Vrijmaking & kerkverlating

Page 1

NO

19

E e n vrolijk ve rh aal ove r e e n sch eur? THEMA: 75 JAAR VRIJMAKING

‘Het was niet de bedoeling een nieuw kerkverband te stichten’

Erik de Boer

‘En Jan dan?’ Hans Werkman

TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE

‘Hoog tijd om weer over Gods verbond te spreken’ Frans van Deursen

> Jaargang 5> 12 oktober 2019


  VOOR JE VERDER GAAT

Kruis met uit st raling We zijn in Brescia, Noord-Italië. Bezienswaardig is vooral La Rotonda, de oude dom in Romaanse stijl, gebouwd op restanten van een basiliek uit de achtste eeuw. Omdat bij de bouw ouder materiaal is hergebruikt, zijn de zuiltjes uit de bewaard gebleven crypte niet allemaal gelijk. Daar werd in 838 het gebeente bijgezet van Filastrius, ooit bisschop van Brescia. We lopen wat onwennig in het halfduister van de crypte. Plotseling zien we tussen de zuiltjes een modern, strak vormgegeven kruis oplichten, bevestigd op een groter exemplaar van hout. Het opschrift is de Latijnse afkorting INRI: Iesus Nazarenus, Rex Iudaeorum. Vier speerachtige spijkers zijn te onderscheiden, twee horizontaal, twee verticaal. Als we beter kijken, zien we dat ze de ledematen van een lichaam vormen. De ronde vorm bovenaan is dan het hoofd; de rode driehoek lijkt het hart, maar dat zou niet op de juiste plek zitten – misschien wordt bloed gesymboliseerd, of een avondmaalskelk? De goudkleurige ondergrond geeft het kruis koninklijke allure. We verlaten de verstilde sfeer van de dom. Buiten wacht ons weer het stadsgewoel. Maar vanbinnen resoneert de non-verbale boodschap van dit kruis met zijn ontroerende uitstraling. ROB VAN HOUWELINGEN, HOOGLERAAR NIEUWE TESTAMENT TU KAMPEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG

2

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019


  INTRODUCTIE THEMA

Bril

I

k ben al jaren brildragend. Ik heb zo’n multifocale, voor verder weg en dichtbij, lezen vooral. Is handig. Stel dat je je vergist en met de verkeerde bril op weg gaat. Nu zal zoiets ervaren tweebrillendragers niet vaak overkomen. In figuurlijke zin gebeurt het bij mensen vaker dat we met een verkeerde bril op naar dingen kijken. Dan gaat het nogal eens om zaken die in het verleden gespeeld hebben. Ik schrijf dit brillenverhaal aan het begin van deze OnderWeg over 75 jaar Vrijmaking. Wie naar die gebeurtenis kijkt met de bril van vandaag – zo’n hedendaagse die gekleurd is door lage kerkmuren en niet al te veel dogma’s – ziet in de Vrijmaking vooral vreemde dingen. Een kerkstrijd in oorlogstijd? Discussies over doop en verbond in een tijd waarin Joodse Nederlanders weggevoerd werden? Een kerkelijke schorsing en afzetting in het jaar van de Hongerwinter? Dat kan toch niet…

 Dat kan toch niet…  Met dit ons bekend voorkomende brillenwerk in het achterhoofd kiezen we ervoor om het themadeel over de Vrijmaking te beginnen met feiten. Wat gebeurde er en waarom? Hebben actores zich toen diezelfde vragen gesteld? Waren zij zich bewust van de pijnlijke omstandigheden voor zo veel medelanders? En hoe ging het verder, kort na de Vrijmaking en later, in het eerste decennium van twee gescheiden kerken? Lees het verhaal van schrijver Hans Werkman; zelf noemt hij het ‘een eenvoudig verhaal’. Het raakte mij om te lezen over spijt over de gang van zaken die later, impliciet, door een van de betrokkenen is geuit. Wat ook triggert, is de eerlijke terugblik van Werkman aan het slot van zijn verhaal. Tussen de ‘eenvoud’ van Werkman en het krachtige pleidooi van emeritus predikant Frans van Deursen (88) voor ‘meer gebedskringen en voorbidders die de nood van de christenheid en de wereld bij de God van het verbond brengen’ in schetst kerkhistoricus Erik de Boer drie ‘bloemen’ van de Vrijmaking die het waard zijn ook nu onderhouden te worden. En drie generaties vrijgemaakten krijgen dezelfde vragen over toen en nu voorgelegd. De antwoorden verschillen…

LEENDERT DE JONG, HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG


 COLOFON Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Erik Koning (eindredacteur), Jordi Kooiman (webredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp. Redactieadres ’t Hazeveld 115, 3862 XA Nijkerk, redactie@onderwegonline.nl. Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl.

OnderWeg is beschikbaar in passende leesvormen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB). Neem voor meer informatie contact op met de CBB: 0341-565499.

06 ‘EN JAN DAN?’ AUTEUR HANS WERKMAN VERTELT IN EEN KORT, AUTOBIOGRAFISCH VERHAAL OVER DE VRIJMAKING ALS EEN OPRECHT EN GELOVIG PROTEST TEGEN GELOOFSDWANG.

OnderWeg in braille, grootletter en audio

Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 48,50 (studenten € 24,25 / Europa € 85 / buiten Europa € 115). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 26,75. Digitaal abonnement: € 37,50. (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren, Hillie van de Streek en Tjirk van der Ziel. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05,

22 EYEOPENER DE BARMHARTIGE SAMARITAAN VAN HET OUDE TESTAMENT

Heb je ooit gehoord van Oded? Of een idee van wat hij heeft gedaan? Han Hagg vertelt het verhaal van deze moedige profeet, die dwars tegen de gevestigde orde inging en zich ontfermde over duizenden berooide mensen. Oded verdient het om nooit te worden vergeten.

adverteren@onderwegonline.nl. Zie voor de formaten, tarieven en verschijningsdata www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline  www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg

4

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

28 ONTMOETING ‘HOOG TIJD OM WEER OVER GODS VERBOND TE SPREKEN’ Terugblikken op het kerkelijke verleden gaat dominee Frans van Deursen (88) gemakkelijk af. De emeritus predikant in de NGK heeft al zijn herinneringen vorig jaar op schrift gesteld voor de kinderen en kleinkinderen. Zijn geheugen is prima in orde. Maar liever wil hij over andere dingen praten. ‘Laten we het over de kerk van nu hebben!’


 INHOUD

Stockbeelden: earnnieme/Shutterstock (pagina 1); argalis/iStock (pagina 2-3); coldsnowstorm/iStock (pagina 10-11); Annie Spratt/Unsplash (pagina 19); DESKCUBE/iStock (pagina 21); sedmak/iStock (pagina 22); nevenajanjic/iStock (pagina 30-31).

10 VROLIJK BIJ VIJFENZEVENTIG JAAR VRIJMAKING WAT KUNNEN DE KERKEN EN KERKLEDEN VAN NU MET DE VRIJMAKING? WELKE MOOIE DINGEN ZIJN ER TE VERTELLEN OVER DEZE KERKSCHEURING?

30 OPINIE PSALMEN ALS STEM VAN DE KERK

14 VRIJGEMAAKT DOOR DRIE GENERATIES HEEN DRIE GENERATIES UIT EENZELFDE FAMILIE, GEBOREN EN GETOGEN IN DE GKV. WAT DOET DAT MET JE?

‘De Nieuwe Psalmberijming bijna klaar’, zo kopten enige maanden geleden christelijke media. Sommige lezers zullen hierbij wat verbaasd gekeken hebben: een nieuwe psalmberijming? Waar komt die vandaan? Bob Vuijk vertelt over de geschiedenis van onze psalmberijmingen en gaat in op de ideeën achter de Nieuwe Psalmberijming.

Gereformeerde theologie stroomopwaarts

Op 31 oktober is er een symposium over en naar aanleiding van 75 Jaar Vrijmaking. Titel: Gereformeerde theologie stroomopwaarts. Zie www.gkv.nl/studiedagen-en-cursussen.

5


 VERHAAL

‘En Jan dan?’ Ik zat naast mijn moeder in de kerk, de Gereformeerde Kerk van Uithuizermeeden. Vijf jaar was ik. Opeens steeg er zwarte rook op vanachter de houten muurbetimmering. We moesten overhaast naar huis. Korte tijd daarna, in december 1944, scheurde onze kerk. De zwarte rook (de verwarmingsleidingen waren kapot) en die scheuring hadden niets met elkaar te maken, maar in mijn herinnering horen ze bij elkaar als donkere wolken bij een donderbui.

M

TEKST HANS WERKMAN

ijn vader zat in de kerkenraad, mijn ouders kozen voor de Vrijmaking. Het woord werd meestal met een hoofdletter geschreven, net als de Hervorming van 1517, de Afscheiding van 1834, de Doleantie van 1886, om aan te geven dat dit in de kerkgeschiedenis daden van God waren. Ik hoorde – en terecht – veel goeds vertellen over de Vrijmaking. Maar bij al dat goede kon ik de akeligheden niet vergeten. De ‘synodalen’ en de ‘vrijgemaakten’ in ons dorp gebruikten voorlopig hetzelfde kerkgebouw. Ze kwamen elkaar bij de kerkgang dus tegemoet. Ze kozen daarbij tegenover elkaar liggende trottoirs en groetten elkaar niet of nauwelijks. Mijn moeder huilde om die pijnlijke wandelingen, en ook omdat mijn vader (een van de schoenmakers van het dorp) synodale klanten kwijtraakte. Ook mijn vader vond het zwaar, maar hij kon het soms met een grap relativeren. Ik heb daarover verteld in mijn verhalenbundel Martje en de anderen (2016). Er kwam een vrijgemaakte vertegenwoordiger in lederwaren bij ons thuis en hij toonde mijn vader lachend extra grote damestassen.

6

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

‘Dat zijn synodale tassen,’ zei hij, ‘daar passen op zondag behalve de Bijbel met psalmen ook de besluiten van de synodale synode in.’

Veronderstelling Die grap had een serieuze achtergrond. Want de kerkscheuring van 1944 ging over besluiten van de gereformeerde synode. Er was in de jaren dertig van de vorige eeuw nieuw leven ontstaan in de wat ingedutte Gereformeerde Kerken. Er werd bijvoorbeeld dieper nagedacht over het verbond dat God met mensen sloot, en dus over de doop. De grootste stroming in de kerk verdedigde mening één: je kunt veronderstellen dat je gedoopte kindje bij God hoort. Als het later bij God wegloopt, is de doop voor niets geweest. Er was zelfs een predikant die zo’n doop ‘morsen met water’ noemde. Een minder grote stroming verdedigde mening twee: de doop blijft geldig, ook als de dopeling ontrouw wordt. Dopen betekent dat God zijn beloften geeft, levenslang. God is trouw. Midden in de Tweede Wereldoorlog werd er over deze kwestie hard gediscussieerd. De gereformeerde synode, onder leiding van professor Berkouwer, sprak toen uit dat het afgelopen moest zijn met die verschillen. Alle gereformeerde dominees moesten beloven dat ze mening één in hun preken zouden verdedigen.

Dwang Tegen deze dwang van de synode kwam verzet. Een van de verdedigers van mening twee was professor Klaas Schilder. Hij werd geschorst en afgezet. Overal in het land gebeurde hetzelfde met dominees, ouderlingen en diakenen die deze dwang niet accepteerden. Schilder had samen met vele anderen, waaronder ook classes, nog voorgesteld de beslissing over deze kwesties uit te stellen tot na de oorlog. Hij wilde vrijheid voor beide meningen, hoewel hij het met mening één erg oneens was. Toen hij geschorst was en afgezet, schreef hij de ‘Acte van Vrijmaking’ en riep de kerken op zich vrij te maken van die bindende synodebesluiten. Zo ontstonden overal in het land vrijgemaakte kerken.




7


 VERHAAL

Buiten de Gereformeerde Kerken kon men wel waardering opbrengen voor het vrijgemaakte standpunt. Er waren hervormde predikanten die ronduit schreven dat de vrijgemaakten gelijk hadden. Ik stond eens met de schrijver Maarten ’t Hart (het was in 1982) op een bruggetje in Leiden, hij wees met zijn vinger en zei: ‘Kijk, daar woonde dokter Jasperse, daar zat professor Schilder in de oorlog ondergedoken, omdat hij door de Duitsers gezocht werd. En ik vind dat de vrijgemaakten in 1944 gelijk hadden.’

Geduld Had het ook anders kunnen gaan? Zeker. De synode had de beslissing kunnen uitstellen en geen dwang opleggen. Schilder, van zijn kant, had zich tijdelijk bij zijn schorsing en afzetting kunnen neerleggen om na de oorlog met geduld verder te discussiëren onder het motto ‘‘t Is goed voor mij verdrukt te zijn geweest’ (Psalm 119 couplet 36 (Datheen)).

 De vrijgemaakten vergaten dat er buiten hun kerken veel oprecht geloof was 

Er werd in de begintijd van de Vrijmaking veel gepreekt over het beest uit de afgrond, de hoer van het afvallige Babylon. En daarbij werd dan menigmaal gewezen naar de synodalen. De vrijgemaakten hadden het veel over ‘het ethisch conflict’. Dat betekende: de synodalen hebben ons van het avondmaal afgehouden en uit de kerk gezet, hoe kunnen wij dan nog met hen samenwerken in één school, één politieke partij (ARP), één vakvereniging (CNV) en één krant (Trouw)? Dat was op zich een goede vraagstelling. Maar er werd met de synodalen nauwelijks open over gepraat. De visie van de vrijgemaakten was jarenlang: jullie moeten je eerst bekeren en dan kunnen we praten. Dat schoot natuurlijk niet op. De vrijgemaakten kozen steeds meer voor het isolement, bijvoorbeeld met eigen gereformeerde scholen. Daar is veel goeds over te zeggen. Het gereformeerd onderwijs zorgde ervoor dat de Bijbel de basis van de school bleef. Christenen die niet meer geloofden in de werkelijke opstanding van Christus (en die kwamen er steeds meer, ook in de synodale kerken) konden daar geen les geven. In zo’n vrijgemaakte school was er eenheid tussen school, kerk en gezin (de ‘triangelgedachte’). Ik heb het goede daarvan zelf ervaren. Ik zat van 1954 tot 1957 op de Gereformeerde Onderwijzers Opleiding in Enschede, en dat gaf een veilig gevoel. Er werd hard gewerkt aan een stevige Bijbelse vorming.

Wrevel Maar wat gebeurd is, is gebeurd. Veel later zagen de synodale kerken in dat ze te hard van stapel waren gelopen. Er werd in zekere zin spijt betuigd. Ik zie de stokoude Berkouwer in 1990 nog wankelend binnenkomen in de aula van de VU waar een groot congres over Klaas Schilder werd gehouden. Die aanwezigheid betekende dat Berkouwer spijt had. Dat heeft hij ook geschreven.

Isolement Intussen was er geen kans op herstel van de breuk. De kerken waren erg uit elkaar gegroeid. De moderne theologie van Wiersinga en Kuitert werd in de synodale kerken getolereerd, terwijl er niet eens zo lang geleden voor de mening van de vrijgemaakten geen plaats was. Het lag ook aan de vrijgemaakten dat de kans op herstel nul was. De meerderheid van hen beschouwde de Vrijmaking als een werk van God. In preken werd tot in de jaren tachtig de vrijgemaakte kerk de ware kerk genoemd: de enige. De belijdenis zei immers dat er een ware en een valse kerk was, en die waren gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Als je daar anders over dacht, werd je algauw ‘niet goed vrijgemaakt’ genoemd.

8

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

Maar dat bracht ook nadelen met zich mee. Je ging eigenlijk alleen met vrijgemaakten om. Toen ik als 18-jarige jongen onderwijzer werd op een christelijknationale school, stond ik daar wel wat verdwaasd te kijken. Ik had niet geleerd daarmee om te gaan. Bovendien vergaten de vrijgemaakten dat er buiten hun kerken veel oprecht geloof was. Maar al die baptisten, hervormden en synodalen waren van de valse kerk, zolang ze zich niet voegden bij de ware. In dat schema heb ook ik gedacht. Totdat ik rond mijn twintigste langzaam veranderde en wrevel ging voelen tegen die vrijgemaakte eenzijdigheden. In mijn dorp Uithuizermeeden werd een vrijgemaakte school gesticht, zonder dat men bezwaren had tegen het onderwijs op de ongedeelde gereformeerde school, die al bijna honderd jaar bestond. Het feit dat de kinderen een verkeerde visie op de doop zouden kunnen horen uit de mond van een synodale onderwijzer was voldoende om een eigen vrijgemaakte school te stichten. Dat de ouders zelf de taak hadden iets te corrigeren wat hun kinderen op school geleerd hadden, speelde vreemd genoeg geen rol.


Jan Toen ik in Enschede voor onderwijzer studeerde, kregen we ook lessen ‘geloofsleer’. In mijn dictaatcahiers van toen vind ik aantekeningen terug over de kerk. We leerden onderscheiden tussen ware kerk (de vrijgemaakte), valse kerk (de synodale, hervormde, roomse, enzovoorts) en scheurkerk (de christelijke-gereformeerde). Ik was erbij toen dominee J. Kok in 1955 intrede deed. Het thema van zijn preek was: ‘Het Woordoffensief wordt geïntensiveerd nu Christus vanaf heden weer door vijf monden tot de kerk van Enschede wil spreken.’ Ik denk dat ik zoiets toen mooi geformuleerd vond. Nu ervaar ik de eenzijdigheid. Offensief? Is de prediking van de kerk aanvallend? In zekere zin, ja. Maar toch allereerst troostend, bemoedigend?

