Voltooid leven!

Page 1

NO

08

OL EN HOOPV REND E IR P S IN

Voltooid ! n e v le

LEVEN NA PASEN

‘Met Pasen staat de eeuwigheid op het spel’ Maarten Verkerk

‘Als de glans van het leven af is, is het direct minder waard’ Esmé Wiegman

‘Als ik mijn ogen sluit, zie ik mijn moeder voor me, alleen’

Hans Borghuis

> Jaargang 6 > 11 april 2020


  VOOR JE VERDER GAAT

Wachten Ik kan niet goed wachten. Het maakt me onrustig. Ik wil iets doen. En ik ben niet de enige. Toen we hoorden dat we zoveel mogelijk thuis moesten blijven, werd het geweldig druk bij bouwmarkten en de vuilstort. Ik snap dat: als je dan toch thuis moet blijven, wil je je tijd nuttig besteden.

Zelf moest ik de eerste dagen thuisblijven, want ik was grieperig. En wat baalde ik. Om me heen hoorde ik van collega´s met mooie initiatieven. Maar ik had er de energie niet voor. Ik moest wachten tot ik weer beter werd. Intussen vraag ik me af of die onrust niet ook een weigering is om te wachten op God. Of het geen ontkenning van machteloosheid is. Juist de tijd voor Pasen is een tijd van wachten en van erkenning van onze beperktheid. Na Jezus´ dood wisten de leerlingen niets anders te doen dan zich angstig op te sluiten in huis. Ze wisten het niet, maar ze wachtten tot God iets zou doen. En dat heeft Hij gedaan! BRAM BEUTE IS PREDIKANT VAN DE BAZUINKERK TE KAMPEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG

2

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020


  INTRODUCTIE THEMA

Afhankelijk

D

e coronacrisis zet veel in een ander licht. Heel ons dagelijks leven is aangepast. We worden geconfronteerd met ziekte, lijden en eenzaam sterven. Bij begrafenissen moeten keuzes worden gemaakt wie fysiek aanwezig mogen zijn. Angst voor ziekte en de dood komen nu meer aan de oppervlakte, dan wanneer het leven zijn autonome gangetje gaat. We moeten er wel over nadenken, het dringt zich aan ons op. Op Twitter merkte iemand op dat het debat over voltooid leven lijkt te zijn verstomd. Misschien hebben we nu andere prioriteiten. Maar er speelt meer. Een belangrijke achtergrond bij het gesprek over voltooid leven en de wens om zelf over je levenseinde te beschikken, is de autonomie van de mens. De vrijheid om zelf je leven in te vullen en het einde ervan te bepalen. Maar de coronacrisis maakt duidelijk dat we afhankelijke mensen zijn.

 In je eentje besluiten over de dood is niet te doen  Nu social distancing verplicht is, merk je dat de waarde en zin van je leven direct samenhangen met het netwerk van betekenisvolle relaties met geliefden, vrienden en familie. Wie ziek wordt of bang is ziek te zullen worden, merkt hoe belangrijk het advies van specialisten is. En specialisten in verschillende landen halen de Bijbel aan als boek van troost en houvast als het hen uit de medische handen glipt. Kortom: we ontdekken dat de afhankelijkheid van andere mensen (en van God) niet een vervelende aantasting is van onze autonomie, maar een zegen waar we van opbloeien, waar we ons houvast in kunnen vinden. Dat is een belangrijke waarneming als het gaat over het beslissen over je levenseinde. Ook voor mensen die hartstochtelijk verlangen naar het sterven, is het de vraag hoe dit verlangen met meerdere mensen besproken en gewogen kan worden. Want in je eentje moeten besluiten over de dood, dat is niet te doen. Het sterven van een christen valt daarbij in het licht van de opstanding van Christus. De meest betekenisvolle relatie, met God, maakt Hij mogelijk. Door de dood heen. Daarin is Hij voorgegaan. In het sterven aan het kruis. Maar ook in het opstaan in een nieuw leven.

PETER HOMMES IS PREDIKANT IN DE KONINGSHOF IN LEUSDEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG

3


 COLOFON OnderWeg is een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan. OnderWeg schrijft over relevante en actuele thema's voor christenen en bevat rubrieken over jeugdwerk, missionair kerk-zijn en Bijbelstudie. OnderWeg ontstond in 2015 uit een samenvoeging van Opbouw en De Reformatie. Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Jordi Kooiman (webredacteur), Jacomine Oosterhoff (eindredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp.

