Studentenblad Modulair 2_1011

Page 1

m

Student Kelly Franssen:

‘Hobby werd verslaving’

dulair

o n d er zo e k

7 10

nummer 2

29 oktob er 2010

onderwijs

14

jaa rgang 26 w w w.ou.nl

t e n ta m e n

20

Prof. Lilian Lechner:

Prof. Lex Bijlsma en Ben Janssen:

André van den Akker en Mark Marees:

‘Graduate School bundelt onderzoek’

‘Met nieuw concept hbomarkt op’

‘Wekelijks druk met tentamens’


c

lofon

Modulair verschijnt maandelijks, telt 32 pagina’s, in een oplage van 33.000 exemplaren. Het blad wordt uitgegeven door de afdeling Voorlichting, Service en Informatie van de Open Universiteit Nederland (ISSN 0920-2560). Studenten en alumni krijgen het blad (gratis) bezorgd. Er is ook een digitale editie (inclusief archief): www.ou.nl/modulair

6

Studentenraad

Internationale mobiliteit

Redactie Hoofdredactie/eindredactie: Frans Bogaert Redactionele bijdragen Marijke te Hennepe, Zweitze W. Hofman, Fred Meeuwsen, Frans Bogaert, Leon Mussche (cartoon), Paul Troost, Ramona Ghijsen, Ton Reijnaerts, Miranda de Kort, Janneke Kingma, Janny de Jonge, Gijske Meijerink, Jeroen Liefhebber

11

Onderwijs

OU wil ook hbo-markt op

Overige bijdragen Walter Bazen, Nanda Boers, Bep Franke, Paul Franck, Peter Nederlof, José Muijtjens, Paul van de Boorn, John Dohmen, Linda Vosbeek, Johan van den Boomen, Frank de Langen

Onderzoek

Grafische vormgeving Visuele communicatie en documentverwerking, Vivian Rompelberg Basisontwerp: Exit Communicatie, Wessem Fotografie Peter Strelitski, Chris Peeters, André van den Akker, Janny de Jonge, Art Design Fotografie, Marjolein Herten

Prof. dr. Lilian Lechner, dean Graduate School

Druk OBT, Den Haag Terrapress mat 80gr

‘Toename onderzoek vraagt om centraal gecoördineerde aanpak’

Advertenties Voor advertenties kunt u rechtstreeks contact opnemen met de hoofdredactie Redactieraad Modulair (en e-Modulair) worden redactioneel bewaakt binnen de uitgangspunten zoals geformuleerd door de Redactieraad. Leden: voorzitter Koos Baas, ing. (Informatica); drs. Nanda Boers (Psychologie); Frans Bogaert MA (Voorlichting, service en informatie); drs. Dick Disselkoen (Cultuurwetenschappen); drs. John Dohmen (Rechtswetenschappen); Peter Honig (studiecentra); dr. Marga Winnubst (CELSTEC); Bernadette Kop (Ondernemingsraad/ Studentenraad); drs. Max van Luik (Managementwetenschappen); Henny Schut (Marketing en communicatie); drs. Bep Franke (Natuurwetenschappen). Redactieadres Secretariaat: Nicolle Delnoy (045-5762645) of Romy Ewoldt (045-5762858) Postadres: Valkenburgerweg 177 Postbus 2960, 6401 DL Heerlen t 045-5762670 (hoofdredactie) f 045-5762766 e-mail: modulair.redactie@ou.nl www.ou.nl/modulair

Open Universiteit

Maandelijks 4

Nieuws

12 e n da n n o g d e s t u d i e

18 s e r v i c e

5

co lu m n S t u u tj e

14 o n d e r zo e k

20 o p t e n ta m e n

6

studentenraad

16 a c t i V i t e i t e n

22 o n d e r w i j s

17 s ta r t e n s u p p o r t

30 t e n ta m e n i n f o

31 AFGESTUDEERDE N

7 D e S t u d e n t

co lu m n z w e i t Z e


inh

ud

De Student Student Psychologie Kelly Franssen BSc

‘Elk moment dat het kan, moet ik achter de boeken zitten’

De OU achter de cijfers ...

28545 toetsen

Onderzoek

‘Zien is geloven’

Op tentamen

‘We kennen de meeste trucjes onderhand wel’

13 14 20

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

3


nie

ws

Decaan VU, prof. Anja Oskamp, nieuwe rector OU Prof. mr. Anja Oskamp, nu nog decaan van de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam, is door de Raad van toezicht van de OU benoemd tot rector magnificus. Zij volgt prof. dr. ir. Fred Mulder op, die na tien jaar zijn rectoraat beëindigt. De benoeming gaat in op 1 februari 2011 en geldt voor een periode van vijf jaar. Anja Oskamp (Rotterdam, 1957) studeerde rechten in Rotterdam en verbleef na haar studie een jaar aan het Norwegian Research Center for Computers and Law in Oslo, waar zij onderzoek deed op zowel het domein informaticarecht als rechtsinformatica. Vervolgens werkte zij enkele jaren bij de Databank Kamers van Koophandel, alvorens in 1983 naar de VU te gaan. Daar begon ze als universitair docent en was in 1984 één van de oprichters van het Computer/Law Institute. Oskamp promoveerde in 1990 en werd in 2001 benoemd tot hoogleraar Juridisch kennisbeheer en IT. Van 1997 tot 2005 was ze tevens bijzonder hoogleraar Fiscale rechtsinformatica en fiscaal informaticarecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. In 2005 werd ze decaan aan de VU. Anja Oskamp is o.m. voorzitter van: de Adviesraad van het Platform vrouwen en ict; de Adviesgroep maatschappelijke vraagstukken van ICTRegie; Computerrecht, en sinds 1997 de managing editor van Artifical Intelligence and Law.

Prof. mr. Anja Oskamp

4

Onderzoek inkooprol zorgverzekeraars

Voorzitterswisseling Commissie voor de examens

’Zorgverzekeraars slagen er nog te weinig in scherp te onderhandelen bij de inkoop van zorg, en zo de zorg betaalbaar te houden. Toegepast wetenschappelijk onderzoek kan het selectieve zorginkoopproces van zorgverzekeraars verbeteren. Bovendien moet de overheid de randvoorwaarden aanscherpen’ aldus prof. dr. Emile Curfs in zijn oratie aan de OU op 1 oktober. Zorgverzekeraars voeren strijd om de gunst van verzekerden, door kwalitatief goede en betaalbare zorg in te kopen bij zorgaanbieders. Zorgaanbieders bieden deze zorg aan in een onderlinge strijd om de contracten van de zorgverzekeraars en om de gunst van de zorggebruikers. De rol van de zorgverzekeraars is daarbij cruciaal. Idealiter kopen zij alléén zorg in die kwalitatief goed en betaalbaar is, en zo prikkelen zij de zorgaanbieders om aan die criteria te voldoen. Uit evaluaties blijkt echter dat de zorginkoop nog niet goed uit de verf komt. Nationaal en internationaal is er bovendien nog weinig kennis over zorginkoop. Het is dus de hoogste tijd om vooruitgang te boeken, zeker gezien de door de politiek aangekondigde bezuinigingen. Een verbeterde zorginkoop kan de gezondheidszorg ook in de toekomst betaalbaar houden. Met zijn oratie aanvaardde Curfs de bijzondere leerstoel Maatschappelijk ondernemen door zorgverzekeraars, gefinancierd door zorgverzekeraar UnivéVGZ-IZA-Trias (UVIT).

Per 1 september is een nieuwe termijn van de Commissie voor de examens (CvE) ingegaan. Het College van bestuur heeft op voordracht van de faculteiten en CELSTEC de leden (her)benoemd. Prof. mr. Jac Rinkes neemt afscheid als voorzitter. Hij wordt opgevolgd door dr. ir. Karel Lemmen. De nieuwe secretaris is drs. Dick Disselkoen. De OU heeft één centrale CvE voor al haar opleidingen. De CvE bestaat uit docenten van alle faculteiten. De taken en bevoegdheden van de CvE, vastgesteld in de WHW, betreffen vooral de kwaliteitszorg van de tentaminering, waaronder ook het voorkomen van fraude. Ook benoemt de CvE op voordracht van de decanen de examinatoren die verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de tentamens. De CvE telt de volgende leden: drs. Johan van den Boomen (MW); drs. Dick Disselkoen (CW); dr. Joseph Leinders (NW, tijdelijk vervangen door dr. Wilfried Ivens); dr. ir. Karel Lemmen (Informatica); dr. George Moerkerke Onderwijswetenschappen); dr. Aart Mudde (Psychologie); mr. Tonnie Starren-Weijenberg (RW).

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010


c

Wie een leven lang wil leren moet zich een weg banen door een wirwar van mogelijkheden zoals: opleidingen, trainingen, workshops, boeken, discussiefora, video-instructies. Dr. José Janssen (op foto), onderwijstechnoloog bij CELSTEC, verdedigde op vrijdag 17 september bij de OU haar proefschrift over dit onderwerp. Levenlang-lerenden hebben een concrete vraag (leerdoel) en zoeken een passend leerpad. Dat kan een ‘gewone’ opleiding (vmbo, hbo, wo) zijn, formeel onderwijs. Maar vaker is voor hen een informeel of non-formeel leerpad meer geschikt: een korte cursus, een workshop, een documentaire, een videoinstructie, internetbronnen, noem maar op. Janssen heeft twee technologische oplossingen uitgewerkt. De eerste, een adviessysteem, kijkt naar de keuzen die lerenden in het verleden hebben gemaakt en geeft op basis daarvan een advies aan mensen die voor dezelfde keuze staan. Een dergelijk advies draagt bij aan een effectiever leerproces. In de tweede, een leerpadspecificatie, wordt zowel de inhoud als de structuur van alle mogelijke leer-paden beschreven. Dit maakt het eenvoudiger om leerpaden te vergelijken en te selecteren, het wordt mogelijk om ondersteuning bij het kiezen van activiteiten te automatiseren en het wordt gemakkelijker om leerpaden aan te passen, rekening houdend met eerder verworven competenties.

In memoriam Werner Buck Oud-CvB-voorzitter drs. Werner Buck is op 9 oktober overleden. Hij is 85 geworden. Als politicus van de KVP en later het CDA was hij wethouder in zijn geboortestad Kerkrade en daarna staatssecretaris van volkshuisvesting onder premier Biesheuvel. Terug in Limburg was hij dertien jaar gedeputeerde, onder meer van economische zaken. De laatste jaren van zijn actieve loopbaan had hij een centrale rol in het bestuur van de Open Universiteit. Eerst als voorzitter van de toenmalige Bestuursraad en daarna, sinds september 1987 bijna drie jaar als voorzitter van het College van bestuur. In juni 1990 ging hij met pensioen. Werner Buck was een robuuste bestuurder die respect afdwong binnen de universiteit en daarbuiten. Als financieel-economisch expert heeft hij na de turbulente pioniersfase harde bekostigingsafspraken gemaakt met het ministerie van Onderwijs en een gezond financieel fundament onder de Open Universiteit gelegd. Tijdens zijn afscheid van de Open Universiteit werd Buck gememoreerd als een charmante gesprekspartner die als no-nonsense bestuurder maar beperkt geduld had met de wetenschappelijke staf. Ieder zijn taak en specialiteit, en zonder werkkapitaal geen wetenschap. Typerend voor hem sloot hij zijn afscheid af met een volkswijsheid: wie de eindjes aan elkaar wil knopen, moet voortdurend in touw zijn.

Studiegids Kort geleden kreeg ik een vragenlijst over de studiegids die we ieder jaar toegezonden krijgen. Als ik de vragen juist geïnterpreteerd heb, was het doel van de vragenlijst te ontdekken of ik nog prijsstelde op een papieren versie of dat de informatie op internet voldoende is. Tja, dat is inderdaad een goede vraag. Ieder jaar krijgen we een pak papier in de bus. Ik kan me goed voorstellen dat de Open Universiteit zich afvraagt of ze ieder jaar duizenden studenten zo’n boek toe moeten sturen. Het kost ongetwijfeld veel geld aan druk- en verzendkosten. En het is slecht voor het milieu: het zal de nodige bossen kosten. Jammer als het ding dan ongelezen de prullenbak ingaat. Maar het geeft mij ieder jaar weer een feestelijk gevoel, zo’n glanzend nieuwe studiegids die zo lekker nieuw ruikt. Ieder jaar maken ze er weer een mooie nieuwe layout van, zoals blijkt als ik, voor een buurvrouw die aan de Open Universiteit wil gaan studeren, in mijn kast duik en die uit 2006/2007 en die van 2010/2011 vind. Zo’n studiegids is toch een soort tastbaar bewijs van het feit dat je student bent aan de Open Universiteit. Bovendien kun je ‘m nog eens aan iemand meegeven als je in de omgeving reclame maakt (de buurvrouw is inderdaad gaan studeren ...). Maar gebruik ik de studiegids vaak? Nou nee, als ik iets wil weten dan zoek ik het op op internet. Met één uitzondering: het opleidingsschema. Het zal vast op internet te vinden zijn, maar ik vond het opleidingsschema in de studiegids een stuk duidelijker. Wat ik wel jammer vind, is dat alleen de vakken die in de opleiding aan de orde komen besproken worden, terwijl er nog zoveel meer leuke en interessante vakken zijn (wist u bijvoorbeeld dat je aan de OU het vak Criminologie kan volgen, voordat de nieuwe hoogleraar Criminologie werd aangesteld)? En ik volg nu geen studie meer maar losse vakken uit allerlei studierichtingen. Dan zou het handig zijn om een mooie studiegids met alle vakken te kunnen krijgen, niet een per studierichting. Zou ook handig zijn voor het kiezen van vakken in de vrije ruimte. Moet de Open Universiteit ieder jaar zo’n studiegids blijven toesturen? Vind ik dat de kosten opwegen tegen het nut en het genoegen dat ik eraan beleef ? Weet ik niet. Zou ik hem zelf bestellen als hij niet meer automatisch werd toegezonden? Misschien. Zou ik ervoor willen betalen? Nee (tenzij ik ‘m zelf aanvraag). Zou ik ‘m missen als hij niet meer automatisch wordt toegestuurd? Ja.

Studenten

Proefschrift over wegwijzers door leven-lang-leren-land

lumn

Stuutje van Vulpen

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

5


st

dentenbelangen

De afgelopen periode was een tijd van veel activiteit voor de Studentenraad. Naast de reguliere vergadering was er o.a. een bijeenkomst met de Raad van toezicht en een eerste kennismaking met de (toen nog kandidaat) nieuwe rector. Ook woonden een aantal een korte impressie van de hand van Janny de Jonge:

s t u d e n t e n

‘Netwerken, van gedachten wisselen, en nadrukkelijk de ontwikkelingen over virtuele mobiliteit volgen.’

Internationale mobiliteit EADTU staat voor the European Association of Distance Teaching Universities. Het is de koepelorganisatie waarbinnen de afstandsuniversiteiten binnen Europa vertegenwoordigd zijn. Jaarlijks vindt er onder auspiciën van de EADTU de Annual Conference plaats, deze keer van 27 tot 29 september. Gastheer was de Fernstudien Schweiz te Zermatt (Zwitserland), aan de voet van de Matterhorn, in de adembenemende omgeving van de Zwitserse Alpen. Doel van deze conferentie is dat door vertegenwoordigers uit politiek en educatie de verdere ontwikkeling van afstandsonderwijs gestimuleerd en bevorderd wordt. De president van de EADTU, prof. dr. Carlos Reis, tevens rector van de Universidade Aberta Lisboa (Portugal), benadrukte het grote belang van afstandsonderwijs als middel voor het verhogen van het (wetenschappelijke) opleidingspeil voor mensen, en de positieve (economische) gevolgen daarvan ook voor (werkgevende) organisaties.

Programma – Open Educational Resources: Cooperation, development and implementation models in higher education – Quality Assurance: Including quality assurance in higher education and benchmarking the quality of open and flexible learning – Virtual Mobility and Virtual Erasmus: Raising the numbers and quality of mobility of staff and students by the integration of Virtual Erasmus – Academic Cooperation: Including academic cooperation for international master spaces and joint doctorates and networked teaching and learning at the undergraduate and graduate level – Employability & Entrepreneurship: Education and training for employment and entrepreneurship through open and flexible provisions, combining informal and formal learning for innovation. De conferentie is een platform voor de universiteiten, waarbij ervaringen en ideeën uitgewisseld kunnen worden. Naast de opening, waarbij verschillende keynote speakers de programma-onderdelen inleidden, waren er een aantal parallelsessies waar naar behoefte en interesse voor gekozen kon worden. Helaas was de afgevaardigde uit China moeilijk te verstaan, ook de tolk maakte het bepaald niet gemakkelijker. Namens de OU-Studentenraad, Nederland en Vlaanderen, waren vertegenwoordigd: Rikki Dijksman, voorzitter, Hans Egberts, secretaris, en twee SR-leden Katrien Leyers en ondergetekende. De aanwezigheid van de SR kende verschillende doelen: netwerken, van gedachten wisselen binnen de European Student Council – het Europese platform van studenten in het afstandsonderwijs – en het volgen van de ontwikkelingen bij EPICS (zie hierna). Getracht is de European Student Council (meer) vorm te geven en uit te breiden naar (nog) meer landen.

Virtuele mobiliteit EPICS staat voor the European Portal for Courses and Services on line, en vormt een zoekmachine voor on line courses, en dat voor het project Virtual Erasmus dat

6

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

De Matterhorn bij Zermatt

raad

SR-leden de EADTU-conferentie bij. Van laatstgenoemd evenement

De Studentenraad (SR) is het formele, namens alle studenten sprekende medezeggenschapsorgaan. De huidige SR telt zeven leden (er zijn negen zetels). De leden spreken in diverse samenstellingen mee over domeinen zoals: Student meer centraal, profilering OU, financiën, kwaliteit van het onderwijs, Vlaamse studenten. Met de recente wijziging van de WHW (september 2010) beschikt de SR, in de gezamenlijke vergadering met de OR, nu over de belangrijke bevoegdheid van instemmingsrecht op het OU-instellingsplan. In Modulair spreekt de Studentenraad steeds op eigen gezag. Wilt u eens een vergadering bijwonen, bel dan met het ambtelijk secretariaat 045-5762737/2215 of mail naar studentenraad@ou.nl. Wilt u meer weten over de SR, ga dan naar Studienet > Studentenraad.

op haar beurt virtuele mobiliteit tracht te bevorderen. Denk aan de uitwisseling van virtuele cursussen, seminars en andere leerprojecten. Dit systeem ambieert een wereldwijde toegankelijkheid te bieden aan studenten. Tijdens de conferentie zijn een aantal mogelijkheden maar ook barrières genoemd. Voordeel is natuurlijk een ongekende mogelijkheid en hoeveelheid van beschikbare courses, geen kosten voor de student, uitgezonderd studiemateriaal en boeken. De onduidelijkheden betreffen vooral de (voor)financiering en tentaminering. Inmiddels hebben een aantal open én reguliere universiteiten een convenant ondertekend voor een Virtual Exchange model. De verwachting is dat de participerende universiteiten eind 2010 starten met virtuele mobiliteit voor studenten. Het zal niet verwonderen dat de Studentenraad deze voor de student positieve (internationale) ontwikkelingen toejuicht. De implementatie zal de SR dan ook nauwlettend blijven volgen.


de st

dent

‘Mijn hobby werd een verslaving’ Het steekt psychologiestudente Kelly Franssen dat haar omgeving soms met de nodige scepsis over haar lange studie oordeelt. ‘Waar ben je toch aan begonnen, wat ga je ermee doen?’ zijn allesbehalve stimulerende opmerkingen. Bij het studiecentrum in het Belgische Diepenbeek weten ze wat het is om jarenlang, meestal in alle eenzaamheid, te zwoegen. Daarom werden tijdens de afgelopen dies natalis Kelly en enkele andere studenten die hun bachelor- of masterdiploma behaald hadden, eens goed in het zonnetje gezet. ‘Dat stukje in de krant is ook een beetje erkenning.’