 Jan werd in een punt des tijds bij de ware kerk gevoegd  Dominee Kok maakte het vijftal vrijgemaakte predikanten van Enschede weer compleet. Maar sprak Christus exclusief door hun vijf monden? Of hadden kerkleden ook een verkondigende functie? Dé kerk van Enschede? Dat sloot de niet-vrijgemaakte kerken uit. Erg bescheiden klonk dat preekthema niet. Op school ging het bij de les geloofsleer ook over wat de belijdenis zegt: ‘buiten de kerk geen zaligheid’. De kerk, dat was de vrijgemaakte kerk. Er zat één synodale jongen in onze klas. Een van ons wees naar hem en vroeg aan de dominee-leraar: ‘En Jan dan?’ Daarop leerde de dominee ons dat Jan ook in de hemel kon komen als hij oprecht geloofde en dat hij dan op het moment van zijn sterven door God in een punt des tijds bij de ware kerk werd gevoegd. Dat was een mening die toen ook in preken te horen was.

Gods werk? Toen ik in 1961 onderwijzer werd in Kampen, werd ik lid van een plaatselijke vrijgemaakte kerk die soepeler was geworden. Ik heb die sfeer beschreven in mijn roman Het hondje van Sollie (het boek gaat eigenlijk over een volgende kerkscheuring, van 1967). Daar leerde ik ook een beter antwoord op de vraag: was de Vrijmaking een werk van God? Als je daar in de vrijgemaakte wereld geen ja op zei, deugde er iets niet. Maar was dat geen overschatting? Ook de vrijgemaakten waren toch mensen die

fouten maakten? Jazeker, maar God leidde hen uit, zoals Israël uitgeleid was uit Egypte. Ik leerde langzamerhand dat zoiets veel te exclusief klonk. In Kampen hoorde ik van professor H.J. Jager iets wat mij wel beviel. Hij en ik deden samen een middagje in de week ‘kerkradio’ voor de zieken. Tussen de bedrijven door hadden we gesprekken. Hij zei (en schreef): ‘Wat in de Vrijmaking goed was, was uit God, wat er niet goed in was, was niet uit God.’

Witte rook Hoe kan ik mijn verhaal samenvatten? Met positieve en met negatieve woorden over de Vrijmaking en de vrijgemaakten. De Vrijmaking van 1944 was een oprecht en gelovig protest tegen geloofsdwang. De vrijgemaakte kerken hadden recht van bestaan. Ik heb een gevoel van veiligheid ervaren in het vrijgemaakte milieu. Je kende elkaar, het circuit was ook landelijk niet groot. Maar de meerderheid raakte gevangen in een versmald denken: de vrijgemaakten vormen de ware kerk, we kunnen geen belangrijke christelijke zaken meer doen samen met niet-vrijgemaakten. Dat versmalde denken leidde in 1967 tot de volgende breuk en het ontstaan van de NGK, waarbinnen ruimer gedacht werd. Nu, 75 jaar na de Vrijmaking, zijn praktisch alle vrijgemaakte kerken op dat ruimere spoor terechtgekomen. Ik ervaar het als een wonder dat twee kerken die in 1967 met de rug naar elkaar stonden, elkaar weer vonden. We zijn in staat van hereniging. Ook de naam ‘vrijgemaakt’ gaat verdwijnen. Ik heb er vrede mee. De Bijbel is onze hechte basis gebleven, maar we hebben ingezien dat dit kan samengaan met verschil van inzicht. De breuk van 1944 is niet geheeld. De vrijgemaakte en de synodale kerk zijn te ver uit elkaar gegroeid. Wel is er een fusie geweest van synodaal en hervormd tot de Protestantse Kerk in Nederland. Binnen de PKN-kerken bestaat er gelukkig veel oprecht christelijk leven. Daar hebben de vrijgemaakten nu oog voor. Plaatselijk is er herkenning van en samenwerking met PKN-kerken. De walmende rook van bovenaf (van de Synode van 1944) is geschiedenis geworden. Na 75 jaar mag er aandacht zijn voor de witte rook van een nieuw begin: eenheid van NGK en GKv, die beiden op plaatselijk niveau kunnen samenwerken met (kort gezegd) PKN’ers en baptisten. HANS WERKMAN (1939) WAS DOCENT NEDERLANDS EN IS LID VAN DE GKV VAN AMERSFOORTCENTRUM.

9


Vrolijk bij vijfenzeventig jaar Vrijmaking Wat kunnen de kerken en kerkleden van nu met de Vrijmaking? Welke mooie dingen zijn er te vertellen, ook als we de gebeurtenissen van 75 jaar geleden niet meer precies kennen? Vanuit die invalshoek kijk ik naar de aardverschuiving van de Vrijmaking. Kwam er nieuwe grond vrij en bloeien er bloemen op plekken waar het eerder schraal was?

10

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019


 BESCHOUWING

D

e Vrijmaking van 1944 bracht een aardverschuiving in de grote Gereformeerde Kerken in Nederland teweeg. Toen drie jaar later de uitstroom tot stilstand kwam, waren er 287 vrijgemaakte kerken met 183 predikanten en een totaal van 90.000 leden. Het ging om 12 procent van de Gereformeerde Kerken in het oude verband. Een breuk in de kerk van Christus is altijd een verdrietige zaak. Het stemt extra triest als we bedenken dat land en volk onder de Tweede Wereldoorlog leden. De Gereformeerde Kerken scheurden toen het Joodse volksdeel al was weggevoerd en omkwam in de concentratiekampen. Hoe kan er iets vrolijks te vertellen zijn over zo’n scheur in die tijd?

Vrede

Ook in 1944 pleitten velen er bij de synode voor om behandeling van de omstreden zaken uit te stellen tot na de oorlog. Toch zetten de generale synodes door, ze bonden de predikanten aan de leeruitspraken en legden tegensprekers in de laatste oorlogsjaren het zwijgen op. Twee Kamper hoogleraren werden afgezet. Predikanten die op de kansel een synodeboodschap niet wilden voorlezen, werden met tuchtmaatregelen aangepakt. Uiteindelijk zette de synode hele kerkenraden af. Waarom? Omdat men vrede in de kerken wilde en ‘scheurmaking’ wilde bezweren, juist in een tijd waarin de wereld in brand stond.

Oorlog

TEKST ERIK DE BOER

Na 6 juni 1944, D-day, was de hoop opgelaaid dat de dag van de bevrijding dichtbij was. De slag bij Arnhem moest nog komen en de geallieerde opmars ging nog door. De droom van de vrijheid kleurt de taal van de ‘Acte van Vrijmaking’ van augustus 1944. Maar het was nog oorlog en de Hongerwinter kwam. Waarom zetten sommigen de Vrijmaking door, terwijl anderen een Godsvrede sloten en afspraken pas na de oorlog besluiten te nemen? Omdat het niet vreemd is als ook in de kerk een geestelijke strijd woedt. Als de duivel de wereld in brand zet, zou hij de kerk dan met rust laten? Dus was het nodig in verzet te komen tegen de overheersende synodes. Kerkleden ervoeren zo de Vrijmaking als een begin van bevrijding. Zij vertelden aan ons, hun kinderen, klein- en achterkleinkinderen ook een vrolijk verhaal over de eerste jaren van vrijgemaakt kerkelijk leven.

 11


 BESCHOUWING

Drie bloemen

Welke elementen uit dat verhaal kunnen ook na driekwart eeuw vrolijk stemmen? Ik benoem drie terreinen waarop groei mogelijk bleek na de verschraling uit de tijd ervoor. Drie ‘bloemen’ die vruchtbare grond vonden.

Ruimte

Er kwam in de eerste plaats nieuwe ruimte om de Bijbel fris te horen spreken. Daarop wijst de NGK als zij over de Schriftbeweging van de dertiger jaren spreekt (een beweging om de veronderstelde achterstand in de gereformeerde Bijbeluitleg in te halen). De Bijbel is het boek van de geschiedenis van Gods weg met zijn volk op aarde. De predikanten die zich tot de reformatorische beweging rekenden, ondervonden eerst tegenstand, maar kregen na de breuk alle ruimte. Bijbelcommentaren, studies en preekreeksen vonden gretig aftrek in de gemeenten.

 De bloemen van het

geloof krijgen steun van de stokjes die we erlangs mogen plaatsen  Balans

Er kwam in de tweede plaats een gezondere balans tussen theologie en belijdenis. Voor de Vrijmaking was een theologisch stelsel dominant dat het gesprek over de betekenis van de belijdenis beheerste. Vandaag spreken we over de dienst van theologisch nadenken aan de kerken. Dat geeft de theologie ruimte: om vragen te beluisteren die de kerk van Christus en de leefwereld nu stellen; om creatief naar antwoorden te zoeken en de belijdenis te bevragen. De belijdenis verwijst zelf ook weer naar de Schrift. Van de Schrift gaan we via de belijdenissen naar het heden, steeds opnieuw in de beweging naar doordenkend (Gewone Catechismus) en opnieuw belijdend kerk-zijn nu. De kerk die belijdt, wordt gediend door de theologie die niet heerst maar dient.

Accent

In de derde plaats gaf de Vrijmaking een nieuw accent op Gods verbond en op Christus’ kerk mee: zijn beloften zijn betrouwbaar en zijn bekeringsoproep volle ernst. Christus is in de kerk zelf bezig om de zijnen bij elkaar te brengen, waar de kerkleden zich in die gemeenschap ook laten vinden. K. Schilder legde een zwaar accent

12

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

op gehoorzaamheid aan Christus: elk mens moet zich tot de kerk laten vergaderen. In de praktijk klonk die oproep vooral aan het adres van wie zich nog niet bij de (vrijgemaakte) kerk had gevoegd. Als GKv zochten we wel meer eenheid, bijvoorbeeld met de CGK, maar we waren toch vooral bezig de vrijgemaakte kerken uit te bouwen. Het thema en het taalkleed van het verbond verschraalden na verloop van tijd.

Verzorging

Ik noemde drie ‘bloemen’ die voor de Tweede Wereldoorlog tegen de verdrukking in groeiden en na de Vrijmaking vruchtbare grond vonden. Die bloemen vragen om voortgaande verzorging door de nazaten.

Bestudering

NGK en GKv delen de intense bestudering van de heilige Schrift en de geschiedenis daarvan van 75 jaar. Wij trekken samen op in de opleiding van predikanten en de studie van de theologie. De uitleg van Oude en Nieuwe Testament, samen met de Bijbelwetenschappers en systematische theologen van de CGK, houdt ons intens bezig. Laten we dat open en eerlijk blijven doen, ook in het reageren op vragen over hermeneutiek en ethiek. Er wordt de kerken geen ‘nieuwe hermeneutiek’ opgedrongen, maar we zijn bij een open Bijbel bezig met de vragen van nu. Daarbij is ook bezinning nodig op hoe de Bijbelstudie en kennis in de gemeente geholpen worden. De digitale tijd vraagt andere vormen om die kennis te verwerven en te doorleven. En sprankelende prediking waarbij de rijkdom van de Schrift openbloeit.

Steunstokjes

Als tweede bloem noemde ik een gezondere balans tussen theologie en belijdenis. Ook die heeft verzorging nodig. De NGK heeft aan de Vrijmaking en de crisis van 1967 tegen theologie als wetenschap een allergie overgehouden. Ook werd het beroep op de belijdenis een tijd lang minder gewaardeerd, terwijl in de GKv de discipline van trouw aan de belijdenisgeschriften sterk was. De twee huizen van de Vrijmaking hervinden elkaar in een tijd dat de belijdenissen minder eenvoudig zijn over te dragen. De dienst van het theologisch nadenken van de kerk kan zich ook hierin uiten: dat we het belijden van de kerk en het onderwijs in de geloofsleer van nieuwe steunstokjes voorzien. De bloemen van het geloof mogen groeien, maar krijgen steun van de stokjes die we erlangs mogen plaatsen: a. aandacht voor het credo en dogma van de vroegchristelijke kerk die door reformatie nieuwe uitdrukking kregen; b. een catechismus voor geloofsonderwijs; c. een belijdenis aan de Nederlanders en, zo nodig: d. leerregels om de prediking van scheefgroei weg te leiden.


Frisse taal

Ook de derde bloem die na de Vrijmaking ruimte kreeg, heeft verzorging nodig. De taal van het verbond is oergereformeerd, geboren uit de twee Testamenten die de Bijbel vormen. Als de kerk getuige van Gods verbond wil zijn, moeten we fris over de kerk van Christus in de tijd durven spreken. Daarbij kan de dynamiek van de kerkleer van K. Schilder helpen, juist onder het voorteken van een hereniging, hoe bescheiden ook. Gods verbond met Israël en in Christus is de hemelse werkelijkheid die de gestalte van de christelijke kerk – uit de Joden en uit de volken – in leven roept. Het verlangen naar spiritualiteit krijgt daar inbedding: smeken om, oefenen in en beleven van geestelijk leven in de gemeenschap van de kerk. Hopend op meer eenheid van kerken in dienst aan het evangelie in de leefwereld van nu.

 Misschien ligt daar ook

een zaadje dat opgekweekt kan worden tot bloem 

Lege huls

Het was niet de bedoeling met de Vrijmaking een ander, nieuw kerkverband te stichten. Het ging om ‘vrijmaking’ van twee van bovenaf opgelegde maatregelen. Ten eerste de binding aan synode-uitspraken over doop en wedergeboorte, ten tweede de tucht over ambtsdragers. De Vrijmaking was geen afscheiding. De diepste hoop was dat zo veel kerken (ambtsdragers en leden) zouden volgen dat het oude verband haast als lege huls zou verdwijnen. Maar de werkelijkheid was anders. We wilden de voortzetting van de oude Gereformeerde Kerken zijn, maar hadden toch een iets andere naam nodig. We kozen de verbijzondering ‘onderhoudende artikel 31 KO’. Wij vinden immers dat besluiten van kerkelijke vergaderingen pas wettig zijn ‘tenzij bewezen wordt dat zij in strijd zijn met Gods Woord of met de kerkorde’.

Aardverschuiving

Na drie à vier jaar kwam de aardverschuiving tot stilstand. We bouwden een nieuw verband van kerken. Een kerkengroep die bovendien zijn bestaan moest rechtvaardigen. Dat uitte zich in strijd tegen de ‘synodale’ kerken. Het leidde ook tot de interne crisis over de betekenis van de Vrijmaking en de verhouding tot de synodale kerken, over binding aan de belijdenis en kerkelijke oordelen. Nauwelijks 25 jaar later kwam het tot opnieuw een breuk. Toch stemt Gods genade opnieuw vrolijk. Vijftig jaar na 1967 vinden GKv en NGK elkaar weer. En kijken we vanuit

(nog even) de twee huizen van de Vrijmaking terug op de doorstart die onze voorouders toen maakten. God is goed voor ons als ten minste één breuklijn hersteld kan worden: als iets meer van de eenheid van de christelijke kerk zichtbaar mag worden.

Zelfstandigheid

In de jaren waarin de Vrijmaking vorm kreeg, was de structuur van het kerkverband sterk en het gezag van synodes groot. In de postmoderne tijd spreken de kerkstructuren minder aan. Samen optrekken op de plaats waar je bij elkaar woont, trekt. Als vrijgemaakte kerken hebben we zelfstandigheid van de plaatselijke kerk hoog in het vaandel. 75 jaar later worden we met de keerzijde daarvan geconfronteerd. Hoe houden we samen kerk-zijn in hetzelfde land en onze roeping op de plaats waar we wonen bij elkaar? De voorman van de vrijgemaakten, Klaas Schilder, sprak na de Vrijmaking graag over het kerkverband als een verbond. Een verbond van mensen en kerken binnen Gods verbond van genade in Christus. Misschien ligt ook daar een zaadje dat opgekweekt kan worden tot een bloem die in de kerkelijke verdeeldheid vrolijk kan stemmen. ERIK DE BOER IS HOOGLERAAR KERKGESCHIEDENIS AAN DE TU IN KAMPEN.

Stamboom

Hoe vertellen we vandaag kerkgeschiedenis? Studenten krijgen in hun eerste jaar van mij de opdracht om hun stamboom in vier generaties uit te zoeken. Daarin moeten zij ook doop, belijdenis en kerklidmaatschap opnemen. Dat maakt voor elke student persoonlijk zichtbaar hoe dichtbij het verhaal van de vorige eeuw is, welke verscheidenheid in kerkelijke afkomst er is of hoe constant de lijn in de ene kerkformatie is. Deze werkwijze brengt ook de verschillende kerkelijke afkomsten van studenten ter sprake. Om over door te praten: • Kun je iets met deze werkwijze in je eigen huiskring? • Is deze werkwijze, denk je, ook bruikbaar in bijvoorbeeld catechisatie? • Helpen het kennen van en doorpraten over de kerkgeschiedenis jou en anderen met de vragen van vandaag, bijvoorbeeld over de aanstaande hereniging van GKv en NGK?


 REPORTAGE

Vrijgemaakt door drie generaties heen Drie generaties uit eenzelfde familie, geboren en getogen in de vrijgemaakt-gereformeerde kerk, sterker nog: in de vrijgemaakte zuil. Wat doet dat met je? We stelden dezelfde drie vragen aan drie leden uit een (overwegend) vrijgemaakte familie: oma (87), zoon (50) en kleindochter (17) Boersma uit Harderwijk. ‘Mijn geloof in God en het beeld van de kerk zijn wel gekleurd door mijn gereformeerde opvoeding, merk ik.’

Liny Boersma-Wildeman (87): ‘Wij bleven achter met nog één ouderling en ongeveer de helft van de gemeente’ TEKST ESTHER DE HEK BEELD JACO KLAMER

Waarom bent u vrijgemaakt en bent u dat nog steeds?