Silversteyn 10, 3621 PA Breukelen, redactie@onderwegonline.nl. Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl.

Redactieadres

06 JE LEVEN UIT HANDEN GEVEN IN ONZE CULTUUR IS HET PERSPECTIEF OP DE EEUWIGHEID VERDWENEN. PASEN IS GEEN WERKELIJKHEID MEER. WAT IS ER GEBEURD DAT DE MENS DE BETEKENIS VAN DE OPSTANDING VERLOREN HEEFT? MAARTEN VERKERK NEEMT JE MEE DE GESCHIEDENIS IN.

Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 58,00 (studenten € 29,00 / Europa € 96,50 / buiten Europa € 128). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 31. Digitaal abonnement: € 40 (studenten € 20). (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging OnderWeg Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren en Hillie van de Streek. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving

26 EYEOPENER VIEREN IN HET VOORUIT

Een feest vieren nog voor de overwinning is behaald. Dat is wat God zijn volk opdraagt in Jesaja 25. Op Stille Zaterdag mogen we alvast zachtjes een overwinningslied zingen. Dat is de troost die God geeft in deze tijd, zegt Miranda Renkema.

30 ONTMOETING ‘IK ZORG MAKKELIJKER VOOR ANDEREN DAN VOOR MEZELF’

Wat drijft spreker en trainer Hans Borghuis? ‘Ik ben niet dankbaar voor de heftige periode en de paniekaanvallen die ik had, dat gun je niemand, maar het heeft mijn perspectief op het leven wel veranderd. Voor mij is de vanzelfsprekendheid waarmee je door het leven wandelt, verdwenen.’

Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline  www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg

4

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

34 OPINIE ZONDER CHRISTELIJK GELOOF GEEN WESTERSE CULTUUR

Dat het christendom de wereld enorm veel gebracht heeft, durven weinig mensen in het openbaar te zeggen. Vaker wordt juist het tegendeel beweerd: het christelijk geloof heeft oorlogen veroorzaakt en ontwikkelingen geremd. Bram Beute pleit voor een herwaardering van de christelijke wortels van onze cultuur.


 INHOUD

Stockbeelden: Udra11/SHutterstock (cover); John-Mark Smith/Unsplash (pagina 2); Ruslan Danyliuk/iStock (pagina 6); Pearl/LigthStock (pagina 9); Sam Wheeler on Unsplash (pagina 14); Stockfour/iStock (pagina 20); Boonyachoat/iStock (pagina 26); Mizina/iStock (pagina 29); Comaniciu Dan/Shutterstock, KatkarinkaS/Shutterstock (pagina 34)

10 ‘ALS HIJ HET WIL, WIE ZIJN WIJ OM DAARTEGENIN TE GAAN? ILMA VAN IWAARDEN (51) IS SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE EN KADERARTS-OPLEIDER BIJ ZORGVERLENING HET BAKEN IN ELBURG. ZE SIGNALEERT DAT PATIËNTEN EN HUN VERWANTEN STEEDS MEER MOEITE HEBBEN MET LIJDEN. MAAR: ‘ALS JE ERIN MEEGAAT DAT IEMANDS BESTAAN AF IS, LAAT JE IEMAND PAS ECHT LOS.’

16 OOK WOEDE EN VERDRIET HOREN BIJ PASEN ‘ALS IEMAND HULP NODIG HEEFT, DAN KOMEN WE POETSEN EN BOODSCHAPPEN DOEN. MAAR ZIJN WE ER OOK ECHT?’ HET DEBAT OVER ‘VOLTOOID LEVEN’ RAAKT OUD-CU-KAMERLID ESMÉ WIEGMAN (FOTO ONDER) EN PASTOR MARGRIET VAN DER KOOI.

d i oo t ol V leven!

14 ALS DE KWADE DAGEN KOMEN IN HET LEVEN VAN EEN MENS KOMEN BIJ HET OUDER WORDEN ONHERROEPELIJK KWADE DAGEN ZEGT DE PREDIKER. MAAR SOMS KRIJGEN DE GOEDE DAGEN DE OVERHAND, CONSTATEERT ROEL VENDERBOS, GEESTELIJK VERZORGER IN EEN VERPLEEGHUIS.

