e r an et an et nd v ereld v heeft m ngen h p. Doo met twe a h n de is ew om erli es Aan pt in d te make n de le naar Fo ogelijk en l e e k i t e i m t verd werk da al hebb gegaan lemaal ij of an knu m t l a an ga kuns materi p zoek at er a en a ouden g w o f e e f z o i vr n cat e actie kken ze drie erlinge z e n d n e t j le p n zi groe arin de en o es. l e e d p a j s van en w loog kraa ocenten rbereid a. o De d illen vo dit them w m zou rondo n sele

S E LE T S EER


Vandaag is mijn eerste keer lesgeven op mijn stage maar vooral ook de eerste keer dat ik les geef op een basisschool en aan deze jonge kinderen. Ik heb geen idee wat ik kan verwachten en wat/hoe ik moet vertellen of kan laten zien of niet. Met de docenten heb ik hier vooraf even over gesproken maar zij zeiden dat het vanzelf wel zou lopen en dat ik me niet te druk moest maken. Ik laat het dan ook allemaal maar lekker op me af komen. De les ben ik begonnen met een kleine, korte en duidelijke introductie waarin ik vertelde dat ze een Foomp mochten gaan maken die gerelateerd moest zijn aan hun eigen hobby. Ik stelde mezelf voor als juffrouw Aimee en ik vroeg de kinderen naar hun hobby’s. Alle handjes gingen omhoog en uit de antwoorden bleek al snel dat de kinderen veel en al wel dezelfde hobbys hadden of noemde. Alle jongetjes riepen voetbal en de meisjes hadden zwemmen of buiten spelen als hobby. Ik vertelde de kinderen dat ze een Foomp moesten gaan maken van allerlei verschillende materialen die op de tafels lagen en dat deze Foomp bezig moest zijn met hun hobby of hun hobby moest laten zien. Hierna vroeg ik naar wat een Foomp een Foomp maakte omdat ze hier de afgelopen weken mee bezig zijn geweest en ze mij dat vast wel konden vertellen. Een Foomp was een Foomp als het twee kraaloogjes had. Het antwoord was al snel correct. Per tafel liet ik de kinderen naar de tafel komen met knutsel spullen om wat eerste dingen te komen halen. Ik maakte samen met de docente van groep drie een aantal verfbakjes en we verspreidde deze over de tafels (groepjes). Ze konden nu lekker aan de slag. Wat me meteen al opviel aan deze les was dat de groepjes kinderen begonnen met dezelfde vorm voor een Foomp (wc rol of een doosje bijv.) Ze keken erg bij elkaar af en heel origineel waren ze niet. Ze dachten veel dingen ook niet te kunnen en door ze positief te benaderen en de nadruk te leggen op de dingen die ze wel goed deden en die ze konden uitbreiden kwamen er ontzettend leuke werken tot stand. Het was een intensief uur waarbij ik constant rond liep en assisteerde met knippen, plakken, verven maar ook met het uitdagen en motiveren van de kinderen. Als ze dachten klaar te zijn bijv. liet ik ze verder gaan of als ze ergens op vast liepen hielp ik ze een andere manier of aanpak te bedenken. Ik ging niet alles voor ze doen en uit handen nemen. Ik zou dat te makkelijk vinden! Als het was gelukt was het kind ook oprecht trots en blij met wat hij bereikt had. Onwijs mooi om te zien. Ik kondigde het einde van de les aan en liet de kinderen het lokaal/werkplekken opruimen. Opruimen was echter een enorm drama. Ze ruimen niet graag op en al helemaal niet de spullen van een ander. Het duurde ontzettend lang voor ze daadwerkelijk iets ondernamen en de klas was echt een enorme bende. (Leuk om hier iets voor te verzinnen) Vanuit deze les nam ik knutsel spullen mee naar de andere groep 3 en hier begon ik opnieuw mijn verhaal.



De kindjes in deze klas waren nog aanhankelijker dan in de eerste groep. De vaste docente was die dag ziek waardoor er een invaldocente aanwezig was. De klas was daardoor al wat onrustiger dan de eerste groep. Ook hadden ze zelf niet zo veel materialen verzameld als de eerste groep. Ik hield opnieuw mijn introductie en deelde de klas in groepjes voor het pakken van de spulletjes. Ik merkte al snel dat deze docente niet, net als de docente van de vorige groep, van plan was om intensief te helpen tijdens mijn les. De docente zat aan een tafel huiswerk na te kijken, liep af en toe wat rond en corrigeerde af en toe. De kindjes hingen aan mn been, klommen op mn rug als ik gebukt aan een tafel zat en ze wilde me de hele tijd knuffelen. Ze waren complimenteus en alles aan mij was lief,mooi en leuk. De docente schonk hier weinig aandacht aan terwijl ik dat een beetje vreemd vond maar niet goed wist of dit was toegestaan of niet. Ik heb nog geen enkele ervaring op de basisschool, noch met deze leeftijd, en ik wist dan ook totaal niet wat de omgangsregels waren van deze leeftijdscatogorie en op deze school. De klas bestond uit 15 kinderen en ik wilde ze graag intensief en in kleine groepjes begeleiden om ze net als bij de vorige klas te stimuleren en te motiveren om ze boven hun eigen eigen kunnen te laten werken. Ze waren lekker aan het werk en overal popte vragen op. Ik sprong van hot naar her en ik was constant in beweging. De werkjes waren ook hier erg leuk maar beduidend minder in niveau dan bij de eerste groep drie waar hun eigen docente ook mee liep en begeleide in de klas. Het opruimen was al helemaal een drama. Ik had bij de eerste groep een beetje afgekeken en ik probeerde dan ook op dezelfde manier het opruimen in te zetten. Ze luisterden niet echt meer omdat ook het opruimen hier niet echt in de smaak lag maar langzaam maar zeker waren ze toch bezig om het lokaal op orde te krijgen. Toen ik op de klok keek en zag dat het te langzaam ging om op tijd bij hun gymles te zijn heb ik wel letterlijk aan de docente gevraagd of zij misschien de afsluiting verder tot haar rekening wilde nemen. Ze ging zich ermee bemoeien en samen hebben we de kinderen en het lokaal op tijd klaar gekregen voor hun volgende les. De docente verliet met de kinderen zonder enig bedankje het lokaal, ik heb de laatste spullen bij elkaar geraapt en ik ben terug gegaan naar het kantoor om deze lessen even te laten bezinken.... In de eerste groep ging het eigenlijk allemaal goed en de kindjes waren snel gewend aan mij en vonden het leuk om een ander gezicht voor de klas te hebben (heel spannend natuurlijk). Het ging eigenlijk heel erg vanzelf en ook de docente had geen op of aanmerkingen op mijn les. Ik vond de les geven ook ontzettend leuk. De kindjes waren enthousiast en onwijs lief en ze hebben heerlijk actief gewerkt aan hun Foomp , met onwijs leuke resultaten. De houding van de tweede docente naar mij toe vond ik stiekem wel jammer. De les had veel beter kunnen lopen met betere resultaten als ze mij iets ondersteund had tijdens de les (wat eigenlijke de afspraak was met de vaste docenten). Ook had ik graag willen vragen om wat feedback op mijn manier van lesgeven. Ik heb natuurlijk alleen ervaring op het voortgezet onderwijs en op het MBO en op de basisschool is dat heel anders. Zo’n eerste keer 2 groepen 3 achter elkaar was ontzettend leuk maar ook heel erg vermoeiend. Ik hoop zeker nog eens voor groep drie te staan!




Al snel stromen mailtjes binnen me t vragen of ik met mijn kunstzinnige insteek iets kan bijdrage aan bepaalde les sen of acties. Vandaag ben ik zelfs naar de winkel gerend om voor het eerst in 8 jaar tijd een agenda te kopen zodat ik afs praken en aanvragen kan noteren en ver werken.