‘Ik ben opgegroeid in een gezin dat in 1944 meeging met de Vrijmaking, ik was toen 13 en woonde in het Groningse Schildwolde. De Gereformeerde Kerk in het dorp ging zo goed als in zijn geheel mee met de Vrijmaking. Dus voor ons was het vanzelfsprekend dat je vrijgemaakt was, naar de vrijgemaakte school ging, bij die kerk hoorde en daar altijd bleef. Mijn man was ook vrijgemaakt, dus we trouwden in de vrijgemaakte kerk en zijn daar met de kinderen gebleven, eerst in Emmeloord, toen in Zwolle en daarna in Harderwijk, waar we nog steeds lid zijn. In 1967 –

14

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

we kerkten toen in Emmeloord – was er ‘de breuk’ en werd een deel van de gemeente Nederlandsgereformeerd. We bleven achter met nog één ouderling en ongeveer de helft van de gemeente. Toch kozen we er toen ook bewust voor om in de GKv te blijven, omdat we dat de juiste weg vonden.’

Hoe heeft het vrijgemaakt-zijn u als mens gevormd?

‘Dit vind ik een heel moeilijke vraag, want dan moet ik mijn gevoelens onder woorden brengen en dat zijn we niet zo gewend, hè? Maar de kerk heeft mij zeker gevormd, daar ben ik wel van


Liny (87), zoon Gerlof (50) < en kleindochter Sanea (17) Boersma, geboren en getogen in de GKv.

overtuigd. Toen ik getrouwd was, ging ik naar de vrouwenvereniging en was ik ook een paar keer presidente. Vooral dat heeft mij veranderd, hoewel ik het dus heel moeilijk vind om dat uit te leggen. Ik denk dat ik milder ben gaan denken over mensen die een andere mening hebben, zo zou ik het willen noemen. Er waren in de tijd dat ik presidente was wel jonge vrouwen die van alles wilden veranderen. En dan moest je toch proberen er met elkaar uit te komen. Daar heb ik ook voor mijn verdere leven, waarin er zo veel veranderd is, wel van geleerd, denk ik.’

Blijft u uw hele leven lid van wat eens de GKv was, verwacht u?

‘Er zijn hier in Harderwijk best veel mensen vertrokken, omdat ze vinden dat de veranderingen te snel gaan. Wij zijn zelf ook niet zo heel blij met die snelheid van verandering. Maar als ik dan zondags al die jongeren zo enthousiast zie meezingen met sommige liederen, maak ik als oudere graag wat plaats voor hen. De tijd die de Heer mij nog geeft, hoop ik samen met mijn man lid van de GKv te blijven. We hopen dat de GKv blijft streven naar eenheid van alle ware gelovigen, zoals de Here ook zelf gebeden heeft in het hogepriesterlijk gebed: “Opdat zij allen één zijn.”’

 ‘Wij zijn niet

zo gewend onze gevoelens onder woorden te brengen’ 

Gerlof Boersma (50): ‘Het gaat mij veel meer om het christen-zijn dan om het vrijgemaakt-zijn’ Waarom bent u vrijgemaakt en bent u dat nog steeds?

‘Mijn vrouw en ik komen allebei uit een gereformeerd-vrijgemaakt nest. Na ons trouwen gingen we in Harderwijk wonen en sloten we ons aan bij de GKv. Dat was geheel volgens de gewoonte en ook volgens verwachtingen van de familie. Nog steeds zijn we lid in deze gemeente. Onze kinderen gingen naar een vrijgemaakte basisschool en daarna naar het vrijgemaakt voortgezet onderwijs. Daarmee voldoen we geheel aan het beeld van GKv’ers in hart en nieren, realiseer ik me. Toch voel ik terughoudendheid hierbij: het gaat mij veel meer om het christen-zijn dan om het vrijgemaakt-zijn. Ik kijk graag over kerkmuren heen en hoop dat we dat als kerk steeds meer durven te doen. Op zich begrijp ik wel dat onze voorouders keuzes hebben gemaakt die tot de Vrijmaking leidden, ze deden dat met goede bedoelingen. Maar zelf zou ik die keuzes waarschijnlijk niet gemaakt hebben.’

 15


 REPORTAGE

Hoe heeft het vrijgemaakt-zijn u als mens gevormd?

‘Ik ben zeker gevormd door het vrijgemaakt-zijn. Ik heb bijvoorbeeld mijn vrienden met name binnen de kerk, dat alleen vormt je al. Er is ook heel wat tijd in de kerk gaan zitten: in Harderwijk werd ik al snel jeugdleider en kwam ik op den duur in de kerkenraad, eerst als diaken en later als ouderling. Dat ben ik nog steeds. Ander punt van vorming is de Bijbelkennis en catechismus die er behoorlijk zijn ingestampt. Toen vond ik dat vreselijk, nu pluk ik er toch wel de vruchten van. In die tijd ging de aandacht erg uit naar kennis, terwijl dat nu meer naar de levende relatie met God is. Mijn geloof in God en mijn beeld van de kerk zijn wel gekleurd door mijn gereformeerde opvoeding, merk ik. In de opvoeding van onze eigen kinderen proberen we minder nadruk op de kerk en meer op God leggen. Maar het loskomen van alle geschreven en ongeschreven regels is een uitdaging. Ik denk dat ik in het verleden vaak keuzes heb gemaakt die lagen in de lijn van de verwachtingen van anderen. Ik hoop dat mijn kinderen keuzes zullen maken vanuit de vraag aan God: wat wilt U dat ik doe?’

Blijft u uw hele leven lid van wat eens de GKv was, verwacht u?

‘Het samengaan van de GKv met andere Bijbelgetrouwe kerken juich ik toe, daar ga ik graag in mee. Een kerk moet relevant zijn voor de omgeving en is daarbij altijd in beweging. De kerk mag een antwoord geven op de vragen van nu. Dat kan niet door stil te blijven staan en de Bijbel te gebruiken als antwoordenboek op al onze vragen. Een verandering als vrouw en ambt is niet meer dan logisch, vind ik, we hadden hier eerder mee moeten beginnen. Veranderingen voelen nu als een inhaalslag, een meer gefaseerd traject was wellicht beter geweest. Ik hoop echter wel dat men niet te snel de kerk verlaat. Juist veelkleurigheid is mooi binnen een gemeente. Samen hebben we een opdracht, met de nadruk op samen. Ik hoop dat we de verschillen die er zijn weten te waarderen in plaats van uit te vergroten en te gebruiken als splijtzwam. Vanuit datgene wat we samen hebben, kunnen we verder, dat werkt verbindend.’

Sanea Boersma (17): ‘In wat voor kerk ik mijn geloof uit, vind ik veel minder belangrijk’ Waarom ben je vrijgemaakt en ben je dat nog steeds?

‘Ik ben vrijgemaakt, omdat ik geboren ben in een vrijgemaakt gezin, zo is het simpelweg. Mijn ouders zijn allebei gereformeerd-vrijgemaakt en ik ben vanaf mijn geboorte altijd met mijn ouders meegegaan naar de kerk. Ik heb nooit overwogen om de GKv te verlaten. Ik ben nu 17 en vind het prettig om met mijn ouders mee te gaan naar de kerk. Ook zitten in deze kerk veel van mijn vrienden, wat het ook heel gezellig maakt. Of ik me ook echt in mijn hart “vrijgemaakt” voel? Nee, ik zou veel eerder zeggen dat ik me christen voel. Het christen-zijn vind ik belangrijker dan specifiek lid zijn van de vrijgemaakte kerk.’

Hoe heeft het vrijgemaakt-zijn jou gevormd als mens? ‘Het vrijgemaakt-zijn heeft zeker invloed gehad op wie ik nu ben. Dan denk ik aan de standaarddingen die wel een beetje vanzelf gaan als je gereformeerd wordt opgevoed, zoals Bijbelkennis en de gewoontes die je overneemt. Maar ik zou liever willen stellen dat vooral het christen-zijn mij gevormd heeft, meer dan het vrijgemaakt-zijn. Er zijn christelijke normen en

16

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

waarden die ik vanuit mijn gezin heb meegekregen en waarvoor ik erg dankbaar ben. Ik weet natuurlijk niet hoe mijn leven eruit had gezien als ik niet christelijk was opgevoed, maar ik denk dat dit toch echt anders zou zijn geweest.’

Blijf je je hele leven lid van wat eens de GKv was, verwacht je?

‘Ik denk niet dat ik mijn hele leven lid blijf van wat eens de GKv was. Het lijkt me gezond en leuk om, als ik wat ouder en uit huis ben, een heel aantal verschillende kerken te bezoeken. Zo kan ik het best ontdekken welke kerk goed bij mij past en waar ik me thuis voel. Ik ben nu nog vrij jong, dus ik vind het moeilijk om te zeggen wat ik precies geloof, eerlijk gezegd twijfel ik er nog best regelmatig aan of ik wel geloof. Ik hoop dat ik mijn hele leven christen blijf en dat ik zekerder word in mijn geloof. In wat voor kerk ik mijn geloof dan uit, vind ik veel minder belangrijk.’ ESTHER DE HEK IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG.


OnderWeg app! Met de nieuwe app OnderWeg online kun je ons magazine nu ook op mobiel of tablet lezen. De app bevat de nieuwste editie van OnderWeg en alle eerdere nummers (vanaf 2015).

Onder

IE INSPIRAT VOOR OTEN REISGEN

Ja, ik wil OnderWeg digitaal lezen! Voor € 37,50 per jaar (studenten betalen € 18,75) lees je magazine OnderWeg op mobiel of tablet. De speciaal voor OnderWeg ontwikkelde app OnderWeg online werkt simpel en snel. Meld je aan via www.onderwegonline.nl/app

Geluk

V

orige maand verscheen er een diepgravende studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau over de sociale staat van Nederland. Eén ding daaruit is me bijgebleven: de gemiddelde Nederlander voelt zich gelukkiger naarmate hij meer grip op zijn leven heeft. De regie over je leven hebben, dat is de ultieme weg naar geluk. In diezelfde maand ging ik voor in een dienst in een grote instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Altijd weer een uitdaging, kan ik wel zeggen. Na afloop kwam er een man op me af, vader van een zoon met een beperking. Heel vriendelijke ogen, iets ouder dan 30, maar praten kon hij niet. Zijn vader wél. Hij vertelde dat zijn huwelijk was stukgelopen, dat hij ruim twintig jaar met demente mensen had gewerkt en nu zelf te horen had gekregen dat hij de ziekte van Pick heeft (een vorm van dementie die al jong kan beginnen). Een en al verlies aan regie. Snel bereidde ik me voor op een moeilijk gesprek.

 Snel bereidde ik me voor op een moeilijk gesprek  Maar voordat ik ook maar enig empathisch vermogen in kon zetten, zei de man: ‘Ik heb één geluk, de geboorte van mijn zoon. Ik ben zo blij dat ik hem heb gekregen. Hij voelt dingen zo goed aan. Laatst waren we in een wildvreemde omgeving. Hij was vreselijk onrustig. Opeens stak hij de weg over en sloeg zijn arm om een vrouw heen. Even stonden ze bij elkaar. Toen liep hij weer terug. Ik was natuurlijk nieuwsgierig, liep naar haar toe en vroeg: “Mevrouw, is er pas iets bijzonders gebeurd in uw leven?” “Ja,” zei ze, “hoe weet u dat? Ik heb vorige week ons jongste kind moeten begraven. Wat fijn dat uw zoon naar me toekwam. Dat had ik nou net nodig…”’ Het werd even stil. Toen zei hij: ‘Weet je, door hem is er een heel andere wereld voor me opengegaan. Ik kijk anders tegen het leven aan en tegen wat écht belangrijk is.’ Geluk wordt je soms – buiten alle regie om – zomaar in de schoot geworpen. Gelukkig maar.

ROEL VENDERBOS IS PREDIKANT VAN DE NGK KAMPEN EN WERKT ALS GEESTELIJK VERZORGER IN EEN VERPLEEGHUIS.


 PRAKTIJKLOKAAL

Co-creatie in Gouda De GKv Gouda groeide uit haar jas. Veel kerken weten uit ervaring hoe lastig het is om dan tot een breed gedragen verbouwplan te komen. In het kerkgebouw wordt de identiteit van de gemeente zichtbaar en er zijn veel verschillende en vaak tegengestelde wensen. Dat maakt kerkverbouw tot een complex proces. In Gouda werd voor de verbouw van kerkgebouw Vaste Burcht architectenbureau Open Kaart ingeschakeld. Dit bureau werkt vanuit het principe van co-creatie, een vorm die steeds vaker wordt toegepast bij maatschappelijke vraagstukken. Deze werkwijze past in de trend om kerkleden zelf eigenaar te laten zijn van wat er gebeurt en verantwoordelijkheid te laten dragen voor de kerk en haar gebouw.

 ‘Start met

het samen formuleren van een toekomstvisie’ 

Wessel Jonker, architect bij Open Kaart: ‘Belangrijk is dat je start met het samen formuleren van een toekomstvisie, waarin wordt ingegaan op kerk-zijn in 2019 en bijvoorbeeld de betekenis van liturgie.’ Daarom is eerst gewerkt aan het verhelderen van de visie. De gemeente werd zich ervan bewust dat het nogal gesloten gebouw uit de jaren zeventig niet meer paste bij het verlangen om een open kerk te zijn, met ruimte voor ontmoeting en allerlei activiteiten die de gemeente wil ontplooien. Het gebouw is daarom grondig

18

Met de verbouwing is ook een moderne, open ontmoetingsruimte gecreëerd.

aangepakt. De lange kerkzaal is een kwartslag gedraaid; de preekstoel is vervangen door een podium. Dit geeft direct een frisse en moderne sfeer in en rond het kerkgebouw. Het bijzondere in Gouda zit in het proces, waarbij veel gelegenheid was om in gesprek te gaan met diverse groepen gemeenteleden: jongeren, ouderen, muzikanten, beheerders en de predikant. Zo konden behoeften en waardering in kaart worden gebracht. Daarnaast heeft het ontwerpteam zijn licht opgestoken bij andere kerken met een betekenis voor de buurt en is de omgeving van het kerkgebouw geanalyseerd op kansen. De plannen konden rekenen op een groot draagvlak en de gemeenteleden hebben samen de benodigde financiering opgebracht. Toen het na bespreking door de gemeente echt op ontwerpen aankwam, is een klankbordgroep van kerkleden ingesteld die fungeerde als ‘de oren en ogen van de gemeente’. De leden ervan benoemden wat ze belangrijk

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

vinden, waar ze zich zorgen over maken en welke vragen er leven. Na de vaststelling van het definitieve ontwerp werden opnieuw gebruikersgroepen betrokken bij de uitwerking van de plannen voor de verschillende onderdelen van het gebouw. Het kerkgebouw is in mei 2019 geopend. ‘Geloven en ontmoeten’ staat centraal voor de gemeente. Het kerkgebouw past daar nu weer bij: er is ruimte voor ontmoeting met God, met elkaar en met de buurt.

Webtips • www.deopenkaart.nl • w ww.praktijkcentrum.org/ de-kerk-is-van-mij • www.gkvgouda.nl


Meet-inn vernieuwd in Ede Kerk zijn voor de samenleving is niet iets van de laatste tijd. In Ede gebeurt dat al meer dan dertig jaar. Sinds 1988 draait daar de Meet-inn, een initiatief waaraan dertien kerken in Ede meedoen, waaronder de NGK en de GKv. De NGK al vanaf het begin; de GKv sinds 2007. De GKv levert wel veel vrijwilligers. Bestuurslid Martijn Gort over de Meetinn: ‘Het is begonnen als initiatief voor jongeren, toen de werkloosheid in de jaren tachtig onder hen heel hoog was. Maar inmiddels komen mensen van allerlei leeftijden hier naartoe.’ Ede ligt weliswaar in het hart van de Biblebelt, toch zijn er ook daar veel mensen die

geen band met het christelijk geloof hebben. Maar iedereen mag zich er welkom weten. De bijdrage van de kerken is niet alleen financieel, maar ook in vrijwilligers, die vaak meedoen gedreven vanuit het evangelie. Overigens is de opzet niet direct bedoeld om te evangeliseren, maar om er te zijn voor die ander. ‘We zien wel wat ervan komt en hoe een gesprek loopt.’ De Meet-inn heeft een plek in het centrum van Ede en is zaterdag 28 september opnieuw in gebruik genomen na een grondige renovatie. > Webtip www.meet-inn.nl

Koffiedrinken voor de dienst In Amerika is het heel gewoon, ook in gereformeerde kerken. In Nederland kende onder meer het evangelische Crossroads al deze praktijk, maar sinds kort heeft de trend om voorafgaand aan de kerkdienst samen koffie te drinken ook gereformeerd Nederland bereikt. In de stadskerk de Verbinding (GKv) in Enschede gebeurt het, maar ook in de GKv Oosterwolde en de GKv Buitenpost is het standaard en de GKv Haulerwijk is ermee begonnen. En wellicht zijn er ook al NGK-gemeenten die koffie schenken vóór de dienst. Andere kerken kennen koffiedrinken tussen de beide ochtenddiensten, zodat de bezoekers van de vroege en de late morgendienst elkaar kunnen ontmoeten en bijpraten. Het is lang niet altijd de koster die ervoor opdraait: in de GKv AssenMarsdijk zijn het de meer dan twintig kringen die het om de beurt verzorgen. In Haulerwijk werken ze met een gastheer/gastvrouw. Het motief is wel duidelijk: uit het geroezemoes voorafgaand aan de dienst in een gereformeerde kerk blijkt de behoefte aan ontmoeting en even bijpraten. En dat gaat staande met een kop koffie in de hand gemakkelijker dan zittend in de kerkbanken, waar je bovendien alleen de mensen spreekt die direct naast je zitten.

