Out of Art 2012#2

Page 1

Magazine voor actuele Outsider Art

Jaargang 7 nummer 2 december 2012 prijs â‚Ź 7,95

Thema: portretten


Voorwoord

Out of Art is een uitgave van Art Moves onder auspiciën van am Foundation en verschijnt twee keer per jaar. Out of Art Prins Hendriklaan 43, 1075 ba Amsterdam Tel. 020-675 63 00 info@out-of-art.nl www.out-of-art.nl Werkgroep Out of Art 14: Frits Gronert, Eva von Stockhausen, Karin Verboeket en Phia Verstraete Aan dit nummer werkten verder mee: Legs Boelen, Bert de Groot, Marco Grünbauer, Ger Jonkergouw, John Maizels, Albert Matthijssen, Frans Smolders, Petra van der Steen, Jan Vellekoop en Jack Vreeke Samenvattingen: Eva von Stockhausen Vormgeving: Van Rosmalen & Schenk, Amsterdam Druk: Drukkerij Tesink, Zutphen Omslag: Joe Coleman, Pathological Firestarter, 2010, acryl op paneel (middendeel van drieluik) Foto: Camerarts Opgave en vragen over abonnementen: Abonnementenland Postbus 20, 1910 aa Uitgeest Tel. 0900 - 226 52 63 Fax 0251 - 310 405 www.aboland.nl De eerste abonnementsperiode geldt voor bepaalde tijd en kan niet tussentijds beëindigd worden. Abonnementen worden na de eerste abonnementsperiode omgezet naar een jaar­ abonnement, tenzij u tenminste 3 maanden voor het eindigen van de abonnementsperiode opzegt.

Abonnementsprijs in Nederland € 15,- per jaar Subscription inside Europe € 22.50 and outside Europe € 27.50 Voor verkooppunten zie www.out-of-art.nl Niets uit dit magazine mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt zonder voorgaande toestemming van de uitgever.

Het portret is van alle tijden. Altijd boeiend. Of het nu gemaakt wordt door reguliere kunstenaars of door outsiders. Een portret vertelt twee verhalen; dat van de geportretteerde en tussen de regels door, vooral dat van de maker. Bewonder de kleurrijke uniformen en gedetailleerde kapsels van de Ghanese kunstenaar Johnson Weree. Vergelijk diezelfde aandacht voor het haar met de damesportretten van Mohin Khaleghi. In de gracieuze gezichten van Pascale Vincke vallen vooral de donker omrande ogen op. Alexis Lippstreu is zo zeer op mensen en gezichten gericht dat hij in zijn interpretaties van beroemde schilderijen zelfs de hele omgeving weglaat. Klei is het beeldende middel bij uitstek voor de kleurrijke portretten van Lila Ramsoekh. Wiet Eijgenraam richt zijn aandacht op bekende mensen uit de wereld van de sport en de politiek. De Amerikaan Joe Coleman toont ons met zijn (zelf)portretten nadrukkelijk iets van de zelfkant van de samenleving. In opperste concentratie onderzocht Harold Pieternella zijn eigen expressie in een gebroken spiegelscherf. En ex-gedetineerden in Vught tonen ons hoe je zonder ervaring, maar door intens te kijken, bijzonder persoonlijke portretten kunt tekenen.

Out of Art 15 verschijnt midden mei 2013 met een themanummer over Street Art.

2

OUT OF ART DECEMBER 2012

8

Afgelopen zomer reisde ik voor Out of Art naar Londen voor een interview met John Maizels, hoofdredacteur van Raw Vision. Deze bevlogen en internationale expert op het gebied van Outsider Art, deelde zijn kennis royaal. Bovendien onderstreepte hij het belang van het verrichten van vrijwilligerswerk bij de Nek Chand Foundation in India. In de rubriek ‘Ik ben ik’ triomfeert Hans Kuiper van Atelier De Haagse School met ge­schilderde steden en landschappen waar orde, regelmaat en symmetrie heersen. In ‘Recent verschenen’ wordt de ­publicatie ‘On the map’ gerecenseerd en de rubriek ‘Eindeloze begeerte’ vertelt over de intieme verzameling Outsider Art van Jan Vellekoop, een collectioneur met b ­ ijzondere aandacht voor, en boeiende herinneringen aan Willem van Genk. Geniet van de verhalen en verdiep u in de portretten. Ze laten u beter kijken naar uzelf en naar de mensen om u heen. Karin Verboeket, hoofdredacteur

© 2012

13

4


35

32

22 Thema: portretten

4

Kijken in een Afrikaanse spiegel. De mannequins van Johnson Weree Altijd ‘en face’. Nooit ‘en profil’. Weree is “addicted to drawing” en tekent alle dagen gezichten onder gecompliceerde kapsels.

13

Gevangen gevoelens. Vrouwenportretten van Mohin Khaleghi Hoe mooie vrouwen uit tijdschriften een ander gezicht krijgen in schilderijen vol gevoelens.

16 16

Pascale Vincke. Intens in pastel Pastelkrijt past wonderwel bij de techniek van deze portrettist.

17

Lila Ramsoekh. Extra dimensies in keramiek Bij het kleien van portretten voelt Lila zich aangetrokken tot ongebruikelijke personages.

Alexis Lippstreu. Hoekige gezichten Gebaseerd op schilderijen van bekende meesters focust Alexis Lippstreu zich vooral op de mens.

22

Het kader van Wiet Eijgenraam Eijgenraam portretteert bekenden uit de sport, de politiek of uit zijn eigen omgeving met krachtige lijnen en zwierige toets.

24

Joe Coleman. Portret van een duistere wereld Via bloederige tekeningen, ‘party explosions’, de wereld van de ‘burlesque’ en striptekeningen, vond Joe Coleman een eigen handschrift. Met een tweeharig penseel legt hij in gedetailleerde portretten zijn eigen ervaringen open en bloot.

32

Met de ogen van Harold Pieternella Een intense speurtocht naar zijn eigen wortels mondde onder meer uit in een reeks zelfportretten met de focus op het oog.

40

Zit m’n haar goed? Dubbelportretten in het gevang Gedetineerden portretteren hun docent die in de tekeningen geleidelijk ouder wordt.

Rubrieken

8

Ik ben ik; Hans Kuiper “Liever vrij en mezelf” Verzonnen steden en landschappen. In acryl. Kuiper schildert voor zichzelf “een nieuwe werkelijkheid en voor wie ernaar kijkt een on­werkelijke wereld”. Voelt hij zich “leeg als een uitgeknepen citroen”, dan geldt als remedie: “ lege landschappen schilderen”.

18

Fascinerende ontmoetingen; John Maizels “Geobsedeerd en gek” De hoofdredacteur van Raw Vision deelt zijn kennis en passie. Als het over Outsider Art gaat, kwalificeert hij zichzelf als “obsessed and mad”.

31

Recent verschenen; On the Map Exploring European Outsider Art; a Notebook Een handig naslagwerk voor wie affiniteit heeft met Outsider Art.

35

Eindeloze begeerte; Jan Vellekoop Een intieme verzameling Vellekoop heeft een intieme collectie kunst van outsiders. Als hij naar dit soort kunst kijkt, kruipt hij “als het ware in hun DNA. Het is zo sterk; bijna alsof er een geweer op je is gericht”.

