Heilig leven

Page 1

NO

01

OL EN HOOPV REND E INSPIR

‘Heiliging schuurt, het daagt me uit’ Louis Runhaar

‘Heilig leven is niet iets van je innerlijk alleen’ Hans Burger

‘Ik worstelde met de vraag: wil ik geloven of niet?’ Cors Visser

> Jaargang 7 > 9 januari 2021

Heilig leven

VAN VERLANGEN NAAR ONTVANGEN


  VOOR JE VERDER GAAT

Licht Ik heb niet veel met tunnels. Sterker nog: als het kan, mijd ik een tunnel. Een rit naar een zonnig vakantieland gaat bij voorkeur óver een berg in plaats van eronderdoor. Hoe zoiets komt? Er zijn diverse verklaringen voor. Een ervan gaat terug naar vroeger: als rond de geboorte sprake was van nauwte, dan… Zelf heb ik al wel langer – denk ik – te pakken waar het vooral op vast zit. Als zoiets zich voordoet, weet ik dat ik er in zo’n tunnel geen grip op heb, dat ik de controle kwijt ben. Ik ben altijd blij als het einde nadert, als iets van daglicht te zien is. Licht aan het einde van de tunnel. Deze zin is nogal populair vandaag. Want licht is hét vaccin en daardoor wenkt het oude normaal. Dan wordt het goed, dan krijgen wij weer de controle over ons doen en laten. Is het niet wijs om in dit en volgende jaren die oeroude ‘tunnel’, de illusie dat wij in staat zijn controle uit te oefenen, gewoon te mijden? LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG

TEKST LEENDERT DE JONG 2

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021


  INTRODUCTIE THEMA

Heilige voornemens

H

et begin van het jaar is traditiegetrouw de tijd van goede voornemens. Je kunt meedoen aan Dry January, een maand lang geen alcohol drinken. En omdat bij velen de kerstkilo’s nog eens bovenop de coronakilo’s zijn gekomen, is sporten iets dat bij veel mensen hoog op het to-dolijstje staat. Bovendien hebben velen de overtuiging dat 2021 wel een beter jaar móet worden, slechter dan 2020 kan het niet. Dus wil je iets laten slagen, dan moet je er dit jaar voor gaan! Heilig leven valt ook voor mij vaak in de sfeer van goede voornemens. Een leven waarin je totaal bent toegewijd aan God, met veel ruimte voor gebed en bijbellezen, stille tijd en aandacht voor je naaste. Een leven zoals God het graag ziet en dat past bij Hem: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ Maar vaak ben ik te druk om hier bewust over na te denken. Het is een sluimerend verlangen om met meer vuur voor God te leven. Ooit.

 Heilig leven gaat vooral over gedrag dat mislukt  Het heilig leven gaat hiermee vooral over gedrag dat mislukt. Desondanks wil ik wel God dienen met mijn hart, ziel, verstand en krachten. Heilig leven breekt zomaar stuk op drukte en de onheiligheid van mijn hart. Bovendien word ik soms moe van alle tips en aanwijzingen in de vele podcasts en nieuwsbrieven. Is dat eigenlijk wel waarom het draait in heilig leven? De kern van genade is toch juist dat het niet afhangt van mijn drukke agenda en mijn falen of slagen? Ik merk in gesprekken over het leven met God dat heilig leven vaak meer te maken heeft met verwachtingen (van anderen of jezelf) dan met verlangen (van God of jezelf). Terwijl het toch bij God zou moeten beginnen. Waarnaar verlangt God en hoe krijg ik deel aan dat verlangen? In dit nummer willen we je meenemen naar de ruimte van Gods heiligheid. Zodat een innerlijke motivatie om heilig te leven niet begint bij jouw of mijn idee over heiligheid, maar dat het genadig van boven komt. Misschien dat er dan toch iets terecht komt van een heilig voornemen. Als God het wil.

PETER HOMMES IS PREDIKANT VAN GKV LEUSDEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG

3


 COLOFON OnderWeg is een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan. OnderWeg schrijft over relevante en actuele thema's voor christenen en bevat rubrieken over jeugdwerk, missionaire kerk-zijn en Bijbelstudie. OnderWeg ontstond in 2015 uit een samenvoeging van Opbouw en De Reformatie. Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Jannet de Jong, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Jordi Kooiman (webredacteur), Jacomine Oosterhoff (eindredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp.

Nocturnestraat 12, 7323 LC Apeldoorn, redactie@onderwegonline.nl Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. Abonnementen

Redactieadres

06 ‘EEN KWESTIE VAN ONTVANGEN EN VINDEN’ IN DE BIJBEL KLINKT DE OPROEP OM HEILIG TE LEVEN. WAT STEL JE JE DAARBIJ VOOR EN HOE DOE JE DAT PRECIES? ‘WAT ALS HEILIG LEVEN GEWOON BEGINT BIJ HET VERLANGEN OM GOD TE DIENEN?’ HANS VEL TROMP NEEMT JE MEE IN EEN ZOEKTOCHT NAAR HET GEHEIM VAN HEILIG LEVEN.

Jaarabonnement Papier Plus: € 61,50 (studenten € 30,75/Europa € 102,00/buiten Europa € 135,00). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 33,00. Digitaal abonnement via een app: € 39,50 (studenten € 19,75). (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging OnderWeg Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren en Hillie van de Streek. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05,

20 EYEOPENER BARMHARTIGHEID IN HET KWADRAAT

Hoe zit het met ons denken over God, vraagt Bas Luiten zich af, naar aanleiding van 1 Koningen 20. Is Hij alleen zichtbaar op de toppen van ons leven, of ervaren we Hem ook in de dalen?

adverteren@onderwegonline.nl. www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline  www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg

4

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

28 OPINIE DE PSALMEN ZIJN ZÓ 2021

De psalmen helpen ons om in dit nieuwe jaar te klagen en te bidden en leren ons om hoopvol vooruit te kijken. Net zoals de Israëlieten dat deden, toen de dingen niet gingen zoals ze zouden moeten zijn. Volgens theoloog Marien Clement is het hoog tijd dat we de psalmen afstoffen, juist nu.


 INHOUD

Heilig leven 14 LITURGIE ALS HULPMIDDEL ‘HEILIG LEVEN IS NIET IETS WAT JE MOET DOEN, HET IS IETS WAT JE ONDERGAAT. HET IS IMMERS NIET JOUW HEILIGHEID, MAAR DIE VAN GOD. RITUELEN EN LITURGIE ZIJN DAARIN ONMISBAAR’, STELT LOUIS RUNHAAR (40), PASTOOR VAN DE OUD-KATHOLIEKE PAROCHIE IN AMERSFOORT.

10 ‘TREK JE SANDALEN UIT’ MET HET BEGRIP LEVENSHEILIGING ZIJN VELEN OPGEVOED. TEGENWOORDIG RIEKT HET ZOMAAR NAAR MORALISME EN ZWAARTE. IS DAT TERECHT? MET DE THEOLOGEN HANS BURGER EN GERRIT RIEMER GAAN WE OP ZOEK NAAR WAT HEILIGING VANDAAG KAN BETEKENEN.

32 ONTMOETING ‘WEES ALS CHRISTEN GEEN ANTIRECLAME’

‘In kerken die als lokale gemeenschap in hun omgeving willen opereren, zit toekomst. Zij zijn voorproefjes van Gods koninkrijk.’ Cors Visser, de nieuwe directeur van het toerustingscentrum van GKv en NGK, wil kerken stimuleren om bij te dragen aan ‘de bloei van de stad’.

Stockbeelden: Brittney Borowski/Lightstock (cover); Manuel Fernandes/ Shutterstock (pagina 2); Mattea Photography/Lightstock (pagina 6); Everett Collection/Shutterstock (pagina 18); Ben White/Unsplash (pagina 22); Milada Vigerova/ Unsplash (pagina 23); Denis Belitsky/Shutterstock (pagina 24); Mattea Photography/Lightstock (pagina 28); Simon Marsault/ Unsplash (pagina 38); James Eades/Unsplash (pagina 39)

5


Heilig leven begint bij verlangen om te ontvangen Vanuit de Bijbel klinkt de oproep om als mens heilig te leven. Wat stel je je daarbij voor en hoe doe je dat precies? ‘Wat als heilig leven gewoon begint bij het verlangen om God te dienen?’ Hans Vel Tromp neemt je mee in een zoektocht naar het geheim van heilig leven. TEKST HANS VEL TROMP 6

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021


 BESCHOUWING

H

et begrip levensheiliging kent niet alleen een lange geschiedenis, het heeft door de eeuwen heen verschillende vormen aangenomen. Voor de een is heilig leven iets wat je moet doen, leven volgens de regels van Gods wet. Voor de ander heeft heilig leven iets van een ideaal, een hoger doel.

Goede werken

De basis voor een heilig leven vind je in de Bijbel. Als God zich bekend maakt, spreekt Hij mensen aan en vraagt hen om heilig te leven. In de na-bijbelse tijd ontstaan er verschillende heiligheidsbewegingen, ieder met een eigen doel. In de Rooms-Katholieke Kerk lag de nadruk op goede werken, loon en verdienste. Tijdens de Reformatie verschoof de aandacht naar het innerlijke deel van de mens, waarbij de heiliging een antwoord moest zijn op de dankbaarheid van de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid. In onze postmoderne samenleving vindt een andere verschuiving plaats, namelijk die van ‘het relatieve’. Vroeger was duidelijk wat je op zondag wel deed (twee keer naar de kerk) en wat je juist niet mocht doen (naar het zwembad of televisiekijken), vandaag is dat voor velen niet langer relevant. Er bestaat nog wel iets van heiligheid, maar dat kun je alleen voor jezelf uitmaken. Daar heeft een ander, of de kerk, niets over te zeggen. Voor sommigen is het idee van levensheiliging niet meer van deze tijd. Daartegenover verlangen anderen juist naar nieuwe vormen van heilig leven.

Heilige grond

Wanneer je in de Bijbel zoekt naar de betekenis van heilig leven, valt het op dat heilig leven altijd wordt verbonden met de heiligheid van God. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het verhaal van Mozes bij de brandende struik, in Exodus 3. Toen Mozes belangstellend op deze struik afliep, klonk er de stem van God: ‘Mozes! Mozes! Kom niet dichterbij en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig.’ God valt niet met de schepping samen, maar is er hoog boven verheven, dat maakt Hem heilig en zonder zonde. De heiligheid van God is te vergelijken met de zon: je kunt niet leven zonder zijn warmte, maar tegelijkertijd kun je niet dichterbij komen, want je zou verbranden. In de woestijn maakte God zich aan Mozes bekend en omdat Hij heilig is, vroeg God hem zijn sandalen uit te trekken. Het uitdoen van zijn sandalen was een teken van nederigheid en verootmoediging. Mozes moest het inzicht laten zien dat in Gods nabijheid het leven aangeraakt wordt door Gods heiligheid. Toch vind je in het Oude Testament nauwelijks voorbeelden van mensen die bereid waren een heilig leven te leiden. Integendeel, mensen leken niet zo’n behoefte te hebben aan een leven dat heilig is voor God. Al vanaf het begin zette de mens zichzelf immers centraal en was hij eropuit om zijn eigen wil te doen. Om deze houding stelde God een nieuw vooruitzicht voor ogen. Hij beloofde een nieuwe mens, een mens die wel de wil heeft om heilig voor God te leven. De centrale boodschap van het evangelie is dat Jezus aan het kruis het kwaad van de ongehoorzaamheid doorbreekt en door zijn opstanding een

7




 BESCHOUWING

toekomst opent, gegeven door die nieuwe mens. Het begin van dit nieuwe leven vindt plaats met Pinksteren, waar God door de uitstorting van de heilige Geest een geloofsruimte creëert waarin je heilig kunt leven.

Zoektocht

De Bijbel roept zowel in het Oude als Nieuwe Testament op tot een heilig leven. Toch is het nog maar de vraag hoe je vandaag de dag daaraan invulling kunt geven. Als ik naar mijn eigen geloofsleven kijk, dan zie ik een tweestrijd. Aan de ene kant wil ik gehoorzaam zijn en heilig voor God leven en tegelijkertijd merk ik dat ik daarin tekortschiet. Wat kan ik dan verlangen naar de leiding van de heilige Geest, Hij die mij leert heilig te leven. Met dit verlangen komt mijn zoektocht naar heilig te leven in een nieuwe context te staan. Ik wil dat graag verduidelijken aan de hand van de eerste brief van Petrus. In 1 Petrus 1:14-16 schrijft Petrus: ‘Wees als gehoorzame kinderen en geef niet opnieuw toe aan de begeerten waardoor u vroeger, toen u nog onwetend was, werd beheerst, maar leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: “Wees heilig, want Ik ben heilig.’’’ Petrus wil dat ik mij bewust ben van mijn oude gewoonten en valkuilen. Wanneer je je door de heilige Geest laat leiden, ontdek je je zwakheden en wil je die ontwijken. Een heilig leven begint met de bewustwording van de keuzes die je maakt. Het gaat er dus niet om dat je op een andere manier op bekende wegen blijft lopen. Nee, je maakt reisplannen om op weg te gaan. De mogelijkheden van zo’n ontdekkingsreis zijn talrijk. Een heilig leven gaat niet over één weg of één juiste innerlijke houding. Er zijn vele manieren om je te laten leiden door de heilige Geest, Hij leidt je uiteindelijk wel naar het hart van het evangelie: het volgen van Jezus Christus.