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

7


de st

dent

Tekst: Paul Troost Beeld: Peter Strelitski

In haar speech bij de uitreiking van haar bachelorsbul moesten de toehoorders even lachen, toen Kelly Franssen (29) haar studie psychologie met een verslaving vergeleek. ‘Zo zie ik het wel. Elk moment dat het kan, moet ik achter de boeken zitten. Ik leef ernaartoe en wil zoveel mogelijk tijd aan mijn studie besteden.’ Maar ze lijdt wel aan een goedaardige verslaving, die ze als haar hobby beschouwt en een positief resultaat lijkt te gaan opleveren. ‘Begin ik ergens aan, dan maak ik het af.’ Het diploma blijft haar ultieme doel.

Orthopedagogie als tussenstap Psychologie heeft Kelly altijd geïnteresseerd. Ze had na haar middelbare school direct naar de universiteit willen gaan, maar er waren wat obstakels. In Leuven moederziel alleen op kamers gaan wonen, zag ze niet zitten, want ze wilde per se niet uit haar geboorteplaats Overpelt weg. Elke dag met het openbaar vervoer naar Leuven reizen was geen optie, want dat zou nogal wat tijd kosten. Ook zag ze op tegen het niveau van een academische opleiding. Kan ik dat wel? vroeg ze zich af. Daarom koos ze voor de hbo-studie orthopedagogie vlak bij haar woonplaats. ‘Een mooie tussenstap die maar drie jaar duurde.’ Psychologie zou later wel komen. Maar van uitstel dreigde afstel te komen. Ze ging samenwonen met haar vriend en ‘dan heb je andere prioriteiten’. Bovendien ging ze na haar opleiding aan het werk. In een instituut voor volwassenen met een geestelijke beperking begeleidt ze als opvoedster de bewoners bij hun dagelijkse activiteiten als eten, werken en ontspanning. Af en toe moet ze conflicten tussen de bewoners oplossen en het is haar taak nieuwe collega’s in te werken. Negen jaar doet ze tot haar volle tevredenheid dit werk al, intussen is ze tot hoofdopvoedster gepromoveerd. Voor haar psychologieplannen had ze even geen tijd. Wel voor een eenjarige parttime opleiding bedrijfsbeheer. ‘Je weet maar nooit of zo’n managementcursus me later van pas komt.’

8

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010


Psychologie was dan wel op een zijspoor beland, maar Kelly was haar oude liefde niet vergeten. Het begon weer te kriebelen. Ze informeerde bij de Universiteit van Leuven, maar een fulltime studie én een baan van 28,5 uur per week was niet te doen. Een familielid studeerde al een tijdje psychologie bij de Open Universiteit, en een deeltijdopleiding waar je de boeken openslaat op tijdstippen die je zelf bepaalt, leek haar een geschikt alternatief.

’Zoek bij een studiedip andere studenten op. Ze trekken je door een moeilijke periode heen’

Haar stevige inzinking loste ze op door te reageren op een oproep waarin medestudent Bert Verleysen deelnemers aan een onderzoek, de zogenoemde bachelorthesis, zocht. ‘Iedere student kan ik aanraden bij een dip samen te gaan werken. Je collega’s trekken je dan door een moeilijke periode heen.’ Het onderzoek ging over de effectiviteit van de Appreciative Inquiry (zie Modulair van 10 september, pagina 27; red.). Heel summier samengevat gaat het hierbij om een methode om met alle betrokkenen een organisatie te veranderen waarbij de nadruk op de positieve kanten van de organisatie wordt gelegd. In hun onderzoek hebben de vier studenten de invloed van de methode op verschillende psychologische variabelen als psychologisch kapitaal en burnout gemeten. Zo nam ook Kelly een deel van het onderzoek voor haar rekening. Door het onderzoek kreeg haar studie weer vaart.

Kosten wegen zwaar Maar ze moest nóg een drempel nemen. ‘Ik ben niet bang voor een lange en zware opleiding, maar de kosten van 56 modules wegen zwaar. Voor mij is de Open Universiteit best duur.’ België kent geen belastingaftrek voor studiekosten en alleen studenten die lessen volgen, kunnen van het Betaald Educatief Verlof gebruik maken. Dankzij de alertheid van onder andere de Studentenraad van de OU zijn de Opleidingscheques niet afgeschaft (zie Modulair van 10 september, pagina 12; red.). Maar 125 euro per jaar is geen vetpot. Gelukkig is haar man enthousiast over haar opleiding en betaalt mee. ‘Mijn vakantiegeld gaat grotendeels naar de studie. Niet zo erg, want aan vakanties heb ik weinig behoefte.’ De financiële investeringen zijn tot nu toe niet vergeefs geweest. Afgelopen april haalde ze na vijfenhalf jaar haar bachelor. Met een gemiddelde van zes modules per jaar wil ze zichzelf geen turbostudent noemen. ‘Er moet een beetje tempo in zitten, want met mijn master wil ik straks een baan zoeken. En wil ik nog een kind, dan moet de studie af zijn.’

Met tranen in de ogen In het begin zag het er niet naar uit dat Kelly een snelle student zou worden. ‘Mijn eerste tentamen was een ramp, met tranen in de ogen kwam ik thuis.’ Moeite met leren had ze nooit gehad. De middelbare school en orthopedagogie had ze zonder enig probleem doorlopen. Maar een multiplechoicetentamen was ze niet gewend. ‘Ze vragen veel details en om die te weten, had ik de stof te oppervlakkig bestudeerd.’ Ze liet het er niet bij zitten en pakte de studie anders aan. ‘Ik ben zelf uitgebreide samenvattingen gaan maken en bestudeerde die tot in detail. De helft van de tijd gaat in de samenvatting zitten en de andere helft in het bestuderen ervan.’ De resultaten van deze aanpak bleven niet uit. Maar het ging niet altijd van een leien dakje. Zestien maanden geleden werd ze moeder van een zoontje en de bevalling viel samen met een verhuizing. ‘We hadden de verhuizing gepland drie weken voordat ik uitgeteld was. Maar de kleine kwam drie weken te vroeg. Na de bevalling kwam ik thuis in een nieuwe woning waar veel spullen nog in dozen gepakt stonden. Toen heb ik het een paar weken erg moeilijk gehad.’

Ze heeft nu één module van haar masteropleiding gehaald, met twee tentamens is ze bezig en stage en scriptie wachten. Als alles loopt zoals ze hoopt, dan is ze half 2012 master in de psychologie en schrijft de lokale krant van Overpelt net als bij haar bachelordiploma weer een artikeltje over haar succes.

Nóg een barrière Zover is het nog niet, want er wacht nog een barrière. In België wordt een Nederlandse master in de psychologie niet als gelijkwaardig aan de Vlaamse master erkend. Beide landen stellen andere eisen. Onlangs keurde de Vlaamse regering weliswaar het besluit goed dat de academische gelijkwaardigheid van Nederlandse diploma’s vaststelt, maar een concrete regeling moet nog uitgewerkt worden. Voor Kelly heeft dat consequenties voor haar stage. Ze heeft bij de Universiteit van Leuven geïnformeerd, maar ondanks overleg op regeringsniveau blijven Belgische universiteiten (vooralsnog) bij hun standpunt en erkennen een stage in de psychologie, van een Nederlandse universiteit, niet. Dat is vervelend nieuws voor Kelly, want binnenkort wil ze voor haar stage van de regeling gebruikmaken haar loopbaan een half jaar te onder-breken. ‘Ik ga nu in Nederland een stageplaats zoeken en hoop daar ook werk te vinden. Zo omzeil ik het probleem. Of ik half 2012 mijn bul heb, hangt daarvan af.’

Naam: Leeftijd: Woonplaats: Vooropleiding: Beroep: Begonnen: Afgerond: Bezig met: Studiecentrum:

Kelly Franssen 29 jaar Overpelt (B) Katholieke Hogeschool Limburg (graduaat Orthopedagogie, nu bachelor genaamd), Diepenbeek Hoof dopvoedster 2005, Gezondheidspsychologie Bachelor (33 modulen, met vrijstelling) Master (14 modulen), module Gezondheid in perspectief, Patiëntenvoorlichting en chronische ziekten Diepenbeek

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

9


Tekst: Frans Bogaert Beeld: Chris Peeters

Toename onderzoek vraagt om centraal gecoördineerde aanpak

Open Universiteit start Graduate School Het wetenschappelijk onderzoek bij de universiteiten. De toenemende onderzoeksOU neemt instellingsbreed toe en de ambitie is dat dit nóg meer groeit. Naast promotie-onderzoeken van medewerkers

initiatieven vragen nu om een centraal gecoördineerde aanpak. Vandaar de oprichting, onlangs per 1 september, van een Graduate School als integrale infrastructuur.

en aio-onderzoeksplaatsen ligt het in de bedoeling om meer buitenpromovendi Wat gaat de Graduate School precies doen? binnen te halen. De toenemende onderzoeksinitiatieven vragen tegelijkertijd om het bundelen van de good practices. Modulair sprak met de zojuist benoemde decaan van de nieuwe Graduate School, prof. dr. Lilian Lechner, (op foto) tevens hoogleraar psychologie. Bij de OU staat wetenschappelijk onderzoek voor een groot deel in dienst van de vernieuwing van het hoger onderwijs. Daarnaast geldt voor faculteiten de regel van 20 procent onderzoekstijd (ook) ten behoeve van vakgericht onderzoek. Sinds het bestaan in 2003 van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) is het belang van facultair onderzoek echter alleen maar toegenomen. Dat namelijk is één van de eisen van de NVAO, wil een wo-opleiding in aanmerking komen voor accreditatie. En dát keurmerk heeft een universiteit nodig om in aanmerking te komen voor overheidsfinanciering en het recht tot het afgeven van erkende diploma’s. Vooral binnen de wetenschappelijke staf van faculteiten heeft dat geleid tot toename van PhD-trajecten, zowel in de vorm van eigen promoties alsook onderzoeksplaatsen voor aio’s. Van meer recente datum is de heropleving van het fenomeen buitenpromovendus, waarbij studenten kunnen promoveren naast werk of zorgtaken. Inmiddels is het doctoraatsprogramma van de OU – zo’n 100 actuele promotieplaatsen – ook ingebed in de promotiefinanciering van Nederlandse Wat biedt de OU zoal aan buitenpromovendi? – academisch klimaat – participatie in onderzoeksgroep – samenwerking met een co-promotor – wetenschappelijke begeleiding van promotor (hoogleraar) – een (deels verplicht) scholingsprogramma – toegang tot (online) bibliotheken

10

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

‘De Graduate School zal vooral randvoorwaardelijk en coördinerend opereren. Waar de faculteiten en onderzoeksafdelingen zélf de feitelijke promoties begeleiden, zal de Graduate School zich richten op integrale kwaliteitszorg, het bieden van voorzieningen zoals scholing en leeromgevingen, monitoring. Samen met de Raad van decanen zal het faculteitsoverstijgend onderzoeksbeleid worden bepaald. De Graduate School is tevens platform voor het uitwisselen van ervaringen tussen faculteiten, het Centre for Learning Sciences and Technologies en het Ruud de Moor Centrum. Overigens gaan wij, in het kader van de internationalisering, de onderzoekstrajecten tweetalig aanbieden.’ Wat is de actuele stand van zaken? ‘Op dit moment inventariseren we binnen faculteiten wat er aan extra onderzoek wordt gedaan: met hoeveel buitenpromovendi zijn ze bezig? Hoe faciliteren ze dat? Welke hoogleraren heb je daarbij nodig? Is er zicht op interesse van alumni? Wat zijn de good practices? Dat willen we vervolgens naar een groter plan trekken.’

Wat is jouw eerste indruk? ‘Het onderzoek is de laatste jaren al stevig ingeweven in de bachelor- en masteropleidingen. Nu de OU zich nog meer wilt profileren als ook een disciplinaire onderzoeksuniversiteit, ligt het doortrekken naar promotietrajecten voor de hand. Je ziet ook nu al dat masterstudenten participeren in onderzoek van aio’s, kijk bijvoorbeeld naar de faculteiten Psychologie en Managementwetenschappen. Ook de groep buitenpromovendi Bestuurskunde van prof. Arno Kosten is een goed voorbeeld. OU-studenten, met typische kenmerken als grote zelfredzaamheid en discipline, en vertrouwd met kritisch afstudeeronderzoek, zijn daartoe vaak uitstekend toegerust.

Binnen mijn eigen faculteit komen wekelijks e-mails binnen van studenten die geïnteresseerd zijn in promotieonderzoek.’ Beschikt de OU over middelen om deze extra promotietrajecten te financieren? ‘Wij krijgen voor onderzoek ook nu al subsidie. Vergeet niet dat faculteiten 20 procent van de tijd reserveren voor onderzoek. Wat je feitelijk doet, is planmatig anticiperen op succesvol en rendabel onderzoek. Dat is dus ook een kwestie van goede bedrijfsvoering, waartoe ook het verrekenen van overheidssubsidies hoort. Eerlijk is eerlijk: eerst moet er aantoonbaar succes zijn. Maar, faculteiten respectievelijk hoogleraren willen natuurlijk graag aan onderzoek in hun vakgebied doen. We denken tevens aan tweede en derde geldstromen (respectievelijk komend van zelfstandige publieke organisaties zoals de NWO, dan wel uit private projecten; red.). Ook daar zijn al goede voorbeelden van zoals het door de EU gefinancierde project TenCompetence van CELSTEC. Voor de duidelijkheid: het budget blijft een aangelegenheid van faculteiten en onderzoeksafdelingen zelf.’ Wordt van buitenpromovendi een eigen financiële bijdrage gevraagd? ‘De algemene regel is dat buitenpromovendi geen inschrijvingskosten betalen.’ Buitenpromovendi zou je als de high potentials binnen het afstandsonderwijs kunnen typeren. Hoe vindt selectie plaats? ‘Op dit moment bekijken we binnen de faculteiten welke procedures zij reeds ontwikkeld hebben. Daar zijn al goede mechanismen bedacht. In grote lijn rust de selectie op een aantal pijlers. Studenten worden eerst kritisch bevraagd op zaken als: haalbaarheid van het vierjarige traject, beschikbaarheid van respondenten en data, de wetenschappelijk state of the art, de haalbaarheid in praktische zin zoals met betrekking tot privé-omstandigheden, werk en beschikbare tijd. Vervolgens wordt de student gevraagd om, onder begeleiding, binnen zes tot twaalf maanden een onderzoeksplan op te leveren. Als dat is goedgekeurd, dan heeft de promovendus-in-spe een goede kans op een succesvol promotietraject.’ Over onderzoek door buitenpromovendi publiceerde Modulair eerder reeds artikelen/interviews: Modulair 8, juli 2010 (pagina’s 14-15, 26); Modulair 5, maart 2010 (pagina 28) en Modulair 8, juli 2009 (pagina 14-15). U kunt deze artikelen ook raadplegen in het digitale archief: www.ou.nl/modulair.


Tekst: Frans Bogaert

Accreditatie voor geheel nieuwe hbo-bachelor aangevraagd

OU op hbo-markt met innovatief netwerkconcept De Open Universiteit wil (ook) de markt van hbo-opleidingen betreden met het innovatieve concept Netwerk Open Hogeschool (NOH). Sleutelbegrip is blended learning: een mix van afstands- én contactonderwijs, inbreng van werkervaring, en werkplek-leren. De eerste loot aan de NOH-stam is de

Toetsing nieuwe opleidingen Zowel in Vlaanderen als in Nederland moeten nieuwe opleidingen in het hoger onderwijs aan een aantal

hbo-bacheloropleiding Informatica, waarin wordt samengewerkt met vier

voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden hebben

hogescholen. NOH-Informatica kreeg onlangs het groene licht van OCW en

betrekking op de potentiële kwaliteit van de aange-

is nu voor accreditatie ingediend bij de NVAO. Modulair sprak met drs. Ben Janssen, namens de OU programmamanager NOH, en prof. dr. Lex Bijlsma,

vraagde opleiding en de macrodoelmatigheid ervan. Een hoger-onderwijsinstelling moet de macrodoelmatigheid van de nieuwe opleiding laten toetsen

decaan van de faculteit Informatica. Beiden zijn zeer enthousiast: ‘We weten

bij de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs

waar we naartoe willen, en hebben samen die weg afgesproken.’

(CDHO). Dat gebeurt op een zodanige wijze dat de

Het kan verkeren… Vanaf de oprichting (1984) van de OU was het feitelijk al de bedoeling om, naast innovatief universitair (afstands)onderwijs, ook hbo-onderwijs te verzorgen. Om allerlei redenen kwam dat echter nauwelijks van de grond, onder meer doordat deze toen nog jonge instelling vooraleerst een volwaardige universiteit wilde worden. En dat kun je aan wetenschappers wel overlaten, want die universiteit – alle academische rituelen incluis – is er gekomen: geaccrediteerd en in nationale rankings bepaald goed scorend. Tijd aldus om ook de oude belofte in te lossen. Daarbij hoeft niet te worden ontkend dat de markt voor het ‘traditionele’ tweedekansonderwijs nog maar traag groeit. Meer specifiek op de arbeidsmarkt speelt de sinds 2000 sterk opkomende, ook door de politiek onderschreven noodzaak tot leven-lang-leren (lees: bijscholen). Tegen die achtergrond transformeert het OU-onderwijs ook steeds meer naar tweedewegonderwijs (alternatieve route én flexibele vorm) waarin alle expertise en samenwerking van de voorbije jaren cumulatief samenkomen.

Het ministerie van OCW heeft positief beslist … u zult blij zijn? Janssen: ‘Ontzettend blij … de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er op departementaal niveau beleidsmatig nogal lang geaarzeld is, en dat vanuit de principiële vraag of dit een zaak is voor het bekostigde onderwijs. Mede op advies van de Commissie Doelmatigheid erkent het ministerie als zodanig dat de OU ook in het veld van de leven-lang-lerenden respectievelijk werkenden een complementaire taak heeft ten opzichte van het bestaande aanbod. Het wachten is nu op de accreditatie.’

middelen die de overheid voor het hoger onderwijs

Maar er zijn toch ook andere aanbieders?

ter beschikking stelt, doelmatig worden besteed.

Janssen: ‘Dat valt wel mee … we spreken hier over 14 bekostigde en geaccrediteerde opleidingen. Als je de arbeidsmarktprognoses bekijkt, dan moeten er jaarlijks 10.000 diploma’s éxtra komen om aan de toekomstige vraag naar hoger-opgeleiden te voldoen. Meer specifiek wordt bij informatica uitgegaan van de noodzaak tot minimaal 2000 hoger-opgeleiden jaarlijks, oplopend tot ongeveer 7000. Aan die zogeheten vervangingsvraag kan niet worden voldaan, noch door de initiële opleidingen, noch door het duale onderwijs of het deeltijdonderwijs.’ Bijlsma: ‘Bij het bestaande ict-deeltijdonderwijs speelt ook mee dat het aantal deelnemers per locatie gering is, terwijl er wel gewerkt wordt met programma’s van de dagopleiding, wat voor de student neerkomt op heel veel niet-begeleide zelfstudie. Dát nu proberen wij juist te ondervangen door het concept van blended learning.’