39

Column; Karin Verboeket Ecce Homo

42 43 44

Agenda English summary Beeld; Monicque Smallegange

OUT OF ART DECEMBER 2012

3


Thema: portretten tekst: frans smolders foto’s: marcel köppen

De mannequins van Johnson Weree Johnson Weree (Liberia 1970) tekent koppen van mannen en vrouwen van middelbare leeftijd, een heel enkele keer met een kinderhoofd voor de borst. Hij tekent ze in ‘mixed media’ zoals dat heet, om precies te zijn met diverse kleuren balpen, gelstift, potlood, kleurpotlood of pastelkrijt. De gezichten zijn kleurrijk, aantrekkelijk en uitnodigend, maar tegelijkertijd raadselachtig, en vragen om een ‘closer look’. We zien busteportretten van starende mannen en vrouwen. Kort donker haar van een diepe kleur, gemaakt met drie lagen balpen, in rood, blauw en zwart. Kleine uitdrukkingsloze ogen, met een scherp afgetekende pupil in glinsterend oogwit, een hondenneusje met zwarte neusgaten aan het eind van een lange neusbrug, een abnormaal brede mond met samengeperste lippen. De priemende pupillen lijken gevlamde glazen knikkers, twee- of zelfs driekleurig. De vrouwen zijn gesierd met rode blosjes of geverfde schoonheidsstippen. De haren zijn mooi gekapt, in een brede scheiding gekamd, soms met losse lokken die eindigen in sierlijke krullen. De mannen hebben allemaal diepe inhammen op het voorhoofd en ook zij dragen het kroeshaar strak gekamd. De meest recente mannelijke tekeningen hebben een geometrische opbouw van het gezicht, met ruit- of amandelvormige ogen, een trapeziumvormige snuit, een ellipsvormige of ovale mond. Met rechte en kromme krijtstrepen is het gezicht geboetseerd tot een kubistisch hoekige ruimtelijke vorm, soms in felle kleuren. De hoofden tonen geen onderaanzicht, geen profiel, maar zijn altijd ‘en face’, pal van voren, alsof je jezelf in een spiegel aankijkt. Ze zijn nogal kinderlijk getekend: het hoofd erg groot en breed in verhouding tot de schouders

en het lijf, zeker tweemaal de natuurlijke grootte. De ogen zijn hoog in het gezicht geplaatst en ver uit elkaar, met kleine pupillen in het heldere oogwit, de mond te breed. Nek en oren zijn nergens te bekennen. Fantastische kleding

Er is een ongelooflijke tegenstelling tussen de dieptewerking en de gelaagde opbouw van het gezicht en de platte, harde buste, als uit steen gehouwen of uit hout gesneden en daarna beschilderd. Het armloze, decoratieve lijf zit zonder hals aan de kop geplakt. Hooguit zijn dikke nekken verborgen achter de hooggesloten boorden. Of beter gezegd, achter het papierplatte kostuum dat uit een groot aantal kleurvlakjes is samengesteld, ingevuld met licht-donkere kronkelingen van gelstift en donkere balpen. Het borstbeeld is niet ‘aflopend’ getekend, maar laat een randje papier vrij voor signatuur en jaartal. De romp staat weer in contrast met de achtergrond. Wat dwarrelt er om de hoofden in een onbestemde omgeving? Geen herkenbare elementen zoals een landschap, ook geen rekwisieten van de afgebeelde personen, maar zwevende wokkels of andere sierlijke patronen. De kledingstukken zijn Weree’s eigen ontwerpen; alleen de felle kleuren zijn Afrikaans qua sfeer. Mensen krijgen stijl en status, plechtigheid en zelfbewuste trots, alsof ze ceremonieel gekleed gaan, met decoratieve emblemen als nationale vlaggen of militaire onderscheidingen. Is deze kleurrijke klederdracht een moderne variant op ­historische kostuums, op gala-uniformen? Of verwijzen ze naar opzichtige kostuums als die van muziekidool Michael Jackson? Zelfs een vage verwijzing naar dierenhuidpatronen of camouflagestof is denkbaar? Desgevraagd vertelt Johnson Weree dat de ideeën voor de kleding in zijn eigen fantasie p Johnson Weree Zonder titel, 2010 - 2011 Gemengde techniek op papier, 50 x 32,5 cm Collectie De Stadshof

4

OUT OF ART DECEMBER 2012


OUT OF ART DECEMBER 2012

5


blijft hardnekkig aan je handen plakken.” Hij werkt hier vier dagen in de week en op maandag doet hij thuis het huishouden. Verzonnen steden

Kuiper toont me zijn werkplaats. Potten verf en kwasten staan netjes gerangschikt op een plank. Het lijkt wel alsof er nooit gebruik gemaakt wordt van deze strak g­ eordende plek. Maar het tegendeel is waar; Kuiper heeft hier inmiddels een enorm oeuvre opgebouwd. Hij wijst op een dikke rij ingelijste beeldende werken die tegen de muur leunen. En dan zijn de schilderijen die elders hangen nog niet eens meegerekend. Kuiper maakt tweedimensionaal werk, meestal figuratief. “Ik schilder verzonnen steden en landschappen en geef elke stad of landschap een naam. Ik schilder voor mezelf een nieuwe werkelijkheid en voor wie er naar kijkt is het een onwerkelijke wereld.” Omdat het ondoenlijk is de omvangrijke stapel schilderijen door

Hans Kuiper Binnenstad van Rhoondrecht, 2011 Acrylverf op doek, 60 x 40 cm

10

OUT OF ART DECEMBER 2012

Hans Kuiper Centrum van Alieveen, 2011 Acrylverf op doek, 60 x 40 cm


te lopen, bekijken we de werken op de computer. Kuiper maakt een selectie van wat hij me per se wil laten zien. Hij is verbolgen over het feit dat veel namen van zijn ­steden niet goed zijn gespeld. Hij moppert binnensmonds niet verstaanbare verwensingen en eist dat ze onmiddellijk goed worden gespeld. Als de correctie gedaan is, begint hij in alle kalmte zijn verhaal. “De binnenstad van Rhoondrecht heb ik in Amsterdamse stijl geschilderd. Ik houd van trapgevels, versieringen aan huizen, straatverlichting, ramen en de sfeer van vroeger. Ik heb de huizen ook zelf gezien.” Het gebruik van veel witte belijningen maakt dit pittoreske werk helder. Een autoloze weg, veel m ­ ensen op de stoep en hier en daar een enkeling op straat. Ouderwetse verlichting hangt hoog aan een draad aan de huizen en werpt een schaduw op straat. De voorste draden lijken in het niets op te lossen. De blauwe lucht en de witte bewolking in de verte kondigen de komst van ander weer aan. De meeste stadsgezichten schildert Kuiper zonder mensen en auto’s. “De mensen, auto’s en ook reclameborden krijgen de meeste aandacht en leiden dan af van de gevels die ik schilder.” Opwindende steden