Eigen tempo

Voor de een ligt de uitdaging bij het beklimmen van een berg, de ander heeft genoeg aan een wandeling. Of je nu een rondje loopt of de hele dag op pad gaat: je wilt graag genieten van de momenten die je gegeven worden. Wanneer je in je eigen tempo een geestelijke wandeling maakt, ontdek je verschillende betekenissen van een heilig

Bijbelteksten over heilig leven • Exodus 3 en 19 • Romeinen 6:15-23 • 1 Tessalonicenzen 4:1-8 • Hebreeën 12:14-24 • 1 Petrus 1:13-19

8

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

leven. Voor de een is dat een daadwerkelijke wandeling in de natuur en voor de ander een stilteplekje in huis. Het gaat erom dat je je even afzondert om stil te worden in Gods aanwezigheid. Dat je -evenals Mozes- je bewust bent van Gods aanwezigheid en je je in zijn aanwezigheid wilt laten vormen. Gaat dit allemaal zo soepeltjes als ik hierboven beschrijf? Nee, kan ik uit eigen ervaring zeggen. Als je een tijdje onderweg bent, kun je ontdekken dat het je niet lukt om heilig te leven. Je leven is bijvoorbeeld te vol. Er wordt van alles van je verwacht en je ziet geen kans om tijd voor jezelf te vinden. Je hebt een drukke baan of je bent in de weer met de activiteiten van de kinderen. Misschien word je in beslag genomen door een nare ziekte die alle energie uit je trekt. Dit is best een spannend moment. Want juist wanneer je je een heilig leven als te groot en onbereikbaar voorstelt, kan de moed je in de geestelijke wandelschoenen zakken. Hoe ga je daarmee om? Wat heb je nodig? Misschien heb je even een pauze nodig, om te ontdekken dat God nog steeds nabij is. Heilig leven is namelijk niet een kwestie van moeten en doorgaan, maar van ontspannen en vinden, ook al moet je dan accepteren dat het soms anders gaat dan je verwachtte. In een heilig leven gaat het er niet om wat je bereikt hebt, maar waar je verlangen ligt. Gun jezelf daarom een open en ontspannen houding en hervind je krachten bij God. Bijvoorbeeld door je frustraties en je gevoel van tekortschieten in je gebedsleven aan God voor te leggen. Blaas even van de geestelijke activiteiten uit en kom weer op adem. Laat je verrassen door het uitzicht van zo’n moment. Want juist wanneer je je zorgen loslaat, ontstaat er weer ruimte voor de heilige Geest in je leven.

Geestelijk begeleider

Naast de heilige Geest als gids voor je leven, kun je ook overwegen om te zoeken naar iemand die een tijdje met je meeloopt. In onze gereformeerde traditie zijn we niet zo heel bekend met dit soort geestelijke begeleiding, terwijl juist deze vorm van geloofsondersteuning heel helpend kan zijn voor het willen leiden van een heilig leven. Een geestelijk begeleider loopt met je op, luistert naar je, bidt met jou en spreekt over waar God aanwezig is in jouw leven. Omdat iedereen uniek is, zal een geestelijk begeleider kijken waarin je houvast vindt en geestelijke ondersteuning ontvangt voor je ziel. Een geestelijk begeleider hoeft niet per se iemand te zijn die hiervoor opgeleid is. Voor de een kan het al voldoende zijn om samen met een huisgenoot te spreken en te bidden, voor de ander werkt het om dit met anderen in een vertrouwelijk groepje te doen. Uiteraard zit hier, welke vorm je ook kiest, wel iets aan vast, namelijk dat je samen besluit om deze weg in te slaan. Je maakt met elkaar de afspraak om naar elkaar om te zien en je spreekt af wanneer je dat wilt doen. Het gaat hier over het verschil tussen een bedoeling en een bestemming. Met de eerste


Secret angel Meer over geestelijke begeleiding

Deze boeken geven inzicht in wat geestelijke begeleiding inhoudt en bieden handvatten om een tijdje met een ander op te lopen en te begeleiden. •H enri Nouwen, Spiritueel begeleiden: gids voor de lange weg naar geloof, Tielt (Lannoo), 2008 • J os Moons, De kunst van geestelijke begeleiding: een praktijkboek in Ignatiaans perspectief, Heeswijk (Abdij van Berne), 2019. Wanneer je zelf geestelijke begeleiding wilt geven, is het aan te bevelen om een opleiding te volgen, bijvoorbeeld bij het Titus Brandsma Instituut. Voor persoonlijke geestelijke begeleiding kun je bij verschillende instanties terecht. Bijvoorbeeld bij de Charismatische Werkgemeenschap Nederland of bij Gaandeweg, vereniging van geestelijk begeleiders in België en Nederland.

vorm loop je het risico dat je nooit samen vertrekt, terwijl je met de tweede samen kunt zien hoe ver je gekomen bent.

M

aandenlang probeerde ik de coronapandemie rond te denken, de plaag die aan bijna alles in 2020 onwerkelijke proporties gaf. Dus oorzaak, gevolg en oplossing op een rij te krijgen om daarmee wat vermeende vaste grond onder de voeten te krijgen voor het leven in coronatijd. Het vertrouwen in een oplossing was in het begin groot, toen COVID-19 in veler beleving slechts een kortdurend ongemak was. Groot maar diffuus, dat wel. Staan omvang, aard en proces van het probleem niet vast, dan is uitkomst bieden een wankel ding, zo bleek. Via groepsimmuniteit, afstandsregels, mondkapjes, isoleren en massaal testen kijken we op dit moment reikhalzend uit naar wat Beatrice de Graaf laatst the magic bullet noemde: hét coronavaccin. ‘We staren ons blind op deze oplossing.’ Toen ik het haar daags voor Kerst hoorde zeggen, onderkende ik bij mezelf een dieper geloof in die magic bullet dan ik zou wensen. De prik als einde van een episode waarin ook mijn comfortabele leven ongevraagd ontdaan werd van wat het nog beter maakt. Zeker, ik haal die prik en motiveer mijn oudere moeder hetzelfde te doen en niet eerst af te wachten. Dit naargeestige virus bracht naast ziekte en dood volgens schrijver Tommy Wieringa ook ‘wantrouwen in de plaats van saamhorigheid, verdraagzaamheid maakte plaats voor bitterheid en afkeer van elkaar’. Zo rap mogelijk dus de dood aan dit kwaad.

Verlangen

Tot slot, de weg van een heilig leven is kiezen voor het volgen van de weg van Jezus. Een keuze? Ja, als God je aanspreekt om heilig te leven, sta je voor een tweesprong. Als je ervoor kiest om je eigen pad te lopen, loop je het risico op een doodlopende weg. De Bijbel staat vol voorbeelden van mensen die deze weg kozen. Er is gelukkig altijd een weg terug. Terug naar je Vader, thuiskomen, zoals in het verhaal van de verloren zoon. Een heilig leven leiden begint in het huis van je Vader, daar waar je God ontmoet. Dat kan in de liturgie van een kerkdienst zijn, in je stille tijd of tijdens een wandeling in de natuur. Een heilig leven is niet een leven dat je door hard werken kunt pakken. Nee, het begint bij een verlangen om het te ontvangen. Een heilig leven is een leven dat geleid wordt door de heilige Geest die met jou op weg gaat naar geestelijke volwassenheid. Wees daarbij geduldig en neem een liefdevolle houding aan en zoek het in de kleine dingen die glimmen als goud. Of je nu loopt of even uitrust, geniet van de uitzichten onderweg. Aanvaard een heilig leven als een prachtig geschenk van je hemelse Vader. HANS VEL TROMP IS PREDIKANT VAN DE NGK/GKV TE LANGERAK

 Zo rap mogelijk de dood aan dit kwaad  Toch is er het voorbije jaar iets in mij geboren dat ik in 2021 meeneem als tegengif tegen die onderlinge bitterheid en afkeer waar Wieringa over schrijft. Toen ik zijn stukje las, moest ik denken aan de engelenactie in onze kerk. Als secret angels verrasten we elkaar tijdens de adventsweken anoniem, ongezien en stilletjes met lekkers en bemoedigingen. Deze kleine, gedienstige blijken van liefde en verbondenheid brachten zichtbaar veerkracht in een gemeente waar, zoals in vele andere, de gemeenschapszin maandenland onder druk staat. Ik blijf in 2021 een secret angel, nam ik mij voor. Omdat ik ervan overtuigd ben dat het ons helpt het jachtig zoeken naar een sluitende oplossing voor de pandemie los te laten en te doen wat zeker zo belangrijk is: elkaar in liefde vasthouden.

ESTHER DE HEK IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG


 DUBBELINTERVIEW

‘Begin maar eens met je schoenen uit te doen’ TEKST ARIE KOK BEELD GERRIT RIEMER EN ARCHIEF

Met het begrip levensheiliging zijn velen opgevoed. Tegenwoordig riekt het zomaar naar moralisme en zwaarte. Is dat terecht? Met de theologen Hans Burger en Gerrit Riemer gaan we op zoek naar wat heiliging vandaag kan betekenen.

10

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

Het thema ‘heiliging’ lijkt enige vermoeidheid op te roepen. Herkennen jullie daar iets van?

Hans: ‘Ik zie bij mensen een terughoudendheid om elkaar aan te spreken op de manier waarop je je leven invult. De mensen ervaren dat al snel als een aanval. Aan de andere kant zie ik ook allerlei hoge levensidealen ontstaan. Denk aan het Kleiklooster, aan wat er voor vluchtelingen wordt gedaan. Een term als toewijding lijken mensen positiever te waarderen.’ Gerrit: ‘Het woord heiliging hoor ik eigenlijk nooit meer vallen, maar dat wil niet zeggen dat de aandacht voor deze levensstijl er niet


meer is. Vooral onder jonge christenen zie ik een vorm van activisme die er dicht tegenaan schuurt. Waarvan ook gezegd wordt: ‘Zo behoort een christen toch te leven?’ Heiliging verwijst theologisch en spiritueel naar een meer genuanceerde werkelijkheid, het gaat niet alleen over gedrag.’

Wat is heiliging meer dan gedrag?

Gerrit: ‘Gedrag is de vrucht van heiliging. Een vrucht hangt aan een boom die op zijn beurt wordt gevoed vanuit wortels. Daar ligt voor mij de oorsprong, bij geworteld zijn. Begin maar eens met je schoenen uit te doen. Evenals Mozes die bij de brandende braamstruik heilige grond betreedt. Voor mij is de kern: in de confrontatie met God en met de andere mens je pretenties afleggen. Dat uit zich niet direct in daden. Het is vooral een worsteling met God, of van God met mij, waarin ik uiteindelijk gevormd zal worden tot wie ik als mens behoor te zijn. Dat heb ik totaal niet in de hand, ik ben daarin volledig afhankelijk van genade en de heilige Geest. Wat kun je nog doen als mens?’

 ‘ Heiliging begint

bij vriendschap en kwetsbaarheid’ 

Hans: ‘De begrippen rechtvaardiging en heiliging zijn in de beleving van veel gereformeerden wat los van elkaar geraakt. Heiliging is daardoor in een moraliserende sfeer terechtgekomen. Eerst ontvangen we vergeving in Christus, dan komt de heiliging. Eerst is God de heilige, dan zijn wij aan zet. Heel vermoeiend is dat, vooral als je in een beklemmende moraliserende kerkelijke sfeer zit. Heiliging valt dan samen met ethiek. Om een aantal redenen klopt dat niet. Het offer van Jezus heiligt ons al. Paulus zegt niet tegen mensen dat ze heilig moeten worden, maar hij spreekt ze aan als heiligen. Wij zijn al aan hem toegewijd. Christus en de heilige Geest heiligen ons, niet wijzelf. Daarom vind ik het mooi wat Gerrit inbrengt: het gaat erom dat we eerbied voor God hebben. Maar dat is ingewikkeld voor mensen die leven in een wereld waar God achter de horizon verdwenen is.’

Is dat niet abstract voor mensen? Het is eenvoudiger om concreet te praten over wat je moet doen, wat de normen zijn. Hans: ‘Als eerbied hebben voor God abstract is, dan weten we niet meer wie God is. Misschien is dat wel het grootste probleem. In onze kerken krijgen we weinig woorden aangereikt om na te denken over onszelf en over hoe we onze spiritualiteit vormgeven.’

 ‘ Gedrag is de vrucht van heiliging’  Gerrit: ‘Vanuit de Psalmen en Prediker komt het antwoord wel naar ons toe: begin maar eens met eerbied te hebben voor God. Dat is abstract als je verwacht dat God daarmee direct een gezicht heeft en ingevuld is. Als het gaat om levenshouding, dan is het niet abstract. Je stelt je dan open voor het andere geluid: de wereld en de werkelijkheid zouden anders kunnen zijn dan wat jij er vanuit je levensovertuiging van maakt. Eerbied gaat erover dat je je schoenen uitdoet, omdat je beseft dat je op heilige grond staat; dat ik respect blijf hebben voor de totaal andere wereld die in de ontmoeting met God en met de andere mens meekomt. In het laatste hoofdstuk van Hebreeën, een theologische brief, worden een paar praktische aanwijzingen gegeven: houd de onderlinge liefde in stand en de gastvrijheid in ere. Zo hebben sommigen zonder het te weten engelen van God ontvangen, staat er ook. Dan gaat het erom dat je nieuwsgierig blijft naar de ander vanuit de hoop en verwachting dat God daarin naar jou toekomt.’ Gerrit: ‘De meer moraliserende benadering kan ertoe leiden dat we anderen gaan vertellen hoe ze moeten leven, dat je God bent over de ander. De Bijbel zegt vooral: mens, word maar weer eens klein, houd je mond en kijk om je heen naar wat er allemaal naar je toekomt. Probeer te

Gerrit Riemer is theoloog en kloosterling in het Kleiklooster in Amsterdam-Bijlmer. Hans Burger is universitair hoofddocent aan de TU in Kampen.

11




 DUBBELINTERVIEW

ontdekken wat dat jou vertelt over God. Je komt oog in oog te staan met het onbekende.’ Hans: ‘Ethiek kun je vastpakken. Wat ga je concreet doen? Maar het gaat om wie je bent, hoe je in het leven staat. Ik moet denken aan het beeld dat Luther geeft van de zondige mens: in zichzelf gekromd, een egeltje, vooral bezig met zichzelf overeind te houden, zichzelf te rechtvaardigen. Daarmee sluit je je af voor God en je naaste. Levensvernieuwing gaat over open worden naar God, je naaste en de wereld. Jezelf op een nieuwe manier leren zien. Henri Nouwen heeft het prachtig bij elkaar gebracht in zijn boek Open uw hart. Hoe kun je een open mens worden? Dat begint bij de rechtvaardiging door God en brengt ons in de ruimte van de Geest. Een geheiligd leven begint bij de overvloed dat we geliefd zijn. Er is ruimte bij God om te groeien. Zo bezien is dankbaarheid een waardevol

begrip. De zwarigheid die aan ‘heiliging’ hangt, heeft wellicht te maken met het mensbeeld dat we tot zonde geneigd zouden zijn en tot niets goeds in staat. We mogen best verwachtingsvoller zijn over wat het nieuwe leven brengt.’

