OBV Magazine 24

Page 1


Eenvoudig maar niet simpel: DON GIOVANNI test de zwaartekracht

Interesse om bij de Nationale Loterij te werken?

Bedankt aan alle spelers van de Nationale Loterij. Dankzij hen kunnen wij jullie met Opera Ballet Vlaanderen opnieuw een boeiend seizoen aanbieden. Jij speelt toch ook?

©Laura Van Severen

SAMENSTELLING EN REDACTIE

Koen Bollen, Maarten Boussery, Ilse Degryse, Piet De Volder, Wilfried Eetezonne

EINDREDACTIE

Ilse Degryse

GRAFISCH ONTWERP

Britt Helbig

COVER

Nacera Belaza © Koen Broos

BACKCOVER

© more-impression.com & Britt Helbig

V.U.

Opera Ballet Vlaanderen, Jan Raes, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen

Alle rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.

DRUK

INNI Group

Gedrukt op FSC papier uit verantwoord bosbeheer.

LOF VOOR MARCOS MORAU, FLORENTINA HOLZINGER EN ONS

SYMFONISCH

ORKEST

Ons huis mocht de voorbije weken (indirect) een pak internationale schouderklopjes in ontvangst nemen. Zo werd de Spaanse choreograaf Marcos Morau door het gezaghebbende tijdschrift tanz uitgeroepen tot Choreograaf van het Jaar. Morau creëerde vorig seizoen de imposante Romeo + Julia. Mede dankzij die productie mag hij zich choreograaf van het jaar noemen. De komende productie SANCTA in de regie van Florentina Holzinger, die in april bij ons te zien zal zijn, maakte al furore in Duitsland en werd door een kleine vijftig operajournalisten uitgeroepen tot Creatie van het Jaar. Ook het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen blijft hoge ogen gooien in het buitenland. Het Jahrbuch van het magazine Opernwelt, zo’n beetje de Michelingids van de operawereld, prees ons orkest voor zijn prestatie in Wozzeck onder leiding van Alejo Pérez.

OBV IS ‘BAANBREKENDE WERKGEVER’

Opera Ballet Vlaanderen mag in 2026 een jaar lang het certificaat Baanbrekende Werkgever dragen. Dat is een initiatief van Antwerp Management School, Jobat en AFAS Software dat organisaties (en hun HR-teams) die zich als duurzame en mensgerichte werkgevers willen ontwikkelen en positioneren samenbrengt in een lerend netwerk. OBV koos als thema leiderschap en werkte het afgelopen jaar – geïnspireerd door de andere deelnemers – verschillende acties en een plan van aanpak uit. Het doel is om nieuwe en huidige leidinggevenden een beter ontwikkelingsaanbod te bieden en te werken aan een gedragen leiderschapsvisie binnen OBV.

baanbrekendewerkgever.be

© Annemie Augustijns

De internationaal bejubelde productie Wozzeck in de regie van Johan Simons, die ons vorige seizoen afsloot, maakt kans op een International Opera Award. Wozzeck moet het in de categorie Beste Nieuwe Productie opnemen tegen deze medegenomineerden: Castor et Pollux (Opéra national de Paris/Peter Sellars), The Excursions of Mr Brouček (National Theatre Brno & Staatsoper Berlin/ Robert Carsen), La forza del destino (Greek National Opera/Rodula Gaitanou), Innocence (Semperoper/Lorenzo Fiorini), Khovanshchina (Salzburg Easter Festival/Simon McBurney), Louise (Festival d’Aix-en-Provence/Christof Loy) en Salome (Metropolitan Opera/ Claus Guth). In 2014 won Opera Ballet Vlaanderen een International Award voor Parsifal (regie: Tatjana Gürbaca) en in 2019 won het de hoofdprijs als Operahuis van het Jaar. Ook het Koor en Symfonisch Orkest van OBV werden al meermaals genomineerd.

WOZZECK IN CHINA

Wozzeck levert daarnaast een primeur van formaat op: op 18 oktober werd de productie opgevoerd in Beijing tijdens het Beijing Music Festival. Het was de eerste keer dat die opera van Alban Berg werd opgevoerd in de Volksrepubliek. De voorstelling, gebracht met het Shanghai Symphony Orchestra onder leiding van Charles Dutoit, vond plaats in het Beijing Poly Theatre. Verschillende solisten die bij ons de hoofdrollen hadden vertolkt, waren te zien, zoals Robin Adams als Wozzeck, Magdalena Anna Hofmann als Marie, Samuel Sakker als Tambourmajor en Lotte Verstaen als Margret. Ook de Nederlandse tenor Hugo Kampschreur (in de rol van Andres) en de Zuid-Afrikaanse bas Rueben Mbonambi (Handwerksbursch) zongen mee; zij waren vorig seizoen lid van ons Jong Ensemble. Het decor – ontworpen door Sammy Van den Heuvel – werd door het theater voor deze voorstelling opnieuw gemaakt, op maat van het grotere podium.

ANNE TERESA DE KEERSMAEKER ONDERSCHEIDEN MET PRAEMIUM IMPERIALE

Anne Teresa De Keersmaeker heeft in Tokio de Praemium Imperiale ontvangen uit handen van de Japanse prinses Hitachi. De Japanse onderscheiding is een van de meest prestigieuze internationale kunstprijzen en wordt ook wel de ‘Nobelprijs voor de Kunsten’ genoemd. Choreografe en associate artist van OBV De Keersmaeker kreeg de onderscheiding voor haar levenslange artistieke bijdrage aan de podiumkunsten. Ze is de tweede Belg ooit die de prijs ontvangt, na schilder Pierre Alechinsky in 2018. De overige laureaten dit jaar waren Marina Abramović (beeldhouwkunst), Peter Doig (schilderkunst), Eduardo Souto de Moura (architectuur) en András Schiff (muziek). Elke laureaat ontving een gouden medaille, een oorkonde en een geldprijs van 15 miljoen yen (ongeveer 92.000 euro). In haar speech benadrukte De Keersmaeker de fundamentele rol van dans in het menselijke bestaan. ‘Wat is de rol van de kunsten in onze complexe, soms gewelddadig complexe wereld? Misschien is het een ritueel’, zei ze. ‘Mensen hebben altijd gedanst en muziek gemaakt op momenten van grote vreugde of verdriet. Vanuit die invalshoek kunnen de kunsten mensen samenbrengen in een daad van viering, troost of reflectie.’

GA OP TOURNEE MET OPERA GENT

In 2026 sluit het operagebouw aan de Kouter tijdelijk voor renovatie en restauratie, maar dat betekent niet dat het Gentse publiek op zijn honger moet blijven zitten. We nodigen jullie van harte uit om met ons mee te reizen naar alternatieve speelplekken in Gent en omstreken –hier lees je er alles over. Uiteraard sluiten we Opera Gent in stijl, en ook daar kan je bij zijn.

AFSLUITEN IN STIJL

RONDLEIDINGEN IN OPERA GENT

Voor de renovatiewerken van start gaan, krijg je ruimschoots de kans om een laatste blik te werpen achter de schermen van Opera Gent. We organiseren extra rondleidingen in het weekend. Tijdens een technische rondleiding na een voorstelling kan je een blik werpen op de opera-machinerie.

DON GIOVANNI IN EINDEJAARSSFEER

De extra lange voorstellingsreeks van Don Giovanni (Mozart, in een regie van Tom Goossens) in december wordt bekroond met een feestelijk eindejaarsdiner in Opera Gent op 31 december 2025.

THE MAKING OF BERLIN

Voor de echte fans van Opera Gent wekken we in de eerste week van januari 2026 als ultiem toetje nog twee keer de bejubelde voorstelling The making of Berlin tot leven, waarin het gebouw een prominente rol speelt.

OBV BLIJFT SPELEN IN GENT

BALLET IN CAPITOLE GENT

Na de tijdelijke sluiting van Opera Gent brengen we in het voorjaar van 2026 twee balletproducties in de Capitole in Gent: Rites (Bolero X, La Valse, Le Sacre du printemps) en OPUS

CONCERTEN IN DE BIJLOKE EN DE MIRY CONCERTZAAL

We brengen symfonische concerten en concertante opera’s in Muziekcentrum De Bijloke. Voor deel twee van onze gesmaakte aperitiefconcerten kan je vanaf het voorjaar terecht in de charmante MIRY Concertzaal, die deel uitmaakt van het Conservatorium naast de Sint-Baafskathedraal.

MUZIEKTHEATER IN NTGENT

Met onze pijler Vonk strijken we neer in NTGent, met de voorstelling a rite of spring van Benjamin Abel Meirhaeghe en Lander Gyselinck.

REIS JE MET ONS MEE?

EXTRA LANGE REEKS VAN NABUCCO IN ANTWERPEN

We programmeren extra voorstellingen van de opera Nabucco (Verdi, in een regie van Christiane Jatahy) in Antwerpen, zodat ook onze Gentse bezoekers alle kansen krijgen om die opera bij te wonen.

VOORDEELTARIEF IN OPERA ANTWERPEN

Wie een abonnement heeft bij Opera Gent, krijgt 15 procent korting op alle voorstellingen in Opera Antwerpen. Ontdek ook de Flexformule, waarmee je makkelijk voorstellingen in Gent en Antwerpen combineert.

WELKOM IN BRUGGE!

Vanaf het voorjaar van 2026 plannen we telkens een grote productie bij onze collega’s van Concertgebouw Brugge. In het seizoen 25/26 is dat Carmen, de geliefde opera van Bizet in een regie van Wim Vandekeybus.

BIENVENUE À LILLE!

Combineer een bezoek aan de Noord-Franse stad Rijsel met een avondje opera. Opéra de Lille presenteert vanaf 5 februari onze succesproductie De zaak Makropoulos in de regie van Kornél Mundruczó. Tickets voor àlle voorstellingen bij Opéra de Lille zijn met korting te koop voor abonnees van OBV. Wil je er graag samen met ons heen? Ook dat is mogelijk. Opera Ballet Vlaanderen legt op 14 februari een bus in om in groep vanuit Gent naar Rijsel te reizen voor De Zaak Makropoulos, in combinatie met een rondleiding door de Opéra de Lille (enkel voor abonnees). De voorstellingen van De zaak Makropoulos worden in Rijsel boventiteld in het Frans en het Nederlands.

STAP OP DE OBV-BUS EN BELEEF MEER

Geniet van een voorstelling op verplaatsing zonder zorgen over vervoer. De OBV-bus brengt je comfortabel van Opera Gent naar Opera Antwerpen of van Opera Gent naar Concertgebouw Brugge en weer terug. Laat je tijdens de rit meenemen in de wereld van de voorstelling door een van onze dramaturgen. Je komt ruim op tijd aan, zodat je ter plaatse nog iets lekkers kan eten voor de voorstelling begint. Voorrang voor Vrienden en abonnees van OBV. Meer info op operaballet.be/ beleefmeer.