KUNSTLES NATUUR Op 26 maart 13:00 heb ik een bespreking met de docent van groep 7 over een kunstactiviteit die in verband staat met natuur en milieu. De docent wilt graag wat meer natuureducatie brengen in zijn klas en de kinderen bewust laten worden van natuureducatie. Om de kinderen op een creatieve manier de plantjes te laten zaaien wil ik ze graag een eigen werkje laten maken waarin ze de zaadjes kunnen planten. De individuele werkjes worden samengebracht tot een installatie van alle gemaakte werkjes en zal worden opgehangen in de school. De kinderen zullen hopelijk de verantwoording voelen voor hun eigen werk en hun eigen plantje goed in de gaten houden. Zelf heb ik echter totaal geen groene vingers noch enige ervaring met het planten van zaadjes en het onderhoud daarvan. Om de kinderen toch de juiste informatie en educatie aan te kunnen bieden heb ik contact opgenomen met Mirjam (fictieve naam). Mirjam is een van de oprichters van de buurttuin en is veel bezig met het groen rondom haar flat. Ze wilt ook het schoolplein graag wat groener hebben en zet zich enorm in voor het milieu en de natuur binnen de wijk. Binnen haar eigen project rondom het schoolplein stond al een plan om zaadjes te planten met de kinderen van groep 7. In overleg en in samenwerking met de docent van groep 7 en met Mirjam hebben we twee lessen ingepland en hebben we onze doelen en ideeen gebundeld. In de eerste les op 16 April gaan de kinderen met mij de werkjes maken en de dag erna op 17 April gaat Mirjam met dezelfde groep kinderen de zaadjes planten in de eigen werkjes van de kinderen en ze voorzien van educatie over verschillende zaadjes en het planten hiervan. Dinsdag 16 April 2014, 11:00: Buiten de groepen 3 heb ik nooit eerder lesgegeven op een basisschool. Ik ben dan ook ontzettend aan het aftasten naar wat de kinderen kunnen en wat het niveau is op het gebied van knutselen en kunst. Na een gesprek met de docent heb ik er voor gekozen om het niveau van mijn les nog even aan te passen aan wat ik te horen kreeg over het kunnen en kennen van de kinderen en af te gaan op de kennis van de docent. Ik heb de keuze gemaakt om de kinderen een opengesneden petfles te laten versieren die zou dienen als soort van plantenbak en waarbij de werkjes (plantenbakjes) gezamenlijk een installatie zouden vormen. Nadat ik ze had verteld hoe en waar de petflessen zouden komen te hangen en waar ze rekening mee moesten houden (de opening en het horizontale ophangen van de fles) konden ze aan de slag.


Binnen deze les heb ik ze nog lekker laten knutselen zodat ik meer inzicht kon krijgen in het daadwerkelijk niveau en het kunnen en kennen van de kinderen maar ik ontdekte al snel dat wat de kinderen aan het doen waren niks te maken had met kunst maar eigenlijk alleen met knutselen. Hiermee wil ik niet zeggen dat knutselen fout is en kunst maken goed. Knutselen is wel degelijk belangrijk voor kinderen. Doelstellingen als; het aanraken van de cognitieve vaardigheden, (waarbij de kinderen nieuwe informatie verwerken, oplossingen vinden en beslissingen maken tijdens het werken met de materialen) zelfexpressie en creativiteit, (uitlaatklep voor bijvoorbeeld gevoel en emotie, maar ook voor plezier en voldoening, trots en zelfvertrouwen) sociale interactie en communicatie (vragen aan klasgenootjes en elkaar ) en de coรถrdinatie van kinderen (door het omgaan met en in elkaar zetten van verschillende materialen worden de motorische vaardigheden en oog-hand coรถrdinatie geoefend) worden aangeraakt en zullen een grote toevoeging zijn op de ontwikkeling van een kind. Toch zouden de klassen naar mijn idee veel meer kunnen bereiken als het knutselen zou worden omgezet naar kunst maken. Maar wat is dan het verschil tussen kunst en knutselen en is kunst maken wel te realiseren binnen lessen op de basisschool?




KUNST EN KNUTSELEN Het verschil tussen kunst en knutselen kan ik niet uitleggen aan de hand van feitelijke gegevens of onderzoeken. Het is een vraag die me al een tijdje bezig houdt en waar ik telkens weer een nieuwe of extra mening over vorm. Het voelt een beetje hetzelfde als de vraag; Wat is kunst? Er zijn veel antwoorden mogelijk op deze vraag en ook veel van deze antwoorden zijn correct zolang ze maar goed beargumenteerd zijn. De tekst uit een liedje van Koekeloere, een Schooltv-programma uitgezonden door NTR, leert kinderen dat kunst iets is wat ze zelf verzinnen en verder nog niemand heeft verzonnen of aan is begonnen. Het moet iets zijn van jou alleen. Bij het zien van de videoclip en het lezen van deze tekst moest ik eigenlijk wel een beetje lachen. Er zijn geen boeken of artikelen te vinden die concreet en met feitelijke gegevens het verschil tussen kunst en knutselen kunnen uitleggen of kunnen uitleggen wat kunst is maar wel staan er veel meningen, ideeën en gedachtenspinsels online die gaan over deze verschillen. Bijna al deze meningen komen overeen met de tekst uit dit kinderliedje en geven aan dat kunst, kunst is als het orgineel is. Het moet iets zijn wat nog niet bestaat en wat uit je zelf komt. Het moet iets zijn waarbij je een eigen techniek hebt gebruikt en het werk moet een emotie oproepen bij jezelf en bij de toeschouwer. Als een kunstwerk bijvoorbeeld een massa productie is neemt het de emotie bij mensen weg en is het er 1 van de vele. Het is geen bijzonder item wat emoties oproept en wat vraagt om een diepere gedachtengang over het waarom wel of niet “mooi” vinden van een werk. Wat kunst precies is, is nog steeds onduidelijk. Het zal misschien ook nooit een duidelijke term zijn waarbij met 1 zin uit te leggen is wat kunst is. Mijn eigen persoonlijke mening, mijn visie, is dat kunst iets is waarmee de kunstenaar iets van zichzelf laat zien. De kunstenaar laat een stukje van zijn ziel zien door zich open te stellen voor bepaalde invloeden van buitenaf. Denk bijvoorbeeld aan zijn/haar humeur, een bepaalde gebeurtenis of een mening of statement over een onderwerp of een locatie. De kunstenaar kan zich in zijn werk uiten en bepaalde gevoelens, meningen of gedachten vormen bij zichzelf of bij de toeschouwer van het werk. Knutselen daarentegen zie ik meer als iets voor de fun. Het is leuk, fijn en ontspannend om creatief bezig te zijn en om te werken en te spelen met materialen en vormen maar vaak werk je al toe naar een bepaald doel, een eindresulaat als bijvoorbeeld een moederdag werkstukje of een kikker uit een wcrolletje, een vogelhuisje, etcetera.


Het zijn vaak al bestaande knutselactiviteiten met vastgestelde benodigde materialen en technieken waarbij geen enkele emotie wordt toegepast op het werk. Hiermee wil ik niet zeggen dat knutselen fout is en dat kunst maken goed is. Knutselen is wel degelijk belangrijk voor kinderen omdat doelstellingen als; het aanraken van de cognitieve vaardigheden, (waarbij de kinderen nieuwe informatie verwerken, oplossingen vinden en beslissingen maken tijdens het werken met de materialen) zelfexpressie en creativiteit, (uitlaatklep voor bijvoorbeeld gevoel en emotie, maar ook voor plezier en voldoening, trots en zelfvertrouwen) sociale interactie en communicatie (vragen aan klasgenootjes en elkaar ) en de coördinatie van kinderen (door het omgaan met en in elkaar zetten van verschillende materialen worden de motorische vaardigheden en oog-hand coördinatie geoefend) allemaal worden aangeraakt en een grote toevoeging zijn op de ontwikkeling van een kind. Toch zouden de klassen naar mijn idee nog meer kunnen bereiken als het knutselen zou worden omgezet naar kunst maken. De knutstelactiviteit kan eenvoudig worden omgezet naar kunst maken en zal alleen zelfs een toevoeging kunnen zijn op de al huidige opdracht. Het knutselen veranderen in kunst maken hoeft dan ook niet perse meer tijd en werk in beslag te nemen. Voor zowel de docent als voor het kind zou deze verandering alleen zorgen voor meer kennis en inhoud. Voorbeeld: Als ik met een klas bijvoorbeeld een ideale droomstad wil maken kan ik ze van dozen, papier, glitters, etc huisjes laten maken die voldoen aan het beeld van hun ideale huis in deze stad. Ze zullen dan lekker aan de slag gaan en leuk uitziende, waarschijnlijk bijna aan elkaar te identificeren, huisjes inleveren aan het einde van de les. Wanneer ik de les inleid met vragen over waar een stad uit moet bestaan en het waarom daarvan, inga op architectuur en vormgeving en ze hierna gezamenlijk een stad (ieder een onderdeel) laat ontwerpen hebben ze veel meer geleerd van de les, zijn ze doelbewuster bezig met de belangen van een stad en het belang van de architectuur (omgeving). Ze maken ieder een op zich zelf staand gebouw wat orgineel is en wat een bijdrage levert aan de totale stad. Ook gaat de eigen omgeving meer leven doordat de kinderen tijdens het “knutselen” meer kennis hebben opgedaan over steden maar ook over de vormgeving. De kennis van een stad zorgt ervoor dat het werk een richting krijgt en dat het kind kan verantwoorden waarom hij/zij hetgeen heeft gemaakt wat hij heeft gemaakt.