Vervolgens beslist de minister van OCW, op advies van

Dat moet u nader toelichten …. Bijlsma: ‘Om te beginnen, is er geen sprake van zuiver afstandsonderwijs. Er zijn namelijk ook structureel face-to-face contactmomenten voorzien. Door het landelijk netwerk van geografisch gespreide hogescholen, kunnen studenten zich redelijk dicht bij hun eigen regio tot een hogeschool richten. Ofschoon geen expliciete eis, zal het hebben van een baan de leercurve ook positief beïnvloeden, in het gunstige geval als voor de reeds opgedane competenties vrijstellingen (EVC) kunnen worden afgegeven. Het werkplek-leren maakt bovendien het doen van projecten en het oefenen van allerlei vaardigheden mogelijk. Voorts wordt binnen deze opleiding

de CDHO, over de aanvragen. Daarna wordt de nieuwe opleiding voorgelegd aan de NVAO (NederlandsVlaamse accreditatieorganisatie). Deze is verantwoordelijk voor het toetsen van een nieuwe opleiding op haar potentiële kwaliteit. Met een positieve toetsing geeft de NVAO te kennen dat de opleiding potentieel aan eisen van basiskwaliteit voldoet. Wanneer de toets positief is, kan de universiteit of hogeschool die opleiding als nieuwe opleiding laten registreren in het CROHO (Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs) en is de opleiding wettelijk erkend.

optimaal gebruikgemaakt van digitale leeromgevingen, wat ook de communityvorming ten goede zal komen.’

Waarin verschilt hbo-informatica inhoudelijk van de wo-bacheloropleiding informatica? Bijlsma: ‘Binnen de hbo-opleiding wordt vooral de status quo van ict bestudeerd. Je leert hoe je de dingen in de praktijk kunt toepassen, met welke tools, kortom: wat de state of the art van het aanpakken van problemen is. Binnen het wo-programma onderzoek je veel meer de achterliggende principes, kijk je naar de volgende generatie ontwikkelingen. Daardoor ben je ook meer bestand tegen zogeheten paradigmawisselingen.’ Dus u maakt niet een-op-een gebruik van OU-modules? Janssen: ‘Voor de NOH-Informatica-opleiding wordt geheel nieuw materiaal ontwikkeld, voor elk semester afzonderlijk. Voor de volledigheid: een deel van diezelfde materialen willen wij op termijn ook beschikbaar stellen als open educational resources, opdat (nog) niet deelnemende partijen daar ook gebruik van kunnen maken. Lees verder op pagina 13 Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

11


en dan (nog) de st

die

Michel van den Nieuwendijk Studeren bij de Open Universiteit kan vanuit verschillende motieven. Interesse, vergroten van de deskundigheid of gaan voor die felbegeerde academische titel. Al of niet om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Zo’n solistische studie vereist echter ook de kunst van het inpassen in een leven dat zich in velerlei opzicht kenmerkt door drukte. En dan nog de studie. Hoe inventief zijn onze studenten? De redactie vroeg dat aan Michel van den Nieuwendijk (48), student Informatica.

Tekst: Ramona Ghijsen

Belangrijkste bezigheden overdag?

Blijft wekelijks (gemiddeld) over voor de studie?

’Ik ben als ontwikkelaar werkzaam bij het Centrum voor applicatieontwikkeling van de Belastingdienst in Apeldoorn. Hier wordt de software ontwikkeld waarmee de Belastingdienst haar taken uitvoert, zoals applicaties voor de Douane en voor het verwerken van toeslagen, inkomstenbelasting, omzetbelasting en loonheffing.’

’Gemiddeld studeer ik 10 uur per week. Als een tentamendatum naderbij komt, nemen de studie-uren toe.’

Studieproblemen? ’Eigenlijk geen. Ik zorg ervoor dat het studietempo niet te laag ligt, anders blijf ik te veel herhalen en gaat mijn studietempo eruit.’

Studeer bij de Open Universiteit sinds … ’2002. De wijze van studeren bij de Open Universiteit is voor mij de meest ideale manier. Het zelfstandig, in eigen tempo studeren bevalt mij goed. Mede door het duidelijke en complete studiemateriaal kan ik mij de inhoud van de cursus goed eigen maken.’

Leukste opmerking van de achterban over mijn studie?

Wo-studie of een enkele cursus?

Lees altijd in Modulair?

’Aanvankelijk ben ik met een paar losse cursussen begonnen, al snel had ik de smaak te pakken. Een-leven-lang-leren is ook op mij van toepassing en daarnaast noodzakelijk om in mijn vakgebied mijn kennis op peil te houden. Nu is het mijn streven de hele wo-studie Informatica af te ronden.’

‘Ik lees graag de verhalen van andere studenten. Bij iedereen proef ik wel een persoonlijke drive om hun studie te volgen. Het is mooi om te lezen hoe mensen in verschillende omstandigheden de studie weten in te passen in hun dagelijks leven.’

‘Mijn vrouw zegt vaak “De studiegids van de OU is de meest gelezen gids in huis.” Ik ben schijnbaar altijd bezig met de volgende cursus die ik wil gaan bestuderen.’

Binding met de Open Universiteit? Nog te gaan? ’Nu nog 11 cursussen in de bachelor. Ik volg binnen Informatica de Bedrijfskundige variant. Deze variant stopt echter in 2011. Er is sprake van een nieuwe bacheloropleiding Informatiekunde waar ik zou kunnen instromen. Of deze bachelor doorgaat is op dit moment nog onduidelijk. De toekomst zal leren hoe ik mijn studie kan vervolgen.’

‘Studie naast baan, gezin met drie dochters, gezamenlijk sporten’ Andere bezigheden waarvoor de studie moet wijken? ’Naast mijn full-time baan heb ik een gezin met drie dochters in de basisschoolleeftijd. Met hen probeer ik zoveel mogelijk vrije tijd door te brengen door mee te gaan naar sporten en naar andere activiteiten. Zelf doe ik twee keer per week aan fitness. Regelmatig ben ik te vinden in de bossen op de Veluwe, vaak op mijn mountainbike.’

12

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

’Zonder dat ik veel mensen persoonlijk ken, voel ik mij thuis bij de OU. Wanneer mensen in mijn omgeving geïnteresseerd zijn in een studie, raad ik ze studeren bij de OU aan.’

Wat de Open Universiteit vooral (niet) moet doen? ’Wat de OU niet moet doen, is drempels verhogen om te studeren. Bijvoorbeeld door kosten van cursussen te verhogen of door aanvullende ingangseisen voor een vak te stellen. Die ingangseisen hebben soms meer te maken met een kostenaspect dan met de vereiste voorkennis. Wat de OU wel moet doen, is zoveel mogelijk digitaal lesmateriaal aanbieden en verder vooral blijven innoveren en cursussen actualiseren.’

Ultieme tip(s) voor medestudenten? ’Ik heb twee jaar geleden een workshop gedaan “Train your brain en map your mind.” Hier heb ik veel bruikbare tips opgedaan zoals mindmapping, snellezen en tips voor effectieve informatieverwerking. Bedenk ook: élke behaalde cursus is er weer een die je dichter bij de eindstreep brengt, volhouden dus.’


Dat namelijk is de andere dimensie van het open concept van NOH: dat met publieke middelen betaalde materialen ten goede komen aan diezelfde gemeenschap.’ Samenwerken met externe partijen is niet altijd gemakkelijk. Zijn informatici wat praktischer? Bijlsma: ‘Ik durf te spreken van een hecht samenwerkingsverband, er zijn weinig hooglopende discussies geweest. Dat komt door de beheersbare omvang van product en proces. De vier hogescholen zijn bovendien in alle teams en deelcommissies vertegenwoordigd. Maar ook bij de uitvoering zullen alle partijen docenten leveren.’ Janssen: ‘Het is een vrij bewuste insteek om samen te werken door samen te doen. We hebben ook geen last van ideologische stellingnames. Wij gaan uit van een vraag in de markt, we weten waar we naartoe willen, en hebben samen die weg afgesproken, dát is het NOH-concept!’ Is de faculteit niet bang dat zittende wo-studenten straks willen terugschakelen? Bijlsma: ‘Die vrees bestaat bij de faculteit in het geheel niet. Een behoorlijk percentage van onze studenten heeft trouwens al een hbo-opleiding. Overigens kunnen NOH-ers wel doorstromen naar de wo-opleidingen. De twee richtingen, Software engineering (SE) en IT Service

Management (ITSM), corresponderen ook met ons wo-masteraanbod.’ Janssen: ’Het is in principe mogelijk, maar dat gaat mij iets te snel … in het NOHmodel is namelijk een wat logischer tussenstap voorzien, te weten die van Associate Degree, dat zijn tweejarige opleidingen, en ook die vormen een antwoord op de vraag van het bedrijfsleven. Die nieuwe wettelijke graad van AD kan vervolgens leiden tot de bachelorgraad. Een meer logische vervolgstap zou dan nog de professional master zijn. Op termijn voorzien we dus een volwaardig, geaccrediteerd hbo-traject binnen het NOH-concept. Al die tussenstappen passen ook uitstekend in de levenscyclus van werkende volwassenen, die heel wat life-events moeten zien te managen, zoals beroepsperspectief, gezin, sociaal leven.’ Voor wie is deze opleiding precies bedoeld? Bijlsma: ‘NOH-i richt zich op een instroom van ambitieuze IT-medewerkers die functioneren op mbo-niveau of iets daarboven. Zij kunnen werkzaam zijn als systeem-, applicatie- of netwerkbeheerder, IT-supportmedewerker of IT-Helpdeskmedewerker. Vanwege het beheerskarakter in deze functies, ligt de ITSM-variant voor de hand. Halverwege kunnen de studenten kiezen voor de

SE-variant, voor diegenen die zich veel meer met het ontwerpen, bouwen en testen van programmatuur bezighouden.’ Is er straks plaats voor nieuwe partners? Janssen: ‘First things first … er wordt straks naar de OU gekeken door de partners, juist vanwege onze expertise op het gebied van onderwijskunde, technologie, innovatie. Met de eerste én principiële goedkeuring van OCW voor dit concept is het nu zaak die verwachtingen volop waar te maken. Dat is de wat meer specifieke rol van de OU binnen het NOH-concept. Daarom hebben we ook in corporate termen gekozen voor een afzonderlijke branding.’ Bijlsma: ‘Bij het toetreden van nieuwe partners gelden opnieuw criteria zoals macrodoelmatigheid. Op z’n minst horen daar nieuwe, geografische locaties bij. Alle partijen moeten er gezamenlijk voordeel van hebben. Het is in die zin een open consortium, waar kan worden toegetreden, mits aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan.’

Binnen NOH participeren, met de OU als penvoerder, Fontys Hogescholen, De Haagse Hogeschool, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De beoogde start van de NOH-i-opleiding is februari 2011. Op de rol staat NOH-Bedrijfskunde.

De OU achter de cijfers …

28545 toetsen heeft de OU in 2009 bij haar studenten afgenomen. Dit betrof 8402 schriftelijke toetsen, 323 mondelinge toetsen, 12329 sys- en computergebaseerde toetsen en 7491 opdrachten, werkstukken en afstudeerscripties. Afgezien van de concrete cijfers blijkt uit het bovenstaande dat de toets in de terminologie van de OU een breed begrip is. Eigenlijk mag de term niet worden verward met het tentamen, dat staat voor de verzameling van toetsen die moeten worden behaald om voor een cursus te slagen. Omdat in de praktijk echter de meeste cursussen één toetsverplichting hebben, verwarren we zelf de twee termen ook veelvuldig. Iets om rekening mee te houden als het over de precieze aantallen gaat. In de loop van 2009 heeft een belangrijke verandering plaatsgevonden in de normaliter zo onveranderlijke toetsorganisatie van de OU: de introductie van computergebaseerde toetsen (CBT). Van de groepsgewijze variant (CBT-groepsgewijs) zijn er in het eerste jaar 73 afgenomen, en van de individuele variant (CBT-individueel) 576. De invoering verloopt zeer voorspoedig want bij het schrijven van dit stukje stond de teller voor 2010 al op respectievelijk 486 en 3904 aanmeldingen. In de lopende reeks ‘Op tentamen’ berichtte Modulair al uitvoerig over zaken als: het 10-tal medewerkers dat op de centrale vestiging in Heerlen belast is met de algehele logistiek; de docenten/

examinatoren die, samen met de toetsdeskundigen, verantwoordelijk zijn voor de vragen; de afname in het studiecentrum (zie deze Modulair, pagina 20 red.). Voor administratieve beroepen en klachten kunnen studenten terecht bij het College van beroep voor examens respectievelijk de Klachtencommissie. Kortom: er zijn heel wat OU-medewerkers bezig met de tentaminering. Eén van de doelstellingen van de introductie van CBT was het vereenvoudigen van deze omvangrijke en vaak complexe organisatie. Eerste ervaringen leren dat met name de CBT-groepstentamens een nieuw logistiek probleem hebben geïntroduceerd. Waar in het verleden bij een grote hoeveelheid aanmeldingen voor een schriftelijke toets simpelweg werd uitgeweken naar een grotere toetslocatie, is het vooralsnog lastig (lees: bijna onmogelijk) om bij grote belangstelling meer pc’s beschikbaar te maken op een studiecentrum. Dit zijn lastige (gedrags) voorspellingen, niet in het minst omdat de student niet gebonden is aan een specifiek studiecentrum. Andere interessante vragen voor de nabije toekomst zijn: wat is de invloed van CBT op de slagingspercentages? Hoe beleven studenten CBT, ook in sociale zin (waar de studiecentra een sterk afnemend contact na het tentamen signaleren; zie opnieuw deze Modulair; red.)? Jeroen Liefhebber Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

13


onderz

ek

Baukje Bruinsma MSc deed onderzoek naar de impact van de toenemende biodieselproductie uit oliepalm en jatropha voor de duurzaamheid. Voor haar onderzoek trok ze naar het Amazonegebied in Peru. ‘Ik wilde graag ter plekke zijn, ik wilde de boeren ontmoeten en zo de informatie uit eerste hand krijgen. Spannend. Dat was het zeker. Maar ook en bovenal boeiend en indrukwekkend. Ook al is ze al weer een tijdje terug, toch moet ze nog vaak aan haar zeven weken durende verblijf in Peru denken. Het smaakt zelfs naar meer. ‘De kans is groot dat, als de kinderen straks uit huis zijn, ik weer naar Midden- of Zuid-Amerika trek, het bevalt me daar prima.’ Het was niet de eerste keer dat Bruinsma (45) voor langere tijd in het buitenland verbleef, integendeel. Van 1992 tot 2002 werkte ze verschillende periodes als landbouwdeskundige in Bolivia, Sri Lanka en Ecuador. In het eerste land ontmoette ze ook haar Boliviaanse man, met wie ze intussen drie opgroeiende pubermeiden heeft. ‘Ik werkte in die landen met kleine boerenorganisaties op het gebied van duurzame landbouwontwikkelingsprojecten. Landbouw, ontwikkelingssamenwerking en milieu zijn mijn passie, daar loop ik warm voor en ik ben vooral geïnteresseerd in de positie van boeren en kleine boerenorganisaties. Niet voor niets heb ik tropische landbouwstreekontwikkeling aan de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein in Deventer gestudeerd. Waar de passie vandaan komt weet ik niet, geen flauw idee. Ik ben geen boerendochter, dus dat is het niet.’

Impact regenwoud Toen ze voor haar scriptie Milieu-en natuurwetenschappen stond – ‘ik wilde graag een academische graad’ – was het vanzelfsprekend dat ze iets zou doen op terrein van landbouw en de positie van boeren en hun organisaties. ‘Een onderwerp dat op dat moment

14

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

speelde, was de biodieselproductie uit palmolie. En dan vooral de negatieve impact daarvan voor het tropische regenwoud. Hoe duurzaam is biobrandstof per saldo? Die vraag leefde heel erg, daar werd veel over gediscussieerd, en terecht. Want het mocht dan wel goed zijn voor het terugdringen van broeikasgassen, aan de andere kant zorgde de productie ook weer voor ontbossing, met alle gevolgen voor het milieu.’ Bruinsma wilde graag met eigen ogen – ‘zien is geloven’ – gaan bekijken hoe het er in de praktijk aan toe ging en zelf checken of de verhalen klopten. ‘Dus enerzijds wilde ik onderzoeken of de productie van biobrandstoffen leidt tot rurale ontwikkeling en armoedebestrijding’, legt Bruinsma uit. ‘En anderzijds wilde ik bekijken of de biodieselproductie wenselijk is vanuit ecologische aspecten.’ Een land dat in toenemende mate bezig is met de productie van biobrandstoffen is Peru, vooral op basis van oliepalm en sinds kort ook jatropha, een inheemse plant. Dus daar, en dan vooral in het Amazonegebied, moest ze zijn. Zo gezegd, maar niet zomaar gedaan. Hoe kom je in contact met de boeren, en hoe zorg je ervoor dat ze je straks te woord willen staan? Voor de praktische invulling, zo’n onderzoek vergt heel wat organisatie, klopte Bruinsma aan bij Agriterra, een organisatie die zich sterk maakt voor de positie van kleine boeren in ontwikkelingslanden. ‘Zij hadden contacten met boerenorganisaties in Peru en konden me dus prima op weg helpen. En zij konden weer profiteren van mijn onderzoek.’


S C RI P TIE

‘Zien is geloven’ Tekst: Fred Meeuwsen Beeld: Art Design Fotografie

Zwervende landbouw Nadat alles geregeld was, reisde Bruinsma vorig jaar juli af naar Peru. Het werden zeven volle weken, weken die volledig in het teken van het onderzoek stonden. Na een verblijf van enkele dagen in Lima, waar ze sprak met landbouwdeskundigen van universiteiten en ministeries, reisde ze af naar de departementen Ucayali en San Martin, diep in het Amazonegebied, waar de kleinschalige teelt van oliepalm en jatropha plaatsvindt. ‘In het gehele Amazonegebied is meer dan tien miljoen hectare land ontbost. Slechts twee miljoen daarvan is in productie. De rest ligt braak en is bedekt met secundair bos. Zwerflandbouw is het overheersende landbouwsysteem. Hierbij wordt primair of secundair bos gekapt voor de teelt van gewassen. Na een aantal jaren teelt van gewassen ligt het perceel braak en trekken de boeren naar een ander stuk grond.’

Zestig interviews Bruinsma onderzocht de eerste drie stappen in de productieketen op duurzaamheid: de teelt van oliepalm c.q. jatropha, de olieextractie en de biodieselproductie. Ze sprak met direct betrokkenen, onder wie producenten van oliepalm en jatropha, bedrijfsleiders van olie-extractiebedrijven en biodieselproductiebedrijven en bestuursleden van boerenorganisaties. In totaal hield ze zo’n zestig interviews, waarvan de helft met boeren en boerinnen. ‘Het was leuk en interessant om met die mensen te praten. Gaandeweg kreeg ik steeds meer het gevoel dat ik dichter bij de antwoorden op mijn onderzoeksvragen kwam. Dat is ook het mooie van zo’ n praktijkonderzoek. Het geeft veel meer resultaat dan alleen een literatuuronderzoek. Je stapt erin met niets en je sluit af met een hoop uitkomsten.’ Niet alles verliep trouwens vlekkeloos. Zo moest ze soms extra dagen reizen omdat een bepaalde route werd afgeraden vanwege de onveiligheid. ‘Ik werd nogal eens gewaarschuwd voor gewapende bendes. Dat betekende dat je je tocht moest wijzigen en interviews moest afzeggen. Dat was wel balen. Maar goed, dat hoort erbij. Je moet flexibel zijn.’ Ook waren het klimaat, de cultuur en de omgangsvormen in de Amazone van Peru wat anders dan ze gewend was in de bergen van Ecuador en Bolivia. ‘Maar ook daar wen je aan.’