Wat opvalt, is dat de ene keer met grove, en de andere keer met fijne penseelstreken wordt gewerkt. Hier heeft Kuiper wel een verklaring voor. “Bijvoorbeeld het centrum van Alieveen is geen opwindende stad; leuk om een keer gezien te hebben. Ik zou er niet meer doorheen rijden. Eén keer is genoeg. Daarom heb ik het losjes en grof geschilderd en van een afstand. Anders dan Rhoondrecht, dat heb ik precies en van dichtbij geschilderd. Rhoondrecht is veel interessanter. Allebei de steden hebben een eigen karakter.” Afgaand op zijn levendige beschrijving, lijkt het alsof hij de steden naar eigen waarneming vastlegt, maar voor Kuiper wordt elke stad die hij schildert een nieuw ‘verzonnen’ stad. Hij kan hem zelfs meerdere keren b­ ezoeken. Het is zijn eigen realiteit. Tijdens de autotocht op weg naar de vele steden die hij en zijn moeder werkelijk bezoeken, verzint hij nieuwe steden. Hij plakt als het ware fragmenten van wat hij ziet aan elkaar en zo wordt in zijn hoofd een nieuwe stad geboren. “Mijn moeder en ik hebben al veel gezien. Het is jammer dat zij ouder wordt en slecht ter been is.” p Hans Kuiper Lieve Heer, 2011 Acrylverf op doek, 60 x 80 cm

Hans Kuiper Landschap, 2011 Acrylverf op doek, 60 x 80 cm

p

OUT OF ART DECEMBER 2012

11


ontstaat. Vertrouwde mensen in haar directe omgeving vormen een baken, maar meer vanuit de behoefte aan houvast dan vanuit een wederzijdse gelijkwaardigheid. Dynamische schilderwijze

14

ware haar eigen gevoel op aan haar onderwerpen. Het is daarom opmerkelijk dat zij zo hecht aan afbeeldingen van mooie, evenwichtige vrouwen met een uitdrukking en een sfeer, zo totaal tegenovergesteld aan die van haar interpretaties. Mohin heeft boekjes vol met verzamelde plaatjes van mooie, knappe meisjes en vrouwen, met hier en daar een enkele jongen. Ze kan daar uren achtereen geconcentreerd, in stilte naar kijken. Deze verzamelingen draagt ze altijd bij zich, als een houvast in een voor haar onberekenbare wereld. De plaatjes lijken misschien wel het tegenovergestelde van wat zij voelt, maar haar werkelijke beleving blijft een mysterie. In het dagelijks leven komt Mohin wat schuchter over. Ze praat zacht en lijkt niet te weten hoe ze met anderen contact moet maken. Toch lijkt zij een verlangen naar vriendschap te koesteren, wat merkbaar is als zij naast mensen zit die ze aardig vindt en afwacht of er een praatje

Mohin kiest vaak afbeeldingen waarbij het kapsel ­prominent aanwezig is in de vorm van lange strengen of loshangend krulhaar. In haar werk vertaalt zij dit op haar eigen, specifieke manier. Het is niet alleen de blik van een persoon, maar ook en vooral het haar dat een belangrijk deel van de sfeer bepaalt. Bij nadere beschouwing valt op dat Mohin zich bij het schilderen en tekenen van de haren, bedient van een felle en driftige schildershand. In de haren speelt zij ‘vol op het orgel’ met kleur, contrast en beweging. Een goed voorbeeld is Blonde vrouw met blauwe trui. Het is met 140 x 120 cm een monumentaal werk dat verrassend eenvoudig en treffend van opzet is. We zien een groot vrouwenhoofd voor een geelgroene achtergrond. De vrouw draagt een blauwe trui en heeft blond haar waarin zwarte strepen de losse haren en strengen aangeven. Het schilderij is opgezet met grote, min of meer afgebakende kleurvlakken. Door die opzet en dynamische schilderwijze lijkt ieder detail iets uit te ademen van Mohins gevoelens. Het schilderij lijkt te gaan over vitale jeugd en schoonheid,

Mohin Khaleghi Blonde vrouw met blauwe trui, 2012 Acrylverf op doek, 140 x 120 cm

Mohin Khaleghi Meisje met rode haren, 2012 Acrylverf op doek, 50 x 50 cm

OUT OF ART DECEMBER 2012


wijdedoelen.nl

maar ook over angst en eenzaamheid. De ogen hebben een naar binnen gekeerde blik. De kleur van de huid oogt gloeiend en kwetsbaar. En de wijze waarop de vlakken zijn ingeschilderd, is levendig, nerveus en expressief. Desgevraagd

Op de vraag waarom zij zo vaak portretten schildert, geeft Mohin twee redenen. Allereerst vindt zij het schilderen van niet levende onderwerpen en objecten “eng”. Objecten die “dood” zijn, zoals een stoel, een lamp, een tafel of iets dergelijks, maken haar bang als ze er lange tijd mee bezig is of er lang naar kijkt. Mensen, en dan vooral hun gezichten, leven. Die kun je echt ontmoeten. Als we ons proberen voor te stellen hoe dit werkt, is het herkenbaar dat lang kijken naar bewegingsloze objecten existentiële gevoelens van angst en onrust kan oproepen. Overigens heeft Mohin wel, of misschien wel juist daardoor, een fascinatie voor klassieke klokken. Deze benadrukken immers de voortgang van de tijd met hun ritmisch tikken en bewegende mechanieken. De tweede reden waarom zij zo vaak portretten maakt, is dat zij dan naar mensen kan “staren”, zoals zij het noemt. Mohin kan gefascineerd raken door een gezicht en een persoon. Ze heeft echter de ervaring dat lang naar iemand kijken bij diegene een afwerende reactie oproept.

Mohin Khaleghi Meisje met geel haar, 2012 Acrylverf op doek, 100 x 80 cm

Mohin Khaleghi Meisje met rode strik, 2012 Acrylverf op doek, 120 x 100 cm

Het creëren van een portret geeft Mohin de mogelijkheid net zo lang naar het gezicht op het schilderij te kijken als zij zelf wil. Het gaat haar daarbij niet alleen om te genieten van het gezicht, maar ook om greep te krijgen op haar angsten door verbinding te maken. Dit gegeven doet wel denken aan wat kunsthistorici zeggen over prehistorische grottekeningen, zoals die in Lascaux en Altamira. De eerste mensen die tekeningen van dieren op grotwanden maakten, deden dit in de overtuiging dat zij met het tekenen macht kregen over de dieren. Hierdoor zou de jacht succesvol verlopen. Tekenen, iets nabootsen, kan zo een bezwerende kracht in zich dragen. Dit is wel te vergelijken met wat Mohin Khaleghi doet. Zij tekent en schildert haar onderwerpen om ze te doorgronden en te beheersen, ze in bezit te nemen en te ‘bezweren’. Deze intense portretten zijn het resultaat van een on­gekende en bijna instinctieve inspanning en concentratie op het onderwerp. Het is alsof je terug gaat naar de oerbetekenis van schilderen en van kunst. Door haar werk kunnen we de wereld zoals Mohin die beleeft, enigszins meevoelen. De concentratie en de scherpe waarneming, het “staren”, de expressie, de naar binnen gerichte blik, het nerveuze, de waakzaamheid, de angsten; alles wordt zichtbaar in deze fascinerende portretten.

