74ste jaargang • nummer 09 • donderdag 1 maart 2018
Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
€ 2,30
Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...
Instituut ter Bestrijding van de Democratie
De erfenis van Patrick Janssens in Borgerhout
Geert Hoste wil de geschiedenis ingaan als meer dan een komiek. Hij is al jaren “ambassadeur” van Amnesty International en in die capaciteit pleitbezorger van de oprichting van een heus mensenrechteninstituut. Hij herhaalde deze week zijn oproep, in een vrije tribune in De Morgen, en hij verweet Theo Francken vooroordelen te hebben over een dergelijke instelling. De staatssecretaris had voordien via Twitteninstituut opgericht. Sommigen zeggen rondter laten verstaan dat hij geen zin heeft in een uit dat ze het ook niet van plan zijn. De Verinstituut dat wetgevende initiatieven inzake enigde Staten lieten droogjes weten dat ze al migratie zou gaan censureren. Francken snapt een mensenrechteninstituut hebben: de rechtdan ook veel beter dan de komiek-ambassabank. deur wat de werkelijke inzet van het debat is.
De schaduw der mensenrechten De inflatie aan mensenrechten, de extreme interpretaties ervan en de wildgroei van het mensenrechtenapparaat zijn nu al ernstige belemmeringen voor een immigratiebeleid met enig democratisch draagvlak. Een opvallend voorbeeld was het veto vanwege het Europees Hof tegen de maatregel die nochtans het meest geschikt is om de vluchtelingcrisis in Europa het hoofd te bieden: een terugstuurbeleid op de Middellandse Zee. Democratische meerderheden in alle westerse landen zijn voorstander van een veel strenger immigratiebeleid. Maar wanneer een regering nog maar aanstalten maakt om een kordaat en rechtlijnig beleid te voeren, wordt die onmiddellijk geconfronteerd met een spervuur van protesten en juridische procedures die allerlei internationale verdragen en verplichtingen in de sfeer van de mensenrechten inroepen. In de meeste gevallen zijn juridische procedures onnodig: de dreigende schaduw van internationale verdragen als de Conventie van Genève of de rechtspraak van het Hof van Straatsburg volstaan om zelfs geen debat te moeten voeren over de aanpak die door de bevolkingen van Europa gevraagd worden. En waar toch bescheiden stapjes worden gezet om het opengrenzenbeleid te temperen, volgt telkens een juridische guerrilla, met de logistieke steun van radicale clubjes die heel veel geld krijgen van de overheid.
Regeerakkoord Voor de N-VA is het op te richten mensenrechteninstituut een aanzienlijk probleem. Aan de top beseft men dat dergelijke instelling een super-UNIA zal worden, die de partij permanent zal tegenwerken, op dezelfde manier als de bende van Keytsman dat al jaren doet, maar dan zonder enige beperking qua bevoegdheid. Het probleem is dat de oprichting van het mensenrechteninstituut is opgenomen in het regeerakkoord. De onderhandelaars van de N-VA moeten even niet bij de pinken geweest zijn. Of ze moeten gehoopt hebben dat deze bepaling er alleen pro forma instond: vorige regeringen hadden immers telkens deze belofte onvervuld gelaten. Maar Hoste en Amnesty International zijn niet de enigen die zaniken over het uitblijven van het instituut. Ook Koen Geens dringt aan. Bijkomend probleem is dat de oprichting van het instituut een bevoegdheid van Zuhal Demir is. Demir probeert zich al in te dekken door te verwijzen naar een internationale afspraak die België er toe zou verplichten een dergelijke instelling op te richten. Dat is niet zo. De “Paris Principles” over de nationale mensenrechteninstituten zijn een niet-bindende overeenkomst. Meer dan de helft van de lidstaten van de VN hebben dan ook geen mensenrech-
De principes van Parijs
De minst scrupuleuze regimes hebben dan weer geen enkel probleem om gevolg te geven aan het advies van de VN. Afghanistan, Kongo, Rwanda, Myanmar, Mauritanië (waar nog slavernij bestaat), … hebben van de VN zowaar een A-attest gekregen voor hun “mensenrechteninstituut”. Zijn dat de landen die voortaan de maatstaf zijn van het respect voor de mensenrechten? Het perfide is dat die landen, die wel degelijk sterke verdedigers van de mensenrechten kunnen gebruiken, enkel buikspreekpoppen van de machthebbers in elkaar hebben geknutseld, maar zich voortaan wel kunnen beroepen op een certificaat van erkenning door de VN. En net in westerse landen, waar reeds vele vormen van controle bestaan en de mensenrechten de politieke cultuur doordrenken, zullen machtige instellingen worden opgericht die de mensenrechten enkel zullen gebruiken om aan ideologische oorlogvoering te doen. Eind vorig jaar bleek dat in Nederland. Het “College voor de Rechten van de Mens” besliste daar dat moslima’s bij de politie het recht hebben om tijdens de dienst een hoofddoek te dragen. De democratie hoeft daar geen debat meer over te organiseren: de hogepriesters hebben dat al beslist.