 ‘ Word klein, kijk om je

heen naar wat naar je toekomt’ 

Gerrit: ‘In de catechismus staat er ook bij: “…tenzij je door de Geest van God opnieuw geboren bent.” Je kunt, als je wilt, een complete wereldbeschouwing uit de Bijbel halen. Maar het eerste wat de Bijbel doet, is jou persoonlijk aanspreken en aansporen. Oproepen tot toewijden, op de liefde van God wijzen en de beloften die daarin meekomen. Mens, waar ben jij nu? Het is aan jou om daar antwoord op te geven. Ik ben er allergisch voor geworden dat mensen mij gaan vertellen wat christelijk en goed leven is. Dat blijft hangen op het niveau van de daden. Heiliging begint bij de binnenwereld, vriendschap, kwetsbaarheid. Daar kom je in de ruimte waar Hans over spreekt, de overvloed van het geliefd zijn.’ Hans: ‘Ik zou niet zo snel zeggen dat heiliging iets van je innerlijk alleen is. Wat je belichaamt, heeft ook invloed op je innerlijk. Toen ik predikant in Franeker was, zijn we begonnen met kerstmaaltijden. Daar heb ik veel geleerd over gastvrijheid, dienstbaarheid en contact hebben met mensen aan de onderkant van de samenleving. Dat doet ook iets met je binnenkant.’

 ‘ Ethiek kun je vastpakken’  Gerrit: ‘In die wederkerigheid wordt het spannend. Juist het concrete leven met de gasten hier in het Kleiklooster heeft mij van mijn idealistische paard geschopt. We zijn hier komen wonen met het idee: ik ga hier iets goeds doen. Maar onze gasten zitten er totaal niet op te wachten dat ik iets goeds kom doen. Mijn omgang met hen is nu veel gelijkwaardiger. Ik leef met hen samen, wil hen ontmoeten. Daarin leer ik vooral mijzelf beter kennen en word ik geconfronteerd met mijn eigen grenzen. Zij zijn de engelen, die niet altijd leuk zijn, die mijn huis soms overhoop schoppen, maar die mijn geestelijk leven beïnvloeden.

Hans Burger

12

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021


Heiliging moet ook aan je innerlijk gebeuren, het mag er niet aan voorbijgaan.’ Hans: ‘Barmhartigheid is een belangrijke notie. Elkaar leren vergeven is al moeilijk genoeg, zegt Augustinus. Laat die barmhartigheid vooral een groeizame omgeving voor mensen opleveren.’ Gerrit: ‘Een van onze valkuilen is dat we snel het idee hebben dat we het beter weten. Een uitspraak die zichzelf in de staart bijt, realiseer ik me. Dat is de worsteling. De zaligsprekingen zijn voor mij leidend voor christelijk leven, voor de vorming van het innerlijk. Nederig zijn van hart, arm van geest. Het afleggen van de gedachte dat je het weet en dat je het ook voor je medemens weet. In het contact met de andere mens je bewust zijn van de heilige grond die je betreedt. Daar trek je uit eerbied je schoenen uit. Daar begint het mee.’

 ‘ De reformatie verlegde

het accent naar het woord met kaalslag in de liturgie tot gevolg’ 

Bonhoeffer zegt ergens: ‘Als je je ook maar een millimeter boven de ander verheven voelt, kun je geen naaste voor de ander zijn.’

Hans: ‘Dat zit ook in dat beeld van die gekromde mens. Voor je het weet doe je dingen om jezelf in balans te brengen, om jezelf wat groter te maken en je meerwaarde te vergroten.’ Gerrit: ‘Bonhoeffer moet hebben gezien dat pretentie de ander afschrikt. Voor de bühne is er dan wel een werk van barmhartigheid verricht, maar op de vloer gebeurt er niets. Barmhartigheid vraagt om evenmenselijkheid, gelijkwaardigheid. Daarom ben ik blij dat wij in het Kleiklooster geen dossierkennis hebben van onze gasten, zoals hulpverleners wel hebben. Onze gasten zijn terughoudend tot ze ontdekken dat wij niets van ze weten. Ik vraag hoe het gaat en zij vragen het mij. Dan begint het contact.’

Louis Runhaar, oud-katholiek pastoor, benadrukt in dit nummer dat heiliging voortkomt uit de liturgie. De rituelen zijn eerder impressie dan expressie, ze

Gerrit Riemer

laten een indruk achter op de ziel. Je wordt erdoor gevormd tot een ander mens. Hans: ‘Doordat in de reformatie het accent verlegd is naar het woord, in die tijd een bevrijding, heeft er een kaalslag plaatsgevonden in de liturgie. Dat heeft de bemiddelende rol van de kerk gereduceerd. Door individualisering hangt het nu meer van mij af, van mijn geloof en beleving. Er staat echter veel meer omheen en daarin zit ook die ruimte voor heiliging, waar ik het over had.’ Gerrit: ‘Pascal zegt ook zoiets: als je het gevoel van het christelijk geloof kwijt bent, doe dan gewoon de daden van het geloof. Ga naar de kerk, doe de rituelen, dan stel je je ook bloot aan de goede krachten die het innerlijk leven opnieuw wakker kunnen maken.’ ARIE KOK IS JOURNALIST EN AUTEUR

13


 INTERVIEW

‘ Liturgie kan je over je weerstand heen helpen’ ‘Heilig leven is niet iets wat je moet doen, het is iets wat je ondergaat. Het is immers niet jouw heiligheid, maar die van God. Rituelen en liturgie zijn daarin onmisbaar’, stelt Louis Runhaar (40), pastoor van de oud-katholieke parochie in Amersfoort. Binnenkort zal Louis Runhaar plebaan (de pastoor van een kathedraal) van de Sint Gertrudiskathedraal van Utrecht zijn.

TEKST ELZE RIEMER BEELD JACO KLAMER

Runhaar groeide op in een gereformeerd-vrijgemaakt gezin, studeerde theologie in Kampen, maar voelde zich voor het eerst echt op zijn gemak in de Oud-Katholieke Kerk. ‘Nu kan ik eindelijk ongegeneerd knielen’, was het eerste wat hij dacht. Ruim tien jaar later zitten we in de kerk die hij zijn thuis noemt en waaraan hij als priester leidinggeeft. Een heilige plek, die mij in zijn andersheid ontzag en vage angst inboezemt. ‘Oei, wat een heilig gebeuren, nu moet ik me wel een beetje gedragen.’ Runhaar ervaart op deze plek juist vrijheid en geborgenheid – maar hij is hier dan ook elke dag een paar keer. Hij komt binnen via de pastorie, die geeft met een deur in de woonkamer direct toegang tot de kerkruimte. Het is een plotselinge overgang van de woonkamer waar zijn vrouw met hun twee zoons speelt, naar zo’n heilige, stille plek. Soms verlangt hij naar een wat langer woon-werktraject, om even zijn hoofd leeg te maken. Dan loopt hij een blokje om of gaat de stad even uit. Maar over het algemeen, zo blijkt tijdens ons gesprek, is de kerk juist zijn ‘comfortzone’. Als iemand die zich dagelijks onderdompelt in het heilige leven, ga ik met hem in gesprek over wat ‘heilig leven’ inhoudt en wat rituelen en liturgie daarmee te maken hebben.

14

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

Menszijn

‘Een heilig leven gaat om waarachtig mens zijn en dat begint voor mij bij de verbondenheid met Jezus Christus. Heiligheid is altijd de heiligheid van iemand anders, van Christus namelijk, waar ik word binnen genodigd om erin te leven en te groeien. Het is geen oneigenlijke toevoeging van iets externs, iets vreemds. Heiligheid gaat over bewegen naar het oorspronkelijke menszijn, het menszijn zoals het bedoeld is. De liturgie en de sacramenten daarbinnen zijn bij uitstek de manieren om die heiligheid en verbondenheid te ondergaan – als een groot gebed waarmee je samen met Christus opstijgt tot de Vader. Vaak genoeg ervaar ik het niet op die manier, maar dat hoeft ook niet. Ik oefen het en prent het me lijfelijk in, al staan mijn hoofd en hart er niet altijd naar. Dat die hierin niet leidend zijn, zorgt voor zoveel ontspanning. Het begint niet bij mijzelf, bij wat ik wel of niet onderneem. Het begint zelfs niet bij mijn intentie. Het begint echt bij God.’

Godslamp

Runhaar wijst naar de altaarlamp die in het midden van de kerk hangt, in de buurt van de tabernakel. ‘Deze


kaars noemen we de godslamp. Die symboliseert Gods aanwezigheid en brandt altijd. Dus als ik ’s avonds of ’s ochtends vroeg de donkere kerk inloop, is er altijd dat lichtje, hoe donker het ook is. Dat stelt me gerust en geeft me vertrouwen. God is een aanwezigheid die licht geeft in het duister, maar niet op een opdringerige of overweldigende manier. In de paasnacht wordt de godslamp aangestoken. We houden hem brandende tot Witte Donderdag wanneer hij wordt uitgeblazen en uitblijft tot de paasnacht. Op Goede Vrijdag is de kerk echt ontzield: het sacrament is uit de kerk weggedragen, de deuren van de tabernakel staan open, de lampen zijn uit, zelfs de godslamp – dan is het hier een hele akelige plek. Wanneer dan het licht van de paaskaars wordt binnengedragen tijdens de paasnacht, krijg je voor je gevoel weer adem.’ C.S. Lewis heeft het mooi gezegd: als je iemand wilt liefhebben, doe maar gewoon alsof je iemand liefhebt en op een gegeven moment zal je merken dat je diegene ook daadwerkelijk liefhebt. Dat is in het kort wat een ritueel is: dingen met je lijf doen, waarna je op een gegeven moment vanzelf innerlijk erachteraan loopt. Liturgie

heeft de kracht om je over je eigen weerstand heen te helpen. Liturgie is impressie en niet zozeer expressie van wat er allemaal in je hart zit. Doordat je met regelmaat bepaalde handelingen of gebeden herhaalt, laat dat een indruk, een impressie achter op je hart en ziel. Dat heeft een transformerende werking. Vaste gebeden zijn daar een goed voorbeeld van. Ik ben daar echt blij mee.

 ‘ Heiligheid is bewegen

naar het menszijn zoals het bedoeld is’ 

Het hoeft niet allemaal uit mezelf te komen, het is niet allemaal afhankelijk van mijn spiritualiteit of gesteldheid op dat moment. Ik zeg ze gewoon op. Liturgie is als een skilift: je moet je er wel aan vastgrijpen, maar dan word je vanzelf omhoog gesleept. Daarbij is liturgische catechese overigens wel belangrijk om te weten wat het ritueel

15


 INTERVIEW

precies betekent. Dan weet je wat je doet in plaats van dat je maar wat doet. Die kennis stimuleert de beleving.’

Activisme

Protestanten kennen maar weinig rituelen, wat voor Runhaar een belangrijke reden was om bij de katholieken te gaan buurten. ‘Als mens ben je niet alleen maar je hoofd en je ideeën, dus waarom zou je geloof dat wel zijn? Bovendien is je brein verbonden met heel je lichaam, het staat niet op zichzelf. Je onthoudt ook dingen met je lichaam. Dat is echt de kracht van rituelen: die onderga je met je hele lijf. Er is meer dan alleen bidden en bijbellezen. De rijkdom van allerlei andere rituele praktijken miste ik in de GKv. Ik kreeg daar een stevige basis van bruine bonen en aardappels, maar ontdekte in het katholicisme dat er meer voedsel is voor geest en lichaam.’ Hij is wars van het moralisme wat al snel bij christenen om de hoek komt kijken, helemaal wanneer het gaat over een heilig leven. Het wordt volgens hem al snel oppervlakkig activisme waarbij heiligheid ‘goede dingen doen’ is, zonder dat het wortelt in een ervaren eenheid met Christus. Tegelijkertijd is er bij de katholieken het gevaar van ritualisme, zoals bij een oppervlakkige biechtpraktijk. ‘Wij doen zeker wel aan de biecht’, vertelt hij, ‘maar dat is echt een ingrijpend sacrament voor mensen die helemaal zijn vastgelopen. We gaan bij het doopvont zitten waar de

Handreikingen

Tips voor een heilig leven bestaan niet. Handreikingen om de eenheid met Jezus Christus te cultiveren zijn er wel. •Z oek een gemeenschapsleven waarin gebed, geloofsverdieping en ‘werken van barmhartigheid’ een hoofdrol spelen. •S tel je open voor een ontmoeting met Christus in je (noodlijdende) medemens of juist in degene die jou barmhartigheid bewijst. •V ier regelmatig de liturgie en ontvang daarin de communie. •Z oek de stilte, thuis, in de natuur of in een klooster. •V oor een vast dagelijks bezinningsmoment is de gebedspodcast Bidden Onderweg heel geschikt. •W ie het getijdengebed zou willen verkennen, is Klein getijdenboek; de liturgie van de uren goed toegankelijk. Completer zijn de apps ‘Getijdengebed’ (rooms-katholiek) of ‘Daily Prayer’ (Church of England, anglicaans).

16

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

paaskaars brandt en hebben een uitvoerig gesprek over wat er speelt. De bedoeling van de biecht is om iemand in woord en teken terug te brengen bij het doopvont, omdat diegene helemaal van zijn of haar doop is afgeraakt. Het is een krachtige rite met handoplegging, waarbij mensen weer een stuk lichter de kerk uitgaan.’

 ‘Ik maak elke week wel

een of andere geestelijke crisis door’ 

Verandering

Runhaar noemt rituelen transformerend. Hij vertelt dat hij hierdoor de wereld, anderen en zichzelf in een ander licht ziet – Gods licht. We kijken weer naar de godslamp. ‘Vaak genoeg staan we met onze rug naar dat licht toegekeerd. Rituelen en liturgie helpen je dan om je weer naar dat licht toe te keren, zoals bepaalde ontmoetingen of gesprekken met mensen dat ook kunnen doen. De oude en nieuwe mens in ons zijn voortdurend met elkaar aan het worstelen. Wat dat betreft maak ik elke week wel een of andere geestelijke crisis door. Over een collega die me erg stoorde zei iemand eens gekscherend: ‘Diegene is je gegeven voor je heiliging.’ Dus ja, heiliging schuurt wel, het daagt me uit. Het maakt me uiteindelijk milder. Ik zie de dingen meer als onderdeel van een proces dat gaat met vallen en opstaan. Als ik bij wijze van spreken nu vloek, gaat de godslamp niet uit. God valt niet van zijn troon als ik val.’ ELZE RIEMER IS GODSDIENSTWETENSCHAPPER EN JOURNALIST


Twee emeritus predikanten verlaten GKv

Dominee H. Drost (67), emeritus predikant van de GKv Zwijndrecht-Groote Lindt, heeft de GKv verlaten en zich aangesloten bij de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN). Hij gaf in artikelen en toespraken al langer blijk van zijn moeite met diverse geestelijke en theologische ontwikkelingen in de GKv, de synodebesluiten om ruimte te geven voor vrouwelijke ambtsdragers en een verkeerde omgang met de Bijbel die hij daaronder zag liggen. Dominee Drost is medewerker van het blad Nader Bekeken. Hij diende de GKv-gemeenten van Eemdijk (1982), Rotterdam-Oost (1986), Brunssum-Treebeek (1990, missionair werk in Venlo), Haren (1998), Houten (2003), Arnhem (missionair werk in Oekraïne) en Zwijndrecht-Groote Lindt (2014). Dominee A.H. Driest (74), emeritus predikant van de GKv Groningen-Zuid/Helpman, heeft om vergelijkbare redenen de GKv verlaten. Samen met andere emeritus predikanten schreef hij daarover het boekje Hij en zij. Dominee Driest weet nog niet bij welke kerkgemeenschap hij zich zal aansluiten. Hij diende de GKvgemeenten van Leeuwarden-Huizum (1981), Buitenpost (1986), Zeist (1994) en Groningen-Zuid (1999).