Mohin Khaleghi Meisje aan de computer, 2012 Acrylverf op doek, 50 x 50 cm

Bert de Groot en Marco Grünbauer zijn werkzaam bij Ateliers de Wijde Doelen, Utrecht.

OUT OF ART DECEMBER 2012

15


Fascinerende ontmoetingen; John Maizels tekst: karin verboeket foto’s: leon hermans

Een Engelstalig magazine over Outsider Art. Een mondiaal bereik. Een frequentie van vier edities per jaar. En… dat al jaren lang. Raw Vision is het tijdschrift dat elke liefhebber van Outsider Art kent, of zou moeten kennen. De bevlogen hoofdredacteur zetelt in Londen. De man is doordrenkt van zijn passie voor deze kunst. Met grote kennis van zaken en een internationaal netwerk lukt het John Maizels ook in deze economisch mindere tijden het hoofd boven water te houden. Dat maakt nieuwsgierig. Dus op naar Londen, waar de fotograaf en ik langer op onze bagage moesten wachten dan dat de vlucht duurde. Maar eenmaal in de weelderige tuin van John en Maggie, omringd door de meest wonderlijke beelden en objecten, nippend aan de thee en genietend van de mierzoete Battenburgh cake was dat snel vergeten.

“Geobsedeerd en gek” Wanneer en waarom ben je begonnen met Raw Vision? “Ik was gefascineerd door deze kunst en omdat mijn ouders in Zwitserland woonden, kon ik vaak het Musée de l’Art Brut in Lausanne bezoeken. Wij wisten ervan, maar niemand anders leek het te weten. Omdat ik ben opgegroeid met deze kunst, groeiden mijn kinderen er op hun beurt ook mee op. De term Outsider Art las ik voor het eerst in het boek dat Roger Cardinal in 1972 publiceerde. Ik wist dat ik mensen erover wilde vertellen. Ik was gewoon geobsedeerd en gek. In 1989 werkte ik als leraar en had ik lange vakanties. Dus veel tijd. Ik ben zonder geld gestart met een oplage van duizend stuks. Ik gaf twee edities per jaar uit, later drie. En toen was al het geld op. Tijdens een reis naar New York ontmoette ik (invloed)rijke Amerikanen die dezelfde passie deelden. Na een dag of vijf, zes, had ik genoeg steun om Raw Vision voort te zetten. Ik gaf mijn werk als leraar op en ging mij fulltime wijden aan het magazine dat groeide van drie tot vier edities per jaar.“ Hoe wordt Raw Vision samengesteld en verspreid? “We zijn als organisatie klein begonnen. De broer van mijn vrouw verzorgde als grafisch vormgever de typografie en het ontwerp. Maggie fotografeerde vooral veel. Later werden we groter en h­ ielden

Ik ben zonder geld gestart met een oplage van duizend stuks.

18

OUT OF ART DECEMBER 2012


rawvision.com

we officieel kantoor. Nu, met de veranderde economie, zijn we weer kleiner geworden. Het versturen van een exemplaar van Raw Vision is tegenwoordig bijna duurder dan het drukken van het blad. Inmiddels hebben we ons huis aangepast en het kantoor naar hier verhuisd. Veel doen we weer zelf. Schrijven, fotograferen, v­ ormgeven, het zoeken van adverteerders, het versturen van boeken en het regelen van abonnementen. Wel heeft Raw Vision een groot n­ etwerk aan auteurs. Er is altijd materiaal genoeg. Elke dag ontvang ik aanbod per mail. Je moet vooral heel selectief zijn. Er zijn zoveel mensen geïnteresseerd om voor ons te schrijven. Meestal ligt bij het verschijnen van het ene nummer, al tweederde van het volgende nummer klaar. Hoe is dat eigenlijk met Out of Art?”, wil hij weten. Ik vertel dat wij voor elk nummer apart op zoek gaan naar auteurs, maar dat wij natuurlijk meer tijd hebben omdat we maar twee maal per jaar verschijnen. John vervolgt “Het is wel moeilijk om aan goede foto’s te komen. Vroeger kon je een foto gewoon vergroten. Nu zit je met het aantal pixels waarmee de oorspronkelijke foto is gemaakt. Wat de verspreiding betreft: vier edities per jaar is het minimum om verkocht te worden in de boekhandel. Daar is de ‘follow up’ moeizaam, want soms leggen ze het magazine al na een maand weg om plaats te maken voor andere tijdschriften. De meeste abonnementen en losse verkoop hebben we in de Verenigde Staten. De verhouding is te vergelijken met die op Facebook: tegen tweehonderd Engelsen ­participeren duizend Amerikanen”. Wat is de focus van Raw Vision? “Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was er een grotere antropologische focus. De thema’s waren meer gefragmenteerd, met veel aandacht voor de outsiders van het ‘diepe, zwarte zuiden’ van Amerika en de Franse ‘environments’. Gaandeweg ontwikkelde zich een bredere internationale bewustwording. Maar wij ontvangen nog steeds steun uit de Verenigde Staten waar het verzamelen van Outsider Art status en invloed kan genereren. Het gezegde luidt ‘who pays the Piper, chooses its tune’ (wie betaalt, bepaalt). Dat houdt in dat Raw Vision zich, althans voor een belangrijk deel, richt op de klassieke outsiders die daar veel verzameld worden. Outsider Art is in Amerika nu eenmaal veel populairder dan elders. Misschien heeft het met Amerikaans patriottisme en hun trots op Folk Art te maken? In elk geval zijn zij trots op deze cultuur. In Groot-Brittannië kijkt men er nog steeds een beetje op neer. Misschien staat de sociale context in de weg? Natuurlijk, geleidelijk verandert het wel, maar zo is hier bijvoorbeeld nog steeds geen museum voor Outsider Art. Trouwens, het is ook erg jammer dat bij jullie De Stadshof v­ erdwenen is. Ik kwam graag naar de collectie in dat mooie gebouw kijken.” p

Outsider Art is in Amerika nu eenmaal veel populairder dan elders.

OUT OF ART DECEMBER 2012

19


Thema: portretten tekst en foto’s: albert matthijssen

Het kader van Wiet Eijgenraam artenzo.nl

22

OUT OF ART DECEMBER 2012


Wiet Eijgenraam Mr. Bean, 2007 Gemengde techniek op papier 65 x 50 cm

Wiet Eijgenraam Pieter van den Hoogenband, 2008 Gemengde techniek op papier 50 x 65 cm

De portretten van Wiet Eijgenraam (1955) zijn te herkennen aan krachtige lijnen, soms felle kleuren en tegelijkertijd een zwierige, losse toets. In deze consistente beeldtaal, aangevuld met enkele schetsmatige lijnen, weet hij de geportretteerden trefzeker uit te beelden. Zijn voorkeur gaat uit naar mensen uit de sport, de politiek en de directe omgeving. Daarnaast is zijn eigen stad Tilburg een favoriet onderwerp. Een korte schets over een kunstenaar met een geheel eigen handschrift en een opmerkelijk strakke werkwijze. Uit noodzaak. Elke ochtend brengt Wiet het Brabants Dagblad mee naar Atelier Artenzo waar hij een vaste werkplek heeft. Uit twee foto’s kiest hij er een als uitgangspunt voor een tekening die hij begint met potlood en later inkleurt met inkt en/of aquarelverf. Als de schildering droog is, omlijnt hij de contouren met gekleurde inkt en een rietpen; een kwast is veel te flexibel. Tot slot om­kadert hij de hele afbeelding om aan te geven dat zijn werk klaar is. Toen hij in 2003 bij Atelier Artenzo kwam, werd duidelijk dat Wiet baat

