Spoedcursus taal Lieve Paradoksiaan,
Deze editie staat in het teken van taal. Dat is je vast niet ontgaan. Toch moet ik je vertellen: ik ben niet altijd over de algemene taalvaardigheid van men te stellen. Gelukkig ben ik de beroerdste niet. Vandaar dat ik jullie wat hulp bied. Vandaag bespreek ik een aantal taalfouten die veel worden gemaakt, zodat je deze voortaan niet meer verzaakt. Als eerste: het is niet groter als, maar groter dan (al hoop ik dat je deze kennis al beheerste). Dan komen we bij nummer twee: voor de verleden tijd van de derde persoon enkelvoud gebruiken we de ‘t’ en dus niet (!) de ‘d’. Hanteer dus de spelling het ‘betekent’, dan houd je je spelling ronduit uitstekend! Mocht je hierna nog steeds niet weten hoe je werkwoorden vervoegt, volg dan deze tip: bij twijfel, raadpleeg ’t Kofschip! Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen, want de Nederlandse taal is nooit geheel consistent. Toch kom je met ’t kofschip als leidraad vast uit. Je bent immers een intelligente student! Dan komen we aan bij het derde punt. Deze keer hebben we het op de kwestie ‘aan elkaar of los’ gemunt. Bedoel je één persoon, begrip of ding? Gebruik dan een samenstelling. ‘Jongekaasschaaf’, ‘rodewijnglas’ en ‘langebaanzwemmer’ is misschien niet de spelling die je verwacht, maar ja, ik heb deze taalregels ook niet bedacht. Bij klinkers die een eigen klank kunnen vormen, zoals radio-uitzending en camouflage-uniform gebruik je weer een koppelteken. Ook bij een vaste woordgroep met één betekenis (nek-aan-nekrace, vergeet-mij-nietje) kan een koppelteken niet ontbreken. Het einde van dit artikel komt er alweer bijna aan. Oh, wat is de tijd toch snel gegaan . Hopelijk ben je me niet al zat en heb je wat aan dit artikel gehad. Dit was het weer. Tot de volgende keer!
14
Parallaks - E6 2020