Webinars over kerkvernieuwing

Tussen 7 december 2020 en 26 april 2021 verzorgt Kerk2030 in samenwerking met weetwatjegelooft.nl een serie van zes gratis webinars over zes geloofspraktijken die te maken hebben met vernieuwing van de kerk en cirkelen rond de vraag: hoe zou jij willen dat jouw kerk eruitziet in 2030? Tijdens elk webinar staat een thema centraal, dat door een hoofdspreker wordt uitgediept. Afsluitend is er gelegenheid tot gesprek aan de hand van vragen. Meer informatie: www.kerk2030.nl/webinars.

Komen en gaan

Aangenomen naar CGK/GKv De Verbinding, Hilversum: H. Raveling (CGK ’s-Gravendeel). Verbonden aan GKv Leek: T. Waalewijn (GKv Lutten). Afscheid wegens emeritaat: G. Gunnink (GKv Westerkerk, Amersfoort-West). Hij diende de GKv-gemeenten in Mussel (1981), Kralingseveer/Krimpen aan den IJssel (1986), Hardenberg (1992), Hardenberg-Centrum (1993) en Amersfoort-West (1996); Jt. Janssen (GKv De Rank, Zuidhorn). Hij diende de GKvgemeenten van Loppersum en Westeremden (1980), Almelo (1986), Groningen-Zuid (1993), Leeuwarden (2002) en Zuidhorn (2006).

ADVERTENTIE www.dewittenberg.nl

Lak aan regels

I

n de huidige, door corona geteisterde, wereld is veel van wat normaal werd geacht weggevallen. Ook binnen het kerkelijke zijn vergaderingen gestopt of vervangen door zoom-bijeenkomsten. Zondags wordt heel wat geïnvesteerd aan creativiteit en energie om nog iets van een kerkdienst mogelijk te maken. Veel franje is er niet meer bij en bijzondere diensten zijn nagenoeg weggevallen. Toch mocht ik kortgeleden voorgaan in een dienst voor mensen met een beperking, zoals dat heet. Het gros zat thuis voor de buis, een paar deden ter plekke mee. Dat is altijd weer een feestje vanwege hun actieve deelname aan de dienst. Een van de dingen die ik zo mooi vind, zijn de verzoeken voor voorbeden. Die konden nu niet in de kerk gevraagd worden, maar waren van tevoren geïnventariseerd. Steevast wordt er gevraagd om te bidden, omdat papa en mama, oom Piet of tante Nel overleden zijn. En Jan die bij hen woonde en altijd zo lief en gezellig was. En dat ze zo gemist worden.

 V oor hen is het gemis een levende werkelijkheid van elke dag 

In het reguliere circuit doen we dat tegenwoordig netjes op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. De overleden broeders en zusters van het afgelopen jaar worden met naam en soms toenaam nog eens genoemd, en dat is dan vaak de laatste keer. Onze broers en zussen met beperkingen hebben lak aan die regel en maken liefst elke zondag tot ‘eeuwigheidszondag’. Ze noemen gerust de namen van hen die al twintig jaar of nog langer niet meer in ons midden zijn. Voor hen is het gemis een levende werkelijkheid van elke dag. Dat is het vaak ook voor mensen met minder beperkingen, maar die lopen daar niet mee te koop. Of anderen vinden dat het een keer klaar moet zijn. Langzamerhand verdwijnen de namen uit beeld. Die broers en zussen met mogelijkheden – zoals ze ook wel genoemd worden – laten mij meer zien van God. Hij vergeet de namen van onze geliefden niet. Voor Hem leven ze allen, zoals Jezus ergens zegt. Gelukkig!

START 22 februari 2021

ga aan de slag met je toekomst

Kies voor Inside-out!

ROEL VENDERBOS IS PREDIKANT VAN DE NGK KAMPEN EN GEESTELIJK VERZORGER IN EEN VERPLEEGHUIS


 ESSAY

TEKST SJOERD WIELENGA ILLUSTRATIE ANNELIES VONK

Korte kroniek over honderd jaar De Reformatie Afgelopen najaar was het een eeuw geleden dat weekblad De Reformatie, waar magazine OnderWeg uit voortkomt, verscheen. Journalist Sjoerd Wielenga verdiepte zich in de turbulente media- en kerkgeschiedenis van dit kerkelijk blad, dat in 2015 samenging met het in 1957 opgerichte Opbouw. Speciaal voor OnderWeg schreef hij een korte kroniek, verdeeld in zeven fasen. Hij sprak ook met de huidige hoofdredactie van OnderWeg. ‘We willen er zijn voor mensen die God en de kerk liefhebben.’

18

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021


D

oor geleidelijke overgangen en catastrofale gebeurtenissen zijn wij gekomen in een veelszins andere wereld. (…) Een wereld, waarin de staat, als een moderne almacht, zich opmaakt het leven te ‘regelen’, het maatschappelijk vraagstuk op te lossen, zonder en desnoods tegenover de kerk.’ Nee, dit gaat niet over coronatijd. Honderd jaar geleden waren dit de eerste zinnen op de voorpagina van het fonkelnieuwe blad De Reformatie, namens de redactie geschreven door de Amsterdamse predikant Bas Wielenga.

schreven heel antithetisch, in oorlogsjargon. Heel modern en vitaal, en dat sprak jongeren in de kerk, die de grijsheid beu waren, erg aan.´ Die militante schrijfstijl zou nog tot lang na de oorlog aan het blad kleven, zegt Harinck. ´Veel mensen vonden de ‘alles of niets-houding’ echt gereformeerd.´

Fase 3: Tweede Wereldoorlog

Aan het einde van de twintigste eeuw telden de Gereformeerde Kerken maar liefst vier bladen. Eenzelfde situatie was er rond 1920 in de – ongedeelde – Gereformeerde Kerken. Maar in al die toenmalige uitgaven misten jonge predikanten een progressief geluid. ´De Reformatie begon als een blad van een vernieuwingsbeweging die de Gereformeerde Kerk, zoals die door Abraham Kuyper was ontwikkeld, wilde vernieuwen,´ vertelt historicus George Harinck, die in de jaren negentig promoveerde op De Reformatie. ´Het woord ‘ontwikkeling’ zat niet voor niets in de ondertitel. De oprichters waren meestal leerlingen van de gereformeerde theoloog Herman Bavinck, die de al bestaande bladen niet vernieuwend vonden. Maar hun ambities doofden al snel uit doordat de conservatieve redacteur Valentijn Hepp de koers wist te bepalen. Hij was een kuyperiaan die weliswaar voor vernieuwing was, maar uiteindelijk Kuyper het laatste woord gaf.´

En dan begint de Tweede Wereldoorlog. Schilder neemt in De Reformatie geen blad voor de mond. ´Een verademing,´ noemt Harinck dat openlijke verzet. Immers, genoeg andere predikanten ondergingen de Duitse bezetting lijdzaam als Gods straf. Bovendien was voor een kerkblad als De Reformatie een dergelijke politieke stellingname, zegt Harinck, ´héél opvallend´. Een aantal kranten lag aan het begin van de oorlog namelijk gedwee aan de leiband van de Duitsers. Zo sprak Schilder er in De Reformatie schande van dat dagbladen kort na het bombardement op Rotterdam ‘niets-aan-de-hand-foto’s’ van bloemenvelden plaatsten. Waar waren de puinhopen van Rotterdam? ‘Nederlanders, blijf jezelf onder de nazi’s’, waarschuwde hij in De Reformatie. De Reformatie genoot in die dagen zoveel populariteit dat overwogen werd om het blad in stationskiosken te verkopen. Maar al in augustus 1940 verbood de bezetter het blad en werd Schilder gevangengezet. Eind 1940 kwam hij vrij op voorwaarde dat hij geen journalistieke werkzaamheden meer zou verrichten. ´Daar hield hij zich aanvankelijk aan, al publiceerde hij op zeker moment wel weer onder andermans naam.´

Fase 2: Klaas Schilder

Fase 4: Vrijgemaakt blad

Fase 1: vernieuwing

Tien jaar later botste redacteur Klaas Schilder met dezelfde Kuyper-verering, vertelt Harinck. ´Als hij kritiek heeft op bepaalde facetten van Kuypers theologie, raakt hij uit de gratie bij de kerkelijke elite. Maar jonge theologen als Berkouwer, Veenhof en Kuitert raakten juist door hem geïnspireerd. Hij was een creatieve jongen.´ In de jaren dertig kwam Schilder in conflict met de redactie over de te varen redactionele koers. Oosterbaan & Le Cointre, de uitgever van het blad, koos voor Schilder, waarna die als enige redacteur overbleef. Schilder dacht praktisch. Hij wilde geen gezeur over de koers, maar opbouwen. Hij breidde het medewerkersbestand uit met mensen die in zijn geest wilden vernieuwen. Ze dachten na over de vraag wat het betekent om in deze cultuur gereformeerd te zijn. Hij stelde een eigen theologie tegenover die van de populaire Karl Barth.´ De toon in De Reformatie was in die jaren radicaal en activistisch, zegt Harinck. Die activistische houding zag je in de tijd tussen de twee wereldoorlogen niet alleen in de kerk. Het was ‘het klimaat van het absolute’. ´Ook de letterkunde en de politiek hadden die trekken. Denk aan de opkomst van het fascisme en nationaalsocialisme. Schilder en de zijnen

Inmiddels had zich in de zomer van 1944 met de vrijmaking een kerkscheuring binnen de gereformeerde kerken voltrokken, waarin Schilder de vrijgemaakte kerk stichtte. Al in juni 1945, een maand na de oorlog, kon De Reformatie ondanks papierschaarste weer verschijnen. Met Schilder

19




 ESSAY

als enige redacteur werd het blad automatisch een vrijgemaakt orgaan. Hoewel Schilder op handen werd gedragen door de vrijgemaakten, kreeg hij ook kritiek. Onder meer van zijn eigen uitgever. ´Hij schreef veel te moeilijk´, zegt Harinck. ´Hij akkerde te lang door over de Vrijmaking door allerlei kerkrechtelijke conflicten met mindere goden tot in detail te weerleggen. De mensen vonden dat vermoeiende lectuur.´ Bovendien speelt mee dat tijdens en na de oorlog de voorgangers van wat nu het Nederlands Dagblad is aan populariteit wonnen.

Fase 5: De Reformatie en Opbouw

Nadat Schilder in 1952 overleed, werd zelfs geopperd om De Reformatie op te heffen, omdat met het wegvallen van Schilder de geest er wel uit was. Daarvan werd afgezien, maar Schilders opvolgers – de hoogleraren Deddens, Jager en Veenhof – maakten De Reformatie minder polemisch. ´Ze legden meer nadruk op een vroom christelijk leven´, zegt Harinck. ´Ze hadden ook niet dezelfde autoriteit als Schilder en wilden ook niet op zijn stellige manier leidinggeven.´ Critici vonden dit redactionele beleid echter te slap, waarna in 1956 een politiek spel volgde vol intriges, achterkamertjes en achterdocht. Dat mondde uit in – wat Harinck noemt – ‘een coup’ op het weekblad. De oude redactie werd door de uitgever terzijde geschoven en vervangen door een nieuwe, bestaande uit redacteuren (in casu de predikanten Jaap Kamphuis en Herman Knoop en de huisarts Piet Jasperse) die weer

een blad in de geest van Schilder wilden maken. De afgedankte redacteuren lieten het er niet bij zitten en startten in maart 1957 een nieuw blad: Opbouw, dat – zegt Harinck - ´wars was van kerkelijke gelijkhebberij´ en de grote rol van de belijdenisgeschriften relativeerde. ´De Reformatie was erg dogmatisch en zwaar, terwijl Opbouw verstrooider en lichter van toon was.´

 ‘ Hij wilde geen gezeur over

de koers, maar opbouwen’ 

Fase 6: Douma en Kamphuis

Vanaf dat moment vertegenwoordigden beide bladen een stroming binnen de GKv. Die stromingen zouden in 1967 leidden tot de kerkscheuring waaruit de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden. Daarna richtte Opbouw zich op lezers uit de NGK en bleef De Reformatie zich richten op vrijgemaakte lezers. In de jaren zeventig treedt Jochem Douma toe tot de redactie van De Reformatie. Met zijn komst gaan de luiken open naar wat er in de wereld speelt, meent Harinck. ´Hij kijkt niet alleen naar binnenkerkelijke kwesties, maar schrijft realistisch over ethische zaken in de samenleving met gevoel voor de actualiteit.´ Binnen de redactie bestond er echter verschil van mening over de vraag of de GKv de enige ware kerk was en wat dat betekende voor maatschappelijke samenwerking met niet-vrijgemaakten. De meer open Douma pleitte begin jaren zeventig – in een debat over ware en valse kerken - voor een milde ‘tone of voice’ in De Reformatie, met een beroep op Psalm 25:1. Gods ‘milde handen en vriendelijke ogen’ moest ook in kolommen van het weekblad worden opgevolgd, vond hij. Maar aan zijn kerkelijke betrouwbaarheid werd openlijk getwijfeld, schreef Ad de Bruijne in november 2020 in zijn In Memoriam over de toen net overleden Douma.