© VRT

NACERA BELAZA, CHOREOGRAFE VAN LA VALSE

‘In elk van mijn stukken probeer ik iets op

te

roepen

van het onzichtbare en het niet-uitgesprokene, iets dat ons allemaal doorkruist’, zegt Nacera Belaza. De Frans-Algerijnse choreografe creëert een verstilde solo op de kolkende muziek van La Valse van Maurice Ravel – als een verbindend ritueel. Een kennismaking met een fascinerende en spirituele kunstenares.

— door Koen Bollen / foto's Koen Broos

In 1926 bracht de Russische choreografe Sonia Korty met toestemming van componist Maurice Ravel zijn La Valse voor het eerst op de planken. Dat deed ze met het balletgezelschap van de Antwerpse opera, waar ze sinds de oprichting drie jaar eerder aan het hoofd van stond. Precies honderd jaar na die wereldpremière keert Ravels monumentale partituur terug naar Opera Ballet Vlaanderen in een gloednieuwe choreografie.

Dit keer is het de Frans-Algerijnse choreografe Nacera Belaza die Ravels kolkende compositie vormgeeft. Samen met de Amerikaanse danser Austin Meitein werkt ze aan een radicale herinterpretatie van het werk: niet als een groots, decadent bal vol uiterlijk vertoon, maar als een verstild ritueel voor één danser. La Valse is voor Belaza een zoektocht naar wat zich onttrekt aan het hoorbare en het zichtbare. ‘Hoe kan één danser niet verpletterd worden door Ravels orkestrale kracht, maar er een volwaardig tegenwicht aan bieden? Niet door technische virtuositeit, maar door een aanwezigheid die even hoorbaar is als de muziek – innerlijk, energetisch, existentieel.’

Begrenzing en vrijheid

Nacera Belaza werd in 1969 geboren in Médéa, Algerije, en verhuisde als kind met haar ouders naar Reims, in het noordoosten van Frankrijk. Dans ontdekte ze niet in een studio, maar in haar slaapkamer: ‘Ik voelde een immens verlangen naar vrijheid,’ herinnert ze zich, ‘maar ik zat in een kleine, besloten kamer. Dus moest ik begrijpen hoe ik vrij kon zijn binnen die beperking.’ Die spanning tussen begrenzing en vrijheid vormt nog altijd het fundament van haar werk. Op de middelbare school vroeg ze een lokaal om te repeteren, choreografeerde ze andere meisjes en vond in dat proces een eigen aanpak. Dankzij een welwillende studiebegeleider kreeg ze zelfs toegang tot een kleine theaterzaal en een bescheiden budget voor kostuums. ‘Die jaren waren erg vormend: ik ontdekte het podium, de relatie met het publiek en verfijnde mijn werk steeds meer.’

‘De grootste wens van mijn ouders was hun kinderen de mogelijkheid te geven om te studeren. Daarom ging ik naar de universiteit in plaats van een dansschool. Ik koos voor literatuur en film.’ Ondertussen bouwde Nacera Belaza, autodidacte als performer en choreografe, gestaag aan haar pad. Met hulp van het CROUS – een Franse organisatie die studenten onder meer op cultureel vlak ondersteunt – kon ze haar eerste kleinschalige voorstellingen realiseren. ‘Een belangrijk kantelmoment kwam toen de directeur van de Scène nationale de Reims (nu Le Manège) me uitnodigde om een creatie te maken voor zijn theater.’

De gemeenschappelijke adem

‘Op dat moment begreep ik dat al die kleine voorstellingen die ik had gemaakt, voorstudies waren geweest’, vertelt Belaza. ‘En dat voor een choreografische creatie haast een microscopische precisie nodig is.’ Die bewustwording betekende ook een breuk met haar vroegere manier van werken. ‘Mijn focus verschoof van de puur fysieke beweging van de danser naar het innerlijke: de adem, het bewustzijn.’ Ze creëerde een duet voor zichzelf en haar zus Dalila: Périr pour de bon (1995). Het markeerde een periode van transitie: Belaza verruilde Reims voor Parijs, waar ze opnieuw een duet creëerde, Point de fuite (1997). ‘Ik presenteerde het tijdens een klein festival voor opkomende gezelschappen. Toevallig zat Michel Sala, directeur van het Centre National de la Danse, in het publiek. Hij nodigde me uit het werk in zijn kunstencentrum te tonen – een beslissend moment in mijn ontwikkeling.’

Nacera Belaza bleef zoeken naar een dieper artistiek principe. ‘Tot dan had ik het idee dat een voorstelling uit verschillende delen moest bestaan, dat ik de dans als het ware moest uitdenken. Maar ik voelde dat dat niet genoeg was’, herinnert ze zich. ‘Ik wilde niet dansen om mijn lichaam te onderwerpen aan mijn intellect. Is het lichaam ondergeschikt aan het denken, of kan het juist toegang geven tot een grotere vrijheid? Dat was een vraag die ik intuïtief onderzocht.’ In de jaren 2000 zette Belaza haar onderzoek verder. Een beslissend moment volgde in 2006,

‘Het

spirituele deel van

ons bestaan wordt weggedrukt

ten gunste

van verstand en materie. Maar mensen blijven zoeken naar iets groters’

toen ze in het Institut du Monde Arabe in Parijs een groep traditionele dansers en zangers zag optreden. ‘Hun relatie met het publiek was van een totaal andere aard – geen representatie, maar gemeenschap, een gedeelde aanwezigheid.’ Die openbaring vormde het vertrekpunt voor Le Cri (2008), het werk waarmee ze internationaal doorbrak en een nieuw hoofdstuk in haar artistieke zoektocht opende.

Herhaling ontgrendelt het denken

‘Door die traditionele Arabische zang en dans begreep ik dat herhaling essentieel is: ze ontgrendelt het denken, verdiept de band met het publiek en opent de weg naar een innerlijke verbeelding.’ Voor Belaza werden zich steeds herhalende, cirkelvormige bewegingen om de eigen as een essentieel choreografisch middel. ‘Repetitieve beweging brengt onvermijdelijk een vorm van circulariteit met zich mee’, zegt ze. ‘Wat me daarin fascineert, is dat herhaling geen repetitie is, maar een verdieping – een afdaling in jezelf. De cirkel is de enige manier om het oneindige te benaderen binnen de grenzen van een eindig lichaam en een eindige ruimte. Ik begon te begrijpen dat het lichaam niet alleen bewegingen kan uitvoeren, maar ook de ontvanger kan zijn van krachten en bewegingen die het puur fysieke overstijgen. Alles wat ik me kan inbeelden, moet zich in het lichaam kunnen manifesteren. Dit onderzoek voor Le Cri was een keerpunt. ‘Ik stopte met “choreografie” in de klassieke zin.’

Een nieuw besef in het verlengde van dit artistieke onderzoek ontstond toen Nacera Belaza haar eigen lichaam onder de loep nam: ‘Ik vroeg me af: hoe kan ik van mijn lichaam, waarin ik zelf woon, een neutraal instrument maken, zoals een wit vel papier in andere kunsten, een plek van alle mogelijkheden?’ Door het lichaam te observeren en te analyseren ontdekte ze hoe verdeeld het eigenlijk is. ‘Hoofd en lichaam, armen en benen – elk deel heeft zijn eigen functie. De zoektocht naar eenheid werd voor mij een manier om het lichaam opnieuw te stemmen, om de delen te verbinden tot een coherent geheel.’ Het idee van het ‘witte blad’ groeide uit tot een bredere artistieke en existentiële visie. ‘Na verloop van tijd merkte ik dat die eenheid zich kon uitbreiden: naar de ruimte rondom, het geluid, het licht én naar het publiek.’

Met haar werk Le Cri uit 2008 brak Nacera Belaza internationaal door. © Laurent Philippe

Universele donkerte

Als Nacera Belaza spreekt over haar artistieke taal, benadrukt ze dat haar werk verder reikt dan een dialoog met haar roots. ‘Ik voelde al vroeg de behoefte om een taal te ontwikkelen die niet enkel verbonden was aan mijn persoonlijke geschiedenis of afkomst’, zegt ze. ‘Ik ben altijd gefocust op wat universeel is – op wat mensen met elkaar delen.’ Toch blijft haar achtergrond onvermijdelijk aanwezig als een stille bron van inspiratie. ‘Elke zomer bracht ik tweeënhalve maand door in de bergen bij Médéa – van het einde van het schooljaar in Frankrijk tot het begin van het nieuwe’, vertelt ze. ‘In de jaren tachtig was er op het platteland nog geen elektriciteit, dus was er veel duisternis. Die donkerte werd een grondstof voor mijn verbeelding. Want wat je niet ziet, moet je je voorstellen.’

In die stilte hoorde ze van ver trommels uit naburige dorpen – geluiden die, zegt ze, ‘diepte en afstand opriepen, een klanklandschap vol lagen’. Die vroege ervaringen vormen nog steeds de kern van haar werk. ‘Ik besef dat ik nog altijd op zoek ben naar die eerste indrukken, die sensorische herinneringen’, zegt Belaza. ‘In elk van mijn stukken probeer ik iets op te roepen van het onzichtbare en het niet-uitgesprokene, iets dat ons allemaal doorkruist.’

La Valse als ritueel

Voor haar nieuwste productie La Valse bij Opera Ballet Vlaanderen werkt Nacera Belaza voor het eerst met symfonische muziek, terwijl ze meestal zelf de soundscapes voor haar voorstellingen maakt. ‘Ik ervaar muziek als een materie, een landschap, een onderdeel van een verbeelding – niet als een ritme waaraan ik me moet onderwerpen.’ Belaza legt uit dat dans en muziek pas echt samenkomen wanneer de danser in dialoog treedt met de muziek. ‘Zolang het lichaam zich aan de muziek onderwerpt, verliest het zijn stem. Daarom zie ik muziek als een donker landschap waarin de danser zich beweegt, niet als een heldere cadans die hij moet volgen.’

De kunst die Belaza nastreeft, is bedoeld als een gemeenschappelijk ritueel tussen performer en toeschouwer. ‘We leven op een manier die in wezen niet menselijk is’, zegt ze. ‘Het spirituele deel van ons bestaan wordt weggedrukt ten gunste van verstand en materie. Maar mensen blijven verlangen naar meer. Dat blijkt al uit het feit dat ze nog steeds naar theaters gaan, nog steeds zoeken naar iets dat hen verbindt met iets groters.’ In haar werk is het publiek altijd een cruciale partner geweest. Belaza legt uit dat ‘als je zoekt naar een vorm van gemeenschap, van werkelijke verbinding, je niet alleen jezelf moet willen kennen, maar ook de ander. Het publiek is geen passieve toeschouwer. Het gaat steeds om een uitwisseling van energie.’ Voor Belaza vormt deze relatie met het publiek een verlengstuk van haar artistieke zoektocht: een voortdurende dialoog waarin performer, muziek, licht en ruimte samenkomen om iets te creëren dat verdergaat dan louter waarneming. ‘Het is een werk waarin elk element, inclusief de toeschouwer, mee kan bewegen in een subtiel ritueel.’