Nog een goed voorbeeld is een werkwijze van Kinderdagverblijf Uit de Kunst in Vathorst. Het team laat zich binnen het kinderdagverblijf inspireren door de pedagogische visie van Reggio Emilia. Deze pedagogiek wordt ook wel ‘de pedagogiek van het luisteren’ genoemd. Kinderen zijn erg nieuwsgierig, leergierig en creatief en willen van nature hun omgeving onderzoeken. Tijdens deze ontdekkingen creëren zij een eigen identiteit. Het team speelt in op deze ontwikkelingen door goed te kijken en te luisteren naar de kinderen en hun ontdekkingen. Op de site: http://www.ska.nl/samenopdewereld/blog/76/reggio-emilia-op-uit-de-kunst/ verteld Claudia Zinnemers, pedagogisch specialist op kinderdagverblijf Uit de Kunst: “We laten de kinderen veel met kosteloos materiaal spelen, omdat dat hun fantasie en creativiteit prikkelt. Laatst speelde een aantal peuters in ons atelier met grote, lege dozen. Ik vroeg ze wat ze aan het doen waren. Zij vertelden me dat het een huis was. Zo ging ik met de peuters in gesprek. ‘Waar kun je door naar binnen?’, ‘Hoe ziet die deur er dan uit?’, ‘En wat kan er nog meer bij?’ De kinderen kwamen toen vanzelf met ideeën: een bel naast de voordeur en een brievenbus, wat struiken er omheen. Ik bepaalde dus niet hoe ze het moesten doen, maar liet het de kinderen zelf bedenken”. In de voorbeelden kun je zien dat er veel meer gestuurd wordt tijdens het ontdekken. De sturing en de achterliggende verhalen en doelen zorgen ervoor dat de fantasie en de creativiteit worden geprikkeld en dat ze samen komen op nieuwe ideeën en nieuwe vormen en dromen. Kunst maken in plaats van knutselen is om al deze redenen naar mijn idee dan ook zeker een goede verandering binnen de basisschool knutsel uur-


HET BELANG VAN... In het onderzoek “Draagvlak Natuur en Milieu educatie van Nanneke van der Heijden en Wyke Smit op 26 aprik 2006 is er onderzoek gedaan naar het belang dat burgers hechten aan natuur en milieu educatie en het draagvlak daarvoor. In dit onderzoek hebben ze alle activiteiten binnen en buiten school, op clubs en daarbuiten, waarin een mens iets leert over natuur en/of milieu educatie voor zowel kind als volwassenen gedefinieerd aan NME. NME - Natuur Milieu Educatie. Dit klinkt alsnog misschien een beetje verwarrend maar je kunt het zien als verschillende leerzame activiteiten en leersituaties als bijvoorbeeld een leskist of een biologieles maar ook een dierentuinbezoek of een boswandeling. Er zijn twee vragenlijsten rond gegaan die specifiek vragen stelde over milieu en natuur. In deze lijsten is gevraagd naar hoe belangrijk het voor die persoon is om dingen te leren over natuur en milieu en om hier mee bezig te zijn. Uit de lijsten kwam een bijzonder resultaat. Eigenlijk een resultaat wat ik zelf niet verwacht had. Maar liefst 81,5 en 86,5 procent van de Nederlanders zagen milieueducatie als belangrijk tot erg belangrijk. Zowel voor het leren als voor het beleven. Dit betekend dat 9 op de 10 Nederlanders dit belangrijk vind. Voor het milieu is dit bijna gelijk. 8 op de 10 Nederlanders vind dit belangrijk. Van al deze mensen had eenderde nog thuiswonende kinderen (tot 18 jaar). Aan hen is gevraagd hoe belangrijk zij het vinden dat hun kinderen dingen leren over de natuur en het milieu. Uit de antwoorden blijkt dat hier nog meer waarde aan word gehecht. 97,2 procent vind het belangrijk tot erg belangrijk dat zijn of haar kind leert en bezig is met de natuur. 96,1 procent vindt dat ook voor het leren over en bezig zijn met het milieu. Kinderen zelf bleken natuur iets belangrijker te vinden dan het milieu. De resultaten geven aan dat er zeker behoefte is om te leren over natuur en milieu educatie. Om de reden te weten achter deze behoefte is er in de enquêtes een vraag gesteld over de motieven die ze hebben om hier over te willen leren. Er zijn een paar motieven opgenomen in de enquête en er werd gevraagd om twee van deze motieven aan te vinken. De motieven waren; mensen zorg en respect voor hun omgeving bijbrengen; mensen verantwoordelijkheid meegeven voor de wereld van onze kinderen en hun kinderen; leren genieten van de natuur; actief bezig zijn in de natuur; bewustwording (hoe ga je verstandig om met natuur en milieu); weten waar je eten vandaan komt en kennis opdoen over planten en dieren.


Het zich bewust worden van hoe je verstandig om kunt gaan met natuur en milieu werd door 32 procent van de mensen gekozen. Op de tweede plek stond het bijbrengen van zorg en respect voor de eigen omgeving met 22 procent. Zeventien procent noemde de mensen verantwoordelijkheid meegeven voor de wereld van onze kinderen en hun kinderen en 12 % noemde het leren genieten van de natuur. De andere motieven lagen lager dan 10 procent en zijn duidelijk minder belangrijk. Dit onderzoek is een onderzoek wat is toegepast op heel Nederland. Ik kan me echter voorstellen dat mensen uit verschillende culturen, bijvoorbeeld in een multiculturele wijk als de Hoge Vucht andere aspecten belangrijk vinden in hun eigen buurt. In de Hoge Vucht werd in 2006 een workshop gehouden. “Kleurrijk groen” met als doel om inzicht te krijgen in de ideeën, behoeften en wensen van mensen uit verschillende culturen over de inrichting en het beheer van het openbaar groen in de wijk. Vrouwen leken het meest intensief gebruik te maken van de buurt en de voorzieningen. Daarom is er gekozen om met een groep vrouwen uit verschillende culturen, wonende binnen de wijk, het terrein rondom dit onderwerp te verkennen. Er deden 14 vrouwen mee aan de workshop. De vrouwen die deelnamen kwamen uit 7 verschillende landen (Afghanistan, Antillen, Argentinië, Colombia, Nederland, Nigeria, Marokko) en woonden allemaal in de wijk de Hoge Vucht (Doornbos-Linie). Vanuit de workshop zijn de vrouwen gaan wandelen door de wijk om de omgeving goed te bekijken en de groenvoorzieningen te bespreken. Na de wandeling hadden ze ontzettend veel ideeën over de mogelijkheden van groene ontmoetingsplekken en hebben ze van deze ideeën een collage gemaakt. Bij het bespreken van de collages kwamen een aantal opvallende punten naar boven. De vrouwen vonden bijvoorbeeld dat het openbaar groen. Met name de parken (buurttuin) meerdere functies moet hebben en dat ze voor het hele gezin samen moeten zijn. Het groen moet activiteiten uitlokken. Je moet er iets op kunnen doen. Ook moeten er volgens hun voorzieningen zijn als een picknickplek, een speelvoorziening of toiletten en mogen er vooral geen honden zijn. Wat betreft de beplanting moet de inrichting gevarieerd zijn en een exotische uitstraling hebben. Het openbaar groen moet een ontmoetingsplaats zijn voor alle mensen uit de wijk. Specifieke ideeën waren dat ze buiten aan de slag kunnen en dat ze er bijvoorbeeld hun eigen kruiden, groenten en vruchten kunnen verbouwen op hun eigen stukje grond. Deze bevolkingsgroep heeft een hele andere kijk op groen en natuur en ze beleven het dan ook heel anders.