´Zowel in de pers als achter de schermen raakte Douma verwikkeld in soms felle polemieken en conflicten. Ik herinner mij de besloten Reformatie-vergadering begin jaren ’80 waar zijn tegenstanders binnen de redactie erin slaagden hem via een ingenieus compromis op een zijspoor te rangeren.´ Weliswaar bleef Douma voorlopig lid van de redactie, maar hij kreeg minder invloed. Afwisselend vulden hij en Kamphuis de rubriek ‘kerkelijk leven’. Toen dat niet meer ging, werd in 1983 bij De Reformatie filosoof Kars Veling aangetrokken om het probleem te onderzoeken. ’Ik was een soort oliemannetje,’ herinnert Veling zich. ´De uitkomst was dat Kamphuis en Douma beiden een stapje terug zouden doen.´ In de rol van aanvoerder van de kernredactie wilde Veling in De Reformatie het gesprek faciliteren en niet per se stellingnemen, vertelt hij. Bovendien wilde hij de thema’s waarover het blad schreef, verbreden.

kerkgenootschappen besloten de bladen te fuseren. Daarmee kwam na 94 jaar een einde aan het zelfstandig bestaan van weekblad De Reformatie. In de allerlaatste editie, op 30 december 2014, vatte toenmalig hoofdredacteur Bas Luiten, de tijdgeest samen: ‘Als je meent dat een wezenlijk geluid ontbreekt, kun je een magazine of een website beginnen. Zo is ooit De Reformatie ontstaan, om een tegengeluid te geven tegenover de heersende meningen die op de spits gedreven werden.´ Maar het risico is, vond Luiten, dat daarmee de eenheid niet wordt gediend. Liever had hij één blad. `Dan schrijf je met elkaar, eventueel in een geleide confrontatie, maar niet over elkaar.’ Kort hierna plofte bij de abonnees van De Reformatie en Opbouw - twee bladen die ooit over elkaar schreven - een nieuw gezamenlijk blad op de mat. Magazine OnderWeg was geboren. SJOERD WIELENGA IS JOURNALIST

 ‘ Ik was een soort oliemannetje’  ´Er was meer om je druk om te maken dan samenwerkingskwesties met andere christenen. Ik was van mening dat christen-zijn je plek in de wereld stempelt. Dat heeft op allerlei gebieden consequenties, niet alleen voor je eigen kerkelijke wereldje. Daarom wilden we geen blad vol kerkelijke polemiek, maar aandacht voor onderwijs, politiek, samenleving en kunst en cultuur.´ Toch bleek de constructie om niet al te uitgesproken te zijn – en zo Douma en Kamphuis aan boord te houden – maar tijdelijk te werken. Veling: ´Dit type leiders voelde zich toch niet senang bij deze koers. Ze hadden een boodschap en die wilden ze uitdragen.´ Kamphuis ging in het nieuwe blad Nader Bekeken schrijven en Douma kreeg in het ND een eigen rubriek: Moreel Beraad.

Fase 7: Fusie De Reformatie en Opbouw

Tijdens de jaren negentig kreeg De Reformatie concurrentie van verschillende nieuwe kerkbladen. Zo richtten het progressieve Bij de Tijd en de conservatieve bladen Reformanda en Nader Bekeken zich eveneens op gereformeerde lezers. Dat er maar liefst vier bladen van evenzoveel stromingen waren voor één kerk, vond eigenlijk niemand wenselijk. Maar de geschiedenis ging z’n eigen gang. Bij de Tijd overleefde het niet en Reformanda werd de spreekbuis van vrijgemaakten die zich in 2004 afscheidden en de Gereformeerde Kerken (hersteld) vormden. Intussen werkten De Reformatie en Opbouw steeds vaker samen in gezamenlijke themanummers. Door dalende abonneeaantallen en de samensprekingen tussen beide

‘OnderWeg wil er zijn voor mensen die God en de kerk liefhebben’ In 2015 werden De Reformatie en Opbouw samengevoegd. De nieuwe naam werd magazine OnderWeg. In een gesprek met hen beiden (lees de uitgebreide versie op onze website) zeggen de huidige hoofdredacteuren Esther de Hek en Leendert de Jong in de traditie van De Reformatie en Opbouw te willen staan, maar tegelijkertijd ‘te vernieuwen en te verbreden’. De Jong: ´Net als de oprichters van De Reformatie en Opbouw willen wij mensen inspireren en meningen aanreiken. Maar we willen vooral schrijven over God. We willen er zijn voor mensen die God en de kerk liefhebben.´ OnderWeg is, anders dan De Reformatie heeft bewezen te zijn, geen ‘strijdblad’ over kerkelijke kwesties, zeggen De Hek en De Jong met nadruk. ´We kregen pas een ingezonden stuk als reactie op Nader Bekeken. Maar daar beginnen we niet aan; dat is niet onze rol.´ Beide hoofdredacteuren hebben ruime ervaring in de wereld van media, tijdschriften en journalistiek. De Hek: ´Dat is anno 2021 voor het voortbestaan van dit magazine noodzakelijker dan theologische kennis. Die hebben we door onze redacteuren royaal in huis.´ Een (uitgebreidere) online versie van dit verhaal staat op www.onderwegonline.nl/100jaar.

21


 PRAKTIJKLOKAAL

Elke dag naar de kerk Wat is het verschil tussen een rooms-katholiek en een protestants kerkgebouw? Het eerste is door de week open, het laatste niet. Lange tijd was dit een kenmerkend onderscheid, maar dat gaat niet langer op. Nu in deze coronatijd de mogelijkheid beperkt is om de kerkdienst op zondag te bezoeken, gaan ook veel gereformeerde kerken doordeweeks open. Zo ook in Bergentheim (GKv). Dominee Reinier Kramer: ‘Er is een stilteruimte ingericht om in alle rust te bidden tot de Vader in de hemel. Om te mediteren of gewoon stil te zijn. Je gebeden kun je vervolgens delen in de gebedsboom. Wanneer er iets is dat jij wilt delen met de gemeente, schrijf het op een kaartje en hang het in de gebedsboom.’ Dominee Kramer checkt elke week de gebedsboom en neemt de onderwerpen mee voor het gebed in de zondagse dienst.

Bedumse kerken groeten elkaar

Foto: Regina Vos

22

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

Het Groningse dorp Bedum kent vijf kerken. Vier van hen ontmoeten elkaar twee keer per jaar tijdens een informeel overleg: de GKv, de PKN, de Hervormde gemeente en de Heilige Liudgerparochie NoordGroningen. De vijfde kerk is de streekgemeente De Gereformeerde Kerk. Tijdens dat overleg ontstond het idee om elkaar een groet te sturen die ook in de kerkbladen zou worden afgedrukt. Het werd meer dan een groet, het werd ook een korte introductie van elke kerk. Dat leidde tot een dik nummer van het GKv-kerkblad Martyria. Het woord Martyria betekent getuigenis. Jaap Karssies van de GKv legt uit: ‘Wij willen, moeten dus getuigen van Jezus de gekruisigde, wat meer is, de opgestane uit de dood. Hoewel we dat lang niet altijd doen en ons leven ook lang niet altijd daarvan getuigt, moeten we wel over en van onze Heiland willen en kunnen getuigen.’ Martyria bevat vier inhoudelijke verhalen, waarin de Bedumer kerken op een gevarieerde manier elkaar in coronatijd aanspreken. ‘Moge Jezus van Nazareth ons allen aansporen, dwars door alle kerken heen, liefdevol om te gaan met elkaar, met alle mensen om ons heen en met onze prachtige planeet’, schrijven Nellie Hamersma-Sluis en Dorus Wubbels van de Heilige Liudgerparochie.


Brede invulling van de zegen in Enschede De NGK Enschede heeft twee predikantsplekken, beide raakten in 2019 vacant. In die tijd werd de gemeente begeleid door dominee Willem Smouter (NGK Apeldoorn) die de gemeente onder andere bijbracht: ‘De belangrijkste taak van de kerkenraad is op zoek gaan naar de mooie en goede dingen die gebeuren in de gemeente en die zegenen.’ Daarmee zette hij de gemeente op het spoor van een bredere invulling van zegenen dan wat een predikant doet aan het einde van de kerkdienst. De gemeente oefent daarin. Benoem wat waardevol is, een compliment dus.



‘ Overwin die schroom! Zegen ook maar eens’ 

Maar een zegen gaat verder: ‘Zegenen betekent dat je Gods naam aan iemands leven verbindt. Je maakt goede dingen onder de zegen van de Heer nog groter. De zegen is de positieve tegenhanger van de vloek. Het is als het ware het ontvangen van het goede van God en dit aan anderen geven.’ Dat is niet voorbehouden aan ambtsdragers. Iedereen mag dat doen. Dat gebeurde ook al in Enschede: ouders zegenen hun kinderen. En – de kerkenraad wijst daarop – in de brief van Petrus is het

zelfs een opdracht voor de gelovige: zegen juist, opdat u zelf ook zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen’ (1 Petrus 3:9). Misschien moet je wel een drempel over. ‘Overwin die schroom! Zegen ook maar eens. Waarom zou je al het mooie en goede van God niet willen delen binnen, maar ook buiten de kerk? Er zijn vast mensen in de kerk die je ermee willen helpen.’

En verder •O mdat kerstzangdiensten niet mogelijk waren, heeft de NGK Steenwijk in samenwerking met Baptistengemeente Het Baken iets anders bedacht: een film door henzelf geproduceerd: Als alles donker is. Te bekijken via www.kerststeenwijk.nl. De film gaat over Hugo, een ijverige jongeman met een helder doel voor ogen. Maar wat doet hij als hij dit doel verliest? • I n Bergentheim ging het weer anders. De beide kerken daar (PKN en GKv) hebben huis aan huis een pakket verspreid met een kaars, een sleutelhanger met geloof, hoop en liefde en een ‘kaarten op

tafel’-spel met drie categorieën: Bergentheim, Kerst en Inside. Met een uitnodiging voor de online kerstnachtdienst met kerstliederen en gesprekken met Bergentheimers naar aanleiding van dit spel. • De belijdenisdienst in de Koningshof (GKv ApeldoornZuid) ging eindelijk door, na twee keer afstel. Er waren uiteindelijk veel meer mensen ‘aanwezig’ dan de bekende dertig, want gemeenteleden konden meedoen via Teams. Op een van de drie grote schermen waren ze zichtbaar aanwezig in de kerkzaal. Tijdens deze dienst werd ook het avondmaal gevierd.

23


 EYEOPENER

God van bergen en dalen Wat hebt u in uw leven van God ervaren? Het antwoord op deze vraag heeft vaak te maken met zegen, met de hoogtepunten in ons leven. Maar door zo te denken over God zijn we niet ver van het primitieve godsbeeld van de volken in het Oude Testament. In 1 Koningen 20 rekent God daarmee af. Hij is juist ook een God van de dalen.

24

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021


De godsman diende zich bij de koning van Israël aan en zei: ‘Dit zegt de HEER: Aram heeft gezegd dat de HEER een berggod is, en niet een god van de vlakten. Daarom zal Ik deze hele legermacht aan jullie uitleveren, zodat jullie beseffen dat ik de HEER ben. 1 Koningen 20:28

Een typisch staaltje primitief denken over goden is dit. Goden werden gezien als grote wezens met menselijke eigenschappen, met hun krachten en hun beperkingen. De God van Israël kan niet overal goed in zijn, dachten de adviseurs van de koning van Aram. Maar daar zijn ze achtergekomen. Alleen: is het misverstand nu echt de wereld uit? Hoe zit het met ons denken over God? De koning van Aram krijgt een gevoelige les. Zijn enorme legermacht wordt vernietigend verslagen door het legertje van Israël. Nu weet hij voortaan wie de HEER is, de God van Israël. Hij is niet alleen God op de bergen, maar ook in de vlakten. Toch is dat niet de spits van deze tekst. Het gaat erom ‘dat jullie beseffen dat Ik de HEER ben!’. God spreekt hier Israël aan en dat is verrassend. Je zou denken dat Gods eigen volk toch wel beter weet. Israel zal de HEER toch nooit als een berggod zien? Maar dat is nog maar de vraag.

Vraag

TEKST BAS LUITEN

Een huisbezoek begin ik graag met deze open vraag: ‘Wat hebt u in uw leven al van God ervaren, kunt u daarover iets vertellen?’ Daar wil iedereen wel antwoord op geven, na enig nadenken. Vrijwel altijd krijg ik dan ongeveer dit te horen: ‘Wij zijn gelukkig getrouwd, nooit erg ziek geweest, blij met onze kinderen, hebben een goede baan en veel om dankbaar voor te zijn.’ Iemand anders vertelt dat hij ernstig ziek was, maar door God werd genezen of dankt God voor behaalde diploma’s. Weer een ander vertelt over zijn zoveel jarig jubileum. Kortom, we vertellen over onze bergtoppen. De ervaring van God wordt beperkt tot gezondheid, voorspoed en succes. Zeker, daar mag je God voor danken. Maar is dit niet wat primitief gedacht, alsof God alleen zichtbaar is op de toppen van je leven?

Vervolgvraag

Als ik het antwoord zo samenvat, kan ik soms het kwartje zien vallen. Soms wordt het dan ook heel

stil, want wat valt er nog meer te vertellen? Ik hoop dat iemand dat zelf bedenkt, dat hij God leert zien in zijn hele leven. Jezus kwam niet alleen uit de hemel om jou aan diploma’s en een fijne baan te helpen. Zo dalen we geleidelijk af van de toppen naar de vlakten en soms zelfs naar de diepten. Want daar heeft Jezus ons gezocht en gevonden. Hij daalde af om mensen te redden die arm, blind en naakt zijn, die niets hebben om hen te bevrijden uit hun nood. Mijn vervolgvraag is: wat heb je van Hem ervaren in de dalen van je leven? Dat blijkt toch



Op bergen en in dalen

In het Gereformeerd Kerkboek 2017 staat een nieuwe bewerking van het lied Op bergen en in dalen door Ria Borkent en Catharinus Geerds in vier coupletten. Laat zin voor zin op je inwerken. Op bergen en in dalen ja overal is God! Waar wij ook lopen, dwalen of stilstaan, daar is God! Waar mijn gedachten zweven of stijgen, daar is God! Omlaag en hoog verheven, ja, overal is God! Beschermend aan mijn linkeren rechterzij is God. Waar ik mij weg voel zinken in pijn en leed, is God. Waar trouwe vriendenhanden niet redden, daar is God. In doodsgevaar en angsten, ja, overal is God. Gezang 232 vers 3 en 4

25


 EYEOPENER

wel een heel vruchtbare vraag te zijn die heel andere antwoorden oplevert. Dalen zijn er zo veel. Mensen hebben zich verloren gevoeld, mislukt of eenzaam. Ze zijn uitgegleden in een zonde of zelfs hun geloof kwijt geweest. Ze zijn verdwaald geraakt of het bos in gestuurd. Ze zijn slachtoffer geworden, zijn bestolen of erger.

