74ste jaargang • nummer 31 • donderdag 2 augustus 2018
Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
€ 2,30
Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...
De Croo probeert relevant te blijven De komkommertijd is voor sommige politici blijkbaar het geschikte moment om belegen politieke voorstellen uit de mottenballen te halen. Zoals het pleidooi van federaal vicepremier Alexander de Croo (Open Vld) om een federale kieskring in te voeren. Het is een beetje zielig als een politicus op zo’n manier in de aandacht moet komen. Maar De Croo jr. vecht voor de eigen politieke relevantie. Als straks een paar blauwe kandidaatburgemeesters naast de sjerp grijpen, dan hopen ze op een Vlaamse of federale ministerpost. En bij een kleine partij als de Open Vld wordt dat dringen. Nadat Alexander de Croo vorig weekend in La Libre Belgique een lans brak voor een federale kieskring, zouden wij hier opnieuw het verhaal kunnen brengen van de Open Vld als ‘waardige’ opvolger van de PVV in de betekenis van Pest voor Vlaanderen. Of zouden wij een paar burgermanifesten van Guy Verhofstadt van onder het stof kunnen halen - waarin Verhofstadt pleit voor verregaande federalisering en het net niet uitkleden van België. Of we kunnen een boom opzetten over de Open Vld die belgicistischer dan ooit is geworden. Maar deze analyse is gemeenzaam bekend. Het pleidooi voor een federale kieskring is blijkbaar een manier om zich bij de media sympathiek te maken in de komkommertijd. En dat helpt omdat het gros van de journalisten historische analfabeten zijn. Ze weten bijvoorbeeld niet dat een federale kieskring lange tijd een nachtmerrie was voor … de Franstaligen. In 1979, bij de eerste rechtstreekse Europese verkiezingen, was de angst groot dat de ook in Wallonië populaire Leo Tindemans veel stemmen zou halen. De Franstaligen hebben een federale kieskring ook gezien als een manier om de Vlaamse meerderheid in België te laten gelden. Want wie federale kieskring zegt, zegt één man één stem. Terwijl nu een Vlaming veel meer stemmen nodig heeft om een Kamerzetel te veroveren dan een Franstalige. En dan hebben we het nog niet over het doortrekken van de neo-unitaire logica waarbij belangenconflicten, alarmbelprocedures, paritaire regeringen en dubbele meerderheden worden afgeschaft. De Franstaligen zullen het graag horen.
Sympathieke leegheid Maar zelfs nu de Rode Duivels-hype is uitgedoofd, vindt een aantal politici het nog altijd nodig om het artificiële België-gevoel op te poken. Want er is niet alleen Alexander de Croo. Er is ook Groen-vedette Kristof Calvo, die recent pleitte voor het verminderen van het aantal parlementen waarbij enkel een federaal parlement overblijft. Dat dit er bij de media ingaat als zoete koek, is stuitend. Kent men dan niets meer van de Belgische geschiedenis? Al valt van het jonge geweld dat de redacties van kranten en tijdschriften bevolkt - webstekken en bedrukt papier - niet veel te verwachten. Het aantal taalfouten (de dt-fouten voorop) dat daar opduikt, is niet meer bij te houden. Kortom, domme journalisten zorgen ervoor dat politici zonder wederwoord hun sympathieke leegheid (“wij zijn toch allemaal Belgen”, “dit land is al te klein”) kunnen tentoonspreiden. Zo is er nog geen enkele zelfverklaarde waarnemer geweest die via de klassieke media kon vaststellen dat een federale kieskring zelfs niet bestaat in federale staten met een sterk nationaal gevoel zoals Duitsland en de Verenigde Staten.
Concurrenten voor de regeringen van 2019 Het voorstel van Alexander de Croo mag dan van de pot gerukt zijn, het heeft een partijpolitieke betekenis. Niet dat de man uit Brakel hier-
mee wil bevestigen dat de Open Vld neobelgicistisch is, want dat weet iedereen onderhand. Waar het hier over gaat, is dat De Croo jr zich binnen de partij wat meer wil profileren met het oog op de parlementsverkiezingen van 2019. Hij probeert relevant te blijven. Want het lijkt erop dat De Croo in deze regering niet echt goed in zijn vel zit. En vooral: weinig zichtbaar is. Hij is wel vicepremier, maar komt enkel bij belangrijke onderhandelingen in het nieuws, zoals die rond de begroting. Maar met de vreemde combinatie van Ontwikkelingssamenwerking, Telecommunicatie en Overheidsbedrijven valt voor een liberaal minder eer te halen dan op het departement Pensioenen. Niet verwonderlijk dat De Croo een relatief beperkt bevoegdhedenpakket kreeg. Binnen de federale regering is de Open Vld de kleinste partij en bij de formatiegesprekken van 2014 was het voor de Vlaamse liberalen vooral zaak haar goudhaantje Maggie de Block op Sociale Zaken te krijgen, wat lukte. Maar daarna bleven er eigenlijk enkel kleine of iets grotere kruimels over. Voor 2019 ziet het er - gezien de peilingen niet veel beter uit. Het wordt drummen bij de liberalen die een ministerpost willen. En De Croo vreest opnieuw een paar minder interessante departementen te krijgen, al heeft hij zich in telecom met de opening voor een