Ze hebben minder behoefte aan kijkgroen en willen liever kunnen voelen en ruiken aan bloemen en planten. Ook kwamen ze met het feit dat ze willen dat het zowel zomers als swinters, overdag en savonds toegankelijk moet zijn (verlichting op zonne-energie). Er moet altijd iets te doen zijn. (drinken en activiteiten bijvoorbeeld) en ook willen ze er iets kunnen leren. Ze weten niet zo veel van de natuur maar vinden het voornamelijk voor de kinderen erg belangrijk. Ze willen dat de kinderen kunnen ontdekken en dat er niet te veel verboden word. Het moet er veilig zijn en misschien zelfs wel met mensen die het toezicht houden. Kunst en muziek werden ook genoemd door de vrouwen. Een plek waar ruimte is voor het tentoonstellen van hun eigen werk bijvoorbeeld. Muziek hoort volgens hen bij mensen. Hier moet zeker ruimte voor zijn. Het groen moest daarnaast milieuvriendelijk zijn en geen chemische rotzooi bezitten, je moet het echt beleven en getrokken worden om er naar toe te gaan. (mooie entree) Ook bankjes en tafels werden een paar keer genoemd. Kinderen moeten er kunnen studeren, ouder mensen moeten er kunnen zitten en socializen en na het doen van de boodschappen wilde de vrouwen graag kunnen uitrusten. Ze vinden het ook belangrijk dat de activiteiten in groepsverband zijn. De individuele beleving van, in dit geval de natuur, is ontzettend beperkt. De omgeving stellen ze ook erg op prijs. Ze willen niet graag en public en hebben graag beschutting maar aan de andere kant willen ze ook gezien worden als iemand die open staat voor contact (sociaal vaardig). De factoren waar de allochtonen bewoners zich aan kunnen ergeren zijn het gebruik van alcohol en drugs, te veel regels, hondenpoep en aanstootgevende creaties (naakt). Voor het ontwerpen van de natuurspeeltuin zijn er werkgroepen samengesteld van kinderen van de basisschool het Noorderlicht. Ze konden zich inschrijven bij de organisatie werkgroep (is een soort bestuur/kindertuinraad), de ontwerpwerkgroep (helpen met voorbeelden zoeken, tekenen etcetera), de aanlegwerkgroep (sjouwen, scheppen, graven etcetera), de werkgroep voor social media en gewoon meehelpen wanneer nodig is. De eerste gesprekken met de ontwerpgroep hebben we gehad en we komen vanmiddag bijeen om de door hun gemaakte schetsen samen te voegen en te kijken naar de kansen en de mogelijkheden die er zijn om ze te realiseren. De groep is een gevarieerde groep, met kinderen uit verschillende culturen en verschillende leeftijden (voornamelijk wel groep zeven en acht. Bij de eerste gesprekken heb ik de kinderen afbeeldingen laten zien van al bestaande natuurspeeltuinen. Ik vroeg wat ze er van vonden en ben door gaan vragen naar het waarom wel en niet.


Bij de eerste afbeelding waarbij ik de vraag stelde kreeg ik alleen het antwoord, “LEUK! Echt heel leuk!”. Ik vroeg het meisje of ze me kon vertellen wat er dan zo leuk aan was. Op een groot vel papier schreven we op wat de meisjes positief en negatief vonden aan de al bestaande natuurspeeltuinen. Positief waren; Tunnels, doorzichtige tunnels, bouwplek (stenen bijvoorbeeld), natuur, rondom zandbank randen voor zandtaartjes en kastelen, verschillende zijkanten zandbak, bijvoorbeeld om op te zitten of om op te werken, klimmen, klimberg + klimtak zonder rand - chillplaats - hangboomstang, bank van boomstammen, tafeltje en stoeltje in de zandbak, geen vaste randen - alles overlopend in elkaar, afgezaagde boomstammen als route - afbakening, brug van boomstammen of latten en takken met touw maar moet wel stevig zijn. Water, beekjes, waterpompen, plantjes, picknicktafel, schommels, uitnodigend om over heen te lopen en te klouteren. Negatief waren; Zandbak moet niet plat zijn, het moet allemaal niet klein zijn en kleur is misschien ook geen goed idee voor een natuurspeeltuin. Geen onnatuurlijke materialen gebruiken. Boomstammen recht afzagen is leuker, dus geen verschil in hoogte. Wat ik merk aan de groep is dat ze heel erg bezig zijn met het natuurlijke van de tuin. Ze willen graag spelen met boomstammen en natuurlijke materialen als water en zand. Niet alle kinderen vinden dit echter leuk. De wat oudere meisjes zijn bang om vies te worden en trekken hun neus op bij het horen van water zand = modder. Toch werd er bij het daadwerkelijk ontwerpen (het gezamelijk tekenen van de plattegrond) ook in eens een zandbak geopperd uit een van de eerder voorbijkomende voorbeelden waarbij de randen een soort van stoeltjes waren. De stoeltjes waren van platic en geschilderd in allerlei felle kleuren en patronen. Ze spreken zich zelf telkens nog een beetje tegen. Aan de ene kant willen ze graag voldoen aan de term natuurspeeltuin en worden ze enthousiast bij het zien van dat soort plaatjes maar zijn ze heel snel weer overtuigt van het tegenovergestelde bij het zien van andere plaatjes. Voor nu gaan ze zelf allemaal plaatjes zoeken. Ze sturen deze naar mij op, ik maak er 1 map van en stuur deze gezamelijke map weer rond. Zo zien ze elkaars ideeën en gedachtes. Volgende week komen we weer samen en kiezen we gezamelijk de favorieten uit die we uitprinten en op de plattegrond kunnen leggen. (schuiven) De afbeeldingen kunnen we vervolgens overnemen en aanpassen of aan elkaar tekenen zodat er als nog een gezamelijk beeld word gevormd waarbij iedereen hetzelfde beeld heeft en waarbij de neuzen allemaal dezelfde kant op staan.


