On the Front Magazine, jaargang 2 - editie 1

Page 1

Jaargang 2 - nummer 1

On the front

Online magazine voor en over de showsector

Achter de schermen bij de kroning van Willem-Alexander Pasveerkorps Leeuwarden op weg naar het WMC Wat doet een effect-jurylid? Take One: Noordelijke toppers laten zich al vroeg zien! Verder: update WMC-deelnemerslijst, cd-presentaties, het instructieteam van Beatrix’ en een dag uit het leven van Jel Vandeberg en Arjan Paters en twee themaverhalen over de toekomst van onze hobby en de crisis!


ON THE FRONT TWEEDE JAARGANG EERSTE EDITIE

Inhoudsopgave

WMC Nieuws Kroningsdag Een dag uit het leven van Jel Vandeberg Pasveer: ‘We gaan bij het WMC voor de titel!’ Korps Mariniers: elke dag anders Themaverhaal: Het is crisis! Take One met noordelijke try-outs Het instructieteam van: Beatrix’ Hilversum Joop van Dijk: ‘Defileermars van de Koning’ Tips van de redactie Een dag uit het leven van Arjan Paters Are the judges ready. Paul Doop, effect jurylid Sensation: ‘Deze tour was onvergetelijk’ Op weg naar het WMC: Sura Nari (Thailand) Adest Musica presenteert Mother Earth, the next leve Heeft de showsector nog toekomst ? Gastcolumn: ´Stoppen?´ Elfmaal Musikparade door Bicycle Showband Opende Schutterij St. Sebastiaan voor 10e keer naar WMC TkKMar op Tattoo Birmingham Advendo Sneek: Brass, Drums &Voices Percussiegroep Ridderster op weg naar het WMC Do’s and don’ts op social media Hertfordshire Showband richting WMC Johan Friso Middelburg: ‘Stop pesten NU!’ Gastcolumn: ‘We raken onze diversiteit kwijt’ Op weg naar het WMC Programma Wereld Muziek Concours Colofon


el

e

Cor: Hey Matthijs, de eerste editie van 2013, heeft iets langer geduurd maar zeker het wachten waard. Matthijs: Ah Cor! Het liep niet helemaal op rolletjes. Maar ik heb het idee dat iedereen een beetje zenuwachtig is. Ze doen allemaal zo ‘spannend’ over hun show en welke muziek ze gaan spelen. Heb jij het thema van K&G al gehoord? Daar gaan ze vast weer hoge ogen mee gooien! Cor: Die High blower gaat ‘de strijd’ wel aan, smokey … De toon uit Leiden is wel gezet. Ik vond ‘Take One’ ook wel inspirerend, vooral de ‘netheid’ van Pasveer. Matthijs: Ja, dat was een mooie middag! Maar misschien doen we straks ons trucje in Kerkrade wel volledig in de schaduw van buitenlandse korpsen. Ik verwacht veel van Sura Nari. Moeten we die niet eens bellen voor een stukje? Hoe is jouw Thais? Cor: Mijn Thais? Dat houdt op bij menu A en menu B. Ik heb er wel een paar mails aan gewaagd maar spraakzaam zijn ze niet, dat zijn ze ook helemaal niet gewend. De meesten hebben geeneens een internet site. Matthijs: Ach, toch is het leuk om ze even aan het woord te hebben. Maar dat geldt ook voor een aantal beroepsorkesten. Die krijgen in deze OTF duidelijk een plekje. Best interessant om te lezen hoe zij hun optredens ervaren. En wat in dit nummer ook veel aandacht krijgt: de crisis! En de toekomst van onze sector. We leven nu toe naar het WMC. Maar daarna?

Cor: Ik denk dat er veel, misschien te veel op de jeugd geleund gaat worden volgend seizoen. Misschien dat sommige leden toch nog een jaartje willen blijven hangen, zou de korpsen goed doen! Matthijs: Dat is waar, maar blijkbaar spelen er in het verenigingsleven hele andere mechanismen. Goed om er over na te blijven denken! Gelukkig ook voldoende luchtige onderwerpen dit keer. Volgens mij moeten we iedereen maar aansporen om verder te bladeren. Wanneer spreken we weer af? Dit keer wat sneller? Cor: Lijkt me wel! Na het ODSC valt er vast weer veel te bespreken en zullen we meer laten zien van korpsen die nu nog ‘in de luwte’ blijven. Ik ben bijvoorbeeld erg benieuwd naar KTK. Matthijs: Over luwte gesproken: DVS! Daar hoor je helemaal niks van! Wat zouden die wel niet in hun schild voeren. Ik ga ze meteen een mailtje sturen en ze strikken voor het volgende nummer.

Even contact?


WMC-nieuws

D

e koorts stijgt. Nog maar een paar weekjes en dan zijn we met z’n allen te vinden in het Parkstad Limburg Stadion. Het WMC komt eraan. En dus zetten we een paar korte nieuwtjes op een rijtje! Show- en mars(parade)wedstrijden in het Parkstad Limburg Stadion Het spectaculaire onderdeel van de WMCwedstrijden speelt zich af op de zes zaterdagen en zondagen vanaf zaterdag 13 juli tot en met zondag 28 juli 2013 in het Parkstad Limburg Stadion te Kerkrade. Kleurrijke Marching- & Showbands uit de hele wereld nemen deel. Het wedstrijdprogramma begint op de zaterdagen om 14.00 uur, en op de zondagen om 12.00 uur. WMC-kampioenen gelden als officieuze wereldkampioenen in hun sectie en divisie en zullen hun titels dit jaar in Kerkrade verdedigen.

Kunst & Genoegen Leiden, DVS Katwijk, en Pasveerkorps Leeuwarden verdedigen hun respectievelijke titels niet alleen tegen nationale toppers. Dit jaar is er behalve uit Europa ook sterke tegenstand te verwachten vanuit het Verre Oosten. Niet minder dan 10 bands uit Thailand, waaronder het zeer sterke Suri Nari - eveneens titelverdediger 2009 in de Corpsstyle Class-, diverse bands uit Indonesië en de voormalige vice-wereldkampioen Nishihara uit het Japanse Okinawa zullen ervoor zorgen, dat de Nederlandse toppers zich tot het uiterste zullen moeten inspannen als het om het titelbehoud gaat. Kaartverkoop en Media Kaarten zijn verkrijgbaar via www.wmc.nl. Nummer 0900 3003 232 is daarvoor ook te raadplegen of in de ticketshop aan de Niersprinkstraat 1a in Kerkrade. De website Korpsmuziek.nl wordt voor wat betreft de stadionwedstrijden media- en online partner van het WMC. Ook zal het team van Korpsmuziek.nl alle weekenden in het stadion aanwezig zijn voor live verslagen en reportages. Dit heeft Korpsmuziek.nl onlangs afgesproken met de organisatie van het WMC.

WMC-delegatie vol lof over Take One in Cambuurstadion Een WMC-delegatie, bestaande uit artistiek manager Harrie Reumkens en marketing en communicatie medewerker Jel Vandeberg, ondernam zaterdag 27 april de lange reis naar Leeuwarden om aanwezig te zijn bij Take One. In het SC Cambuur stadion lieten zeven WMCdeelnemers uit Friesland en Groningen alvast zien hoe mooi het WMC in Kerkrade deze zomer wordt.

Niet alleen de opzet van de dag, maar ook de shows van de deelnemers, bezorgden de delegatie een bijzonder goed gevoel. Een gezellige dag, waar WMC Kerkrade veelvuldig genoemd werd en het echte WMC-gevoel nadrukkelijk aanwezig was. Enthousiast ging de delegatie weer terug naar Kerkrade. Als Take One als voorbeeld mag dienen voor de wedstrijddagen in het stadion in Kerkrade, dan belooft het een mooie zeventiende editie van het Wereld Muziek Concours te worden.



Kroningsdag was bijzondere belevenis voor beroepsorkesten

S

oms is er een optreden dat een onuitwisbare indruk maakt op de muzikanten. Elke muzikant, of je nou nog lid bent of al even bent gestopt, heeft zo z’n eigen hoogtepunten. Dat kan een WMC zijn, een mooie parade of een prachtige buitenlandse trip. Maar er zijn optredens die in een andere categorie vallen. Zo verleenden veel Nederlandse beroepsorkesten hun medewerking aan de Kroningsdag. En ondanks dat sommigen van hem maar één nummertje mochten spelen, bleek het een hele belevenis. Marc Gouswaart van het Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee neemt ons mee voor een kijkje achter de schermen.

interessante documentaire over de inhuldiging van Koningin Beatrix op 30 april 1980 gaf een mooi tijdsbeeld van de periode waarin dienstplichtige militairen met lang haar de erewacht verzorgden. De inhuldiging destijds ging gepaard met de nodige ordeproblemen.

Door Marc Gouswaart Op 12 april 2013 waren alle leidinggevenden van Marechaussee eenheden die een rol vervulden bij de inhuldiging van Koning Willem Alexander aanwezig op de koningin Beatrixkazerne in Den Haag. Een

Hoewel het voor het Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee


eigenlijk een routineklus zou worden: met muziek de erewacht begeleiden van en naar het Koninklijk Paleis Amsterdam en muzikaal ceremonieel eerbewijs leveren aan komende en gaande genodigden, was de impact op de Koninklijke Marechaussee iets groter, om niet te zeggen gigantisch. Naast ‘de muziek’ en de extra beveiliging werd duidelijk dat de hele operatie wel heel uitdagend werd vanwege het feit dat alle reguliere taken van de Koninklijke Marechaussee ook gewoon doorliepen. De maandag daarop werden alle betrokken militairen vanuit de hele krijgsmacht verwacht op het Marine Etablissement Amsterdam om formeel de bevelsuitgifte bij te wonen waarbij Generaal Hardenbol namens Hare Majesteit als mandataris een ieder welkom heette en Majoor van Rijkevorsel namens het bureau protocol iedereen een toelichting gaf op het draaiboek. Een helse klus, want het draaiboek werd bijna per minuut uitgebreid en aangevuld omdat er steeds nieuwe actuele informatie beschikbaar kwam. De impact op de Nederlandse krijgsmacht werd duidelijk toen er landelijk een aantal oefenmomenten werden vastgesteld waarbij naast de krijgsmacht ook de nationale politie een ceremoniële taak kreeg toebedeeld. Er moest een erewacht worden geleverd van 08.30 uur tot 18.00 uur bij de Nieuwe kerk en het Koninklijk Paleis op de Dam. Een en ander verdeeld in rotaties. Elke rotatie bestond uit een (militair) orkest, een erewacht en een ereafzetting samengesteld uit detachementen van de vier krijgsmachtdelen (marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee) en de politie. Het Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee kreeg een prominente rol toebedeeld door Koningin Beatrix zelf. Zij bepaalde dat het Trompetterkorps bij het Koninklijk Paleis moest staan op het moment dat zij als Prinses Beatrix het Koninklijk Paleis zou verlaten. In overleg met de stafdirigent van het commando Militaire Muziek Krijgsmacht, Majoor Arnold Span werd gekozen voor de compositie van Louis Andriessen met de titel: Monuments of the Netherlands, waarin het lied uit Valerius gedenkklanken ‘Merck toch hoe sterck’ is verwerkt. Nadat er de week voorafgaand aan Koninginnedag op het Air Operations Control Station van de Koninklijke Luchtmacht in Nieuw Milligen werd geoefend met een aantal slagwerkers van de Marechaussee werd dit een aantal dagen later herhaald met het volledige orkest. ‘Men was er klaar voor’.

Op 30 april verzamelde het Trompetterkorps om 05.00 uur op het Opleiding en Trainingscentrum Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn. Iedereen was verplicht in sportkleding te verschijnen en in bezit van defensiepas en paspoort te zijn. Nadat de Commandant OTC KMar, kolonel Egon Hoppe ons persoonlijk kwam uitzwaaien, gingen we op weg naar Amsterdam. Daar aangekomen werden de bussen gedirigeerd naar een aan de rondweg van Amsterdam gelegen parkeerplaats waar onder meer de bussen en vrachtwagens van André Rieu stonden geparkeerd. Vandaar uit gingen we, onder begeleiding van een motorpool van de Koninklijke Marechaussee naar het Marine Etablissement Amsterdam.

Op borden valt te lezen dat de Dam al vol is en belangstellenden al worden doorgesluisd naar de Jordaan. Amsterdam kleurt oranje. De muziekinstrumenten moesten worden uitgepakt en iedereen moest zich legitimeren en vervolgens door de scanstraat, vergelijkbaar met de controles op Luchthaven Schiphol.

Nadat iedereen gescreend was en een bomcheck had plaats gevonden kon een ieder het ceremoniële uniform ophalen en omkleden. Daarna was het


wachten op wat er komen ging. Op een teken van de ‘regelingsofficier’ werden we met speciale bussen naar de faculteit Letteren van de Universiteit van Amsterdam vervoerd en opnieuw in ‘de wacht’ gezet. Uiteindelijk konden we opstellen en vertrok de erewacht richting het Koninklijk Paleis. Wij verzorgden, onder leiding van Luitenant-kolonel Jaap van Duijvenbode, de erewacht aan de voorzijde van het paleis. Omdat op dat moment de feitelijk abdicatie plaats vond werd er gemarcheerd op stille trom. De Kapel van de Koninklijke Luchtmacht die door ons werd afgelost marcheert daarom net als ons zonder muziek af. Bij het paleis aangekomen waren we getuige van de aankomst van de aankomst van het complete Corps diplomatique, de leden van de Staten Generaal (Eerste en tweede kamer), vertegenwoordigers en troonopvolgers van de verschillende Koningshuizen uit de hele wereld. Duidelijk werd de grootheid van het evenement, politiehelikopters, beveiligingsmensen, de grote massa publiek. Prinses Beatrix verschijnt op de blauwe loper. Eindelijk was het zover dat het Trompetterkorps de compositie ‘Monuments of the Netherlands’ mocht uitvoeren. De gehele Koninklijke familie wandelt van het paleis richting de Nieuwe kerk en voor we het weten zijn ze weer weg. Het wachten is op het volgende orkest dat ons komt aflossen. Later horen we de Koninklijk Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ de Grenadiersmars spelen in de wetenschap dat Koning Willem Alexander en Koningin Máxima schrijden richting Nieuwe kerk. Meerdere keren horen we een groot gejuich wanneer er ‘iets’ gebeurt. De Marinierkapel der Koninklijke Marine en de Tamboers en Pijpers van het korps Mariniers nemen onze plek in. Omdat de inhuldiging in de kerk is begonnen opnieuw géén muziek! Een half uur later zitten we in de bus richting de Marinekazerne en kunnen we ons omkleden. Om 17.00 uur zijn we weer in Apeldoorn, en ondanks het feit dat we maar één ‘liedje’ hebben gespeeld een leuke, inspannende dag gehad en een unieke ervaring rijker. We stonden ‘maar’ tweeënhalf uur. Een aantal collega orkesten mochten twee rotaties muzikaal ondersteunen. De nieuw ingestudeerde marsen bewaren we maar voor de komende beëdiging in Apeldoorn en de Veteranendag in Roermond en Den Haag. FOTOGRAFIE: Audiovisuele Dienst Defensie

De orkesten die optraden tijdens de inhuldiging waren: De Koninklijk Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ en de Regimentsfanfare Garde Grenadiers en Jagers; dirigent KMK: majoor Tijmen Botma, dirigent RFGGJ kapitein Harry van Bruggen en tamboermaitre: eerste luitenant René Keulers.

De Marinierskapel der Koninklijke Marine met Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers; dirigent: Eerste luitenant Peter Bongaerts en tamboermaitre: sergeant majoor Ed Oosterom; De Kapel van de Koninklijke Luchtmacht; dirigent: majoor Jos Pommer en tamboermaitre adjudant Maarten Pijnenborg; Het Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee met dirigent kapitein Erik Janssen en tamboermaitre adjudant Marc Gouswaart; De Fanfare van het Korps Nationale Reserve met dirigent kapitein Harrie Wijenberg en tamboermaitre adjudant Jan Embregts; Het Nederlands Politie Orkest; dirigent: Peter Kleine Schaars en tamboermaitre Coos Peters; Bij de Fanfare van het Korps Nationale Reserve waren ook de musici ingedeeld van de nieuwe regimentsfanfare ‘Bereden Wapens’, de opvolger van het vanwege de bezuinigingen verdwenen Fanfarekorps Koninklijke Landmacht ‘Bereden Wapens’. Met een totaal van 73 musici, marcherend in rotten van 4 en gestoken in het gloednieuwe ceremoniële tenue van het Korps Nationale Reserve was dit een indrukwekkend geheel!



Een dag uit het leven van Jel Vandeberg

O

n the Front neemt graag een kijkje in andermans leven. Juist omdat we heel veel gezichten kennen, maar eigenlijk geen idee hebben wat ze voor werk doen. Of dat ze misschien nog andere hobbies hebben. Ditmaal is het woord aan Jel Vandeberg. Een naam die we tijdens het WMC nog vaker voorbij gaan zien komen. Wij hebben in ieder geval al flink contact met de PR-manager van het WMC. En dus wordt het tijd om hem voor te stellen. Wie is Jel Vandeberg? Ik ben een 34-jarige jongeman, momenteel vrijgezel, die in Oirsbeek (Zuid-Limburg) woont. Ik heb eerst voor een deel de leraarsopleiding Geschiedenis Voortgezet Onderwijs gevolgd in Sittard en daarna doorgestroomd naar Universiteit Leiden waar ik ook Geschiedenis studeerde. Daarna op diverse plekken in het Zuid-Limburgse Heuvelland gewoond en via diverse omzwervingen weer teruggekeerd naar mijn geboortedorp. Daar woon ik met veel plezier tussen familie en vrienden, een hechte gemeenschap waar altijd wat gezelligs te beleven is. Wat is je WMC-ervaring? Mijn WMC-ervaring is, hoop ik, net zoals onze duizenden deelnemers en honderdduizenden bezoekers het zullen ervaren. Een zeer diverse organisatie, waar professionals en vrijwilligers zich met hart en ziel inzetten om ĂŠĂŠn keer in de vier jaar een top-evenement neer te zetten. Muzikaal gezien gaat mijn hart vooral sneller kloppen van de Showwedstrijden in het stadion. De energie van de deelnemers, de kleurenpracht van de kostuums, de


moeilijkheidsgraad van de figuren en de spectaculaire muziek maken een dag op de tribune tot een echte belevenis. Daarnaast probeer ik ook af en toe een concert in de Rodahal mee te pikken. Mnozil Brass staat bijvoorbeeld hoog op het verlanglijstje. Wat doe je in het dagelijks leven en wat deed je hiervoor? Ik werk momenteel fulltime voor WMC Kerkrade als Marketing en Communicatie medewerker. Er blijft geen tijd meer over om ergens anders te werken. Nadat ik uit Leiden teruggekeerd ben, kon ik meteen aan de slag bij een uitgever van lokale kranten, waar ik fotograaf/eindredacteur was. Toen deze kranten door Wegener overgenomen werden, bleef ik als eindredacteur verbonden aan de krantenwereld. Daar ligt ook de link naar het WMC. In 2009 heb ik als fotograaf

vier weken lang gebivakkeerd in het stadion en vanuit daar ook andere concerten en bijvoorbeeld deelnemers etc. vastgelegd op de foto. Op die manier kon ik op een bijzondere manier al kennismaken met WMC zelf, maar ook met de organisatie en het bestuur. Toen mijn voorgangster afscheid nam van de organisatie, kon ik terugkeren naar iets waar ik drie jaar daarvoor al erg van heb mogen genieten; een volledig WMC!. Een drukke, maar vooral ook erg leuke baan. Je hebt dus ook wel de nodige werkervaring? Door mijn eerdere werk als eindredacteur en fotograaf nam ik een eigen ‘netwerk’ mee naar WMC en ervaring op het gebied van persberichten schrijven, websites onderhouden en Social Media, samen met een frisse kijk op beeld en design.