Godsbeeld

Wat valt er dan van God te ervaren? Die vraag hangt samen met het Godsbeeld dat iemand heeft, bewust of onbewust. Is Hij de God die ons toch al mooie leven tot een succes moet maken of is Hij de God die ons redt uit zonde en alle rampzalige gevolgen daarvan? Die succesverwachting zit er toch wel diep in. Wat dat betreft zijn we kinderen van onze tijd, waarin alles maakbaar lijkt te zijn. Wat mensen kunnen, kan God toch beter? Dan moet Hij dat toch ook doen? Geloof blijkt maar al te vaak afhankelijk van tastbare voorspoed. Want als het tegenvalt, heeft de satan het gedaan. Het is populair om te zeggen dat ziekte van de satan komt. Op de toppen is God, in de dalen is de satan, zo simpel kan het zijn. Laat je corrigeren! Onze God is van bergen én dalen. Want Hij is de HEER, dat moeten we beseffen, zegt Hij in deze tekst. ‘HEER’ is de weergave van JAHWEH, ‘Ik ben er’. Hij is de God die er is, altijd en overal, om zijn verbond te gedenken. Nooit laat Ik je alleen. In het donkere dal ga Ik met je mee, daar hoor je mijn stem en voel je mijn staf (Psalm 23). Ik ga met je door het water en door het vuur, want je bent van Mij (Jesaja 43). Dus juist als het spannend of teleurstellend is in ons leven, moeten we goed opletten hoe God zijn trouw bewijst.

Om over door te praten 1. Welke bijbelse personen hebben God leren kennen in de diepten van hun leven? Hoe hebben zij God ervaren? 2. Wat betekenen zij voor jou? In wie herken je iets van je eigen levensweg? 3. Om ons heen hebben wij een wolk van getuigen, overleden gelovigen, die in hun leven God ervaren hebben. Dat is waardevol, zeker in een tijd waarin je zelf naar die ervaring zoekt. Maar we hebben ook levende getuigen om ons heen. Is het een idee om elkaar naar die ervaring te vragen? Samen met alle heiligen zullen wij immers de liefde van God in Christus leren kennen (Efeziërs 3:18-19).

26

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

Gebed

Als je Hem zo kent, kun je tot Hem gaan in je gebed. Maar hoe gaat dat gebed? Wat zullen we vragen? Vaak krijg ik het verzoek om te bidden voor of met een zieke. Meestal gaat het dan om een ziekte die ernstig is of om een spannende operatie. Mijn vraag is dan: ‘wat zal ik bidden?’, waarop ogen mij verbaasd aankijken. Wat een vraag! Dat begrijpt u toch wel, de wens is om beter te worden. Met andere woorden: bid dat we zo snel mogelijk uit dit dal komen. Ja, om genezing wil ik ook bidden, maar niet alleen en niet als eerste. Want ook in de dalen is God, daar maakt Hij zich aan je bekend. Daar spreekt Hij tot je hart. Als je alleen maar zo snel mogelijk het dal uit wil, kijk je steeds aan Hem voorbij. Mijn eerste gebed is om rust en vertrouwen. We richten ons op God om met Hem verbonden te zijn en ons leven in zijn handen te leggen. Terwijl we nog niet weten welke kant de ziekte opgaat en het heel spannend is, zeggen we eerst dat de HEER onze God is, dat wij van Hem zijn en willen zijn in leven en in sterven. Dat gebed zal Hij zeker verhoren, om Christus’ wil. Hij zal het ook onthouden. Eens zal Hij jouw gebed vanuit de diepte in herinnering brengen als een hoogtepunt in je leven.

 I s Hij de God die ons toch al mooie leven tot een succes moet maken? 

Verhoring

Wie vraagt naar de HEER, zal zeker worden verhoord en die verhoring ook ervaren. Niet automatisch en vaak anders dan je verwacht. Je kunt overweldigd zijn door wat er gebeurt, te geblokkeerd zelfs om zijn aanwezigheid op te merken. Dan zie je achteraf hoe Hij je droeg. Maar hoe dan ook, je zult merken dat niets je kan scheiden van de liefde van God. Zijn liefde valt niet samen met hoe wij ons leven graag zouden zien. We lijden onder allerlei kwaad. Maar de Zoon van God heeft zichzelf juist in het lijden met ons verbonden, in de diepste diepte ervan, waaruit Hij ons redt. In de onverbrekelijke eenheid met Hem ervaren we, vroeger of later, de werkelijke toppen van ons leven, al is ons alles tegen.

BAS LUITEN IS EMERITUS-PREDIKANT VAN DE GKV AMERSFOORT-DE HORSTEN


 STIMULANS

TEKST DEBBIE DEN BOER

Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW

Elkaar aanspreken Tucht in de kerk lijkt iets van het verleden. Er wordt amper nog over gesproken en als mensen zich er nog iets van herinneren, is dat meestal niet positief. De tucht heeft een slechte naam gekregen. Maar is dat terecht? Of hebben de nadruk op keuzevrijheid en de afkeer van groepsdwang van onze tijd ervoor gezorgd dat het zelfreinigend vermogen van de kerk aan betekenis heeft verloren? Is er in de kerk nog wel draagvlak voor de tucht? Dergelijke vragen komen aan bod in het proefschrift

Elkaar aanspreken van Yme Horjus, die op dit onderwerp promoveerde aan de Theologische Universiteit Kampen. Zijn proefschrift bevat zowel een literatuurstudie naar de rol van gemeente in tucht als een empirisch onderzoek naar het functioneren van tucht. Hoewel Horjus zich concreet richt op de Unie van Baptistengemeenten, is de studie herkenbaar voor mensen uit een bredere kerkelijke traditie. Een aanrader daarom voor iedereen die meer over dit thema wil weten.

Een betere toekomst?

Hij is goed, Hij is de Koning

Een van de vragen op dit moment is hoe wij om moeten gaan met de mogelijkheden van gentechnologie. Gentechnologie belooft namelijk niet alleen ziektes voorgoed uit te bannen, maar lijkt ook de mogelijkheden te gaan bieden om de mensheid te verbeteren. Die belofte roept echter meteen ethische vragen op. Want hoe denk je over de mens? Wanneer is het leven goed? Over dergelijke vragen gaat het boek Morgen wordt alles beter van Henk Jochemsen en Maarten Verkerk dat verscheen bij Kok Boekencentrum. Met dit boek willen zij een bijdrage leveren aan een genuanceerde discussie en beoordeling van gentechnologie. Daarom proberen zij enerzijds om de mogelijkheden van en de ethische vragen rond gentechnologie zo ‘neutraal’ mogelijk te beschrijven. Ze geven daarbij ruim aandacht aan argumenten die veel mensen met elkaar delen. Aan de andere kant proberen zij ook religieuze en levensbeschouwelijke vragen zo aan de orde te stellen dat een gesprek met elkaar mogelijk is.

Wat hebben de profeet Zacharias, de Hebreeuwse taal, het evangelie en Gods glorie met elkaar te maken? Ze vormen de vier hoofdthema’s in het nieuwe boek van Wolter Rose dat onder de titel Hij is goed, Hij is de Koning verscheen bij van Wijnen. Het boek bevat een gevarieerde selectie van artikelen die Rose de afgelopen vijfentwintig jaar sinds zijn indiensttreding bij de TUK heeft geschreven. In de artikelen behandelt hij heel diverse vragen. Bijvoorbeeld: Jezus ‘regisseerde’ de vervulling van Zacharia’s profetie waarin de God van Israël op een ezelsveulen Jeruzalem binnenrijdt. Wat zegt dit over hoe Jezus zichzelf zag? En hoe komt het dat de ene keer in een kerkdienst de zegen wordt uitgesproken als ‘moge de Heer u zegenen,’ een andere keer als ‘de Heer zegent u’. Wat is het verschil en wat is de beste vertaling? En wat betekent het om Gods glorie te zien?

27


 OPINIE

De psalmen zijn zó 2021 Zijn de psalmen niet meer van deze tijd, achterhaald en stoffig? Als je de psalmen goed leest en erover wilt nadenken, is het precies andersom: de psalmen zijn er juist voor een jaar als 2021. Ze helpen ons om in dit nieuwe jaar te klagen en te bidden en leren ons om hoopvol vooruit te kijken. Net zoals de Israëlieten dat deden, toen de dingen niet gingen zoals ze zouden moeten zijn.

O

ok 2021 zal geen normaal jaar worden. Wordt het een jaar met meer corona, meer verlies en zorgen of een jaar van hoop en herstel? We bevinden ons allemaal in een achtbaan waar niemand van ons in wilde en waarvan we niet begrijpen waarom dit moest gebeuren. In deze tijd kunnen de Psalmen ons veel steun geven. Deze oude liederen staan in tijd en beleving misschien verder van ons af dan veel moderne liederen, toch zijn ze verrassend actueel. Ze helpen ons in hun diversiteit en directheid te klagen, bidden, verwachten en in alles God te blijven loven. Daarom zijn ze extra waardevol voor dit jaar.

Ruimte om te klagen TEKST MARIEN CLEMENT

Dat de psalmen juist nu zo actueel zijn, is niet verwonderlijk: het psalmenboek is samengesteld in een periode dat het volk Israël veel meemaakte. Denk aan de vernietiging van Jeruzalem en de tempel door de Babyloniërs en het verlies van vele volksgenoten door honger, ziekten en oorlogsgeweld. De overlevenden moesten in gedwongen ballingschap naar het vijandige Babylon. Het was een totale vernedering en behoorlijk traumatisch. Niemand wist hoe het

28

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

verder moest en hoe ze God moesten eren zonder tempel. Psalm 137 laat hier iets van zien: Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion. In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren. In hun nood kreeg de klacht over dingen die niet zo zouden moeten zijn een grote plaats in de psalmen. Dit begint al vanaf Psalm 3 en heeft als dieptepunt Psalm 88 – de enige psalm die niet hoopvol eindigt. Wat we in coronatijd van de psalmen leren, is dat we mogen - of zelfs moeten - klagen over onze nood. Het is goed om lijden en verdriet te benoemen en dit bij God te brengen. Bijvoorbeeld met Psalm 13: Hoe lang nog, HEER, zult U mij vergeten, hoe lang nog verbergt U voor mij uw gelaat? Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag? Soms zijn we gewoonweg niet in staat God te loven, een uitweg te zien en te hopen op Hem.


Daarom hebben we geloofsliederen nodig die de bittere kant van het leven bezingen. God reikt ons in de psalmen woorden aan die we daarbij mogen gebruiken.

Opgaande lijn

Toch is het psalmenboek geen treurspel. Ook al beginnen de psalmen met veel klaagliederen, het boek eindigt in juichstemming. De hoop en lofprijzing gaan de klachten vanaf Psalm 90 steeds meer overstemmen. Dit loopt zelfs uit op een heus praise-blok aan het eind van het psalmenboek, waarin van nood en vijanden geen sprake meer is (Psalmen 145-150). De psalmen komen op het eerste gezicht over als een losse verzameling liederen in willekeurige volgorde, maar bij beter kijken bevatten ze een herkenbare rode draad en boodschap. De psalmen zijn het gezongen verhaal over de weg van de gelovige met God. Deze weg loopt vanaf Psalm 1 via diepe dalen, maar ook langs hoogtepunten naar het ultieme geluk met God. Alle kanten van het leven krijgen in de psalmen een plaats. Dit geldt niet alleen voor het psalmenboek als geheel. Ook als we naar individuele psalmen kijken, zien we de meest intense klacht en wanhoop steeds opnieuw uitlopen op hoop en lofprijzing (met Psalm 88 als uitzondering). Neem Psalm 22: Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en U antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust. Toch komt de psalmdichter uit bij hoop en lofprijzing, waardoor deze psalm alsnog in majeur eindigt: Ik zal uw naam bekendmaken, U loven in de kring van mijn volk. Loof Hem, allen die de HEER vrezen, breng Hem eer, kinderen van Jakob Maar ook in de volgorde van psalmen zien we vaak een opgaande lijn van wanhoop en klacht naar hoop en lof. Volgens mij is het geen toeval dat na de pijn en vragen van Psalm 22 een psalm volgt die vol is van vertrouwen en overvloed: De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. … Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. Psalm 23 is een antwoord op de wanhoop van Psalm 22. De woorden van Psalm 22 krijgen alle ruimte, maar uiteindelijk mogen we ook verder komen. Andere voorbeelden van deze veelzeggende volgorde zijn de

29




 OPINIE

Meer lezen of kijken

Marien Clement, Het verhaal van de psalmen (YouTube-serie met zeven korte afleveringen, 2020) C.S. Lewis, Gedachten over de Psalmen, Franeker (Van Wijnen), 2002 Niek Schuman, Drama van crisis en hoop. De psalmen: gedicht, gebundeld en gebeden Zoetermeer (Meinema), 2008 Tom Wright, Pleidooi voor de Psalmen. We kunnen niet zonder, Franeker (Van Wijnen), 2014 Tom Wright, God en de pandemie. Een theologische reflectie op het coronavirus en wat volgt Franeker (Van Wijnen), 2020

psalmen 17 en 18, 120 en 122 en 137 en 138. Al deze psalmen geven uiting aan ons verdriet en lijden, maar laten het daar niet bij.

Gefundeerde hoop

We zien in de psalmen steeds weer die opgaande lijn van hoop. Is dat geen wensdenken? Nee, het is gegronde hoop. De hoop die in de psalmen doorklinkt, is gefundeerd op het koningschap van God en zijn gezalfde koning, de messias. Deze wordt in Psalm 2 geïntroduceerd: ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd.’ We lezen ook over deze gezalfde koning in de psalmen 72, 89, 110 en 132. Wat er over Hem gezegd wordt, is veel meer dan enig koning van Israël ooit over zichzelf heeft kunnen zeggen. Neem bijvoorbeeld Psalm 72: Moge hij [de koning] leven zolang de zon bestaat, zolang de maan zal schijnen, van geslacht op geslacht. … Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien, de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat. Moge hij heersen van zee tot zee, van de Grote Rivier tot de einden der aarde. David, Joas of Hizkia, geen van allen waren ze zo groot. Het gaat hier om iemand die nog moet komen, op wie Israël zijn hoop vestigt. Later zal blijken dat deze gezalfde uit de psalmen Jezus Christus is. Hij nam het lijden van zijn volk op zich, waarover zoveel psalmen gaan en werd zo de grote Vredekoning van Psalm 72. De hoop van de psalmen is dus niet ijdel, maar verankerd in de komst en overwinning van messias Jezus. Daarom hebben we ook voor 2021 hoop: deze wereld is van Christus, Hij heeft haar in zijn hand. Ook al gaat de draak

30

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

nog rond (Openbaring 12) en klinken onze klaagpsalmen nog steeds, we weten ook dat Gods vrederijk al is begonnen en zal uitlopen op nog veel meer. Dat is de christelijke hoop waarover we in bijna elke psalm lezen. Daarom zijn de psalmen zo zinvol voor 2021: ze helpen ons verder voorbij het lijden.