 ‘We zien wel wat

ervan komt en hoe een gesprek loopt’ 

En verder > Geweld tegen hulpverleners lijkt er in deze tijd bij te horen. Maar in de Veenhartkerk (GKv) te Mijdrecht sloegen ze een andere toon aan: de brandweer van die plaats vierde het 95-jarig bestaan en kreeg ter gelegenheid daarvan een bos bloemen van de kerk. > Hart van Vathorst is een bijzonder initiatief in Amersfoort, waarbij de Ontmoetingskerk (GKv) nauw betrokken is. Het neemt steeds meer een eigen plek in de wijk Vathorst in. Er was al een maandelijkse maaltijd voor de buurt, maar er komt een tweede gratis maaltijd per maand bij. Wie behoefte heeft aan ontmoeting, een luisterend oor of gewoon geen budget voor een uitgebreide maaltijd heeft, kan nu elke tweede en laatste woensdag van de maand aanschuiven. Er is elke keer plek voor vijftig personen. > De Opstandingskerk (GKv) in Utrecht is druk geweest met het schrijven van kaarten vol met wensen, groeten en bemoedigingen in het Frans voor de broeders en zusters in Afrika. Dat gebeurde in het kader van het bezoek van twee Congolese broeders – ds. Abel Ntita en Fidelie Mbombo – voor overleg met Utrecht Mission. ‘We willen als Nederlandse en Congolese gemeenten elkaar bemoedigen, voor elkaar bidden en met elkaar meeleven.’

19


 STIMULANS

TEKST DEBBIE DEN BOER

Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW

Samen met kinderen de Bijbel door Uit recent onderzoek blijkt dat een op de drie protestantse gemeenten in Nederland wekelijks minder dan twintig kinderen in de kerk heeft. Dat betekent vaak kleine groepen bij de kindernevendienst of club. Juist voor kinderwerkers in deze gemeenten heeft het Nederlands Bijbelgenootschap in samenwerking met JOP, de jeugdorganisatie van de PKN, een nieuw product voor groepen ontwikkeld: de Samenleesbijbel 100 stappen. Deze uitgave is een variant in de reeks Samenleesbijbels en bevat honderd stappen met elk een Bijbelgedeelte uit de Bijbel in Gewone Taal om samen te lezen, een grote illustratie om te bekijken en te bespreken, een groepsactiviteit om te doen of te spelen en doorpraatvragen en weetjes over de achtergrond van de Bijbel. De honderd stappen leiden gebruikers

Hoop voor mens én dier Volgende week, op zondag 20 oktober, is het weer Micha Zondag. Met deze jaarlijkse themazondag wil de organisatie Micha Nederland aandacht vragen voor gerechtigheid. Ze verzorgt voor deze zondag een kant-en-klaar themapakket met preekschetsen, suggesties voor liederen, gebeden, kindermateriaal en tienermateriaal. Thema van de Micha Zondag is dit jaar: ‘De regenboog: hoop voor mens én dier’. Aan de hand van dit thema kunnen christenen samen nadenken over de betekenis van dieren in het licht van de Bijbel en de actualiteit. Bezinning rond dit thema is volgens de organisatie nodig, gezien het actuele debat in de samenleving en in de politiek. Denk alleen al aan onderwerpen als intensieve veehouderij, ritueel slachten en zogenoemde dierenrechten. Micha roept op na te denken over vragen als: wat wil het zeggen dat God zo nadrukkelijk de dieren noemt bij het sluiten van het verbond met Noach, wat betekent dit voor onze omgang met dieren? Het themapakket voor de Micha Zondag is te downloaden via www.michazondag.nl. Het materiaal kan ook op een andere zondag gebruikt worden.

20

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

op een uitgebreide manier door het Oude en Nieuwe Testament, waarbij bekende en minder bekende verhalen aan de orde komen. In het verwerkingsmateriaal is verder rekening gehouden met verschillende leerstijlen. Het materiaal is ook geschikt voor bijvoorbeeld missionair kinderwerk, kinderclubs of Bijbelkringen waarbij gezinnen bij elkaar komen. Via de volgende link is het mogelijk om deze Samenleesbijbel alvast in te kijken: shop.bijbelgenootschap.nl/product/samenleesbijbel100-stappen.

Theologie over goede manier van leven Aan het begin van dit academische jaar nam Ad van der Dussen wegens emeritaat afscheid als docent systematische theologie van de TU Kampen en de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding. Ter gelegenheid van dit afscheid verscheen in de TUbezinningsreeks de vriendenbundel Dan is het aardse leven goed, onder redactie van Jaap Dekker, Kees de Groot en Jan van Helden. Deze titel geeft uitdrukking aan wat voor Van der Dussen een belangrijke focus was in zijn onderwijs en theologische publicaties. Theologie moet namelijk raken aan de concrete werkelijkheid van het leven en ook dienstbaar zijn aan een goede manier van leven. De bundel bevat zeventien bijdragen van verschillende auteurs, die laten zien wat dit in de praktijk betekent, niet alleen voor de waardering van het aardse leven en voor de toekomstverwachting, maar ook voor de ethiek, het pastoraat en het kerkelijk leven.


 KRINGEN De nieuwe rubriek Kringen is bedoeld voor gebruik in huiskringen en sluit inhoudelijk aan bij het thema van de OnderWeg-editie waarin de rubriek verschijnt (in dit geval bij het thema ‘Kerkverlating’ van dit dubbelnummer). De rubriek krijgt online een vervolg met extra verdieping en bronnen en adviezen om praktisch met het thema aan de slag te gaan. Zie www.onderwegonline.nl/ kringen-OW519.

Spreek juist in kringen over kerkverlating Een kring is – ideaal gezien – gericht op het samen met andere broers en zussen je leven delen. Daarin is ruimte voor ieders zoektocht met God. In de kring kan het gesprek over kerkverlating goed en heilzaam zijn. Wat betekent het voor jezelf, de kring en de gemeenschap als broers

Het leren kennen van deze motieven levert een spiegel op voor je eigen motieven om te geloven en lid te zijn van de kerkgemeenschap. Denk aan: • de betekenis van gemeenschap; • waarom kerkverlaters ervaren dat ze er niet (meer) bij (willen) horen; • de invloed van de kerkdiensten daarin. Het onderzoek ‘Stille kerkverlating’ (Praktijkcentrum, 2018) toont de behoefte aan ruimte, generaties en diversiteit. In het online deel van deze rubriek vind je hier meer over. HETTY PULLEN-MUIS IS ADVISEUR BIJ HET PRAKTIJKCENTRUM.

of zussen de kerk verlaten? Wat doet het jou, zeker als het om jongeren, generatiegenoten of familie gaat?

TEKST HETTY PULLEN-MUIS

De kring in de gemeente kan bijdragen aan het gevoel van gemeenschap, erbij horen. Maar juist kerkverlating toont dat het contact verbroken is en gemeenschap verloren ging. Dit lijkt qua inhoud op gespannen voet te staan met het Bijbelse beeld van koinonia, de gemeenschap in het geloof (Handelingen 2:42). Toch kan vanuit diezelfde koinonia de kring bijdragen aan het volhouden en vasthouden van de gemeenschap. Dat vraagt wel de moed om verlies en pijn rond kerkverlating met elkaar onder ogen te zien en je kwetsbaar op te stellen. Als iemand de deur van de kerk achter zich dichttrekt, raakt dit de geloofsgenoten. Lastige vragen kunnen opkomen, zoals: ben ik wel goed genoeg als gelovige en waarom wil die ander er niet meer bij horen? Kerkverlating raakt aan diepe motieven van mensen.

Aan de slag

Uitwisselen en verkennen is een belangrijk doel van een eerste gesprek in de kring over kerkverlating. Met elkaar zet je de moedige stap om dit onderwerp te bespreken. Een luisterend oor is daarbij een mooie houding. Verkennen is open reflecteren, gebruikmakend van de drie vragen hieronder. Zorg dat ze alle drie aan bod komen, ze raken drie dimensies in de mens (denken, voelen en willen). 1. Aan welke situatie denk jij bij kerkverlating? 2. Wat voel je als je denkt aan de mogelijkheid dat jij zelf de (kerk)gemeenschap verlaat? 3. Wat verlang je voor de kerkverlater en voor de kerkgemeenschap? Tip: leef je vooraf in kerkverlaters in en kijk met elkaar een aflevering van het EO-programma Adieu God. > Ga online verder aan de slag met dit thema via www.onderwegonline.nl/kringen-OW519.

21


 EYEOPENER

De barmhartige Samaritaan van het Oude Testament Soms word je gewoon heel blij van een ontdekking die je in de Bijbel doet. Ik heb dat vooral wanneer ik in duistere delen van het Oude Testament God ineens het licht aan zie doen. Heb je ooit gehoord van Oded? Of een idee van wat hij heeft gedaan? Lees door en je zult hem nooit meer vergeten.

22

OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019


In Samaria woonde een profeet van de HEER, Oded genaamd. We zijn in Juda. Achaz zit op de troon gedurende zestien heftige jaren. Koning David? Dat is driehonderd jaar ofwel twaalf koningen geleden. Achaz, de dertiende koning, stort Juda gigantisch in het ongeluk. Achaz wil niet deugen. Hij krijgt van de kroniekenschrijver echt het allerlaagste cijfer. Religieus? O ja, hij is hyperreligieus. Maar wat zegt dat, als je uitgerekend de enige echte God, die zich zo met zijn volk verbonden heeft, de deur uit doet. Alsof dat zomaar zou kunnen. Achaz wil de goden van de omliggende volken voor zich winnen. Hij heeft zichzelf namelijk wijsgemaakt dat dat voordelig is. Als die goden hem goedgezind zijn, zullen de bijbehorende volken hem niet langer kunnen overwinnen. Daarom laat hij bijvoorbeeld een kopie maken van het altaar van Rimmon dat in Damascus staat. En de wetten van de HEER, waarmee Hij mensen voor onheil wil behoeden? Achaz lapt ze gewoon aan z’n laars – allemaal. Zijn eerstgeboren zoon wijdt hij dan ook niet aan de HEER, door hem met een offerlam los te kopen en hem zo het leven te redden. Welnee, Achaz legt hem in de handen van de afgod Moloch. En dat overleeft niemand, want die handen waren van vuur. Kan een koning verder afdwalen?

 Achaz wil niet deugen  De tempel van de HEER haalt Achaz leeg: alles gaat aan stukken en de tempel gaat dicht. Met het goud en het brons probeert hij Assur om te kopen. Op alle straathoeken van Jeruzalem verrijzen Baälaltaren, zoals bij het buurvolk Israël trouwens al het geval was. Hij laat zich nergens door tegenhouden – zelfs niet door de profeet Jesaja. Hij wil door eigen politieke slimheid de winnaar worden, maar hij wordt de grootste loser die je je maar kunt voorstellen. TEKST HAN HAGG

Roversnest Juda, dat Achaz z’n gang laat gaan en zelfs mee gaat doen, krijgt het zwaar te verduren. Als Damascus (Aram) Juda aanvalt, wordt het halve Judese leger krijgsgevangen weggevoerd. Als daarna Israël Juda aanvalt, overleeft vrijwel niemand het, tot en met Achaz’ zoon, de kroonprins, zijn hofmaarschalk en zijn rechterhand, de hofmeester.

(2 Kronieken 28:9)

En dan wordt het ondenkbare werkelijkheid: een holocaust in het heilige land zelf. Israël heeft geen enkel medelijden met broedervolk Juda. Kijk wie daar voortgedreven worden naar Samaria: een lange kolonne van Joodse vrouwen en kinderen. Samen met de enorme buit werden ook zij als slaven meegenomen naar het roversnest Samaria. Een failliete koning en een leeg land, dat is alles wat overblijft. Het is tenhemelschreiend. Er is werkelijk geen enkele hoop meer voor Juda. Toch?

Samaritaan Lees nu voor jezelf met aandacht 2 Kronieken 28:9-15. Is het geen verrassende ontdekking wie je als Bijbellezer hier tegenkomt? De barmhartige Samaritaan! Ja, die barmhartige Samaritaan waar Jezus zijn beroemde gelijkenis over vertelde. We komen hem dus al zevenhonderd jaar eerder tegen in het Oude Testament. Geweldig, wat een hoopgevend verhaal. Wat een moedige man, deze bewoner van Samaria, deze Samaritaan. Hij doet het gewoon: hij gaat met zijn van God gegeven profetische wijsheid dwars tegen de gevestigde mening in. Hij tekent hartgrondig protest aan tegen wat hier aan het gebeuren is. Je moet maar durven. Wat een groot hart heeft deze profeet uit Samaria. Hij ontfermt zich niet slechts over één hulpbehoevende die ten dode opgeschreven langs de kant van de weg ligt. Nee, hij ontfermt zich over 200.000 berooide mensen die als vee worden opgedreven. Hij neemt het initiatief om hen te redden.

Rode loper Zijn naam is Oded, dat ‘hersteller’ betekent, ‘reformator’. En herstellen doet hij. Hij herstelt Gods recht met rake woorden. Inderdaad, woorden zijn zijn wapen. Zeg nooit: ‘Woorden helpen toch niet.’ Stel je voor: glorieus komt het leger terug in Samaria. Het verwacht natuurlijk een uitbundig onthaal: de rode loper, medailles, trompetgeschal. Maar precies het omgekeerde wordt werkelijkheid. Oded schreeuwt hen tegemoet: ‘Hemeltergend is het wat jullie doen. Eerst al een bloedbad aanrichten onder nota bene je broedervolk en nu al die vrouwen en kinderen als slaven onderwerpen. Jullie zijn evengoed als die mensen uit

23


 EYEOPENER Maak ons hart onrustig

Juda met schuld beladen tegenover de HEER, jullie God. Als je aan zijn toorn wilt ontkomen, laat ze dan onmiddellijk terugkeren!’ Als je niet beter wist, zou je denken: nu wordt Oded als een gevaarlijke revolutionair gearresteerd en afgevoerd. Maar dat gebeurt dus niet. Het is wonderbaarlijk: vier familiehoofden met gezag nemen het van hem over en zowaar: de overwinnaars laten hun buit gaan.

Kolonne Oded en zijn helpers geven de berooide Judeeërs kleren en sandalen. Ze geven hun te eten, ze geven hun te drinken. Ze zalven hun wonden en zetten degenen die moeizaam voortstrompelden op ezels. Met grote zorgzaamheid begeleiden ze hen naar grensstad Jericho. Zie je het voor je? Heb je het in beeld? Een hele kolonne barmhartige Samaritanen. Wat een ontroerend beeld als je dat op je in laat werken. Dit is nu wat echt past bij God: genade, barmhartigheid en vrede ervaren van zijn kant. Niet verdiend, wel gekregen. Dat wordt hier weer eens glashelder onderstreept.

Avondmaalstafel Hebben ze het onthouden? Ik vermoed dat helemaal niemand op dit toneel, in welke rol dan ook, deze gebeurtenis ooit vergeten is. Voor de slachtoffers en de

Ter overweging • L eg voor jezelf de gelijkenis uit Lukas 10 eens naast deze geschiedenis. Kun je ontdekken welke parallellen er zijn? Zelfs de stad Jericho komt in beide verhalen voor. •E en man als Vincent van Gogh was geïntrigeerd door de geschiedenis van de barmhartige Samaritaan. Hij schilderde het verhaal enkele maanden voor zijn dood (naar een voorbeeld van Delacroix). Zag hij zichzelf als helper of als slachtoffer? Lees het essay dat Willem de Vink hierover schreef in het Nederlands Dagblad van 19 december 2014. •E en indrukwekkend gebed op muziek laten de Schrijvers voor gerechtigheid ons na (zie kader hiernaast). Kijk de gezongen versie op www.youtube.com/watch?v=uHTyq8SMmLE. •W aar zie jij zelf kans om op Oded en zijn helpers te lijken?

24

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

Maak ons hart onrustig, God, dat het ontevreden klopt als we mooie leugens horen en gemakkelijke woorden! Maak ons hart onrustig, God. Stort in ons uw tranen uit. Mensen worden uitgebuit, weggeschopt en opgesloten. Zegen hen als wij hen troosten. Stort in ons uw tranen uit. Steek in ons uw woede aan om het onrecht te weerstaan! Geef ons moed om op te treden. Laat ons vechten voor de vrede. Steek in ons uw woede aan. Laat ons dwaas en koppig zijn. Laat ons doorgaan tot het eind. Gaat het onze kracht te boven, laat ons dan in U geloven. Laat ons dwaas en koppig zijn. Want het is uw koninkrijk tot in alle eeuwigheid. Tekst Roald Schaap/Liesbeth Goedbloed Schrijvers voor gerechtigheid (Opwekking 805)

helpers was dat een wonderlijke dag. En wat gaf het een wonderlijk gevoel. Een stukje hemel op aarde. Ik hoop dat het ons ook zo vergaat. Dat wij die Oded, die hersteller namens God, vanaf vandaag ook nooit meer vergeten. ‘O ja, Oded, weet je nog?’ En dat wij bijvoorbeeld aan de avondmaalstafel nooit vergeten welke barmhartige Samaritaan ons heeft opgeraapt en hersteld: Jezus, onze redder. Het was nergens aan verdiend, maar we hebben het toch gekregen. Hij voedt en laaft ons geloof, keer op keer. Zodat we van tafel kunnen opstaan om met zijn mentaliteit de wereld in te gaan: een heel volk van Samaritanen. Oded en de zijnen waren voorlopers van barmhartige Samaritaan Jezus. Het is nu aan ons om zijn navolgers te zijn. Oded? O nee, die vergeet ik niet meer. HAN HAGG IS PREDIKANT VAN DE KONINGSKERK (GKV) IN ZWOLLE-ZUID.


ADVERTENTIES

Synode en LV van start

ZATERDAG 9 NOVEMBER

JAARBEURS UTRECHT

BESTEL GRATIS KAARTEN OP OPENDOORS.NL/DAG

Hoop doet leven

Op 8 november begint de nieuwe Landelijke Vergadering van de NGK. Vanaf 19.30 uur is er een bidstond en moderamenverkiezing. De vervolgzitting is op 9 november. Plaats: Het Kruispunt, Gedempte Gracht 1, Zeewolde. Op 16 november begint de nieuwe generale synode van de GKv met moderamenverkiezing. De avond ervoor, 15 november, is er om 19.30 uur een bidstond. Plaats: Ontmoetingskerk, Kornetstraat 4, Goes. Van februari tot mei 2020 is een aantal gezamenlijke vergaderingen van GS en LV gepland over onderwerpen die het herenigingsproces raken.