Wat houdt je functie nu vooral in? Als Marketing en Communicatie medewerker ben ik verantwoordelijk voor een breed pakket aan uitingen. Het gaat vooral om opbouwen en onderhoud van de website, het bijhouden van Social Media kanalen en het uitvoeren van interne en externe communicatie. Dat laatste betekent houdt bijvoorbeeld het schrijven van persberichten in, samen met nieuwsbrieven, interne stukken en brieven en stukken voor bijvoorbeeld provincie, gemeentes en andere partners. Daarnaast onderhoud ik contacten met media-partners en probeer ik zoveel mogelijk publiciteit te genereren in lokale, nationale en internationale media. Het Marketing deel komt voornamelijk neer op het aantrekken van zoveel mogelijk bezoekers

en het uitbreiden van de naamsbekendheid van WMC. Denk daarbij aan het laten ontwerpen van posters, flyers, stickers etc.,samen met het opzetten van arrangementen met andere partijen als hotels en attracties, ticketacties. Dit is veel te veel werk voor ĂŠĂŠn iemand, vandaar dat ik erg dankbaar ben voor de steun van een werkgroep pers en publiciteit, waar ongeveer 15 vrijwilligers zich met hart en ziel inzetten om deze werkzaamheden mede te ondersteunen. Het is ook een enorme organisatie, toch? De WMC organisatie bestaat op dit moment uit ongeveer 220 leden. Hiervan zijn 6 betaalde krachten vrijwel dagelijks werkzaam. De rest bestaat uit het Bestuur (5 leden), werkgroepvoorzitters (13), unitmanagers (3)


en de rest maakt als vrijwilliger onderdeel uit van de vele werkgroepen. Tijdens WMC zelf wordt deze groep nog uitgebreid met bijv. Host en Hostesses, parkeerbegeleiders, beveiligers etc. Kun je een korte beschrijving geven van een werkdag? De werkdag begint met opstaan om 7.15 uur. Persoonlijke verzorging, boterhammen smeren, nieuws kijken en dan ongeveer een half uurtje rijden om in Kerkrade te komen. Meestal ben ik rond 9.00 uur op kantoor, waar de dag meteen druk van start gaat. Omdat er veel vrijwilligers actief zijn bij WMC, vinden vaak ’s avonds vergaderingen plaats, waardoor de dagen lang kunnen zijn. Daarnaast staan regelmatig afspraken buitenshuis op de agenda. Na een lange dag kan ik me het best ontspannen met

gitaar spelen of een beetje tv kijken. Vanaf donderdags tot zondag wordt dat aangevuld met bezoeken aan lokale horecagelegenheden en diverse festivals (Pinkpop bijv.), waar ik met familie of vrienden geniet van een biertje. Beweging krijg ik door af en toe te wandelen en ik probeer iedere dag met wat oefeningen de boel op orde te houden. Daarnaast ben ik voorzitter van een vereniging die een paar keer per jaar voor ‘oudere jeugd’ bands laat optreden in een lokaal jeugdhuis, waar plek is voor 400 bezoekers. In de tijd die overblijft studeer ik verder de lerarenopleiding Geschiedenis in Sittard, waar ik volgende jaar zomer hoop af te studeren.


Pasveer gaat voor de titel! D

at het WMC er aan zit te komen is in Nederland inmiddels wel duidelijk. Vrijwel alle korpsen zijn druk in de weer met het prestigieuze evenement dat deze zomer in Kerkrade wordt gehouden. Ook in het Noorden van nederland is men zichtbaar aan de voorbereidingen begonnen. Zo werd er al een grootse try-out van zeven Noordelijke korpsen in het Cambuur stadion gehouden. Al hun WMCshows beleefden op Take One de premiere voor het grote publiek. Maar er staan nog talloze repetitites en trainingsweekenden gepland en er wordt achter gesloten deuren geoefend. Het Pasveerkorps Leeuwarden was van vrijdag 8 tot en met 10 februari te gast in het Belgische Lokeren voor een uniek show- en trainingsweekend. Lokeraar Stijn Vertonghen werkte het weekend volledig uit en zorgde voor een geslaagde formule van training, show en ontspanning. ‘De eerste plannen zijn ontstaan in 2011, vertelt Vertonghen. ‘Ik heb het Pasveerkorps altijd al een geweldige club gevonden. In de woonkamer pronkt een gouden snare van het korps. Die moest en wou ik absoluut hebben. In 2011 haalde ik het korps voor de eerste maal naar mijn

thuisstad voor een optreden. De reacties die ik hierop kreeg waren geweldig. Ik ben toen gaan nadenken om echt wel eens iets unieks te doen, ook naar de club toe.’ Vertonghen vond het een enorme uitdaging en ging begin 2012 al aan de slag met zijn plannen. Met in gedachten het WMC zette hij zijn plan door en zorgde ervoor dat het perfect paste in de voorbereidingen van het Pasveerkorps. Maar het moest en zou iets speciaals worden. Het was vooral de bedoeling om de leden een mooie ervaring te bezorgen. Jan Hoomans, instructie Pasveer, is enthousiast over het weekend: ’We waren niet te gast in Lokeren, we waren te gast bij Stijn. Hij had ons in eerste instantie uitgenodigd voor de carnavalsparade, maar dat plan liep na veel omwentelingen al snel uit op een volledig verzorgd trainingsweekend. Samen met de plaatselijke organisatie en Stijn hebben we als instructie al onze wensen, die we hadden, kunnen verwezenlijken.’


Vertonghen slaagde erin de leden te vestigen in het kasteel in het centrum van de stad, een unieke locatie. ‘Daarnaast kon ik rekenen op de steun van de stad in het regelen van verschillende sportzalen en de organisatie van diverse parades gedurende het weekend. Ook de nodige promotie moest perfect zijn. Voor dit weekend is een speciale website en een volledige promo-campagne opgezet. De realisatie van een reusachtige promowand vormde hierbij de kroon op het werk. Deze was weken lang te zien in het gloednieuwe sportcomplex in het centrum van de stad. Ook de pers was bereid om Pasveer uitgebreid in de picture te zetten.’ Hoomans: ‘Stijn en Lokeren hebben Pasveer een super weekend bezorgd. Zowel op zaterdag als zondag hadden we de beschikking over zeer grote sporthallen, waar we te kust en te keur in konden. Zonder iemand te kort te doen, de catering uitermate fantastisch geregeld en hebben we genoten van heerlijke Vlaamse maaltijden.’ Achteraf gezien was het weekend een groot succes, al was Stijn daar vooraf niet altijd even gerust op. ‘Het geeft me een grote voldoening om te horen dat alles perfect en strak was georganiseerd. Één van de leukste was het draaiboek. Daar waren de Leeuwarders heel gelukkig mee. Dat het zo strak in elkaar stak en ik hier complimenten om kreeg, doet me wel wat’, zegt hij.

Als klap op de vuurpijl hadden Stijn en zijn secondanten op zaterdagavond een kroeg (inclusief DJ) afgehuurd, dat natuurlijk met veel plezier werd ontvangen bij de leden. ‘Al snel waren de verzuurde benen, van al het trainen, vergeten en hebben we een mooie avond beleefd in het Lokerse nachtleven’, vertelt Jan Hoomans. Ook de gastheer vond het een gezellige boel en de

complimenten vlogen hem om de oren. En terecht, er was veel energie ingestoken en dat mag gewaardeerd worden.

Inmiddels zijn er al plannen om vanuit Lokeren naar Leeuwarden te trekken. ‘De mensen van Pasveer zijn fantastisch dus ik kom zeker en vast nog op bezoek’. Stijn heeft nu helemaal de smaak te pakken. Hoomans: ’Naast alle heerlijke maaltijden, feesten en parades hebben we zeer goed kunnen trainen en zijn we weer flink opgeschoten met de voorbereidingen richting het komende WMC.

Mark Reilly Ook het weekend dat hierop volgde had Pasveer een druk trainingschema. Peter Vulperhorst, instructie Pasveer, had namelijk de Amerikaan Mark Reilly over laten komen. Mark is de snaredrum section leader van de 3rd Infantry ‘The Old Guard’ Fife- and Drumcorps. Dit corps heeft ook de Basler techniek als basis en beheerst deze tot in de puntjes. Mark gaf naast enkele clinics in Lijnden en Leeuwarden ook twee volle dagen les aan Pasveer, zowel slagwerk als exercitie. Beide keren hebben we Mark even aan het werk gezien, een door passie gedreven persoon met een ongekende slagwerk techniek.


Een wandeling door

‘The Gallery’ Het Pasveerkorps heeft in 2013 voor het eerst een volledige themashow: ‘The Gallery’. Het is een trendbreuk voor de Leeuwarders, die al meerdere WMC-titels hebben binnengesleept. Die showtitel, dat is ook nu weer het doel. En daar heeft het Pasveerkorps veel voor over, zo blijkt uit een interview met Jan Hoomans. The Gallery, het is voor het eerst dat Pasveer met een volledige themashow komt. Kun je uitleggen waarom jullie deze stap hebben genomen? Voor onszelf voelt de stap niet zo groot als dat het misschien doet vermoeden. Na vele brainstormsessies kwam onder andere het idee rondom de muziek van Mussorgsky´s Pictures at an Exhibition naar voren. Geweldige klassieke muziek welke voor onze muzikale bezetting uitstekend te arrangeren is. Om een lang verhaal kort te maken zijn we met dit idee aan de haal gegaan en ontstond er een selectie van muziek en show waar we uiteindelijk onze definitieve keuze op hebben laten vallen. Daarna hebben we de naam The Gallery eraan verbonden, mede omdat dit lekkerder ‘bekt’ dan Pictures at an Exhibition. Keuzes maken is soms helemaal niet ingewikkelder dan nodig. Het thema is feitelijk vanuit de muziekkeuze ontstaan. We zijn niet bewust op zoek gegaan naar een thema, maar meer op zoek gegaan naar de synergie van de versterking van muziek en show. Was het lastig om hierin binnen het instructieteam en de groep alle gezichten dezelfde kant op te krijgen? Nee, zeker niet. De leden waren ook direct enthousiast en iedereen staat er volledig achter.

Hoe zit de show in elkaar? De opbouw in de show is gerelateerd aan de muziek uit Pictures at an Exhibition. Alle werken worden afgewisseld door de ‘promenades’. Deze intermezzo’s beelden het wandelen van het ene schilderij naar het andere uit welke we op diverse manieren invulling hebben gegeven. Vanzelfsprekend zitten er ook slagwerkstukken uit die deze afwisseling alleen maar versterken. Wat is jullie doel voor het komende jaar? We hebben op het WMC, zoals altijd, twee ijzers in het vuur. Op zowel de show als marsparade is het doel om te gaan we voor het hoogst haalbare. Simpel. Hoe werken jullie naar het WMC toe? Het eerste meetpunt voor de show was Take One in ons ‘eigen’ Cambuurstadion op 27 april. We willen hier een blauwdruk leggen van wat we in Kerkrade van plan zijn. Bepaalde stukken hebben nog de nodige invulling nodig en enkele onderdelen doen we bewust nog niet. Is dit de lijn waarop jullie verder gaan? Geen idee. Zoals eerder aangegeven zoeken we naar goede muziek waar we goede show op kunnen maken of omgekeerd. Of dit in de toekomst weer resulteert in een thema/titel/ naam is nu moeilijk te zeggen. Is het een ontwikkeling waaraan uiteindelijk iedereen moet gaan geloven? Ik vind het moeilijk om daar een standpunt over in te nemen, aangezien wij als instructieteam hier helemaal niet zozeer mee bezig zijn. Voor ons is belangrijk dat we op basis van onze roots kunnen bouwen naar iets nieuws en vernieuwends.



Sergeant-Majoor Theo Jetten:

‘Elke dag bij het Korps Mariniers is weer anders’

W

e hebben in Nederland niet alleen een florerende amateurmuzieksector. Ook de militaire beroepsorkesten staan in hoog aanzien. De Tamboers en Pijpers, onderdeel van het Korps Mariniers, reizen de hele wereld over om hun bijdrage te leveren aan ceremonies, herdenkingen en concerten. Tijd om eens wat meer te weten te komen over de Tamboers en Pijpers en dus gingen we in gesprek met Sergeant-Majoor Theo Jetten. In het kort, wie ben je en wat is je rol bij de Tamboers en Pijpers. Mijn naam is Theo Jetten en ik ben op dit moment Sergeant-Majoor der Mariniers Algemeen. Ik ben Senior Instructor bij de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers. Dat wil zeggen dat ik verantwoordelijk

ben voor alles wat maar met opleidingen te maken heeft binnen de Tamboers en Pijpers. Vanaf het moment dat een aspirant Tamboer of Pijper bij ons in opleiding komt, maar ook als hij een carrière opleiding gaat volgen zoals bijvoorbeeld een korporaalsopleiding. Tevens ben ik ook verantwoordelijk voor de introductie cursus van nieuwe muzikanten van de Marinierskapel . Zij volgen bij ons 3 weken een opleiding waarin zij worden getraind in de militaire zaken welke van belang zijn voor een muzikant. Denk daarbij aan het exerceren, de rangen en standen die er binnen het defensie apparaat gelden,


militair straf en tuchtrecht, maar ook zaken als de dagelijkse diensten en tijden in een kazerne of op een schip. En uiteraard leren wij de muzikant aan wat zijn of haar rol is binnen het ceremonieel van de krijgsmacht en de Koninklijke Marine in het bijzonder. Dit doe ik natuurlijk niet alleen. Ik geef leiding aan een 2 instructeurs. Namelijk een Tamboerinstructeur en een Pijperinstructeur. Daarnaast hebben we ook hulpinstructeurs in de rang van Korporaal. Het is mijn taak om deze mensen te coachen en om nieuwe ontwikkelingen op gebied van opleidingen te initiëren. Naast deze taken ben ik ook verantwoordelijk voor de werving van nieuwe Tamboers en Pijpers. Als je op de site kijkt van werkenbijdefensie.nl , en je wilt meer informatie over de functie van Marinier Tamboer of Pijper, dan kom je mijn gegevens tegen om contact op te nemen met ons. En als ik dan ook nog wat tijd over heb, speel ik mee in de steelband van het Korps Mariniers. Daar ben ik muzikaal leider. Ik kom daar later nog even op terug. Uit hoeveel militairen bestaan de Tamboer en Pijpers? Om te beginnen zijn de tamboers en Pijpers uiteraard militairen, maar wij spreken liever over Mariniers. Je hebt militairen en je hebt Mariniers. Wij zijn ongelofelijk trots op het feit dat wij deel uitmaken van het Korps Mariniers. Daar kom je niet zomaar bij. Om deel uit te maken van de Tamboers en Pijpers, moet je eerst Marinier worden. Dit is een pittige opleiding. Om een antwoord te geven op ui hoeveel mariniers de T&P bestaan, ga ik even terug naar 1979. Ik ben toen in dienst gekomen als mariniers der 3e klasse. De groep T&P bestond toen uit 60 mariniers; 30 Tamboers en 30 pijpers. In de loop der jaren heb ik alleen maar meegemaakt dat de groep kleiner is geworden. In die periode zijn er ook verschillende plaatsingen verdwenen. Je had in die periode een detachement Tamboers en Pijpers op de ‘bootjes’ zitten. Er waren verschillende T&Pers die als hoornblazer aan boord van onze marine schepen waren geplaatst. En op elke kazerne bij de marine kon je wel een Tamboer of een Pijper vinden die daar de dagelijkse signalen blies. Ook in de Nederlandse Antillen hadden wij een groepje geplaatst zitten en uiteraard in Doorn bij de Amfibische gevechtsgroepen zoals dat in die tijd nog werd genoemd kwam je T&Pers tegen. In de loop der

jaren is de groep uiteindelijk terug gebracht naar 17 man. Dat wil zeggen 12 man die puur het muzikale doen 4 man in de West (2 Aruba, 2 Curaçao) en 1 instructeur op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Dit is de officiersopleiding van de Koninklijke Marine in Den Helder. Wij zijn door de reorganisatie van de militaire muziek zodanig uitgekleed, dat wij eigenlijk niet meer konden voort bestaan. Uiteraard is dit veel te weinig en dat heeft de marine leiding gelukkig ook gezien. Op dit moment mogen wij weer zo veel mogelijk nieuwe mannen aannemen. Alles wat niet binnen de ‘muzikale’ T&P groep geplaatst kan worden, gaat naar de operationele eenheden van het MTC (Marines Training Centre in Doorn). Hoe ziet een standaard dag er voor jullie uit? Wij kennen geen standaard dagen. Elke dag bij ons is anders. De ene dag werk je op de kazerne, de andere dag sta je een erewacht voor het paleis Noordeinde. De dag daarop doe je een beëdiging in Den Helder en weer een dag later sta je te spelen met de steelband op een receptie van de Admiraal. Ons werk varieert enorm. Wij opereren in de meest uiteenlopende ensembles. Soms sta je alleen ergens een taptoe te blazen op een crematorium of een kerkhof voor een oud marinier die overleden is, dan sta je met 2 tamboers en 2 pijpers ergens op een commando-overdracht van een van onze oorlogsbodems (schepen) het ceremonieel muzikaal te ondersteunen. Een andere keer staan we met alle T&Pers tijdens een concert met de Marinierskapel mee te spelen. Maar telkens is het weer anders.


Als we wel een periode hebben dat we wat vaker in de kazerne zijn, dan wordt er gewerkt aan het onderhoud van je vak. Dat wil zeggen, je houd je blaas vaardigheden bij en de tamboers werken aan hun roffels en de pijpers aan hun klank op de piccolo. Uiteraard wordt er ook veel aandacht gegeven aan het samen spelen om het repertoire (wat allemaal uit het blote hoofd wordt gespeeld) goed bij te houden. Daarbij wordt ook regelmatig het repertoire, wat wij met de Marinierskapel spelen, geregeld gerepeteerd. Denk daarbij aan de muziek voor de Taptoes en muzikale shows in binnen- en buitenland. Naast het bijhouden van je muzikale vaardigheden, wordt er ook veel aandacht geschonken aan de fysieke vaardigheden. Wij zijn tenslotte Mariniers en dus 24/7 operationeel inzetbaar. Wat voor optredens maken het Militair muzikant zijn nu echt leuk. Ik had het zojuist over verschillende optredens die wij verzorgen, maar uiteraard zijn er altijd zaken bij die minder zijn. Als je nu een ceremoniële dienst hebt op de steiger in Den Helder bij windkracht 5-6 en de regen komt horizontaal je gezicht ingeslagen, dan denk ik nog wel eens ‘had ik nu maar op Aruba gezeten. Maar voor je het weet zit je ook zo in één keer op Aruba. Zonder dat je het al lang van te voren weet kan het zo maar zijn dat je tijdens de Carnaval met de steelband 10 dagen naar Aruba bent om daar mee te spelen in de ‘Grandi Parade.’ Dat was afgelopen februari het geval.

Zo heb ik ook met de steelband 2 wereldreizen mogen maken aan boord van de Bevoorraders Hr. Ms. Zuiderkruis en Hr. Ms. Poolster. De steelband is altijd al het paradepaardje geweest van de militaire muziek in Nederland. Dit ensemble word ongelooflijk vaak aangevraagd in binnen en buitenland. In september gaan we met de Marinierskapel en de T&Pers meedoen aan een grote Russische Militaire show op het Rode plein in Moskou. Dit zijn zomaar wat aardige dingen die je in een tijdsbestek van een half jaar kunt meemaken. Tussendoor hebben we uiteraard nog vele leuke optredens in het land. Wat dacht je van de kroning…… Hoe ziet die dag er voor jullie uit? Kijk dat noem ik nog eens een ‘bruggetje’. De T&Pers en de Marinierskapel zullen zeker wel worden ingezet. In welke vorm weet ik op dit moment niet. (Dit interview vond plaats voor de kroning, red) De details zijn nog niet bekend. Wat ik al wel weet is dat er twee onderofficieren van de T&P als ‘Herauten der Wapenen’ mee zullen lopen in de koninklijke stoet. Zij zullen nadat ZKH Prins Willem Alexander is gekroond een signaal spelen. Het ‘volk’ zal dan worden medegedeeld dat de kroning heeft plaats gevonden. Verdere details kan ik daar niet over geven. Wat ik wel weet is dat het een hele eer is als je zoiets dergelijks mag doen. Hoe leuk kan het zijn om bij de Tamboers en Pijpers te werken?


Kom bij de MARINIERS! als tamboer of pijper

Kun je een mars spelen? maar kun jij ook een mars uitlopen? Ben je niet ouder dan 26 jaar, ben je muzikaal, avontuurlijk en wil je daarbij ook nog wat van de wereld zien? Dan kun je van je hobby je werk maken als marinier tamboer of marinier pijper!

Solliciteer bij het korps mariniers!

Kijk voor de vacature op tamboersenpijpers

www.werkenbijdefensie.nl


Kan iedereen met muzikale achtergronden solliciteren ? Inderdaad er bestaat nog steeds onduidelijkheid over wat de eisen zijn om bij de T&Pers te komen. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat je geen conservatorium opleiding hoeft te hebben. Wij worden vaak gezien als een onderdeel van de Marinierskapel, maar wij zijn mariniers met een specialisatie. De muzikanten van de Marinierskapel zijn fulltime muzikant. Die hebben dus wel een conservatorium gevolgd. Dat betekent niet dat je bij ons niet verder kunt studeren in de muziek. Neem ik nu mijzelf als voorbeeld, dan is het dus mogelijk om door te studeren. Ik heb een conservatorium HA-FA directie gevolgd en ben afgestudeerd in Zwolle. Dat kan dus wel. Maar om een concreet antwoord op je vraag te geven; elke gezonde Hollandse jongen met het liefst een muzikale achtergrond kan bij ons solliciteren.

Ik zeg expliciet LIEFST een muzikale achtergrond. Het kan ook zo zijn dat je geen muziek instrument bespeeld, maar blijkt dat je wel opleidbaar bent om bij ons te kunnen werken. Wij geven zelf de opleidingen aan de Tamboer of Pijper. Tijdens een gesprek, wat de potentiële T&Per met mij voert voordat hij gaat solliciteren, testen wij zijn muzikale vaardigheden of wellicht zijn muzikale verborgen talenten. Weet wel dat je eerst marinier moet worden voordat je überhaupt bij de T&P in opleiding kunt komen.