Productie biodiesel uit oliepalm gunstiger Terug in Nederland was er weinig tijd om na te genieten. Bruinsma moest aan de slag om de vele gegevens te verwerken en te analyseren. Samenvattend kan gesteld worden dat de impact van de kleinschalige productie van biodiesel uit oliepalm gunstiger is voor de verschillende aspecten van duurzaamheid dan die van jatropha. ‘Kleine boeren hebben hogere inkomens bij de productie uit oliepalm dan uit jatropha. Door de hogere opbrengsten is de milieu-

belasting lager en de organisaties van kleinschalige oliepalmproducenten maken kleinschalige teelt mogelijk. Wel moet gezegd worden dat de productie alleen duurzaam is in de al ontboste gebieden van het Amazonegebied, vooral met laag secundair bos.‘

’Ik mis nu al het contact met de mensen die met hun handen in de aarde wroeten’ Bruinsma presenteerde haar onderzoek voor Agriterra en schreef er tevens een artikel over in NW-nieuwsbrief. Nu heeft ze zich voorgenomen een tijdje vooral niets aan onderzoek of studie te doen. Maar dat zal niet meevallen. ‘Het kriebelt eerlijk gezegd alweer. Ik zou best wel weer onderzoek willen doen. Maar ik realiseer me ook dat dat nu moeilijk te combineren is met mijn drukke baan bij de gemeente Hellevoetsluis en mijn gezin. Misschien later. In ieder geval ga ik zeker weer een keer naar die regio. Ik mis het nu al, ik mis de mensen en de omgeving en dan vooral het contact met de mensen die met hun handen in de aarde wroeten.’

In deze rubriek komt beurtelings een hoogleraar/docent of een scriptiestudent aan het woord. Onderzoek bij de OU staat vooral in dienst van het onderwijs. Bij onderwijstechnologisch onderzoek gaat het om de vernieuwing van het onderwijs. Zulk onderzoek wordt gedaan bij het Centre for Learning Sciences and Technologies (e-learning), het Ruud de Moor Centrum (onderwijspraktijk) en het Netherlands Laboratory for Lifelong Learning (leven-lang-leren). Bij faculteiten wordt vakgericht onderzoek verricht, in samenwerking met de al genoemde onderzoeksafdelingen. Daarbinnen krijgt ook het afstudeeronderzoek een plek, maar dat kan per faculteit verschillen zoals: individueel, groepsopdracht, onderzoekskring. Binnen dit algehele onderzoeksklimaat van eigen (promotie)onderzoek, past tevens een toenemende participatie van aio’s en buitenpromovendi. De faculteit Natuurwetenschappen heeft gekozen voor een centraal domein van onderzoek onder de noemer ‘Naar een duurzame samenleving: verkennen, leren, sturen’. Daarmee richt het facultaire onderzoek zich, net als haar onderwijs in de Bachelor- en Masteropleiding, op complexe milieuvraagstukken in de context van duurzame ontwikkeling. Daarnaast zet de faculteit in op het verrichten van experimenteel milieu-natuurwetenschappelijk onderzoek via detacheringen bij andere universiteiten. Al het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met partners binnen en buiten de OU.

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

15


activiteitenr

In deze rubriek staan (decentrale) activiteiten, georganiseerd door studentenverenigingen, faculteiten of regionaal voorlichters. Voor de meest actuele informatie en aanmelden, verwijzen wij u naar de webpagina’s van uw faculteit, studiecentrum of de online Studiecoach op: www.ou.nl.

november ma 1 • Rechtbankexcursie meervoudige strafkamer Rechtbank Groningen (sc Groningen) • Lezing door prof. dr. A. van der Does: ‘Psychologische oorlogsvoering in de verkiezingsstrijd’ (sc Den Haag) • Lezing door dr. Jeroen Vanheste: ‘Humanisme en het Avondland’ (Utile Dulci, sc Den Bosch) di 2 • Workshop Timemanagement (sc Groningen) • Culturele Contactgroep (sc Zwolle) • Presentatie door Edward Meijer over bergbezinkbassins (sc Rotterdam) • Operaclub, Der Freischütz van Carl Maria von Weber (Suster Bertken, sc Utrecht) do 4 • Workshop Presenteren (sc Den Haag) vr 5 • De 28ste Van Der Leeuw Lezing, door Lilja Trojanow (Mentoraat CW, sc Groningen) za 6 • Workshop Mindfulness (sc Utrecht) • 3e Voorronde, pleitsessie Bestuursrecht (UPGA, VU Amsterdam) di 9 • Bezoek Alexander de Grote tentoonstelling, Amsterdam (Si-tard, sc Parkstad Limburg) do 11 • Workshop Mindmappen 1 (sc Vlissingen) • Leesclub, Het winterjaar van Ton van Reen (De Verlichting, sc Eindhoven) za 13 • Symposium NW (sc Eindhoven, zie déze Modulair) • TouW-symposium Informatica (sc Amsterdam, zie déze Modulair) ma 15 • Stephan Wetzels over de Deense filosoof Søren Kierkegaard (Retor, sc Nijmegen) di 16 • Operaclub, zie bij 2 november • Lezing door Inge Kockmann ‘Procesrecht in de praktijk’ (RER, sc Zwolle) wo 17 • Workshop Mindmappen 1 (sc Almere) • Introductie nieuwe studenten, Studienet (sc Eindhoven) • Workshop Creatief Denken door drs. Wil Michels (sc Enschede) do 18 • Workshop tentamenvrees (sc Zwolle) • Leesclub Faustinas kus van Hanns-Josef Ortheil (Si-tard, sc Parkstad Limburg) vr 19 • Symposium ‘Ethiek en Praktijk’ (sc Groningen) • Excursie Vredespaleis Den Haag, en museum (AJV, sc Amsterdam) 16

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

oster

za 20 • Rondleiding Universiteitsbibliotheek (sc Groningen) ma 22 • Meeting Point Psychologie (sc Zwolle) di 23 • Introductiebijeenkomst (sc Parkstad Limburg) • Algemene ledenvergadering (De Verlichting, sc Eindhoven) • Lezing (Suster Bertken, sc Utrecht) wo 24 • Workshop Mindmappen 1 (sc Eindhoven) • Filosofiegroep (sc Emmen) • Lezing ‘Paaseiland, mythen en feiten?’ door prof. dr. M. de Dapper (sc Gent) do 25 • Workshop Stressmanagement (sc Den Haag) • Kenniscafé (sc Almere) • Lezing door drs. Wouter Steffelaar ‘de Goldbergvariaties van Bach (sc Nijmegen) vr 26 • Diploma-uitreiking Rechten (sc Zwolle) • Juridische filmavond (sc Utrecht) za 27 • Workshop Mindfulness, verdieping (sc Utrecht) • Lezing en poetry reading door Gandolfo Cascio: ‘De Italiaanse liefdespoëzie’ (Homo Ludens, sc Amsterdam) • MW- alumni- en studentendag (Den Bosch, zie déze Modulair) • Studentendag RW (sc Eindhoven, die déze Modulair) • Lezing over Autisme (sc Eindhoven) di 30 • Workshop Leerstrategieën (sc Parkstad Limburg) • Excursie naar de Groninger Archieven (sc Groningen)

december wo 1 • Luisterclub (Suster Bertken, sc Utrecht) • Culturele Contactgroep (sc Zwolle) do 2 • Lezing (Suster Bertken, sc Utrecht) ma 6 • Twee lezingen door leden van Utile Dulci (sc Den Bosch) • Lezing ‘Moreel beraad’ door Helma van Tol (De Studie kamer, sc Den Haag) di 7 • Workshop Mindmappen 1 (sc Den Haag) • Boekpresentatie en lezing ‘Van scriptie tot publicatie’ door drs. Lizzy Wiggers-van Schoot (sc Enschede) do 9 • Avond Studentenvereniging PUB (sc Breda) • Filmclub (Suster Bertken, sc Utrecht) • Workshop Inspirerend Presenteren II (sc Den Haag) vr 10 • Combi, symposium ‘Vrede van Nijmegen’ (De Verlichting, sc Eindhoven) za 11 • Lezing over Melchior d’Hondecoeter (Homo Ludens sc Amsterdam) zo 12 • Bezoek tentoonstelling Oriëntalisme, Brussel (Si-tard, sc Parkstad Limburg) di 14 • Lezing door Wim van Zant, advocaat over faillissements recht (RechtEvenRedig, sc Zwolle) do 16 • Literatuurclub Sunny Boy van Annejet van der Zijl (sc Nijmegen) • Leesclub Poëziemorgen (Si-tard, sc Parkstad Limburg) Tussen Kerst en Oud-en-Nieuw zijn alle studiecentra gesloten.

Academische zittingen – 5 november, promotie drs. Danny D.N.M. Kostons (CELSTEC) – 19 november, promotie drs. Albert W.T. Kampermann (BDG)


start en s

pport

‘Mindfulness helpt mij rust in het hoofd te houden’

Nieuwe meerdaagse training Tijdens de basis- en vervolgtrainingen (workshops 1 en 2) bleek dat er ook behoefte is aan een training die zich uitstrekt over een wat langere termijn. Daarom komt er nu een mindfulnesstraining van 8 sessies (weken) in het voorjaar van 2011. Basis voor de training vormt het Mindfulness-Based Stress Reduction programma dat ruim 30 jaar geleden werd ontwikkeld. Het accent ligt vooral op het leren evenwichtig te handelen bij het aangaan van de uitdagingen in het dagelijks leven. De training heeft dus eerst en vooral een praktisch en heel concreet karakter. In 8 sessies van elk 2,5 uur leert u verschillende mindfulnessoefeningen en de achtergronden daarvan. De regelmaat van de sessies maakt het mogelijk mindfulness in de diepte te verkennen. Dit biedt bij uitstek gelegenheid tot het maken van een nieuwe, frisse start in uw leven, waarbij u stress, boosheid, verdriet, angst en onrust op een ontspannen wijze en met vertrouwen leert hanteren. Zo’n nieuwe oriëntatie op uw leven en uw relaties met anderen kan leiden tot het zetten van uitdagende en moedige stappen, die positief kunnen bijdragen aan uw gezondheid, welzijn en toekomstperspectief. De training is steeds op een zaterdagochtend, van 10.00 tot 12.30 uur. De workshops worden verzorgd door dr. André Brouwers, universitair docent van de faculteit Psychologie. Voor nadere informatie over plaats, tijd, kosten en aanmelding, ga naar: www.studiecoach.ou.nl.

lumn

Eugenetica ...

Het was ooit Francis Galton1 die uit het Grieks de titel van dit kolommetje formuleerde. Hij kende niet eens Modulair en ook niet de Open Universiteit (OU) natuurlijk, want hij leefde 150 jaar geleden. Hij liet wel een erfenis achter. Zijn opvattingen leidden in de loop der tijden tot het idee dat je iets met het menselijk lichaam moest doen om betere mensen te krijgen. Iets toevoegen of weglaten was beide goed. En dan ‘maten’2. Die vorm van genetica, die sleutelde aan mensen, is als een gevaarlijk idee in het duister verdwenen. Vooral nadat het vóór en in de Tweede Wereldoorlog werd gepraktiseerd. Als Francis geweten had van de OU en haar systeem, had hij volgens mij het ware licht meteen gezien. Mensen tillen naar een hoger plan is immers geen slecht idee. Nog sterker, in de educatie ligt de oplossing voor de mensheid. Dat doe je dan door ‘mending’ van de geest natuurlijk om te komen tot een ‘galaxy of genius’ zoals de door mij aangehaalde schrijver in zijn werk stelde. Het is nu dagelijks werk, Francis. De OU doet aan positieve eugenetica en dit ‘must be extended to all who, by having offspring would – otherwise3 – seriously damage future generations’. En nu gaat ook het trouwe lezertje hopelijk een licht op. De bestrijding van het kwade in de mens is ter hand genomen (ook) door onze OU en moet worden uitgebreid tot het oneindige. Hoe meer mensen zij kan beleren en vormen, hoe beter voor de samenleving van mensen. Zo brengen we eugenetica op een vriendelijke manier tot succes en evolueren wij allen tot ‘well born’. Voed de mensen met kennis en cultuur! Wij zijn geen gewone dieren en ik geloof er vast in dat het werkt. Door het voortdurend schaven en beitelen aan de geest – ook kijkend naar de thans bestaande kennis van de erfelijkheid – móet het wel zo zijn dat de verbetering en evolutie van de mens ligt in ‘permanent education’. O, ja, we zijn er nog lang niet, het zal generaties duren, maar het zich bewust zijn van dit hogere doel is op zichzelf waardevol en richtinggevend. Ik formuleer nog geen nóg-hogere intentie maar dat zou ik best in een volgend kolommetje willen doen. Deze eerste inval neigt naar uitwerking en verder studie. Het begin is er toch. In ieder geval tot zover, de OU vast bedankt. We veranderen nu de term leven-lang-leren dus voorshands in Ougenetica.

Zweitze

Drs. Gijske Meijerink, regionaal voorlichter 1 Galton F. (1864) ‘Heredity, Talent and Character’, MacMillan’s

Magazine 11, 157-166.

2 ‘to mate’ uit het Amerikaans: paren, koppelen ter voort-

planting

3 ‘otherwise’, ingevoegd door auteur

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

17

Alumni

Mindfulness krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. In een onderzoekstraditie van ruim 30 jaar heeft mindfulnesstraining veel positieve effecten laten zien op de gezondheid: het vermindert stress, het maakt chronische pijn beter hanteerbaar en het versterkt het concentratievermogen. Sinds een jaar worden de mindfulnesstrainingen ook via de (online) Studiecoach aangeboden; zowel basis- als vervolgtrainingen. En met succes: de workshops zijn steeds volgeboekt. Uit evaluaties blijkt dat deze trainingen voorzien in een duidelijke behoefte van de student, ze krijgen een goed beeld van wat mindfulness precies inhoudt en wat het voor hen kan betekenen. ‘In stress-situaties rust krijgen in het hoofd’ is een veelgenoemde opmerking. De training is opgebouwd uit diverse aandachtsoefeningen. Hierdoor leer je aandacht te hebben voor wat moment na moment plaatsvindt aan lichaamssensaties, gevoelens, gedachten en waarnemingen. Eenmaal hierin geoefend, maak je piekergedachten, zorgen, pijn, angsten, wanhoop en boosheid beter hanteerbaar. In plaats dat deze gedachten en gevoelens de baas over je zijn, leer je ze met aandacht te observeren. Hierdoor verliezen ze hun kracht. Ook helpen de oefeningen de mooie dingen van het leven intenser te beleven. Hierdoor is het mogelijk gevoelens van geluk en blijdschap te putten uit ervaringen die heel eenvoudig en alledaags zijn. Studenten die de training hebben gevolgd, geven aan in de thuis- en werksituatie de methodieken te gaan toepassen, zoals: ‘beter omgaan met tegenstand, met werkdruk, met spanningsmomenten’ en ‘de momenten nemen en de techniek gebruiken om tot rust te komen en situaties te accepteren’.

c


service en inf

rmatie

Inlichtingen Er zijn diverse kanalen voor het (snel) verkrijgen van informatie: • Algemeen over: verzendingen, (niet)bezorgen van Modulair, inschrijving, kosten, procedures en regelgeving. – www.ou.nl/vragen, 24 uur per dag (van daaruit kunt u alsnog een mailtje sturen) – 045-5762888. Maandag 10.00-16.30 uur; dinsdag tot en met vrijdag 9.00-16.30 uur. • Voor meer specifieke vragen – vrijstelling/toelating, EVC, besteladvies, studievoortgang, diplomering, studeren met een beperking – kiest u eveneens genoemd telefoonnummer; u wordt dan (doorgaans) doorverbonden met een onderwijsadviseur die nauw contact onderhoudt met de faculteit. • Over een cursus: met de docent (zie de studiegids c.q. Studienet). • Voor contact met een studiecentrum: www.ou.nl/studiecentra.

Studiebegeleiding De laatste (actuele) informatie over studiebegeleiding vindt u steeds op de desbetreffende webpagina van een cursus op Studienet of het publieke ‘studieaanbod’ op de centrale webpagina (www.ou.nl). In dit bericht maken wij studenten alleen attent op cursussen waarvan recent wijzigingen zijn opgetreden. Voor precieze informatie moet u de cursussite zelf raadplegen. Het gaat om de volgende cursussen: B6661C Premaster managementwetenschappen C06122 Kunst C19112 Inleiding kunstgeschiedenis C44122 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen R16262 Constitutioneel recht R38282 Materieel strafrecht S13121 Onderzoekspracticum kwantitatieve data-analyse S48112 Inleiding in de psychologie T28141 Inleiding informatica T35231 XML: theorie en toepassingen.

11e in bereikbaarheidsonderzoek In het jaarlijkse (anonieme) bereikbaarheidsonderzoek door ITO – deze keer naar de snelheid van reageren op e-mail – scoort de afdeling Service en informatie (SenI) een fraaie 11e plaats, op een lijst van 242 onderzochte bedrijven. Het ging daarbij om de bereikbaarheid gedurende de zomervakantie. Lilian Janssen, hoofd SenI, steekt haar trots niet onder stoelen of banken: ‘Ik ben vooral trots op mijn mensen!’

Binnen 48 uur Voor het onderzoek naar de snelheid van reageren op een e-mailverzoek werden zo’n 250 bedrijven getest in twee fasen. Eerst ontvingen zij drie mails verspreid over één week. Vervolgens werd een ranking gemaakt op basis van twee factoren: het krijgen van een ontvangstbevestiging en een inhoudelijk antwoord. Daarna ontvingen de 100 best scorende bedrijven nog eens zeven e-mails. Op basis van vier factoren is gekeken hoeveel procent van de onderzochte bedrijven voldoet aan de ITO-norm: ontvangstbevestiging; reactietermijn in ontvangstbevestiging; mail beantwoord; snelheid van beantwoorden. De ITO-richtlijn voor klantvriendelijke, snelle beantwoording is 48 uur.

18

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

Bedrijven van grote naam De afdeling Service en informatie biedt voor het antwoorden van e-mails twee kanalen: de speciale website ‘Vraag en antwoord’ (FAQ-systematiek) of een afzonderlijke e-mail. Het ITO-onderzoek heeft zich op beide kanalen gericht. Zo is ruim tweederde van de vragen gesteld via een webform. Van de webforms wordt 63 procent beantwoord en daarmee scoort dit kanaal 5 procent beter dan rechtstreeks gestuurde e-mails. Overigens mag een 11e plaats ook anderszins goed worden genoemd, zeker als daarbij wordt gekeken naar de vele bedrijven van ‘grote naam’ die benaderd zijn, of naar een enigszins aanverwante organisatie als de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen IB-groep) die niet onder de eerst geselecteerde 100 instellingen scoort. ITO, Instituut voor Telecom Organisatie (www.itoklantenservicecentrum.nl) doet al jaren onderzoek naar bereikbaarheid en de mate van klantgerichtheid van de overheid, bedrijven en not-for-profit organisaties. Organisaties die voldoen aan de ITO-normen voor een goed bereikbaar en klantvriendelijk telefonisch loket, hebben recht op het ITO-certificaat. Dit is een objectief kwaliteitskeurmerk en wordt aanbevolen door een groot aantal overheids- en consumentenorganisaties.

Adobe-faciliteiten voor studenten Als student heeft u de mogelijkheid om tijdens uw studie gebruik te maken van de allernieuwste versies van diverse Adobe-pakketten door middel van speciale licenties. U loopt zo geen risico meer op virussen, op vastlopen van apparatuur door eventuele illegale versies. Bovendien kunt u rekenen op volledige support vanuit Adobe. U krijgt een reductie van ongeveer 80% op de commerciële prijs. De licentie is een jaar geldig. Na afloop van de studie is het mogelijk tegen de upgradeprijs de commerciële versie van de software aan te schaffen. De meeste licenties zijn verkrijgbaar in Nederlandse en Engelse versies, voor zowel Windows als Mac. Het gaat o.a. om de volgende licenties: – Adobe Acrobat Pro: onmisbaar om documenten te beschermen en informatie uit te wisselen. Stel een portfolio samen voor een studieopdracht, maak snel en handig formulieren voor een onderzoek en exporteer de gegevens voor analyse en rapportage.


– Adobe Student Essentials: speciaal samengestelde bundel met alles wat u als student nodig heeft. Handzame software voor foto- en videobewerking (Photoshop en Premiere Elements) en inclusief Adobe Acrobat Pro. – Andere programma’s zijn Adobe Design Premium CS5, Adobe Master Collection CS5, voor creatieve toepassingen. Kijk voor meer informatie én prijzen op: www.ou.nl > studeren > studie-informatie > computergebruik.