Samenwerking intensiveert

Wat betekent de samensmelting van NGK en GKv voor ambtsdragers en andere werkers in de kerk? THEMANUMMER: w Interviews met mensen die deze fusie vormgeven. w Aandacht voor het pastoraat bij het herstel van pijn die de breuk veroorzaakt heeft. w De relatie tussen de lokale kerk en het kerkverband. w De nieuwe kerkorde als inspiratiebron. Prijs: per bestelling e2,50 + het aantal exemplaren à e1,95.

De samenwerking tussen GKv en NGK op landelijk niveau wordt steeds intensiever. Op een reeks werkvelden komen het GKvdeputaatschap en de NGK-commissie met één rapport voor de landelijke kerkelijke vergaderingen en willen ze vanuit een gemeenschappelijke visie en werkaanpak als één GKv/NGKcommissie verder. Dat geldt voor de werkvelden Theologische Universiteit, kerkdienst/liturgie, ondersteuning van kerken/ classes/missionaire projecten, seksueel misbruik in kerkelijke relaties, diaconale zaken en kerkelijke eenheid. Vooral dat laatste is opvallend: 25 jaar lang zaten de GKv-deputaten en NGK-commissie tegenover elkaar en vergaderden ze over de onderlinge verschillen, nu doen ze vrijwel alles samen, inclusief de contacten met andere kerken als CGK en PKN. In andere gevallen (categoriaal pastoraat, archief, dovenpastoraat) blijven commissie en deputaatschap nog apart, maar werken ze vanuit een gedeelde visie wel nauw samen. Rapporten zijn te vinden op www.gkv.nl/organisatie/ generale-synode/gs-2020/beleidsrapporten-gs-2020 en binnenkort op www.ngk.nl

Symposium 75 jaar Vrijmaking

Op 31 oktober vindt aan de TU Kampen een symposium plaats over 75 jaar Vrijmaking, met een terugblik op erfgoed en gedachtegoed van de Vrijmaking en de vraag naar de actualiteit en relevantie daarvan. Sprekers onder andere Erik de Boer, Leon van den Broeke, Koert van Bekkum, Ad van der Dussen, Dolf te Velde en Hans Burger. Informatie en aanmelding: www.weetwatjegelooft.nl/studiebijeenkomsten/ stroomopwaarts.

In memoriam

Op www.onderwegonline.nl/?s=memoriam zijn in memoriams geplaatst van de onlangs overleden predikanten Jan Haveman, Kor Muller en Wilbert Scheffer.

Komen en gaan

Verbonden aan GKv Zwolle-West: A.S. van der Lugt (GKv Delft) Preekbevoegdheid (GKv) verleend aan J.J. Burger-Niemeijer (Kampen), jannekeburgerniemeijer@gmail.com.

Buijten & Schipperheijn Motief www.buijten-motief.nl – info@buijten.nl

> Voor meer actueel nieuws ga naar onderwegonline.nl 25


EMERITUS PREDIKANT FRANS VAN DEURSEN ROEPT OP TOT MEER SCHULDBESEF

‘Hoog tijd om weer over Gods verbond te spreken’

26

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019


 ONTMOETING Terugblikken op het kerkelijke verleden gaat dominee Frans van Deursen (88) gemakkelijk af. De emeritus predikant in de NGK heeft al zijn herinneringen vorig jaar op schrift gesteld voor de kinderen en kleinkinderen. Het boek ligt naast hem op tafel, hoewel hij het nauwelijks nodig heeft. Zijn geheugen is prima in orde. Maar liever wil hij over andere dingen

V

praten. ‘Laten we het over de kerk van nu hebben!’

TEKST EMBERT MESSELINK BEELD JACO KLAMER

an Deursen woont in Barneveld, met zijn vrouw Nel. Aan de muur hangen portretten van hun vier kinderen. Het echtpaar heeft veertien kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Bij binnenkomst blijkt dat Van Deursen zich goed op het gesprek heeft voorbereid. Aantekeningen en diverse relevante boeken liggen klaar op tafel. Hij weet wat hij kwijt wil. We blikken eerst terug op de woelige kerkelijke tijden. Van Deursen behoort tot het slinkende groepje predikanten dat zich de Vrijmaking nog persoonlijk kan herinneren. In 1944 was hij 14 jaar oud en zag hij de kerk letterlijk scheuren. ‘Op die bewuste zondagmorgen zou dominee Vonk preken in de Julianakerk in Schiedam. Maar in zijn plaats kwam dominee De Graaf op de preekstoel met een brief van de kerkenraad. De kerkenraad had die zaterdagavond besloten dominee Vonk te verbieden voor te gaan. Na die verklaring stonden overal mensen op om de kerk te verlaten. Sommigen kwamen nog even terug om hun bijbel uit de bank te halen. Al die tijd stond dominee De Graaf op de preekstoel het doodstil aan te zien. Een dag later werd Vonk met zeventien ouderlingen en diakenen geschorst wegens kritiek op de synode. Als ik erop terugkijk, was het maar een droevige gebeurtenis. Het leidde tot de GKv, een kerkgenootschap waarbinnen de theologie in de jaren die volgden dogmatische en mathematische trekjes kreeg. Het praktische en profetische spreken van de Schrift klonk er niet helder.’

Veranderde de Vrijmaking veel aan uw leven?

‘Achteraf gezien heeft de Vrijmaking een wissel omgezet in mijn leven. Onze kerkelijke gemeente

verloor alles, zelfs de collectezakjes. De Hongerwinter stond voor de deur, we kerkten zondagochtend om acht uur in de ijskoude Grote Kerk van Schiedam. Maar ik werd ook catechisant bij dominee Vonk en ik werd later zijn medewerker. Ik ben verder gegaan met de commentaarreeks De Voorzeide Leer, waarmee hij begon. Tot voor kort heb ik daaraan doorgewerkt.’

En de volgende kerkelijke scheur, zat die er al ingebakken?

‘De sfeer hing er inderdaad al gauw. Het “ethisch conflict” stak de kop op. Konden we nog wel bidden met mensen van de ARP? Kon iemand die lid was van het CNV wel ouderling worden? Je voelde dat er een innerlijke scheuring groeide. Je wist van elkaar wie waar zat. Ik was predikant in Barendrecht. De tweespalt werd heel duidelijk toen ik een beroep kreeg uit Haarlem. Er kwamen vier ouderlingen uit Haarlem langs, waarvan er twee sympathiseerden met Opbouw en twee met De Reformatie. Op zaterdagmiddag kwamen ze op bezoek.

 ‘Onze kerkelijke gemeente verloor alles, zelfs de collectezakjes’  Ze wilden weten welk van beide tijdschriften ik las. Hoe ik dacht over de zogenoemde zielenslaap, de leer van dominee Telder. Na enige tijd vertrokken ze om een aantal gemeenteleden te spreken. Later op de middag kwamen ze terug. Toen begon een van de ouderlingen te vragen naar mijn opvattingen over Antheunis Janse, het schoolhoofd uit Biggekerke van wiens boeken ik veel heb geleerd. Hoe ik dacht over zijn houding tijdens de Duitse bezetting? Toen ben ik boos geworden. Ik heb gezegd: komt u mij een examen afnemen over een politieke

27




 ONTMOETING Frans van Deursen: ‘Ik hoop dat er meer gebedskringen en voorbidders komen die de nood van de christenheid en de wereld bij God brengen, schuld belijden en Hem vragen om zijn genade.’

>

kwestie van meer dan twintig jaar geleden, toen ik zelf nog een kind van 13 was? Ik dacht bij mezelf: gelukkig heb ik dat beroep uit Haarlem niet nodig. Maar wat bleek: ik kwam op een tweetal met dominee Borgdorff uit Baarn. Die had iets lelijks gezegd over het Gereformeerd Gezinsblad. Dat was erg, erger dan mijn ideeën. En daarom gaven ze toch maar de voorkeur aan Van Deursen. Ik heb het beroep aangenomen en heb acht jaar in Haarlem gestaan. In Haarlem voltrok zich de scheur. Een ouderling riep de gemeente weg “vanachter de ontrouwe kerkenraad”. In zijn ogen had onze kerkenraad in classisverband harder stelling moeten nemen tegen dominee Van der Kwast, een van de ondertekenaars van de Open Brief. Een derde van de gemeente, 175 leden, volgde hem. De rest bleef achter en sloot zich uiteindelijk aan bij de Nederlands Gereformeerde Kerken. Het was een diep verdrietige tijd. Ik wandelde in die tijd af en toe met mijn vrouw in de Kennemerduinen. Om onszelf rust te geven, spraken we soms af: nu praten we een uur lang niet over de kerk. Dat lukte overigens nauwelijks.’

 ‘Zou God de Europese christenheid niet een keer beu worden?’  Toch heb ik niet het idee dat u deze ervaringen nog elke dag met u meedraagt. U lijkt er niet onder te lijden. ‘Ik denk dat ik in mijn leven heb geleerd om rechtszaken aan de Heer over te geven. Hij komt om recht te doen. Wij kunnen bidden. Bidden voor mensen die in een kerkstrijd zijn verwikkeld. Bidden voor vervolgde christenen. Bijvoorbeeld met Psalm 26: “Doe mij recht, HERE, want ik heb in onschuld gewandeld” (NBG1951).’

U hebt in interviews altijd weinig over deze kerkscheuring gesproken. Ook nu heb ik het idee dat u het niet van harte doet. Klopt dat? ‘Ach ja, ik vind het niet zo belangrijk dat mijn kleinkinderen dit nog allemaal precies weten. Bovendien zijn we nu in een fase waarin de NGK en GKv elkaar weer zoeken. Maar wat ik wel graag wil overdragen en waar we het nog niet over hebben gehad, is (Van Deursen zet zijn handen aan zijn mond en toetert over tafel): het verbond van God! Dat was namelijk de inzet van de Vrijmaking.’

28

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

Wat bedoelt u daarmee?

‘Het ontzaglijke feit dat God ons allemaal door onze doop in zijn genadeverbond heeft opgenomen. Iedereen in heel Europa die gedoopt is, draagt het zegel van dat verbond. Dat verbond bestaat uit heilsbeloften, maar ook uit bevelen en bedreigingen voor wie het waagt Gods beloften te verwerpen. Als je dat beseft, leven we dan niet in een verschrikkelijke tijd? Hebben westerse christenen dat verbond de afgelopen decennia niet massaal gebroken? We leven toch in een tijd van 30.000 abortussen per jaar, van televisie vol rottigheid en dwaasheid. Als je het over Gods verbond hebt, moet je ook spreken over zijn oordeel. Kwam Hij daar in het verleden al niet mee, door Napoleon en Hitler, omdat Hij werd genegeerd? Heeft de voormalige christenheid zich daaronder verootmoedigd en bekeerd? Het lijkt er helaas niet op. In de Bijbel is schuldbesef ook historisch schuldbesef. Maar wie laat zich daardoor nu kennen? De NGK en GKv gaan één kerk worden. Dat vind ik allemaal lief en best. Het is beter dan dat ze elkaar verketteren. Maar gaan we ook gezamenlijk de schulden belijden van dit land en van Europa? Hoe lang is God nou al bezig in dit werelddeel? Meer dan duizend jaar! Zou Hij de Europese christenheid niet een keer beu worden?’

Durft u daar stellig in te zijn – dat God met zijn oordeel komt?

‘Nee, want Hij is zeer genadig en geduldig. Maar Hem kennend uit de Schrift ben ik er wel bang voor. Putin, Trump, ontwikkelingen in China… Ik hoor de mensen zo weinig over God spreken wanneer het over de wereldsituatie gaat. Wat gaat er gebeuren? Ik heb in de tijd van de Koude Oorlog vaak gebeden: Heer, bewaar ons voor een derde wereldoorlog. Die is uitgebleven. Door de NAVO of door knielende bidders?’

Je kunt wel veel nadenken over het eventuele oordeel van God, maar wat win je daarmee?


‘Ik hoop dat er meer gebedskringen en voorbidders komen die de nood van de christenheid en de wereld bij God brengen, schuld belijden en Hem vragen om zijn genade. Dat mag je vrijmoedig doen. We bidden vaak zo tam. In Psalm 74 staat: Heer, trek uw hand uit uw boezem! Vrij vertaald staat er: Heer, sta er toch niet werkeloos met uw handen in uw zakken naar te kijken! Bid dus: Heer, houd uw kerk toch in stand. Bewaar en vermeerder uw kerk. Stuur nog eens iemand met zoveel gezag als Luther, Calvijn of Billy Graham, zodat een crisis voorkomen kan worden. Het is toch uw bedoeling dat goddelozen behouden worden?’

Het zit u duidelijk hoog. U kunt rust vinden over de kerkscheuringen van het verleden door het aan God over te laten om recht te doen. Kunt u iets van diezelfde rust vinden als u nadenkt over de kerk van nu?

‘Nee, als ik aan de GKv en de NGK denk nog niet. Ik ben verontrust over de dingen die ik noemde. Ik maak me zorgen over het gebrek aan geloofskennis en over oppervlakkigheid. Maar ook nu geldt: als ik amen zeg aan het eind van een gebed, dan valt er wel wat van me af. Ik ben me goed bewust dat Fransje van Deursen een oud mannetje is die het allemaal niet meer kan veranderen. Ik kan nog wel een beetje spreken op plaatsen waar God het geeft.’

Bent u in uw leven misschien wel het meest gedreven door te willen uitleggen en verklaren?

‘Ja, toen ik nog maar drie weken predikant was, zei een gemeentelid al: “Dominee, weet u wat ze zeggen? Hij lijkt wel een schoolmeester.” Toen zei ik: “Zeg maar dat ze gelijk hebben.” Dat is inderdaad wat mij heeft gedreven: de Schrift uitleggen voor de gemeente, in kerkdiensten, catechisaties, in de huizen. In de commentaarserie De Voorzeide Leer. Ik was docent, maar geen academicus. Ik wilde altijd leraar van de gemeente zijn, herderlijk leraar.’

U bent niet meer de jongste. Kunt u nog altijd docent zijn?

‘Ik herschrijf wat oude preken en mail ze naar een clubje vrienden en familieleden. Ik ben nu bezig met een serie preken over het Oude Testament. Veel mensen vinden het Oude Testament hard. Ik laat zien dat de Geest van Christus daarin al volop aan het werk is. Het sabbatsgebod heeft bijvoorbeeld alles te maken met het sociale vraagstuk, er gaat zo veel goeds uit van dat gebod. Verder heb ik veertig jaar lang de Bijbelcursus gegeven, ik ga binnenkort weer beginnen. Zo doe ik wat ik kan en zo lang ik van God de kracht ervoor krijg.’ EMBERT MESSELINK IS ZELFSTANDIG TEKSTSCHRIJVER.

Primitief

O

oit heb ik een jaar in Amerika gestudeerd en daar ook mijn rijbewijs gehaald. Je kon dat toen nog omruilen voor een Nederlands rijbewijs. De maximumsnelheid in dat immense land was in die tijd 55 mijl per uur (= 89 kilometer per uur). Ik dacht eraan toen ik onlangs in een leenauto (wij hebben er geen) op weg was naar een vroege preekbeurt en langs Utrecht kwam waar de snelheid 80 kilometer per uur is. Waarom is dat eigenlijk niet de hele rit het geval? We weten immers dat de vervuiling toeneemt naarmate de snelheid hoger wordt. En – niet minder belangrijk – het aantal verkeersdoden ook. Volgens de legende moest de bevolking in Kreta elk jaar zeven jonge mannen en zeven vrouwen offeren aan de gruwelgod Minotaurus. Dergelijke praktijken komen nog steeds voor. Iemand die het kon weten vertelde me dat in Kampala (Oeganda) in de fundamenten van veel moderne gebouwen kinderlichamen zijn ingemetseld als bescherming tegen ongeluk. Wij vinden dat een primitief geloof. Gelukkig zijn wij meer ontwikkeld. Denken ze nu echt dat hun leven en welvaart afhangt van het brengen van zulke offers?

 Wat doen we eigenlijk met die uitgespaarde tijd?  Maar het verschil met de offers die wij brengen voor onze welvaart en ons gemak is niet groot. Hoeveel verkeersdoden vallen er ieder jaar? Hoeveel mensen raken voor hun leven gehandicapt? Waarom moeten we allemaal zo snel op de plaats van bestemming zijn? Wat doen we eigenlijk met die uitgespaarde tijd? Ik begrijp wel dat teruggaan naar 80 kilometer per uur (nog verder dus dan in de politiek wel wordt voorgesteld) heel wat aanpassingen zou vergen in allerlei sectoren van de maatschappij. Denk maar aan het treinvervoer, dat veel aantrekkelijker zou worden, maar waarvoor geen ruimte is op het huidige spoor. Misschien een ondergronds spoor met supersnelle treinen tussen de grote steden? Ik noem maar wat. Toch maar deze vraag: hoeveel echte vernieuwing staan we in de weg doordat we maar blijven offeren aan onze afgoden? Hoeveel kinderen moeten er nog sterven voor ons eigen primitieve geloof? En dan heb ik abortus nog niet eens genoemd.

DICK WESTERKAMP IS EMERITUS PREDIKANT VAN DE LICHTBOOG (NGK) IN HOUTEN.


 OPINIE

Psalmen als stem van de kerk ‘De Nieuwe Psalmberijming bijna klaar’ meldden onlangs verschillende christelijke media. Het is niet ondenkbaar dat lezers hierbij wat verbaasd gekeken hebben: een nieuwe psalmberijming? Waar komt die vandaan? Wat is het idee achter de Nieuwe Psalmberijming?