Je gaat eerst 24 weken de mariniers opleiding volgen. Je wordt op de zelfde manier getraind zoals alle mariniers worden getraind. Waarom, zou je zeggen: je hoeft voor de muziek toch geen zware training te volgen? Nee inderdaad. Maar zoals ik net al vertelde de muzikant maakt alleen maar muziek, maar de marinier Tamboer en Pijper is operationeel inzetbaar. Wat betekent dit in Jip-en-Janneke –taal? De Marinier Tamboer/Pijper kan ingezet worden tijdens een ernst missie. Hij is daar tenslotte voor opgeleid. Gebeurt dit ook? Ja dit is een normaal facet van ons werk. Op dit moment hebben wij een Marinier-Pijper in Afghanistan. Je ziet wel dat het vak van Marinier Tamboer of Pijper bij het Korps Mariniers een grote hoeveelheid aan variëteiten kent. Ik kan nog wel uren vertellen, maar het beste is dat jonge geïnteresseerde lezers van deze site contact opnemen met mij. Dat kan op de volgende wijze; je kunt middels een mail je interesse kenbaar maken.

En dat doe je via TAJ.JETTEN@mindef.nl, maar je kunt ook bellen naar 010-4539446. Ik nodig je dan uit om een keer naar de Van Ghentkazerne te komen in Rotterdam. Daar laat ik je dan nog veel meer facetten van ons mooie vak zien. Kijk anders ook even op de site van werkenbijdefensie.nl en surf naar de marine en het Korps Mariniers. Je komt dan vanzelf bij de vacatures terecht van marinier Tamboer of Pijper.



Het is crisis! H

En wat betekent dat voor onze hobby?

et is crisis in Nederland en wat is daarvan te merken bij organisaties? Kunnen taptoe’s hun organisatie en budgetten rondbreien? En wat zijn de grote kostenposten? We vroegen het William van Leeuwen van SPH Int. Music, Artists and Events en de Stichting Combinatie van Korpsen.

Hoe staat het met de optredens aanvragen dit jaar, is er iets te merken van financieel lastige tijden? SPH: De aanvragen zijn nog net zoveel als altijd, echter organisaties zowel in binnen- als buitenland kijken zeer duidelijk naar de centen. Overigens is dit al een paar jaar het geval. Niks nieuws. Zal ook de komende jaren zo zijn of misschien nog erger worden. Vooral de ´dure´ korpsen of korpsen die echt afhankelijk zijn van een touringcar merken het in hun agenda´s. SCVK: De afgelopen jaren hebben we een teruggang gemerkt in het aantal taptoes. Er zijn zo’n 15 tot 18 taptoes verdwenen. Dit zijn in een aantal gevallen jaarlijks terugkerende taptoes, maar er zitten ook evenementen tussen die eens in de twee of in de vijf jaar worden gehouden. Dit jaar merken we dat het aantal evenementen nog wel iets slinkt, maar in iets mindere mate. Ook zijn

er enkele nieuwe taptoes, waarbij de SCVK betrokken is, bijgekomen. Heb je het idee dat de budgetten voor taptoes zijn teruggelopen? SPH: Uiteraard zijn de budgetten voor taptoes, maar ook voor andere optredens in binnen- en buitenland terug gelopen. Sponsors zijn niet voor het oprapen, en in het buitenland zijn gemeentebesturen selectiever met het uitgeven van budgetten. SCVK: Ja, de budgeten zijn teruggelopen en lopen nog steeds terug. Enerzijds willen gemeenten weinig tot geen subsidies meer voor dergelijke evenementen verstrekken, anderzijds staan sponsoren ook niet meer te springen om tegen naamsbekendheid te betalen voor een taptoe. De voornaamste oorzaak is de crisis, waardoor er gewoon geen geld is om als gemeente of bedrijf aan dit soort


zaken deel te nemen. Is het daardoor ook lastiger om een kwalitatief toereikend deelnemersveld te contracteren? SPH: Laten we beginnen om te zeggen dat ieder korps zijn beste beetje voortzet, iedereen zet kwaliteit neer, ieder op een eigen wijze en niveau. Wel of geen WMC korps, er mag hierin geen onderscheid zijn. Docg, de korpsen die ‘een bekende naam’ hebben vragen nog steeds de hi-hahoofdprijs. Ook de transportkosten van touringcars stijgen, dus tel maar op. Organisaties kijken meer naar het geld dan naar kwaliteit op dit moment (uitgezonderd taptoes zoals Delft en Leeuwarden bijvoorbeeld). Taptoes met alleen maar klinkende WMC namen zullen alleen maar minder gaan worden. SCVK: Wat is de definitie van een kwalitatief toereikend deelnemersveld? Hier belanden we in de discussie; wat is top, wat is subtop, wat is gemiddeld en wat is onderlaag. Dit heeft alles te maken met smaak. De SCVK werkt alleen samen met showkorpsen die minimaal een voor het publiek en voor liefhebbers acceptabel product neer kunnen zetten. Wij verbinden onze naam immers aan dit product en moeten naar een organisatie verantwoording afleggen als een product ontoereikend is. Maar als we in die terminologie blijven: Wat we op dit moment merken is dat de meeste taptoe organisaties een aantal korpsen uit het middensegment kiest, aangevuld door één (sub)topkorps (korpsen die bijvoorbeeld hoog scoren op WMC en bovengemiddeld presteren op het taptoeveld). De meeste taptoe organisaties die op dit moment actief zijn in Nederland, krijgen dit voor elkaar.

Welke rol spelen daarin bus- en transportkosten? Halen taptoes daarom veel korpsen uit de regio? SPH: Transportkosten zijn een groot onderdeel, doch de gage van de korpsen blijft toch de climax van de offerte. Organisaties van taptoes en andere evenementen kiezen voor 1 of 2 korpsen die van verder weg komen en de andere korpsen komen met eigen auto’s van dichtbij. En laten we eerlijk zeggen: een half uurtje met bus of met auto? Ons advies: de auto, want daarmee heb je veel lagere vervoerskosten, dus eerder kans op een definitief optreden. De luxe van een touringcar moet in deze economische tijd vergeten worden. Voor groepen die afhankelijk zijn van een touringcar is het advies om ‘op jacht te gaan’ naar andere busmaatschappijen. Afgelopen maand hadden wij ook weer zo’n voorval. Een evenement in Limoges (Frankrijk): de ene busmaatschappij komt met een kostenplaatje van € 4400,- en de ander met € 2500,-. Terwijl beide een keurmerk hebben en volgens de richtlijnen werken. Snapt u het nog ? SCVK: We merken inderdaad een verschuiving bij organisaties: waar vroeger de korpsen uit heel het land kwamen worden nu steeds vaker regiokorpsen voor een evenement aangetrokken. Sommigen zien dit als een negatieve ontwikkeling, maar je kunt


dit ook positief bekijken. Immers: Als je binnen de regio een korps aantrekt, is de kans aanwezig dat dit korps ook weer extra publiek (aanhangers) uit de regio aantrekt. Verreweg de grootste kostenpost is, zeker gezien de gestegen dieselprijzen, de transportkosten. Daarbij moet ook worden gemeld, dat een aantal verenigingen naast een touringcar ook een materiaal bus mee laten rijden, die ook geld kost.

SCVK: De markt regelt zichzelf. We hebben vaak genoeg meegemaakt dat korpsen te duur in de markt worden gezet, vooral nadat zij een prijs bij het WMC hebben gewonnen. Als ze dan zelden of nooit meer worden gevraagd door organisaties, komt vanzelf een keer de vraag bij ons waarom dat zo is. Wij kunnen ze dan vertellen dat ze echt te duur zijn, waarna de prijs 9 van de 10 keer weer meer marktconform wordt en we het korps weer kunnen aanbieden.

Zijn er busmaatschappijen die korpsen tegemoet komen en zouden korpsen in samenwerking kortingen af moeten dwingen? SPH: Ja en nee. Sommige korpsen denken een deal te hebben omdat de busmaatschappij de groep sponsort door een advertentie in hun clubblad. Op die wijze houdt de busmaatschappij het korps als klant, en kunnen zij doen met de offerteprijzen wat ze willen zonder dat het korps elders een offerte opvraagt. Gezamenlijke inkoop is moeilijk: elk korps heeft een bepaald aantal personen, afstand etc. Vooral afstand en uren zijn belangrijk voor de offerte. Wees eens ‘niet braaf’. Als het korps een budget krijgt van een organisatie of impresario, meldt dan zelf eens aan de maatschappij: Dit is de prijs die ik wil betalen, take it or… Meestal is het take it.

Datzelfde geldt voor de kwaliteit. Als een korps onder de maat presteert, en wij horen hiervan, of constateren dit zelf bij aanwezigheid tijdens een taptoe, zullen wij een korps hiervan altijd op de hoogte stellen. Vaak worden er dan maatregelen getroffen om de kwaliteit te verbeteren, waarna het probleem zich (uiteraard met de nodige inspanning van de betreffende vereniging) vanzelf oplost.

SCVK: Veel korpsen hebben een huisvervoerder. Door deze constructie krijgen ze korting op de busreizen. Gezamenlijk vervoer is ingewikkeld: waar komen de bussen vandaan? Wie regelt dit? Als ik een taptoe in Hoevelaken organiseer en ik wil via 1 vervoerder de korpsen laten halen worden de dieselkosten niet lager. Die blijven gelijk. Je kunt misschien korting afdingen bij de busmaatschappij, maar dan blijft de vraag; wie regelt dit? De taptoe organisatie? Daarnaast: Als een organisatie dit regelt komen er toch weer korpsen met hun huisvervoerder. Hier hebben zij immers duidelijke afspraken mee gemaakt.

SCVK: Het WMC is voor een groot aantal korpsen uiterst belangrijk. Het zorgt ervoor dat de kwaliteit van een vereniging verbetert. We merken in een WMC jaar altijd dat korpsen beter presteren op de taptoevelden. Helaas moeten we ook constateren dat na het WMC dit vaak weer iets inzakt. Er zijn slecht enkele verenigingen die hun prestatie op een altijd hoog niveau weten te handhaven. Wij hebben altijd de hoop dat dit bij alle deelnemende verenigingen zo is, omdat het de algehele kwaliteit op een taptoe altijd ten goede komt en het ervoor zorgt, dat korpsen nieuwe optredens krijgen. Immers: goede kwaliteit is iets waar wij onze naam goed aan kunnen verbinden en wat wij goed kunnen verkopen.

Zien jullie dat korpsen zich uit de markt prijzen door enerzijds een té hoge vraagprijs en anderzijds te weinig kwaliteit? SPH: Absoluut. Er zijn korpsen bij die de hiha-hoofdprijs vragen en dan zich ook afvragen waarom bepaalde optredens niet doorgaan. Mijn visie is dat er dan aan bestuurlijke kennis ontbreekt c.q. niet doorhebben in welke tijd we nu eenmaal leven. In offertes zien wij gages (zonder transportkosten) voorbij komen van € 250,- tot € 1750,- en dat is een enorm verschil.

Kun je merken dat 2013 een belangrijk jaar is door het WMC? SPH: Veel korpsen steken tijd en energie in repeteren, repeteren en repeteren. Logisch. Doch, optredens worden niet aangenomen, ondanks dat de korpsen het geld hard nodig hebben.

Wat kunnen korpsen doen om hun positie te houden of te verbeteren? SPH: Het gaat er niet meer of je eerste prijzen hebt gewonnen tijdens concoursen, het gaat om wat je kost. Het advies is om de gage met 50% te verlagen. Beter geld verdienen tijdens 2 optredens dan voor 1 waar je niet voor wordt gecontracteerd omdat je te duur bent. Durf het aan om ook optredens verder weg aan te nemen. Genoeg optredens in de omgeving van Parijs, echter korpsen willen niet omdat ze het te ver


weg vinden. Wees ook sneller met reageren op aanvragen. Op dit moment doen sommige korpsen er 3 weken over of zelfs helemaal geen antwoord. SCVK: Behoud je kwaliteit en ga niet boven je kunnen werken; Behoud te allen tijde je eigen identiteit, in muziek en show; Sta niet stil in je ontwikkeling, probeer altijd naar de toekomst te kijken; wat kan ik verbeteren, hoe kan ik dit bewerkstelligen, wat en wie heb ik daarvoor nodig, hoe krijg ik draagvlak, etc. En last but not least: Werk samen!!! In tijden van crisis is het van het grootste belang dat je met elkaar ervoor zorgt dat de sector overleefd. Niet alleen samenwerking tussen korpsen zelf, maar ook tussen korpsen en bijvoorbeeld de SCVK, KM, Taptoes.nl, de bonden, en andere sector gerelateerde organisaties. Sluit bij samenwerking ook niemand uit! Een aantal korpsen (en organisaties) is zich hier terdege van bewust, anderen zoeken de samenwerking niet op.

kan je als korps een heel eind komen om van bovenstaande problemen verschoond te blijven. Alertheid is gewenst!

Het laatste half jaar zijn er minstens 6 korpsen ten gronde gegaan, is dat een zorgelijke ontwikkeling? SPH: Vroeger had je voetbal en de muziek. Toen waren er korpsen met grote aantallen muzikanten. Nu mag je blij dat je 30 muzikanten heb. Luister naar je leden, maar niet alleen tijdens een ledenvergadering. Het bestuur heeft een dagelijkse taak voor leiding, maar dit betekent niet dat zij alles maar kan doen en laten. Alles valt of staat met totale samenwerking. Denk na over de toekomst, probeer een fusie aan te gaan met korpsen uit de regio. Ook het vast blijven aan een te hoge gage levert geen optredens en dus geen inkomsten op.

Hoe ziet een standaard taptoe er over 5 jaar uit? Gaat er volgens jullie iets in de markt veranderen? SPH: Ik denk dat je dan een Taptoe hebt met één of maximaal twee korpsen van verder weg en de rest zijn dan regiokorpsen. Ook zullen taptoes ophouden te bestaan door gebrek aan sponsors.

SCVK: Het is inderdaad een zorgelijke ontwikkeling. We moeten echter wel constateren dat het verdwijnen van deze korpsen niet altijd te wijten is aan de crisis. Er zijn inderdaad enkele verenigingen die door het verdwijnen van subsidies en andere vaste inkomsten het hoofd niet boven water konden houden. Aan de andere kant zijn er ook verenigingen verdwenen door slecht management, door een te groot verloop van leden (gevolg: te lage kwaliteit), het opstappen van een groot aantal leden in 1 jaar (waardoor er te weinig leden overblijven om de straat op te kunnen), en door verenigingen waar of management, óf leden in ontwikkeling en niveau stilstaan of achteruit gaan (geen visie). Met een sterk en ondernemend management en met betrokken leden (draagvlak creëren)

Daarnaast moeten we toch met elkaar constateren dat het aantal plekken voor korpsen om op te treden door de crisis is verminderd. Ongeveer één vijfde van alle taptoes in Nederland is de laatste 5 jaar verdwenen, van 100 naar minder dan 80 evenementen (taptoes die jaarlijks of tweejaarlijks terug komen). 20 taptoes maal gemiddeld 4 optredens plekken betekent 80 optredens minder voor onze showkorpsen. Dat is, als je gemiddeld 1500 Euro per optreden mag rekenen, een bedrag van 120.000 Euro (!!!) dat de showkorpsen missen. Kortom: Er zijn teveel korpsen en te weinig optredens plekken, om alle korpsen financieel gezond te houden. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. De SCVK is continu bezig nieuwe taptoes aan te boren, op dit moment lukt dat mondjesmaat.

SCVK: We hopen dat het aantal taptoes in Nederland minimaal gelijk blijft. In dat geval zullen de meeste showkorpsen de crisis uiteindelijk overleven. We gaan er eigenlijk vanuit dat er een kleine stijging in het aantal optredens zal zijn. De markt is op dit moment nog te versnipperd. Het haantjesgedrag binnen de showsector en de arrogantie die je nog te vaak bij personen binnen onze sector terugziet gaan op dit moment ten koste van de sector. Als deze factoren overboord worden gegooid en we écht MET ELKAAR de handen eronder zetten zonder elkaar tegen te werken en/of uit te sluiten, zal de sector er over 5 jaar een stuk beter voor staan. Gaat de versnippering door, dan zullen ook organisaties gaan verdwijnen die in dienst staan van de sector, waardoor aansturing en duidelijkheid/vertrouwdheid verdwijnen en een ieder is aangewezen op zichzelf. In dat geval zal de sector een dreun krijgen en zal het aantal optredens verder dalen. Samenwerking is van het grootste belang. We willen immers allemaal dat dit stuk jeugdwerk behouden blijft. Daar doen we het voor.


Noordelijke toppers pres op u E en samenkomst van zeven showkorpsen uit de Noordelijke provincies en een kans om het publiek gezamenlijk te laten zien wat welke show ze gaan laten zien tijdens het Wereld Muziek Concours, later dit jaar in Kerkrade. Op deze half zonnige maar toch wel frisse middag zou het bovenstaande plaatsvinden in het Cambuurstadion in Leeuwarden.

door trompet en sax. Hier en daar ging soms nog wat mis op de fietsen. Zo men leek soms niet weg te komen, was er een bijna botsing en soms muzikale onenigheid. Maar ik neem m’n petje wel af voor de trompettist op de éénwieler. Muzikaal gezien iets heel anders dan de afgelopen shows. Heeft zeker potentie om een mooie show te worden. ‘Keep up the good work.’

Een verslag van Joost Scholtens

DINDUA Oldekerk Showkorps DINDUA neemt ons mee naar de toekomst van Global Earth, waar muziek niet mag en zij de wereld gaan rocken met de show We

Jong Advendo Jong, fris, en strak. Drie woorden die Jong Advendo helemaal beschrijven. Een goede show met hier en daar nog enkele puntjes welke ongetwijfeld weg zullen zijn gewerkt voor Kerkrade. Zeker de solo tijdens Tina Turners ‘Private Dancer’ werd gewaardeerd door het publiek. Enthousiasme voor dit jongerenkorps was zeker aanwezig, leuke opener voor een muzikale middag!

Cresendo Opende Altijd een spektakel, het showkorps ter fiets. Na de opmars op Radar Love werd de nieuwe show aan ons voorgesteld. Deze heeft de naam ‘De wereld

Will Rock you. Een klein korps, maar wel met veel bravoure. Een show ondersteunt door electonische techniek en gitaren. Ook hier is in de winter hard gewerkt om de nieuwe figuren en elementen in te voegen. De band is onderweg om een goed product neer te zetten, al valt de melodie van de mallets soms weg tegen de rest van de band. Ook de guard is goed onderweg, maar daar moet nog wel een nodige aan gebeuren, de kleuren doen de show opleven. Een show met veel verhaal & theater, zeker leuk om te zien. Takostu Stiens Als vierde was Takostu aan de beurt. Het is een ynieke band, met een geheel eigen stijl en sound welke de afgelopen jaren veel gevraagd is in het

draait door’ gekregen en dat is erg leuk gevonden. Het begin was best sterk met de Bolero gespeeld


senteren zich unieke try-out Take One buitenland. Ook in deze show weer veel klassieke muziek, met een zeer komisch tintje af en toe. De balletdansers op het Zwanenmeer werden zeer gewaardeerd door het publiek en ook door mij persoonlijk. EĂŠn van de hoogtepunten van deze show. Helaas liep het soms wel nog wel wat rommelig zowel in de exercitie als muzikaal, er is nog tijd voor het WMC. Ook van deze band verwacht ik een goede show en score op het WMC. Showband Marum Queen: A Spanish Rhapsody. Deze show mocht er zijn. Muzikaal erg strak en goede exercitie van de brass en drumline, helaas was de guard soms wat minder, beetje zoekend in de show. Opening met flarden van Bohemian Rhapsody en Innuendo. Mooie flitsende wisseling van de snares en een sterke vocale opening. Vervolgens de Malaguena, een stuk wat ik al een paar jaar niet meer gehoord heb op de velden. Goede slagwerkrifs, de overgangen lopen vloeiend. Netjes uitgevoerd in het geheel, liep naar het einde van de show wel iets aan power mis echter: Marum is bezig aan een sterk begin van 2013!

Drum en Showfanfare Advendo Sneek Het zwart witte muzikale geweld! Onder applaus van de tribune betrok Advendo het veld. CHANGES! Een grootste opening met een trombonesolo: Hotel California van de Eagles. Zeer enerverend

met een mooie choreografie. Hierna zou Venus komen, welk ook echt een kraker was. Power is hier het juiste woord voor! Een slagwerksolo volgde welke richting Japan ging, met de karakteristiek houding van de bespeler van de Bassdrum. Leuk showelement! Een typische Advendoshow, muzikaal zeker strak uitgevoerd, maar in de choreografie moet nog wel het een en ander wat strakker voordat deze show klaar is om het WMC echt te bestormen. Pasveer Leeuwarden Een thuiswedstrijd. 60 man/vrouw sterk op het veld en in blokken komen zij het veld op! Anders dan we van Pasveer gewend zijn spelen alleen de snares, wat gaat deze show ons brengen? Pasveer neemt ons meer naar de Gallery, waar zij de schilderijen aan de muren muzikaal en choreografisch verwoorden op het veld. Het begin was wat jammer door een foutje van de maitre maar deze toonde direct herstel. Klaar om af te tellen: Een ingetogen begin door alleen de melodie, wat uitdraait op een complete ouverture. Heel erg sterk zowel muzikaal als choreografie. Een zeer sterke show van Pasveer welke heel goed luisterbaar is. Ik zou deze show graag gedurende het seizoen zien evolueren, wellicht zelfs tot de kampioensshow van dit WMC!?!