Voorproefje Wie een voorproefje wil van wat een nationaal mensenrechteninstituut in België zou betekenen, kan het rapport raadplegen dat Amnesty International vorige week publiceerde over de mensenrechtensituatie in België. Na een verplicht dramanummertje over de uitzettingen naar Soedan (net nu gebleken is dat de herrie daarover op leugens was gebaseerd), stelt de organisatie: “In het domein van asiel en migratie zien we toch dat België niet immuun is voor de Europese visie of retoriek, die erop gericht is om zoveel mogelijk mensen buiten de grenzen te houden.” Zo ver zijn we: de meest bekende mensenrechtenvereniging beschouwt een afwijzing van het opengrenzenbeleid als een bedreiging van de mensenrechten op zich. Geen enkel terrein van politieke besluitvorming ontsnapt aan het wakende oog van de mensenrechtenstrijders: economische ongelijkheid, transgenders, wapenleveringen, vrije abortus, terrorismebestrijding… De VN-commissie inzake mensenrechten, Human Rights Watch en Oxfam beschouwen nu ook al het klimaat als een kwestie van mensenrechten. Het is dus belangrijk te beseffen dat een mensenrechteninstituut aan geen enkele beperking inzake actieterrein onderworpen is: het zal zich ontpoppen als de ultieme scheidsrechter in alle politieke en ideologische debatten. Het zal zich het recht toe-eigenen om uitspraak te doen over alle wetsvoorstellen, alle politieke initiatieven, ongeacht het democra-
tische draagvlak. Het feit dat de instelling geen directe beslissingsmacht zal hebben, is niet van belang. De zwaarwegende morele associaties die aan het begrip mensenrechten zijn verbonden zullen voor links genoeg zijn om telkens zijn wil op te dringen. Rechts zal confrontaties verliezen of leren vermijden. De neiging om terechte bezorgdheden van de achterban te negeren met een verwijzing naar “internationale verplichtingen” zal ook nog toenemen.
Gefrustreerde democratie Voor N-VA wordt dit een vuurproef. Je kan je achterban uitleggen dat je – zeker in een coalitieregering – niet alle beloften in je programma kan waarmaken. Je kan zelfs proberen uit te leggen waarom slechts een kleine vooruitgang is geboekt. Maar hoe leg je uit dat de regeringsdeelname van een rechtse partij uitmondt in de totstandkoming van een instelling die, met het gezag van de mensenrechten, voortaan alle pogingen tot een samenhangend en democratische gedragen immigratiebeleid zal saboteren? Zuhal Demir heeft al laten weten dat ze niet van plan is een aparte instelling op te richten. Ze wil wel één grote instantie waarin ook Unia,
Ebru Umar: de niet-bestaande genocide.
Myria en het Instituut voor gelijkheid van mannen en vrouwen kunnen in ondergebracht worden. Als dat een poging is om het dossier nodeloos te compliceren en daardoor de kwestie op de lange baan te schuiven, is dat een goede zet. Maar dat is nog niet zo zeker. Het zou beter zijn in de toekomst wat duidelijker en wat moediger te zijn. De woekerende mensenrechten en bijbehorende controlemechanismen (Grondwet, EVRM, VN, EU) moeten niet uitgebreid maar teruggedrongen worden. Omwille van de democratie. Maar ook omwille van de mensenrechten zelf. Ooit waren die een inspirerende en duidelijke afkondiging van een aantal fundamentele waarden inzake de rechtsstaat en de menselijke vrijheid en waardigheid. Vandaag zijn ze een woekerende collage van de klachten van elke groep die zich ergens tekortgedaan voelt, met al de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van een belastingwetboek. Erger, het systematische misbruik van de rechten voor een ideologische agenda van een minderheid ondermijnt het publieke geloof in het belang van mensenrechten en zal tot steeds meer vijandigheid leiden vanwege een gefrustreerde democratie.
Jurgen Ceder
Lees blz. 2