KINDERBOERDERIJ

zaterdag 29 Mei 2014

Ik wil graag zien wat er in deze wijk allemaal al wordt aangeboden aan natuur en milieu educatie zodat ik hier eventueel wat elementen uit kan halen, gebruiken, verbeteren of juist kan uitsluiten voor mijn eigen idee of eindwerk. Vandaag ben ik met een vriend van mij naar de kinderboerderij de Parkhoeve geweest in de Hoge Vucht om te kijken wat ze aanbieden aan natuur en milieu educatie. Met de eigenaar van de Parkhoeve heb ik deze week telefonisch een afspraak gemaakt voor aankomende dinsdag 1 april om wat dieper in te gaan op de al aangeboden educatie en de mogelijkheden voor de basisschoolkinderen. Vooraf een kijkje nemen op de kinderboerderij leek me wel zo nuttig en van mijn collega hoorde ik dat je er verschillende speurtochten kon doen die gericht waren op de educatie in natuur en milieu. Leuk uitstapje is natuurlijk nooit weg. Daar aangekomen was het ontzettend druk. Het was super mooi weer, kindjes rende rond en ouders zaten op het terras. Het leek wel hoog zomer en er hing een ontspannen en fijne sfeer. We hebben even rondgekeken en gingen op zoek naar de speurtochten maar konden nergens een punt vinden waar we de speurtochten konden krijgen. Ik verwachtte eigenlijk stiekem zo’n klein houten hokje, net als bij midgetgolf, waar je de speurtochten kon halen en waar je dan een houten schrijfplankje en een pen bij kreeg maar nergens kon ik zo’n houten gevalletje vinden. Aan een medewerker van de Parkhoeve hebben we gevraagd waar we de speurtochten konden vinden en we werden vriendelijk doorverwezen naar de bar in het “restaurant”. Zodoende liepen we naar binnen. Bij de bar stonden enkele kinderen wat drinken te bestellen maar niemand vroeg om de speurtocht. Ik was aan de beurt en het meisje achter de bar vroeg naar de leeftijd van de speurtocht. Ik kon kiezen uit; 2 speurtochten met 15 vragen voor kinderen van 6 t/m 8 jaar en 4 verschillende speurtochten met elk 21 vragen (waaronder een aantal meerkeuzevragen) voor kinderen van 9 t/m 12 jaar. Ik besloot om 2 verschillende speurtochten mee te nemen in de leeftijden 9 t/m 12 jaar en beide namen we een andere speurtocht. We zijn rond gaan lopen met onze vragenlijsten en alsnog bleek het een hele uitdaging te zijn. De antwoorden op de vragen waren helemaal niet voor de hand liggend en zelfs met behulp van de informatiebordjes en wat spieken bij kindjes hebben we af en toe stiekem het internet geraadpleegd. Ook kinderen die samen rondliepen met de vragenlijsten kwamen niet aan bepaalde antwoorden op vragen. Ik vroeg me dan ook af of de speurtochten toch niet iets te moeilijk waren.


Waar ik eigenlijk vooral verbaasd over was, was het feit dat de informatie die we vroeger zo ontzettend leuk en interessant vonden totaal vergeten was. Meerdere kinderboerderij bezoeken en boekjes zijn voorbij gekomen in onze kindertijd maar al deze informatie leek in eens weer heel ver weg. Zo ongelooflijk zonde. Feitjes als; hoe heet een baby konijn bijvoorbeeld. Tot op de dag van vandaag noemde ik het gewoon een baby konijn. Ik had er geen idee van dat dat fout was en dat zo’n klein pluizig beestje eigenlijk een Lamprei heet. Misschien wel iets om mee te nemen in mijn eindconclusie en eindwerk? Na deze onwijs leuke, intensieve en leerzame middag zijn we op het terrasje beland en hebben we onze dag nog even doorgesproken. Wat ons opviel was: Dat de speurtochten lastig te vinden waren, dat de speurtochten best lastig waren en de antwoorden op de vragen niet zomaar 1,2,3 te vinden waren op de kinderboerderij. Op de kinderboerderij lag wel een folder met informatie maar niet over de educatiemogelijkheden op de kinderboerderij zelf of voor basisscholen. Op de website waren deze overigens wel goed te vinden. Ik ben erg benieuwd naar het verloop van mijn gesprek met de kinderboerderij eigenaar aankomende dinsdag.


Dinsdag 1 april 2014 11:00

GESPREK EIGENAAR De Parkhoeve heeft voor de onder en de middenbouw van de basisscholen meerdere leuke en interessante lespakketten. Ze gebruiken voor deze pakketten leskisten in verschillende thema’s die vervolgens weer gebruikt kunnen worden op de Parkhoeve. In de kist, per thema, zit een duidelijke uitleg, een leuk introductieverhaal en lesmateriaal wat is aangepast op de leeftijd/doelgroep. De leerkracht kan de opdrachten in de leskist zelfstandig met de leerlingen uitvoeren bij de Parkhoeve maar er is altijd iemand aanwezig in verband met het beantwoorden van vragen. Ook hebben ze verschillende rondleidingen voor jong en oud. Je kunt kiezen voor een rondleiding binnen de vierseizoenen tuin en de moestuin maar uiteraard ook voor een rondleiding bij de kinderboerderij zelf waar acht verschillende diersoorten onder de loep worden genomen. In de tuinen word uitleg gegeven over bijvoorbeeld de bijzondere planten- en struikensoorten en kun je in de moestuin ontdekken hoe groenten en kruiden geteeld worden door de cliënten van Amarant. Aan het gebruik van de leskisten zijn geen kosten verbonden, wel rekenen ze per groep kinderen een bijdrage van €10,- (langer dan een uur), €5,- (korter dan een uur) voor het gebruik van de faciliteiten van De Parkhoeve. Als de school ervoor kiest om voor 12 uur ‘s middags te komen mogen de kinderen ook hun eigen eten en drinken meenemen. Als ze na 12 uur ‘s middags komen wordt er gevraagd om de lunch te nuttigen op de Parkhoeve in verband met andere bezoekers. Scholen kunnen terecht bij de Parkhoeve op dinsdag, donderdag en vrijdag.



K E O Z NDER

E I T A C EDU

beis een t e H . educatie d naar toeg e r u u t etten en na rden milieu wordt al ontz tellingen wo n a a r els aan ijk en e en hoop do el ged w e v e l e d a e ijk is innen . ijk en d aar al ig w w z e e s t d b In de w nderwerp b a n n o binne ard aa een pla langrijk buurttuin is ol is er ook h ucatie die nu . n De bekeke en ed scho g e ik n e d a b d h e werkt. m t n h jf en zien seerd e ieuwd waaro niet echt bli ctiviteit kken en kan an a n n t gereali e e d r b n eel k toffe en ik en wo an tre Toch b g aangebod eboden less clusies uit k wat ik eventu werk. in n, on ng en omgev al van de aa dat ik hier c e laten slage n in mijn eig t t o e z n t Een aa eanalyseerd orden om he moet vermijd g t w t is en kor ngepast kan n werk, of ju aa eige wat er p mijn o n e s toepas

O


OPMER

KING:

Gratis le sm www.ke ateriaal: nmerk.n l Veel int erea onderw ssante erpen In geda chten h . ouden.


OPM

ERKI

NGE

N: • Vee lt idelij k en ekst leuk omsc • We ven hreini Blijft g kinderli jk dan n iet zo e interact ie. goed han• Saa gen. • Leu i - zw k a missc ere illustr rt wit. aties hien zou me ben --> ki er impac den t nder boek hebb.v. • Du


KING:

OPMER

ten, pdrach Leuke o jk, leuk ge, hteli overzic ede informatie o . g , a n schreve ragen per them v ur en goede ai in kle a s l e e llig. Wel h Oudbo . s ie t a r t illus


OPMERKING: Leskisten Wolfslaar Breda. Kunnen ook worden uitgeleend aan scholen. Veel interactie. Een v.b.: in de doosjes zitten verschillende kleuren stenen. Ze gaan met de doosjes het bos in en op zoek naar dingen in het bos die dezelfde kleur hebben als de steen. De dingen kunnen ze verzamelen en tentoonstellen. Er zijn verschillende leskisten met verschillende thema’s.


OPMERKING: Veel tekst op de bordjes maar wel goed dat er links een soort van samenvatting is geplaatst.


OPMERKING: Heldere en fijne vormgeving, goede illustraties. Overzichtelijk voor docent en opdrachten zijn inpirerend, creatief en interactief. Waarom werkt het niet?


OPMERKING: Simpele ideeĂŤn voor het kleurrijker maken van een simpel voorwerp of het speelser maken van een tuin. De tuinslang en de tafel van mozaik bijvoorbeeld. Of de kleine trampoline.

OPMERKING: Leuk sprookje om samen met kinderen een kunstactiviteit aan te koppelen. Biedt veel mogelijkheden! --> illustreren verhaal. Nabootsen, natuureducatie aan koppelen, een zin koppelen per kind aan zijn/haar werk.



OPMERKING:

Mooie vormgeving, lekker groot formaat, Leuke opdrachten, interactief leren over afval en milieu.