O

TEKST BOB VUIJK

p de achtergrond van elke psalmberijming speelt een oude discussie over de psalmen en gezangen. Aan de reformatoren Luther en Calvijn hebben we het verschijnsel gemeentezang te danken, een van de grote winsten van de kerkhervorming. Luther wilde de kerkzang vanuit de nieuwtestamentische situatie invullen: onverhuld zingen over de gekomen Christus en vervuld door de Geest werken aan de opdracht steeds weer ‘een nieuw lied’ te zingen. Psalmen wilde hij het liefst christologisch kleuren. Zo werd Psalm 46 bij hem tot ‘Een vaste burcht’ (‘Vraagt gij zijn naam, zo weet dat Hij de Christus heet’). In het Lutherse Kirchengesangbuch zul je geen complete berijming van het Bijbelboek Psalmen aantreffen. Calvijn zag de oudtestamentische psalmen als ‘Gods liedboek voor zijn volk’, het model dat de Bijbel ons aanreikt om God te aanbidden, om Hem onze nood te klagen, om alles wat er in ons leeft voor Hem uit te zingen. Daar kon in zijn ogen geen menselijk bedacht lied tegenop. De christelijke gemeente moest de psalmen in de eredienst, op school en thuis kunnen zingen. Met dat doel liet Calvijn professionele componisten liedmelodieën schrijven die voor samenzang geschikt waren (met slechts twee

30

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019


notenwaarden en niet te ingewikkelde ritmes) en zocht hij vakbekwame dichters om de psalmteksten te berijmen. Omstreeks 1560 beschikte de Franstalige gemeente van Genève over een complete psalmberijming. Calvijns voorkeur voor de psalmen boven ‘menselijke gezangen’ wordt nog steeds door velen onderschreven. Vaak wordt te weinig beseft dat door het berijmen aan de Bijbelse grondtekst een flinke dosis menselijke inbreng wordt toegevoegd. Die menselijke factor zorgt ervoor dat psalmberijmingen altijd weer aan kritiek onderhevig zijn. Onberijmd psalmen zingen, zoals dat in de Kerk van Engeland gebeurt, is een prachtig alternatief, maar is voor een gemeente ondoenlijk.

Letterlijk

In calvinistisch Nederland zetten meerdere dichters en theologen zich in voor een bewerking van de Geneefse psalmbundel in het Nederlands. In 1566 kwam Petrus Datheen met een letterlijke vertaling. Wie als Nederlandse gast in Genève in de kerkbank aanschoof, wist dat hij in zijn eigen taal hetzelfde zong als zijn buurman.

 Luther wilde onverhuld zingen over de gekomen Christus 

Datheens berijming is vanaf het begin om allerlei redenen heftig bekritiseerd, maar pas in 1773, tweehonderd jaar later, werd ze – bepaald niet zonder slag of stoot – op last van de Staten-Generaal vervangen. De berijming van 1773 is nog volop in gebruik in veel reformatorische kerken, ondanks de kritiek die ook deze versie vanaf het begin te verduren kreeg: bezwaren tegen het Verlichtingsdenken met zijn nadruk op ‘deugd’, de aanduiding van God als ‘Opperwezen’, de vele toevoegingen vergeleken met de onberijmde grondtekst, de samentrekkingen als paân, woên en goôn en de botsingen van tekst en melodieritme. In 1927 schreef K. Schilder in Bij Dichters en Schriftgeleerden: ‘Ons volk zal niet doof mogen blijven voor de klacht dat zijn psalmberijming te kort doet aan het geopenbaarde Woord, en dat Woord soms verdringt. (...) Onze huidige psalmberijming moet weg.’ Vanaf 1951 heeft een groep dichters in opdracht van de Nederlandse Hervormde Kerk gewerkt aan een nieuwe psalmberijming ter vervanging van ‘1773’. In 1968 werd deze berijming vastgesteld en in het Liedboek voor de Kerken van 1973 opgenomen. Onveranderd is ze ook te vinden in het nieuwe Liedboek – Zingen en Bidden in Huis en Kerk van 2013.

In de GKv bestond ooit het plan een geheel eigen kerkboek samen te stellen, waarin de psalmberijming een bloemlezing zou worden uit het werk van andere berijmers. In het Gereformeerd Kerkboek van 1986 zijn uiteindelijk 48 Liedboekpsalmen opgenomen; in de latere edities van het GK is dat zo gebleven.

Weerklank

De Nieuwe Psalmberijming (DNP) is geen kerkelijk initiatief, net zomin als ‘Datheen’ dat was of de berijming van 1773. In 2014 begon Jan Pieter Kuijper aan dit project. Het leeuwendeel van de berijmingen is van zijn hand, maar hij wist ook anderen te enthousiasmeren. Alle meewerkende dichters hebben de calvinistische liefde voor de psalmen en de Geneefse melodieën gemeen. Ze komen uit verschillen kerken, waar hun berijmingen weerklank vinden en steeds vaker gezongen worden.

Opfrisbeurt

In veel van die kerken is de diversiteit in de gemeentezang heel groot geworden, van erediensten met bijna uitsluitend ‘1773’-psalmen tot samenkomsten waarin Opwekking en Sela-liederen domineren en nog slechts af en toe een berijmde psalm klinkt. Uitgaven als Weerklank en Op Toonhoogte bieden kerk, school en huis vertrouwde en nieuwe liederen naast de psalmen. In het verleden gebeurde dat vergelijkbaar met de liedbundels van Johannes de Heer, Van Woensel Kooy, E&R en vele andere. Te midden van dit ruime aanbod is DNP op twee manieren van toegevoegde waarde: • 250 jaar na 1773 en 50 jaar na 1968 is een stevige opfrisbeurt van de gezongen psalmteksten bepaald verdedigbaar. De DNP-teksten passen naadloos op de melodieën van de Geneefse psalmen, die vertrouwd en geliefd zijn en nog steeds uitstekend zingbaar. Door die melodieën te gebruiken wordt een brug geslagen tussen de generaties. De berijmingen hebben ook veel minder coupletten waardoor het zingen van hele psalmen mogelijk wordt. • Het verdwijnen van de klassieke gezongen psalmen is een vorm van kapitaalvernietiging. Als de psalmen de concurrentie met andere liederen verliezen omdat de bewoordingen niet meer van deze tijd zijn, is handelen geboden. DNP gebruikt eigentijdse, aansprekende taal. ‘Als ik één wens heb voor de gemeentezang in onze kerken, dan is het dat de psalmen hun ereplaats terugkrijgen. Laten ze weer stem van de kerk, taal van de gemeente worden.’ Met deze wens van psalmberijmer Willem Barnard kan ik van harte instemmen. BOB VUIJK IS ALS DICHTER BETROKKEN BIJ DNP. ZIE WWW.DENIEUWEPSALMBERIJMING.NL.

31


jouw stap vooruit

VRAAG NU GRATIS AAN!


NO

19

TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE

THEMA: KERKVERLATING

Kerkverlating is niet alleen een verhaal van jongeren

Hans Schaeffer

‘Ze durfden het lijntje met God niet door te knippen’ CONGRES SPECIAL

> Jaargang 5> 12 oktober 2019

Bert Wiltink


 COLOFON

 INHOUD

Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Erik Koning (eindredacteur),

CONGRES SPECIAL

Jordi Kooiman (webredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp. Redactieadres ’t Hazeveld 115, 3862 XA Nijkerk, redactie@onderwegonline.nl. Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. OnderWeg in braille, grootletter en audio OnderWeg is beschikbaar in passende leesvormen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB). Neem voor meer informatie contact op met de CBB: 0341-565499. Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 48,50 (studenten € 24,25 / Europa € 85 / buiten Europa € 115). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 26,75. Digitaal abonnement: € 37,50. (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis.

04 BESCHOUWING OVER STILLE KERKVERLATING

ans Schaeffer en Merijn Wijma-van der Veen vragen H aandacht voor een groep kerkverlaters die moeilijk in beeld te krijgen is, de zogenoemde ‘stille kerkverlaters’. Mannen en vrouwen, jongeren soms, maar net zo goed dertigers, die min of meer geruisloos van het kerk-zijn vervreemd raken. Wie zijn ze, en wat drijft hen? Maar ook: wat kunnen we van hen leren?

Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren, Hillie van de Streek en Tjirk van der Ziel. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. Zie voor de formaten, tarieven en verschijningsdata www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline  www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg

2

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

Congresspecial

Op 15 november 2019 organiseert het platform Weetwatjegelooft.nl een congres over kerkverlating met de titel ‘Mij niet meer gezien’. Wat is kerkverlating eigenlijk? Is het een proces dat zich in stilte afspeelt, hebben gemeenteleden er zicht op of overkomt het lokale kerken een beetje? Sprekers zijn onder andere Hans Schaeffer, Stefan Paas en Ronelle Sonnenberg. In samenwerking met Weetwatjegelooft.nl maakten we deze OnderWeg-special, die nauw aansluit bij deze studiedag. Meer informatie over het congres is te vinden op www.weetwatjegelooft.nl/studiebijeenkomsten/ kerkverlating. Op 16 november organiseert het Praktijkcentrum de werkconferentie ‘Zin in de toekomst’. Deze bijeenkomst is specifiek bedoeld voor ambtsdragers en degenen die leidinggeven aan gemeenten die geconfronteerd worden met kerkverlating. Zie www.praktijkcentrum.org/ zin-in-de-toekomst.


  INTRODUCTIE THEMA

‘Als ik dat had geweten…’ ‘Z

ijn er in de afgelopen jaren gemeenteleden vertrokken? Of staan er nu mensen aan de rand van de gemeente?’ We zitten met tien gemeenteleden om tafel in een bijzaaltje van de kerk. Ik ga vanavond met hen in gesprek over kerkverlating. We beginnen met een voorstelrondje en de vraag waarom zij eigenlijk zelf in de kerk komen. ‘God roept, het is goed om voor Hem te zingen en het is fijn om je broers en zussen te zien’, zegt een van de deelnemers. ‘Maar zo sta ik er niet altijd in, hoor. Als ik zie dat mijn kinderen niet meer in de kerk komen, vraag ik me af wat ik er zelf eigenlijk te zoeken heb. En als ik hoor wat voor meningsverschillen kerkleden soms hebben, dan wil ik er liever niet bij horen.’ Openhartig gaat een ander verder: ‘Toen ik in de problemen zat, werd ik met de nek aangekeken. Ik ben gebleven voor mijn kinderen, om hen te leren wat trouw is. Maar niemand praatte met me.’

08 INTERVIEW ‘WIJ WERDEN NIET GEHOORD EN GEZIEN’

Kerkverlating is een moeizaam en vooral eenzaam proces. Waarom zijn al die mensen afgehaakt? Hoe gaat het nu met ze? En wat kunnen de achterblijvers leren van kerkverlaters? Twee vrouwen en twee mannen doorbreken het taboe op hun keuze.

12 REPORTAGE ‘KAP DE HAND VAN GOD NIET WEG’

De twee predikanten van de GKv in Rijnsburg en de GKv in Katwijk aan Zee zoeken contact met potentiële kerkverlaters. ‘Ook de linkerteen met zijn twijfel hoort er in het lichaam van de gemeente bij.’

Stockbeelden: Warren Wong/Unsplash (pagina 1); hidesy/Shutterstock (pagina 4-5); Tatiana Stulbo/Shutterstock en ser_igor/iStock (pagina 8-9); Kaye/Lightstock (pagina 12);

 ‘Niemand praatte met me’  ‘Meen je dat?’, vraagt iemand aan de andere kant van de tafel. ‘Ik dacht dat je in die tijd bewust afzondering zocht. Ik wilde je niet storen en dacht dat je genoeg mensen om je heen had die bij je aanklopten. Als ik dat had geweten...’ Tijdens het maken van dit themanummer over kerkverlating moest ik vaak terugdenken aan dit moment. Het heeft me ervan overtuigd dat het gesprek over kerkverlating heel belangrijk is. Omdat we vaak zo weinig weten van het leven en het geloof van de ander. Omdat we zomaar kunnen invullen dat een actief lid wel op zijn plek is of een jonger gemeentelid zich toch nooit bij ons thuis zal voelen. Het is gaaf om te merken dat veel christenen dit gesprek willen voeren. Tijdens de studiedag ‘Mij niet meer gezien’ en de kerkenraadsdag ‘Zin in de toekomst’ gaan we het gesprek aan. We kijken naar landelijke ontwikkelingen in het kerkelijk landschap en vragen ons af hoe de verhalen van kerkverlaters kunnen bijdragen aan gelovige kerkgemeenschappen in de toekomst.

GERANNE TAMMINGA, REDACTEUR VAN ONDERWEG.

3


 BESCHOUWING

TEKST HANS SCHAEFFER EN MERIJN WIJMA-VAN DER VEEN

‘IS DIT MIJN KERK?’

Over stille kerkverlating ‘Op zondag naar de kerk, ja. Maar als iemand ziek was een pannetje soep brengen? Dat gebeurde niet.’ Dit zijn de woorden van een ‘stille kerkverlater’. In dit artikel willen we de aandacht vestigen op een groep kerkverlaters die moeilijk in beeld te krijgen is. We noemen ze de ‘stille kerkverlaters’. Mannen en vrouwen, jongeren soms, maar net zo goed dertigers, die min of meer geruisloos van het kerk-zijn vervreemd raken. Wie zijn ze, en wat drijft hen? Maar ook: wat kunnen we van hen leren?

I

n de periode tussen 1976 en 2014 is de aanvankelijke kleine groei van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) gestaag vervangen door krimp. Inmiddels krimpt dit kerkverband per jaar met ruim 1 procent. Uit een verdere analyse van beschikbare gegevens blijkt dat er in de afgelopen tien jaar ruim 12.000 leden van de GKv zijn vertrokken naar andere kerken. Daarnaast zijn er nog 10.000 kerkverlaters van wie niet bekend is of ze zich bij een andere kerk hebben aangesloten. Het is deze laatste groep voormalige kerkleden die het Praktijkcentrum in beeld wilde krijgen. Daarom spraken we met tien kerkverlaters uit zes verschillende gemeenten. Daarnaast hebben we uit dezelfde gemeenten gesproken met groepen kerkblijvers: kerkenraadsleden, jongerenwerkers, catecheten en gemeenteleden van jong tot oud.

Restaurant

Voordat we naar de verhalen van deze stille kerkverlaters luisteren, willen we eerst een breder plaatje schetsen. Wat speelt er in het algemeen rond kerkelijke betrokkenheid? ‘Twintigers en dertigers kunnen wel heel enthousiast zijn over God en het geloof, maar voegen zich niet zo gemakkelijk in het instituut kerk.’ (een kerkblijver)

4

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019


Er zijn veel redenen waarom iemand besluit de kerk te verlaten. Een daarvan is dat we als mensen in de kerk ook met minstens één been in de wereld staan. De samenleving is niet meer hetzelfde als toen de GKv ontstond. Er wordt in de samenleving veel van mensen verwacht. Je moet allerlei keuzes maken, je moet grote vrijheid hebben, maar daarin wel weten wat je wilt. Ook een kerkkeuze valt daaronder. Er is geweldig veel aanbod op de kerkelijke markt. Stefan Paas gebruikte hiervoor de metafoor van de kerk als restaurant. Zoals je een eetgelegenheid uitkiest aan de hand van de reviews, zo kiezen mensen soms ook hun kerk. GKv Kerkzicht: ‘Enthousiaste voorganger, goede boodschap. Koffie is goed. Vijf sterren. Kom graag nog eens terug.’ Of GKv Opglabbeek: ‘Slechte stoelen, rare mensen. Nul sterren. Zou ik niet aanraden.’

Autoriteit

Daarnaast zijn autoriteit en waarheid niet meer vanzelfsprekend. Iedereen heeft zijn eigen mening en mag die uiten. Als anderen het daarmee oneens zijn, mogen ze erover in discussie gaan, maar hun mening niet opleggen. Als dat binnen de kerk wel gebeurt, voelt dat vreemd aan. Ook is het niet meer vanzelfsprekend om lid te zijn van een organisatie. Sportclubs, politieke partijen, omroepen en vakbonden krijgen allemaal te maken met teruglopende ledentallen. Waarom je binden aan iets wat niet noodzakelijk is en waarvoor ook andere opties zijn?

Vloeibaar

Tot slot zijn ook vriendengroepen veranderd. Netwerken zijn vloeibaarder geworden en mensen maken deel uit van veel meer verschillende netwerken waarin ze leven. Voor veel mensen is de kerk niet het primaire netwerk.

Vriendschap, praktische hulp of zelfs geestelijke zorg kun je krijgen bij vrienden en familie, daarvoor hoef je lang niet altijd bij de kerk aan te kloppen.

Verschillen

Kortom: de kerk sluit vaak niet aan bij wat we gewend zijn. De verhouding kerk-wereld kent een subtiele balans: als je als kerk te veel afwijkt, wordt de investering om lid te blijven te groot. Als de kerk te veel lijkt op de gewone wereld, is de opbrengst van het lid-zijn niet genoeg en wordt de overstap van de kerk naar de wereld kleiner en gemakkelijker. Een kerk moet balanceren tussen een duidelijke identiteit, die niet te buitenissig is om mensen aan zich te kunnen binden. ‘Wij gingen één keer per zondag naar de kerk, maar ik voelde mij wel een goed christen. In de preek werd je helaas toch een beetje weggezet als je maar één keer de dienst bezocht, daardoor had ik het gevoel er niet bij te horen.’ (een kerkverlater)

Erbij horen

Tegen deze achtergrond klinken de stemmen van de kerkverlaters. De belangrijkste reden om na een lang proces van verwijdering de kerk te verlaten, is dat mensen zich er niet meer thuis voelen. Dat is niet alleen een verhaal van de jongeren. Hoewel daar vaak wel extra aandacht aan wordt geschonken, blijkt stille kerkverlating in alle generaties voor te komen, zij het met een paar verschillen.