Wiet Eijgenraam Inge de Bruijn, 2008 Gemengde techniek op papier 50 x 65 cm

Wiet Eijgenraam Rita Verdonk, 2008 Gemengde techniek op papier 65 x 50 cm

heeft bij structuur. Na een lange voorgeschiedenis van ernstige gedragsproblemen, uithuisplaatsing op dertienjarige leeftijd, opname in een psychiatrisch ziekenhuis en een, wegens suïcidale neigingen lang­ durig verblijf in isoleercellen, werd pas in 2000 de diagnose autisme gesteld. Volgens familieleden tekende Wiet vanuit zichzelf altijd al graag, maar was dit door de omstandigheden op een lager plan komen te staan. Dankzij een strakke werkwijze met duidelijke kaders is zijn werk met de jaren rustiger en verfijnder geworden. Met behulp van een zogenaamde ‘organizer’ programmeert Wiet zijn dag zelf aan de hand van codes en bijbehorende omschrijvingen van activiteiten. Om zijn zelfstandigheid en eigen keuzes te bevorderen, staan op ‘placemats’ alle voorwerpen afgebeeld die hij voor een bepaalde activiteit nodig heeft.

een paar krachtige lijnen de geportretteerde uit te beelden. In veel van zijn tekeningen komen grote hoofden en grote handen voor. Vaak herkennen we de typerende bewegingen en gezichtsuitdruk­kingen van de bekende mensen die hij vastlegt. Het creatieve werk is inmiddels een essentieel onderdeel van het dagelijks leven van Wiet Eijgenraam. Het houdt hem op de rit en leverde inmiddels al een hele reeks aantrekkelijke portretten op. Albert Matthijssen is artistiek leider bij o.a. Atelier Artenzo, Tilburg.

Hoofden en handen

Hoewel zijn aandacht voor detail de afgelopen jaren is toegenomen, hecht Wiet geen waarde aan wat de beschouwer eventueel belangrijke details vindt. Intuïtief, met veel dynamiek en heel direct weet hij met

Wiet Eijgenraam Beatrix, 2005 Gemengde techniek op papier 50 x 65 cm

OUT OF ART DECEMBER 2012

23


Thema: portretten tekst: eva von stockhausen

Portret van een duistere wereld Joe Coleman 24

OUT OF ART DECEMBER 2012


“One doesn’t become enlightened by imagining figures of light, but by making the darkness conscious.” Carl Jung Joe Coleman (Norwalk, Connecticut, 1955) was vroeger een bang jongetje. Klein van stuk, voelde hij zich op de padvinderij geïntimideerd door de andere kinderen. Ook thuis kreeg hij het vaak voor zijn kiezen; zijn vader Joseph senior, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in ZuidoostAzië had gevochten, was een getraumatiseerde man die veel dronk en achter gesloten deuren zijn gezin terroriseerde. Zijn moeder Jacqueline, een diep­ gelovige schoonheidskoningin die uit de Katholieke Kerk was gezet, was emotioneel extreem afhankelijk van haar zoon en overschreed daarbij soms g­ renzen. En hij woonde ook nog eens tegenover een griezelig kerkhof. Joe Coleman Pathological Firestarter, 2010 Acryl op paneel, 12 x 20 cm ­(drieluik) Foto: Camerarts

Was het leven thuis een bron van ongeluk, het reikte hem op zeldzame momenten ook middelen aan tot ontsnapping. Aangemoedigd door zijn moeder en met materialen die hij van zijn vader had gekregen, sloeg kleine Joe aan het tekenen. Zijn ideeën deed hij op uit zijn moeders Bijbel en een platenboek van Jheronimus Bosch (ca. 1450-1516), wat resulteerde in grafiettekeningen van oorlogen en gemartelde h­ eiligen, waarin het bloed vaak rijkelijk vloeide. Party Explosions

Angst gaat niet zelden over in woede, en in de loop der jaren begon Coleman antisociaal gedrag te vertonen, maar wel met een sterke symbolische lading; hij stak het sportveld van zijn school in brand (“Dat was een

creatieve daad”) en in zijn puberteit ontplofte hij soms in het openbaar. Letterlijk. Deze ‘party explosions’ vonden plaats voor een o­ nvrijwillig publiek. Met een bakplaat en explosieven op zijn borst gebonden drong hij feestjes van onbekenden b­ innen, om zich voor de ogen van de nietsvermoedende feestgangers op te blazen. Het was de basis voor een glorierijke loopbaan als performer en ‘geek’, waarin hij zichzelf met enige regelmaat op onverwachte plekken opblies en menig knaagdier met zijn tanden onthoofdde. “Ik zou dat vandaag de dag nooit kunnen doen, maar interessant genoeg leek ik in de toekomst te kunnen kijken. Als een teken van wat er komen ging: suicide bombers.” Anno 2012 treedt hij in New York op in de wereld van Burlesque, een veelal onbegrepen kunstvorm waarin van oorsprong functioneel naakt, horror en humor samengaan. Kunstacademie

In 1976 meldde Coleman zich aan bij de New York School of Visual Arts, waarop hij vervolgens categorisch weigerde zich aan te passen aan het heersende abstracte dogma. Hij werd verwijderd en ging zich toeleggen op het maken van stripverhalen. In de jaren die volgden liftte hij als striptekenaar mee op de groeiende populariteit van de comic- en tatoeagecultuur. Beide cultuuruitingen zijn vandaag de dag populairder dan ooit. Zo ook Colemans oeuvre, hoewel hij in de jaren tachtig de overstap heeft gemaakt van strips naar schilderijen. Hij is een kunstenaar die het geluk heeft gehad dat zijn werk vanaf

het prille begin een geïnteresseerd publiek, een ‘cult following’, had; eerst in de comiccultuur, daarna in de wereld van Outsider Art en vervolgens in de ‘mainstream’ kunstcultuur. Mommy/Daddy

Een van Colemans vroege schilderijen, Mommy/Daddy (1994), grijpt terug op zijn jeugd. De twee protagonisten – de vader en moeder van de schilder – worden hier als één persoon opgevoerd, die zich centraal in het portret bevindt. Hij/zij staat hier als bevroren op zijn/haar plaats en staart de toeschouwer schijnbaar emotieloos aan. Dit tegen een levendige achtergrond van talrijke andere, kleinere portretjes en situatieschetsen die samen het levensverhaal van de geportretteerden vertellen. Zo zweeft ergens het volgende beeld: moeder Jacqueline die in de deuropening van een verduisterde kinderkamer staat en een onheilspellende blik naar binnen werpt. Daaronder in sierlijke letters de vraag: ‘Why did she undress in front of me?’. Elders, in de rand, is Colemans moeder te zien als een spin in haar web. Aan de rechterzijde van het schilderij zijn we getuige van de huiveringwekkende wederwaardigheden van vader Joe senior tijdens de Tweede Wereldoorlog. Meteen daaronder zien we hoe hij zich bedrinkt in de kroeg. Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit vele. Zoals in de schilderijen van vroeg-Nederlandse schilders als Jheronimus Bosch, met wie Coleman een grote verwantschap voelt, wordt de toeschouwer hier haast overrompeld door de hoeveelheid beelden die hij in één klap p