Het uiteindelijke doel van dit event was het elkaar beoordelen door met name instructie en speciaal ingevlogen Robby Overvliet om het general effect te beoordelen. Achter gesloten deuren werden direct na het event de shows besproken. Bijzonder was de open sfeer waarin de instructieleden elkaars show voorzagen van tops en tips. Muzikanten en vrijwilligers konden direct aan de afterparty beginnen.


Het instructie te

Beatrix’ Drum & Bugle C

D

e structuur van het instructieteam bij Beatrix’ is hiërarchisch opgebouwd. Dat is meer gedaan om af en toe een beslissing te kunnen forceren als er een impasse is bij de staff. Het team werkt op een democratische en hechte manier samen. Het motto in de club is: iedereen is lid, alleen hebben de leden soms andere functies en verantwoordelijkheden.

Wij maken gebruik van een Staff Coördinator. Deze persoon is lid van de programmacommissie en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma. Deze persoon zorgt

voor planni verandering de staffcoö Wij delen B en visual. E captionhea de sectiest de program varieert ma muzikaal e altijd.


eam van...

In 2013 bestaat de hele vaste staff uit: 17 personen. De staff wordt aangevuld met een Ensemble man die het product muzikaal begeleid en enkele gastdocenten.

Het meerendeel van de staff komt uit eigen kweek. Enkelen komen van andere verenigingen. De professionaliteit wordt door middel van workshops, begeleiding van ervaren staff zo veel mogelijk verbeterd. Beatrix’ zal daar extra aandacht aan geven in 2013 en de komende jaren. Alle wijzigingen van reglementen of andere zaken worden via de staff coordinator verspreid of op staff vergaderingen verteld. Beatrix’ werkt in de winter aan het individu. Het niveau van leden verschilt soms enorm. Dit komt omdat Beatrix’ open staat om nieuwe leden zonder ervaring geheel op te leiden. Daarnaast werken wij met een strakke planning om het programma op tijd in te studeren. Op Koninginnedag is vaak het eerste optredens en moet de club ‘klaar’ zijn. Daarna gaan we verder bouwen aan het product.

Corps Hilversum

ingen en aansturing van staffleden. Wanneer er gen of wijzigingen doorgevoerd moeten worden zorgt ördinator ervoor dat iedereen op de hoogte is. Beatrix’ op in vier captions: guard, brass, percussion Elk onderdeel heeft een captionhead. De ad geeft sturing aan zijn/haar onderdeel en zorgt dat taff op een lijn zit en het programma instudeert zoals mmacommissie heeft bepaald. Het aantal staffleden aar in principe heeft Beatrix’ op iedere sectie een en viuseel stafflid. Dit is het streven, maar lukt niet

In het zomerseizoen wordt ieder evenement, zoals DCN, ODSC, WMC en DCE wordt


als meetpunt gezien. We werken met het boxensysteem van DCE zodat je gedurende het seizoen makkelijk kan bepalen waar je zit. Voor het eerste optreden is echter belangrijk dat het ensemble, muzikaal en visueel, in orde is zodat het publiek er van kan genieten. De repetitie op het veld wordt geleid door een persoon die samenwerkt met vaak twee anderen die op hun onderdeel als extra ogen dienen. Dit zijn vaak de captionheads. Op het veld zij alle andere staffleden aanwezig die in de ‘veld tijd’ mogelijkheid hebben om leden instructies te geven. 2013 is voor Beatrix’ een belangrijk jaar. Het WMC is cruciaal voor de commerciële optredens en wordt als zeer belangrijk gezien. Dus moet de club eerder op niveau zijn om

mee te kunnen strijden. De planning is daarop aangepast. Ook is de manier van werken aangepast. Er wordt efficiënter met tijd omgegaan en meer nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid van de leden. Beatrix’ zal in 2013 als een groot team op het veld staan. Met uitdagende muziek en show. Er wordt keihard gewerkt om de club een stap omhoog te brengen. Het komende seizoen bestaat voor de club uit vijf wedstrijden, DCN Roosendaal, ODSC, WMC, DCN Finals en DCE Finals en diverse commerciële optredens. Een druk maar leuk jaar. Mochten mensen een keer willen kijken hoe een repetitie gaat dan zijn ze altijd welkom. Iedereen is bereid om vragen te beantwoorden of om werkwijzen uit te leggen.


8 juni 2013

open dutch showcorps championships assen Dagprogramma: dagprogramma: marsDijk sportpark marsdijk (achilles stadion) staDion) 9.30 tot 17.00 17.00uur uur miDDagprogramma: middagprogramma: centrum assen 14.00 tot 16.00 uur avonDprogramma: avondprogramma: Finals koopmansplein centrum assen 19.00 tot 22.00 uur


mars dan gespeeld gaat worden. Ik hoop dat dit net voor de beroemde balkonscène is! Hopelijk horen Willem Alexander en Maxima mijn mars dan. En het zou wel heel erg leuk zijn als ze het mooi vinden!’ Wie is Joop van Dijk? Joop van Dijk (Utrecht, 1961) begon op 9 jarige leeftijd als cornettist bij Harmonie Orchest Utrecht en maakte in 1975 de overstap naar de brassbandwereld. Hij speelde op verschillende instrumenten en bij verschillende brassbands totdat hij in 2000 solo es-bassist werd bij Brassband Schoonhoven.

Joop van Dijk componeerde de Defileermars van de Koning

A

l jaren geleden begon componist Joop van Dijk met de compositie van een nieuwe mars die moest worden gespeeld tijdens de kroning van de nieuwe Koning. En op 30 april was het dan eindelijk zover. De Marinierskapel voerde het stuk uit tijdens de feestelijke troonswisseling in Amsterdam. We spraken de componist van de ‘Defileermars van de Koning’ vlak voordat die dag aanbrak. Op 30 april 2013 kwam de mars letterlijk uit ‘de kluis’ om op de DAM in Amsterdam live te laten horen aan het publiek en wellicht ook gelijk aan de kersverse koning van Nederland. Van Dijk, nog voor de wisseling: ’Waarschijnlijk zal de Marinierskapel voor het Paleis op De Dam staan, net als de vorige keer. De bedoeling is dat mijn

De beroepscarrière van Joop van Dijk startte in 1978, toen hij ging studeren aan het Utrechts Conservatorium. Daar studeerde hij bastuba, contrabastrombone en directie. Via verschillende werkgevers kwam Van Dijk in 1987 uit bij de Marinierskapel als solo tubaïst en componist. Deze functie hield hij tot begin van dit jaar. Als componist is Joop van Dijk autodidact. Hij is gespecialiseerd in het componeren voor brassband, harmonie orkest en fanfare orkest. Veel van zijn composities werden gebruikt als verplichte werken bij nationale en internationale concertwedstrijden en werden opgenomen op CD. De Marinierskapel der Koninklijke Marine bracht als opdrachtgever veel werken

voor harmonie orkest van Joop van Dijk in première zoals ‘21’00 Fanfare’, ‘Open Borders’, ‘Nachtwacht in Tivoli’ en de mars


‘Defileermars van de Koning’. Joop van Dijk is ook ‘composer in residence’ bij Brassband Schoonhoven. Wanneer ben je begonnen met het componeren van de ‘Defileermars van de Koning? Met de mars ben ik enkele jaren geleden begonnen in opdracht van de Directeur van de Marinierskapel Teunis Ippel. Men vond bij het orkest, bij het Korps Mariniers en bij de Koninklijke Marine dat bij een eventuele troonswisseling het wenselijk was dat de Marinierskapel op deze dag een speciaal gecomponeerde mars hiervoor zou uitvoeren. Daarbij ging met er van uit dat de Marinierskapel zeker een belangrijk deel van het ceremonieel voor haar rekening zou nemen. Ik ben nadat ik de opdracht had gekregen gelijk aan het werk gegaan en na een aantal maanden was de mars klaar. Ik was zelf al direct tevreden met het resultaat. Maar het wachten was natuurlijk op de eerste repetitie van de mars door de Marinierskapel. Gelukkig waren dirigent Majoor Harmen Cnossen en het orkest ook zeer tevreden, dus dat was wel een pak van mijn hart. Het was een zeer eervolle en belangrijke opdracht van de Marinierskapel en dan wil je natuurlijk ook zeer graag een zeer goede compositie afleveren waar in ieder geval de opdrachtgever zeer tevreden over is. Heb je de mars nog moeten bijschaven? In dit geval was het direct klaar. Iedereen was zeer tevreden en ik heb geen wijzigingen meer aangebracht, behalve misschien een paar toevallige voortekens die niet goed stonden. Dat soort dingen gebeuren altijd door het gebruik van de muzieksoftware. Ondanks dat de huidige programma’s uitstekend werken, sluipt er toch altijd nog wel eens de klein foutje in. Wanneer is de mars uiteindelijk opgenomen in de studio? De mars is pas enkele weken geleden

opgenomen op een single CD die zal worden uitgebracht rond de troonswisseling. De opname is door Lex van Diepen opgenomen in de repetitiezaal van de Marinierskapel. Hoe het nu verder gaat met deze CD is een zaak van de Marinierskapel. Ik hoop natuurlijk heel erg dat de mars ook nog een keer op een andere en reguliere CD van de Marinierskapel wordt opgenomen.

De live première van de Defileermars van de Koning was op De Dam? Dat was de bedoeling. Waarschijnlijk zal de Marinierskapel voor het Paleis op De Dam staan, net als de vorige keer. De bedoeling is dat mijn mars dan gespeeld gaat worden. Ik hoop dat dit net voor de beroemde balkonscène is! Hopelijk horen Willem Alexander en Maxima mijn mars dan. En het zou wel heel erg leuk zijn als ze het mooi vinden! Hoe voelt het om een dergelijke mars te schrijven met die titel en toch hoge ‘lading’? Dat voelde tijdens het componeren heel erg bijzonder. Het was heel erg spannend, want de belangen zijn zeer groot. Het was en is heel bijzonder om zo’n belangrijke opdracht te krijgen. En het schrijven voor je eigen collega’s is sowieso spannend en eigenlijk veel moeilijker dan in andere situaties. Je weet als geen ander hoe kritisch het orkest is en je wilt zeker voor je eigen collega’s niet afgaan. Gelukkig was het niet mijn eerste compositie voor het orkest. Alles went zullen we maar zeggen. Maar bij het schrijven deze mars was het toch wel even wat spannender. Het is goed afgelopen!


R

Wij spreken jouw taal.

www.timstomsdrums.nl

Sweelinckplein 7 - 3314 CL Dordrecht // 078 - 613 21 05 // 065 - 131 54 42


Tips van de redactie Als je je een beetje beweegt binnen de organisatie van evenementen, websites, magazines of clubbladen, krijg je veel foto’s en bestanden toegestuurd. Ook maak je dan nogal wat afspraken voor interviews of overleg tussen redactie leden en commissies. We geven je graag wat tips om het wat handiger en makkelijk te maken. Grote bestanden Het delen en versturen van grote bestanden, zoals onbewerkte foto’s, kan problemen opleveren voor de ontvanger. Een mailbox is tegenwoordig dan best wel groot, maar toch is ruimte vaak beperkt. Via deze twee adressen stuur je bestanden, buiten de mailbox om: SendSpace.com Via email adressen zonder belasting van de mailboxen, max 300MB Wetransfer.com Via email adressen zonder belasting van de mailboxen, max 2GB Er wordt gezegd dat bovenste twee mogelijkheden je email adres kunnen verkopen, wil je ‘veiliger’ versturen, gebruik dan bijvoorbeeld Mijnbestand.nl: Mijnbestand.nl Uploaden en alleen de link van de download zelf per email versturen max 1GB Bestanden delen met een groep, en ook de bestanden beschikbaar houden?, dat kan met Dropbox.com. Deze kun je zelfs gebruiken als externe harde schijf, beschikbaar voor iedereen die jij toegang geeft

Dropbox.com Opslaan van bestanden max 2GB en delen met één persoon of een groep. Zie dit als een externe harde schijf die voor iedereen, ook mobiel, beschikbaar is en blijft. Wel een registratie nodig maar één van de veiligste manieren om bestanden te delen. Google Drive / GMail Het delen van zowel bestanden als documenten was nog nooit zo makkelijk. Met een Google account, tot 5GB opslagruimte. Delen met iedereen die jij toestaat. Je kunt oa aangeven of iemand alleen kan lezen, bewerken of volledige toegang heeft. Open met een aantal personen één document of spreadsheet en werk tegelijk, dus realtime, samen of met meer personen aan dat document. Kan zeer handig zijn tijdens een interview via bijvoorbeeld Skype. Online afspraken maken met Datumprikker.nl Datumprikker.nl is de ideale manier om een afspraak te maken met collega’s, vrienden of familie. Naast het prikken van een datum kun je datumprikker.nl ook gebruiken om cursisten in te plannen of de deelnemers voor een evenement in te schrijven.


Ee


en dag uit het leven van

Arjan Paters

I

n On the Front vertellen we graag wat sommige mensen eigenlijk náást hun hobby doen. Eén daarvan is Arjan Paters, tambourmaître van het Kamper Trompetterkorps. Of misschien ken je hem wel als fotograaf. Arjan houdt zich in het dagelijks leven bezig met beeld. Maar dat had u alvast wel gezien. Meer weten? Sla dan snel om!


Kun je jezelf even voorstellen? Ik ben een doelgericht en gepassioneerd persoon van 20 jaar jong, woonachtig in Kampen. Ik houd er van om resultaat te boeken, samen met andere mensen. Niet alleen in mijn vak, maar ook in mijn hobby. Waar moeten we je van kennen? Ik ben actief bij het Kamper Trompetter Korps. Sinds 3 jaar ben ik daar Tambour-maître van de senioren. Voordat ik Tambour-maître werd heb ik 2 jaar op Quint/Tenor gespeeld. Sinds 2004 ben ik lid van het Kamper Trompetter Korps. Daarvoor was ik lid bij de Vollenhoofsche Jeugd Fanfare. Daar ben ik begonnen met drummen en percussie. Wat is je WMC ervaring? Mijn eerste WMC ervaring was in 2009. Ik ben toen 3 weekenden, voor Korpsmuziek. nl, als fotograaf actief geweest bij het WMC. Daarnaast zullen we met het Kamper Trompetter Korps op 20 juli afreizen naar Kerkrade om deel te nemen aan het WMC. Wat doe je in het dagelijks leven? In het dagelijks leven ben ik student. Op dit moment zit ik in het derde leerjaar van mijn opleiding tot AV-specialist met uitstroomrichting camera. Een veelzijdige opleiding waar je niet alleen camera leert, maar ook alle andere facetten van het vak zoals; montage, regie, productie, licht en geluid. Voordat ik begon aan deze opleiding heb ik een opleiding Transport

& Logistiek gevolgd. Na 2 jaar kwam ik er achter dat ik daar mijn passie niet in kwijt kon. In die tijd was ik veel met fotografie bezig, daarom heb ik daarna de overstap gemaakt om cameraman te worden. Kun je een korte beschrijving geven van je dag? Een korte omschrijving van mijn dag. Ja, dat is elke dag weer anders. Een normale lesdag ziet er uit zoals je je een normale schooldag voor zou stellen. De opnamedagen daarentegen zijn verschillend. Aankomende woensdag bijvoorbeeld; om 6 uur opstaan, 7 uur vertrekken richting Wageningen, dan door naar Rotterdam, Kinderdijk, Breda en Venlo en als laatste locatie weer terug naar Kampen. Alles voor 1 promotiefilm in 1 dag. De lunch wordt op dit soort dagen verzorgd. Altijd maar weer afwachten wat voor broodjes het mogen zijn! In mijn vrije tijd ben ik veel bezig met video. Niet alleen voor externe opdrachten maar ook voor mijn opleiding. Hoeveel tijd besteed je aan de vereniging? Door mijn opleiding en werk, is het niet altijd mogelijk om aanwezig te zijn bij het Kamper Trompetter Korps. De dinsdagen wordt er door het slagwerk gerepeteerd, de donderdagen door de brass en op zaterdag optredens/ showrepetities. Al met al ben ik wekelijks zo’n 5 tot 10 uur bezig met KTK.


Are the judges ready? Paul Doop, effect jurylid

W

eten we eigenlijk wel waarop we worden beoordeeld bij een concours? Welke afwegingen juryleden maken? Op welke manier ze hun beoordelingen doen? En over welke capaciteiten ze moeten beschikken? Natuurlijk moet je uitgaan van eigen kracht en valt er aan een jury-beoordeling na een show niks meer te veranderen, maar het is best eens goed om te kijken welke afwegingen worden gemaakt. Ditmaal spreken we met Paul Doop, jurylid effect. Een jurylid Overal Effect: waar let die nou precies op? De verantwoordelijkheid van een General Effect jurylid is om het programma en de uitvoering te waarderen van een korps op het gebied van de geschreven en uitgevoerde effecten. Enerzijds analyseer je het programma op de geschreven en bedoelde effecten en anderzijds waardeer je de ledengroep op de uitvoering als het gaat om de gerealiseerde effecten. Het instructieteam en de ontwerpers bedenken een programma en in het programma willen ze bepaalde

effecten bereiken. Om effect te bereiken zul je deze ook echt moeten bedenken en in het programma schrijven/ontwerpen. Er zijn vele effecten denkbaar echter je kunt ze in drie niveau’s indelen te weten Emotioneel, Estethisch en Intelligent. Het gaat te ver om dit nu helemaal uit te diepen want ‘effect’ is een vakgebied op zich net als muziek en visual dat is. De makkelijkste vorm van een geschreven effect is het Emotionele effect en de moeilijkste is het Intelligente effect. Publiek reageert op deze drie vormen van Effect ook anders. Emotionele effecten zijn snel te herkennen namelijk publiek dat gaat meeklappen, meezingen, mee neuriën etc. Het intelligente effect is veel moeilijk voor publiek zichtbaar of merkbaar en daar komt de scholing van het jurylid om de hoek kijken. Maar ook is het van belang dat je de


effecten doseert en goed in tijd zet binnen je programma. Denk maar aan een auto. Als je 140 rijdt (wat niet mag in Nederland) dan rij je best hard. Als je dan 160 km per uur gaat rijden ga je nog harder en zo voelt dat ook. Als je half uur lang 160 km per uur rijdt, zal dat niet meer zo aanvoelen. Dit is met een show ook. Je moet dus ook weten te doseren in je programma. Een luide passage kan een effect zijn maar ook stilte is een effect. Hoe effectief die effecten zijn hangt helemaal af van hoe en waar je die effecten in de show schrijft en of je de context er ook goed om heen weet te zetten. Heb je niet tegelijkertijd andere zaken in je programma geschreven waardoor het jurylid en het publiek dat effect eigenlijk mist. Het jurylid moet het programma uiteraard over zich heen laten komen en reageert deels mee net als het publiek maar daarnaast is hij ook op zoek naar die diverse vormen van effect en de context. De ledengroep kan door een geweldig uitvoering ook diverse effecten teweeg brengen namelijk door een excellente uitvoering van bewegingen creëer je ook al een effect (denk maar het aan publiek wat hier direct op reageert). Een goed voorbeeld hiervan was The National Band van New Zealand; het leken wel tinnen soldaatjes. Een virtuoze muzikale uitvoering van een solist of groep zal direct applaus opleveren wat de melodie ook is. Verder kan de uitvoering heel realistisch over komen. Leden zijn dan helemaal opgegaan in hun rol binnen de show. Ik heb shows mogen waarderen als jurylid waarbij ik helemaal werd meegenomen en meegezogen in het verhaal en de emoties waarbij ik ook tranen van emotie op voelde komen. Dan heb je dus met een hele volwassen uitvoering te maken. Deze effecten kun je alleen door een meer dan goede uitvoering realiseren. Dit zegt iets over de training van de leden en het niveau van de uitvoering. Wat kenmerkt een goed effect-jurylid? Eigenlijk zei ik dat hierboven al. Een goed jurylid herkent de diverse effecten op de niveau’s en weet die ook te waarderen. Verder zal het Effect jurylid in mijn optiek net als alle andere juryleden in staat moeten zijn analytisch de show te doorlopen enerzijds

maar ook enthousiast durven zijn over de effecten die worden gerealiseerd. Het jurylid moet een hele brede referentie hebben over de showsector (dus meerdere vormen van show kennen uit de hele wereld) anders zal hij (of zij) nooit de effecten kunnen herkennen en al helemaal niet waarderen. Denk maar eens aan een show van een Aziatisch korps waar je de muziek of verhaallijn helemaal niet van kent. Je moet zeker op het gebied van muziek ook voldoende referentie hebben om de muzikale effecten (die toch vaak anders klinken door de speelmanier en cultuur in Azie) te kunnen

herkennen en erkennen. Paul Doop in 1987 als lid van de Blue Devils Ik weet nog een voorbeeld waarbij een Europees jurylid op een contest in Azië ooit zei op een tape dat hij bij de muzikale effecten qua klank erg op elkaar vond lijken en het klonk allemaal zo hetzelfde. Dit jurylid had nog nooit naar Aziatische orkesten geluisterd en kon dus ook niet de specifieke klank herkennen en kon het dus al helemaal niet waarderen (erkennen). Andersom zal een jurylid dat niet veel over de grenzen is geweest om te kijken naar showbands erg snel onder de indruk kunnen zijn van grote showorkesten die hij voor het eerst ziet of juist dat erg negatief benaderd omdat hij niet gewend is aan een grote massa op het veld en daarmee het overzicht kwijt is. Dus een brede referentie is er belangrijk en het open staan voor vernieuwing. Daarnaast vind ik het vooral belangrijk dat het jurylid ook kan benoemen wat je kunt doen om beter te worden in effecten. Dus ook veel meer educatief commentaar geven en niet alleen analyseren wat er goed is en wat beter kan.