Tegendraadse lof aan God

Daarmee komen we bij het derde dat de psalmen ons leren: God prijzen. Ondanks alle ellende waarin de psalmdichters zich bevonden, komen ze door de messiaanse hoop telkens weer bij de lofprijzing uit. De eindredacteuren van het psalmenboek plaatsten niet zomaar zoveel lofpsalmen op het eind: dat is waar het leven met God op uitloopt. Dit is erg bijzonder, want zoveel viel er in hun situatie (de ballingschap) niet te loven. Maar ondanks dat prijzen ze God in hun liederen.

 De psalmen helpen ons verder voorbij het lijden  De psalmen zijn daarmee tegendraadse lofliederen. Tegen de werkelijkheid van onze eigen ervaring in kunnen we God vanwege de christelijke hoop alsnog prijzen. Samen met ons Kyrie eleison klinkt ook ons gloria en halleluja. De psalmen kunnen ons dus helpen 2021 in te gaan: om het lijden en onze angst te benoemen bij God, hoop voor de wereld te krijgen en God uiteindelijk in alles te danken en prijzen. Juist nu hebben we iets aan de klachten, de hoop en de lof in de psalmen. MARIEN CLEMENT WORDT DIT VOORJAAR BEVESTIGD ALS PREDIKANT VAN GKV EEMDIJK

In het kort

De psalmen laten ons zien hoe we dit nieuwe jaar kunnen ingaan. We krijgen allereerst de ruimte en tijd voor onze klachten en gebed over onze nood. Een groot deel van de psalmen gaat hierover. Daarnaast geven de psalmen ons hoop voor de toekomst: de psalmen komen steeds weer uit bij die hoop. Dit is de hoop van Gods gezalfde, zijn Zoon Jezus Christus. Door Hem mogen we met de psalmen vertrouwen op de toekomst. Tenslotte leren de psalmen ons om, ondanks alle nood en dankzij de christelijke hoop, God in alles te blijven prijzen. Niet voor niets eindigt het psalmenboek met een blok lofpsalmen.


 JEUGDWERK

Van blijvende invloed ‘Ik ben best wel jaloers, jij hebt een houvast in je geloof dat ik niet ken’, zegt een 16-jarige jongedame begin december tegen mij tijdens een praatje over dagelijkse dingen. Ze heeft geen christelijke achtergrond en wat ze over de kerk weet, komt neer op een verzameling aan vooroordelen. Toch is ze samen met een groep vriendinnen en

hebben we gedaan wat we konden om het isolement dragelijk te houden.

Ontmoeting

De keuze om het open jeugdwerk, naast de kerkelijke activiteiten, vol te houden is dit jaar van invloed geweest op het leven van jonge mensen. Als volgelingen van Jezus zijn we eropuit gegaan voor een ontmoeting met wie voor ons een Zacheüs, Nicodemus, Lazarus, Marta of Maria was. Die soms wat onbeholpen poging om heilig te leven in coronatijd heeft bij deze jongedame iets op gang gebracht. Deze en meer van dit soort ervaringen met tieners en jongeren zijn de aanzet geweest voor de Jeugdtrends 2021.

vrienden vaste bezoeker van het open jeugdwerk in de kerk. De coronatijd beleeft iedereen weer anders. Wat het voor tieners en jongeren anders maakt, is dat zij nog volop in hun ontwikkeling zitten. Wat ze nu meemaken, zal van blijvende invloed zijn op hun verdere leven. Het is nog te vroeg om met zekerheid vast te stellen wat precies blijvend zal zijn, toch valt er wel wat over te zeggen. Zo zijn er voor deze tiener ervaringen verloren gegaan die ze nooit meer kan inhalen. Ze heeft geen middelbare schoolexamen kunnen doen, ook geen examenfeestjes gevierd. Veel van de plannen die ze in februari had, zijn niet doorgegaan. Nu heeft ze vooral online lessen waarbij ze haar klas vreselijk mist. Ze voelt zich regelmatig eenzaam en vindt het vreselijk om samen met leeftijdsgenoten afgeschilderd te worden als feestende jongere. Haar realiteit is zo anders. Bij haar thuis heeft het vanuit huis werken en lessen volgen, samen met de teruglopende inkomsten, geleid tot spanningen in het gezin. Er valt helemaal niets te feesten.

Welkome afwisseling TEKST PAUL SMIT

Wat voor haar dit jaar een verschil heeft gemaakt, is dat de kerk besloot om het jeugdwerk vol te houden. Vanaf week een van de maatregelen in maart was er elke week een online bijeenkomst rondom een spel of een ludieke opdracht. Niet alle jongeren hadden daar behoefte aan, maar voor een deel van de groep was het een welkome afwisseling tijdens de lockdown weken. Als gemeente

Jeugdtrends

Elk jaar stellen wij de jeugdtrends vast die wij waarnemen op het gebied van maatschappij, relaties en geloof. We kijken vooruit welke kansen deze trends bieden om contact te maken en te houden met jongeren. Hiermee hopen wij iedereen die met jonge mensen optrekt te inspireren voor het nieuwe jaar. Dit jaar draaien de jeugdtrends om het effect van de coronamaatregelen. Jongeren hebben minder contact met mensen en zijn meer online actief. Ze zijn eenzamer dan ooit in deze tijd. Daarnaast worstelen jongeren met gevoelens van verdeeldheid, teleurstelling en machteloosheid. Om hun eenzaamheid te bestrijden, delen wij deze tips: - maak verbinding, kom samen in kleine groepjes; - maak online contact, ontmoet elkaar op een ontspannen manier; - bestrijd verdeeldheid, help balans te vinden; - geef hoop, laat zien wie God is en wat vertrouwen op Hem van dag tot dag betekent.

> Lees het hele verslag en de uitwerking van deze tips op: www.onderwegonline.nl/jeugdtrends2021 PAUL SMIT IS JEUGDWERKER EN JEUGDWERKADVISEUR BIJ JEUGDWERK STEUNPUNT

31


CORS VISSER, NIEUWE DIRECTEUR TOERUSTINGSCENTRUM GKV/NGK PLEIT VOOR EEN OPEN GESPREK MET DE SAMENLEVING:

TEKST LEENDERT DE JONG BEELD HANS VAN SLOTEN

‘Het evangelie kan echt wel een stootje hebben’ 32

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021


 ONTMOETING Hij groeide op in de biblebelt, in een gereformeerde bondsgemeente. Inmiddels is hij lid van de CGK in het grootstedelijke Utrecht. Sinds kort is hij directeur van het nieuwe toerustingscentrum van GKv en NGK. Cors Visser is optimistisch over de toekomst van de kerk: ‘Kerken die als lokale gemeenschap in hun omgeving opereren, zijn voorproefjes van Gods koninkrijk.’

H

oever wil je terug op de vraag wie Cors Visser is? Wel, ik ben de man van Hanneke, we hebben twee dochters, we wonen zo’n twintig jaar in Utrecht. Ik ben opgegroeid in Wezep; ons gezin hoorde bij een degelijke gereformeerde bondsgemeente binnen de Hervormde Kerk. Ik heb gelovige ouders die veel met het geloof bezig waren en dat ook wilden uitdragen. Aan die tijd, inclusief het bij die gemeente horen, denk ik terug met een gevoel van: het geloof doet ertoe en staat middenin de samenleving.’

Waarop doel je, in relatie tot de gemeente, met dat laatste?

‘Toen ik later de PKN verliet en ‘afgescheiden’ werd – ik maakte de overstap naar de CGK –, merkte ik dat er op dit punt toch verschillen zijn. Binnen de Hervormde Kerk proefde ik: we horen bij de samenleving. We klooien met elkaar maar wat aan, maar we horen er wel bij. Terwijl bij de afgescheidenen meer iets zat van: we doen iets voor de samenleving. Ik merk wel dat er op dit punt binnen de gereformeerde kerken echt sprake is van verandering.’

Die vroegere jaren van jou, je opvoeding, thuissituatie, zit daarin al iets van jouw latere interesse voor wetenschap, het willen snappen van verbanden? ‘Nee, niet echt. Als ik mij die jaren herinner, van drie tot veertien jaar, denk ik meer aan buiten spelen, aan onbezorgdheid. Ik zie mijzelf ook niet als een echte wetenschapper. Op zich kon ik makkelijk meekomen op school en thuis deed ik graag mee aan discussies. Er werd daar veel gediscussieerd, er was echt sprake van een soort wedstrijd: wie heeft de beste

argumenten? Ik was dus wel bezig met allerlei vragen, maar niet om alles te willen weten. Ik merkte toen al wel dat ik het plezierig vond om iets op poten te zetten.’

Geen wetenschap dus, maar wel organiseren, waar ligt jouw drijfveer? ‘Wat mij in mijn leven en werk motiveert, is een bede uit het Onze Vader: Uw naam worde geheiligd. Ik zie dat echt als mijn drijfveer: hoe zorg ik, hoe zorgen we er met elkaar voor dat Gods naam geheiligd wordt?’

Dat is geen alledaagse, hoe is die ontstaan?

‘Ik maak eerst een uitstapje naar vroeger. We zijn later als gezin verhuisd van Wezep naar Zeeland, ik was toen veertien. In de kerkelijke gemeente daar, opnieuw een bondsgemeente werd niet heel open over het geloof gesproken. Maar enkele mensen zetten daar een jeugdclub op, voor jongeren uit onze gemeente en uit andere kerken. Op een bepaalde manier zijn die mensen en is die club voor mij heel belangrijk geweest. Ik worstelde namelijk met de vraag: wil ik gaan geloven of niet? Vanaf die tijd ging ik proberen om eerder op te staan voor bijbelstudie en gebed; ik besefte: ja, God is mijn Vader.

Hoe ging het verder?

‘Ik ging studeren, planologie en bestuurskunde. Ik vond dat een leuke combi, met als gedachte: het is iets maatschappelijks. Zo hoopte ik bij te dragen aan het koninkrijk. Aan het eind van de studie kwam de vraag op: wat ga ik doen? Meer richting zending, studentenbeweging IFES of iets anders? Bij dat andere dacht ik bijvoorbeeld aan de politiek, ik was daar altijd al mee bezig. Tegelijk voelde ik, misschien onbewust vanuit die drijfveer: is dat ‘m echt? Is dat voldoende? Ik kwam bij de ChristenUnie terecht als wetenschappelijk medewerker. Het was goed om te doen.

33




 ONTMOETING

Wel kwamen daar weer nieuwe vragen op. Ik noem er twee: ga ik liever niet voor één aandachtsveld in plaats van met allerlei politieke onderwerpen bezig te zijn? En, ik ben nu betrokken bij een kleine, christelijke partij. Heeft dat wel zin? Heeft dat nog wel met geloof te maken of gaat het meer om eigen ideeën van mensen over het geloof? Ofwel, doet het geloof ertoe in de samenleving? De Bijbel zegt: “Aan de vruchten kent men de boom.” Is dat, als het om het leven van orthodoxe protestanten gaat, echt het geval? Zijn die vruchten er wel?’

 ‘ Wat voor ‘goeds’ zit

er in de mens en de samenleving waardoor een gesprek mogelijk is?’  Je vroeg jezelf dus af, in relatie tot je drijfveer, of door dit en ander werk Gods naam geheiligd wordt?

‘Ja, ik aarzelde bijvoorbeeld over het leggen van een link tussen de Bijbel en concrete politieke vraagstukken. Dat wilde ik onderzoeken: heilig je zo Gods naam? Of gaat het, onbedoeld, meer om jouw persoonlijke invulling? Na een aantal CU-jaren ging ik werken voor ForumC, een organisatie rond vragen op het raakvlak van geloof, wetenschap en samenleving. De achterliggende gedachte van die organisatie was: als christenen staan we middenin de samenleving; we zijn een kleine minderheid en hebben niet overal een antwoord op. Hoe gaan we vanuit die positie het gesprek aan met de samenleving? Wat voor ‘goeds’ zit er in de mens en in de samenleving, waardoor een gesprek mogelijk is?’

En met dat gesprek wilde je invulling geven aan ‘uw Naam worde geheiligd’?

‘Ja, op twee manieren. Een: wees als christen geen anti-reclame. Dat ben je zomaar als jij jouw ‘waarheid’ ergens in slingert. Het is beter om na te denken over waar en op welk moment vertel ik wat? Een voorbeeld. Ik heb raadsleden van een christelijke partij weleens geadviseerd om zelf voor te stellen het ambtsgebed in de gemeenteraad te schrappen. Je weet dat daarover regelmatig discussie ontstaat. Vraag jezelf af: wordt zo de naam van God geheiligd? En twee: wees een goede ambassadeur van het koninkrijk. Ik bedoel daarmee: laat iets van Gods bedoelingen met deze wereld zien. Dat kan eenvoudig door, naast aandacht voor medechristenen, er ook te zijn voor mensen in de straat of je wijk, door bij te dragen aan ‘de bloei van de stad’.’

34

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

Het klinkt aantrekkelijk: christenen, kom uit je bubbel. Maar is dat niet ook heel lastig? Neem de discussie over de identiteitsverklaring van reformatorische scholen. Zonder dat je daar als christen, als christenpoliticus, veel aan kunt doen, zit je in de verdediging, lijkt alles wat jij zegt gek.

‘Ik denk dat het zinvol is als wij als christenen meer onderscheid maken tussen voorrechten en rechten in de publieke samenleving. Neem het ambtsgebed; dat zoiets er kwam, is een voorrecht. Mijn stelling is dan: richt je niet primair op het per se beschermen van voorrechten. Velen doen dat, laten wij dit nu juist niet doen. En dan het bekende artikel 23, over de vrijheid van onderwijs: dit zit ergens tussen een recht en een voorrecht in, maar in de kern is het geen mensenrecht. Natuurlijk zit je ook dan snel in het defensief; we zijn een minderheid,


ja. Laten we tegelijk beseffen dat het maar een klein deel van de samenleving is dat zich zo fel tegen christenen keert. Waarom ligt hier toch een probleem? Omdat we te lang dachten: hier hebben we onze mensen in Den Haag voor, die lossen dat op. Maar zo werkt dat niet, of zo werkt dat niet altijd goed genoeg. Het is veel beter om het gesprek over deze lastige dingen eerder te beginnen, in je straat, je wijk, op school, in een regionale krant of op een verjaardagsfeestje waarvoor je ook je buren uitnodigt. En ga dan maar in gesprek: het evangelie kan echt wel een stootje hebben!’