OUT OF ART DECEMBER 2012

25


OUT OF ART DECEMBER 2012

Joe Coleman is een ‘storyteller’; zijn portretten zijn in de eerste plaats verhalend. In zijn portretten worden, naast zijn familie­ leden, vooral beroemde en beruchte figuren uit de (Amerikaanse) geschiedenis ten tonele gevoerd en verheven tot helden van mythologische omvang: cultuurhistorische figuren als Edgar Allan Poe (1809-1849) en LouisFerdinand Céline (1894-1961), beroemde outsiders als Adolf Wölfli (1864-1930) en Henry Darger (1892-1973), maar vooral ook misdadigers: sekteleiders, moordenaars, ‘outlaws’. Daarnaast staat overwegend de kunstenaar zelf centraal. Coleman heeft wel eens verklaard dat eigenlijk al zijn portretten zelfportretten zijn. Het belangrijkste thema is zijn eigen innerlijke landschap. Hierin wordt gewroet en gegraven,

Storyteller

gepresenteerd krijgt: zwangerschappen en oorlogservaringen, alcoholisme en incest, ziekte en dood, en tenslotte, helemaal onderin het beeld, beide ouders rottend in hun graf.*

Joe Coleman A Doorway to Joe, 2010 Acryl op paneel, 219 x 104 cm (incl. lijst) Foto: John Groo

26


OUT OF ART DECEMBER 2012

27

De rijkdom aan beelden in ogenschouw genomen, blijken veel van Colemans schilderijen veel kleiner te zijn dan verwacht. Ze zijn dan ook gecreëerd met behulp van een grote loep en een één- of tweeharig penseel, vaak door de kunstenaar zelf vervaardigd uit paardenhaar. Gezeten in zijn tot rariteitenkabinet (‘Odditorium’) omgetoverde, verduisterde huis, bij het licht van een enkel peertje, werkt hij dagelijks urenlang aan zijn beklemmende oeuvre, ”inch by inch”. Daarbij start hij meestal vanuit de linkerhoek. De centrale figuur in het portret komt, interessant genoeg, pas veel later in beeld. “ Waarom weet ik ook niet, er kan trouwens in verschillende delen van het oppervlak

Tweeharig penseel

in een poging in het reine te komen met zichzelf en de wereld. Alles passeert de revue, ook dat wat het daglicht niet verdragen kan. Hoewel Colemans oeuvre confronterend genoemd kan worden, is het nooit voyeuristisch, karikaturaal of spottend, eerder afstandelijk en observerend. “Het allerbelangrijkste voor mij is niet te oordelen, om het onderwerp het verhaal te laten vertellen. Ik laat het schilderij zichzelf schilderen, en ik laat de geportretteerde het verhaal vertellen.”

p


Thema: portretten tekst: jack vreeke en ger jonkergouw foto’s: george sterkenburg

In de film ‘Eeuwige Jachtvelden’ van Dick Verdult (1954) treedt een zwarte man op als zogenaamde ‘Zwarte Walvis’.* Hij treitert de walvisjager met zijn verschijning. Hij loopt vaak op en neer voor het raam. Door een mondstuk van baleinen maakt hij geluid. Zijn borst is ontbloot en onder zijn oksel zit een pompsysteem waarmee hij water uit zijn walvisfontanel spuit. Een mooie rol voor zweminstructeur, voetbaltrainer en schilder Harold Pieternella (19502006) die zich zijn leven lang bewust was van zijn eigen ‘roots’. Geboren in Willemstad, de hoofdstad van Curaçao groeide hij op in de wijk Otrabanda. Al op jonge leeftijd koos hij het ruime sop. Op zijn zestiende ging hij aan wal in Rotterdam. Hij volgde een avond­ opleiding, behaalde zijn mulo-diploma en werd zweminstructeur in Bladel. Later werkte hij als instructeur in zwembad De Tongelreep in Eindhoven, de stad waar hij ook zijn vrouw Mieke An ontmoette. In zijn vrije tijd ontpopte hij zich als een verwoed schilder met een ­drietal thema’s.

Met de ogen van Harold Pieternella

Het zelfportret

Schilderen werd voor Pieternella een speurtocht naar de verschillende facetten van zijn identiteit. Op school werd uitsluitend lesgegeven vanuit de Westerse invalshoek. Zoals hij zelf ooit zei “Wij wisten wel van de negers die vanuit Afrika waren aangevoerd om te werken op de plantages, maar er werd nooit bij verteld dat wij hier afstammelingen van waren. Toen we met ons schip Alabama aandeden, in het diepe zuiden van de Verenigde Staten, realiseerde ik mij ‘hé, ik ben ook een zwarte man’”. Het oeuvre van Harold Pieternella telt zo’n zeventig zelfportretten. Hij ging altijd meteen aan het werk zodra hij voldoende spullen op de volle huiskamertafel opzij had geschoven, om plaats te maken voor zijn schilderdoek van

32

OUT OF ART DECEMBER 2012

40 x 30 cm. Om te beginnen had hij geen overbodige ‘rituele’ handelingen nodig. Hij keek in een handgrote scherf van een spiegel die zo verweerd was, dat hij twee keer moest kijken om één detail van zijn gezicht te bestuderen. Soms lijkt het of een deel van het gezicht buiten het spiegelbeeld viel en dan ook niet geschilderd werd. Toch waren de schetsmatige schilderijen altijd klaar als hij stopte.

Harold concentreerde zich vooral op de ogen. De iris schilderde hij helemaal rond en dikwijls zonder pupil. De kleur van de ogen varieert van donkerbruin tot lichtblauw en de huidskleur van donkergrijs en bruin tot wit, of de kleur van het linnen zelf. In vrijwel alle zelfportretten schilderde hij zich ‘en face’, met een klein stukje van de romp en de schedel. Soms vervaagt de omtrek van zijn hoofd en gaat deze over in p

Harold Pieternella Zonder titel, 1987 Olieverf op doek, 40 x 30 cm

Harold Pieternella Zonder titel, 1987 Olieverf op doek, 40 x 30 cm

Harold Pieternella Zonder titel, 1987 Olieverf op doek, 40 x 30 cm



Thema: portretten tekst: legs boelen foto’s: leon hermans

Ergens in de jaren tachtig bezocht ik een uiterst boeiend congres met het thema ‘Kunst und Psychiatrie’. Naast allerlei lezingen en bijzondere ontmoetingen waren er uiteraard ook verschillende exposities. Zo was er een tentoonstelling van een Duitse kunstenaar, wiens naam ik ben vergeten, met portrettekeningen van psychiatrische p­ atiënten. Enkele van hen hadden tevens getracht de ­kunstenaar zelf na te tekenen. Omdat ik als kunstenaar/docent al een aantal jaren werkzaam was in een peniten­ti­aire inrichting en daar ook met regelmaat gedetineerden portretteerde (foto’s maken in een gevangenis is immers uit den boze), besloot ik vanaf dat moment als een soort wederdienst de door mij geportretteerde te vragen ook een afbeelding van mij te tekenen.