‘Ik ervaar muziek als een landschap – niet als een ritme waaraan ik me moet onderwerpen.’

PRECISIE EN OVERGAVE: DE KRACHTTOER VAN RITES

In de voorstelling Rites staan drie orkestrale meesterwerken op de affiche: Ravels hypnotiserende Boléro, zijn wervelende La Valse en Stravinsky’s Le Sacre du printemps. Ze vragen niet alleen het uiterste van de dansers, maar ook van het orkest. ‘Soms speel je minuten niets, en dan moet je in één seconde raak schieten met je solo. Dat vergt absolute focus.’

— door Koen Bollen

© Tom Cornille

In Rites treden een kleine zeventig muzikanten van het Symfonisch

Orkest Opera Ballet Vlaanderen aan, onder leiding van dirigent Karel Deseure. Daartegenover staat een indrukwekkend tableau van dansers: vijftig in Bolero X, één enkele in La Valse en een dertigtal in Le Sacre du printemps. Beide groepen wacht een flinke uitdaging en dus trainen de muzikanten net als de dansers. ‘Elke dag studeer ik minstens zeventig minuten: techniek, ademhaling, toonladders – het is topsport’, zegt klarinettiste Nele Delafonteyne. Trompettist Serge Rigaumont beaamt: ‘Koperblazers moeten uren kloppen – het is pure power training. Mijn dagelijkse routine duurt sowieso één tot twee uur. Als we vervolgens de hele middag en avond repeteren, voel je dat wel. De fysieke voorbereiding maakt dat je er echt kan staan tijdens de voorstelling.’ Ook de mentale kracht speelt mee. ‘Je bent tegelijk deel van het collectief én solist‘, zegt trombonist Carlo Mertens. ‘Soms speel je zeven minuten niets, en dan moet je in één seconde raak schieten met je solo. Dat vergt absolute focus.’

De roes van herhaling –Ravels Boléro

De kleine trom houdt de ritmische hartslag gestaag aan – een onafgebroken ostinato – waarboven het orkest zich als een organisme ontvouwt. Twee melodieën worden alternerend gespeeld en doorgegeven van instrument tot instrument: fluit, klarinet, fagot, hoorn, saxofoon... tot het hele orkest meezindert in één lange adem. ‘Iedereen kent de muziek’, zegt fagottist Rémy Roux. ‘Boléro zou om de zeven seconden ergens ter wereld worden gespeeld, maar voor ons blijft het een flinke uitdaging. De fagot komt al vroeg aan bod – en dat moet meteen juist zijn, want je kan je achter niemand verschuilen. Je staat als het ware in je blootje.’

Maurice Ravel (1875-1937) componeerde Boléro in 1928 in opdracht van de danseres Ida Rubinstein. Oorspronkelijk had hij een werk van Isaac Albéniz willen orkestreren, maar door problemen met auteursrechten besloot hij iets nieuws te schrijven. Hij noemde het zelf ‘een stuk zonder muziek, enkel orkestratie’. Toch is Boléro allesbehalve een lege huls: de hypnotiserende herhaling, het magistrale crescendo en de sensuele melodieën maken het tot een tijdloos meesterwerk.

‘Boléro is pure concentratie’, zegt Nele Delafonteyne. ‘Alsof je in een trance speelt: één adem, één beweging.’ Carlo Mertens noemt het ‘zowel technisch veeleisend als enorm kwetsbaar door de vele solo’s’. Hij traint er letterlijk voor: ‘Ik sport sinds de zomer dagelijks een uur om mijn concentratie scherp te houden. In januari moeten we op topniveau zijn – fysiek én mentaal.’ Dat het bijzonder zal worden, staat ook voor hem buiten kijf. Mertens mag een van de beroemdste solo’s voor trombone spelen: ‘Trombonisten zitten meestal achterin, je staat niet altijd in het middelpunt van de belangstelling. Maar bij Boléro moet je in topvorm zijn, anders haal je het niet. Ik ben waarschijnlijk de oudste trombonist die Boléro nog speelt, want na je 45e wordt het fysiek bijna onmogelijk.’ Ook trompettist Serge Rigaumont, aanvoerder van zijn instrumentengroep, vervult in Boléro een voor hem bijzondere rol. ‘Ik speel niet de eerste trompet zoals anders, maar de piccolo-trompet. Dat instrument wordt vaak gebruikt als extra kleur, typisch in Franse muziek. Mijn partij komt pas helemaal aan het einde, wanneer het orkest al meer dan tien minuten bezig is. Dat geeft een bijzonder effect: een felle, heldere klank bovenop het massieve orkestgeluid.’

De wals als wervelende storm –Ravels

La Valse

Waar Boléro hypnotiseert, sleurt La Valse je mee in een draaikolk. Ravel noemde het een ‘poème chorégraphiqu e’, oorspronkelijk in 1906 bedacht als ode aan de koning van de wals, Johann Strauss II. Nog voor Ravel zich aan de compositie zette, veranderde de wereld echter drastisch. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als chauffeur aan het front, waar hij de verschrikkingen van dichtbij meemaakte. Getekend door die ervaringen, en diep getroffen door de dood van zijn moeder, realiseerde hij zijn oude idee op een heel andere manier.

Wat begon als een feest, eindigde als een muzikaal visioen van verval. De beroemde directeur van de Ballets Russes, Sergei Diaghilev, die de opdracht voor het stuk gegeven had, weigerde het uiteindelijk op te

‘Boléro is pure concentratie.
Alsof je in een trance speelt: één adem, één beweging’

voeren: ‘Geen ballet,’ zei hij, ‘maar het portret van een ballet.’ Bij de concertante première iets later klonken reacties dat La Valse een allegorie zou zijn op de ondergang van het oude Europa of zelfs een danse macabre, maar Ravel ontkende dat met klem. Toch zei hij enkele jaren later tegen choreografe Sonia Korty, die in Antwerpen als eerste Ravels toestemming kreeg om La Valse op de planken te brengen: ‘Vergeet niet dat dit een tragedie is – in de Griekse zin.’

‘La Valse is geen klassieke nieuwjaarswals’, vertelt Rémy Roux. ‘De naam misleidt; het is veel grilliger en donkerder.’ Ravels turbulente compositie begint in nevel: lage contrabassen brommen en flarden van walsmelodieën flakkeren op tot – zoals in de partituur staat – ‘een balzaal oplicht’. Wat volgt zijn twee golven van extatische walsen, die achtereenvolgens uitmonden in een complete destructie. ‘La Valse is een stuk dat op glad ijs begint – je moet echt samen het juiste spoor vinden. Maar als het lukt, is dat pure euforie. Wanneer het orkest in de climax helemaal samenkomt, is dat een absoluut hoogtepunt’, zegt Nele Delafonteyne. ‘Het gaat mij er nooit om individueel te schitteren, maar om samen die ene adem, die ene kleur te vinden. Ik ben benieuwd hoe La Valse zal aanvoelen met de dans erbij.’

De oerenergie van het lente-offer –Stravinsky’s Le Sacre du printemps

Le Sacre du printemps van Igor Stravinsky (1882–1971), in 1913 gecree erd op een choreografie van Vaslav Nijinski voor de Ballets Russes, markeerde een ijkpunt in de muziek- én dansgeschiedenis. De aardse, krachtige bewegingstaal van de vernieuwende choreograaf brak radicaal met het elegante klassieke ballet. Stravinsky’s partituur is al even aards: opgebouwd uit dissonante akkoorden, onregelmatige ritmes en een explosieve orkestratie.

De beroemde openingsmelodie, ontleend aan een volksdeuntje, laat hij spelen door de fagot in een onnatuurlijk hoog register. ‘Er bestaan talloze anekdotes over dat begin’, vertelt fagottist Rémy Roux. ‘Stravinsky hoorde ooit een fagottist oefenen in dat hoge register. Het klonk eigenlijk té hoog, maar hij vond het prachtig. Dat ruwe, aardse geluid past perfect bij de heidense dans.’ Le Sacre vormt de afsluiter van het drieluik Rites. ‘Na twee al zware stukken voor het orkest – en ook voor mij – moet die eerste hoge noot die Stravinsky schreef er meteen staan’, zegt Roux. ‘Iedereen wacht daarop. Het is zenuwslopend, maar ook fantastisch. Ik krijg kippenvel als ik eraan denk.’ Klarinettiste Nele Delafonteyne toont de kameraadschap aan in het orkest: ‘Je moet dan echt denken: ik ondersteun mentaal, ik blijf stil en kalm, ik adem mee. Dat is ook deel van het samenspel.’

‘Toen ik hoorde dat we Boléro, La Valse én Le Sacre zouden spelen, dacht ik meteen aan hoe zwaar het zou worden’, zegt Roux. ‘Ik heb Boléro misschien 200 keer gespeeld. maar de Sacre nog nooit — op mijn 56e wordt dit mijn debuut.’ Ook voor Carlo Mertens is het programma een fysieke krachttoer. ‘Ik bespeel twee instrumenten – tenortrombone en bastrompet. In de originele Sacre, in de nog grotere bezetting, is er vaak een extra bastrompettist maar hier speel ik beide. In België hebben maar weinig orkesten een goede bastrompet en wij krijgen binnenkort een gloednieuwe.’ Hij glimlacht: ‘Na de drie stukken voel je je leeg en tegelijk helemaal voldaan. Net voor het applaus is er dat heilige moment van stilte, wanneer we elke noot gespeeld hebben, de dansers hun werk gedaan hebben, en we eindelijk kunnen loslaten.’

RITES

De Algerijns-Franse choreografe Nacera Belaza creëert een solo op een van Ravels meest intrigerende partituren, La Valse. Shahar Binyamini’s overweldigende Bolero X en Pina Bausch’ legendarische Le Sacre du printemps maken de avond compleet.

STADSSCHOUWBURG ANTWERPEN

za 17, wo 21, do 22, za 24 jan om 20:00u zo 25 jan om 15:00u

CAPITOLE GENT

za 31 jan, di 3, wo 4, do 5 feb om 20:00u zo 1 feb om 15:00u

TICKETS VANAF €36

HET SLAVENKOOR

VIVA NABUCCO, OF ‘VIVA LA REVOLUCIÓN’

Christiane Jatahy © Leo Aversa

Dé koorhit uit het operarepertoire is ongetwijfeld het Slavenkoor uit

Nabucco. Christiane Jatahy maakt dit onweerstaanbare moment tot een van de sleutels van haar regie van Verdi’s opera. Ze focust niet zozeer op de machtsstrijd tussen de Babylonische koning Nabucco en Zaccaria, de fanatieke hogepriester van de Hebreeërs, maar op hun manipulatie van de massa en revolutionaire krachten binnen het collectief.