Je promoveerde op het thema ‘In de gunst bij het volk. Evangelicalen, religie en de civil society’. Kun je, gelet op bijbelse gegevens over de positie van christenen in ‘de laatste dagen’ wel spreken over: ‘in de gunst bij het volk’? Komt het ooit zover?

‘Ik denk dat dit inderdaad niet snel zal gebeuren. Tegelijkertijd is het wel een bijbeltekst, in Handelingen, over het leven van de eerste christenen. Ik zeg er iets bij: deze tekst moet geen doel op zich worden. In Handelingen gaat het veel meer om een constatering: ze waren niet bezig om alle verschillen weg te poetsen, nee, ze ‘leefden Christus’, ze volgden Hem na. Daardoor stonden ze in de gunst bij het volk. Een factor hierin is dat zij vanuit een herkenbare groep werkten, de gemeente. Les voor ons is om hetzelfde te doen: houd van de kerk; werk in de kerk; laat zien: dit of dat hoort nu eenmaal bij ons; zo zijn wij: dit is de kerk.’

En dan?

‘Dan wordt zichtbaar dat de kerk een teken is van het koninkrijk van God, zo wordt zijn naam geheiligd. Juist daarom geloof ik in de kracht van sterke geloofsgemeenschappen. Niet allereerst omdat die mij als individu stimuleren om ambassadeur van Christus te zijn, nee, omdat de gemeenschap ook zelf iets is en doet. Zet een kleine voedselbank op die mensen helpt. Vergeet de oude zondagsschool niet, in zijn oorsprong zo waardevol: kinderen van welke herkomst ook leerden er lezen, schrijven, er werden verhalen verteld. En laat maar zien: we wonen in deze wijk en daarin doen wij op een herkenbare manier mee.’

Eerder dit jaar maakte je de overstap naar studentenbeweging IFES, je werkt daar als ‘abtpionier’ voor stadskloosters. Hoe zit dat?

‘We hebben het verlangen om toe te gaan naar huisvesting in een stad waar zo’n vijftig mensen wonen, onder wie ook niet-christenen. De kern van zo’n ‘klooster’ wordt gevormd door een vijftiental

christenen die zich verbinden aan het leven in een klooster, die vormgeven aan gebed, aan samen optrekken. Ik ben enthousiast over het idee: in zo’n leefgemeenschap wordt Gods genade zichtbaar. Mensen zien dat, ze kunnen ervoor kiezen om mee te doen. Dat laatste hoeft niet, maar dan nog zien zij iets van de genade van God.’

 ‘ Christenen moeten meer

onderscheid maken tussen voorrechten en rechten’ 

Recent werd je, naast ‘abt-pionier’, ook directeur van het nieuwe toerustingscentrum van GKv en NGK. Hoe kwam je tot die stap? ‘Vanwege de missie: het dienen van lokale kerkgemeenschappen, zodat zij meer van Gods koninkrijk laten zien in de samenleving. En ook omdat ik bij IFES in een inhoudelijk-trekkende en niet in een leidinggevende rol zit; ik vond het mooi om ook die rol weer op te pakken.’

En ook deze functie past bij je drijfveer…

‘Ja. Daarbij helpt dat ik niet sceptisch ben over de toekomst voor de Nederlandse orthodoxie. Alleen al in de kerken die als lokale gemeenschap in hun omgeving willen opereren, zit toekomst. Het zijn voorproefjes van Gods koninkrijk. Natuurlijk verschillen de mogelijkheden per plaats. In de ene plaats ben je blij als gelovigen en niet-gelovigen samen aan tafel zitten en soms hun leven delen. Ergens anders zie je dat er al veel activiteiten zijn. Vraag jezelf dan af: zit er iets tussen dat wij als gemeenschap kunnen versterken? Zomaar kan het zijn dat je een van de activiteiten dan als het ware adopteert.’ Nu gaat het hiervoor wel veel over drijfveer en verlangen. Maar heb je ook nog hobby’s? ‘Ik houd erg van sporten en spelletjes. Dan ben ik ook best fanatiek: spelen is leuk, maar het gaat ook om winnen. Zo zit ik af en toe op een racefiets, bijna altijd met mensen die het beter kunnen. Als we een onbekend rondje rijden, kijk ik vooraf op Google Streetview waar de plaatsnaambordjes staan, zodat ik de anderen kan verrassen en nog enige kans heb als we voor dat soort bordjes sprinten.’ LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG


 LITERATUUR

Liefde in tijden van racisme Soms landt een nieuwe roman zomaar in de actualiteit. Jack van Marilynne Robinson is zo’n boek, het verscheen nog net in het jaar waarin de acties van Black Lives Matter wekenlang de voorpagina’s domineerden. Niet dat de auteur dat met opzet zal hebben gedaan, daarvoor werkt ze te lang aan een boek, en daarvoor zijn haar romans ook te subtiel, te rijk aan thema’s en betekenissen.

TEKST ARIE KOK

We kennen de Amerikaanse Robinson vooral van haar Gilead-romans, waarin ze personages aan de zelfkant van het leven met geloofsthema’s laat worstelen. Jack is het vierde deel in deze serie. Dit keer is de stad Saint Louis in de jaren ’50 van de vorige eeuw het decor. Het is de tijd voor de opkomst van Martin Luther King. Witte en zwarte Amerikanen wonen in hun eigen wijken en leiden gescheiden levens, gemengde relaties zijn in veel staten nog bij wet verboden. Jack Boughton is wit, domineeszoon en uit zijn huis in Gilead vertrokken nadat hij een meisje zwanger had gemaakt. Hij leidt een zwervend bestaan, leeft van de giften van zijn broer en komt regelmatig in de problemen vanwege kruimeldiefstallen. Zijn bijnamen zeggen veel: ‘gladjanus’, en ‘professor’ vanwege zijn filosofische kennis. Een schoolvoorbeeld van menselijke degeneratie noemt hij zichzelf. Zelfdestructie lijkt zijn grootste talent.

36

OnderWeg #1 > Jaargang 7 > 9 januari 2021

Op een dag ontmoet Jack Della, een zwarte vrouw, zomaar op straat. Ze gaan samen wat eten in een restaurant waar gemengde stellen getolereerd worden, maar aan het tafeltje naast hen verschijnen louche heren die nog een appeltje te schillen hebben met Jack, die wegvlucht. Een tijdje later ontmoet hij Della weer, bij het vallen van de avond, op een inmiddels gesloten begraafplaats. Ze kunnen er niet uit en wachten samen op de dageraad. Tientallen pagina’s lang lezen we over hun gesprekken, waarin ze elkaar nabijkomen en afstoten, en waarin wezenlijke vragen van het leven bijna terloops passeren en toch met diepgang behandeld worden. Het is Robinson ten voeten uit. Je ziet haar zitten, een scherp geslepen potlood in de hand, een gummetje op tafel, woord voor woord overpeinzend, noteren, uitgummen en opnieuw proberen.


 Z elfdestructie lijkt zijn grootste talent  In die nacht ontstaat er iets tussen Jack en Della. Het is liefde, onvoorwaardelijke liefde. Slechts omdat hij het is, en omdat zij het is. Jack is wit, veel ouder en heeft Della nauwelijks iets te bieden. Hij noemt zichzelf de Prins der Duisternis, niet goed genoeg voor deze sterke vrouw, niet goed genoeg voor dit leven. De rechtschapen Della confronteert hem hard met zichzelf, het brengt hem geestelijk op de rand van de afgrond. Goed en kwaad vechten het met elkaar uit in zijn binnenste. Della is zwart, elegant, goed opgeleid en werkzaam als docent op een middelbare school. Zij houdt de relatie gaande. Ze nodigt Jack steeds weer uit langs te komen en ontvangt hem vol liefde. Op straat kunnen ze beter niet samen gezien worden, een wandeling kan in de cel eindigen. Verloven of trouwen zit er niet in, bij wet verboden. En Della’s familie zal Jack uiteindelijk ook niet accepteren. Niet om zijn persoon, maar omdat ze nu eenmaal strijden voor zelfstandigheid van het zwarte ras. Een gemengd nageslacht is dan geen optie.

Naar aanleiding van:

Marilynne Robinson, Jack, vertaling: Ton Heuvelmans, Amsterdam (Arbeiderspers), 2020. 300 pagina’s, € 22,50. ISBN 9789029542647.

 E en wandeling kan in de cel eindigen  Della en Jack besluiten zichzelf maar als getrouwd te beschouwen. Jack peinst over de gevolgen, zijn zoon zal gekleurd zijn. ‘Onomstotelijk bewijs. Wat een uitdrukking. Het land had dit hele wrede systeem opgezet om de geboorte van zoons als de zijne te dwarsbomen. Hij zou de jongen kunnen ontmoeten als hij zijn moeder ontmoette, stiekem, in het donker. Hij zou altijd een halve vreemde voor hem blijven, een raadsel voor het kind, een gênante vertoning voor de jongen en vervolgens waarschijnlijk een voorwerp van rancune voor de man.’ Die rancune is tot op de dag van vandaag een open wond in de Amerikaanse samenleving. Marilynne reikt ter heling iets wezenlijks aan: onbaatzuchtige liefde. Genade, zou je ook kunnen zeggen.

Samengevat •O ntroerend en meeslepend verhaal. • Taalgebruik soms wat ondoorgrondelijk, maar nodigt wel uit tot overpeinzing. • Gelaagd verhaal, bij herlezing lees je weer een ander boek. • Roept verlangen op naar naastenliefde en verlossing.

ARIE KOK IS AUTEUR EN JOURNALIST

37


Cultuurstrijd

D

e culture war die Amerika in de greep houdt, roept bij ons geen sympathie op. De meeste christenen kijken ernaar met verbazing en afschuw. Aan de ene kant heb je de conservatieve evangelicals die zich achter Trump geschaard hebben, omdat hij opportunistisch hun standpunt over abortus en gender issues omhelst. De schade voor de geloofwaardigheid van het evangelie zal nog lang gevoeld worden. Aan de andere kant staan de liberals die hun opvattingen door rechtszaken en intimidatie willen opleggen aan mensen die vanuit hun geloof deze hartgrondig afwijzen. Nu eens voel je je met je Nederlandse en gereformeerde geweten meer verwant met de ene partij, dan weer met de andere. Compromissen lijken ver te zoeken. In onze contreien doen we het beter, denken we. Er is meer overleg en ook als standpunten radicaal tegenover elkaar staan, komen we er meestal wel uit. Daarom willen in ons land veel christenen van zo’n strijd helemaal niet weten.

 H et evangelie is het waard om voor te vechten  Toch kunnen we de notie van cultuurstrijd niet missen. Onze samenleving rekent in rap tempo af met de Bijbel en de christelijke traditie. Haar motto komt rechtstreeks uit Psalm 2: ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ De recente aanval op christelijk onderwijs dat wil staan voor de klassiek-christelijke visie op het huwelijk is daarvan een illustratie. Een christen zal toch willen getuigen van dat andere Rijk en nooit genoegen willen nemen met de alternatieven van links of van rechts die zich hier beneden aandienen. John Stott noemde jaren geleden zijn commentaar op Jezus’ Bergrede Christian Counterculture. Aan de basis van een tegencultuur ligt vanaf het begin van de geschiedenis de geestelijke strijd. We hebben een christelijk ideaal dat we niet zelf bedacht hebben. Een kerk die dat niet meer uitdraagt, verloochent zijn afkomst. Het geloof in de levende Heer stond vanaf het begin zeer kritisch in de cultuur en heeft juist daardoor iets te zeggen. Niet met de pretentie dat wij het beter doen, maar vanuit de overtuiging dat het evangelie ook voor onze samenleving de toekomst wijst. Waard om voor te vechten.

DICK WESTERKAMP IS EMERITUSPREDIKANT VAN DE LICHTBOOG IN HOUTEN

Zegen Moge God, die erbij is als de zon opgaat en ondergaat en als je de zee oversteekt, onderweg je schreden richten Moge God, die je nabij is als je zit en als je staat, je met liefde omringen en je bij de hand leiden Moge God, die je wegen kent en de plaatsen waar je uitrust, bij je zijn in je taak op aarde, het goede nieuws zijn dat je deelt en je op de eeuwige weg leiden. Zegenbede uit het dienstboek van de abdij van Iona

Bestuur/uitgever en redactie van magazine OnderWeg wensen jullie de zegen en nabijheid van onze God toe voor 2021.


  TOT SLOT

 ‘ De GKv bood een stevige basis, maar er is meer’  Louis Runhaar, pagina 16

OnderWeg online > Op Twitter Elly van der Krieke @EllyKrieke Deze twee bewaar ik voor de Kerstdagen. Als ik zolang kan wachten... @onderwegonline @terdege

GA VOOR MEER REACTIES NAAR:

https://twitter.com/ellykrieke/ of scan de QR-code.

VOORUITBLIK

• George Floyd kwam door politiegeweld om in Minneapolis. Op 1 juni van dit jaar vond naar aanleiding van dit geweld het Black Lives Matter (BLM) protest op de Dam plaats. Hoe ervaren gekleurde mensen hun plek in autochtone kerken? OnderWeg over Black Lives Matter in de kerk. • Hoe kunnen kerken zich meer openstellen voor mensen met diverse culturele achtergronden? Wat leert de Bijbel ons over racisme, diversiteit en over elkaar zien zoals we zijn? • Shari van Hout is van allochtone afkomst en lid van een overwegend autochtone kerk. Ze vertelt over haar ervaringen. • Eva Mabayole zal in haar beschouwing ingaan op de vraag wat autochtone mensen nodig hebben om te groeien naar inclusiviteit als het gaat om mensen van diverse culturele achtergronden.

Het volgende nummer van OnderWeg verschijnt op 30 januari

Illustratie: Annelies Vonk www.kriebelsenkrabbels.nl 39


ADVERTENTIE

OL EN HOOPV REND INSPIRE

Deel hoop en inspiratie! Geef een gratis (digitaal) proefabonnement op magazine OnderWeg cadeau! • 4 nummers gratis op de mat en/of lezen via onze eigen app.

N HOOPVOL E D INSPIREREN

• Toegang tot de website van magazine OnderWeg, met alle eerdere artikelen terug te vinden in het online archief.

> Proefabonnement nemen kan via onderwegonline.nl/gratis Of scan de QR-code.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.