OPM

ERK

ING : vulli ng d t Miss och noo ocent b lee chie d totyp n het zakelijk. k blijv e en a concep en an t allem docen passen pro? te a du m al een n toch a Al ltij et an eigen dere indiv d idee iĂŤn e p n inz lannen , ichte n. Aan


ING:

ERK OPM

ziet nten e c o de d uit. voor Zelfs dit er saai /ouders ten ocen ver het on r d e d ete Als ijn o siast z stof ook b en. u o h t en der al de de kin oelerp z w p r o e d d n kome jn dat de de over fi t d e no ig sh Wel i en, de be docene g stellin len, etc. (d itgebreid a u i r mate leiding zo reven is. nd sch tenha idelijk om en du


CONCLUSIES Een aantal van mijn opmerkingen heb ik al genoteerd bij de beelden zelf. Maar wat me vooral opvalt is dat veel lesstof leuk is voor 1 keer en niet herhaald wordt. Bovendien moet leren een bijzondere ervaring zijn voor de kinderen. Een ervaring die ze niet vergeten en waar ze een fijn gevoel bij krijgen. Bij ons volwassenen werkt dat hetzelfde. Negatieve gebeurtenissen en positieve, fijne gebeurtenissen blijven het meest bij en roepen een gevoel bij je op. Zels een geur, een geluid, een structuur of een gevoel kunnen worden gekoppeld aan zo’n herinnering. ............ In de theorie van David Ausubel (1918 - ) een Amerikaanse psycholoog, volger van Jean Piaget en een van de constructivistische leerpsychologen - verteld over leren met betekenis. Volgens David Ausubel kan nieuwe informatie pas betekenis krijgen bij een kind als de nieuwe informatie verbonden/gekoppeld kan worden aan kennis die het kind al heeft. Ausubel geeft een voorbeeld bij het vak Aardrijkskunde. Natuurlijk kun je bij dit vak aan je leerlingen vragen of ze een plaats aanwijzen op de kaart, de naam er bij noemen en herhalen. Maar dit zal worden opgeslagen in het korte termijn geheugen omdat er geen link wordt gelegd naar iets wat ze al kennen. Als je ze bijvoorbeeld Kaatsheuvel wilt leren kun je zeggen dat daar de Efteling is. De Efteling is bekend. Ze hebben hier herrineringen aan en hechten waarde aan de plek. Kaatsheuvel gaat op deze manier meer leven en zal blijven hangen. David A. Kolb, Psycholoog ervaringsleren stelt dat ieder mens op een andere manier leert. Kolb heeft onderzoek gedaan naar verschillende manieren van leren en onderscheide er vier. De vier manieren zijn afhankelijk van elkaar en kunnen ook wel worden gezien als fases in het proces van het leren. Fase 1 is het concreet ervaren, als je iets meemaakt is dat een ervaring. Je overdenkt deze ervaring erna vaak waardoor je een reflectie vormt. Dit is fase 2. Fase 3 is het algemeen maken van je ervaring. De abstracte begripsvorming. Fase 4 is het actief experimenteren. Hierbij kun je een aanpak bedenken voor een aankomene overeenkomstige gebeurtenis. Je gaat dan experimenteren met een andere manier van handelen of denken. Op deze manier kom je in een visuele circel waarbij je ook wel kunt referenen naar het bereiken van een bepaalde gedragsverandering.


Deze theorie gaat dan ook eigenlijk over het veranderen van gedrag aan de hand van ervaringen en gebeurtenissen en minder over het leren van theorie en algemene kennis. Toch vind ik dat hier veel overeenkomsten zitten. De fases kun je allemaal eigenlijk wel koppelen aan het leren van theorie. Benjamin Samuel Bloom, een Amerikaanse educatieve psycholoog, heeft Taxonomie theorie waarin hij de ontwikkeling van de lessen heeft opgedeeld in een lagere orde denken en een hogere orde denken. Deze ordes bestaan uit verschillende niveaus. De lagere orde denken begint bij niveau 1; Het onthouden. Hierbij moet de kennis bijvoorbeeld worden opgehaald en de informatie herkent worden. Niveau 2; Het begrijpen. Hierbij moet de leerling, het kind, betekenis geven aan de informatie. Niveau 3; Het toepassen. Hierbij moet de kennis worden gebruikt in nieuwe situaties. Hierna gaat het verder op de hogere orde, niveau 4; Het analyseren van de eerste 3 stappen zodat er begrepen en gebestudeerd word wat er is gebeurd in de voorafgaande niveaus. Niveau 5; Het evalueren. Beoordelen aan bepaalde doelstellingen, criteria. En als laatste niveau 6; Het creëren. Bestaande ideeën gebruiken om nieuwe te creëren. Hieraan kun je zien dat ook deze theorie is gebaseerd op het gebruiken van eerdere informatie om de nieuwe informatie te kunnen begrijpen en te creëren. Het gaat echt om het ervaren, het beleven, het uitpluizen van de stof en het analyseren en reflecteren op de eigen handelingen en of creaties. De handelingen worden vervolgens weer opgeslagen in het geheugen van het kind en kan contstant worden geprikkeld en worden bijgevuld met nieuwe informatie, herhaling of aanvullende informatie/koppelingen. Het herhalen, het actief bezig zijn, het ontdekken, koppelen, analyseren, uitproberen, en het begrijpen zijn de aspecten die nodig zijn om het kind daadwerkelijk de aangeboden educatie te laten opslaan en onthouden. Dit zijn dan ook mijn doelen voor mijn eigen eindwerk.


INSPIRATIE ISAAC MONTE Vorige jaar studeerde Isaac MontĂŠ aan de Willem de Kooning Academie af met een vogelhuisje wat werd gemaakt van sigarettenpeuken. Door het rookverbod lagen er ontzettend veel sigaretten op straat en werden er zeker twee en een halve kilo opgerookte sigaretten per jaar op straat gegooid. Vogels gebruiken sigarettenpeuken voor het bouwen van hun nestje en de peuken houden daarnaast ook nog bloedzuigers tegen. Isaac verzamelde de peuken in zijn broekzak en gooide deze door een papierversnipperaar. Vervolgens gooide hij de snippers in een mal en perste hij de snippers tot een vogelhuisje. Of het echt een functioneel product is weet Isaac niet maar als kunstobject ziet hij het zeker. Als actie heeft Isaac ook een zuil ontworpen waar mensen hun sigarettenpeuken in kunnen gooien en waarbij de 300ste peuk zorgt dat de zuil uitklapt en een peukenhuisje weggeeft. Wat ik zo inspirerend vind aan zijn werk is dat hij gebruik maakt van iets negatiefs en dat omzet in iets positiefs. Dat hij de sigarettenpeuken gebruikt die zorgen voor vervuiling om ze in een goede vorm te recyclen is naar mijn idee echt briljant. De actie die daar aan vast is gekoppeld zorgt alleen maar voor een nog schonere straat. Ik ben echt fan van Isaac MontĂŠ.


DJ TAFEL FONO Rob Tuitert is de winnaar van de Red Dot design award van 2014. Hij kwam met het productontwerp de DJ-tafel Fono, waarmee de jeugd hun eigen muziek kan mixen in de openbare ruimte. Uit meer dan 4.800 inzendingen uit 53 verschillende landen is zijn ontwerp gekozen doordat hij opviel door zijn functionele, bijzondere ontwerp en zijn robuuste vormgeving. De Dj-tafel Fono is een DJ-tafel in de openbare ruimte waar jongeren hun muziek van hun smart Phone live op kunnen bewerken en afspelen. Het speelt in op de trend van de jongeren en het geeft ze de kans om creatief bezig te zijn met muziek zonder een cursus te volgen of een dure draaitafel te kopen. Het product is heel slim verzonnen. De tafel werkt op zonne-energie en de elektronica is weggewerkt in de betonvormige tafel die daardoor ook nog eens is bestemd tegen regen, wind, storm, zon, sneeuw en wel elk weerstype. Innovativiteit, functionaliteit en kwaliteit zijn de eigenschappen die het werk bezit. Ik vind het werk zo inspirerend omdat het een werk is wat staat in de openbare ruimte en toegankelijk is voor alle mensen met een smart Phone. Het is een ontwerp wat echt mee gaat in de tijd van nu en wat inspeelt op de interesses van de jongeren. Smartphones, Djen en muziek zijn een enorme hype maar vaak ook geen goedkope hobby. Door ze deze mogelijkheid te bieden en het product zo te ontwerpen dat t bestand is tegen elk weerstype is het een product wat lang kan blijven bestaan en wat ook nieuwsgierigheid opwekt en dromen misschien ook wel voed. In mijn wijk is het echter lastig om iets te ontwerpen voor bijvoorbeeld smart Phones. Niet alle kinderen hebben een smart Phone of 端berhaupt een telefoon. Sommige kindjes hebben zelfs nog geen printer. Het idee is echter wel ontzettend inspirerend in vorm, functie, kwaliteit en originaliteit.