Effect score is groot deel van de score. Heeft een effect-jurylid daardoor de meeste invloed op een score? In het One World Systeem heeft Effect een even zware weging als Muziek en Visual dus niet meer invloed op de score. Ben je met ons eens dat GE het meest subjectieve caption is? Maakt dat het niet extra moeilijk? Ja en nee. Jureren heeft altijd iets subjectief. Namelijk het is afhankelijk van het jurylid of hij iets wel ziet/hoort of niet en hoe hij daarmee omgaat. De waarheid is ook iets subjectiefs. Het herkennen en waarderen van de verschillende vormen van effect en niveau’s van effect is niet subjectief. Je reactie op de uitvoering kan wel smaakgevoelig zijn maar wat veel meer speelt is je referentie en of je open staat voor veranderingen en vernieuwing. Het onderdeel Effect is wel een lastige caption omdat je eigenlijk zowel muzikaal als visueel onderlegd moet zijn in mijn optiek. Idealiter is het een persoon die programma’s heeft samengesteld (conceptueel) en zelfs wel misschien gearrangeerd of ontworpen. Daardoor weet je als geen ander hoe lastig het kan zijn om bepaalde sferen muzikaal te creëren of visueel te vertalen of hoe conceptueel denken werkt. Op die manier kun je veel beter herkennen en waarderen wat er gebeurt voor je ogen en wat je hoort. Je moet als jurylid effecten herkennen en waarderen. Straks in het OWS zul je veel verschillende effecten tegenkomen. De effecten van een korps als Pasveer zijn compleet anders dan K&G of een drumcorps als Jubal. Hoe kun je dat vergelijken? Het gaat niet om de effect op zich zelf te vergelijken maar de gradatie van effect. Er zijn verschillende niveau’s van effect. Die niveau’s vergelijk je met elkaar en daarmee wordt het effect vergelijkbaar. Verder helpt het als je als jurylid een brede referentie hebt als het gaat om effecten. Op die manier wordt je niet overvallen door een effect waardoor je overwaardeert of andersom dat je een subtiel effect niet ziet en daardoor ook laag waardeert.

Heeft een colorguard meerwaarde voor een korps als het gaat om de Effect-score? In hoeverre krijg je daarvoor ‘pluspunten’? Dat is simpel. Nee het feit dat je een color guard hebt zal niet leiden tot meer punten. Alles wat je aan groepen hebt in je bezetting moet een meerwaarde hebben. Een goede guard qua techniek, slim en effectief equipmentwerk en op de juiste positie neergezet , zal mogelijk leiden tot effect en daarmee een effectscore. Een guard die haar zaken op het gebied van equipment niet voor elkaar heeft en ook zo is neergezet dat het ook opvalt, zal leiden tot een lagere score. Wordt er tijdens marswedstrijden ook op effect gelet?, is dan alleen strakke exercitie voldoende of valt er meer te halen bij bijvoorbeeld het nemen van bijzonder bochten? Ja er wordt gelet op effect alleen heeft het dan een iets andere lading. Een hele goede strakke exercitie kan op zich een effect hebben. Maar ook een creatieve bocht kan effect hebben. Zaken als uitstraling, stijl, kunnen ook leiden tot effect. Is er bij de korpsen voldoende kennis van effect? En hoe kunnen ze meer kennis opdoen? Er is bij steeds meer korpsen een bewustwording over wat effect is. Ten opzichte van een aantal jaren geleden worden de shows ook steeds gevarieerder en effectvoller. Kennis kun je op doen door via youtube of het bezoeken van showconcoursen/taptoes in het buitenland meer te zien wat er te koop is in de wereld van showbands maar ook door het bezoeken van toneelvoorstellingen, dans etc wordt je blootgesteld aan vele vormen van effect. Ook door met instructeurs/ontwerpers te spreken over hun shows krijg je meer inzicht in hun denken en daar kun je veel van leren.


H

oe dichtbij kun je zijn? En wat was er gebeurd als de geluidsman het cd-tje niet te vroeg uit de speler had gehaald? Twee vragen die leven bij de leden van Sensation Performance Ensemble. Ze vertrokken onlangs naar de Verenigde Staten om daar mee te doen aan het Winter Guard International World Championship. Het werd een fantastische tour, maar met een zwart randje. Nanda Alewijnse-Van Eijk vertelt erover.

WAT ALS....

Sensation Performance Ensemble in de VS

Sensation: ‘Deze tour was onvergetelijk.’

De tour was in een woord onvergetelijk! We hebben vooral veel hoogtepunten gehad en slechts één groot dieptepunt. Hoogtepunten waren onder andere het eerste optreden tijdens de kampioenschappen van het Tristate Circuit op de eerste zaterdagavond. De organisatie was van tevoren al enorm enthousiast over onze komst en dat was die avond niet anders. We werden prima opgevangen en kregen een persoonlijke begeleider die ons van kleedruimte naar body warm-up naar equipment warmup naar de hal bracht. We mochten als laatste, na wereldtopper The Pride of Cincinnati de vloer op. Een grote uitdaging natuurlijk, maar het publiek vond ons geweldig. Veel enthousiaste reacties en een staande ovatie na afloop. De show was zeker niet de beste, maar we hadden een goede eerste indruk achter gelaten. De retreat was een feestje. De leden werden allemaal naar voren gehaald en kregen allemaal een kadootje van de organisatie. Tijdens de medaille ceremonie van Pride of Cincinnati werd gangnam style opgezet en spontaan begon de groep - die dit nummer voor onze dance events ingestudeerd had en tijdens CGN wedstrijden na afloop ook steeds danste - mee te dansen. Alle aandacht verplaatste zich van de kampioen naar onze groep en het publiek ging uit z´n dak! Zelfs de dagen erna werd er op de social


media nog over gepraat en werd het filmpje veel bekeken. Dat was een erg leuke eerste kennismaking met het Amerikaanse publiek. Ander hoogtepunt was de show in de (!) UD Arena; de hal waar je als echte winterguard liefhebber van droomt om een keer gestaan te hebben. Ook daar weer prima begeleiding door de gangen van de ene ruimte naar de andere ruimte en voor je het weet sta je dan echt in de tunnel te wachten om de vloer op te mogen. Er zat niet veel publiek die ochtend,

Hoe kijken jullie terug op het afgelopen seizoen? Terugkijkend op afgelopen seizoen kunnen we eigenlijk alleen maar dik tevreden zijn. De groep was pas in het eerste weekend van oktober compleet, mede doordat een aantal leden ook zomer lopen en dus andere verplichtingen hadden tot dan. We starten normaliter niet eerder met de show, maar werken aan het team gevoel start meestal

.......................................... maar dat maakte de beleving zeker niet minder. De show stond als een huis en werd uiteindelijk beloond met een 14e plaats, maar we wisten ook dat het vrijdag beter moest om de finale te halen. Vrijdagavond stonden we in het Nutter Center voor semi-finals. Die avond was zowel een hoogte- als dieptepunt. De leden zetten voor een enthousiaste en volle tribune de beste show ooit neer. Maar na het grote vlaggenblok, waarna het korte tijd stil is maar de muziek na twee seconden verder gaat, dacht de man achter de knoppen dat de show klaar was en haalde de CD uit de speler... Nachtmerrie... Dat moment zullen we denk ik nooit vergeten. Wat een verdriet, frustratie en onmacht toen we het veld af moesten zonder dat de show af was. Het gevoel dat nu na bijna een maand nog steeds blijft is dat het verhaaltje niet af is. En de vraag ‘wat als’ blijft door ons hoofd spelen. Want op 0,3 punten na misten we de finale. Had het laatste stuk van de show ons wel die 0,3 punten gebracht? We zullen het nooit weten... Zoals ik al zei was de tour - ondanks of misschien ook wel dankzij het grote dieptepunt - onvergetelijk. De groep was geweldig, geen onvertogen woord: veel lol en keihard werken. We hebben er met z’n allen hard voor moeten werken om alles bij elkaar te krijgen om daar heen te kunnen gaan en hebben er met volle teugen van genoten.

wel al eerder. Dat kon nu ook pas vanaf oktober, maar doordat iedereen met hetzelfde enthousiasme en dezelfde inzet binnen kwam zat dat al snel goed. Mede hierdoor stond er dit jaar een beter en sterker Sensation dan ooit op de vloer en dat heeft geresulteerd in een sterk en door het publiek zeer geliefd programma, dat ook nog eens goed scoort. Nooit eerder hebben we in Nederland alle wedstrijden gewonnen. We hebben onze eigen grenzen gezocht en verlegd, nieuwe paden bewandeld en de show én de leden zien groeien tijdens het seizoen. Met de Nederlandse titel als gevolg. Normaal gesproken werk je toe naar de CGN-Finals, nu zijn jullie naar Dayton geweest. Lag de piek dan ook ergens anders? We hebben net als andere jaren naar de CGN finals toegewerkt. Daar moet je tenslotte pieken. Daarna hebben we het vizier gericht op WGI.


Is het niet een hele organisatie om met zo’n club naar de VS te gaan? We zijn in drie groepen vertrokken en dit is in verband met de prijzen van de tickets. Waren voorheen vliegmaatschappijen nog blij dat je als groep kwam boeken, tegenwoordig zijn ze daar helemaal niet blij mee en zijn de tickets schandalig duur wanneer je als groep boekt. Vandaar dat we in kleinere groepen op meerdere vluchten reizen. Na de reis hebben we het grootste gedeelte van de eerste dag besteed aan het in elkaar zetten van de vloer en equipment en het ophalen en aanschaffen van allerlei benodigdheden.

op diverse rommelmarkten gestaan, oude mobieltjes, lege statiegeldflessen en gebruikt frituurvet ingezameld, wijn verkocht, loterijen gehouden, sponsors benaderd en een uurtje sponsorzwemmen gedaan.

Naast veel trainingen was er ook ruimte voor ontspanning in de vorm van winkelen, bowlen, bioscoop en repetities kijken van andere guardgroepen. Maar je leeft toe naar de prelims, waarin je je moet plaatsen voor de semifinals. Uiteindelijk wilden we de finals halen.

Voor velen is het een droom om minimaal één keer in hun leven af te reizen naar het mekka van winterguard en wellicht zelf een keer op die vloer te staan. En voor onze leden werd dit nu werkelijkheid. Dat je dan ook uiteindelijk in de UD Arena mag staan is absoluut de beloning en de kers op de taart van een mooi seizoen.

Wat is er allemaal voor nodig geweest? Het is inderdaad een hele onderneming. Afgezien van wat er allemaal geregeld moet worden om een ticket te kunnen boeken voor zoveel mensen en de groep daar te verplaatsen en onderdak te geven, is het meeste werk dit jaar toch wel het bij elkaar krijgen van de financiële middelen geweest. Waar we vier jaar terug nog subsidies kregen van diverse cultuurfondsen kregen we dit jaar helemaal niets. Vanwege de bezuinigingen zijn er geen ‘potjes’ meer voor dit soort activiteiten, dus moesten we het vooral zelf bij elkaar krijgen. Daarvoor zijn veel acties geweest, waaronder het geven van diverse clinics, twee dance events en een actiedag, waar je workshops in diverse dansstijlen kon doen. Maar je kon je haar laten knippen, een schoonheids-behandeling krijgen of de was laten strijken. We hebben

Heel veel acties dus, die veel (extra) tijd en energie van de leden en medewerkers vergden. Maar iedereen besefte gelukkig wel dat het dé manier was om het geld bij elkaar te krijgen. Des te groter was de ontlading daarom toen we uiteindelijk de officiële ‘go’ kregen. Veel gejuich en hier en daar een traan toen het verlossende woord daar was.


Bezoek eerst het Nationaal Jeugd Festival!


Op weg naar het WMC

Z

e wonnen de Corpsstyle Class op het vorige WMC en gaan nu een gooi doen naar de titel in de nieuwe klasse. Sura Nari uit Thailand is al jaren een van de grote smaakmakers op het WMC. We zochten snel contact met ze om alvast een tipje van de sluier op te lichten. Heel spraakzaam is Sura Nari niet, maar we worden er zelf wel nieuwsgierig van! Wat gaan jullie in 2013 voor show doen? We betreden het veld met de show ‘Symphony of angels’. Het is een verhaal over engelen en duivels die elkaar bevechten. Er zit veel contrast in: zwart tegen wit en duisternis tegen helderheid. Hoeveel leden hebben jullie? We hebben dit jaar 120 leden en dat zijn allemaal meisjes tussen de 13 en 19 jaar oud. Sommige van hen hebben WMC-ervaring. Leden die bij het vorige WMC 13 waren, zijn nu 17 en gaan weer mee naar Kerkrade. Maar we hebben ook ontzettend veel nieuwe leden die een sterk hart hebben om muziek te maken en te performen. Waar zijn jullie deze zomer te vinden?

SURA NARI (Thailand)

We gaan touren door Belgie, Duitsland en Nederland. Belangrijk is ook dat we willen leren van de Europese cultuur. En natuurlijk zo goed mogelijk performen. Kun je iets vertellen hoe een normaal seizoen er voor jullie uitziet? Naast het WMC hebben we ook het All Thailand Marching band for Royal Cup contest. Twee daarvan zijn internationale wedstrijden met DCI-juryleden. Eentje wordt georganiseerd door de Thaise regering. Het afgelopen jaar hebben we ze allemaal gewonnen. Wat is jullie doel tijdens het komende WMC? Winnen is niet onze enige doelstelling. Onze leden moeten leren zichzelf te ontwikkelen tot een goede muzikant en performer. Ze leren ontzettend veel en maken veel vriendschappen. Het wordt als het ware één grote familie die ook nog eens vrienden maakt over de hele wereld. Dat is heel bijzonder.


Adest Musica presenteert

Mother Earth The Next Level

I

n de zomer van 2013 neemt Drumen Showband Adest Musica voor de 12e maal deel aan het Wereld Muziek Concours (WMC) in Kerkrade. Bij dit evenement, welke eenmaal in de vier jaar wordt georganiseerd door Stichting WMC Kerkrade, strijden amateurkorpsen uit binnen- en buitenland tegen elkaar om de podiumplaatsen in een eindrangschikking. Met een derde plaats op het onderdeel mars en een vierde plaats op het onderdeel show, werd tijdens de editie in 2009 wederom onderstreept dat het Sassenheimse korps tot de internationale top behoord. Op dit album presenteren de muzikanten van Drum- en Showband Adest Musica de luisteraar het mars- en showprogramma van het WMC 2013. Met Mother Earth gaat Adest Musica terug naar de kern van het leven. De start is het kloppende hart van de aardbol waarna door middel van vier elementen

Moeder Aarde aan het oog en oor voorbij trekt. In het eerste deel vormen lucht, wind en storm de kern, vanuit de adem naar deel twee waarin de strijd maar ook de rust middels een vlucht over de aarde in het programma passeert. In het derde deel vormt vuur het uitgangspunt wat mysterieus en onheilspellend start. Tot slot de overgang naar deel vier waarin water en ijs de kern vormen, want zonder water is geen leven mogelijk. Tijdens de marswedstrijden wordt een eigen compositie van algeheel muzikaal leider Rob Balfoort gebracht, Tower of Logic. Het programma wordt vervolgd door de Britse concertmars Kingdom of God van componist Jerry B. Bensman. Als bonustracks op deze cd hoort u de mars Castle Caerffili, vernoemd naar het gelijknamige kasteel in Wales en gecomponeerd door T.J. Powell, aangevuld met Pound the Streets van Paul Lovatt-Cooper. De composities tonen het muzikale karakter van Drumen Showband Adest Musica. Een volgende fase in de mars- en showsector is bereikt, een fase waarin technisch hoogstaande muziek wordt gecombineerd met een minstens zo kwalitatief hoogstaande choreografie. Adest Musica vat dit samen door het kernbegrip The Next Level.


Heeft de showsector nog toekomst?

W

e hebben een prachtige hobby, maar heeft die nog toekomst? Dat is een vraag die ons bij OTF intrigeert. Een aantal verenigingen doen het ontzettend goed. Zo lijkt er geen stop te zitten op het ledenaantal van bijvoorbeeld Advendo Sneek. Maar even verderop zijn er clubjes die het bijltje erbij neergooien en zich genoodzaakt om door een tekort aan leden de verenigingen op te doeken. Tegelijkertijd hebben taptoe-organisaties moeite om hun begroting rond te krijgen en is er een trend van dalende bezoekersaantallen. We stelden drie prominenten uit de showsector de volgende vraag: Heeft onze hobby nog toekomst? Jaap van Waveren zit in de taakgroep SMP en heeft veel ervaring bij verenigingen.

Jaap van Waveren: ‘Laten we vooropstellen dat het voor geen een vereniging makkelijk is om leden te krijgen, maar nog moeilijker om ze te behouden. Dat facet kent elke vereniging of deze nu in de basis klein, middelgroot of groot is, dat maakt niets uit. Er is geen algemene reden aan te geven waarom verenigingen verdwijnen. Het is echter niet alleen iets van deze tijd, maar het gebeurt al door de jaren heen. Ook in de jaren tachtig verdwenen tal van verenigingen, toen vooral verenigingen die de drumcorps kant op gingen. In Zeeland twee, in ZuidHolland twee, in Noord-Holland vier, en zelfs in Friesland en Limburg. Waarom? Wellicht meedoen aan een trend terwijl de vereniging zelf niet wist wat het inhield, laat staan zelfs een visie had


welke kant men uit wilde. En wellicht is dat ook iets van deze tijd. Verschillend denken binnen een vereniging, staf en deel van leden die willen vernieuwen, terwijl de rest gewoon wil blijven doen wat men altijd deed. Een bestuur die dan niet exact weet welke richting men uit moet, en men dan als bestuur dan vaak de gedachten van een staf volgt. Als je echter kijkt hoeveel verenigingen er in Nederland zijn die je zou kunnen scharen binnen de doelgroep Mars/Show en Percussie en het aantal verenigingen wat noodgedwongen moet stoppen met hun activiteiten valt het verhoudingsgewijs nog mee. Het analyseren van waarom een vereniging (noodgedwongen) stopt is vaak moeilijk, omdat een vereniging nooit het hele verhaal verteld, en dat is wel begrijpelijk. Dat zit ingebakken in ons als Nederlander. De Nederlander die ook nooit aan familie/kennissen de hele waarheid verteld omtrent zijn inkomen en uitgaven, dus is het ook moeilijk om conclusies te trekken van het hoe en waarom. Duidelijk is wel dat financiën vaak een rol spelen. Er zijn vaste lasten, denk aan instructie die in de loop der tijd niet opwegen tegen de inkomsten van – verminderde – contributies en overheidssubsidies alsmede sponsoring. Een basis van begroting zou er een kunnen zijn zonder overheidssubsidies. Al jaren is de tendens dat die steeds minder worden en daar kan/had rekening mee gehouden kunnen worden. Wij hebben veel verenigingen in Nederland waarvan het ledental zich beweegt tussen de vijftien en vijfendertig leden, en waarbij dan vaak het bestuur grotendeels ook nog uit spelende leden bestaat. Verenigingen waarbij

men jaarlijks kijkt naar wat stand van zaken is en niet direct de intentie hebben om eens landelijk flink aan de weg te timmeren. Verenigingen waar vaak ook visie, beleid en toekomst wel als een noodzaak gezien wordt maar men eigenlijk niet goed weet hoe hier mee om te gaan. Waarom veranderen, het gaat toch al jaren goed. Is visie, beleid en toekomst dan de oplossing voor het geschetste probleem. Natuurlijk niet, maar als dergelijke handvatten wel worden gebruikt, dan zal het zeker wat makkelijker zijn om in te spelen op zaken van buiten waar een vereniging geen directe invloed op heeft, dan dat er uitsluitend van jaar tot jaar naar de vereniging wordt gekeken. Op vraag of de Federaties iets kunnen doen om meer aandacht voor onze hobby te genereren is het antwoord natuurlijk ja. Door een gezamenlijk beleid van de Federaties ten aanzien van het benaderen van de politiek omtrent de beoefening van amateur kunstbeoefening van zo’n 85.000 muzikanten in verenigingsverband. Daar moet de focus op zijn. Federaties moeten ook het lef hebben om op tijd de bakens te verzetten en niet vast te houden aan datgene wat men in het verleden altijd heeft gedaan.