“Zit m’n haar goed?”

Dubbelportretten in het gevang 40

OUT OF ART DECEMBER 2012


artinprison.nl

Van iemand een portret maken (ik deed dat meestal met houtskool), is een intieme aangelegenheid. Je mag als het ware legaal een persoon zolang als nodig uitgebreid bekijken, iets wat zonder te tekenen meestal maar heel kort is toegestaan. Zo ontstond een traditie en een ‘rite de passage’ waarbij de gedetineerden tegen het einde van hun straf, als vorm van afscheid, hun portret lieten maken. Gedurende zo’n zitting werd vaak teruggeblikt op de tijd in de gevangenis en vooruitgekeken naar de op handen zijnde ‘vrijheid’. Die ontmoetingen, vaak beginnend met de gevleugelde uitspraak “Zit m’n haar goed?”, hadden vaak een emotioneel karakter. Het is immers niet voor iedereen vanzelfsprekend dat de invrijheidstelling synoniem is aan veiligheid en zekerheid. Een getekend portret is geen momentopname, zoals een foto dat is. Als het goed lukt, brengt het meer k­ anten van de persoonlijkheid aan het licht. Dat kan soms confronterend zijn. Meestal was men tevreden en zo ont­wikkelde ik zelf gaandeweg mijn vaardigheid als p­ ortrettist. Voor mij werd het allemaal nog boeiender als de gedetineerde aan mij begon. Vaak was er verzet en weerstand omdat men dacht niet te kunnen tekenen. Maar we hadden het van te voren afgesproken, dus ging men aan de slag. Opvallend was dat men, ondanks allerlei beperkingen (soms was het zelfs de eerste keer dat iemand zoiets deed), vrijwel altijd zeer serieus aan het werk was. Uiteraard werd er zo nu en dan een grapje gemaakt, maar de sfeer bleef geconcentreerd. Zo bouwde ik door de jaren heen een aardige collectie op van portretten gemaakt door gedetineerden, veelal amateurs op het gebied van de kunsten. Een enkele keer zat er een professionele kunstenaar tussen. Ik zeg weleens gekscherend dat een groot deel van de ‘underground’ mij ooit heeft nagetekend. Kinderlijk, cartoonesk, f­ litsend, abstract, obsessief, figuratief; alles kwam voorbij. Sommigen ontdekten hun tekentalent in de gevangenis en hebben er zich later verder in bekwaamd. De door mij vervaardigde portretten ‘sieren’ heel wat kamers en slaapkamers, boven bedden van ouders, kinderen en geliefden. Eigenlijk over de hele wereld. Wandelend in een grote stad kwam en kom ik nog regelmatig e­ x-gedetineerden tegen die het portret nog hebben, compleet met l­evendige ­herinneringen aan het moment dat wij elkaar ­tekenden. In de lange serie van honderden tekeningen op een rij, zie je mij als het ware geleidelijk ouder worden. Ik moet nog eens een goed concept bedenken om de totale sequentie te exposeren. Of is het maken van een animatie­film misschien een nog beter idee?

Beeldend kunstenaar en musicus Legs Boelen werkte 36 jaar als kunstenaar/docent en later als kunstcoördinator in de Penitentiaire Inrichtingen Vught. Hij geeft lezingen en workshops en publiceert over kunst in gevangenissen. In 1991 schreef hij ‘Art in Prison; de anonieme kunst van jonge gedetineerden’. Kijk ook bij www.legsboelen.nl, www.epea.org of www.planproject.org

OUT OF ART DECEMBER 2012

41


Agenda NEDERLAND Amsterdam Amsterdam Outsider Art

Rotterdam Galerie Atelier Herenplaats

Gent, België Museum Dr. Guislain

Bönnigheim, Duitsland Museum Charlotte Zander

Schiedamse Vest 56-58

J. Guislainstraat 43

Hauptstrasse 15

www.herenplaats.nl

www.museumdrguislain.be

www.sammlung-zander.de

Nieuwe Keizersgracht 1a www.amsterdam-outsider-art.nl

D t/m 25 jan 2013 Renata de Andrade, Rose Bertins, GrooVisual Design en Menno Siegers Street Art, graffiti, recycled art van afval en drukinkt art D v2 feb t/m 24 feb 2013 1e Outsider Art Fotobiënnale D 10 feb t/m 24 mrt 2013 Katja Thiele en Don Thiele D 31 mrt t/m 25 mei 2013 Inga Moijson uit Brussel Schilderijen tonen een onder­ bewuste wereld Galerie Hamer Leliegracht 38 www.galeriehamer.nl

D t/m 5 jan 2013 Davood Koochaki (Iran 1939) Tekeningen van imposant ­formaat

D t/m 3 jan 2013 Geschonden en getroffen Keuze van Hugo Borst met werk van Wendell Kherwen, Marco Barbier en de overleden ­kunstenaar Bob Verheyden. D 18 jan t/m 6 apr 2013 Face to Face Portretten door Europese ­outsiders. Op 9 maart Museum­ nacht, Rotterdam Waterlanders (huilende gezichten). D 19 apr t/m 7 jul 2013 Spaces of our own Kunstenaars van inuti, Zweden, richten de galerie in met hun kunstwerken en installaties. BUITENLAND Brussel, België Art et Marges Museum Rue Haute 312-314

Goes Galerie Atelier De Kaai

www.artetmarges.be

J.A. van der Goeskade 65 www.artotheek.be

25 jan t/m 26 apr 2013 Portretten D t/m 27 jan 2013 Robert Garcet; Denker Robert Garcets Toren van ­Eben-Ezer als symbool van zijn denkwereld vol historische ­interpretaties en pacifisme.

42

OUT OF ART DECEMBER 2012

D t/m 26 mei 2013 Nerveuze vrouwen. Twee eeuwen vrouwen en hun psychiaters Deze tentoonstelling wil het debat over de ‘specifieke’ positie van de vrouw in de psychiatrie stofferen. Een ­tentoonstelling over manie, melancholie, zwakke zenuwen, theatrale tics, hartstochtelijke liefde, zelfverminking, verveling, rebellie, zelfuithongering. Met kunst, ook van outsiders.