— door Piet De Volder

Een loopje met de geschiedenis

Verdi’s Nabucco is bij nader toezien maar deels historisch. De librettist Temistocle Solera baseerde zich op een balletscript en een theaterstuk rond de Babylonische koning Nebukadnezar en die beide bronnen gingen al romantiserend om met de ballingschap van de Hebreeërs –preciezer: de inwoners van Juda – in Babylonië. De feiten dateren van de 6e eeuw voor Christus. Tweemaal werden de inwoners van Juda gedeporteerd. De eerste keer na de afzetting van de Judese koning, een tweede keer na Nebukadnezars inname van Jeruzalem (waarbij veelbetekenend de tempel en het paleis van de stad werden verwoest).

Het iconische Slavenkoor illustreert hoezeer de historische feiten zijn verdraaid. Volgens het libretto zijn de Hebreeërs in ballingschap geketend en ‘tot slavernij gedwongen’. In realiteit was er geen gevangenschap noch slavernij. Slechts een deel van de bevolking, vooral de elite, werd gedeporteerd. ‘De weggevoerden ontwikkelden in hun nieuwe verblijfplaats ook een nieuwe volksentiteit en vormden een bloeiende gemeenschap’, zo vat dramaturge Anne-Mie Lobbestael het samen.

Individu versus collectief

Christiane Jatahy’s lezing van Nabucco zoomt in op de politieke en maatschappelijke thema’s van de opera en maakt het verhaal los uit zijn romantiserende context. ‘We staan ver van een “historische” Nabucco’, zegt ze. ‘Dit is een poging om de betekenis van het stuk open te breken naar bezettingen die zich steeds herhalen, op verschillende plaatsen en binnen verschillende ideologieën.’ De spanning tussen individu en collectief treedt in haar regie op de voorgrond: ‘Wat we vertellen draait niet enkel om Nabucco als personage. Het is eerder een bezinning over een volk dat veroverd wordt door een ander volk en de manier waarop die onderdrukking door de geschiedenis telkens opnieuw plaatsvindt. Voor ons gaat dit stuk ook niet enkel over individuen die de touwtjes in handen hebben, maar over het evenwicht tussen die personen en de gemeenschap. Die grote groep mensen heet hier “het koor”, maar het is geen gesloten geheel maar een collectief van individuen die, hoewel ze vaak herleid worden tot eenzelfde identiteit, toch verschillende groepen vormen. Natuurlijk gaat het uiteindelijk – en in bredere zin – over ons allemaal.’

Van beneden naar boven

Ondanks de krachtige persoonlijkheden van Nabucco, Zaccaria en Nabucco’s pleegdochter Abigaille, die Nabucco met alle geweld van de troon tracht te stoten, staat het collectief in het brandpunt van de actie. Het leverde Verdi’s derde opera, die zijn première beleefde in de Scala in Milaan in 1842, de terechte reputatie op van ‘kooropera’. De centrale rol die Verdi aan het koor toekende en zijn dynamische en veelzijdige omgang ermee, waren vernieuwend in de toenmalige Italiaanse opera – Rossini’s Mosè in Egitto (1818) niet te na gesproken.

Scenograaf en lichtontwerper Thomas Walgrave, die artistiek een tandem vormt met Christiane Jatahy, wijst op de bijzondere keuze die de componist maakte en die in hun productie radicaal wordt doorgedacht: ‘Er zijn vrij veel stukken die de machtsmechanismen beschrijven aan de hand van de personages die macht uitoefenen. Denk aan Macbeth of King Lear, die dat op meesterlijke wijze doen. De kant van het onderdrukte volk krijgen we minder vaak te zien. Dat volk wordt eventueel vernoemd, maar het verschijnt niet zelf. Verdi vangt dat gemis, de noodzaak om van beneden naar boven toe te spreken, op door de muziek en gebruikt daarvoor de koorzang.’

Christiane Jatahy: ‘De vraag is niet zozeer hoe we het verhaal van Nabucco kunnen behouden, maar hoe we het vandaag kunnen benaderen. We gaan de geschiedenis niet veranderen, ze bestaat. Het doel is een transparant resultaat te bereiken waarin mensen het verhaal herkennen, van het libretto en van de muziek, maar waar de focus zich verplaatst naar andere, minder zichtbare plekken – en inderdaad, zoals Thomas zegt, naar de onzichtbaarheid van het volk. Want het verhaal wordt verteld via Nabucco, Zaccaria of andere hoofdpersonages, en niet via de mensen die midden in de gemeenschap leven. Net over hen willen wij het hebben. We proberen de verborgen elementen te zien, wijzigen de gezichtshoeken en maken de achterkanten zichtbaar.’

Verandering en revolutie

Terug naar het Slavenkoor. Verdi’s populairste koornummer wordt zelden in de dramatische context van de opera gezien. In de partituur heeft de componist het over Coro e profezia (Koor en profetie). Op de nostalgische terugblik van de Hebreeërs naar hun verloren geboorteland volgt een monoloog van Zaccaria, hun geestelijke leider. ‘Sta op, van angst verlamde broeders, via mijn lippen spreekt de Heer’, zo vermaant hij zijn volk. Klaagzangen helpen niemand vooruit, zo weet hij. Hij bezweert de tijdelijke moedeloosheid met de profetie van het einde van gevangenschap en vernietiging van het Babylonische rijk: ‘Vanuit de duisternis ontwaar ik de toekomst… zie, de onwaardige ketenen zijn verbroken! Op het trouweloze land stort zich reeds Juda’s briesende leeuw!’

‘Een aantal solisten treedt uit het koor: wie uit de groep stapt, wordt een individu. Het betekent dat elk groepslid die stap kan zetten, die tot verandering en revolutie kan leiden’

– Christiane Jatahy

Zaccaria is een demagoog en een ‘valse profeet’. Toch weet hij de kracht van de revolte bij zijn toehoorders aan te boren. Christiane Jatahy: ‘We willen het machtsstreven tonen en het hebben over de strijd van groeperingen die een revolutionaire beweging in gang zetten om de macht om te buigen. Dat aspect behandelen we zonder rangorde, dus zonder het voordeel te geven aan de ene of de andere kant. De onderwerping aan de macht en de lijdzaamheid van de stakkers die ze ondergaan tonen is niet wat ons interesseert. Bij ons treedt een aantal solisten uit het koor naar voren: wie uit de groep stapt, wordt een individu. Het betekent dat elk groepslid die stap vooruit kan zetten, die tot verandering en revolutie kan leiden.’

Ruimte en camera’s

In Jatahy’s Nabucco wordt de hele ruimte van het theater bespeeld: ‘We gebruiken ook de ruimte die gewoonlijk bestemd is voor de blik, de toeschouwers.’ Een deel van het koor zit tussen het publiek terwijl het publiek zichzelf weerspiegeld ziet in een spiegel op de scène. Jatahy: ‘Zo weten we niet langer wie het publiek is en wie het verhaal vertelt: is het degene die zingt, of degene die zich het verhaal inbeeldt of het ziet?’

Voor de grensvervaging tussen realiteit en fictie is de lege scène een gedroomd vertrekpunt. ‘Om een illusie te wekken is het altijd interessant te vertrekken van de conventies van het theater. Dus tegen het publiek te zeggen: “jullie zijn in een theater” en hun te tonen hoe de fictie opgebouwd wordt. Als die illusie aanvaard wordt, kan je verdergaan in die afspraak. De leegte is een projectievlak dat bulkt van verbeelding. Wanneer wij iemand tonen die in de coulissen speelt, weet de toeschouwer dat goed en voelt hij zich op geen enkele manier bedot. We zijn samen de illusie aan het opbouwen.’

De camera is een ander cruciaal element in dit verhaal met wisselende perspectieven. Op de scène zien we niet alleen cameramensen die live filmen, ook Zaccaria en koorleden hanteren de camera. Jatahy: ‘Bij ons zijn camera’s strijdmiddelen of controle-instrumenten, het zijn wapens. De camera is tegelijk een middel om een groep mensen in het oog te houden en een instrument om iemand te manipuleren, zoals Zaccaria doet. Ik vind het interessant dat Nabucco en Zaccaria allebei met manipulatie spelen.’

‘EEN Nabucco’

Er is meer dan controle en manipulatie. Via close-ups van koorzangers staat de camera ook toe het individu in de massa te ontdekken en

Via close-ups van koorzangers staat de camera ook toe het individu in de massa te ontdekken en groepen mensen daadwerkelijk te zien als een verzameling individuen.
© Carole Parodi

groepen mensen daadwerkelijk te zien als een verzameling individuen: ‘We tonen de reacties van de mensen, wat zich in hun hoofd afspeelt en filmen mensen die niet de hoofdpersonages zijn. Naast de solisten laten we ook dingen zien die zich backstage of midden in de menigte afspelen: dus niet wat al in het middelpunt van een scène staat, maar wat niet in het oog springt, het onzichtbare. Zo worden steeds meer lagen toegevoegd. Bedenk ook dat wij niet DE Nabucco maken, maar EEN Nabucco. Het is een versie van het stuk. Dat is ook de vrijheid die klassieke werken bieden, die in het geheugen van mensen leven. Er zullen toeschouwers zijn die Nabucco al vijf of zes keer gezien hebben, in ensceneringen die ze meer of minder appreciëerden. Deze enscenering is een voorstel, het resultaat van wat de ploeg samen wil vertellen – niet meer en niet minder.’

Muziek als activerende kracht

Een laatste keer terug naar het Slavenkoor. Het lyrisch meeslepende nummer is het voorwerp van een hardnekkig misverstand. Bij de première van Nabucco in Milaan begreep de Italiaanse operabezoeker meteen een verborgen boodschap achter woord en muziek: de verbannen Hebreeërs stonden voor het Italiaanse volk dat toen kreunde onder de Oostenrijkse bezetting. Eensklaps verscheen Verdi als dé muzikale stem van het Risorgimento – de geleidelijke eenmaking van Italië als natie, in de jaren 1820/’70.

De Engelse musicoloog Roger Parker ontkrachtte die mythe al geruime tijd geleden: ‘Verdi’s reputatie als “de bard van het Risorgimento” was reëel, maar werd gecreëerd in de tweede helft van de 19e eeuw. Toen had een jong, net geconsolideerd en fragiel Italië dringend culturele monumenten nodig om een vorm van nationale identiteit te creëren. Op dat moment groeide de zachte nostalgie van ‘Va pensiero’ uit tot een krachtige herinnering aan eenvoudigere tijden.’ Een beslissende duw in de rug kwam nog later, na de dood van de componist. Koor en Orkest van de Scala voerden het Slavenkoor onder leiding van Arturo Toscanini uit toen in 1901 Verdi’s stoffelijke resten werden overgebracht naar de Casa di Riposo in Milaan, het rusthuis voor bejaarde musici dat de componist zelf had gesticht.