Het kost allemaal veel tijd, willen we niet teveel? Kom je toch weer uit op visie en beleid. Wil je gewoon een keer in de week lekker muziek maken, trommelen/toeteren, kost dat niet veel tijd. Als de visie echter is dat er prestaties moeten komen, landelijke bekendheid en meedraaien in een taptoecircuit? Ja dan gaat het wel tijd kosten, want dan moet er kwaliteit geleverd worden en dat gaat gepaard met arbeid, energie en tijdsinvestering. Valt het succes van het CGN- en Indoor Percussion Circuit te verklaren? Ja, maar kan gelijkertijd een bedreiging vormen. Want in deze tak van sport zijn deelnemende groepen veelal zelfstandige verenigingen helemaal georiënteerd op deze korte tijdsinvestering. Maar er zijn ook secties van verenigingen die hier aan deelnemen, en dus niet alleen in de winter, maar ook nog eens in de zomer bezig zijn.’ Wietse Praamstra is lid van de doelgroep SMP van de KNFM en reageert op persoonlijke titel. In deze economisch moeilijke tijden zien we veel verdwijnen en dus ook muziek verenigingen. Maar komt dat alleen door de crises, of spelen er meer zaken een rol? Laten we voorop stellen dat bijna alle verenigingen het moeilijk of moeilijker hebben. Het wegvallen van leden maar ook van sponsoren en optredens laten het budget krimpen, terwijl de lasten vaak het zelfde blijven. (instructie, huur, verzekeringen). Maar ook de wensen van de leden veranderen. Alleen één keer per week repeteren, jaarlijks een donateursconcert en een optreden tijdens de braderie in het dorp verderop kan de huidige jeugd nauwelijks meer boeien. Juist nu wordt er van het bestuur en instructie gevraagd om met initiatieven te komen; sluit aan bij de hedendaagse muziek, doe iets met een artiest, bereik je leden via de moderne communicatie

middelen, zorg minimaal eens per jaar voor een leuk (buitenlands?) optreden, zorg voor een goed jeugdplan. De leden moeten trots zijn op hun vereniging! Allemaal makkelijker gezegd dan gedaan? Jazeker, maar je kunt en moet ieder lid hierbij betrekken, en vooral ook de achterban! Als Bond (Doelgroep Show) sta je aan de zijlijn; je kunt wel iets vinden en iets roepen, maar binnen de vereniging moet het gebeuren. Wel kunnen we door middel van informatiebijeenkomsten, maar ook concoursen en clinics, mensen ideeën aanreiken en stimuleren. Ik ben er van overtuigd dat de wens om in verenigingsverband leuke dingen te doen blijft bestaan, en ben er vrij zeker van dat de behoefte hieraan de komende jaren zal gaan toenemen. Henk Smit is Projectleider Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst en is een van de makers van het nieuwe One World System. Enerzijds is deze ontwikkeling zorgelijk, anderzijds ook weer niet. Wanneer gemotiveerde mensen zich willen verrijken, om zich heen kijken, naar andere vormen van kunstbeoefening zoeken, dan is dat niet zorgelijk. Dat het kaf zich van het koren scheidt is prima. Het is wel zorgelijk wanneer terugloop verklaard wordt door verminderde belangstelling aan participatie (voor kunst in het algemeen en de showbandscetor in het bijzonder). Blijft natuurlijk de vraag: waarom willen kennelijk steeds minder mensen in een showband spelen (wanneer we generaliserend mogen zijn)? Of: waarom zou ik, wanneer ik aan muziek en/of beweging wil gaan doen, lid worden van een showband? Wat is daar aantrekkelijk, uitdagend en motiverend aan? Wat weerhoudt jonge mensen om aan deze tak van AK-sport te doen? Opvallend is dat showbands in de VS en in Azië wel aantrekkingskracht hebben. Ik ben mij ervan bewust dat dit in de meeste gevallen schoolbands zijn, maar dan nog: kinderen, jongeren hebben ook daar de keuze om wel of niet in een marchingband te spelen. Op de een of andere manier zijn showkorpsen daar wel ‘sexy’


en lijkt het of het hier niet zo is. Hoe kan dat? Wellicht interessant om daar eens echt onderzoek naar te doen. Nu blijft het speculeren. Meten is weten toch? Wat is volgens jou de grootste reden? Dat is moeilijk te zeggen. Ook hier kunnen we vooralsnog alleen maar speculeren. De algemene maatschappelijke tendens die we in Nederland waarnemen met betrekking tot individualisering en maatschappelijk ontwikkelingen, hebben ook op de showbandsector (grote) invloed. De vraag is wat voor impact dit op het verenigingsleven in het algemeen en de showbandsector in het bijzonder heeft. Wellicht goed om het rapport “Toekomstverkenning kunstbeoefening” van het Sociaal Cultureel planbureau (Andries van den Broek – juni 2010) te noemen in het artikel. Andries van den Broek heeft tijdens het Nationaal Showcongres van 2010 een inleiding en deelsessie gehouden rond dit onderwerp. Dit rapport gaat over de individualisering, informalisering en intensivering van kunstbeoefening en beschrijft hoeveel mensen over pakweg 20 jaar een kunstdiscipline beoefenen, wie dat doen, wie wat doet, hoe men zich bekwaamt en in welke (sociale) verbanden (vereniging bijvoorbeeld) men aan kunstbeoefening doet. Daarnaast denk ik dat voor elke vereniging geldt dat succes op 3 pijlers rust: 1. de artistieke component; 2. de bestuurlijke component; 3. de component promotie, werving en opleiding. Als één of meerdere pijlers niet sterk genoeg zijn, te weinig succes kent, dan komt de gehele vereniging onder druk en gaat een neerwaartse spiraal vertonen. Bestuurlijk en artistiek staat de showbandsector onder druk. Zoals in het rapport van het SCP al staat vermeld, geven behaalde resultaten in het verleden geen garantie voor de toekomst. Stilstand is achteruitgang. Ook de showbandsector staat voor de grote uitdaging op zowel bestuurlijk alsook artistiek niveau te innoveren. Zoeken naar nieuwe mogelijkheden, out of the box kunnen, durven en willen denken. Wat kunnen de bonden doen om meer aandacht voor onze hobby te genereren? De bonden kunnen aan de grote maatschappelijke tendens weinig tot niets doen. Wel kunnen de bonden zich inzetten om optimale voorwaarden te creëren met het onderwijs en kunsteducatie om

de participatie te bevorderen. Willen we met z’n allen niet teveel? Willen jongeren wel een heel jaar lang zoveel tijd spenderen aan hun hobby? Dit is een interessante vraag. Ook hier kan ik alleen maar speculeren en wederom het rapport van het CPB aanhalen. Mensen willen tegenwoordig sneller iets anders, andere vormen, andere uitdagingen, ander repertoire, andere setting, etc. Binding aan een vereniging en zeker aan een showband is niet meer zo vanzelfsprekend als een paar decennia geleden. Ik denk dat jongeren best willen investeren (tijd en geld) in muziek(kunst)beoefening, maar het is de vraag waar en hoe. En is een showband dan wel de plaats waar men die uitdaging vindt? Valt het succes van het CGN- en Indoor Percussion Circuit te verklaren? Omdat daar kortere tijd intensieve beoefening plaatsvindt? Ook dit is speculeren. Wel zie je bij indoor percussion (IPC) groei in kwantiteit alsook in kwaliteit. De doorlooptijd in de showbandsector is niet in haar voordeel. De doorlooptijd bij IPC is veel korter, intensiever en leidt tot een helder doel: het IPC-circuit (het competitieseizoen). In de showbandsector zien we vaak dat het product dat op de mat gelegd wordt (te) lang hetzelfde blijft. Bij IPC werkt men toe naar het competitieseizoen. Ieder seizoen weer een nieuw, uitdagend product en een intensieve, uitdagende voorbereiding. De aard van showbands is toch dat men (te) lang hetzelfde doet. Het is ook moeilijk om dit inhoudelijk te veranderen. Het is niet veel showbands gegeven om ieder seizoen weer met een nieuwe show, een nieuw product te komen, laat staan met een vernieuwd, modern, aantrekkelijk, innoverend en up-to-date anno 2013 concept te komen. Een product dat voor de leden ook nog eens aantrekkelijk, uitdagend en artistiek interessant is. Kom ik weer terug bij de drie pijlers (bestuurlijk, artistiek en werving/ promotie): deskundigheidsbevordering voor het bestuurlijk en artistiek kader met betrekking tot het begrip innovatie is volgens mij noodzakelijk. Hier wordt bij het LKCA (Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst) hard aan gewerkt. Bij het schrijven van mijn antwoorden moet ik terugdenken aan één van de Nationale Showcongressen. Peter Vulperhorst gaf tijdens een deelsessie een uiteenzetting over traditie en identiteit. Veel korpsen houden vast aan traditie


en identiteit en vergeten daarbij dat ze in het huidige tijdsgewricht wel moeten innoveren. Peter vergeleek traditie en identiteit met een Mercedes. Dit automerk heeft haar identiteit en traditie in de afgelopen 40 jaren niet verloren. Van ver herken je een Mercedes, dit automerk heeft een ijzersterke identiteit. De manier waarop de auto geproduceerd wordt is nog steeds met de spreekwoordelijke ‘Deutsche Grüdlichkeit’. Die traditie staat al jaren garant voor een topproduct. Echter, met behoud van imago en identiteit heeft deze autoproducent toch meegedaan aan innovatie en technologische ontwikkelingen. In die branche moet dat ook wel, wil je het hoofd boven water houden. Wat mij betreft een mooie metafoor voor de showbandsector. Innovatie, vernieuwing, ontwikkeling, toekomstgerichtheid, anders denken etc. hoeft niet ten koste te gaan van identiteit en traditie. Maar wanneer men niet tot innovatie bereid is zal de sector nog meer onder druk komen. Wanneer men wel bereid is om te innoveren en toekomstgericht te denken, maar daarvoor niet de nodige kennis heeft, hebben we met z’n allen de verantwoordelijkheid om de deskundigheid op deze terreinen te bevorderen om zo de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Piet van Houten is Showinstructeur geweest van 9 showorkesten, bestuurder, jurylid, programmamaker Taptoe Leeuwarden, organisator van evenementen in binnen-en buitenland, eigenaar 2Escape/Event Inspirience. Steeds vaker lees je dat korpsen opgeheven worden, vanwege geen ledenaanwas en ik zie het ook om me heen bij korpsen bij mij in de regio. We praten in Noord Nederland, waar ik woon, over krimp, dorpen waar voorzieningen verdwijnen en daarmee ook een stuk leefbaarheid. Jongeren trekken naar de stad en naar regio’s waar wat te doen is, waar ze hopen werk en een carrière te vinden. In de wereld van show, muziek en dans zien we dat ook gebeuren, jongeren die hierin iets willen doen trekken steeds meer en meer naar een landelijk top korps, ook al moeten ze daar ver voor reizen. Dat betekent dat in de dorpen het verenigingsleven erg onder druk komt te staan en er steeds minder verenigingen overblijven.

Lid zijn van een vereniging voor jaren, uiteindelijk een mooie speld opgespeld krijgen door een bondsvoorzitter, je maakt het niet vaak meer mee. Vrijetijdsbesteding wordt individueler en jongeren willen, voordat hun tijd opgaat in een maatschappelijke carrière, intensief hun hobby kunnen beleven en dat het liefst op een hoog niveau. Deze vorm van vrijetijdsbesteding, waar een grote mate van eigen belang in zit, past niet bij het traditionele verenigingsleven. Is deze ontwikkeling nu zorgelijk? Of is er juist sprake van een gezonde ontwikkeling. Op dit moment beide. Zorgelijk, omdat nog niet iedereen er aan wil dat vrijetijdsbesteding individueler wordt. Verenigingsbelang wordt ingeruild voor eigen belang en als je daar als vereniging en bestuur en staf niet op in speelt dan loop je achter de feiten aan en komt er een behoorlijke verschraling in de sector. Dit omdat de kans dan groot is dat er slechts een beperkt aantal (top) korpsen, die individuen een korte tijd faciliteren om op een behoorlijk niveau te kunnen excelleren in hun hobby, overblijven. Om me heen zie ik het gebeuren, jongeren reizen voor deelname aan een vereniging steeds gemakkelijker naar korpsen ergens anders in het land, afstand is geen kwestie meer. Sneek, Dordrecht, Hilversum, Amersfoort, heel normaal om daar wekelijks de repetities bij te wonen. En optredens, dat was al geen punt. Want je gaat voor grote landelijke evenementen en als het even mee zit ook naar het buitenland. In zo’n schema past natuurlijk niet meer het opluisteren van de festiviteiten in eigen dorp, ook al is dat al beperkt tot Koninginnedag en Sinterklaas. Je ziet het ook in het Indoor Percussioncircuit en de Winterguard.


Een winterguardgroep die vorig seizoen nog de Open Class won, valt uiteen omdat de individuele leden op een hoger niveau willen excelleren. Wat niet gebeurt is dat de noordelijke winterguardgroepen, en dat zijn er nog al wat, in staat zijn om zelf, gezamenlijk een noordelijk selectieteam op het been te brengen. Goed voor de competitie, goed voor de reisafstanden en ik denk ook goed voor plaatselijk verenigingsleven. Ergens moet het namelijk beginnen en opleiding en jeugdgroepen is iets wat vooral op lokaal niveau moet starten, ten minste als je op jonge leeftijd wilt beginnen. Overal zijn verenigingen die last hebben van dalende ledenaantallen. Wat je daat aan kan doen? Gezamenlijk daarop een antwoord vinden, dat gebeurd niet, daar liggen nog hoge drempels voor. Een lichte vrijage tussen Noordenveld en Smalena heeft niet tot een huwelijk geleid. Toen ik nog voorzitter was van een showkorps, waar ledenaanwas al een probleem werd, heb ik geprobeerd deze discussie op gang te brengen. Niet gelukt, het lukte niet om het eigen los te laten en de kracht van het gezamenlijke te zoeken, jammer. Dat bestuurders en stafleden nog niet zo ver zijn dat vind ik zorgelijk. Is de ontwikkeling dan alleen maar zorgelijk, ik vind van niet. Als je maar in staat bent om oude waarden, ideeën en kleinschalig verenigingen dorpsdenken los te laten en als je maar probeert in te spelen op de ontwikkelingen en trends om je heen, op deze nieuwe manier van individuele vrijetijdsbesteding. Als je dat doet liggen er volop kansen, krijg je steeds meer niveau omdat regiokorpsen meer plek bieden voor talent. Ook de trend dat men slechts een paar jaren heel intensief deze mooie hobby wil bedrijven, past hier naadloos in. Door gezamenlijk selectieteams en regiokorpsen te realiseren en in de dorpen hiervoor de opbouw hiervoor te doen door middel van opleiding en jeugdkorpsen, dan denk ik dat dat alleen maar goed kan uitpakken.

bijzondere optredens bij leuke culturele festivals dan blijft de hobby ‘hip’ en dat vergroot de aantrekkelijkheid van deze mooie hobby. Dit jaar bestaat Taptoe Leeuwarden 40 jaar en als programmamaker van dit gebeuren vind ik dat je na 40 jaar moet durven vernieuwen en dit podium voor de korpsen, ensemble en dansgroepen nog aantrekkelijker moeten maken voor een jong publiek. Ook daar kunnen we jongeren interesseren voor muziek, show en dans. Daarom gaat het stichtingsbestuur van Taptoe Leeuwarden het evenement drastisch veranderen. Na de 40e editie in oktober dit jaar moet het evenement uitgroeien tot een driedaags spektakel voor zowel muziek, dans en zang. En naast het laten zien wat amateurs in Nederland in huis hebben en door ook internationale voorbeelden te programmeren, zullen deze drie dagen ook een platform worden voor bestuurders, instructeurs, stafleden en beoefenaars. Ze krijgen een plek waar ze met elkaar kunnen praten over nieuwe ontwikkelingen, waar ze geïnformeerd worden door een congres, clinics, masterclasses, enz. Op deze manier hoopt Taptoe Leeuwarden een bijdrage te kunnen leveren aan het in stand houden van deze hobby, van korpsen, ensembles en winterguard en zelf ook nog jaren te kunnen bestaan, omdat er ook in de komende jaren hopelijk volle tribunes zullen zijn. De ontwikkeling is zorgelijk als we er niets mee doen, niet los durven te laten maar kan ook gezond zijn als we onze nek durven uit te steken, durven te vernieuwen en dan vooral gezamenlijk, niet een ieder vanuit zijn eigen ‘klubje’. In Leeuwarden ligt het plan klaar, we realiseren ons dat het alleen niet lukt, de bonden hebben hun ondersteuning al toegezegd door het Showcongres te koppelen aan Leeuwarden. En ook met betrekking tot dit congres zijn er in de samenwerking al ideeën over de tafel gegaan. Ook hierin zal breder gedacht moeten worden en de veelzijdigheid in de branche en trends als onderdeel van de agenda.

Ik denk dat als we willen verenigingen over niet Als je dan ook nog in staat bent om flexibel al te lange termijn er anders zullen uitzien en dat te zijn in wat je doet, dus niet alleen in het faciliteren van individuele mensen die met competitieverband tijdens contesten en anderen een korte periode intensief hun hobby concoursen, maar ook leuke projecten, theater, willen beoefenen daarin centraal moet staan.


Gastcolumn van Richard Kampstra

Slagwerkinstructeur bij Advendo Sneek

Stoppen? meer van deze tijd. De leden van deze club gaan alleen nog maar op het podium hun muziek vertolken. Ik ben van mening dat dit uitgangspunt volledig de trommel mis slaat!

H

et gaat niet goed in de ‘showbandwereld’. Wekelijks komen er nieuwe berichten over het stoppen van drumbands en showkorpsen. Pas geleden in het Noorden zijn ook 2 mooie verenigingen gestopt: Marchingband UDI uit Assen en het Van Renssenkorps uit Heerenveen. In de Leeuwarder Courant van donderdag 24 januari j.l. werd een artikel gewijd aan het opheffen van de Heerenveense Marchingband. Opvallend aan het artikel vond ik de inhoud: driekwart van het artikel ging over de glorietijden van het korps, het laatste kwart over het hier en nu en de reden van stoppen: de jeugd van tegenwoordig is niet meer te porren voor het lopen op straat in een uniform. Nu is het heel makkelijk om van afstand commentaar te leveren op deze uitspraak, of op de interpretatie van de journalist, maar het ‘triggerde’ mij wel. Hoe zijn de laatste jaren verlopen, wat is er gedaan om wel een goede doorstart te kunnen maken? Hoe kunnen andere korpsen hiervan leren? Ik lees het helaas niet… Neem de uitspraak van een voorzitter van een andere drumband welke niet meer op straat wil marcheren. Volgens hem is dit soort van cultuur niet

Volgens mij is het van het grootste belang dat een muziekvereniging, hoe groot of hoe klein hij ook is, op straat loopt/showt. Met trots laten zien dat je ergens voor staat en dat met passie tonen aan de buitenwereld. Uit diezelfde buitenwereld moeten immers je nieuwe leden komen, nieuwe leden die staan voor de continuïteit van dat gene waar je, met je hele ziel en zaligheid, hard voor werkt! Wanneer korpsen alleen maar in de concertzaal hun kunsten vertonen zal de cirkel alleen maar kleiner worden en uiteindelijk niet meer die ledenaanwas laten zien welke nodig is voor een gezonde, bloeiende club. In een eerdere column heb ik het al eens geschreven: luister en kijk naar de jeugd…. Wat interesseert hun? Wat vinden zij gaaf? Zoek als korps naar de uitstraling waarbij de leden zich lekker en trots voelen, maar ook het publiek datgene wat je doet waardeert. Wees kritisch op de uitstraling: in wat voor uniformen lopen de leden en welke muziek spelen zij daarbij? Zorg voor een gedegen opleiding waarbij alle facetten welke nodig zijn voor goede showmuzikant, aangeleerd worden. Denk ‘out of the box’, maar zoek het niet altijd in extremen. Laat je door verschillende personen of instanties goed adviseren. Er zijn gelukkig nog een heleboel mensen die vinden dat een korps wel in het huidige straatbeeld past en daar dan ook alles voor doen om dit te behouden. Ik ben er één van. Ik zeg niet voor niks elke keer weer: ‘Voorwaarts, Mars!’


ox' b e th f o out n e denk j i 'W Denkt u zelf ook 'out of the box'? Wilt u vernieuwen? Zoekt u andere manieren om uw publiek te vermaken? Dan bent u bij aan het juiste adres. Wij kunnen uw evenement een beleving meegeven, die niet snel vergeten wordt. Onze specialiteit ligt op het gebied van het combineren van korpsmuziek, dans, theater en acrobatiek. U kunt ons onder de naam Event Inspirience inschakelen voor de meest uiteenlopende zaken. We ontwikkelen dé juiste act voor uw (bedrijfs)evenement en we zijn in staat een spectaculair evenement neer te zetten. Event Inspirience verzorgt maatwerk en we proberen aan al uw wensen te voldoen.