Indrukwekkende collectie Outsider Art in een barok slot. Münster, Duitsland Kunsthaus Kannen Alexianerweg 9 www.kunsthaus-kannen.de

D t/m 27 jan 2013 Jaarlijkse verkooptentoonstelling Parijs, Frankrijk La Halle Saint Pierre 2 rue Ronsard www.hallesaintpierre.org

D t/m 13 jan 2013 Jan Locus; Devoted Fototentoonstelling over ­vrouwen, religie en extase D 2 mrt t/m 26 mei 2013 Jimmy Kets; Niet Miss Fototentoonstelling over missverkiezingen in Vlaanderen

D t/m 06 jan 2013 Banditi dell’arte De eerste tentoonstelling in Parijs met Outsider Art uit Italië. Met internationaal bekende kunstenaars Giovanni Podestà en Carlo Zinelli. St. Gallen, Zwitserland Museum im Lagerhaus Davidstrasse 44 www.museumimlagerhaus.ch

Luik, België Madmusée Parc d’Avroy www.madmusee.be

D 1 dec t/m feb 2013 Alexis Lippstreu Minimalistiche tekeningen gebaseerd op schilderijen van oa Manet, Gauguin en Seurat waarbij Lippstreu zich concentreert op de mens. Ism galerie christian berst, Parijs (zie ook p.16 in dit nummer).

D 6 mrt t/m feb 2013 St. Gallen sind wir Outsider Art uit eigen collectie met Hedi Zuber, Jakob Greuter, Irma Bonifas en Johann Eugster.

Agendagegevens voor Out of Art 15 graag vóór 15 maart 2013 mailen naar info@out-of-art.nl o.v.v. ‘Agenda mei 2013’


English summary I am who I am; Hans Kuiper I prefer to be free and myself Hans Kuiper (1957) of Atelier De Haagse School in The Hague, is renowned for creating imaginary townscapes and inventing entirely new names for them. He can tell you what life is like there, and why dull towns are painted more loosely and in broader strokes than exciting places. Sometimes he just paints empty landscapes, to cheer himself up. Or real landscapes, on assignment. But he says ”I have no ambition to become famous, I prefer to be free and myself”. pp. 8-12 www.atelierdehaagseschool.nl

Fascinating encounters; John Maizels “Obsessed and mad” Karin Verboeket interviews John Maizels, founder and chief-editor of the Outsider Art magazine Raw Vision, who was already acquainted with Outsider Art when he was young. In 1989 he decided to start a magazine to tell people about it. He explains how running an international art magazine works, what Raw Vision’s future projects are and why mainstream artists hiding their Outsider Art influence are deplorable. In his London garden, hidden under foliage, is a circle holding extraordinary human figures made by Nek Chand (1924). Maizels is an ardent promoter of the worldfamous rock garden this Outsider artist created in India. He would advise anyone to go and see it for themselves or, even better, take part in its volunteer programme. pp. 18--21 www.rawvision.com www.nekchand.com

Recently published Book review of ‘On the Map. Exploring European Outsider Art; a Notebook’. This book was launched on 26 April 2012, being the culmination of the two-year , international survey ‘Outsider Art Past Forward’. In it sixty Outsider initiatives (‘good practices’) from twenty-six countries are presented, together with information about their main activities, international collaborations and future visions. With a kick-off in the shape of essays by well-known professionals from the field like Lisa Niederreiter and Colin Rhodes, it’s a veritable ‘who is who’ of the European Outsider Art world. English € 12,50 p. 31 www.museumdrguislain.be Endless desire; Jan Vellekoop An intimate collection Impassioned art collector Jan Vellekoop (1958) talks to Frits Gronert about his accidental discovery of Art Brut in Lausanne, and how his Outsider Art collection, which started in 1996 when he purchased his first work with money from an inheritance, has grown over the years. What to do when bumping into Dutch outsider Willem van Genk on a train, and the joy of being given a guided tour by artist August Walla in his Gugging room. pp. 35-39

Portraits

Weree’s own past, present and future. His colourful memories of life in Africa, his current predicament as a refugee and his lifelong dream of starting all over as a fashion designer. pp. 4-7 www.collectiedestadshof.nl

Captured emotions Mohin Khaleghi’s portraits Mohin Khaleghi (1992) has a notebook, filled mostly with pictures of beautiful women, that she enjoys looking at, and that she carries around with her. They are a major source of inspiration for her art: portraits characterized by great depth, beauty and harmony. Her reasons for creating portraits are clear: people are alive, so she prefers them to ‘dead’ objects, like lamps. And painting people gives her an excuse to ‘stare’ at them with impunity. It allows her to make contact with fellow humans, and to control her fear of them, like a charm. pp. 13-15 www.wijdedoelen.nl Wiet Eijgenraam’s boundaries Wiet Eijgenraam’s portraits are ­characterized by powerful lines, bright colours and a flowing, light-handed approach. Wiet (1955), who was only diagnosed with autism in 2000, likes to live and work, following a strict routine. Basing his work on photographs from newspapers and working in colour pencil and aquarelle paint, he provides each portrait with strong outlines. His daily life is organised in the same way, based on the principle of boundaries. pp. 22-23 www.artenzo.nl Joe Coleman; Portrait of a dark world

Looking into an African mirror Johnson Weree’s mannequins Johnson Weree (1970) is a refugee from Liberia who has been living in the Netherlands for many years. Not being allowed paid employment, he spends up to eleven hours a day in the public library, drawing faces he has seen before. His portraits are busts of sombre-looking men and women whose multi-layered faces form a strong contrast with their hard, flat bodies. They seem to bring together

American painter, performer and former ‘geek’ Joe Coleman (1955) talks to Eva von Stockhausen about the pagan core of his artistic oeuvre, his love of using language in his work, and why his paintings no longer need multiple borders to protect him from what is going on in them. And what being

ousted from the Outsider Art Fair in New York has meant to him personally and to his work. pp. 24-30 www.joecoleman.com

Through Harold Pieternella’s eyes All his life Harold Pieternella (1950- 2006) was deeply aware of his African roots. Having travelled the world as a sailor and working as a swimming teacher in Eindhoven, he spent much of his spare time painting. Observing himself in a piece of mirror, he painted some seventy self-portraits. Inspired by what he had learnt about the history of Africa and his birthplace Curaçao, he also ­created a vast ­collection of ‘Afrique Noir’ paintings, in which various African symbols and archetypical images are presented to us. Harold Pieternella’s oeuvre reflects a man’s quest for his own, multilayered origins and e­ motions. pp. 32-34 www.kunsthalweert.nl/­ kunstenaars/haroldpieternella

How’s my hair? Double portraits in prison Artist Legs Boelen used to work at a penitentiary institution, giving art classes to inmates. Over the years he developed a kind of ‘rite of passage’ for residents who were about to be released, by making portraits of them in charcoal. Inspired by psychiatric patients portraying their doctors, Legs stimulated his students to start drawing him in return. Today he has hundreds of portraits of himself, in all kinds of styles. Some of the men who made them proved promising artists and, once outside, have continued creating. pp. 40-41 www.artinprison.nl

OUT OF ART DECEMBER 2012

43


Beeld; Monicque Smallegange

Monicque Smallegange (1985) werkt in Atelier De Kaai in Goes. Zij schrijft gedichten en verhalen, werkt met textiel, maakt grafiek en schildert. Ook tekent ze graag portretten. Veel portretten. Altijd naar levensechte modellen. Ze boft dat haar medekunstenaars

44

OUT OF ART DECEMBER 2012

in De Kaai graag voor haar poseren, zoals voor dit portret van Mariska Schilperoord. De gelaatsuitdrukkingen die Monicque vastlegt, zijn vaak heel treffend. Haar portretten maakt zij meestal in zwart-wit en een enkele keer in kleur.

artotheek.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.