Jongere

Jongere kerkverlaters zijn onder te verdelen in grofweg twee groepen. De eerste groep jongere



5


 BESCHOUWING

kerkverlaters heeft zich eigenlijk nooit echt thuis gevoeld in hun gemeente. Dat kan komen doordat ze afwijkende levenskeuzes maakten of doordat ze als gezin al wat aan de zijlijn stonden. Het kan ook zijn dat ze langzamerhand vragen hebben gekregen bij de manier van kerk-zijn in de plaatselijke gemeente. De tweede groep jongere kerkverlaters heeft juist heel actief deelgenomen aan het kerkelijk leven, wil een bloeiend geloof, maar raakt dan teleurgesteld in de kerk: veranderingen gaan te langzaam, ze voelen zich soms eenzaam in hun enthousiasme, echte verantwoordelijkheid wordt hun niet gegund. Beide groepen jongere kerkverlaters verliezen hun thuisgevoel.

Oudere

Oudere kerkverlaters blijken zich eveneens niet meer thuis te voelen, maar om een andere reden. Zij geven aan het kerk-zijn van vroeger niet meer te herkennen. Er is zo veel veranderd dat ze het gevoel hebben geen deel meer te zijn van de groep waar ze in opgegroeid zijn. Zaken die vroeger heilig waren, hoeven ineens niet meer en andere zaken die zondig waren of in strijd met de Bijbel, mogen ineens. Snelle veranderingen moeten verwerkt worden, met andere waarheden; andere stijlen van leiderschap en veranderende tradities en conventies moeten worden geaccepteerd. Kortom: deel uitmaken van een groep is niet vanzelfsprekend en ook niet iets waar per definitie naar gestreefd wordt. De ontwikkeling van het individu staat centraal. Komt die niet overeen met die van de groep, dan kan iemand gemakkelijk vertrekken. Dat geldt voor ouderen zowel als jongeren.

 ‘Eigenlijk word

je geacht allemaal hetzelfde te vinden’  Lidmaatschap

Uit het onderzoek komen drie belangrijke aandachtspunten naar voren. Allereerst het begrip lidmaatschap. Vaak zijn vrijgemaakten kerklid vanaf hun jeugd. Ouders willen hun kinderen graag gelovig opvoeden en doen dat in hun eigen kerk. De verwachting is dat kinderen worden gedoopt in die kerk, daar belijdenis doen, trouwen, en uiteindelijk worden begraven.

6

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

‘Wij zijn allemaal min of meer opgegroeid in een vrijgemaakt gezin. Als kind ga je dan gewoon mee in de vrijgemaakte kerk.’ Maar is het wel goed als ouders zo’n grote beslissing voor je nemen? Wat als je ouders een beslissing voor je nemen waar je zelf misschien ook wat over te zeggen had willen hebben? Misschien is de wereld waarin je als gevolg van deze beschermde opvoeding opgroeit wel erg klein. ‘Ik ben opgegroeid in de vrijgemaakte kerk, in de vrijgemaakte school. Alles was best wel beschermd. Je speelde bijvoorbeeld altijd met dezelfde kinderen, nooit met andere kinderen. Daardoor ging je niet echt nadenken over wat je geloofde.’ Bij belangrijke overgangen in het leven, zoals een studie, verhuizen of de schoolkeuze voor de kinderen, maar ook bij het doen van openbare geloofsbelijdenis heroverwegen ze het kerklidmaatschap en de betrokkenheid bij de kerk. Lang niet altijd is het resultaat dat men bij de denominatie blijft. Regelmatig wordt een zoektocht ondernomen naar een passende kerkgemeenschap. Dat kan soms wel een paar jaar duren.

Thuisgevoel

Het tweede aandachtspunt is het thuisgevoel. Zodra mensen buiten de kaders denken of uit de pas lopen, ervaren ze weinig ruimte meer in de kerk. Vooral als ze het geloof anders ervaren dan in hun ervaring van hen verwacht wordt. ‘Er zijn bepaalde standpunten. Je mag wel een beetje een andere mening hebben, maar eigenlijk word je geacht allemaal hetzelfde te vinden.’ ’Die sociale druk in de vrijgemaakte kerkelijke cultuur, ik weet niet hoe die nu is, maar die was destijds… Nou wij vonden het zelf heel erg lastig.’ Het erbij horen, gezien worden en ruimte krijgen voor je eigen mening is dus van groot belang voor het creëren van een thuisgevoel. Het blijkt ook dat de kerkverlaters bereid waren om verder te reizen naar een kerk waar ze dit wel ervoeren.

Kerkdienst

Het derde aandachtspunt was de beleving van de kerkdienst. De vorm hiervan was doorgaans geen reden voor kerkverlating. De kerkdienst is wel een punt dat regelmatig genoemd werd, zij het vaak in combinatie met andere factoren: zich niet thuis voelen, het niet


 Als mensen christen

eens zijn met de opvattingen van de predikant of last hebben van onzorgvuldige communicatie. ‘Je zingt heel vaak teksten met behoorlijke statements. En dat zing je dan zomaar even. Maar als je er zelf niet helemaal achter staat, weet ik niet of je het wel moet zingen.’ Er moet in de kerkdienst ruimte zijn voor persoonlijke invulling van het geloof. ‘Natuurlijk moet de kerk wel prikkelen als het gaat om de keuzes die je maakt. Maar als keuzes worden voorgeschreven als het gaat om de dingen die je als mens wel of niet doet, besluiten die je wel of niet neemt… dan ben je behoorlijk onvrij.’

Focus

De verhalen van de mensen in ons onderzoek zetten aan tot denken. Welke punten vinden we als kerk belangrijk? We willen mensen binden, maar betekent dat dat we alleen letten op de absolute groei van het ledenaantal? Willen we graag iedereen bij ons eigen clubje houden? Of zijn kerkmuren misschien iets van het verleden? Veel mensen verlangen naar zingeving of spiritualiteit. Hoewel vroeger gedacht werd dat buitenkerkelijk geloven groeide, geven recente cijfers aan dat dat niet klopt. Als mensen christen willen zijn, doen ze dat vaak in kerkverband. Ze komen naar een kerk voor God en voor de ontmoeting met elkaar. Over de inhoud van het geloof wordt door de kerkverlaters eigenlijk weinig gezegd. Des te meer over de invulling ervan door de kerk en het gedrag van kerkmensen. Dat komt gedeeltelijk door de verschuiving van hun focus: van waarheid, gezag en traditie, naar openheid, authenticiteit en oordeelloosheid. Om kerkleden betrokken te maken en te houden moet dat verschil overbrugd worden. En ook moet een balans gevonden worden tussen de identiteit als kerk tegenover of in overeenstemming met de wereld. Dat is geen gemakkelijke taak en vraagt veel van zowel de kerkleiding als de leden zelf.

Luisteren

In 2002 verscheen een belangrijk boek van Alan Jamieson onder de titel A Churchless Faith: Faith Journeys Beyond the Churches. Daarin maakt hij ergens de opmerking dat in het woord ‘erbij horen’ het woord ‘horen’ zit: luisteren. Wanneer kerken beseffen dat zij in een traditie staan waarin het geloof leeft van het doorgeven ervan, zullen we ook moeten accepteren dat we in een levenslang luisterproces zijn opgenomen. Zoals we luisteren naar de stemmen van hen die ons

willen zijn, doen ze dat vaak in kerkverband 

voorgingen, moeten we ook willen luisteren naar hoe en waarom jongere én oudere generaties gelovigen nu hun vraagtekens bij het kerk-zijn zetten. Het komt aan op kerken die ruimte durven bieden aan het doorgaande geloofsgesprek. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. Kerken hebben het intergenerationele geloofsgesprek nodig, terwijl juist het kerkelijke en culturele klimaat dit lastig maakt. Welke geloofspraktijken kunnen hierin voorzien? De zoektocht daarnaar staat centraal op de studiedag ‘Mij niet meer gezien. Kerkverlating in perspectief’ die op 15 november gehouden wordt. Kerkenraden krijgen op zaterdag 16 november de gelegenheid heel concrete handvatten te bespreken. HANS SCHAEFFER IS HOOGLERAAR PRAKTISCHE THEOLOGIE AAN DE TU KAMPEN. MERIJN WIJMA-VAN DER VEEN IS ALS ARCHIVARIS VERBONDEN AAN HET ADC TE KAMPEN.

In het kort

Hoe komt het dat mensen soms geleidelijk naar de rand van de kerk verschuiven en ongemerkt kunnen verdwijnen? Wat zijn hiervoor mogelijke redenen? En om wat voor mensen gaat het? Om die vragen te beantwoorden heeft het Praktijkcentrum een onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is gesproken met mensen die zelf de kerk hebben verlaten. Zij zijn bevraagd over hun verhaal, hun proces en hun ervaringen met de kerk. Daarnaast is ook gesproken met blijvers: wat motiveert hen om niet weg te gaan? Wat zijn hun ervaringen met kerkverlating? De gesprekken hebben geholpen om stille kerkverlating in perspectief te zetten, in de context van de veranderende samenleving, generatiedynamieken en kerkelijke ontwikkelingen. Op deze manier wordt geprobeerd het verhaal te vertellen van de mensen die zich geen deel meer voelen van de kerk.

7


 INTERVIEW

KERKVERLATING IS EEN MOEIZAAM EN VOORAL EENZAAM PROCES

‘Wij werden niet gehoord en gezien’ Een zondagmorgenbezoek aan een van de Ermelose kerken bevestigt het desolate beeld van kerkverlating. Her en der zie ik wat jonge gezinnen en een handjevol oudere echtparen en alleengaanden. Waarom zijn de twintigers, dertigers, veertigers en zelfs vijftigers afgehaakt? Hoe gaat het nu met ze? En wat kunnen kerkblijvers leren van kerkverlaters? Twee vrouwen en twee mannen doorbreken het taboe op hun keuze.

TEKST ELISE G. LENGKEEK

‘Kerkverlating is een moeizaam en vooral eenzaam proces om de zekerheden van het geloof zoals die in de kerk beleefd en beleden worden los te laten,’ aldus Corstian van Westen. Hij heeft dit zelf ervaren en was benieuwd waarom zoveel leeftijdsgenoten zich actief of passief hebben onttrokken aan hun geloofsgemeenschap. Hij publiceert daar binnenkort een boek over: Adieu kerk, adieu God?

8

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

‘Ik had te hoog gespannen verwachtingen van de kerk’ Corstian van Westen (39), specialistisch begeleider van mensen met psycho-sociale problemen en op dit moment oudste in de evangelisch georiënteerde Connect Kerk in Ede. Corstian van Westen verliet op zijn 23ste de Hervormde Kerk en de pinksterkerk toen hij 32 was. ‘Nadat binnen mijn familie- en vriendenkring zich steeds meer mensen afkeerden van kerk en geloof, merkte ik dat ik inmiddels zelf ook “kerkmoe” begon te worden. Ik denk omdat ik veel te hoog gespannen verwachtingen had van de kerk.’


Wat is de meest gehoorde klacht van kerkverlaters?

Corstian: ‘De kerk heeft veel aandacht voor geloofsbeleving bij de voordeur, maar mensen die op het punt staan via de achterdeur de kerk te verlaten, vinden geen luisterend oor, steun en vertrouwen. De voornaamste klacht die ik hoorde was: wij werden niet gehoord, niet gezien, niet serieus genomen in onze worsteling met grote thema’s als: erfzonde; de betrouwbaarheid van de Bijbel; de zin van het lijden

 ‘Niemand zegt spijt te hebben van zijn of haar vertrek’  en het gevoel als christen keer op keer te falen om “goed” te leven. Maar ook hypocrisie, manipulatie en verschil in visie binnen de gemeenschap werden als redenen voor vertrek aangevoerd.’

Op welke taboes rond kerkverlating ben jij gestuit? ‘Aan beide kanten zijn er taboes. Veel kerkverlaters

willen het verleden achter zich laten en het er niet meer over hebben. Doen ze dat op nadrukkelijke uitnodiging wel dan raken ze aan het schuldgevoel bij kerkblijvers: dat jij de kerk verlaat, betekent dat wij het niet goed gedaan hebben.’

Hoe gaat het nu met ze?

’Veel kerkverlaters kleuren hun eigen religieuze kleurplaat in, geïnspireerd door religies als het boeddhisme, zen en door andere stromingen binnen het christendom. Niemand zegt spijt te hebben van zijn of haar vertrek.’

Wat kunnen kerkblijvers van kerkverlaters leren?

‘Ga niet voorbij aan de behoefte van mensen om kritische vragen te mogen stellen bij cruciale thema’s van het geloof. Probeer niet een sluitend antwoord te verzinnen, maar wees bereid je in hun moeiten te verdiepen, zonder vooroordelen, zonder bekeringsdrang. Er is boven alles behoefte aan liefdevol omzien naar elkaar, aan geestelijke coaches die niet schrikken van confrontaties met iemands geestelijke worsteling of zoektocht. Aan leiders die sorry durven zeggen voor verkeerde aannames.’

9




 INTERVIEW

’Mijn spirituele zoektocht gaat door’ Jan Aalbers (60), trainer en adviseur. Hij is niet uit frustratie vertrokken uit de kerk. ‘Ik had geen behoefte “mijn” (GKv-)kerk te veranderen, maar ik raakte steeds meer van haar vervreemd. Dat proces is eigenlijk al begonnen in mijn jeugd, toen ik zaken als erfzonde en het verlossingswerk van Jezus Christus niet bij elkaar kon krijgen.’ Hij vertelt hoe hij bovenal mensen om zich heen miste met wie hij de dialoog kon aangaan over zijn twijfels. ‘Ik ervoer niet zozeer eenzaamheid, want mijn ouderling en mensen uit mijn naaste omgeving deden wel moeite me te begrijpen. Toch raakte ik steeds meer vervreemd van de kerk; had het gevoel dat ik er meer moest “brengen” dan dat ik er kon halen. Ook later, als PKN-lid, liep ik vast in de grote verschillen in geloofsbeleving en het betekenis geven aan belangrijke gebeurtenissen in mijn leven.’

Wat heb jij als taboe ervaren?

‘Dat vrijwel niemand me meer vraagt uit te leggen wat ik

nu denk, voel en geloof en waarom. Misschien denken ze dat ik alles zo goed heb doordacht, dat het geen zin meer heeft om het met mij te hebben over het geloof of de authenticiteit van de Bijbel?’

Hoe gaat het nu met je?

Jan glimlacht. ‘Ik ben ten diepste een religieus mens. Mijn zoektocht naar zingeving en spiritualiteit gaat door, omdat ik toch ergens aangehaakt wil zijn waar het gaat over vragen als: wat wil ik, wat heb ik gedaan, en wie wil ik zijn?’

Wat wil jij kerkblijvers meegeven?

‘Blijf met degene die zich onttrekt omgaan zoals voorheen. Met oprechte belangstelling voor de hele mens die de ander is. En ga het gesprek over verschil in inzichten altijd en alleen maar aan op basis van gelijkwaardigheid, zonder de ander te willen overtuigen van jouw gelijk.’

‘Hoe kun je voorbijgaan aan Gods genade’ Marleen Elders (30), marketeer, christen in het dagelijks leven, niet in de kerk. Marleen Elders had een heel andere reden voor haar onttrekking. ‘Ik had in die tijd een relatie met een getrouwde man uit dezelfde kerkelijke gemeente. Toen dat bekend werd, gingen mensen die ik helemaal niet kende zich met mijn leven bemoeien. Ze kwamen ineens op bezoek, stuurden brieven, stapelden veroordeling op veroordeling zonder mijn kant van het verhaal te kennen. Wat ik gedaan had, was te groot, te erg in hun ogen. Hun eigen zonden waren niets vergeleken bij die van mij. Dat vond ik hypocriet. Voor God is elke vorm van zonde, hoe onbeduidend ook, zonde. Er bestaan geen gradaties, iets is zonde of niet.’ Het is al meer dan tien jaar geleden, maar de emoties zitten Marleen nog zichtbaar hoog, als ze vervolgt: ‘Er was zelfs iemand die met een vinger op mijn voorhoofd wees en zei dat ik gestoord was. Dat ging zo voorbij aan de genade en vergevende liefde van Jezus Christus, waarvan niet alleen ik, maar iedere andere gelovige afhankelijk is. Het heeft me jaren therapie gekost om niet langer te geloven dat ik zo’n slecht mens ben dat ik er eigenlijk niet zou mogen zijn.’

Hoe gaat het nu met je?

‘Ik heb later nog eens geprobeerd aansluiting te zoeken

10

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

bij een andere kerk. Het bracht de angst en onrust van die eerdere ervaring opnieuw boven. Mijn relatie met God is nu levendiger dan ooit. Ik weet dat Hij altijd bij me is en me hoort als ik mijn gedachten met Hem deel. Niet in de kerk, maar in mijn dagelijks leven ben ik christen: in mijn werk als marketeer; in het contact met mijn moslimburen en in vrijwilligerswerk. Ik investeer in relaties met anderen waarin er wederzijds respect is voor elkaars eigenheid en een liefdevol omzien naar elkaar.’

Welke taboes heb jij ervaren?

‘Dat ik er niet meer over wil praten. De kerk die mensen in problemen verstikt, in plaats van hun liefde en geborgenheid te bieden, heeft mijn vertrouwen beschadigd. Dat ik mijn verhaal aan OnderWeg vertel onder een schuilnaam, doe ik eenmalig, in de hoop kerkblijvers de ogen te openen.’

Welke tips heb jij voor kerkblijvers?

‘Voor je gaat oordelen over een ander: zet die menselijke gradaties in zonden die minder erg of juist erger zijn eens opzij en verdiep je eerst in de vraag hoezeer jijzelf en de ander Gods genade nodig hebben. Heb je die zelf kunnen verdienen met “goed gedrag”?’