Toegang Studienet Elektronische leeromgeving van de OU, met toegang tot uw online cursussen en faculteits-informatie

tot 12 maanden na het verlopen van uw inschrijfrechten of het afronden van uw cursus

Wegwijs op de elektronische snelweg Op 5 juli 2010 is de inlogprocedure voor Studienet en Studiemail vernieuwd. De inlogpagina van beide systemen heeft niet alleen een nieuw jasje gekregen, maar er is ook technisch een en ander veranderd. U heeft eenmalig een nieuw wachtwoord moeten aanmaken. Door het zogeheten ‘single sign on’ is het voortaan niet meer nodig om apart in te loggen voor Studienet en Studiemail. Ondanks de berichtgeving over deze veranderingen merken de medewerkers van de ondersteunende afdelingen dat zich nog regelmatig inlog- en registratieproblemen voordoen. Het is niet altijd even duidelijk welk account men voor welk systeem moet gebruiken of wat men moet doen als er problemen ontstaan. De belangrijkste systemen en de daarbij behorende inlog- en registratieprocedures hebben wij voor u samengevat in onderstaand overzicht.

Registreren

Inloggen

Wachtwoord vergeten

http://studienet.ou.nl

http://studienet.ou.nl

http://studienet.ou.nl

– klik links op ‘Geen account?’ – kies ‘Ik heb al een studentnummer’ – vul alle velden in – klik op ‘Maak account’

uw studentnummer als gebruikersnaam en uw zelfgekozen wachtwoord 

– ga naar ‘Wachtwoord wijzigen’ – vul uw gebruikersnaam in – kies een nieuw wachtwoord – vul het wachtwoord nogmaals in bij ‘Wachtwoord(controle)’ – selecteer de controlevraag die u bij uw registratie heeft gekozen – geef antwoord op deze vraag – typ de bevestigingscode over – klik op ‘Reset wachtwoord’

www.ou.nl/mijnaccount

www.ou.nl/mijnaccount

www.ou.nl/mijnaccount

– klik bij ‘Heeft u nog geen account bij de Open Universiteit’ op ‘Registreren’ – vul eenmalig uw gegevens in bij optie ‘B’ – klik op ‘Registreren’

Uw studentnummer als gebruikersnaam en uw zelfgekozen wachtwoord 

– klik op ‘Wachtwoord wijzigen’ – vul uw gebruikersnaam (studentnummer) in – klik op ‘Verder’ – de hinttekst voor uw wachtwoord (deze heeft u bij registratie ingevuld) wordt naar het bij ons bekende e-mail adres gestuurd

www.ou.nl/mijnaccount

http://mail.studie.ou.nl of http://mail.studie.openuniversiteit.be (Vlaamse studenten)

http://studienet.ou.nl

Noteer de controlevraag en het antwoord, deze heeft u nodig bij het wijzigen van uw wachtwoord.

Mijn account

onbeperkt

Voor het digitaal aanmelden van tentamens, inschrijven voor cursussen en online raadplegen van uw Studiepad

Studiemail

onbeperkt

Uw e-mailadres voor alle e-mailberichten van de OU

– het scherm ‘Registreren Studiemail’ verschijnt – vink ‘Ja, ik wil een studiemailadres en ga akkoord met de voorwaarden’ aan – klik op ‘Versturen’

Tip: U vindt op www.ou.nl/ vragen de instructies om binnenkomende berichten automatisch door te laten sturen naar een ander e-mailadres. U zoekt in de linker zoekbalk op ‘studiemail automatisch’.

Surffederatie Via Surffederatie toegang tot de Digitale Bibliotheek, Academia en Surfspot

óf rechtstreeks in Studienet bij ‘Handige links’ via ‘Studiemail’ of ‘Studiemail BE’. U gebruikt de inloggegevens van Studienet.

alleen met geldige inschrijfrechten

u moet zich eerst geregistreerd hebben voor Studienet

www.ou.nl/ub (Digitale bibliotheek) www.surfspot.nl (Surfspot) www.academia.nl (Academia) U gebruikt de inloggegevens van Studienet.

– ga naar ‘Wachtwoord wijzigen’ – vul uw gebruikersnaam in – kies een nieuw wachtwoord – vul het wachtwoord nogmaals in bij ‘Wachtwoord(controle)’ – selecteer de controlevraag die u bij uw registratie heeft gekozen – geef antwoord op deze vraag – typ de bevestigingscode over – klik op ‘Reset wachtwoord’

http://studienet.ou.nl – ga naar ‘Wachtwoord wijzigen’ – vul uw gebruikersnaam in – kies een nieuw wachtwoord – vul het wachtwoord nogmaals in bij ‘Wachtwoord(controle)’ – selecteer de controlevraag die u bij uw registratie heeft gekozen – geef antwoord op deze vraag – typ de bevestigingscode over – klik op ‘Reset wachtwoord’

U kunt ook inloggen via Studienet.

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

19


p tentamen ’Contactmomenten gaan verloren door computergebaseerde tentamens’

Tentaminering in de studiecentra wekelijks ritueel De core business van een OU-studiecentrum is het afnemen van tentamens. Daarbij is een dusdanige expertise ontwikkeld dat studiecentra in toenemende mate worden ingehuurd door o.a. banken, makelaars en horeca. ‘Prioriteit voor ons blijft natuurlijk de OU-student’ zeggen Mark en André, die elk afzonderlijk verantwoordelijk zijn voor een groot en middelgroot studiecentrum. De studiecentra ontvangen van de afdeling Tentaminering in Heerlen de tentamenpakketten, en dan … ‘Op dinsdag komen de pakketten binnen. Aan de balie wordt het aangetekende pakket in ontvangst genomen en vervolgens in de kluis opgeborgen. Het is van belang om binnen één á twee dagen te controleren of al het noodzakelijke aanwezig is. De opgaven natuurlijk, maar ook presentielijsten, uitwerkpapier etc. Op de tentamendag worden, op tafelnummer, mapjes klaar gelegd voor de surveillant. Die deelt alles uit.’ Glimlachend: ‘Tot de koffie toe.’ Wat is het verschil in werkwijze tussen de sys-tentamens en de vijf keer per jaar afgenomen reguliere tentamens? ’Het verschil is levensgroot! Bij de reguliere tentamens komt een in Heerlen “voorgebakken” pakket aan. De verzegelde enveloppen worden in de zogenaamde maandag-, dinsdag- of woensdagdoos gedaan, dé dagen waarop deze tentamens worden afgenomen. Veelal doen in een keer 40 tot 100 studenten zo’n tentamen. Het sys-tentamen daarentegen is nagenoeg individueel. Bij sys kunnen maar maximaal tien studenten per keer tentamen doen, vooral omdat voor deze wekelijkse cyclus de sys-coördinator de tentamens afzonderlijk moet afdrukken, en dan op meerdere dagen in die week. Overigens denken studenten vaak dat ze allemaal met hetzelfde tentamen bezig zijn, maar op een avond kunnen er kandidaten van allemaal verschillende cursussen in een zaal zitten.’

Een student die opvallend vaak naar het toilet moest en een toiletplafond vol spiekmateriaal. André van den Akker, hoofd studiecentra Oost (Enschede/Zwolle) en Mark Marees, hoofd studiecentra Noordwest (Amsterdam/Alkmaar), hebben in de 26 jaar dat ze aan de OU verbonden zijn zo ongeveer alles meegemaakt. Maar ‘creatieve’ pogingen om op een minder inspannende manier succesvol te zijn, blijven de uitzondering, weten de ervaringsdeskundigen. Tekst: Ton Reijnaerts Foto: André van den Akker

20

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

Welke functionarissen zijn er zoal betrokken bij de tentamenafname? ‘Op elke locatie gaat dat anders. Maar in principe zijn dat de syscoördinator en de surveillant. De hoofdsurveillant is in de regel een vaste OU-medewerker. De tweede surveillant kan een uitzendkracht zijn die door ons is gescreend en geïnstrueerd. Vaker is het ook een student van een andere universiteit of hogeschool die klaar is met zijn studie, of de zoon of dochter van een begeleider.’ Hoe streng gaat het er tijdens een tentamen aan toe? ‘Te laat komen mag niet. Dat staat in het reglement. We zijn daarin streng, maar niet onmenselijk. Het is wel erg sneu om iemand, die maanden heeft geleerd, weg te sturen omdat hij of zij in de file heeft gestaan. Of het verkeer daadwerkelijk vaststaat, controleren we overigens altijd via ondermeer ANWB.nl. Als er overmacht in het spel is, proberen we een aparte ruimte te maken, maar dan moet het in het desbetreffende studiecentrum wel uitvoerbaar zijn. Meer in extreme zin kun je het natuurlijk niet maken om mensen aan te


laten schuiven bij een tentamen dat al een half uur aan de gang is. Dan ga je al die andere studenten storen.’ Wat zegt het reglement over te laat komen? ’We vragen studenten om een kwartier voor aanvang van het tentamen aanwezig te zijn. Officieel is het aanvangstijdstip van een examen zeven uur ‘s avonds. Als iemand dus om tien voor zeven aanwezig is, is hij dus eigenlijk al vijf minuten te laat. Helaas is dat in de beleving van de student niet het geval. Als iemand om vijf over zeven aankomt, horen we vaak: “ik ben maar vijf minuten te laat.” Dan zeggen wij: nee, u bent 20 minuten te laat!’ Jullie lopen ongetwijfeld tegen bijzondere zaken aan … Van den Akker: ‘Bij mij meldde zich een student Rechten die geen oproep en geen tafelnummer bij zich had. Maar hij vertelde zo overtuigend dat hij zich had aangemeld dat ik dacht: ik kan die man toch niet naar huis sturen als de OU een fout heeft gemaakt. Ik heb hem een reserve examen laten maken. Dat hebben we altijd in de kluis liggen. Na het tentamen heb ik hem op het hart gedrukt om de volgende morgen terug te komen met de examenoproep, omdat ik anders zijn tentamen niet kon versturen. De volgende dag bleek dat hij al in alle vroegte naar Heerlen had gebeld met de mededeling: “ik heb tentamen gedaan en ik wil dat het geldig wordt verklaard!” De OU heeft bakzeil moeten halen, omdat ik hem als vertegenwoordiger van de OU examen had laten doen. Vervolgens heb ik écht ontzettend op de blaren gezeten. Ik ben maanden, zo niet jaren, boos geweest op die student.’ En daadwerkelijke fraudepogingen? Van den Akker: ‘Als surveillant blader je alle wetboeken altijd globaal door. Onlangs nog ontdekte ik bij de eerste de beste allemaal geplakte bladen in het wetboek. Ik zeg tegen die student: “dat is toch niet de bedoeling, hé!”. Hij liep rood aan! Ik heb vervolgens demonstratief voor de hele club al die ingeplakte bladeren eruit gescheurd. Omdat het examen nog niet begonnen was en hij nog niet had kunnen spieken, heb ik het verder maar zo gelaten. Ik heb die persoon toch examen laten maken. Bij een tentamen via de computer (CBT; red.) heb ik het meegemaakt dat iemand een Mars bij zich had. De verpakking ervan was open, en ik ontdekte een spiekbriefje aan de binnenkant. Ook hier wist ik zeker dat de student er nog geen gebruik van had kunnen maken. Dit soort zaken komt overigens niet vaak voor. Maar als surveillant moet je wel altijd goed controleren. Dat schrikt ook af om fraudepogingen te wagen.’ Marees: ‘Bij ons is eens iemand betrapt die spiekmateriaal boven het plafond van het toilet had verstopt. Die persoon ging ieder half uur naar de WC, dus op een bepaald moment liep dat in de gaten. Voordat mensen overigens op verkeerde ideeën komen, we kennen de meeste trucjes onderhand wel!’ U draait zelf mee als toezichthouder? Van den Akker: ‘In Zwolle nemen we ook op zaterdag tentamens af. Eens in de drie á vier weken draai ik mee. De evaluatie, de reacties en de gesprekken zijn altijd heel leuk, zelfs als de mensen zijn gezakt. Zaterdag was er iemand die het laatste vak van een propedeuse had. Ze had er vier jaar over gedaan om de propedeuse te halen, maar ze stopte er nu mee. “Ik heb er af en toe slapeloze nachten van. Als dit nu al vier jaar duurt dan krijg ik mijn bul als ik achter de rollator loop”, zei ze letterlijk. Helaas gaan dit soort persoonlijke gesprekken nu vervallen.’

U doelt op de toename van computergebaseerde tentamens … ‘Voorheen gaf je persoonlijk de uitslag mee aan de student en kon je er ook op anticiperen. Nu is het zo dat als de student zijn laatste antwoord heeft ingevuld, hij op het beeldscherm de mededeling krijgt: “U heeft een 7” Of: “U heeft een 2!” De student pakt zijn boeltje, zegt “Ajuus” – als dat er tenminste nog af kan – en gaat weg.’ De student heeft jullie (dus) niet meer nodig … ‘Daarover kun je twisten. Het nieuwe systeem van computergebaseerd toetsen heeft vrijwel alleen maar voordelen, maar het nadeel is dat het contactmoment en de evaluatie met de contactpersoon erdoor verloren is gegaan. In de nieuwe vorm zien we het cijfer niet eens!’ De OU weet toch zeker welk cijfer een student heeft behaald? ‘Jawel, maar dan praat je over de centrale vestiging in Heerlen. Op het moment dat een student na een examen de deur achter zich dicht doet, is het voor ons in het studiecentrum heel veel werk om die student te traceren. Je kunt dit simpel ondervangen door het eindcijfer bij de toezichthouder op het beeldscherm te laten verschijnen. De meeste studenten zijn na een tentamen gevoelig voor positieve feedback. Als je een week later contact zoekt, is het momentum veelal voorbij.’ Hoe gaat het nakijken van schriftelijke tentamens in zijn werk? ‘De examenuitwerkingen worden zo snel mogelijk in de kluis opgeborgen. De volgende morgen wordt het pakket via een speciale koerier in Heerlen bezorgd. Daar worden alle pakketten van de diverse studiecentra gesorteerd per vak. De gesloten vragen kunnen met behulp van een scanapparaat meteen worden nagekeken. De open vragen gaan naar de examinator, expert op een bepaald vakgebied. Om de objectiviteit te waarborgen, wordt ook een klein deel naar een tweede corrector gestuurd. De beoordelingen mogen niet significant afwijken. Uiteindelijk gaat alles weer terug naar het examenbureau.’ En bij gesloten vragen? ’Daarbij kan de examinator in principe van te voren aangeven wat de cesuur (grens tussen een voldoende of onvoldoende; red.) is en dergelijke. Ieder bestaand computertentamen bevat een itembank, waarin 600 tot 1000 vragen zitten, die vooraf zijn gescreend door toetsdeskundigen. De student kan ook bij zó’n tentamen meteen een uitslag krijgen. Tentamens met actuele vragen moeten daarentegen achteraf nog door een toetsdeskundige worden bekeken. Daar krijgt de kandidaat dus niet meteen de uitslag. Omdat het meerkeuzevragen zijn, is dat overigens vaak verwarrend voor de student.’ Dat hele circuit zal met computergebaseerd toetsen overbodig worden? ‘Er wordt dan inderdaad niks meer per post heen en weer gestuurd. Dat hoeft niet meer. De examinator heeft op zijn laatst om tien over tien het hele tentamen in zijn mail zitten. Er ontstaat dus een gigantische tijdwinst.‘ De reeks ‘Op tentamen’ belicht diverse onderwerpen rondom tentaminering. Tot nog toe behandeld: Toename computergebaseerde toetsing (Modulair 1, september 2010); Tentamen doen in het buitenland (Modulair 8, juli 2010); Struikelvakken (Modulair 7, juni 2010); Administratie en beheer (Modulair 6, mei 2010). In e-Modulair kunt u de artikelen raadplegen via het speciale dossier. Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

21


nderwijs

cultuurwetenschappen

www.ou.nl/cultuurwetenschappen

Zomerschool Roma Caput Mundi 2011

De faculteit Cultuurwetenschappen organiseert van zaterdag 14 mei tot en met zondag 22 mei 2011 de Zomerschool Roma Caput Mundi. Inschrijving staat open voor studenten Algemene cultuurwetenschappen die hun propedeuse hebben afgerond of nog dit studiejaar (2010-2011) zullen afronden. Ook alumni kunnen zich inschrijven.

’Roma, caput mundi, mundi decus’ ofwel: Rome, hoofdstad en sieraad van de wereld, aldus dichtte Alcuinus van York na de kroning in Rome van Karel de Grote tot keizer (kerstmis 800). Zelfs al was de stad tot ruïnes vervallen, Rome sprak nog altijd tot de verbeelding. Meer dan twintig eeuwen daarvoor waren kleine hutdorpen ontstaan op heuveltoppen bij een doorwaadbare plaats in de Tiber. Samen zouden zij uitgroeien tot Rome, hoofdstad van een wereldrijk. Ook na de val van het West-Romeinse Rijk en het vertrek van de keizers bleef Rome een belangrijke rol spelen, omdat de stad inmiddels het centrum van de christenheid was geworden. Caput Mundi, ‘hoofdstad van de wereld’, kreeg zodoende een gelaagde betekenis: centrum van geestelijke én van wereldlijke heerschappij. Refererend aan het verleden werden machtsclaims voor heden en toekomst kracht bijgezet – niet alleen door Karel de Grote. De invloed en uitstraling van Rome gold niet alleen het politieke bedrijf: als brandpunt voor kunst en wetenschap trok de stad gedurende vele eeuwen beeldend kunstenaars, schrijvers, verzamelaars en geleerden aan.

Monumenten en hun context De gelaagdheid van Rome staat centraal in deze zomerschool. Continuïteit en transformatie zijn daarbij de sleutelwoorden. Het verleden was en is in Rome tastbaar, zelfs onontkoombaar, meer dan in welke andere stad ter wereld ook. Weinig steden zijn immers gedurende zo’n lange tijd van hun bestaan als universele hoofdstad beschouwd. Het verleden is in Rome steeds weer ingezet en hergebruikt, waarbij oude vormen een nieuwe betekenis kregen. Wie door Rome loopt, loopt door meer dan één verleden, en door de verschillende interpretaties daarvan. In deze cursus wordt daarom ruime aandacht besteed aan urbanistische ontwikkelingen en ingrepen, aan monumenten en hun context. Op die manier wordt niet alleen de complexe stadsgeschiedenis van Rome duidelijker, maar wordt bovendien meer inzicht verkregen in vele eeuwen westerse cultuurgeschiedenis.

Colleges en rondleidingen De cursus wordt voorbereid in Nederland door literatuurstudie en een tweetal verplichte bijeenkomsten (zaterdag 5 februari en zaterdag 2 april). In Rome vinden gedurende een week colleges en rondleidingen op locatie plaats, die worden gegeven door de CW-docent in samenwerking met stafleden van het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome (KNIR). Ook verzorgen de deelnemers een korte presentatie van een monument, gebouw of plein in Rome. Over hetzelfde onderwerp schrijven zij een werkstuk waarmee de zomerschool wordt afgesloten. De zomerschool heeft een studielast van 120 uur (1 module; 4,3 studiepunten). De organisatie en begeleiding is in handen van dr. Nathalie de Haan, universitair docent Oude Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Van 2000–2006 was zij als medewerker en later als hoofd van de afdeling Oudheid aan het KNIR verbonden.