LIEFDESSLOTJES Wat ik ook een mooi inspirerend gegeven vind is de brug met liefdesslotjes in Parijs. De oorsprong van de Parijse liefdesslotjes ligt eigenlijk in de Balkan. Vrouwen hingen liefdesslotjes aan een brug vanuit de angst om hun partner te verliezen. Het was een manier om hun liefde te tonen en symbolisch te laten zien dat ze hun partner bang waren te verliezen. In Parijs is dit een soort van overgenomen. Alleen is het hier de bedoeling samen de liefde te verzegelen door een liefdesslotje te plaatsen aan de Pont de l’Archevêché, (een onwijs mooie brug in Parijs) en de sleutel samen in de Seine te gooien. Zo zou de liefde voor eeuwig zijn. De liefdesslotjes warden een enorme hype en veel verliefde koppels volgden het voorbeeld waardoor de liefdesslotjes erg bekend werden. Een kunstenaar uit Antwerpen heeft zelfs een special muur ontworpen om liefdesslotjes aan te hangen en in Rome was de Ponte Milivio zo volgehangen met de slotjes dat ze verwijderd moesten worden. In verschillende steden volgde de trend en er worden zelfs liefdesslotjes en cadeautjes verkocht om geld te verdienen aan dit eigenlijk oorspronkelijk romantische idee. De commerciële lading aan dit eigenlijk romantische gegeven vind ik ontzettend jammer. Maar wel inspireert het me dat iets begint met 1 klein slotje en volgt met wel duizenden andere slotjes. Het is een kunstwerk wat zichzelf ontwikkeld en wat groeit zonder dat het een vooraf opgezet kunstwerk was. Het sterke gevoel van de liefde voor elkaar en de drang om dit te delen met de rest van de wereld vind ik mooi. Het gegeven (of geloofwaardige principe); laten uitbreiden, en laten ontstaan door de mensen, niet door de kunstenaar is iets wat ik erg sterk vind. En wat ik wel zou willen, eventueel zou kunnen gebruiken in mijn concept.


JOEP VAN LIESHOUT Joep van Lieshout is een Nederlandse beeldhouwer en ontwerper die objecten maakt die vaak functioneel zijn een verwarring veroorzaken bij de beschouwer van zijn werk. Zijn objecten kun je interpreteren als beeldende kunst maar ook als toegepaste kunst. De grens hier tussen is klein. Het werk van Joep van Lieshout spreekt me persoonlijk niet zo aan. Ik vind het vaak schreeuwerig en grof. Het is seksistisch en de vormen vind ik vaak te overdreven en te vaag. Een paar van zijn werken vind ik wel mooi qua vorm en uitvoering maar dat is meer vanwege bijvoorbeeld de eenvoudige, niet te felle kleuren, de boodschap erachter en het materiaalgebruik. Het doel van Joep van Lieshout is juist om de zwakheden als borsten, penissen, een reusachtige anus (met erin een cafĂŠ) uit te vergoten en de toeschouwer op deze manier uit te dagen tot een discussie of ze met de neus op de vaak pijnlijke realiteit te drukken. Dat gegeven vind ik wel interessant aan het werk van Joep van Lieshout. Het uitlokken van een gesprek of een discussie zorgt ervoor dat mensen samen komen en in contact komen met elkaar. Het zorgt ervoor dat ze gaan nadenken over het waarom van het werk en zullen er niet zo snel aan voorbij lopen. Ook is veel van zijn werk interactief. Je kunt er in kruipen of doorheen lopen, je kan er in zitten of zelfs in verblijven. Het werk nodigt uit om er actief in te ontdekken en te ervaren. Deze aspecten zijn de aspecten die mij inspireren vanuit zijn werk.


JEANNE VAN HEESWIJK Jeanne van Heeswijk is mij aangereikt als inspiratiebron door mijn stage begeleidster vanuit school omdat zij dacht dat deze manier van werken wel erg zou passen bij mijn project binnen de wijk. Ik heb haar opgezocht en ik was inderdaad ontzettend enthousiast. Jeanne van Heeswijk is beeldend kunstenares die in de openbare ruimte nieuwe situaties voor interactie creëert. Ze onderscheid zich met haar werk doordat zij inspeelt op de sociale betrokkenheid. (iets wat ik binnen mijn eigen project ook heel erg graag wil bereiken). Met haar werk stimuleert en ontwikkelt ze culturele productie en creëert ze nieuwe publiekelijke ruimten of streeft ze naar de vernieuwing, verandering, verbouwing van de al bestaande publieke ruimten. Met haar werk probeert ze bewoners en hun omgeving dichter bij elkaar te brengen en de bewoners hun eigen ideeën over de buurt te laten verwezenlijken. Veel mensen verliezen tegenwoordig de bang met hun omringende ruimte omdat ze niks kunnen met de ideeën over de eigen buurt. Dit zorgt ervoor dat de samenleving koel en afstandelijk wordt. Ze werkt veel samen met kunstenaars, ontwerpers, software ontwikkelaars, de overheid, burgers en architecten om ze op deze manier te verbinden aan elkaar en weer een opening te bieden voor sociale processen. De werkwijze van Jeanne van Heeswijk levert niet altijd een tastbaar kunstwerk op maar wel een samenwerking proces waarmee ze de eigenheid van de omgeving probeert zichtbaar te maken. Het blauwe huis bijvoorbeeld is een project van haar waarbij op het uiterste puntje van IJburg een kobaltblauwe villa staat die ondanks de felle kleur niet opgemerkt zal worden doordat het zicht aan alle kanten wordt ontnomen door de hogere appartementencomplexen eromheen. Er is maar één opening in de gesloten wanden. De opening biedt uitzicht op braakliggende terreinen met aan de horizon de IJburgse stadsrand Blijburg. Ze liet het pand 2,5 jaar geleden weg halen uit de woningmarkt en betrad de kapitale villa als eerste tijdelijke huurster. Ze zag het blauwe huis als een kloppend hart van een nieuwe samenleving. IJburg stond toen nog alleen op papier en Jeanne was uitgenodgd om na te denken over een manier om de nieuwbouw stad een culture maar toch stedelijke inpuls te geven. IJbug zou in 2012 klaar zijn en de wijk 45.000 mensen woonruimte, scholen, kantoren, restaurants en zelfs een begraafplaats bieden en alles zou er stedenbouwkundig goede op orde zijn. Het openbare sociale leven zou echter niet zomaar geboren zijn. Alle mensen zijn nieuw en kennen er nog niemand. Het Blauwe huis is het hart van de nieuwe stad, een vrijplaats, een plaats waar nog niks is aangepast of onder controle is.


Jeanne van Heeswijk richtte hier een woonstichting op waarbij het Blauwe Huis 4 jaar lang beschikbaar was voor kunstenaars, denkens, en schrijvers, die zes maanden in 1 van de units mochten wonen als zij in ruil daarvoor IJburg zouden betrekken in hun werk. Zo heeft medebewoner Rudy Luijters bijvoorbeeld de tuin rondom het huis omgetoverd tot moestuin waarin de bewoners van een van de appartementencomplexen vrij mochten oogsten en kwam er op de begane grond van het huis een kantine waar bewoners van het huis en van IJburg elkaar konden ontmoeten of een kop koffie konden komen drinken (krant lezen, etcetera). Alle bewoners van het huis creĂŤerde iets wat er voor zorgde dat het sociale aspect en het openbare leven binnen IJburg werd gestimuleerd. Er moet leven komen in de nette stad en er moet contact ontstaan tussen buren en buurtbewoners. Het werk van Jeanne vind ik zo interessant omdat zij iets opzet wat ze verder laat uitbreiden door andere mensen. Voor mijn voorbeeld heb ik het blauwe huis gekozen maar het hoeft uiteraard geen tastbaar iets te zijn. Wat in haar werk centraal staat is het samenwerken, het sociale aspect en de openbare ruimte. Dit zijn doelen die ik voor mijn eigen eindwerk ook onder andere heb gesteld. Daarnaast vind ik haar werk zo fascinerend omdat het niet echt een kunstwerk is zoals andere mensen kunst zien. Het is werk met een functie, een achterliggende, diepere gedachte. Het lokt discussies uit en zorgt voor nieuwe en of veranderlijke gedragsvormen.