Ondanks die geleidelijke constructie van ‘Va, pensiero’ tot ‘tweede nationale hymne van Italië’ kan je niet om de verbindende en activerende kracht van de muziek heen. Dat haakt perfect aan bij de waarde die Christiane Jatahy aan muziek toekent in haar theaterwerk: ‘een manier van samenzijn, als een plek om vreugde en weemoed te delen en als een band tussen ons, tussen de acteurs/zangers én met het publiek’. In opera vormt ze ‘een band tussen de personages die niet aanwezig

is in de tekst’, zo stelt ze. ‘Bij mijn eerste opera-enscenering ben ik beginnen te wenen toen het orkest begon te spelen. Dat was ongelooflijk, die nieuwe laag die erbij kwam. Ik denk dat musici een universele taal hanteren die enkel zij kennen, maar die ons toch kan beroeren, ook al zijn we geen musicus. Muziek raakt iets in ons dat ons overstijgt. En dat is de grote kracht van opera.’

In dit artikel citeren we fragmenten uit een langer interview met dramaturge Clara Pons, dat gepubliceerd werd in het programmaboek van Nabucco in het Grand Théâtre de Genève, seizoen 22/23. Vertaling citaten uit het Frans: Martine Bom.

NABUCCO Giuseppe Verdi

In haar hedendaagse lezing van Nabucco houdt de Braziliaanse regisseuse Christiane Jatahy uitvoerders en publiek letterlijk een spiegel voor. Hoe kunnen we de loop van de geschiedenis veranderen in tijden van nieuw imperialisme, gedwongen migraties en ontheemding?

OPERA ANTWERPEN

di 24, do 26, za 28 feb, do 5, di 10, do 12 mrt om 20:00u zo 22 feb, di 3, zo 8, zo 15 mrt om 15:00u

THÉÂTRES DE LA VILLE DE LUXEMBOURG

wo 6, vr 8 mei om 20:00u zo 10 mei om 17:00u

TICKETS VANAF €29

BARZAKH VOEDT

HET DEBAT ROND

DE GEVANGENISSEN

Vorig seizoen ging Barzakh in première in Opera Gent, een voorstelling van regisseur Thomas Bellinck en componist Osama Abdulrasol die gemaakt werd samen met mensen die in onze Belgische gevangenissen leven. Aan de hand van hun input en verhalen ontstond een nagelnieuwe opera die het gevangeniswezen in een kritisch daglicht plaatst. Ook het operarepertoire en de geschiedenis van ons huis worden in de voorstelling gebruikt om te reflecteren over de representatie van criminaliteit op een podium. In december hernemen we de voorstelling in Opera Antwerpen, maar de stroom aan zorgwekkende nieuwsberichten over onze gevangenissen toont dat meer dan een jaar na de premièredatum nog weinig veranderd is. Barzakh legt de vinger op de wonde: de manier waarop we mensen straffen en opsluiten is onhoudbaar en geeft een vals gevoel van veiligheid.

Aan het einde van de voorstelling weerklinkt de vraag: ‘Wie können wir das ändern, dass sowas nicht nochmal passiert? ’ Hoe kunnen we het systeem veranderen, zodat mensen die een misdrijf hebben gepleegd opnieuw deel uitmaken van de samenleving en niet meer dezelfde fouten begaan? In een seizoen waarin vragen stellen centraal staat, nemen we die centrale zin uit Barzakh als uitgangspunt om het maatschappelijke debat rond detentie aan te wakkeren. Op woensdag 3 december gaat Heleen Debeuckelaere, journaliste bij De Standaard, in gesprek met Nick De Ridder (ex-gedetineerde en actief in de bijzondere jeugdzorg), Brecht Verbrugghe (penitentiair arts), Farah Focquaert (professor wijsgerige antropologie en toegepaste psychologie aan de UGent), Noa Shoshan (medewerkster RESCALED, een Europese organisatie die inzet op kleinschalige detentie) en Mathilde Steenbergen (directeur-generaal van het Belgische gevangeniswezen). Meer info is te vinden op operaballet.be.

Na elke voorstelling van Barzakh organiseren we bovendien een nagesprek met regisseur Thomas Bellinck, professor Farah Focquaert, een medewerker van De Rode Antraciet (aanbieder van sport en cultuur in gevangenissen) en een ex-gedetineerde.

BARZAKH

Thomas Bellinck & Osama Abdulrasol

OPERA ANTWERPEN

wo 10, vr 12, za 13, di 16 dec om 20:00u zo 14 dec om 15:00u

Barzakh legt de vinger op de wonde: de manier waarop we mensen straffen en opsluiten is onhoudbaar en geeft een vals gevoel van veiligheid

© Laura Van Severen

DON GIOVANNI TEST DE ZWAARTEKACHT

De kunst is de kunst te verbergen, en dat geldt helemaal voor onze nieuwe Don Giovanni. Want de monsterhit van Mozart brengen met een uitgepuurde scenografie en een beperkt aantal rekwisieten kan dan eenvoudig klinken… de plannen van het artistieke team waren een spannende uitdaging voor ons technisch departement. ‘De eenvoudigste ontwerpen zijn vaak de moeilijkste om te realiseren.’

— door Maarten Boussery

EENVOUDIG,

MAAR NIET SIMPEL

Regisseur Tom Goossens maakte er zijn handelsmerk van om in zijn voorstellingen zo uitgepuurd mogelijk het verhaal en de dynamiek tussen de personages te brengen. Hij daagt zichzelf telkens uit om samen met zijn spelers tot de essentie te komen, en met zo weinig mogelijk extra middelen te vertellen wat hij wil vertellen. In zijn nieuwste Don Giovanni wordt dat niet anders. Bij veel opvoeringen van Mozarts dramma giocoso worden de intenties van de personages louter komisch benaderd en zelfs bijna in het belachelijke getrokken. Maar is het niet net de vraag of we de slachtoffers van Don Giovanni ernstig moeten nemen? Tom Goossens wil in zijn regie bovendien spelen met de vele, soms absurde opkomsten en afgangen van de personages. Het pad dat ze in het eerste bedrijf bewandelen, lijkt zich in het tweede bedrijf achterstevoren af te wikkelen. Zouden de dingen anders lopen als de personages in andere constellaties andere keuzes hadden gemaakt? En hoe achtervolgen het misbruik en de moord die Don Giovanni pleegt aan het begin van de opera hem tot in de finale?

Om die ideeën zo helder mogelijk in de ruimte vorm te geven ontwikkelde scenograaf Sammy Van den Heuvel een strakke set die bestaat uit drie assen. Een horizontale as zweeft in de vorm van een catwalk van links naar rechts over de scène. Een verticale as loopt in de vorm van een lange ladder van onder het podium tot in de toneeltoren. Een derde as lijkt ergens ver in de diepte omhoog op te krullen. Op die drie assen speelt Goossens met cyclische en gespiegelde bewegingen. Een eenvoudig concept, maar mét technische gevolgen. ‘Wat me erg bevalt aan het werk van Tom, is dat hij het aandurft en het talent heeft om op

een slimme manier een opera te reduceren tot zijn kern’, vertelt Wietse Bovri. Hij is producer bij OBV en volgt het productieproces van Don Giovanni van nabij op. ‘Het moeilijke daarbij is wel dat het weinige dat op het podium komt des te meer aandacht krijgt van het publiek. We staan voor de uitdaging zo nauwkeurig mogelijk de ontwerpen te vertalen naar de realiteit om het concept te laten werken. De ervaring leert dat eenvoudige ontwerpen vaak de moeilijkste zijn.’

Een ladder van twaalf meter

‘De maquette van Don Giovanni is prachtig en lijkt inderdaad simpel, maar technisch zagen we snel dat enkele fysische wetmatigheden ons het leven zuur zouden maken’, vertelt Eric Verberdt, technisch productieleider. ‘Mijn job bestaat erin de fantastische maar vaak nog onrealistische ideeën van het artistieke team te vertalen naar iets dat technisch realiseerbaar is. Ik bundel daarvoor de wijsheid van heel wat mensen en communiceer hun bevindingen in begrijpbare taal naar het artistieke team. Voor Don Giovanni werd bijvoorbeeld snel duidelijk dat we een ingenieur moesten inschakelen om te berekenen wat voor impact de zwaartekracht heeft op een lange ladder en een zwevende catwalk. Ook op vlak van veiligheid en preventie hadden we nood aan extern advies: het regieconcept vraagt dat een zanger de ladder kan beklimmen en erop kan zingen en spelen. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de manier waarop de ladder gemaakt en gezekerd wordt.’

Het moest lijken alsof de zanger zonder zekering op de twaalf meter lange ladder beweegt. Een test tijdens de proefbouw van Don Giovanni. © Eric

Met die adviezen ging het decoratelier aan de slag. Filip Verbiest coördineert het laswerk in de OBV-ateliers en werd al vroeg in het maakproces betrokken: ‘De sterkte van het concept is dat Tom en zijn team de zwaartekracht niet willen zien, maar uiteraard is die er wel. Na heel wat rekenwerk zijn we voor de catwalk tot een strak ontwerp gekomen waarbij zo weinig mogelijk steunpunten nodig zijn in de lange overspanning. Een ladder van twaalf meter gerealiseerd krijgen was andere koek. De ingenieur vertelde dat zo’n gevaarte niet alleen kan buigen, maar ook kan torsen en draaien als die inzakt vanuit de toneeltoren. We hebben samen een voorstel uitgewerkt om de ladder te verstevigen. Onze technische tekenaars maakten daarna plannen die tonen hoe we alles aan elkaar kunnen lassen en tot een mooie afwerking kunnen komen. Het is een proces van finetunen tot alles maakbaar, haalbaar en esthetisch aanvaardbaar is. Ik vergelijk het graag met voetbal: we schoppen de bal naar elkaar en passen wat over en weer, om met het hele team uiteindelijk recht in de goal te kunnen schieten.’