Kosten en procedure De exacte cursusprijs is op dit moment nog niet bekend, maar u moet rekenen op een bedrag van circa € 1600, (de reguliere moduleprijs is in dit bedrag verdisconteerd). Hierbij zijn inbegrepen de vliegreis Amsterdam-Rome v.v., vervoer vliegveld-hotel v.v., verblijf op basis van logies en ontbijt (toeslag eenpersoonskamer), één gezamenlijk diner, toegangskaarten tot de musea en een reader. Niet inbegrepen zijn de toegang tot verzamelingen die niet tot het programma behoren evenals het vervoer ter plaatse. Wilt u deelnemen aan deze Zomerschool? Meld u dan vóór 16 december 2010 aan bij Petra de Munnik (petra.demunnik@ou.nl). Vermeld uw naam, adres, postcode en woonplaats, studentnummer en telefoonnummer, en of u uw propedeuse reeds behaald hebt. Het minimum aantal deelnemers is tien, het maximum vooralsnog achttien. Zodra zeker is dat de zomerschool doorgaat, ontvangt u nadere informatie omtrent de inschrijvingsprocedure, het programma en de precieze kosten. 22

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010


Amusante keynote lezing ‘Angst en onheil’ door Maarten van Rossem

CW-studenten overspoelen plenaire collegezaal tijdens landelijke dag Bijna 400 studenten bezochten zaterdag 9 oktober de jaarlijkse landelijke studiedag van de faculteit Cultuurwetenschappen in Nijmegen. De organisatie moest nogal wat studenten teleurstellen, doordat de grote collegezaal van de Radboud Universiteit veel te klein was om het enorme aantal geïnteresseerden te herbergen. Het programma was dan ook bijzonder aantrekkelijk. Twaalf workshops die alle refereerden aan het thema van de dag: angst en onheil. In zijn lezing gaf prof. dr. Maarten van Rossem, gepensioneerd hoogleraar in de Amerikanistiek, op bijzonder amusante manier zijn visie op de rampspoed die ons in de nabije toekomst zou bedreigen. De uitslag van de essay- en scriptieprijs was een verrassing. Dikwijls is een welkomstwoord op een studiedag niet meer dan een formaliteit. Maar decaan prof. dr. Jaap van Marle maakte daarop een uitzondering. Hij verraste de honderden studenten met de mededeling dat de faculteit Cultuurwetenschappen de komende vijf jaar van het Ministerie elk jaar 2,3 ton tegemoet mag zien. ‘We hebben in Den Haag goed gelobbyd en nog net voor het aantreden van het nieuwe kabinet kunnen aantonen dat we al jaren voor het grote aantal masterstudenten dat we opleiden, te weinig financiën ontvangen.’ Zo is het de bedoeling dat er meer keuzemogelijkheden komen in de masterfase.

Historische en actuele thema’s Minder optimistisch was de toonzetting van de workshops. ‘Guillaume de Marchaut over de Zwarte Dood en ander onheil’ en ‘De verbeelding van angst ‘ waren de titels van twee van de twaalf workshops waaraan studenten ‘s ochtends en ‘s middags konden deelnemen. Johan Thüss, 72 jaar en masterstudent, koos voor de workshop van dr. Lizet Duyvendak: ‘De vuurwerkramp in Enschede verbeeld’. ‘Dat onderwerp gaat me bijzonder ter harte, want ik was op zes kilometer van het centrum van Enschede, toen de boel ontplofte.’ De impact van de ramp was groot. Een hele woonwijk werd weggevaagd en het leven van gewone mensen in een gewone stad werd voorgoed verstoord. Dat inspireerde Klaas de Vries om over de gebeurtenis een opera te componeren en Bert Natter om een roman te schrijven. Wat is de functie van kunst bij het weergeven van angst en onheil? vroeg Lizet zich af. Voor Johan Thüss is het antwoord duidelijk: ‘Deze invalshoek draagt bij tot mijn verwerking van die gebeurtenis.’

We zijn bang en verkrampt De lunchpauze van een landelijke studiedag is elk jaar weer voor veel studenten hét moment om met andere studenten of met wetenschappelijk medewerkers een praatje te maken. Voor de afstandstudent, die weliswaar ook regionale bijeenkomsten bezoekt, krijgt de (centrale) OU die dag een gezicht. Maar behalve contacten en een aantrekkelijk workshopprogramma was er nóg een goede reden om naar Nijmegen af te reizen: de bekende Nederlander Maarten van Rossem. Van Rossem is emeritus hoogleraar Amerikanistiek, schreef enkele boeken over actuele thema’s en is vooral bekend door zijn markante optreden in tv-programma’s. Van Rossem stelde zijn toehoorders niet teleur en ontlokte hen het ene na het andere lachsalvo. ‘Waarom zijn we een bange en verkrampte natie geworden?’ vroeg hij zich af. Hij somde een aantal angstvisioenen op die dagelijks de gemoederen in ons land bezighouden: de islamisering, terrorisme, dodelijke virussen, de Europese Unie, vergrijzing, de toenemende misdaad en niet te vergeten het weer. Van Rossem zou Van Rossem niet zijn, als hij deze thema’s niet stuk voor stuk tot hun ware proporties zou reduceren.

Vooroordelen weerlegd Neem onze angst voor de islam. Onheilsprofeten houden ons dagelijks voor dat niet alleen Nederland maar zelfs heel Europa en de USA binnen dertig jaar geïslamiseerd zijn. Maarten van Rossem gelooft daar niet in en houdt zich liever bij de statistieken waaruit blijkt dat het met de verspreiding van die godsdienst nogal meevalt. ‘Waarom toch die focus op de islam en vergeten we al die christelijke sekten in de Verenigde

Staten?, vraagt hij zich af. ‘De katholieke kerk is trouwens de enige godsdienst die centraal geleid wordt, de andere zijn hopeloos verdeeld.’ Dan zijn de clichés over de invasie van immigranten aan de beurt. Met veel gevoel voor understatement en de nodige uithalen naar het aanstaande kabinet-Rutte vertelt Van Rossem zijn verhaal. ‘Waanideeën’, weet hij. Weer beroept hij zich op harde cijfers die aantonen dat de immigratie van Marokkanen in ons land juist terugloopt. Ook onze kennis van de EU kan volgens hem een stuk beter. Met enkele vragen brengt hij zijn intellectuele gehoor in verlegenheid. Bijna niemand weet hoeveel iedere Nederlander jaarlijks aan de EU bijdraagt en hoeveel ieder van ons ervoor terugkrijgt. Hoewel de resultaten van de berekeningen verschillen, is de winst per inwoner ongeveer €1400,-. Ondanks deze schrobbering amuseert de volle collegezaal zich uitstekend.

’En de winnaar is …’ De landelijke studiedag werd afgesloten met de uitreiking van de essay- en scriptieprijs 2010. Er waren drie genomineerden. André Kruijf schreef een essay over schrijven als therapie. Chris Rosema betoogt dat onheil vanuit de bedstede te bestrijden is, en Frank Ramacher vindt dat we in een fobofobische cultuur leven waarin angst een overheersend referentiekader is. Aan universitair docent drs Lieke van den Bulck de eer de winnaar bekend te maken. Dat werd een verrassing. ‘De jury was unaniem van mening dat geen van de essays onderdeed voor de andere twee en dat geen van de essays beter was dan de andere. De drie delen daarom de prijs.’ Helaas moeten ze ook de geldprijs delen. Paul Troost Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

23


1

rechtswetenschappen

2

3

www.ou.nl/rechtswetenschappen

’Neem eigen rechtssysteem niet zomaar als gegeven’

Summerschool on law: rechten studeren in Berlijn Studeren aan de OU doe je toch zelfstandig? Doorgaans wel, maar van 28 juni t/m 9 juli studeerde ik met 35 Nederlandse, Spaanse en Duitse rechtenstudenten in de wereldstad Berlijn. Voor alweer het derde jaar op rij werd de Summerschool on Law georganiseerd, een samenwerking tussen de rechtenfaculteiten van de OU, de Duitse Fernuniversität en het Spaanse UNED. Twee weken aaneen, iedere dag van negen tot vijf uur colleges volgen, in groepjes aan opdrachten werken en presentaties geven. Dit alles in het Engels. Het was twee weken lang prachtig zomerweer in Berlijn. Iedere ochtend om half negen wandelden we vanaf ons hotel in de wijk Kreuzberg in een half uurtje langs de Spree naar het studiecentrum van de Fernuniversität, naast de Alexanderplatz. Over de rechtsgebieden Constitutional law, Civil law, Penal law en Economic law kregen we steeds per land een college. Zodoende leerden wij Nederlanders de rechtssystemen van Duitsland en Spanje kennen, en konden deze vergelijken met ons eigen rechtssysteem. De theorie over elk rechtsgebied werd afgesloten met een groepsopdracht en een seminar. Uit het team van internationale docenten kregen we tevens iedere ochtend anderhalf uur les van een Ierse docent in Legal English. De lunch genoten we dagelijks in de mensa van de naastgelegen Humboldt Universität. Terug in de collegebanken was best wennen, zeker met colleges van zo’n vijf tot zes uur. Hoe geïnteresseerd je ook bent; uren achter elkaar luisteren in een vreemde taal – gesproken door niet-native speakers – is wat veel van het goede. Hoewel het studieprogramma positief werd gewaardeerd, zijn een aantal verbetertips gedaan zoals: less is more, meer pauzes en meer afwisseling in didactiek.

Waarom-vragen Wat heb je er als aankomend jurist nu aan om twee weken lang te leren over het Duitse en Spaanse rechtssysteem? Een anekdote. In mijn ‘vorige’ studententijd besloot een vriendin, die net als ik geschiedenis studeerde, in ons tweede jaar de studie rechten ernaast te doen. Ze haakte na een half jaar gedesillusioneerd af omdat ze voor haar gevoel nauwelijks reactie kreeg op alle waarom-vragen die continu in haar opkwamen. Waarom is onze grondwet op deze manier geformuleerd? Waarom is ervoor gekozen ons strafrechtsysteem zus en zo in te richten? Ze vond het enorm frustrerend dat je als jurist slechts geacht wordt de wet te kennen (en toe te passen) zoals die is. Door de Summerschool leer je de rechtssystemen van andere landen kennen en te vergelijken met dat van je eigen land, en word je gedwongen je eigen rechtssysteem niet langer voor gegeven aan te nemen, maar deze met een continue waarom-vraag te beschouwen. Zo werd tevens duidelijk dat er voor dezelfde vraagstukken in alle landen verschillende oplossingen zijn gekozen (die overigens soms tot hetzelfde resultaat leiden).

24

over de voor- en nadelen van onze eigen kiesstelsels, regeringsvormen en de vraag hoe ge(de)centraliseerd dat land moest worden. Dat ook de eigen geschiedenis van een land van invloed is op de inrichting van het rechtsstelsel en staatsbestel kwam treffend naar voren tijdens de colleges Criminal law. Het Spaanse sanctiesysteem blijkt behoorlijk af te wijken van het Nederlandse en Duitse. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat Spanje lang (tot 1975) een dictatuur was, waarin de individuele grondrechten zwaar geschonden werden. Mensen konden zonder proces levenslang achter de tralies belanden. Daarom hecht Spanje nu grote waarde aan de vrijheid van en kansen voor het individu, ook het ‘criminele’, dat altijd kans op rehabilitatie moet krijgen. Hierdoor kent Spanje geen levenslange gevangenisstraf. Spanje legt evenmin gevangenisstraf op in combinatie met wat wij in Nederland tbs noemen. Bovendien kan de tbs-periode daar nooit langer zijn dan de maximum gevangenisstraf die op een delict staat. Een persoon die een groot gevaar vormt voor de samenleving, komt altijd weer op vrije voeten. Dit staat lijnrecht tegenover het Nederlandse uitgangspunt dat de samenleving beschermd moet worden tegen individuen die er een gevaar voor vormen. Een tot tbs veroordeeld persoon kan hier dus levenslang opgesloten blijven. Interessant blijft de vraag wat zwaarder weegt: de vrijheid van het individu of de bescherming van de samenleving tegen een mogelijke criminele daad.

Blik verruimd

Invloed geschiedenis

Natuurlijk was er naast het drukke studieprogramma tijd om van de prachtige stad Berlijn te genieten zoals een bezoek aan de Reichstag, het Jüdisches Denkmal en een rechtbank. ’s Avonds gingen we gezellig in groepjes uit eten. De dag werd meestal afgesloten met een drankje op de binnenplaats van ons hotel, waarna we uitgeput en met onze hoofden tollend van informatie neerstortten op ons bed. De Summerschool heeft mijn blik verruimd en mij tal van leuke (inter)nationale contacten opgeleverd. Ik hoop dat veel studenten van de OU, de Fernuniversität en UNED dit programma de komende jaren mogen meemaken (navraag leert dat voor 2011 in Madrid een Summerschool zal worden gehouden van 27 juni tot en met 8 juli; red.). Namens alle Nederlandse deelnemers: veel dank voor de organisatie!

Bij Constitutional law moesten we met studenten uit drie verschillende landen een voorstel voor een nieuwe grondwet voor een denkbeeldig land ontwerpen. Dat leidde tot verhitte discussies

Janneke Kingma, bachelorstudent rechtsgeleerdheid

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010


Op foto’s links: (1) prof. mr. Evert Stamhuis geeft college; (2) aandachtig luisterende studenten; (3) Janneke Kingma (in donker topje) naast Stamhuis

Nieuwe student-leden gezocht voor FOC In de Facultaire Opleidingscommissie Rechtswetenschappen is plaats voor een tweetal nieuwe student-leden. Deze commissie praat mee over het onderwijs en adviseert de decaan op het gebied van de opleidingen. Nadere informatie kan worden gevraagd aan Miriam Wigman (miriam. wigman@ou.nl). Op dit mailadres kunnen belangstellenden zich tevens aanmelden.

Prof. Ernes spreker op conferentie Op donderdag 23 en vrijdag 24 september vond aan de Rechtenfaculteit van de Universiteit van Maribor (Slovenië) de internationale wetenschappelijke conferentie ‘Access to Civil Justice’ plaats. Meer specifiek was de conferentie toegespitst op het onderwerp ‘Simplification of Debt Collection in the EU’. Sprekers uit diverse EU-lidstaten hielden lezingen in het Engels, Duits of Sloveens. De conferentie was groots opgezet met een twintigtal lezingen, verspreid over twee dagen en trok veel belangstelling van advocaten en leden van de rechterlijke macht. De sfeer was bijzonder inspirerend. Ervaringen werden uitgewisseld over de inning van schulden in grensoverschrijdende zaken. Terwijl men wil komen tot een homogene aanpak, bleek tevens dat de problematiek in de verschillende lidstaten uitermate divers is. Prof. mr. dr. Anka Ernes sprak over ‘The European Order for Payment Procedure in the Netherlands’. Haar bijdrage over de Europese betalingsbevelprocedure belichtte hoe deze Verordening (EC) No 1896/2006 van het Europese Parlement en de Raad in Nederland via de Uitvoeringswet van 29 mei 2009 gelding heeft gekregen.

Studentendag Rechtswetenschappen Op zaterdag 27 november a.s. zal de jaarlijkse studentendag van de faculteit Rechtswetenschappen plaatsvinden. De studentendag wordt dit jaar georganiseerd in het studiecentrum Eindhoven en heeft als thema ‘Jeugdrecht’. Dit thema is onder andere gekozen omdat met ingang van het studiejaar 2010-2011 de Open Universiteit een nieuwe (master) cursus Jeugdrecht zal aanbieden, waarin (o.a.) het civielrechtelijke jeugdbeschermingsrecht, het jeugdstraf(proces)recht en het jeugdzorgrecht aan bod zullen komen. Op het programma staat een lezing van prof. dr. J.E. Doek over de rechten van het kind. Prof. Jaap Doek was tot voor kort voorzitter van het VN-comité voor de Rechten van het Kind en is emeritus-hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het familie- en jeugdrecht. Na de lunch zal mr. A. Wolthuis het programma voortzetten met een lezing over de mogelijkheden van toepassing van het herstelrecht in jeugdstrafzaken. Mr. Annemieke Wolthuis is als promovendus verbonden aan de Open Universiteit en hoopt binnen afzienbare tijd te promoveren op het onderwerp ‘vormen van dader-slachtofferbemiddeling in het jeugdstrafrecht’. Op deze dag wordt ook de scriptieprijs 2009-2010 uitgereikt en zal prof. mr. Evert Stamhuis, decaan, kort stilstaan bij actuele ontwikkelingen binnen de faculteit Rechtwetenschappen van Open Universiteit. De dag wordt afgesloten met een borrel. De landelijke dag duurt van 11.00 tot 17.00 uur, de kosten bedragen 25 Euro. Studenten, alumni en medewerkers van de faculteit Rechtswetenschappen zijn van harte uitgenodigd om op deze dag aanwezig te zijn. Voor nadere inlichtingen en aanmelding, zie de facultaire nieuwspagina op www.ou.nl.

managementwetenschappen

www.ou.nl/management

Vooraankondiging stopzetting cursus Enterprise modelling Op 30 juni 2011 wordt de cursus Enterprise modelling (B46311) uit het aanbod genomen. Na deze datum kunt u de cursus nog een jaar afronden (laatste tentamendatum is in juni 2012). De cursus Enterprise modelling maakt al enkele jaren geen deel meer uit van de opleidingen van de faculteit Managementwetenschappen. Echter, een aantal studenten mag de cursus onder bepaalde voorwaarden inbrengen in de masteropleiding Management. Het gaat om studenten die oorspronkelijk zijn gestart met de (inmiddels stopgezette) masteropleiding Strategy and Organization (S&O), dan wel de masteropleiding Supply Chain Management (SCM) én (let wel!) vóór 1 juli 2008 hebben ingeschreven voor een (of meer) van de volgende cursussen: – Bedrijfsprocessen (2 modulen), cursuscode B44322/B44312 (S&O en SCM) – Organisatiecultuur, cursuscode B18321/B18221 (S&O) – Practicum marketing, cursuscode B82321 (SCM). Deze studenten mogen de cursus Enterprise modelling samen met 3 modulen van de bovengenoemde cursussen in de opleiding inbrengen in de plaats van de 4-moduuls cursus Advanced studies in management. Bent u een van deze studenten en wilt u de cursus Enterprise modelling in de masteropleiding Management inbrengen, dan adviseren wij u om de cursus tijdig (in ieder geval vóór 30 juni 2011) te bestellen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de onderwijsadviseur Managementwetenschappen (info@ou.nl of 045-5672888). Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

25


managementwetenschappen

Druk bezocht afscheid prof. Arno Korsten Op vrijdag 10 oktober nam prof. dr. Arno Korsten (63) als hoogleraar Bestuurskunde afscheid van de Open Universiteit. Als gevolg van het grote aantal van meer dan 400 (oud)collega’s dat zich gemeld had voor het afscheid, werd de zitting gehouden in het nabij gelegen Theater Heerlen. Voorafgaand aan zijn afscheidsrede – ‘Deugdelijk bestuur’ – vond een debat plaats over maatschappelijke ontwikkelingen die de effecten en het democratisch gehalte van het openbaar bestuur aantasten en wat daartegen te doen is. Onder leiding van prof. dr. Herman van den Bosch, decaan van de faculteit Managementwetenschappen, namen aan het debat deel minister van staat, prof. dr. Jos van Kemenade – hij stond aan de wieg van de OU – oud-burgemeester van Maastricht, drs. Gerd Leers, bestuurskundige prof. dr. Roel in ’t Veld, en drs. Cees

Versteden, oud-provinciedirecteur/adviseur. Tijdens het debat vielen opvallend vaak termen als (meer) burgerparticipatie/mondigheid, inspirerend leiderschap, fatsoen, beschaving, moraliteit. Tussen de vele lauweringen en lofredes door werd Korsten getracteerd op twee Libers amicorum. Naast dat van zijn klas buitenpromovendi, was de hoogleraar bijzonder verguld met het boek (foto rechts) waaraan 50 bevriende vakgenoten hadden meegewerkt, als ‘eerbetoon aan een van de meest veelzijdige Nederlandse bestuurskundigen’. Korsten blijft overigens als onbezoldigd hoogleraar aan de OU verbonden. Hij is tevens bijzonder hoogleraar bestuurskunde van de lagere overheden aan de Universiteit Maastricht.