Hullenweg 9 9301 ZD RODEN Tel: 050-5010243 Mob: 06 55 166 236 Mail: info@2escape.nl Web: www.2escape.nl

! s e c c u s l e e v ” t n o r f e

h t n O “ n e Wij wens

Ontwerp Drukwerk Textieldruk Spandoeken Reclameborden

Walda Design werkt o.a. voor: stichting Taptoe Leeuwarden, Korpsmuziek.nl,Showband Marum, CMH Menaldum,T-Brass e.v.a

De Sk ries 6 9254 CX

HARDEGARIJP

(tel.) 0511-471917

(mob.) 06-233 055 76

info@walda- design.nl


Foto’s: fotografiecor.nl


Elfmaal Musikparade Met Bicycle Showband Crescendo Opende op stap naar Duitsland!

B

egin februari is Crescendo afgereisd naar Duitsland om deel te nemen aan Militär- und Blasmusik tournee de ‘Musikparade’. Het was voor Crescendo de elfde keer dat werd afgereisd naar Duitse steden om hieraan deel te nemen en hier zijn we erg trots op! Op vrijdagochtend 1 februari vertrokken de leden van Crescendo richting de Westfalenhalle in Dortmund. De laatste keer dat Crescendo hier de show aan het Duitse ‘Musikparade’ publiek liet zien was alweer vijf jaar geleden. Bij het binnengaan van de hal kon menig Crescendo-lid zich de hal wel weer herinneren. De kleedkamers en de eetzaal, alles kwam weer terug en men voelde zich al snel op z’n gemak. Verdeeld over de middag konden alle deelnemende korpsen hun eigen show oefenen. Al snel kwamen we bekende korpsen tegen zoals het militaire muziekkorps uit Oekraïne. Naast Oekraïne waren Bulgarije, Duitsland, Moldavië, Frankrijk en Nederland vertegenwoordigd. De opening en Finale van de ‘Musikparade’ is altijd erg belangrijk tijdens het programma. Met alle deelnemers werd dan ook lang gerepeteerd voor deze momenten. Na de prachtige opening met de ‘Superman Marsch’, live uitgezonden op de Duitse televisie, begon het programma met de Bulgaren. Crescendo stond na de pauze ingepland. Na goed ingespeeld te hebben stonden we klaar om de vloer te betreden. Het voelde vrij droog aan in de zaal waardoor het muzikaal soms wat lastig was, maar de show werd zeer gewaardeerd door het publiek. Het applaus was weer als vanouds, zoals het altijd

in Duitsland klinkt, geweldig! De finale eindigde met nummers als ‘the Raiders Marsch’ en ‘Amazing Grace’, en een mooie soliste ‘Crystel Benton’. Na deze succesvolle avond werden de fietsen ingeladen om vervolgens met de bus naar Oberhausen te reizen. We verbleven in een luxe hotel waar we een biertje konden bestellen in de hotelbar. Sommige muzikanten hebben het uitgaansleven in de stad nog even opgezocht. Na een goed ontbijt vertrokken we rond 11.00 uur richting de ‘König Pilsener Arena’. Ook Oberhausen hebben we eerder meegemaakt. In januari 2008 heeft het publiek ons al eens gezien maar desondanks was het weer één groot feest! Waar het in 2008 foutloos ging waren er deze keer 2 aanrijdingen met de fietsen. Daarnaast werd onze 1-wiel-specialist bijna één met twee andere fietsers, dit zou een vreemde combinatie zijn geworden. Een andere crash werd zelfs na afloop door de leden ontvangen met applaus: één van de jongere leden kwam in botsing met een ander en had hier op de een-of-andere manier het hele stuur scheef staan. Door de ervaring die ze van de familieleden had gekregen wist ze precies hoe ze moest reageren; fiets aan de zijkant, even lachen, stuur rechtzetten, even zwaaien en weer doorgaan: geweldig! De staande ovatie aan het einde van de show deed bij vele leden een koude rilling over de rug lopen, hier doen we het voor! Het was wederom een geweldig weekend, tot in de puntjes verzorgd en we zijn blij dat we er in het eerste weekend van maart weer bij mogen zijn! Het was in 1 woord: GEWELDIG!


Trommelkorps Koninklijke Schutterij Sint-Sebastiaan

Gaat voor de tiende keer naar het WMC!

N

egen opeenvolgende en succesvolle deelnames op het WMC in Kerkrade. Het trommelkorps van de Koninklijke schutterij Sint -Sebastiaan uit SintHuibrechts-Lille heeft vanaf zijn eerste deelname in 1978 een mooie WMC traditie opgebouwd. Vanaf die eerste deelname zijn de Lilse trommelaars er elke editie onafgebroken bij geweest en hebben ze telkens een eerste prijs behaald. In 2013 willen ze voor een 10e opeenvolgende keer succesvol deelnemen aan het WMC. Het trommelkorps van de Koninklijke schutterij Sint Sebastiaan heeft een rijke naoorlogse geschiedenis. Aanvankelijk was er bij de optochten van de schutterij 1 trommelaar om de schutters te begeleiden. Halverwege de 20ste eeuw is die ene trommelaar geëvolueerd naar een trommelkorps. Met de aanstelling van Roger Peeters als instructeur werd het niveau stevig omhoog gedreven en gingen de Lilse trommelaars deelnemen aan concoursen op schuttersfeesten, provinciale en nationale kampioenschappen en de mars- en showwedstrijden der Lage Landen in Hamont. Het is ook in die periode (1978) dat het trommelkorps de eerste keer deelnam aan het WMC in Kerkrade. Het korps staat onder

leiding van instructeur Bert Hermans en Tambour-maître Robert Vandenberk. Het korps presenteerde zich niet alleen in Nederland maar ook in Hannover (D), het Wembleystadion in Londen (UK), Parijs (F) en in Alsfeld (D). Victor Oskam heeft een groot aandeel in het succes. Na een kennismaking met toenmalig instructeur Roger Peeters in 1982 is hij huiscomponist geworden en schreef hij telkens succesvolle werken voor het WMC. Op 8 juli 1978 begon de WMC reeks met ‘Free Lance’, ‘The Scotch Tattoo’, ‘Palovagi Mars’ van Willem Laros. In 1985 componeerde Victor ‘A New Connection’, in 1993 versie twee en voor 2013 ‘New Connection 3’. Het werk heeft heel wat in zich: Er zijn zowel Amerikaanse, Schotse en Afrikaanse elementen aanwezig. Naast maatwisselingen komen er ook ritmes uit bepaalde maatsoorten voor binnen andere maatsoorten. Dit alles maakt samen met de frisse kijk van Victor Oskam het werk “New Connection 3”. Met deze mars zullen de trommelaars van de Koninklijke schutterij Sint-Sebastiaan trachten om een 10e op éénvolgende 1ste prijs (vroegere gouden medaille) mee naar Sint-Huibrechts-Lille te nemen. Fotografie: Arnoud Bex


Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee

op de Birmingham Tattoo 2012

H

et is leuk om eens een kijkje te nemen in de keuken van een beroepsorkest. Dat bleek al in de terugblik op de optredens van verschillende militaire orkesten tijdens de kroning van Willem Alexander. Maar ook het Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee (TkKMar) had eind vorig jaar een bijzonder optreden bij de Birmingham Tattoo 2012. Ze willen ons er graag iets over vertellen. Door Marc Gouswaart Het is 06.00 uur op vrijdagmorgen, een deel van de musici van het TkKMar vertrekt van de KWIII Kazerne in Apeldoorn in de richting van Birmingham en maakt een tussenstop op de Trip van Zoudtland Kazerne in Breda om de overige leden van het orkest op te pikken. Na een korte koffiepauze ergens in België en een voorspoedige overtocht per veerboot van Calais in Frankrijk naar Dover waarbij ook de lunch gebruikt wordt is het aansluiten in de files rondom Londen en Birmingham. Besloten wordt om onderweg te stoppen voor een diner om een deel van de files te omzeilen. Uiteindelijk komen we om 22.00 uur aan bij het hotel in Birmingham.

De volgende ochtend vertrekken Paul van der Schoot en ondergetekende naar de Birmingham Indoor Arena om een locatie verkenning uit te voeren en alle voorzieningen voor het orkest te regelen. Alle afspraken met de organisatie worden nagelopen. De kleedruimte blijkt wat krap, maar door alle flightcases en (lege) kledingcontainers in de gang te plaatsen en extra stoelen te ritselen komen we een heel eind. Nadat de bus met het TkKMar is aangekomen en alle materialen op hun plek staan begint een repetitie van de eigen ‘show’. De repetitie verloopt voorspoedig en de speaker krijgt nog wat aanwijzingen om de naam Koninklijke Marechaussee en de namen van de diverse personen correct te kunnen uitspreken. Na de lunch volgt de repetitie voor de finale van de taptoe en wordt er met alle


aanwezige orkesten gerepeteerd op een voorraad bladmuziek die doet vermoeden dat het een lange avond gaat worden. Na een langzame start wordt er uiteindelijk zeer effectief gerepeteerd en kan er op tijd worden aangeschoven aan het diner. De eerste contacten met de overige deelnemers wordt gemaakt. Uiteraard trekken de musici van de diverse orkesten naar elkaar toe en ontstaan geanimeerde gesprekken over muziek en andere zaken. Het ‘huisorkest’ van de taptoe is the Band of the Irish Guards die met hun scharlaken rode uniformen en beremutsen typisch Brits genoemd mogen worden. De kwaliteit van dit orkest – dat in de ochtenduren de show moest instuderen- was verrassend goed! Buitenlandse inbreng was er vanuit Nederland en Jordanië. Het orkest en doedelzak spelers uit Jordanië werd gecoacht door de oud dirigent van the Band of the Grenadier Guards, majoor Kevin Roberts die voor een periode van drie jaar als ‘The musical adviser to the King of Jordan’ de muzikale opleiding van de Jordaanse musici mag verzorgen. De problemen die hij tegenkomt zijn vergelijkbaar met die van onze musici die een vergelijkbaar project in Suriname hebben gedraaid. Uit Nederland was naast het TkKMar ook Show- en Drumfanfare Juliana uit Amersfoort aanwezig. Zij brachten delen van de diverse taptoeshows ten gehore en werkten daarbij samen met een Britse Pipe Band. Deze samenwerking was de eerste link met de Britse veteranen waar de opbrengst van de taptoe voor bedoeld was. Uit de regio rondom Birmingham waren diverse Sea, Air en Army Cadet Bands en Scouting Bands samengevoegd tot ‘massed bands’. Zij brachten de toekomst van de krijgsmacht in beeld. (Elk krijgsmachtdeel kent een jeugdafdeling, vergelijkbaar met scouting, die –positief bedoeld- militairtje spelen en zo kennismaken met de krijgsmacht. De orkesten worden geleid door (oud) dirigenten van Britse militaire orkesten en de leeftijden van de musici varieert van 3 jaar (op de foto met onze slagwerker Rutger Jansen) tot 18 jaar.

De actieve militairen van de Britse krijgsmacht kwamen in aktie met ‘The Naval Field Gun Competition’. Van oorsprong was dit een marine aangelegenheid waarbij de mariniers van verschillende schepen werden geacht – ongeacht het terrein- zelf hun kanonnen mee te nemen. Dit resulteerde in een competitie ‘kanonzeulen’ over een parcours waarbij een kanon, compleet met affuit, over muren en denkbeeldige rivieren moest worden verplaatst. Dit uiteraard onder tijdsdruk. Deze wedstrijd vond jaarlijks plaats tijdens het Royal Tournament in Earls Court Arena. Nadat dit evenement vanwege bezuinigingen verdween werd de traditie op kleinere schaal in ere gehouden en zijn er nu nog teams met vrijwilligers die hun krijgsmachtdeel vertegenwoordigen. Traditie tijdens taptoe Birmingham zijn ook de hulphonden. Een aantal honden voert een act op door een hindernisbaan te lopen waarbij het publiek wordt uitgenodigd partij te trekken voor de hond van hun keuze. Opvallend is dat de hond die door de kinderen wordt aangemoedigd steeds de winnaar is. De honden lopen tijdens de pauze rond door de publieksgedeeltes en menig hart smelt bij het zien, aanraken en aaien van de honden. De aandacht die naar deze honden uitgaat is weer van invloed op het geld dat wordt ingezameld. Weer even terug naar de finale. De finalerepetitie was kort en zeer effectief. We marcheren op voor de finale en nadat muzikaal eerbetoon is verleend aan het vaandel van de Royal Air Force dat deel uitmaakt van het finaleplaatje vraagt de speaker aandacht voor één persoon die even het woord wil voeren. Terwijl de naam van die persoon genoemd wordt staat het publiek op en begint met applaudisseren. Die man begint met een verhaal waar we, doordat hij een nogal sterk ‘Welsh’ accent heeft weinig van kunnen volgen. Ruim 20 minuten later kunnen we pas verder met de finale. Een dag later hetzelfde ritueel, weer neemt de man het woord en opnieuw een staande ovatie voor deze man. Nieuwsgierig als ik ben heb ik uiteraard navraag gedaan naar dit fenomeen en heb ik het orkest geïnformeerd over deze man.


Deze man, Simon Weston OBE, is een veteraan die tijdens de Falklandoorlog diende op het Britse oorlogsschip dat werd getorpedeerd en zonk. Deze man behoorde tot de weinige overlevenden die –zwaargewonden voor 70% verbrand uit het water werd gevist. De BBC filmde het moment dat hij in de reddingboot werd getrokken en volgde hem tijdens zijn revalidatieproces. Daardoor werd hij letterlijk het gezicht van de Britse veteranen. Dit, aangevuld met het enorme charisma dat de man heeft, maakt dat hij overal waar hij komt aandacht vraagt voor de veteranen en de problemen waar de veteranen mee te maken krijgen. Hij dwingt respect af door te wijzen op de gevaren en problemen waar veteranen mee te maken krijgen tijdens en na uitzendingen. Psychische problemen tot het letterlijk op straat komen te staan van militairen die vanwege bezuinigingen geen baan meer hebben als hun ‘tour’ er opzit. Een aantal veteranen leeft letterlijk in het bos omdat ze vanwege de problemen geen vaste baan kunnen krijgen, geen inkomen of vangnet hebben. Het project waar hij aandacht voor vraagt voorziet in het opzoeken van deze mensen en ze weer aan een baan helpen, medische zorg geven en uiteindelijk weer een sociaal leven laat opbouwen. Na zijn speech worden the Evening Hymne, Rule Britannia en Pomp of Circumstance Nr. 1 door de gezamenlijke orkesten gespeeld. Een fantastische entourage die, doordat zo ongeveer het hele publiek een Union Jack heeft gekocht een patriottisch gevoel neerzet zoals alleen

de Britten dat kunnen. Groot Brittannië is weer even een wereldmacht. Nadat de taptoe is afgelopen volgt er in het hotel een spontaan feest waarbij alle deelnemers nog gezellig de goede afloop kunnen vieren. Er worden contacten gelegd en oude vriendschappen leven weer op. Muzikanten zijn één grote familie! De volgende ochtend na het ontbijt weer met de bus richting Apeldoorn waar we ’s avonds aankomen. De volgende keer dat we weer met de bus reizen graag een keertje eentje van het merk airBUS.


Advendo Sneek pr Brass, Drums & Vo

D

at Advendo Sneek altijd vernieuwend bezig is zal niemand ontgaan. Dat er een CD gepresenteerd zou worden tijdens de showavonden eind april is ook vast niemand ontgaan. Weken, maanden is er gewerkt naar deze presentatie en halverwege de jaarlijkse showavond was het dan zo ver. Advendo kwam de zaal in, stelde op, zette ‘Like the way I do’ in en vervolgens kwamen er drie zangeressen de zaal in lopen. In het diepste geheim is er gewerkt aan een CD met Voices!


Elke CD cover is voorzien van een Layar label. Dat wil zeggen dat je met een smartphone en de layar app extra informatie kunt zien. We gaan dit uiteraard niet verklappen maar dat het vooruitstrevend is is zeker. Markering in de tijd Naast vernieuwend en vooruitstrevend is deze Muziekbox ook een markering in de tijd. De box is opgedragen aan de vorig jaar overleden Sjoerd Westra, mentor van vele Advendo instructeurs en muzikanten. Richard Kampstra nam tijdens de presentatie het woord en overhandigde het eerste exemplaar over aan de familie Westra die als genodigden in de zaal aanwezig waren. Op de ‘Drums’ cd staat dan ook BonSjoerd! op track 1. Later die avond speelde ook ‘Afslag Sneek’ een nummer ter nagedachtenis aan Westra: ‘HeartBeat’. De opnameweek

resenteert oices Tijdens de verdere presentatie van Johan van Delden (sinds vorige maand ex-voorzitter) bleek dat er een 3CD box is geproduceerd, met in totaal 33 tracks. Eén dus met Voices, één met Drums en één met Brass, en dat is dus ook de titel van de CD Box: Brass, Drums & Voices.

Al vlak na de opname week spraken we Vincent Schutte (percussie), ‘De afgelopen week heb ik ervaren als een hele bijzondere. In zes dagen (slagwerkdag) hebben we maar liefst 26 nummers weten vast te leggen. Het mooie van de slagwerkdag vind ik dat we de hele dag samenzijn. We spelen met elkaar, eten met elkaar en gaan na de afloop nog met z’n allen uit eten. De groep wordt hierdoor hechter en het is een feest om te doen wat je het liefst doet, namelijk muziek maken.’ Richard Kampstra: ‘Ook voor de instructie is dit een mooie periode: je bent optimaal bezig met de groep en ziet dan ook een muzikale groei, welke we nu moeten doorzetten. Hard werken, maar ook humor als het nodig is!’ Marc Brinkhuis: ‘De hele vereniging werkt mee: catering, barbezetting voor alle dagen: alles is geregeld en geeft ook de club een boost. Mooi te zien dat leden zo bezig zijn om er voor te gaan en de ambitie en passie laten zien, die wij graag willen zien, helemaal richting het WMC deze zomer.’


Percussiegroep Ridderst

H

et is goed om te zien dat er op de deelnemerslijst van het WMC ook nieuwe Nederlandse deelnemers staan. Percussiegroep Ridderster, opgericht op 11 mei 2011 is daar een van. Instructeur Theo Vet beantwoorde een aantal vragen over de aanstaande deelname van het korps aan het WMC. Jullie zijn nog maar een jonge vereniging. Hadden jullie gedacht dat je nu al op het WMC zouden staan? De doelstelling van de club is om op zo’n hoog mogelijk niveau slagwerk te beoefenen. Hiertoe neemt de club in de eerste divisie deel op de landelijke concoursen en was de doelstelling om in het eerste bestaansjaar deelname aan het Nederlands kampioenschap af te dwingen. Dit is op de beide concoursen in 2011 overtuigend gelukt, want de groep scoorde met respectievelijk 88,44 en 88,67 punten (Klundert / Heinkenszand) en wist hiermee deelname het NK zeker te stellen. Op 21 april 2012 heeft de groep vervolgens deelgenomen aan het Nederlands kampioenschap, en werd hier in de hoogste

divisie ook direct Nederlands kampioen door met 90,33 de overige deelnemende slagwerkgroepen te verslaan. Hiermee was ook duidelijk dat deelname aan het WMC eveneens was zeker gesteld.

Wat is jullie doel tijdens het WMC? Percussiegroep Ridderster komt uit in de marswedstrijden in de world-division. De groep heeft zich ten doel gesteld om met ‘een gouden medaille’ huiswaarts te keren. Doelstelling is dan ook dat er minimaal 85 punten gescoord gaan worden.


ter op weg naar het WMC Zijn er binnen de club mensen met WMCervaring? De leden in de groep hebben allen al een ruime slagwerkervaring, maar hebben geen van allen ooit op het WMC gestaan. Ook voor het instructieteam is het WMC een primeur, desondanks is er zeker wel een verwachtingspatroon op te stellen. Kijkend naar de scores van de collegaslagwerkgroepen op het WMC in 2009 is er goed in te schatten tussen welke slagwerkgroepen percussiegroep Ridderster zich moet kunnen scharen. Hoe zien jullie de toekomst van Ridderster? Percussiegroep Ridderster is een bijzondere vereniging, welke in zijn korte bestaan al een indrukwekkende rij met hoogtepunten heeft mogen beleven. Naast grote optredens, een groots opgezette theatershow en het winnen van de sla je sla cup is ook het jeugdslagwerkensemble zeer succesvol en is inmiddels voor de 2e keer op rij Nederlands kampioen geworden in de jeugddivisie. Verder is de vereniging niet alleen muzikaal succesvol, mede vanwege de bijzonder hechte

band van de leden, en de drive om met elkaar de club op te bouwen is het in de zeer korte tijd dat de vereniging bestaat gelukt om naast een volledig nieuw instrumentarium (zowel marsals concert-instrumentarium) ook een eigen clubgebouw ter beschikking te hebben.

Terugkijkend naar de afgelopen 2 jaar, hebben bestuur, leden en instructie er dan ook alle vertrouwen in dat de club een mooie toekomst in het verschiet ligt. Natuurlijk zijn we bijzonder trots op het feit dat we in 2 jaar tijd Nederlands kampioen zijn en mogen debuteren op het WMC in de World Division. Iedereen mag onze site bekijken:Â www.percussiegroepridderster.nl


Do’s and don’ts op social media

A

ls je social media inzet voor je vereniging, wil je dit natuurlijk zo goed en effectief mogelijk doen. Een belangrijke factor hierin is het gedrag op social media. Gebruik social media verstandig en hou er rekening mee dat er op Twitter, Facebook en LinkedIn ‘etiquette’ bestaat. Vandaar dat On the Front op onzerzoek uit ging en aan een aantal specialisten heeft gevraagd wat de do’s en don’ts op social media zijn. Je vindt ze op de pagina hiernaast!