‘De sterkte van het concept is dat Tom Goossens en zijn team de zwaartekracht niet willen zien, maar uiteraard is die er wel’

Om de ladder gekeurd te krijgen voorzagen Filip Verbiest en zijn team een beveiligingssysteem dat in een wagentje via de rails van de ladder kan meeschuiven met de zanger die eraan vasthangt. Zo zien de toeschouwers geen lange, dikke beveiligingskabels, waardoor het lijkt alsof de zanger vrij en zonder bescherming op de ladder beweegt. Het kostuumatelier werkt die veiligheidsgordel zo onopvallend mogelijk in het kostuum in. ‘Zo komen we samen tot een plan dat veilig en haalbaar is, maar steeds poëtisch en geloofwaardig blijft’, aldus Wietse Bovri. ‘Belangrijk daarbij is ook dat we de zanger die op de ladder moet spelen grondig voorbereiden. We wisten goed op voorhand welke acties hij zou moeten uitvoeren en zijn naar een circusschool in Antwerpen gestapt. Die school begeleidt onze zanger tijdens het repetitieproces –zowel “droog” om te wennen aan de hoogte en de klimbeweging, én in de acties die hij op het podium moet uitvoeren. Stapsgewijs bouwen we de gewenning op, zodat hij steeds vlotter op de ladder beweegt en we risico’s tot een minimum kunnen herleiden.’

HET ARTISTIEKE TEAM VAN DON GIOVANNI

Don Giovanni brengt een aantal artiesten terug naar ons huis die het OBV-publiek al kent van eerdere, erg gesmaakte producties.

Voor de regie tekent Tom Goossens, die in 2019 bij OBV debuteerde met de familievoorstelling Banket! (naar Verdi’s Macbeth) Nadien regisseerde hij hier Kurt Weills Der Jasager (2019), Ravels L’Heure espagnole (2021) en zijn eerste grootschalige operaproductie Le nozze di Figaro (2023). Zeker die laatste voorstelling was een publieksfavoriet en werd in 2024 met veel succes op groot scherm getoond op het Antwerpse Sint-Jansplein, tijdens het gratis festival Klassiek op het plein.

Sammy Van den Heuvel en Femke Gyselinck verzorgen respectievelijk de scenografie en choreografie voor Don Giovanni en vormden in 2022 al een tandem voor Szenen aus Goethes Faust, in een regie van Julian Rosefeldt. Sammy Van den Heuvel ontwierp daarnaast ook de deurenen luikenscenografie voor Le nozze di Figaro in de regie van Tom Goossens en het imposante, kraakwitte decor voor Wozzeck, dat Johan Simons in 2025 bij OBV regisseerde.

Francesco Corti dirigeerde in 2022 Mozart / Concert Arias, de innemende en prikkelende dansvoorstelling van Anne Teresa De Keersmaeker. Daarnaast loopt de Italiaanse dirigent, die gespecialiseerd is in historische uitvoeringen, een meerjarig traject met ons orkest met als doel de stilistische wendbaarheid verder te ontwikkelen. In 2024 bracht Corti tijdens het concert Harmoniemesse samen met orkest én koor van OBV – en voor tot de nok gevulde zalen – twee symfonische parels van Joseph Haydn.

Kippenvel

Een van de weinige extra’s die Tom Goossens toevoegt aan zijn sobere set, is een groepje kippen in allerlei gedaantes. De ene keer dartelen levende kippen kakelend over de catwalk, maar niet veel later verschijnen ze opnieuw gebraden aan het spit – een kritische reflectie op het wereldbeeld van Don Giovanni, die eten, drinken en vrouwen als onuitputtelijk consumeerbare goederen ziet. Uiteraard worden daarvoor geen kippen geslacht: het rekwisietenatelier maakte de gebraden kippen realiteitsgetrouw na. Carmen Van Nyvelsseel is ateliercoördinatrice en zocht met het artistieke team hoe tot het beste resultaat te komen. ‘Op een bepaald moment wordt in de voorstelling ook een kip gepluimd’, vertelt ze. ‘Dat is het moeilijkste voor ons, want je wil geen “wegwerpkip” maken die niet hergebruikt kan worden in de vele repetities en voorstellingen. Ook zoeken we naar een manier waarop we de ontpluimde veren snel opnieuw kunnen vastmaken aan het karkas. En uiteraard moet de handeling er realistisch uitzien. Het karkasje van de kip is al gemaakt, we testen nu volop met een huid van plakkende silicone om er gemakkelijk de pluimen te kunnen aftrekken en er weer op te kleven.’

‘Het karkas van de herbruikbare kip is al gemaakt. We testen nu volop met een huid van plakkende silicone om er gemakkelijk de pluimen te kunnen aftrekken en er weer op te kleven’

De herpluimbare kip. © Renske Doens

Wat met de echte kippen die over de scène zullen lopen? Daarvoor schakelde het productieteam een kippenfluisteraar in, een bekende figuur in de filmindustrie en de podiumkunsten. ‘In het verleden hebben we al vaak samengewerkt’, vertelt Bovri. ‘Voor deze productie traint hij kippen die van de ene naar de andere kant over de catwalk moeten lopen. Kippen maken blijkbaar associaties: zelfs de muziek waarop ze zullen oversteken wordt gebruikt tijdens de training. Zo zullen de kippen zich leren te verhouden tot het parcours, het licht, de objecten op de scène en het omgevingsgeluid. We geven hun een aangepaste en zorgzame behandeling – een IT-medewerker heeft aangeboden om de kippen in zijn grote tuin te laten overnachten eens ze in Gent aangekomen zijn, wat we overwegen.’

Binnenkort starten de repetities voor Don Giovanni. Ondertussen is er een proefbouw geweest waarop het artistieke team zijn laatste feedback kon geven aan de decor-, kostuum- en rekwisietenateliers. De technische teams zetten momenteel de puntjes op de i, maar het wordt vooral uitkijken naar de eindspurt. ‘Ik vind de repetities het spannendste, want dan weten we pas echt of de rekwisieten goed bespeelbaar zijn voor de zangers op het podium’, vertelt Carmen Van Nyvelsseel. Filip Verbiest kijkt dan weer uit naar het eerste moment waarop iemand de ladder zal beklimmen in de voorstelling: ‘Het leuke aan mijn job is dat elk decorontwerp ons voor nieuwe uitdagingen stelt. Ik heb nog nooit zo’n lang object in elkaar gelast, dus het zal zeker kippenvel geven om de ladder te zien verschijnen.’

DON GIOVANNI

Wolfgang Amadeus Mozart

Wie kan weerstaan aan Don Giovanni? Telkens weet de verleider iedereen in te pakken, telkens ontsnapt hij aan de oproep om zijn libertijnse levensstijl te veranderen. Tom Goossens buigt zich in zijn regie over deze eeuwige cyclus.

OPERA GENT

zo 14, wo 17, vr 19, di 23, di 30 dec om 19:30u zo 21, zo 28 dec om 15:00u, wo 31 dec om 18:00u

OPERA ANTWERPEN

do 8, za 10, zo 11, di 13, do 15, di 20 jan om 19:30u zo 18 jan om 15:00u

TICKETS VANAF €29

HUPPELEND NAAR HET VIJFDE BALKON

IN HET SPOOR VAN HET KINDERKOOR

In Wagners Parsifal is een bijzondere rol weggelegd voor het kinderkoor. Wij liepen een middagvoorstelling met hen mee en zagen gekke bekken en gestoei, ook ambitie en zelfvertrouwen –én een performance van formaat. ‘Jullie zingen erg mooi en dat mag je gerust weten van jezelf.’

— door Ilse Degryse, foto’s Titus Simoens

ZONDAG 28 SEPTEMBER

— 14:03u

Een stroom van jong geweld rolt door de gangen van de Gentse opera. De kinderen van het kinderkoor zijn net met de bus gearriveerd vanuit hun thuisbasis in Antwerpen. Koorleider Hendrik Derolez wacht hen op. ‘Kinderen’, zegt hij gewichtig, terwijl hij een arm in de lucht steekt (‘het stilteteken’). ‘Kinderen, het is niet vanzelfsprekend om op zo’n mooie zondagmiddag hier in de opera binnen te komen zingen. Ik zou zelf ook liever op een terrasje zitten. Maar proficiat en bedankt dat jullie allemaal gekomen zijn .’ Over goed twee uur begint de matineevoorstelling van Wagners Parsifal in een regie van Susanne Kennedy en Markus Selg. Het kinderkoor zingt op het einde van de eerste akte vanop het vijfde balkon een paar wondermooie frases. ‘Maar eerst eten!’, zegt Hendrik. En hop, daar gaan ze. Zo’n veertig kinderen en tieners tussen 8 en 16 huppelen vijf trappen omhoog, naar de kantine.

— 14:12u

Meisjes bij meisjes, jongens bij jongens: zo gaan ze spontaan zitten. Boterhamdozen en zakjes van bakkers met zondagse boterkoeken erin verschijnen op tafel. Wat ook meteen wordt bovengehaald is heerlijk tienergedrag: geklets, gestoei, wat hangen op en over elkaar, gekke bekken, de onvermijdelijke mobiele telefoons. De sfeer is optimistisch. Ze hebben er alle vertrouwen in. Aan een van de meisjestafels klinkt het ‘dat ze tó-táál geen zenuwen hebben. De mensen zien ons toch niet. Als we op het podium staan en moeten acteren, hebben we soms wel wat stress.’ Wat niet betekent dat het niet tip-top moet zijn: ‘Hendrik wil het graag perfect. Als tijdens de repetitie een kraakje te horen is bij een van ons, moeten we het allemaal helemaal opnieuw doen. Maar zo leren we veel.’ Aan de jongenstafel daarnaast heerst al net zo’n goede luim, al vinden ze zingen met acteren erbij wel net iets leuker: ‘We zitten allemaal al een paar jaar bij het kinderkoor, stress hebben we niet meer.’ In het Duits zingen is ook al geen probleem: ‘Daar moeten we thuis wel wat voor oefenen.’ Een enkeling geeft toe dat die het decor van Parsifal een beetje eng vindt. ‘Met al die beelden, ik weet niet zo goed wat het allemaal betekent.’

— 14:24u

De kinderen kleden zich om. Voor dit optreden trekken ze de rok, short of broek van hun kinderkoor-uniform aan met daarboven een zwart T-shirt, aan de voeten de stoere Vans-sneakers. De enen zijn in een wip omgekleed, bij anderen duurt het wat langer. De oudere kinderen helpen de jongere. Terwijl we wachten, looft koorleider Hendrik zijn troepen: ‘Het is hoogstaand wat de kinderen neerzetten. Ze acteren niet en daardoor ligt alle focus op de klankbeheersing, de intonatie, de resonantie.’ Vol trots somt hij nog meer troeven op van het kinderkoor: ‘We hebben jongens en meisjes, van klein naar groot. Ze komen bij ons terecht na een auditie, een voorwaarde is dat ze muziekschool volgen. De jonge kinderen pikken veel op van de oudere. Ze krijgen allemaal een meter of een peter. Daarnaast zijn we een multicultureel koor. We hebben kinderen met roots in Oekraïne, Rusland, Ghana, Tunesië, Bolivia, Taiwan etcetera. Het is een afspiegeling van de samenleving.’ Maestro Alejo Pérez komt de kinderen even gedag zeggen. ‘Bravi, bravi ’, klinkt het, hij geeft ze een schouderklopje. Je ziet ze ter plekke een paar centimeter groter worden.