Studenten- en alumnidag met als thema: LEF Op zaterdag 27 november vindt in de (fraaie) Verkadefabriek in ’s Hertogenbosch de studentendag voor (oud) studenten van de faculteit Managementwetenschappen plaats. Deze dag heeft als motto: LEF. Managen is beslissen, handelen en communiceren. Daarbij is de opstelling van de persoon cruciaal. Opvattingen, inzichten en gedragskenmerken zijn vaak belangrijke factoren. LEF om te managen en LEF om onderzoek te doen. De faculteit meent dat het goed is om deze dag te besteden aan het onderwijs en onderzoek van onze medewerkers en studenten en daarbij LEF als rode draad te hanteren. Tijdens de plenaire sessie in het ochtendprogramma zal dit thema vanuit verschillende invalshoeken worden belicht door prof. dr. Nol Groot en prof. dr. Emile Curfs. Na de lunch zijn er workshops rond verschillende afstudeergroepen. Aan de orde komt zowel het afstudeeronderzoek als het onderzoek van de faculteitsmedewerkers en hun studenten op het gebied van: – Innovatie en kennisoverdracht, door prof. dr. Marjolein Caniëls

– Human Resource Management en competenties, door prof. dr. Frits Kluijtmans – Managementaccounting, door prof. dr. Bernard Verstegen. Daarnaast zal er een sessie gewijd worden aan de rol van promotieonderzoek – de PhD-school – door prof. dr. Ron Tuninga. De dag zal worden afgesloten met de traditionele uitreiking van de Scriptieprijs Managementwetenschappen! Als u als (oud)MW-student nog geen mailbericht heeft ontvangen, kijk dan naar het programma en meld u aan d.m.v. het insturen van een deelnameformulier. Voor meer informatie, zie: www.ou.nl/ studentendagmw. Aldaar vindt u tevens alvast een korte case van keynote-spreker prof. Groot. Wellicht voor u nóg meer reden om die dag af te reizen naar Den Bosch. Wij hopen op een grote opkomst van studenten en oud-studenten: LEF om te komen. Vorig jaar was een zeer succesvolle editie; we verwachten dit jaar niets anders. Graag tot ziens op zaterdag 27 november in Den Bosch bij de Verkadefabriek! Johan van den Boomen en Frank de Langen


Afstudeerplek experimenteel design, survey-onderzoek en statistiek Binnen de Arbeids- & Organisatiepsychologie is het al bijna een feit dat wanneer wij ons eerlijk behandeld voelen, dit positieve uitkomsten heeft voor onszelf, maar ook voor de organisatie waarin wij werken en voor onze collega’s. Werknemers die eerlijk behandeld worden, identificeren en binden zich meer aan de organisatie, ze vertrouwen beslissingen van de organisatie, ze zetten zich in ten behoeve van hun collega’s en werkgever en ze zijn meer bereid om beleid en beslissingen van de organisatie te volgen. Kortom, mensen die eerlijker behandeld worden, lijken zich automatisch socialer en meer naar de normen van de organisatie te gaan gedragen.

Wat is de norm? Maar wat nu als de norm binnen de organisatie competitief gedrag behelst? Dan zal een eerlijke behandeling dus naar verwachting niet zorgen voor meer inzet om anderen (bijv. collega’s en klanten) te helpen, maar mogelijk juist een meer competitieve opstelling naar die anderen toe. Het huidige onderzoek richt zich dus op dit soort mogelijke nadelige effecten van procedurele rechtvaardigheid. Gezien de bekende schandalen met banken waarin medewerkers alles deden om eigen gewin te bereiken, kunnen we stellen dat een dergelijke omgeving ook rotte appels kweekt. Echter, een feit dat vaak genegeerd wordt, is dat deze mensen werkten in een omgeving die zij prettig vonden en vaak juist handelden naar de doelen van hun respectievelijke organisaties. Als het doel binnen de groep waar je graag bij hoort winst behalen is, dan zou men kunnen zeggen dat de huidige bankiers juist erg hun best gedaan hebben voor de organisatie de norm te volgen.

Afstudeerderonderzoek In eerder onderzoek hebben wij gevonden dat, wanneer werknemers meer inspraak

KHO Preventiemanager in vrije ruimte Bachelor Sinds 2006 draait binnen de faculteit Psychologie het Kort Hoger Onderwijsprogramma Preventiemanager (420 studiebelastingsuren, ca. 8 uur studie per week). Een preventiemanager coördineert en ondersteunt de wettelijk verplichte arbo-preventiemedewerkers in een grote organisatie. In de opleiding worden individueel studietaken gemaakt, die gebruikmaken van reguliere cursussen binnen Psychologie, zoals Psychologie van Arbeid en Gezondheid en Ergonomie. Daarnaast wordt in plenaire bijeenkomsten met de docent en in intervisiebijeenkomsten met medestudenten geoefend met vaardigheden als rapporteren, adviseren, voorlichten en projectmatig werken. De opleiding wordt afgerond met een werkstuk over een praktijksituatie. Als bachelorstudent Natuurwetenschappen of Psychologie kunt u het programma inbrengen voor vier modulen binnen de vrije ruimte. U krijgt daarvoor een praktijkgerichte, arbo-brede opleiding op post-HBO niveau met een certificaat van OU en Stichting PostHBO Nederland. Mocht u zich verder willen specialiseren tot arbeidshygiënist, dan krijgt u vrijstelling voor 6 van de 13 modules van de parttime opleiding in Deventer. Voor nadere info kunt u bellen of mailen met mw. dr. Diny van Faassen, docent Preventiemanager (06-51717810 of postmaster@biosafetyconsult.nl).

SPS-NIP breidt diensten voor OU-studenten uit De Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen (SPS-NIP) is onderdeel van de beroepsvereniging van psychologen: het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Het SPS-NIP zet zich o.a. in om de kloof tussen het werkveld en de studie te verkleinen. Eén derde van onze leden studeert aan de OU en wij als SPS-NIP vinden het belangrijk dat ook u voorbereid het werkveld in gaat. Vandaar dat we dit jaar ons willen richten op het uitbreiden van de diensten voor de OU-student. Het afgelopen jaar zijn we begonnen met het organiseren van post-master lezingen om u te informeren over de mogelijkheden na uw studie. Het streven is om het aankomende jaar op elk studiecentrum deze lezing te geven. In november en december zijn tot nu toe drie data gepland: 9 november in Leeuwarden, 24 november in Groningen en 1 december in Nijmegen.

psychologie

www.ou.nl/psychologie

krijgen in de procedures binnen een organisatie, zij meer geven in een situatie waarin hen gevraagd wordt te geven aan de organisatie, maar ook dat zij meer nemen in een situatie waarin van hen gevraagd wordt te nemen van de organisatie. Dit intrigerende resultaat gaan wij nu verder onderzoeken en daarvoor bieden wij de mogelijkheid aan 1 of 2 studenten om af te studeren binnen dit project. Wij zoeken gemotiveerde masterstudenten die binnen dit veld en deze onderzoeksvraag hun afstudeeronderzoek willen doen. Gezien de aard van dit project zoeken wij studenten die zich interesseren voor experimentele designs maar ook surveyonderzoek en een goede statistische kennis hebben. Studenten kunnen zich melden bij drs. G. Langendijk (gerben.langendijk@ou.nl), ook voor meer informatie.

Een ander project waar we mee bezig zijn, is het opzetten van OU-Platforms. Voor de reguliere studenten zijn er tien Platforms verspreid over heel Nederland. Een Platform bestaat uit 5 of 6 studenten die lezingen, excursies en andere activiteiten organiseren die gerelateerd zijn aan het werkveld van de psycholoog. Het aankomende jaar willen we ook drie Platforms (regio Noord, Midden, Zuid) oprichten voor de OU-student. Wij zoeken nog enthousiaste studenten die zich willen inzetten voor een nieuw OU-Platform! Overigens kunt u binnen het SPS-NIP ook actief zijn als Student in Sectie (SiS). Als student-lid van een sectie binnen de sectoren Arbeids & Organisatie, Jeugd, Gezondheidszorg of de Intersector, neemt u deel aan de vergaderingen van het bestuur van die sectie. Dit bestuur bestaat uit psychologen die werkzaam zijn binnen dat werkveld. Meer informatie over het SPS-NIP en de vacatures kunt u vinden op: www.spsnip.nl. Voor meer informatie over de lezingen en SiS-vacatures kunt u contact opnemen met Klaske Bakker, sectorcoördinator van het Landelijk Bestuur: sectorcoordinator@spsnip.nl of 06-26512380. U kunt terecht bij Lisanne de Barse, secretaris van het Landelijk Bestuur, voor meer informatie over de OU-Platforms, algemene informatie over het SPS-NIP en andere vacatures: secretaris@spsnip.nl of 06-26512379.

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

27


De ontwikkelingen bij de computergames zijn de laatste jaren zeer snel gegaan. Naast de ‘entertainment games’, zijn er ook steeds meer ‘serious games’, die ingezet worden bij onderwijs en training. Technologisch gezien maken de games een interessante ontwikkeling door. Ze worden steeds geavanceerder en intelligenter, terwijl veel internettechnologie wordt toegepast. De games worden steeds sneller ontwikkeld, ontwerpen ontwikkel­methodes worden steeds geavanceerder. Nederland speelt wereldwijd gezien een vooraanstaande rol in de game-industrie. Volop interessante ontwikkelingen om een dag daarover in te duiken. Bart van de Garde van Ranj Games zal belichten hoe in de praktijk de ontwikkeling en implementatie van games gaat; dr. Wim Westera, programmadirecteur Learning Media (CELSTEC) gaat in op de paradoxen bij serious games, en dr. ir. Pieter Spronck, universitair docent bij de faculteit, focust op de manier waarop virtuele spelers in games steeds intelligenter gemaakt kunnen worden.

www.ou.nl/informatica

informatica

‘Games en IT’ op TouW-Symposium Informatica Op zaterdag 13 november wordt in het studiecentrum Amsterdam het jaarlijkse TouW-Symposium Informatica gehouden. Het thema is ‘Games en IT’. Ook komen nieuwe cursussen aan bod, vertellen studenten over hun afstudeerwerk en docenten over de opleidingen, nieuwe cursussen en onderzoek. De hele dag is er een onderwijsmarkt voor allerlei vragen en adviezen. Net als voorgaande jaren belooft het een interessante en inspirerende dag te worden met veel gelegenheid tot het leggen van contacten met studenten en docenten.

Webapplicaties: de clientkant

Naast bijdragen van de gastsprekers zijn er presentaties op het symposium van studenten en docenten van de OU-opleidingen Informatica. Ivo Klinkert vertelt over zijn masterafstudeeronderzoek. Studenten van de Facultaire opleidingscommissie vertellen over hun werk in de commissie. Anda Counotte en Frank Wester maken bekend welke ontwikkelingen er zijn te verwachten in de masteropleidingen en de bacheloropleiding. Marleen Sint, Lloyd Rutledge en Rogier van Eijk vertellen over nieuwe cursussen die dit studiejaar starten: Webapplicaties: de serverkant; Semantic web; Kunstmatige intelligentie 2. Ella Roubtsova en Harrie Passier gaan in op onderzoek naar Aspect oriented modelling en Modelling XML content. En de hele dag is er de ‘onderwijsmarkt’: Henk Frederiks is beschikbaar voor studieadviezen. Ook worden de studenten die afgelopen jaar hun bachelor- of masterdiploma haalden, gehuldigd. Het symposium wordt, voor wie wil, afgesloten met een borrel en een buffet. Volledige informatie over het programma en de wijze van aanmelden is te vinden op: www.open.ou.nl/touw.

Op 1 november verschijnt de nieuwe cursus Web-applicaties: de clientkant (T58211). De cursus is verplicht in de propedeuse van de Bachelor informatica. Deze cursus belicht twee aspecten van de clientkant van web-applicaties. In de eerste plaats geeft de cursus een inleiding in een aantal technieken voor de ontwikkeling van webapplicaties, zoals HTML, CSS, JavaScript en Ajax. Per techniek komt een aantal basisconcepten aan bod, waardoor u voldoende kennis opdoet om zich verder zelfstandig in de technieken te kunnen verdiepen. Daarnaast krijgt u een overzicht over het betreffende vakgebied. U kunt de technieken in een breder kader plaatsen, waardoor u ook andere – bestaande of toekomstige – technieken met dezelfde conceptuele achtergrond kunt plaatsen en begrijpen.

kan via JavaScript gecontroleerd worden of het format klopt. Er wordt in dit blok de nodige aandacht besteed aan regels en gewoonten om JavaScript-code te schrijven die goed leesbaar en goed onderhoudbaar is. Daarna volgt een inleiding in Ajax. Ajax maakt het mogelijk om gegevens van de server op te vragen en webpagina’s te veranderen zonder dat de gebruiker daarvoor expliciet de opdracht geeft. Een pagina kan dus veranderen terwijl de gebruiker ernaar blijft kijken. Een voorbeeld daarvan is Google. Typt u een of meer letters in, dan verschijnt er een lijst woorden die daarbij past. Die woorden worden zonder dat u daar expliciet om vraagt door de server naar de browser gestuurd. Ook in dit blok wordt het belang van standaarden aangegeven. Via opdrachten kunt u zelf ervaring opdoen met webapplicaties. Op Studienet is een omgeving gecreëerd die u kan ondersteunen bij die activiteiten.

De cursus begint met het statische deel van het web: pagina’s die kant-en-klaar staan en alleen nog maar gepresenteerd hoeven te worden. Centraal daarbij staat HTML, de taal die u kunt gebruiken om de structuur van documenten te beschrijven. Bij dit onderdeel hoort ook een inleiding in CSS; dat kunt u gebruiken om te bepalen hoe documenten worden gepresenteerd. Daarnaast wordt het belang benadrukt om standaarden te gebruiken bij het ontwikkelen van webapplicaties. Het volgende blok geeft een inleiding in JavaScript. Javascript maakt het mogelijk webpagina’s dynamisch te maken en de gebruiker meer mogelijkheden tot interactie te bieden. Als u bijvoorbeeld een postcode in een formulier intypt,

Overigens besteedt de cursus geen aandacht aan alles wat zich aan de serverkant afspeelt, bijvoorbeeld JSP, JSTL, CGI en frameworks (zoals Ruby on Rails). Die onderwerpen komen aan de orde in Webapplicaties: de serverkant (T21331), die verschenen is in juli 2010. De cursus veronderstelt als voorkennis het beheersen van minstens één objectgeoriënteerde programmeertaal en globale kennis van internet. Opleidingsstudenten voldoen aan de voorkenniseisen als ze de cursussen Inleiding informatica en Objectgeoriënteerd programmeren in Java 1 hebben gehaald. Daarnaast is de cursus geschikt om als ‘losse’ cursus bestudeerd te worden, voor wie (meer) kennis wil opdoen in dit vakgebied.


S Y M P O S IUM

NW-symposium over Water als bron van conflicten

natuurwetenschappen

www.ou.nl/milieu

Heeft u zich al ingeschreven voor het jaarlijkse symposium van de faculteit Natuurwetenschappen op zaterdag 13 november in studiecentrum Eindhoven? Het wordt zoals ieder jaar een dag waarop u uw medestudenten en docenten kunt ontmoeten, en waarop u uw kennis kunt uitbreiden, dit jaar over water als bron van conflicten. U kunt zich voor het symposium opgeven via www.ou.nl/nw-symposium. Om 9.30 uur staat de koffie/thee voor u klaar. In het ochtendprogramma wordt het thema waterconflicten door drie sprekers belicht vanuit verschillende kanten. ’s Middags spelen we een waterspel waarin elke groep voor een duurzaam waterbeheer in eigen gebied moet zorgen, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de watervoorziening in andere gebieden. Daarna huldigen we alle bachelor- en mastergediplomeerden van het afgelopen jaar. We eindigen met een borrel. Dagvoorzitter is prof. dr. Piet Glasbergen (Open Universiteit en Universiteit Utrecht). Hieronder vindt u een toelichting op de lezingen.

Waterconflicten vroeger en hun oplossingen Berichten over conflicten vanwege waterkrapte duiken al ver voor het begin van de jaartelling op in het Nabije Oosten. Prof. dr. Lucas Reijnders, hoogleraar natuurwetenschappelijke milieuwetenschappen aan de Open Universiteit en hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam, opent het ochtendprogramma. Hij vertelt over waterconflicten in het verleden en hun oplossingen. Rivier en rivaliteit hebben dezelfde stam. In lijn daarmee wordt sinds 1321 touwgetrokken tussen Antwerpen en de Noord-Nederlandse steden over de vaart op de Westerschelde. In 1349 werden in de IJsselsteden joden levend verbrand vanwege de (vermeende) vergiftiging van waterputten. In de vijftiende eeuw woedde er een zalmoorlog in de delta van de Rijn en de Maas. Over wie wat moet doen tegen teveel water, wordt in Nederland al zeker sinds de zestiende eeuw getwist. Veranderingen in techniek, bevolkingsdruk, onbedoelde effecten van menselijke activiteiten en sociale en economische arrangementen, beïnvloedden de conflicten. Voor verbazend veel waterconflicten zijn in de loop van de geschiedenis vreedzame oplossingen gevonden. Deels gaat het om technische oplossingen (bijvoorbeeld het putdeksel uit het Bijbelverhaal over (aartsvader) Jacob en Rachel. Deels betreft het juridische arrangementen (bijvoorbeeld de eeuwenoude waterrechtbanken in Spanje, verdragen). Vaak gaat het om sociale en economische arrangementen (bijvoorbeeld: rotatiesystemen irrigatie, aanleg voedselvoorraden, import van virtueel water).

Op wereldschaal Prof. dr. Pieter van der Zaag, hoogleraar Waterbeheer UNESCO-IHE Institute for Water Education, Delft & Sectie waterbeheer, Technische Universiteit Delft, bekijkt waterconflicten in een globale context. Globale trends in wateraanbod en watervraag zijn onlosmakelijk verbonden met (1) gestage economische groei in veel regio’s; (2) klimaatverandering; en (3) beleidswijzigingen ten aanzien van diezelfde klimaatverandering. Vraag en aanbod zijn steeds minder in evenwicht. Conflicten over water worden dan waarschijnlijker. Die kunnen plaatsvinden op verschillende schaalniveaus: tussen watergebruikers (bijvoorbeeld boeren langs één kanaal), tussen sectoren (landbouw versus stad), tussen gemeenschappen, provincies, regio’s en landen. Om potentiële waterconflicten te overstijgen, zoeken we naar een rationele oplossing. Het onderkennen, en actief creëren, van wederzijdse afhankelijkheden is een logische benadering: (1) koppel kwesties (issue linking) (voorbij het specifieke riviersysteem/stroomgebied, voorbij het water), (2) beloon milieudiensten (reward environmental services) en (3) ontwikkel gemeenschappelijke infrastructuur om vervolgens de profijten te delen (benefit sharing). Voor het vinden van dergelijke oplossingen is een goed begrip nodig van het watersysteem, van onze eigen aspiraties en belangen met betrekking tot de rivier, van de wijze waarop wij vervlochten zijn met,

en afhankelijk zijn van, medewatergebruikers (individuen, gemeenschappen, landen) en van de baten van samenwerken. Bovenstaande zal geïllustreerd worden met voorbeelden, voornamelijk uit zuidelijk Afrika.

Waterrecht Prof. mr. Marleen van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht, belicht waterconflicten in Europese en nationale context en richt zich op mechanismen om conflicten op te lossen. Kenmerkend voor water is dat het zich niets aantrekt van grenzen: niet tussen staten, niet tussen provincies of gemeenten, en niet tussen verschillende beleidsterreinen. Water stroomt en wordt op zijn weg naar zee voor allerlei functies gebruikt. Om dit probleemloos te laten verlopen is een juridisch systeem nodig dat rekening houdt met alle belangen - drinkwater, vervoer, landbouw, energievoorziening, afvoer, veiligheid, industrie en natuurlijk die van water en natuur zelf - en zorgt voor een eerlijke verdeling van de watergebruiksruimte en de watervervuilingsruimte binnen een stroomgebied. Dit juridisch systeem is in Nederland gebaseerd op zowel het Europese recht als het nationale recht. Dat juridisch systeem heeft verschillende onderdelen: er moet voorzien worden in doelen, normen, bevoegd gezag, en bevoegdheden en instrumenten om het voorgenomen beleid uit te voeren. Omdat de werkelijkheid altijd weerbarstiger is dan de theorie en de systemen, moet een goed juridisch systeem ook beschikken over conflictoplossingsmechanismen, die kunnen variëren van verplichte samenwerking, prioritering van functies, handhaving en rechtsbescherming. In deze bijdrage wordt een mogelijk conflict tussen Europees en nationaal recht en tussen verschillende belanghebbende functies geïllustreerd aan de hand van een casus: het besluit om de Haringvlietsluizen in de Zuidwestelijke delta van Nederland op een kier te zetten.

