72ste jaargang • nummer 27 • donderdag 7 juli 2016
Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
€ 2,20
Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...
Het einde van de tricolore voetbaldroom Sommige luie buren hebben de vlag nog niet van hun gevel gehaald. Bij de bakker hoopt men dat toch nog iemand de driekleurige marsepein zal kopen en meenemen. In het sportkatern van de krant wordt wat nagepraat over de toekomst van de Rode Duivels. Maar voor het overige is nog weinig te merken van de zwart-geel-rode storm die enkele weken over dit land raasde. Een ploeg van gemotiveerde en collectief sterke Welshmen maakte een einde aan de driekleurige dromen. Verwacht geen leedvermaak van ons. Het is genoegzaam geweten dat dit weekblad geen grote liefde voor België koestert. En dat de nationale driekleur ons niet in vervoering brengt, is evenmin een geheim. Maar de tijd dat elke rechtgeaarde Vlaams-nationalist bij het zien van een Belgische vlag een allergische reactie dient te ontwikkelen, ligt achter ons. Dat heeft weinig te maken met het verwateren van onze mening. Dat heeft veel te maken met het verwateren van de betekenis achter die vlag.
De lege vlag De Belgische vlag was tijdens deze voetbalweken meer het symbool van de Rode Duivels, dan de Rode Duivels het symbool van België. Trouwens, elke oprechte Belgische patriot moest huiveren bij het zicht van de commerciële Jupiler-driekleuren die de fans over de schouders hingen als de cape van superman. Jupiler zag dat anders; de Waalse bierbrouwer (deel van InBev) voerde zijn reclamecampagne, als voornaamste sponsor van de Rode Duivels, onder het onbeschaamd Belgofiele motto “One team, one nation”. De ironie dat dit “ene volk” drie officiële landstalen heeft, waarvan geen enkele blijkbaar bruikbaar genoeg was voor de reclameslogan, ontging de sponsor. Jammer eigenlijk, want de Duitse versie (“Eine Mannschaft, ein Volk!”) had de belachelijke bombast van de slogan nog iets meer in de verf kunnen zetten. In Wallonië kan dergelijke patriottische liefde voor het Belgische vaderland nog geuit worden zonder dat er meewarig wordt geglimlacht.
Maar in Vlaanderen is het geloof in de Belgische “natie” vrijwel verdwenen. We bedoelen niet dat de Belgische constructie geen aanhangers meer heeft. Maar de steun komt nu minder van degenen die een Belgische identiteit menen te ontwaren (met een argumentatie die zelden verder gaat dan verwijzingen naar een gemeenschappelijke culinaire traditie en het surrealisme van die ene schilder), dan van de progressieve intellectuelen die aan België verknocht zijn net omdat het geen identiteit heeft. In 1998 onderschreef een groep van linkse kunstenaars en opiniemakers een vrije tribune in De Standaard tegen “de dwaasheid van het nationalisme”. Ze verklaarden toen dat de enige vlag waaraan ze enige waarde hechten de Belgische is, “omdat deze vlag niets betekent”. Het was een zeldzaam moment van eerlijkheid en duidelijkheid. Want het stipt inderdaad een constante aan in de houding van de snobistische intelligentsia ten aanzien van communautaire kwesties. Zo blijkt linkse schrijfster Kristien Hemmerechts, die zich onlangs liet ontvallen dat ze de “Vlaamse identiteit niet zinvol vindt”, wel een vurige supporter van de Rode Duivels te zijn. Op “De Afspraak” (VRT) verklaarde ze twee weken geleden: “De chauvinist komt dan in mij boven. Ik wil zo erg dat de Belgen winnen.” Supporteren voor België, een lege huls, is een toegelaten bezigheid voor artiesten die zich voor het overige liefst distantiëren van het volk en de culturele bedding die hen hebben voortgebracht.
De commercie Sportpresentator Karl Huybrechts kreeg vorige week de wind van voren. Op de Nederlandse tv werd hem door een collega gevraagd of de duivelsgekte te vergelijken was met de Oranjegekte die je zo vaak in Nederland ziet. Huybrechts antwoordde: “Het is in België meer zoals Halloween. Het bestaat niet echt, maar de commercie dringt het ons op. Wij zijn een staat, maar geen natie. Jullie zijn een natie. Jullie hebben een nationaal gevoel. Bij ons hangt het maar met haken en ogen aan elkaar. De Rode Duivels zijn erg welkom voor de belgicisten, want dan horen we bij elkaar.” Die pijnlijke evidentie leverde Huybrechts heel wat banbliksems op. Het Laatste Nieuws meende dat dit een grove “belediging” voor de Belgische fans was. Ook Milow, een soort zanger, wierp zich op als verdediger van de Belgische eenheid en hekelde de “politieke uitspraken” van Huybrechts. Huybrechts stelde nochtans enkel de feiten vast. De Oranjegekte kent een lange traditie. Al in 1974 werden Johan Cruijff en zijn maats gevolgd door in oranje geklede drommen van supporters. Dergelijk gevoel van eenheid (met bijpassende kleding en uitrusting) was er nooit bij de Belgische voetbalsupporters. De opzichtige Belgomanie rond de Rode Duivels is van zeer recente oorsprong en valt perfect samen met de uitbouw van de grootscheepse commerciële sponsoring van het nationale elftal. Nog nooit was deze commercie zo opdringerig als nu. Je kon geen winkel, café of hamburgertent binnenstappen zonder een overvloed aan gesponsorde tricolore vlaggetjes en gadgets over je heen te krijgen. En wat je niet wenste te kopen, kreeg je ongevraagd wel ergens gratis bij.
Tous ensemble?
supporters zijn gewone mensen die enkel wat plezier willen beleven. Ze dragen vandaag een zwart-geel-rood petje, maar morgen stemmen ze evengoed N-VA of Vlaams Belang. Hun supportersgedrag heeft bijzonder weinig te maken met hun politieke opvattingen, al zouden de belgicisten dat graag anders zien. Dezelfde fans, die zichzelf vandaag met zwart-geel-rode versieringen behangen, zouden in andere staatkundige omstandigheden even enthousiast met geel-zwart of zelfs oranje zwaaien. Het lijdt geen twijfel dat een Belgische overwinning op het EK politiek misbruikt zou zijn geweest door het Belgische establishment. We geven toe dat we blij zijn dat dit ons bespaard is. Maar voor de vele sportieve supporters is het jammer dat hun ploeg, de “gouden generatie”, niet verder is geraakt dan de kwartfinale. Het talent van deze spelers had tot meer moeten leiden. En zo komen we bij de vraag die alle echte supporters zich dienen te stellen. Hoe komt het dat een ploeg, die bulkt van individueel talent, en die op papier de duurste totale transferwaarde van het EK vertegenwoordigt, niet verder geraakt dan een kwartfinale? Toeval speelt een rol. Slechte leiding (Wilmots) kan ook een factor zijn. Maar verschillende commentatoren wijzen vooral op het gebrek aan “samenhang” (The Guardian), aan “bewustzijn” (Jan Mulder) en aan “chauvinisme” (Fons van Dyck) van de nationale ploeg. Het is ook moeilijk de dynamiek van een nationale ploeg te ontwikkelen als er geen natie is. In die zin zijn de Rode Duivels toch een afspiegeling van België. “Tous ensemble” blijkt in de praktijk inderdaad even onjuist als “L’union fait la force”. En gebrek aan samenhang kan een voetbalploeg evengoed parten spelen als een land.
Het grootste deel van de Vlaamse duivel-
Noodkreet van een vrouw in het blauw
Lees blz. 2