‘Laat de kerk zich eindelijk eens verdiepen in de problemen van deze tijd’ Suzanne van Harten (50), zelfstandig ondernemer in de vastgoedsector. Vijf jaar geleden is Suzanne hertrouwd. Ze vertelt dat ze tot drie keer toe de kerk verlaten heeft. ‘Het begon ermee dat ik niet langer welkom was in de vrijgemaakte kerk, omdat ik tegen de regels van de kerk in ging samenwonen met mijn toenmalige vriend. Maar die regels zeiden mij zo weinig. Er was niemand die mijn kant van de zaak probeerde te begrijpen.’ Het stel sluit zich na hun huwelijk aan bij een synodaal-gereformeerde kerk en na hun verhuizing bij een PKN-kerk en heeft het daar naar de zin. Suzanne belandt in een scheiding, omdat haar man een ander heeft. ‘Ik was een van de eersten in die gemeente. Mensen die ik goed meende te kennen, zeiden en deden niets. Dat vond ik zo confronterend dat ik me terugtrok. Ze wisten zich, denk ik, geen raad met mij. Er was maar één vriendin die naar me omzag. Zij was de engel op mijn pad die me nooit heeft verlaten. Via een andere vriendin maakte ik kennis met een evangelische gemeente. Daar kon ik voor het eerst de liefde van Jezus werkelijk voelen en mocht ik mezelf zijn. Inmiddels had ik een nieuwe man leren kennen, ook gescheiden, die God, de Bijbel en het geloof niet kende. Hij is daar tot geloof gekomen. Toch bood deze laagdrempelige instapgemeente ons op den duur te weinig diepgang.’

Drie keer een kerk verlaten is niet niks: vond je nog een alternatief? ‘In die tijd kwamen we in aanraking met het idee café De Liefde. In de binnenstad – steeds in een ander café – met een actueel thema of gewoon tijdens een drankje mensen een luisterend oor bieden, een arm om de schouder: aandacht en liefde; alles wat ik vroeger zelf zo in de kerk had gemist.’

Welke taboes heb jij ervaren?

‘Het grote taboe was zeker in die tijd dat scheiden not done was, terwijl in de “gewone wereld” toen al één op de drie huwelijken strandde.’

Welke lessen zou je willen delen met kerkblijvers?

‘Heb oog en aandacht voor de ander, ken iemand bij naam en zoek diegene op. Verdiep je eens in de problemen van deze tijd. Enig idee hoeveel homo’s en lhbt'ers in de kerk altijd hun gevoelens en identiteit hebben moeten verstoppen?’ ELISE G. LENGKEEK IS JOURNALIST EN PUBLICEERT ONDER ANDERE LITERAIRE NON-FICTIE.

Greta

O

m maar met de deur in huis te vallen: de 16-jarige klimaatactiviste Greta Thunberg doet mij aan Jezus denken. Wees gerust, ik belijd slechts één messias maar zie simpelweg een parallel tussen beiden. Terwijl Greta door haar verbeten uitgespuwde ‘How dare you!’ in no time de bijnaam ‘griezelige Greta’ kreeg, moest ik denken aan de tekst uit Matteüs 12: ‘Adderengebroed! Hoe kunt u goede dingen spreken, terwijl u slecht bent?’ Zoals Jezus de zelfgenoegzame en eigenzinnige religieuze elite rigide veroordeelde om hun gespletenheid, zo deelde Greta – bijna barstend van woede, zo leek het – zestig wereldleiders een oorvijg uit. Haar ongemakkelijke waarheid zette velen, zelfs mensen die beseffen dat ze gelijk heeft, in de weerstand. Maar dat weerhoudt haar er niet van te volharden in haar verkondiging. Net als Jezus deed.

 Net als Jezus deelde

Greta zestig wereldleiders een oorvijg uit 

Ergens, bedacht ik me tijdens het Gretatumult, zou het Gods gemeente ten goede komen als er zo nu en dan een Greta langskwam. Geen Greta die een klimaatevangelie predikt (hoewel een groene preek op z’n tijd goed is), maar een Greta die ons, een vaak net wat te eigenzinnig en comfortabel kerkvolk, ‘boos en bedroefd’ (Marcus 3:5) aanspreekt op onrecht en zonde: die andere inconvenient truth (ongemakkelijke waarheid). Ik verwacht dat de kleur van haar rok, een zenuwtrekje of de afkomst van haar ouders zomaar aanleiding kunnen zijn om af te dingen op haar boodschap, maar een Greta zet desondanks door, weten we. Op onze huiskring gebruiken we dit seizoen het al wat oudere boek Jutten van Reinier Sonneveld, over verrassende en lastige delen uit de Bijbel. Aad Kamsteeg start zijn voorwoord met deze woorden: ‘Als iets dodelijk is voor christelijk geloven, is het de verburgerlijking in het koninkrijk van God. Bij die verburgerlijking wordt een mens niet koud of warm als hij de Bijbel leest, is Jezus een vriendelijke en vooral geruststellende man geworden. (…) Bij geestelijke verburgerlijking heeft de gelovige alle radicaliteit verloren. De diepste oorzaak daarvan is dat hij het zicht op de levende Christus is kwijtgeraakt.’ Dat bedoel ik: daarom heeft Gods gemeente zo nu en dan een Greta nodig.

ESTHER DE HEK, HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG


 REPORTAGE

‘Kap de hand van God niet weg’ Predikanten in Rijnsburg en Katwijk aan Zee zoeken contact met potentiële kerkverlaters. ‘Ook de linkerteen met zijn twijfel hoort erbij in het lichaam van de gemeente.’

TEKST JAN KAS 12

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019


Ed Buitendijk

Predikant van GKv Valkenburg (170 leden) en GKv Rijnsburg (600 leden). Hij wilde zich laten uitschrijven en klopte daarom bij Ed Buitendijk aan. ‘“Ik geloof niet”, zei hij. “Nou en?”, was mijn reactie. “Dat betekent niet automatisch dat je moet vertrekken. Wil je zelf weg bij de kerk dan?” “Dat niet per se, maar ik geloof anders”, antwoordde hij. “En dat past volgens de mensen met wie ik gesproken heb niet bij deze kerk.” Toen ik wat verder doorvroeg kwam er toch een prachtig godsbeeld in zijn verhaal tevoorschijn. Jongeren hunkeren blijkbaar naar een God die een vader voor hen is. En inderdaad, zijn kijk op de kerkdienst, man-vrouw, homoseksualiteit, kerkelijke eenheid, schepping en evolutie was heel anders dan de standpunten van veel gemeenteleden. Maar ik vond het wel heel treurig als hij daarom met de kerk zou kappen.’

Geloofsgesprek ‘Wie anders is of anders gelooft, moet zich maar onttrekken. Dat 1+1=2-verhaal is onnodig’, meent Buitendijk. ‘“Wat zou je er van zeggen”, vroeg ik hem, “als wij twee keer per jaar samen een geloofsgesprek hebben?” Nou, dat leek hem wel wat. Spreekt hij tweemaal een dominee, terwijl de meeste gemeenteleden maar eens per jaar huisbezoek krijgen. Kortom, neem de tijd voor bezinning. Zo hoefde hij zich ook niet meteen te onttrekken. Zolang onze band goed is en we ons in Christus verbonden weten als we samen praten, zijn we samen kerk en is er gemeenschap der heiligen.’

Contact Houd contact met de randkerkelijke jeugd, kreeg Buitendijk als nadrukkelijke opdracht mee toen hij anderhalf jaar geleden aan zijn gemeenten werd verbonden. Daarnaast is in Valkenburg een jeugdcommissie actief en stelde de kerkenraad van Rijnsburg een ouderling aan voor jongerenpastoraat. ‘Tot hun achttiende komt de jeugd over het algemeen trouw mee naar de kerk. Catechisatie en vereniging lopen goed. Daarna verdwijnt een groot aantal helaas wat uit beeld. Je ziet ze gewoon minder vaak of helemaal niet meer. Enkele jongeren stappen over naar een andere kerk of besluiten zich te laten uitschrijven.’

Linkerteen Buitendijk zet in op persoonlijk contact. ‘In het verleden kregen randjongeren soms een brief: we zien je niet meer, wil je nog wel kerklid blijven? Als we niets van je horen gaan we ervan uit dat je uitgeschreven

wilt worden. Ik probeer met randkerkelijke jongeren in de gemeente in gesprek te komen en nodig hen uit om samen met mij informeel over het geloof te praten. Inmiddels komt met deze aanpak een grote groep 18-plussers weer naar catechisatie. Natuurlijk zijn er helaas ook jongeren die na een of twee gesprekken alsnog afhaken. Dat we ons daarbij moeten neerleggen gaat ons aan het hart.’ Een kerkelijke gemeente moet jongeren volgens

 ‘Ledematen kwijt-

raken voelt gewoon als amputatie’  Buitendijk dus niet te snel laten gaan. ‘De kerk is namelijk geen organisatie met leden, maar een organisme, een lichaam. Lees maar eens wat Paulus daarover schrijft in 1 Korintiërs 12. Ledematen die denken dat ze er niet bij horen, zijn juist erg belangrijk. En ledematen kwijtraken voelt gewoon als amputatie. Er zijn in een lichaam leden die dicht bij het hart leven, volmondig belijdenis hebben gedaan en kerkelijk actief zijn. Maar de kleine linkerteen hoort net zo goed bij het lichaam. Inderdaad, die zit wel aan de rand. Maar je moet er toch niet aan denken dat je zonder verder moet. Leden aan de rand heeft een gemeente nodig voor balans. Dus blijf vooral, zeg ik tegen die jongeren. Binnen het lichaam van de kerk zijn diversiteit en veelkleurigheid gewoon een zegen. Ze voorkomen grauwheid en zwart-witdenken. Niet dat je zo kerkverlating meteen een halt toeroept, maar je kunt randjongeren wel langer vasthouden als je hun die plek aan de rand van de gemeente gunt.’

Persoonlijk Dat betekent voor Buitendijk ook oog hebben voor wat er onder jongeren leeft. ‘Mag de vraag of God eigenlijk wel bestaat in de kerk gesteld worden? Natuurlijk! Een antwoord als “Dat moet je maar gewoon geloven, want het staat in de Bijbel” is dan niet de reactie waar ze op zitten te wachten. Verder is van belang dat het accent in het kerkelijk jeugdwerk minder op het aanleren van Bijbelkennis en meer op het leren kennen van God komt te liggen. Zo wordt het geloof iets persoonlijks en niet alleen voor in de kerk.’

13




 REPORTAGE

 ‘Ze durfden het lijntje met God niet door te knippen’  Folkert Rinkema

Predikant van de GKv-buurgemeente Katwijk aan Zee (142 leden). In GKv-buurgemeente Katwijk aan Zee zijn de randkerkelijke leden ook bewust aangesproken. Folkert Rinkema: ‘Tussen de bedrijven door hadden we het wel met elkaar over onze zorgen over hen, maar vorig jaar is de kerkenraad er speciaal een avond voor gaan zitten om door te nemen welke leden we niet of niet meer of heel weinig zien of spreken. Daarna is contact met hen gezocht. Vooral twintigers en dertigers. De meesten waren, denk ik, al te ver weg. Van sommigen kregen we geen reactie terug. Waar wel een gesprek mogelijk was, ontmoetten we geen vijandigheid. Met het geloof hadden ze soms niets meer. Anderen zeiden nog wel te geloven, maar niet in de kerk. Al waren het heel goede gesprekken, we kwamen niet bij elkaar. Het christendom is goed, werd er gezegd, maar islam en boeddhisme toch ook? Waarom moet ik dan per se het christendom aanhangen? De kerk is het niet voor mij, zeiden ze. Op dit moment lopen er gelukkig ook nog gesprekken.’

Verlegenheid Rinkema zegt verlegenheid te voelen: ‘Je wilt zo graag dat mensen gevoed worden, dat je samen kerk bent en elkaar kunt steunen. Als dat samen niet kan en er ook geen vraag naar is, moet je dan zeggen: we schrijven je wel uit? We missen hen. Wanneer er totaal geen contact meer kan zijn, als je helemaal niks terughoort of als de keuze vaststaat dat ze niks met de kerk te maken willen hebben, dan rest er niets meer dan uitschrijven. Maar zolang ze gemeentelid zijn, al komen ze niet in de diensten, moet je je uiterste best doen om ze bij de gemeenschap te laten blijven. We hebben zo’n rijkdom met het evangelie, dan ga je niet zomaar zeggen:

Bert Wiltink (links) en Fred Hulpusch in de Sint-Janskerk in Gouda. (beeld Jaco Klamer)

14

OnderWeg #19 > Jaargang 5 > 12 oktober 2019

>

omdat jij niet wilt, bekijk het maar. Zolang je contact met iemand hebt over de breedte van het geloof, mag je nooit uitschrijven. Want dan kap je de hand van God weg: “God, ik beslis wel even, hij hoeft niets meer.” Gods hand gaat echter nog steeds naar hem uit. Zolang je contact met hem hebt, is die hand er ook nog.’ JAN KAS IS FREELANCE JOURNALIST.


Kring voor zoekers met twijfelvragen Is God er eigenlijk wel? Geloof ik zelf wel wat ik mijn kinderen voorlees uit de kinderbijbel? De St. Jansgemeente (PKN) in Gouda heeft een ‘kring voor zoekers’ waar zulke existentiële vragen in alle openheid besproken kunnen worden. Bert Wiltink gaf mede leiding aan zes van deze gespreksgroepen en was acht jaar geleden de initiatiefnemer. ‘Onze gemeente is missionair zeer actief naar nieuwe toetreders toe, maar bij de achterdeur of de zijdeur van de kerk stond niemand om mensen op te vangen. Velen tussen de 18 en 25 die geen belijdenis deden, verdwenen daardoor van lieverlee uit de kerk. Het leven trok hen weg.’

Variëteit De kring heeft een grote variëteit aan deelnemers. ‘Voor sommige gemeenteleden hadden de reguliere Bijbelkringen een te hoge drempel. Die wilden ze ook niet verstoren met hun twijfelvragen. Belijdenis doen stelden ze uit en dan komt het er domweg niet meer van. De kerk kwam voor hen

niet dichterbij, ze bleven hangen in de marge.’ Sommigen werden door hun gelovige partner meegenomen naar de kring. ‘Die zouden uit zichzelf nooit zijn gegaan’, aldus Wiltink. ‘Zoals die jongen die helemaal seculier geraakt was. Zijn vriendin had hem gezegd: als je niet gelooft, kan onze relatie niet verder gaan. Hij nam voetbalvrienden mee, stoere kerels, kinderen van een ouderling of een diaken die ook niet meer in de kerk kwamen. Een aantal van hen heeft nu belijdenis gedaan. Het jaar daarop waren er vijf deelnemers die belijdend lid waren, maar de kerk deed hun in feite niets meer. Ze zaten er fysiek nog, maar waren potentiële kerkverlaters. Alleen durfden ze het lijntje met God niet door te knippen.’ De kring komt in huiskamers bijeen. Het programma hangt van de deelnemers af. ‘Het ene seizoen bespreken we geloofsthema’s aan de hand van een boekje, het andere jaar bekijken we een aflevering van Adieu God? of nodigen we een predikant uit. Over de vragen die er leven kan eerlijk worden gesproken. Iemand zei: “Ik wou dat God in één keer de knop omzette bij mij, dat ik weer geloofde.”’

Rationeel Het afgelopen seizoen deed projectontwikkelaar en fotograaf Fred Hulpusch (66) met de kring mee. ‘Hervormd gedoopt, christelijk opgevoed, zij het zonder zondagse kerkgang. Thuis werd er wel bij het eten gebeden. Christelijk onderwijs, maar op de hts was het geloof geen thema meer. Met mijn technische beroep en rationele houding verwaterde het, zoals bij velen tussen de 18 en 25 gebeurt. Het deed mijn moeder veel verdriet toen ik zei dat ik niet meer in God geloofde. Wel bleef bij mij een enorme zoektocht naar zingeving, die me onder meer bij het boeddhisme en zenmeditatie bracht. Vijf jaar geleden ging ik innerlijk om. Ik fotografeerde op een bruiloft van christelijke familieleden in Indonesië. In die gemeente proefde ik veel onderlinge betrokkenheid. Toen het koor in de trouwdienst inzette, was er bij mij ineens zo’n explosie van warmte dat ik compleet blokkeerde en stond te janken achter de camera. Alsof de hand van God me aanraakte.’

Komma In Gouda vond Hulpusch de weg naar de kerk terug. ‘De kring was een aanzet tot verdere verdieping. Geen punt, maar een komma. Het heeft ertoe geleid dat ik belijdenis heb gedaan. Dat moest gebeuren. Ik ben er nu trots op om christen te zijn. Ik schaam me er ook niet voor om in een zakelijk gezelschap als enige te bidden voor mijn eten.’ Hulpusch kan de Goudse kring voor zoekers aanbevelen. ‘Ze houdt je bij de kerk of haalt je bij de kerk. Ze kan net iemand over de streep trekken. Ik heb sterk ervaren wat er in Spreuken staat: “Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens.” Zo is het ook als je met elkaar over het geloof spreekt.’

15


ADVERTENTIES

䈀漀攀欀瀀爀攀猀攀渀琀愀琀椀攀

吀椀樀搀攀渀猀 猀琀甀搀椀攀搀愀最 䬀攀爀欀瘀攀爀氀愀琀椀渀最 椀渀 瀀攀爀猀瀀攀挀琀椀攀昀

㄀  瘀攀爀栀愀氀攀渀  瘀愀渀 欀攀爀欀瘀攀爀氀愀琀攀爀猀

䄀愀渀洀攀氀搀攀渀 瘀漀漀爀 搀攀 猀琀甀搀椀攀搀愀最 瘀椀愀㨀 眀眀眀⸀眀攀攀琀眀愀琀樀攀最攀氀漀漀昀琀⸀渀氀⼀猀琀甀搀椀攀戀椀樀攀攀渀欀漀洀猀琀攀渀

伀漀欀 瘀攀爀欀爀椀樀最戀愀愀爀 瘀椀愀  ⸀渀氀

Geïnspireerd geraakt? Kies voor een proefabonnement en ontvang het magazine (6 nummers) gratis thuis! Je kunt ook kiezen voor een digitaal abonnement. ga naar onderwegonline.nl/gratis het (digitale) proefabonnement is drie maanden gratis en stopt automatisch

INSPIRATIE VOOR REISGENOTEN


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.