VINCENT VAN GOGH Vincent van Gogh heeft zijn huis (Het gele huis) in Arles opengesteld voor medekunstenaars om op deze manier een gemeenschap te creĂŤren van kunstenaars. Toen ik het blauwe huis van Jeanne van Heeswijk voorbij zag komen moest ik meteen denken aan zijn werk. Toevallig is haar werk ook daadwerkelijk geĂŻnspireerd op onder ander het werk van Vincent van Gogh.

OUTDOOR FITNESS Outdoor fitness is parken is op dit moment ook een bekend fenomeen. Het staat voor mij niet gelijk aan kunst als het hierbij gaat om alleen de toestellen maar het achterliggende idee vind ik erg krachtig. Je hebt bijvoorbeeld een installatie fitnesstoestellen die zo geplaats of ontworpen zijn dat er tegelijkertijd een ontmoetingsplek ontstaat. Jong en oud kunnen hierdoor samen trainen en voelen ook een band met de andere mensen. Ze zijn gezamenlijk bezig met hetzelfde doel.


PANDADROOM De Pandadroom is ook niet echt een inspiratie voor mij als het gaat om de kunstzinnige factor. Wat ik hier interessant aan vind is simpel weg de vorm van educatie. De pandadroom is een soort van bioscoop met driedimensionale film en met special effect. Het is een twaalf minuten durende film waarbij de bezoeker word meegenomen naar het oerwoud, de Noordpool en de oceaan. De bezoekers krijgen een 3D bril op en ervaren tijdens de voorstellingen special effect als spetters van de afbrokkelende gletsjes die in de zee terecht komen of de banken die doorzakken wanneer er een levensechte boomtak naar beneden komt. Het interactieve wat de pandadroom combineert met het educatieve zorgt voor een bijzondere ervaring. Een beleving. Iets wat ik ook zeker inspirerend vind voor mijn eigen werk.


DAVID BADE David Bade maakt verschillende werken van materialen als pur/piepschuim, plastic, hout en afval die hij verwerkt in zijn tekeningen, schilderijen, en zijn ruimte vullende installaties. Zijn ruimtelijke werken ontstaan vaak impulsief en associatief en hebben een informeel en soms zelfs een speels karakter door het gebruiken van de verschillende afvalmaterialen. Het gebruiken van afvalmaterialen is onder andere waarom David mij inspireert. Binnen de buurt ben ik natuurlijk bezig met natuur en milieu. Laatst heb ik zelf een workshop opgezet/ verzonnen waarbij de kinderen uit de buurt kunst gingen maken met straatafval. Ik kon hier zelf echter niet bij aanwezig zijn maar had werken van David Bade onder andere als inspiratie materiaal meegestuurd voor degene die mijn workshop ging uitvoeren. De werken die zich bevinden in de openbare ruimte nemen al snel een vaste plaats in. Met zijn werk daagt hij uit, spot hij en is hij kritisch, waardoor het razendsnel op de toeschouwer afkomt. Ze zijn vaak afgeleid uit de sport en uit de wereld van entertainment maar ook uit die van de kunst, het leven op straat en de bijbel. David Bade maakt ook veel installaties. Vaak zoekt hij hiervoor een samenwerking met het publiek, amateurs en studenten. Met zijn werken wil hij niet alleen een standpunt innemen binnen maatschappelijke discussies maar wil hij de fantasie prikkelen en de verbeelding van de beschouwer uitdrukking geven. Het werk is dan ook vaak rauw en soms iets wat ironisch commentaar. Of deze gedachtegang toepasbaar is op mijn doelgroep is nog een vraag maar er zitten zeker interessante gegevens in zijn werkwijze en werken.


DICK LUBBERSEN Dick Lubbersen is een beeldend kunstenaar die zich naast het maken van schilderijen, objecten en installaties ook bezig houdt met LandArt. Hij haalt zijn inspiratie uit het dagelijkse leven en gebruikt de dingen die hem bezig houden, de geschiedenis en de cultuur in zijn omgeving en onderwerpen als landschap, thuis en de verbinding natuur en cultuur. Ook werkt Dick heel erg conceptueel en thematisch en maakt het niet zo veel uit wat voor kunst dit zich uiteindelijk uit. Het werk van Dick Lubbersen vind ik in dit geval voornamelijk interessant omdat hij naast het conceptuele en thematische (wat mij persoonlijk heel erg trekt) ook veel doet in Land Art. Binnen de buurttuin zou dit een ontzettend mooie kans zijn om natuur en milieueducatie over te brengen in deze vorm van kunst. Zo heeft hij bijvoorbeeld drie eiken bomen nog meer een verbinding aan laten gaan door ze simpelweg een soort van ring van kleine granaatappeltjes om te doen of heeft hij rotsblokken die in de dichte bossen van de Franse Auverne liggen als afbakening van de paden gebruikt en ze bedekt met mos en rode besjes (linescape). De linescapes heeft hij in cirkel vorm als in strakke evenwijdige lijnen, als in enkele lijn, etcetera toegepast op de rotsblokken. Hij heeft verschillende creaties in de natuur die erg subtiel maar ook ontzettend goed doordacht zijn en een goed conceptueel verhaal hebben ter ondersteuning. Vanuit mijn eigen mening en visie vind ik zijn werk erg interessant, vernieuwend en ook echt diepgaand. De expressie en de uitwerking van zijn werken zijn zo subtiel dat ik de eigenlijke verboden term “mooi� toch bijna zou willen noemen. Ik ben fan van Dick Lubbersen Land Art werk.


JOS SPANDOEK Jos spanbroek is een beeldend kunstenaar die met fantasievolle constructies unieke speeltoestellen en kunstwerken bedacht heeft. Hij begon op de sloperij waar hij spullen meenam om poppen van te maken. Na het maken van de poppen gaf hij voorstellingen op zijn zolder maar bedacht al snel vanuit zijn beeldend kunstenaars visie dat hij ook wel speeltoestellen kon maken. Hij maakte de speeltoestellen en zette deze in zijn tuin waar al snel de buurtkinderen op af kwamen. Ook kwamen ze graag kijken naar zijn poppentheater. Al snel werd hij de oprichter en bedenker van De spelerij- Uitvinderij en moest hij verhuizen naar een grotere locatie omdat het een daverend succes bleek te zijn. Steeds meer speelbeelden kwamen erbij en al snel kwam het idee om de kinderen en de ouders zelf dingen te laten maken door het laten snijden van piepschuim, figuurzagen, verven met een verfmachine en het bewerken van metaal. De veiligheid van dit park leek me in eerst instantie niet echt aanwezig maar wel en ontzettend belangrijk punt. Volgens Jos zijn zijn toestellen zo ontworpen dat de kinderen constant moeten nadenken voor ze de volgende stap nemen. Zo heeft hij een trap gemaakt dat je telkens moet nadenken hoe je moet vastpakken. Als je na moet denken voor je iets doet is dat veel veiliger dan dat je de dingen doet uit gewoonte of zonder dat je moet nadenken.Zijn ideeĂŤn haalt hij nog steeds van de sloperij. Hij ziet daar iets liggen en bedenkt dan wat hij daarmee zou kunnen doen. Hij werkt dus vanuit een bestaand iets of een vorm/materiaal en niet zoals bijvoorbeeld Dick Lubbersen heel erg conceptueel of thematisch. De speeltuin is meteen de plaats om te prototype. Ze plaatsen het beeld in de tuin, kijken hoe er op word gereageerd en passen het aan als dat nodig blijkt te zijn. Sommige speelbeelden worden jaren later zelfs nog aangepast.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.