— 14:45u

Tijd voor het inzingen, en dat is meer dan gewoon de stembanden warm laten lopen. ‘Jullie hebben het de vorige keer erg goed gedaan’, zegt Hendrik, ‘maar we moeten nog een beetje werken op de ademhaling. Er zijn momenten in de partituur waar jullie niet mogen ademen. Maar jullie kunnen dat, denk aan het concert met de polyfone muziek dat we vorig jaar deden. Daar moesten jullie de hele tijd doorzingen en daar is niemand bij gestorven.’ Er volgt een reeks oefeningen waarbij de kinderen individueel, per stemgroep of met het hele koor samen de ademhaling oefenen. Op het einde komt ook koordirigent Jef Smits erbij. Hij drukt de kinderen op het hart dat ze steeds goed de dirigent (hem dus) moeten volgen: ‘Elke operavoorstelling is anders. Ik volg maestro Alejo Pérez, die de maat bepaalt. Ik doe het precies hetzelfde als hij. Dus kijk goed naar mij, want we zullen allicht een beetje sneller moeten zingen dan vorige keer.’ Ze oefenen even, dat gaat vlot. Goed voor het zelfvertrouwen. Tot slot steekt Hendrik de zangers nog even een hart onder de riem: ‘Jullie zingen heel mooi en dat mag je gerust weten van jezelf. Het allerbelangrijkste is jezelf een diploma te geven, een medaille van superzanger!’

Maestro

Alejo Pérez komt even de kinderen gedag

zeggen. ‘Bravi, bravi ’, klinkt het. Je ziet ze ter plekke een paar centimeter groter

worden

— 15:40u

Ondertussen is de opera in de grote zaal een kleine veertig minuten bezig en wordt het tijd om richting de engelenbak te gaan. Je voelt de opwinding nu toch wel stijgen. Om rust in zijn uitgelaten koor te krijgen laat Hendrik Derolez de kinderen in stilte tot twee minuten tellen. Het trucje werkt, de concentratie is aangescherpt. Bedaard gaan de kinderen naar het vijfde balkon, waar het vervelendste kwartier van de middag begint: wachten… tot ze de zaal in mogen.

— 16:04u

Dan is het zover. Stilletjes trippelen de kinderen naar binnen, met in hun kielzog hun collega’s van dames- en herenkoor. ‘Doe dat goed hé’, klinkt het bemoedigend van de doorgewinterde zangers richting de stemmen van de toekomst. De kinderen gaan per stemgroep zitten en wachten geconcentreerd tot het hun beurt is. Ze volgen aandachtig wat zich op het podium afspeelt. Daar maant ridder Gurnemanz zo stilaan de onervaren Parsifal aan het hof van koning Amfortas te verlaten. Rond 16:15 uur gaan de kinderen staan: eindelijk mogen ze zingen. ‘Der Glaube lebt; die Taube schwebt, des Heilands holder Bote. Der für euch fliesst, des Weines geniesst und nehmt vom Lebensbrote!’ Het klinkt zo hemels als het bedoeld is. Ook het allerlaatste woord van het eerste bedrijf is voor het kinderkoor: ‘Selig im Glauben!’ Terwijl het doek op de scène naar beneden gaat, verlaten de kinderen de zaal. Ze zijn – terecht – tevreden, het is volbracht. ‘Bravo, jullie hebben dat fantastisch gedaan’, juicht Hendrik Derolez. ‘De première was goed, de tweede voorstelling al iets beter en vandaag was het echt geweldig. Bedankt. Ga jullie nu maar omkleden. Tot volgende week. En niet ziek worden hé!’ En daar gaan ze. Ze vliegen de trappen af, de vrije zondagavond tegemoet…

FAN VAN HET KINDERKOOR?

HIER ZIJN ZE OOK!

Wie de jongens en meisjes van het kinderkoor miste in Parsifal – of ze nog een keer aan het werk wil horen (en zien) – heeft dit seizoen nog drie kansen.

In de Vonk-productie Somer & Winter is een glansrol voor het kinderkoor weggelegd. De voorstelling, die ook mikt op een jong publiek, brengt een van de Middeleeuwse abele spelen naar vandaag. Het verhaal gaat over een tweestrijd tussen zomer en winter: ze kibbelen wie nu het beste seizoen is om de liefde in te bedrijven. De godin Venus moet ingrijpen. Een muzikale voorstelling voor het hele gezin.

THEATER ‘T EILANDJE ANTWERPEN do 29, vr 30 jan om 10:00u (schoolvoorstellingen) do 29 jan om 14:00u (schoolvoorstelling) za 31 jan, zo 1 feb om 15:00u, za 31 jan om 20:00u

Op 20 en 21 maart 2026 zijn de jonge stemmen uit ons kinderkoor te gast bij Antwerp Symphony Orchestra. Dan zingen ze mee in Bachs ultieme meesterwerk, de Mattheuspassie. Tickets zijn te boeken via antwerpsymphonyorchestra.be

Ook onze laatste opera dit seizoen Carmen brengt het kinderkoor op het podium, naast een tiental solisten, het volwassenenkoor en het OBV- ballet. Regisseur en choreograaf Wim Vandekeybus waagt zich aan een van de bekendste opera’s ever. Het wordt een van de grootste producties die OBV ooit op de planken bracht. Niet te missen.

OPERA ANTWERPEN

vr 29 mei, di 2, wo 3, vr 5, di 9, wo 10, vr 12, za 13 jun om 19:30u zo 31 mei, zo 7 jun om 15:00u

CONCERTGEBOUW BRUGGE

za 20, zo 21, di 23, do 25, vr 26 jun om 19:30u zo 28 jun om 15:00u

TALENT KNETTEREN IN BLACK BOX

IOA-COACHES KATE ROYAL

EN ELIEN HANSELAER

Wat we precies kunnen verwachten van Operalab, het nieuwe format waarin de studenten van de International Opera Academy hun kunnen tonen? ‘Nog geen idee’, zeggen hun coaches Elien Hanselaer en Kate Royal. ‘Het is een experiment, dat al doende vorm zal krijgen.’

Met bergen enthousiasme en zin voor avontuur stappen ze erin.

En dus zou Operalab zomaar een avond kunnen worden om niet snel te vergeten.

— door Ilse Degryse

De contouren van Operalab zijn nochtans scherp omlijnd. De studenten van de IOA werken gedurende twee weken aan een voorstelling. Tot hun beschikking hebben ze een black box : een lege scène met een minimum aan belichting, er zijn geen kostuums en geen attributen. De uitkomst die verwacht wordt: een avondvullend programma met hun stemmen in de hoofdrol.

Tijdens hun tweejarige opleiding in Gent zullen de studenten vier keer een Operalab volgen en (mee)creëren. Telkens worden ze daarin bijgestaan door een acteercoach en een zangcoach. Voor de allereerste Operalab nemen de Vlaamse actrice en regisseuse Elien Hanselaer en de Britse sopraan Kate Royal die rollen op. Wat willen ze de aanstormende operatalenten bijbrengen?

KATE ROYAL Het hele punt van Operalab is de studenten een creatieve en spontane manier van werken bij te brengen. Daarvoor gaan we terug naar de essentie. In opera vechten zoveel elementen om je aandacht, maar in Operala b nemen we al het overtollige weg. Daardoor worden de studenten gedwongen zich te focussen op de kern, namelijk écht begrijpen wat ze voelen en denken terwijl ze aan het zingen zijn.

ELIEN HANSELAER Operalab, en zeker deze eerste, draait om waarachtigheid en echtheid. De studenten komen hier aan als goede zangers, maar de operawereld verandert en er worden steeds meer vaardigheden van hen verwacht. Acteren is er daar één van en dat is voor de meesten relatief nieuw. Sommigen hebben als kind geacteerd of een workshop gevolgd, maar een doorgedreven acteeropleiding hebben ze niet gehad. Als acteercoach wil ik hen laten ervaren hoe ze de grote woorden van opera oprecht kunnen brengen. Opera heeft een traditie van wijdse gebaren, sommige van onze zangers denken dat het zo hoort. Ik wil mensen van vlees en bloed op de scène zien.

KATE Wat opera is, verandert ook. Toen ik studeerde bedoelde men met opera vooral de grand opera, traditioneel belcanto. Vandaag kan opera alles zijn, ook muziektheater, gezongen theater etcetera. Deze zangers zullen serieus flexibel moeten zijn. Veel zangers bewonderen vertolkers, naar wie ze oneindig veel hebben geluisterd. Dat is prima als inspiratie en als oefening. Tegelijk wil je hun ware stem horen – niet die van iemand anders. Studenten moeten ook leren hun nek uit te steken en creatief te zijn. In plaats van gewoon aan de regisseur te vragen: waar wil je me, moet ik die kant uit of die kant? Neen, wat denken zij? Wat is logisch en heeft betekenis? In Operalab hebben ze alvast geen rekwisieten of kostuums om zich achter te verschuilen.

ELIEN Ik ben ervan overtuigd dat hun lichaam een deel van het werk moet doen, zodat ze hun geest vrij hebben om te zingen en te spelen. Ik probeer ze bepaalde lichamelijke vaardigheden bij te brengen, zoals aanvoelen waar hun tegenspelers zich op het toneel bevinden. Eens je daarin getraind bent, hoef je daar niet meer aan te denken. Dan heb je alvast één zorg minder.

KATE Ze moeten terug in hun lichaam. We zitten als zangers zo in ons hoofd allemaal. Het is goed als je als zanger je buikgevoel kan volgen. We willen hen aanmoedigen ook daar vertrouwen in te hebben.

ELIEN Het geweldige aan Operalab is dat het een lab is. We creëren Operalab terwijl we bezig zijn. In die twee weken gaan we hen allerlei dingen laten uitproberen. Werkt het niet op die manier, probeer het dan eens anders… We vragen veel flexibiliteit. Dat is iets nieuws voor hen.

KATE De studenten zijn zo jong en vers. Ze moeten uithoudingsvermogen opbouwen. Ze gaan heel veel zingen. De komende tijd zullen we hen beter leren kennen en ontdekken welk repertoire bij hen past. Op basis daarvan zullen we het programma voor Operalab samenstellen. In elk geval gaan we voor scènes uit opera’s met veel personages samen. Het wordt geen opeenvolging van aria’s.

ELIEN Wat ik erg apprecieer aan de IOA, is dat het zo professioneel aanvoelt, eerder als een werkomgeving dan een school. De IOA probeert echt de brug te vormen naar de professionele wereld en daardoor is het zo’n geschenk voor de studenten. Je kan de IOA vergelijken met topsport: het is een erg gestructureerde omgeving die leermogelijkheden biedt die een jonge zanger op eigen houtje jaren én veel discipline zouden kosten.