vierde operator wel kunnen profileren. Als de Open Vld zoals nu in de federale regering twee ministers en een staatssecretaris mag leveren, zal er hard gevochten worden om die plaatsen. Je zou ervan uit kunnen gaan dat De Block en De Croo zekerheden zijn. En staatssecretaris Philippe de Backer lonkt weer naar het Europees Parlement. Dus komt er enkel een post van staatssecretaris vrij. Geen goed nieuws voor Open Vld’ers met federale ambities. We denken aan Kamerlid Egbert Lachaert, die ervan droomt minister van Werk te worden. Maar ook aan Jean-Jacques de Gucht. Een nietsnut, maar dankzij zijn achternaam heeft hij wel degelijk invloed in de partij. Veel zal ervan afhangen wie van de kopstukken van de partij na de gemeenteraadsverkiezingen de sjerp behoudt of verovert. Vincent van Quickenborne (Open Vld) heeft al laten weten dat hij in Kortrijk wil blijven. Al profileert hij zich de laatste tijd meer en meer op federale thema’s zoals de pensioenen. Als Bart Tommelein burgemeester van Oostende wordt, komt er een plaats vrij in de Vlaamse regering. Dat zorgt voor wat ademruimte bij de ambitieuze liberalen. Maar wat als Mathias de Clercq geen burgemeester van Gent wordt? Dan zal hij een federale ministerpost eisen of een superdepartement in de Vlaamse regering, is bij de Open Vld te horen. In dat geval worden de plaatsen inderdaad duur verkocht. En zal in de ‘blauwe provincie’ Oost-Vlaanderen zeker iemand ontgoocheld zijn, want het is niet haalbaar dat die provincie het gros van de liberale excellenties van 2019 levert.
Een croissant eten: racistisch en dus te verbieden?! Vol verbazing werden aan de ontbijttafel op mijn vakantieadres in ‘la France profonde’ de wenkbrauwen gefronst, toen ik aan de Franse gastvrouw vertelde dat het verse croissantje dat ik tot mij ging nemen van oorsprong niet Frans, maar Oostenrijks is. Het leek wel een donderslag bij heldere hemel, die daarna haast instortte. Uiteraard was ik enige uitleg verschuldigd, om haar weer bij haar positieven te brengen.
Een overgeleverd verhaal Er is een oude overlevering die het hardnekkige verhaal vertelt van het Beleg van Wenen in 1683. De stad werd belegerd en bedreigd door de Ottomanen, zeg maar de islamitische Turken. Om de stad ongezien binnen te geraken, hadden de belegeraars het plan opgevat een tunnel te graven met het doel zich onder de stadsmuren door een weg te banen. Op een nacht was het dan zover en begaven zij zich massaal in de tunnel richting de oude stadskern. In de vroege ochtend zouden ze dan verrassend als mollen uit de grond komen en de stad onverhoeds innemen. Het verhaal wil dat die tunnel uitkwam in de buurt van een bakkerij. En wie waren in vroeger dagen altijd vroeg op om aan de slag te gaan? Natuurlijk, de bakkers. Toen zij ‘s morgens voor dag en dauw bij de aanvang van hun taak de tot aan de tanden bewapende Turken uit de grond zagen komen, werd onmiddellijk alarm geslagen. Weense soldaten en burgers stroomden massaal toe om de insluipers terug te slaan. Geheel verrast werden die teruggedreven en ook verslagen. De stad Wenen triomfeerde.
Een vreugdebroodje Omdat de bakkers door hun alertheid aan de basis van die overwinning lagen, besloten zij een speciaal broodje te bakken. Hierbij namen ze een klassiek recht plat broodje dat ze in de vorm van een wassende halve maan oprolden, waarmee ze spottend verwezen naar de halve maan in de vlag van de Turken. De naam was afgeleid van het werk-
woord ‘wassen’, langzaam groeien of groter worden, zoals de maan. In het Frans: croître. En vandaar: croissant. Pas jaren later werd het broodje in Frankrijk bekend. Ook volgens de overlevering was het Marie-Antionette, de echtgenote van Lodewijk XVI, en de dochter van keizer Frans I Stefanus van het Heilig Roomse Rijk en keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, die zo’n honderd jaar later de ‘viennoiseries’ mee naar Frankrijk bracht. Langzaam geraakte de croissant in Frankrijk ingeburgerd als ontbijtbrood, en nog later werd het ook ver daarbuiten bekend en gesmaakt.
Wat nu in politiek correcte tijden? Een overwinning op de Turken... En dat na 335 jaar nog altijd herdenken door spottend de halve maan als broodje te blijven bakken... Alle bakkers maken ze dagelijks... Zowat alle mensen eten graag croissants... Kan onze politiek correcte samenleving dat nog wel aan? Is dat niet het zuiverste racisme? Is dat niet beledigend voor de islamitische medemens, en voor de grote Turkse leider in het bijzonder? Waarom heeft Els Keytsman van Unia zich hierin nog niet verslikt? En waarom is het eten van croissants nog niet verboden in het oikofobe Westen? Waar wachten Kristof Calvo, Meyrem Almaci en Wouter de Vriendt op om ons op deze beschamende schande te wijzen? Wezenlijke vragen waarop dringend antwoorden moeten gegeven worden, om het ‘weg met ons’ in het multiculturele walhalla nog beter gestalte te geven. KvdP
Leo Neels: “Vlaamse journalisten maken het zichzelf té gemakkelijk” Lees blz. 11