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

29


tentameninf Aanmelden, tentamenperioden en sluitingsdata Aanmelden voor een tentamen doet u door in te loggen in Mijn account in Studieaanbod en te klikken op Mijn tentamenaanmeldingen of door gebruik te maken van een aanmeldingsformulier. Maakt u gebruik van een formulier dan stuurt u de aanmelding voor een computergebaseerd en een regulier tentamen naar de afdeling Tentaminering en certificering in Heerlen. Een aanmelding voor een sys-tentamen stuurt u naar het studiecentrum waar u dit sys-tentamen wilt afleggen. Alleen studenten die in het buitenland een sys- of CBItentamen maken of studenten die behoren tot speciale categorieën (bijvoorbeeld handicap of detentie) kunnen hun sys- of CBI-aanmelding sturen naar de afdeling Tentaminering en certificering in Heerlen. U vindt uitgebreidere informatie hierover op de website www.ou.nl/ tentamen. Tentamenperioden en sluitingsdata: – 24-1 t/m 26-1-2011, sluitingsdatum 29 december 2010, – 4-4 t/m 6-4-2011, sluitingsdatum 9 maart 2011, – 20-6 t/m 22-6-2011, sluitingsdatum 25 mei 2011, – 29-8 t/m 31-8-2011, sluitingsdatum 3 augus tus 2011. De geleidelijke invoering van computergebaseerde toetsing kan van invloed zijn op het tentamenrooster. Tentamensessies individuele tentamens Kijkt u op www.ou.nl/studiecentra voor de individuele tentamensessies in het studiecentrum van uw keuze. Als u zich via www.ou.nl/ mijnaccount aanmeldt voor een individueel tentamen, worden de beschikbare sys- en cbisessies getoond nadat u het studiecentrum heeft gekozen. Samenvallende tentamens Volgens vast beleid van de Commissie voor de examens (CvE) mogen er niet meerdere (regulier schriftelijke) tentamens op één dag afgelegd worden. In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie hiervan afwijken. Zij beoordeelt dit aan de hand van een schriftelijk, gemotiveerd, verzoek van de student. De CvE kan een hardheidsclausule toepassen voor die studenten die gehinderd worden in hun studievoortgang door het hanteren van drie tentamenavonden. Het kan namelijk voorkomen dat twee cursussen in elke ronde op dezelfde dag worden afgenomen. Neemt u bij dergelijke situaties contact op met de afdeling Service en informatie. Het gaat dan om studenten die in de problemen komen die niet te wijten zijn aan de eigen planning. Mocht u uiteindelijk tot de conclusie komen dat er een aantoonbaar probleem is, dan kunt u een verzoek indienen bij de Commissie. Alternatieve tentamenvorm Tentamens worden afgelegd op de wijze zoals gepubliceerd in de jaarlijks verschijnende studiegids en zoals op de cursussite vermeld. In uitzonderlijke gevallen kan de Commissie voor de examens (CvE) op basis van een schriftelijk, gemotiveerd verzoek van een student besluiten dat die student een bepaald tentamen op een andere wijze dan vastgesteld 30

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

kan afleggen. De CvE kan tot deze beslissing komen indien bij een student sprake is van een functiebeperking of als een student drie of meer keren met aanwijsbare reden zakt voor een bepaald tentamen waardoor hij of zij gehinderd wordt om de studie op een goede wijze voort te zetten. Voordat de CvE in deze een beslissing neemt, wordt de examinator om een reactie gevraagd. Het oordeel van de examinator weegt bij de beslissing van de CvE zwaar mee. Benadrukt dient te worden dat het een mogelijkheid betreft en geen verplichting voor de CvE is om dit verzoek te honoreren.

natuurwetenschappen N43211 Gedrag en effecten van contaminanten Met ingang van het tentamen van januari 2011 mag u bij het tentamen ook gebruikmaken van een ‘schoon’ Binas tabellenboek, een zakrekenmachine en een ‘schoon’ Engels-Nederlands woordenboek.

Psychologie

C06122 Kunst Met ingang van het tentamen van 10 november 2010 mag u bij het tentamen ook gebruikmaken van een loep. C14222 Van Babylon tot Brugge De tentamenvorm is sinds 11 juni 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. C17311 Oudnederlandse schilderkunst In het Overzicht stopgezette cursussen 20102011 in de Modulair van juni 2010 is opgenomen dat de cursus uit het cursusaanbod wordt genomen en dat de laatste tentamenmogelijkheid van deze cursus in november 2011 is. Dat is niet juist. De cursus blijft in het cursusaanbod.

S30211 Groepen in organisaties Op 9 november 2010 is het laatste regulier schriftelijke tentamen. Daarna verandert de tentamenvorm in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. S32331 Klinische psychologie 2: diagnostiek en therapie De tentamenvorm is sinds 31 augustus 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. S36111 Biologische grondslagen: evolutionaire psychologie De tentamenvorm is sinds 26 augustus 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. S45311 Psychogerontologie De tentamenvorm is sinds 25 augustus 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. S49111 Biologische grondslagen: cognitie De tentamenvorm is sinds 20 juli 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. S67321 Klinische psychologie 3: de ambulante praktijk De tentamenvorm verandert per medio november in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. Het is niet meer mogelijk om u voor een regulier schriftelijk tentamen voor deze cursus aan te melden.

Informatica

Rechtswetenschappen

T26241 Datastructuren en algoritmen Sinds 1 juli 2010 zijn de volgende hulpmiddelen toegestaan: een ‘schoon’ exemplaar van het tekstboek en een ‘schoon’ exemplaar van het werkboek. T31311 Onderzoeksontwerp voor bedrijfskundige informatica De cursus wordt stopgezet. De laatste inleverdatum voor de opdracht is 31 augustus 2011. T41221 Logica en informatica Het tekstboek dat u bij het tentamen mag gebruiken moet met ingang van het tentamen van november ‘schoon’ zijn.

R04242 Overeenkomstenrecht In het Overzicht stopgezette cursussen 20102011 in de Modulair van juni 2010 en op pagina 5 van de studiegids is opgenomen dat een van de laatste tentamenmogelijkheden van deze cursus 26 januari 2011 is. Dat moet 25 januari 2011 zijn. R32231 Europakunde De tentamenvorm is sinds 25 augustus 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt. R64342 Consumentenrecht In het Overzicht stopgezette cursussen 20102011 in de Modulair van juni 2010 en op pagina 5 van de studiegids is opgenomen dat de laatste tentamenmogelijkheid van deze cursus 30 juni 2011 is. Dat is niet juist. De laatste inleverdatum van de opdracht is 30 september 2011.

Tentamendata uitlopende cursussen en errata Met klem adviseren wij studenten kennis te nemen van de nadere informatie omtrent cursussen die uit het onderwijsaanbod zijn genomen (dan wel gereviseerd) en waarvan de laatste tentamenmogelijkheid plaatsvindt in het academisch jaar 2010-2011. Deze vindt u op www.ou.nl/tentamen > Laatste tentamendata en niet in Modulair. Aanvullingen hierop worden wel vermeld in Modulair. De informatie vindt u ook op de cursussite. Een overzicht van de errata op de studiegidsen vindt u op www. ou.nl/vraagenantwoord.

cultuurwetenschappen

Managementwetenschappen B10111 Onderzoek en presentatie (AV1) De laatste inleverdatum van de opdracht is 30 juni 2011.

B34111 Administratieve organisatie De tentamenvorm is sinds 1 juli 2010 veranderd in een individueel computergebaseerd tentamen dat volgens afspraak plaatsvindt.


afgest

deerden

CULTUURWETENSCHAPPEN Wo bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen mw. P.G.G.M. Peeters BA, Afstudeeropdracht: Fraenger, Stranger in Paradise? Ontvangst en invloed van Fraengers ‘Das Tausendjährige Reich’. mw. G.C.A. Ramaekers-Struijk BA Afstudeeropdracht: Het integratiebeleid van Koning Willem I en in het bijzonder de religiepolitiek tijdens zijn koningschap van het Vereenigd Koninkrijk der Nederlanden 1815-1830. mw. K.J. Vonk-Uitgeest BA, Oudeschild-Texel Afstudeeropdracht: ‘Waerachtighe Beschrijvinghen’, journalen en reisverhalen van zeevarenden uit de 17e eeuw. Wo masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen

dhr. J.M.H. Vromen MA, Geleen P Afstudeeropdracht: De uil van Minerva vliegt uit in de schemering. De Lineaire Bandkeramiek: aspecten van beeldvorming. INFORMATICA Wo bacheloropleiding Informatica

mw. E.W.J. van Rumpt BSc, Utrecht Managementwetenschappen Wo masteropleiding Management

mw. Y. Stauthamer-Niël MSc, Berkel en Rodenrijs, keuzevariant Public management Afstudeeropdracht: Invloed van managementstijl op de relatie tussen managementrol en de functies van prestatiemeting. dhr. A.J. Terpstra MSc, Amsterdam, keuzevariant Implementation and change management Afstudeeropdracht: De effectiviteit van de Relatiebeheerder bij ICCO Faciliteren van programmatisch werken.

Wo masteropleiding Accounting and Finance

dhr. J. Bosch MSc, Purmerend, keuzevariant Management Control (accounting and control) Afstudeeropdracht: Prestatiemanagement in ziekenhuizen. dhr. R.F. Hubers MSc, Sliedrecht, keuzevariant Accounting and control Afstudeeropdracht: Isomorphism van actiegerichte en resultaatgerichte controls door ERP. Een onderzoek onder productiebedrijven naar het microproces van isomorphism van actiegerichte en resultaatgerichte controls door de implementatie van SAP. dhr. F.H. Zänker MSc, De Meern, keuzevariant Management Control (accounting and control) Afstudeeropdracht: Gedragsverandering door DBC’S (‘Illusion of Control’). Een onderzoek naar gedragsverandering door DBC’S in de Geestelijke Gezondheidszorg.

mw. W. Schenk MSc, Lelystad Afstudeeropdracht: Innovatie door het jonge en gevestigde bedrijf. De invloed van bestuursduur op het innovatiegedrag van kleine en middelgrote bedrijven. Wo masteropleiding Supply chain management

dhr. R.J.J.M. Bakens MSc, Asten Afstudeeropdracht: The effects of the use of Project Management Information Systems in the decision making in a multi project environment empirical identification and quantification. dhr. G.F.J. Ebbers MSc, Doesburg Afstudeeropdracht: Typology of useful knowledge. External Professionals knowledge transfer. dhr. E.W.F. Geltink MSc, Maarssen Afstudeeropdracht: Lean of Responsive Supply Chain Strategy for Service Parts.

Wo masteropleiding Strategy and Organization

dhr. J.A.A.P.M. de Beer MSc, Helmond, keuzevariant Veranderen en Implementeren Afstudeeropdracht: Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen als sleutelfactor van corporate reputatie. Het begrijpen van klantverwachtingen in de bouwmaterialen sector. mw. E.J. Bosch MSc, Amsterdam Afstudeeropdracht: Can I trust you to trust me? De invloed van vertrouwen in de middenmanager op de effectiviteit van een verandering. mw. M.I. Geertsma MSc, Leeuwarden Afstudeeropdracht: A further investigation into the relative importance of behavioral factors on performance management systems’use. dhr. R.P. Maan MSc, Amersfoort Afstudeeropdracht: Informele groepen medewerkers en hun kijk op organisatorische veranderingen: een verkennende case study.

Wo masteropleiding Public Management and Policy

mw. M.H. van den Aardweg MSc, Bodegraven Afstudeeropdracht: Met de kennis van nu ... Een kwalitatief onderzoek naar de invloed van evaluatieonderzoek. Natuurwetenschappen Wo bacheloropleiding Milieu-natuurwetenschappen

dhr. J. van Belzen BSc, Sas van Gent Afstudeeropdracht: 1 Optimalisatie van de interpretatie van meetgegevens uit de waterkwaliteitsbewaking bij Eijsden. Afstudeeropdracht: 2 Effecten van TBTalternatieve biociden op het aquatische milieu. Multicriteria beoordelingen van biociden en hun metabolieten in aangroeiwerende coatings. mw. T. Krijgsman BSc, Sloten Afstudeeropdracht: Verwerking van kustverontreinigingen: paraffinevondsten.

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

31


deerden

dhr. J.F. Oldenhuizing BSc, Cannes la Bocca, Frankrijk Afstudeeropdracht: An approach to involve dive centers in efforts to collect research data and to inform the public on environmental challenges.

mw. E.M.J.M. de Vries-Schillings BSc, Schimmert

dhr. F.F. Van Landeghem BSc, Brugge, België Afstudeeropdracht: Ruimtelijke planning ondergrond. Inventarisatie planningsinformatie ondergrond.

mw. C.A.A. Vrouwe BSc, Obdam

mw. N.A. Wiedijk BSc, Amsterdam Afstudeeropdracht: Zonne-energie potentie in de gemeente Apeldoorn. Wo masteropleiding Milieu-natuurwetenschappen

mw. H.D. de Vries-Kuip BSc, St. Michielsgestel

Wo masteropleiding Psychology, afstudeerrichting arbeids- en organisatiepsychologie

mw. M.C.B. Kampert MSc, Roosendaal Afstudeeropdracht: De paradoxale gevolgen van rechtvaardigheid: Rechtvaardigheid en Wangedrag van Employees binnen Organisaties: de invloed van Machtsgevoelens.

mw. E.J.M. van der Harst-Wintraecken MSc, Nuland P Afstudeeropdracht: Met dierlijk afval de boer op. Vergelijking van de duurzaamheid van verwerkingsmethoden voor dierlijk afval.

mw. C.H. Klijnsoon-Koelman MSc, Dordrecht Afstudeeropdracht: Regelopvolging en Regelovertreding bij Bijstandsgerechtigden; Motieven en de Rol van Waargenomen Pakkans, Rechtvaardigheid en Normbesef.

dhr. R.M.A. Nagtegaal MSc, Zeist Afstudeeropdracht: Introducing hydrophobic interactions in the BioSwitch® ‘Release on demand’ concept.

Wo masteropleiding Psychology, afstudeerrichting gezondheidspsychologie

Psychologie Wo bacheloropleiding Psychologie

mw. W. op de Beek BSc, Breda mw. M. Benedik-Vonk BSc, Maastricht mw. A.J.P. Brombacher BSc, Nuenen mw. N.A.M. Decoene BSc, Oostkamp, België mw. A.J. Deen BSc, Lelystad mw. H.M.J. Hagebeek BSc, Stadskanaal mw. M.M. Harskamp BSc, Veenendaal mw. L. Joosen BSc, Utrecht mw. S.M. Kestens BSc, Westmeerbeek, België mw. C.P. Marcelis BSc, Vught dhr. N. Mujkic BSc, Meppel mw. A.Y.V. Nierich BSc, Maastricht mw. J.T. van Roest- de Boer BSc, Lunteren

32

mw. F.S. de Vries BSc, Nijmegen

mw. I.H. Ariens MSc, Zeewolde Afstudeeropdracht: De Bijdrage van Opleiding Ouders, Beroep Ouders en Sociaaleconomische Status in de Voorspelling van het Intelligentieniveau van het Kind. mw. U.A. Breedijk-Szybinska MSc, Hellevoetsluis Afstudeeropdracht: Het verschil in persoonlijkheidskenmerken van kinderen die al dan niet betrokken zijn bij cyberpesten en traditioneel pesten. mw. S.M.J.F. Daamen-Raes MSc, Sittard Afstudeeropdracht: Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. mw. M.J.T. Masolijn MSc, Oss Afstudeeropdracht: ‘Emo-eten’: Een kwestie van Gevoelens & Macht der Gewoonte? Een ESM-studie naar Affect en Gewoonte als Predictoren van Snackgedrag. mw. J.H. van der Plank-Thielman MSc, Hooiberg/St. Cruz, Aruba Afstudeeropdracht: De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. Rechtswetenschappen Wo bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid

mw. A.K.M. Schulte BSc, Leek

dhr. W. van de Koot LLB, Putten

mw. C.E.I. Sluijter-Tichelaar BSc, Naaldwijk

dhr. J.W. Meijers LLB, Landgraaf

mw. I.Y. Smit BSc, Amsterdam

dhr. W.W. de Mes LLB, Noord Scharwoude

mw. G. Tenkink BSc, Winterswijk

mw. S.A. Nuyens LLB, Rosmalen

mw. J.E. Verhage BSc, Schiedam

mw. H.J.C. Pijnenburg-Schevers LLB, Boxtel

dhr. A.L.J. Verleysen BSc, Bilzen, België

dhr. W.A.J. Prins LLB, Hendrik Ido Ambacht

mw. J.M. van der Veur-Bartelet BSc, Maastricht

mw. I. van Vogelpoel LLB, ’s-Hertogenbosch

Open Universiteit Modulair 29 oktober 2010

Wo masteropleiding Rechtsgeleerdheid

mw. P.M. te Boekhorst LLM, Maastricht Scriptie: Wie geven wij het allerlaatste woord? De Hoge Raad en de herziening in de 21e eeuw. mw. G.A. Dekker LLM, Padova, Italië Scriptie: De Quaestio anglica. Het recht dat van toepassing is op de internationale erfopvolging volgens de commentatoren. mw. B.P.H.M. Geelen LLM, ’s-Gravenhage Scriptie: Bewijsnood bij kunstfouten. Wat zijn, bij een (vermeende) medische fout, de juridische problemen die een in bewijsnood verkerende patiënt ontmoet in zijn zoektocht naar vergoeding van zijn schade, en in hoeverre neemt het nieuwe wetsvoorstel WCZ de problemen weg? dhr. E. de Lint LLM, Kranenburg, Duitsland Scriptie: Actieve en passieve legitimatie bij zeevervoer onder cognossement (Bill of lading). mw. M. Metin LLM, Arnhem Scriptie: De gedragsbeïnvloedende maatregel: een goede ontwikkeling? dhr. R.M. Stouten LLM, Nijmegen Scriptie: Staatsregeling 1798 van het volk voor het volk. dhr. F.A.P. van der Veer LLM, Leeuwarden Scriptie: De privaatrechtelijke betekenis van Wft zorgplichten voor de tussenpersoon. In hoeverre spelen de publiekrechtelijke gedragsregels in en krachtens de Wft een rol bij de beoordeling of de verzekeringstussenpersoon zorgvuldig heeft gehandeld naar zijn klant (privaatrechtelijke verhouding)? Business Process Management and IT Wo masteropleiding Business Process Management and IT

dhr. R.L.J. Berger MSc, Geleen Afstudeeropdracht: Motieven voor en succesfactoren van een ict-uitbestedingsproces in het voortgezet onderwijs. dhr. T. Hakvoort MSc, Woudenberg Afstudeeropdracht: Onderhoudbaarheidsverbetering door procesverbetering. Een verkennend onderzoek naar best practices op procesniveau die leiden tot beter onderhoudbare software. dhr. P. van der Valk MSc, ’s-Gravenhage Afstudeeropdracht: Innoveren door IT-outsourcing.

P Bij deze student werd aan het behaalde getuigschrift de waardering 'met Lof' toegekend (gewogen gemiddelde cijfer 8 of hoger, geen cijfer lager dan 7).

5710494

afgest


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.