‘Vandaag kan opera alles zijn, ook muziektheater, gezongen theater etcetera.

Deze zangers zullen serieus flexibel moeten zijn’

KATe Ik had hier zelf graag gestudeerd. De IOA stemt de opleiding echt af op elke zanger afzonderlijk. Ze helpen je je sterke punten te benutten en erkennen ook je zwaktes, zodat je daaraan kan werken en goed voorbereid bent op het beroep. De operawereld heeft minpunten en valkuilen, die vaak onder het tapijt worden geveegd. Bij IOA proberen we jonge artiesten op een realistische manier op te leiden. Als zanger breng je talloze uren alleen door – je streeft je hele carrière lang naar perfectie. Ook in dat opzicht is het vergelijkbaar met topsport. Hoe langer je carrière duurt, hoe moeilijker het wordt dat hoge niveau vast te houden. Je moet voortdurend de blik naar binnen keren, jezelf kritisch bekijken. En je moet leren hoe je dat op een gezonde manier kan doen.

ELIEN Daarnaast is het ook gewoon belangrijk een aardige persoon te zijn, met wie mensen graag willen werken. Regisseurs kiezen niet altijd voor de beste stem of diegene met het meeste talent. Er zijn zoveel zaken die meespelen.

KATE Talent is het rauwe materiaal en dat moeten ze ontwikkelen. Daar zullen ze verdraaid hard voor moeten oefenen. Wij zullen hen daarin bijstaan, maar ze moeten de verantwoordelijkheid zelf in handen nemen. We hopen ze te inspireren om die zanger te zijn die een geweldige energie heeft, die consistent is en toch een heleboel dingen wil uitproberen.

OPERALAB International Opera Academy

Met Operalab lanceert de International Opera Academy samen met Opera Ballet Vlaanderen een laboratorium voor expressie en vernieuwing, waarin een nieuwe generatie operakunstenaars zich klaarmaakt om het podium te betreden.

LOD STUDIO GENT do 18, vr 19 dec om 20:00u

STUDIO LAGESTE GENT do 25, vr 26 jun om 20:00u

TICKETS VANAF €25

Voor vandaag en morgen

U kan gerust zijn. Het vermogen dat u opbouwt, nemen wij ter harte.

Dat koesteren, bewaken en versterken we. Van beleggingen tot vermogensplanning. Op onze persoonlijke manier, met een vooruitziende blik.

Zo dragen we zorg voor u en uw familie, vandaag en morgen.

WWW.DELEN.BANK

APERITIEFCONCERTEN

Zangers en orkestleden, verbonden aan Opera Ballet Vlaanderen, trakteren je maandelijks op een ontspannend aperitiefconcert. Na elk concert is er de gelegenheid om na te praten met de musici. In het ticket is een drankje inbegrepen. Profiteer bovendien van ons speciale aanbod: koop tickets voor drie aperitiefconcerten en krijg een vierde gratis.

SERENADE VOOR HOUTBLAZERS

Spotlights op de houtblazers van het Symfonisch Orkest met een mooi panorama van opbeurende luistermuziek van de 18e tot de 20e eeuw: van Mozarts Serenade voor blazers Nr. 12 in c, KV 388/384a over Gounods aanstekelijke Petite Symphonie tot het Decet in D, opus 14 van de Roemeense componist George Enescu.

OPERA GENT za 29 nov om 19:00u

OPERA ANTWERPEN zo 30 nov om 17:00u

CABARET SONGS

De vier Cabaret Songs die Benjamin Britten componeerde in de jaren 1930 laten een onvermoede lichte zijde horen van de Engelse stercomponist. Ze gaan in een spannende dialoog met een Fluitkwartet van Mozart, de Serenade in C voor strijktrio van Ernö Dohnanyi en nieuw werk van Koen Severens. Een concert vol verrassingen!

MIRY CONCERTZAAL GENT za 7 feb om 19:00u

OPERA ANTWERPEN zo 8 feb om 17:00u

LIEBESLIEDER-WALZER

Twee topwerken uit de Duitse romantiek in één programma. Johannes Brahms schreef zijn schwungvolle Liebeslieder-Walzer, opus 52 met de legendarische Schubertiades in het achterhoofd: informele muziekavonden rond zijn lichtend voorbeeld Franz Schubert. Schuberts betoverende Forellenquintett voor piano en strijkers maakt het menu compleet.

OPERA ANTWERPEN vr 6 mrt om 19:00u

MIRY CONCERTZAAL GENT za 7 mrt om 19:00u

MENDELSSOHNS OCTET

Aanstekelijk en briljant: het zijn de adjectieven bij uitstek voor twee bijzonder onderhoudende kamermuziekwerken uit de Duitse vroeg-romantiek: het Octet voor strijkers in Es, opus 20 van Felix Mendelssohn en het Klarinetkwintet in Bes, opus 34 van Carl Maria von Weber. Muziek die vleugels geeft!

MIRY CONCERTZAAL GENT za 21 mrt om 19:00u

OPERA ANTWERPEN zo 22 mrt om 17:00u

BEESTIG KOPER!

Het Koperensemble van Opera Ballet Vlaanderen is steevast een publiekstrekker. Met speelse en karaktervolle programma’s slaan de kopers van het huis steeds de brug tussen ernstig en entertainend. In Beestig Koper! paraderen dieren in alle maten, gewichten en stijlen, van Rossini’s beroemde Kattenduet tot werk van Aaron Copland en Eric Whitacre.

MIRY CONCERTZAAL GENT za 9 mei om 19:00u THEATER ‘T EILANDJE ANTWERPEN zo 10 mei om 17:00u

TICKETS

vanaf € 25

jonger dan 30: € 16

jonger dan 18: € 12

3 + 1 GRATIS

Voor onze Vrienden openen we graag extra deuren. We nemen je mee achter de schermen van OBV.

RONDLEIDING CHOREOLAB/ WHAT YOU ARE ABOUT TO SEE

We nemen de Vrienden op sleeptouw voor een technische rondleiding rond Choreolab / What You Are About To See, en bekijken het originele kunstwerk van Panamarenko dat een van onze choreografen inspireerde van dichtbij. Zaterdag 15 november, in Opera Gent.

FEEST!

Op donderdag 20 november: GROOT Vrienden-feest in Opera Gent, met zangers, dansers en musici in alle hoeken, champagne-aperitief, een quiz, een veiling voor het goede doel, een driegangendiner met door Beethovens muziek geïnspireerde desserts (die bovendien live gespeeld wordt) ... en nog veel meer. Een avond om niet te missen!

DEBAT EN OPEN REPETITIE BARZAKH

Op woensdag 3 december nodigen we de Vrienden uit voor het debat rond Barzakh, om 20 uur in Opera Antwerpen. Op vrijdag 5 december staat een open repetitie op het programma.

OPEN REPETITIE DON GIOVANNI

Op donderdag 11 december in Opera Gent.

SYLVIA BROECKAERT OVER HAAR ROMAN MALVINA

Op zaterdag 13 december komt Klara-presentatrice Sylvia Broeckaert op de high tea in Opera Gent en vertelt ze over haar roman Malvina, die het leven schetst van de Gentse operadiva Vina Bovy. De lezing wordt omlijst door muzikale intermezzo’s.

SOMER & WINTER: GESPREK MET DE MAKERS

De jongens en meisjes van het kinderkoor zien we live in de repetities voor Somer & Winter, een familievoorstelling van Hans Vercauteren en Lente Verelst. Ook een gesprek met de beide componisten staat op de agenda. Zondagvoormiddag 25 januari in Opera Antwerpen.

VOORGENERALE NABUCCO

Exclusief voor de Vrienden in Opera Antwerpen.

BALLETWEEKEND AMSTERDAM

Zaterdag 21 en zondag 22 februari. Op het programma staat Wildsong, de double bill van Jan Martens en Marcos Morau voor het Nederlands Dans Theater, naast een concert in het Concergebouw door het Stuttgarter Philharmoniker en een programma met Jan Decleir in de hoofdrol.

MEER INFO OP OPERABALLET.BE/VRIENDEN

DANK JULLIE WEL!

De bijna 700 Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen zijn de morele én financiële steun voor het jonge talent in ons huis. Op operaballetvrienden.be ontdek je wie daar als Huisvriend, Erevriend of Mecenas in het bijzonder aan bijdraagt.

WIL JE OOK DICHTER BIJ ONZE ARTIESTEN KOMEN EN SAMEN MOOIE MOMENTEN BELEVEN?

Je kan al van alle voordelen genieten vanaf €70. Ontdek al onze formules in detail op operaballetvrienden.be of stuur ons een mail via vrienden@operaballet.be.

Het lidmaatschap van de OBV Ambassadeurs staat open voor iedereen met een hart voor cultuur, meer specifiek voor opera, ballet en muziekeducatie.

Jacques Vandermeiren, ceo van Port of Antwerp-Bruges en bestuurder bij OBV, heeft zich geëngageerd als medeoprichter en bezieler van de OBV Ambassadeurs.

WAT HOUDT HET OBV AMBASSADEURSCHAP IN?

Je wordt uitgenodigd en bent eregast op elke première van Opera Ballet Vlaanderen. Je krijgt hiervoor twee tickets in de hoogste categorie in Antwerpen of Gent.

Je geniet van een VIP-ontvangst tijdens elke première met persoonlijk onthaal, vestiaire, programmaboek, uitnodiging premièrereceptie en VIP-pauze.

Je wordt uitgenodigd op exclusieve culturele evenementen op unieke locaties.

Je ontmoet de artistieke cast ter gelegenheid van onze voorstellingen.

Je hebt een persoonlijk aanspreekpunt bij Opera Ballet Vlaanderen.

Indien gewenst wordt jouw naam of bedrijf (met logo) vermeld in de communicatie (website, brochures).

OBV nodigt je van harte uit voor een gesprek over een ambassadeurschap. Je kan hiervoor contact opnemen met Anne-Sophie Van Vyve — avanvyve@operaballet.be

DANK JULLIE WEL!

Bart Gonnissen & Mary-France Thieleman, Select Group - Basile Aloy & Carmen Christiaansen, VICTRIX - Chris Vandermeersche, Ernst & Young - Erik Keustermans, Remant Transport ArchitectsGriet Nuytinck, anacura - Herman Daems - Hugo Van GeetJacques Delen en Michel Buysschaert, Delen Private BankJacques Vandermeiren, Port of Antwerp-BrugesPol Bamelis - Stefaan De Clerck, Proximus en andere trouwe ambassadeurs die graag discreet willen blijven.

OBV Ambassadeurs d.d. 13/10/2025

Nacera Belaza / Pina Bausch

WIE OFFERT ZICH OP?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.