Wat moet ik níet doen op social media? Grof zijn: Wees niet grof, onbeschoft of beledigend. Houd rekening met de gevoelens van anderen. COMMUNICEER NIET IN HOOFDLETTERS. Dat staat, net zoals in e-mail, voor SCHREEUWEN. Roddelen: Roddel niet over anderen. Onthoud je ook van negatief commentaar op je ‘concurrenten’. Je bereikt er niets mee en zet vaak jezelf ‘te kijk’. Auto-tweets: Misschien wel de grootste doodzonde op social media: Een directe koppeling met Facebook. Overdaad schaadt, vooral als er ‘losse’ foto’s op facebook worden geplaatst krijgt elke foto een tweet met alleen een onduidelijke link. Je volgers zullen je direct hun timeline uitgooien. Beter is na een FB update, één tweet te sturen met de link naar de FB pagina.

Wat moet je wél doen? Wees jezelf: Laat zien wat de vereniging bezighoudt. Daarmee krijgt je volger gevoel bij de club. Laat vooral zien waar je bent en waarom. Deel: Met de club onderweg?, een goed resultaat behaald?, een mooi optreden? Laat het zien! Doe dat niet alleen tekstueel, maak ook foto’s of filmpjes om het te ondersteunen. Heb je een tweet ontvangen van een relatie of ander korps? Retweet, en bedank de afzender. Betere PR dan een compliment van een ander kun je niet krijgen. Zelf Volgen: Een manier om volgers en vrienden te krijgen, is door te kijken wie jouw bestaande contacten volgen. Klik op ze, bepaal of hun bio je aanstaat en ga ze volgen. Grote kans dat ze jou ook terugvolgen. Maar kijk ook eens rond bij je concurrenten op social media.

Nutteloos: Re-tweet of verzend nooit nutteloze informatie. ‘Vergeet je schoenen niet te poetsen’ of verjaardags felicitaties zijn bijvoorbeeld nutteloos. Misschien is 5% van je volgers actief lid, niet doen!

Goed tijdstip: Social media kennen geen kantooruren en zijn ook geen e-mail. Berichten hebben zeker op Twitter, maar ook op Facebook een korte nieuwswaarde. Soms zelfs van maar een paar seconden. Het tijdstip van posten is daarom van essentieel belang. De kunst is om te weten wanneer de meeste mensen aanwezig zijn aan de Twitterstamtafel: doordeweeks in de ochtend tussen 7.00 uur en 8.30 uur als iedereen aan het ontbijt zit, ‘s middags tijdens de lunch van 12.00 tot 13.00 uur en ‘s avonds na het eten tussen 19.30 uur en 21.00 uur. In het weekend is dat allemaal een uurtje later.

Closed: Alle platforms bieden de mogelijkheid om een ‘slotje’ aan te brengen op je account. Je tweets zijn dan alleen te lezen voor de volgers die je toestemming hebt gelezen en je Facebookpagina is alleen open voor vrienden. Dat lijkt een handige functie en dat is het in sommige privégevallen ook. Maar wil je social media inzetten voor PR doelen, dan gooi je met dit slotje letterlijk de deur dicht.

Gebruik de # (hashtag): Veel evenementen en instanties gebruiken de # om twitterberichten in hun pagina te treamen. Een goed voorbeeld in onze sector is #korpsmuziek. Alle tweets met deze hashtag komen in de KM pagina voorbij. Tijdens evenementen wordt dat vaak aangepast zoals #KMLive, #DCE2013, #WMC2013 en #ODSC2013. Zo wordt het ook mogelijk trending te worden in twitterland.

Auto-tweets 2: Twitter biedt je de mogelijkheid om al je tweets direct door te plaatsen naar je LinkedIn-account en Facebookpagina. Doe dat niet, zeker niet automatisch. Alle platforms vragen om een verschillende stijl en frequentie.

Hoe gedraag ik me op Twitter, Facebook en LinkedIn?


‘We willen op het WMC zo hoog mogelijk scoren én het publiek entertainen!’

H

et WMC is absoluut een Nederlands feestje, maar ook in 2013 komt er weer een flink aantal korpsen uit het buitenland. De Hertfordshire Showband, gevestigd in het Engelse Potters Bar, is inmiddels vaste gast op het concours. Hertfordshire is een van de meest succesvolle marchingbands in het Verenigde Koninkrijk. De vereniging wil jongeren en ouderen van 9 jaar tot 45 plus een kans geven om te leren, te presteren en te concurreren. De marchingband heeft zestig leden en een mooie historie. In de veertig succesvolle jaren dat Hertfordshire bestaat, heeft de band zich ontwikkeld tot een graag geziene gast bij wedstrijden, parades, taptoes, tv-optredens, openingen en internationale evenementen. Zo deed de band mee bij de opening van de Olympische Spelen in London. Andere hoogtepunten zijn optredens bij Wembley, in de Royal Albert Hall, de Birmingham Tattoo en Windsor Castle. Het optreden bij de Lord Mayor’s show in London, in 2012, ziet de club als een groot eerbetoon. De band heeft flinke ambities en doet dit jaar voor de zesde achtereenvolgende keer mee aan het WMC. De band is er trots op dat ze Engeland

Hertfordshire Showband


kunnen vertegenwoordigen op dit evenement. Ze doen dat met een jonge club, waarvan zeker 40 procent voor het eerst op het WMC staat. Voor de rest betekent het WMC dat veel mooie herinneringen opnieuw worden beleefd. Hertfordshire gaat naar het WMC met de show ‘Rock Classics’. De muzieksmaak van de bandleden stond centraal bij het uitzoeken van de muziek. Stuk voor stuk zijn het tijdloze nummers met een levendige en dynamische

uitstraling. Achtereenvolgens speelt de band I Love Rock & Roll, Live & Let Die, Bohemian Rhapsody, Livin ‘on a Prayer en Stairway to Heaven. Doel is om de leden mooie ervaringen op te laten doen op mondiaal niveau. Daarbij wil Hertfordshire zo hoog mogelijk scoren, maar tegelijk ook het publiek entertainen.


D

Johan Friso Middelburg gaat de strijd aan tegen het pesten

e meeste shows van korpsen krijgen tegenwoordig een naam of een thema. Vaak is dat een bekende musical of een bekende ‘grootheid’ uit de geschiedenis en daarmee niet altijd even actueel. Het afgelopen jaar hebben we allemaal de trieste verhalen in het nieuws gehoord. Jongeren die het leven niet meer zagen zitten, omdat ze gepest werden. De instructie van Jeugdkorps Johan Friso heeft deze actualiteit aangegrepen en moet vooral de jeugd gaan aanspreken. Het thema voor Johan Friso 2013: STOP PESTEN NU! Edwin Poppe, Corpsdirector van Johan Friso: ‘Wij wilden een thema met goede- en slechterikken wat ook in de show is terug te zien. Tijdens het brainstormen over een thema kregen wij van een staflid van Juliana dit mooi en pakkend thema in de schoot geworpen. De slechte pesten de rest, maar omdat pesten eigenlijk helemaal niet zo stoer is besluiten ze om het pesten te stoppen.’ Zijn de kinderen ook betrokken in de voorbereidingen? We hebben de kinderen gevraagd of ze muziek nummers aan wilde dragen. De muzikale staf

heeft naar de nummers gekeken of deze ook daadwerkelijk uitvoerbaar zouden zijn. Het thema had weinig discussie nodig. Wat vinden de ouders van het thema? De reacties van ouders en leden zelf zijn heel enthousiast. Iedereen heeft het waarschijnlijk wel eens meegemaakt dat er in zijn of haar omgeving iemand gepest werd. Of dat hij of zij zelf werd gepest. Was het lastig geschikte muziek te vinden? Er is niet specifiek gekozen voor muziek gerelateerd met het pesten, maar meer met de emoties die hier bij komen kijken en gevoelens van kinderen in het algemeen. Verdrietig, vrolijk, onzeker etc. Johan Friso Friso zal zijn verhaal vertellen met muziek van onder andere de film Batman, Pirates of the Caribbean en Happy feet! Jeugdkorps Johan Friso is te zien op: 25-mei: Contest Roosendaal 01-juni Vlissingen NJF 22-juni Juliana: Contest Huizen 14-sept: DCN Finals in Dordrecht 28-sept: DCE Finals in Kerkrade


Gastcolumn Richard van Riel ‘We raken onze diversiteit kwijt’

R

ichard van Riel, band manager van Exempel, was onlangs te horen in het radioprogramma van BallisticBrass en uitte zijn bezorgdheid over de shows die momenteel in Nederland te zien zijn en ingestudeerd worden. Wij vroegen hem zijn bezorgdheid uiteen te zetten. Nederland kent een zeer uiteenlopend aanbod als het gaat om show- en marchingbands. Zelfs in een klein landje als het onze is het schitterend om te zien hoe divers het aanbod is. Elke vereniging heeft zijn eigen geschiedenis, zijn eigen kenmerken met daarbij horende klankkleur en verschijningsvorm. Het is precies DIE verscheidenheid die de taptoes en parades kleur geeft. Elke taptoe-organisatie zoekt naar verscheidenheid in korpsen om het voor het publiek commercieel zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Ik ben bezorgd dat we de diversiteit kwijtraken op de taptoevelden wanneer de opbouw van shows op wedstrijden voortaan volgens een internationaal (?) systeem beoordeeld moet worden. En dan te bedenken dat dit voor de meeste bands slechts eens per vier jaar het geval is. Moeten we voor dat ene moment van jurering onze eigen creativiteit en diversiteit opgeven? Zijn we als verenigingen allemaal zo blind dat we ons onderscheidend vermogen opgeven voor een vierjaarlijks topevenement? Nederland heeft op dit moment een amateur muzieksector die internationaal op hoog niveau staat. Laten we van onze eigen kracht uitgaan en zelf innoveren en ontwikkelen in plaats van kopiëren en volgen. Innovatie awards zullen ons verder brengen dan internationale awards. Let wel onze Nederlandse toporkesten zijn voor veel andere verenigingen rolmodellen. Er wordt gekeken naar wat ‘de grote jongens doen’ en de invloeden hiervan op gebied van muziekkeuze, showontwerp en uniformering klinken jaren later door in de hele amateur sector. Verschraling en versmalling in diversiteit in de top leidt naar mijn idee tot veel verder gaande versmalling in de hele show- en marchingband wereld. Hiermee zal de aantrekkingskracht voor het publiek en (nieuwe) muzikanten afnemen.

Natuurlijk wil je op een internationale wedstrijd volgens een eenduidig systeem bands kunnen beoordelen. Dus het systeem moet zich dan aanpassen en niet de bands. Is het nu niet zoiets als dat je een Italiaanse keuken en Franse keuken wil beoordelen en om dit te kunnen doen maar besluit om alleen nog te koken volgens een nieuwe Europesche standaard? Dat zal de smaak zeker geen goed doen. En het publiek? Dat haakt af. Ik wil op taptoes shows zien met figuraties die ik snap en met muziek die ik herken. Verder moeten muzikanten op de eerste plaats muziek maken. De toneelstukjes die ik steeds meer te zien krijg, zijn meestal van een beschamend niveau en blijven ver achter bij de muzikale kwaliteiten van de band. ‘Where the world meets MUSIC’ is toch het credo van het WMC? Of maken we er van er meer en meer een toneelspektakel van met zangers, dansers en slangebezweerders? Is de volgende stap dan vuurspugers en zeeleeuwen? Laten we op zoek gaan naar een andere manier om bands met elkaar te vergelijken zonder de identiteit van elk individueel orkest aan te tasten. Het systeem moet zich aanpassen aan de bands en niet de bands aan het systeem. Laten we zorgen dragen voor een land vol prachtige muziekverenigingen die verschillend zijn, oorspronkelijk en allemaal met een eigen geluid en gezicht. Dat is GOUD waard, voor elke show- en marchingband en het publiek in Nederland.


Op weg naar het WMC Show en Drumfanfare METRO Scheveningen

M

ETRO Scheveningen gaat ook in 2013 weer naar het WMC om mee te doen aan de marswedstrijden. De leden staan volledig achter het besluit van bestuur en instructie, die van mening zijn dat ze daar ook thuishoren. ‘Natuurlijk zijn we ons bewust van de nodige druk en spanning die dit met zich meebrengt, maar dat draagt ook weer bij aan de vooruitgang van de band’, ze stellen ze. En dus zijn de Zuid-Hollanders alweer druk bezig met de voorbereidingen op het concours. Door John van Alebeek Een viertal muziekstukken werden uitgezocht en al snel bleek dat ‘Die Sonnegehtauf’ van componist Rudi Fisher (arr. René Leckie) de band zeer goed ligt. Deze mars zal het grootste deel van het parcours bestrijken. Als tweede mars is gekozen voor Victory Day van D. Thumanov (arr. Jeroen vd Bron).Tijdens het bezoek in Scheveningen liet Dirigent Bram van Velde de twee stukken horen die tijdens de WMC Marswedstrijd op zondag 17 juli op en top moeten zijn. Het ruwe werk is ingestudeerd en er wordt gewerkt aan de afwerking, de articulatie en interpretatie.

Ondertussen heeft METRO er ook een repetitie weekend op zitten waarin plezier en muziek maken hand in hand zijn gegaan om gezamenlijk tot een resultaat te komen. De nieuwe mars- en showinstructeur Hans van de Bos is tijdens dat weekend hard aan het werk geweest om de exercitie en bochten strak te krijgen. De leden van METRO zijn enorm gemotiveerd en vastberaden om net zo goed te presteren als in 2009, dat blijkt wel uit de reacties van enkele leden tijdens het bezoek. De band denkt dat het moeilijk zal worden om de resultaten van 4 jaar geleden te evenaren. ‘Het is een enorme uitdaging voor ons allemaal, maar we gaan er wel voor! Tot nu toe gaat het erg goed en heeft iedereen er erg veel zin in. Er komt heel veel bij kijken. Veel repetities, zowel muzikaal als exercitie. De aanloop periode brengt veel spanning met zich mee. Dit ga je vooral de laatste paar weken merken. Dan neemt ook de druk van het instructieteam toe maar dat is het allemaal zeker waard. Als je eenmaal op het veld staat krijg je een enorme kick en zodra je over de finish bent weet je dat het alweer voorbij is en komt de ontlading er bij iedereen uit. Hopelijk blijheid en een gevoel van ‘wij hebben het weer geflikt met zijn allen’! Daarom doen we het!’


Op weg naar het WMC Wilhelmina Sleeuwijk

V

eel mars- en showkorpsen hebben zelf een uitstekend instructieteam om zich voor te bereiden op taptoes en het WMC. Maar af en toe is het goed om eens een externe instructeur ‘in te vliegen’. Bij Wilhelmina Sleeuwijk deinzen ze er niet voor terug om extra kennis te gebruiken. En dus werd Rob Balfoort gevraagd om een repetitie te leiden. Door John van Alebeek Tijdens een grootse repetitiedag waren zowel de junioren van Wilhelmina als de senioren druk bezig met de eigen repetities. In de ochtend waren bij de senioren alle secties verdeeld om te werken aan de interpretatie van de WMC stukken. Wilhelmina had grote namen naar Sleeuwijk laten komen om de leden veel te leren tijdens deze sectie repetities. Onder leiding van Rob Balfoort werden alle passages uit het stuk ‘JWB Mars’ behandeld en goed onder elkaar gezet. Tot in het kleinste detail werd dit uitgewerkt. Dirigent Roel van

Raaij en slagwerkinstructeur Corné Pas lieten weten welke stukken er tijdens het WMC uitgevoerd gaan worden. Wilhelmina heeft gekozen om twee stukken uit het bestaande repertoire te gaan finetunen om daarmee tijd te winnen. Er is gekozen voor een tweetal marsen die hun oorsprong vinden in Zwitserland. ‘Constellation’ in een arrangement van René Leckie en de ‘JWB mars’, een arrangement door Roel van Raaij. Van Raaij: ‘Deze twee stukken passen de club als een handschoen, worden graag gespeeld en heeft voor alle secties voldoende uitdagingen.’ Aan het eind van deze inspirerende dag maakte Showkorps Wilhelmina zich op voor het laatste deel, een gezamenlijke repetitie onder de motiverende leiding van Rob Balfoort. Het aangeleerde van de sectierepetities moest onder zijn leiding samengaan tot één geheel. De twee marsen moeten leiden tot een mooie prestatie op het WMC. ‘Omdat dit het hoogste podium is waar je je als showkorps kan presenteren. Het lijkt me heel gaaf om voor zo veel mensen te performen. En als je dan het applaus krijgt, dan is dat echt een kippenvelmoment. Natuurlijk wil je ook een mooi puntenaantal, maar het gaat toch vooral om de kick’, aldus een van de leden.





Mei 11 Taptoe Midden Nederland Slot Zeist 11 Taptoe Laarhoven Loosduinen 12 Taptoe Oijen 18 Pinkstertaptoe Lienden 20 Showoptreden Delfzijl (Neptunusfeesten) 25 DCN Contest Roosendaal 25 Efteling Taptoe Kaatsheuvel 25 Jeugdtaptoe Rotterdam Charlois 25 Taptoe Mierlo 25 Taptoe Rotterdam Charlois 25 Taptoe Wijk bij Duurstede 25 Taptoe Elst Juni 01 Indoor Showtaptoe Hoogeloon 01 Taptoe Zevenhuizen 01 Nationaal Jeugd Festival Vlissingen 01 Taptoe Midden Limburg (Roermond) 01 Taptoe Tiel 01 Taptoe Zeeland 02 Middagshow Enschede 02 Taptoe Exempel 08 ODSC Assen 08 Try-out Wilhelmina Sleeuwijk 08 Taptoe Westerbork 15 Rabo Taptoe Nunspeet 15 Taptoe Amerongen 15 Taptoe Drogeham 15 Taptoe Hazerswoude 15 Taptoe Heerenveen 15 Taptoe Klimmen 15 Taptoe Putten 15 Taptoe s-Hertogenbosch 21 Taptoe Staphorst 22 DCN Contest Huizen 22 Jeugdfestival Stiens 22 Almelose benefietTaptoe 22 Jeugdtaptoe Delft 22 Taptoe 700 jaar Sprang Waalwijk 22 Taptoe Beesd 29 Taptoe Stiens 29 Jeugd Show Korpsen Festival ter Aar 29 Nationale veteranendag 29 Taptoe Ter Aar 29 Taptoe Borculo 2013 29 Taptoe Gendt 29 Taptoe Stiens Juli 13/14 Wereld Muziek Concours Kerkrade 20/21 Wereld Muziek Concours Kerkrade 27/28 Wereld Muziek Concours Kerkrade September 14 DCN Nederlands kampioenschap Dordrecht 28 DCE Championships Kerkrade Oktober 05 KNFM Concours Enschede November 19 KNFM Concours Klundert 02 KNFM Concours Schiedam Voor de actuele agenda kijk je op Taptoes.nl Zorg ook dat jou evenement daar aangemeld is

C

Over ons

or Vosseberg is 41 jaar en vooral bekend als de bedenker en beheerder van de website Korpsmuziek.nl. Als kleine jongen begon hij op snare en werd tambour-maître van Jeugddrumfanfare Prinses Irene (Huizen) Hij verhuisde naar Leeuwarden en speelde in de Drumfanfare Vliegbasis Leeuwarden en bij CMV Oranje uit Minnertsga. In die tijd startte hij zijn idee, het huidige Korpsmuziek.nl. Zijn vrije tijd gaat op aan Andrea en Daphne, zijn vrouw en dochter. Naast Korpsmuziek.nl is Cor onder andere actief voor Takostu Stiens (jeugdfestival) en zit hij in de PR-commissie van Taptoe Leeuwarden.

M

atthijs van Houten is 27 jaar en werkt als journalist en tekstschrijver bij het Groningse Persbureau Tammeling. Na vijf jaar lang bij Jeugdkorps Pasveer te hebben gespeeld, is hij in 2001 bij Showband Marum gaan trommelen. Na tien jaar snare te hebben gespeeld, heeft hij onlangs de overstap naar euphonium gemaakt. Matthijs is actief bij Showband Marum als visueel instructeur, en lid van de PR-commissie van Taptoe Leeuwarden. De vrije tijd die over-blijft spendeert hij aan zijn vriendin Miranda en het bezoeken van wedstrijden van de basketballclub GasTerra Flames.

Colofon HOOFDREDACTIE Matthijs van Houten SALES EN ADVERTENTIES Cor Vosseberg WEBSITE / MAIL www.onthefront.nl / info@onthefront.nl TWITTER @OTFMagazine

ADVERTEREN? Neem contact op met Cor Vosseberg voor onze voordelige advertentie-tarieven. On the Front wordt 4 tot 6 keer per jaar uitgegeven en via internet GRATIS verspreid. Neem contact op met On the Front via info@onthefront.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.