5


Je leven uit handen geven Iemand schreef eens dat we in onze tijd steeds ouder worden, maar tegelijkertijd korter leven. Op het eerste gezicht is dit een tegenstrijdigheid. Als je ouder wordt, dan leef je toch ook langer? Maar deze tegenstrijdigheid verdwijnt als je beseft dat TEKST MAARTEN VERKERK

in onze cultuur het perspectief op de eeuwigheid is verdwenen. Pasen is geen werkelijkheid meer in onze samenleving.

6

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020


 BESCHOUWING

V

roeger ging Nederland in groten getale met Pasen naar de kerk om uit volle borst ‘De Heer is waarlijk opgestaan’ te zingen. De laatste decennia gaat ons volk minder vaak naar de kerk om de opstanding van de Heer te vieren. Pasen heeft het moeten afleggen tegen de autonomie van de (post-) moderne mens. Genade komt niet meer van boven maar van beneden. Eeuwig leven is geen gave van God, maar een project van de individuele mens. Met als gevolg dat de ‘eeuwigheid’ samengebald moet worden in een kort mensenleven. Pasen vertelt het verhaal van Jezus Christus, die in alles de weg van de Vader ging. Die weg leidde tot het kruis waar hij de bekende woorden sprak: ‘Het is volbracht’. Christus legde de regie over het einde van zijn leven in de handen van God. De (post-)moderne mens legt de regie over het einde van zijn leven in zijn eigen handen. Het is de vraag of deze handen die regie wel kunnen dragen.

Paulus

In 1 Korintiërs 15 gaat Paulus uitgebreid in op de opstanding van de doden. Hij roept zijn lezers op om vast te houden aan de boodschap over Christus die hij verkondigd heeft. Hij vat die samen in de woorden: sterven, begrafenis, opstanding en verschijning.

 De eeuwigheid moet

samengebald worden in een kort mensenleven 

In de gemeente van Korinte waren gelovigen die meenden dat er geen opstanding uit de dood bestaat (vers 12). In scherpe bewoordingen maakt Paulus zijn lezers duidelijk dat deze opvatting haaks staat op zijn verkondiging: ‘Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt; en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos’ (verzen 13-14). Enkele verzen later schrijft hij: ‘Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren’ (vers 20-23). Hiermee schetst Paulus met enkele pennenstreken de betekenis van het paasevangelie. De kernboodschap is dat Christus werkelijk is opgestaan en dat wij door Hem

 7


 BESCHOUWING

zullen opstaan. Met andere woorden: met Pasen staat de eeuwigheid op het spel. In de woorden van Paulus: ‘Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn’ (vers 19).

Breuklijn

Waarom is de westerse mens korter gaan leven? Wat is er gebeurd dat die mens de betekenis van de opstanding verloren heeft? Om deze vragen te beantwoorden, ga ik terug in de geschiedenis. De Franse filosoof Luc Ferry geeft een mooie beschrijving van de geschiedenis van de westerse cultuur. Hij begint met het christendom. In zijn visie vertrouwt een christen op iemand buiten zichzelf, op een persoon die vlees en bloed is geworden, die is opgestaan uit de doden. Een persoon met een naam: Jezus Christus. Als je een christen dus vraagt: ‘wat vind je van Pasen’, dan zal hij of zij zeggen: ‘ik geloof in Jezus Christus die is opgestaan uit de doden’. Dat geloof is in het westen vele eeuwen beleden en heeft die westerse cultuur in alles gestempeld.

 We zuchten met het licht van Pasen in de rug  Maar in de zeventiende en achttiende eeuw veranderde er iets in het denken van de mens. Stap voor stap begon het vertrouwen op ‘iets buiten de mens’ plaats te maken voor vertrouwen op ‘iets in de mens’. Er is sprake van een breuklijn in het denken. Het vertrouwen in Jezus Christus wordt vervangen door het vertrouwen in de menselijke rede. Voor de moraal betekende dit dat de mens niet meer het gebod van de liefde volgde, maar op basis van de rede een nieuwe moraal ontwikkelde. Met de pretentie van een universele moraal: iedereen zou zich hieraan moeten houden. Ook de visie op het heil veranderde. Het geloof in het leven na dit leven werd vervangen door het geloof van een ‘hemel op aarde’; een geloof dat in de weg van wetenschap en techniek gerealiseerd zou moeten worden. Deze opvattingen worden vaak aangeduid als het ‘moderne denken’. Halverwege de twintigste eeuw werd een nieuwe breuklijn zichtbaar: het postmodern denken. Het geloof in de rede begon zijn glans te verliezen en de gedachte aan een universele moraal verdween. De individuele mens kwam in beeld. Hij ontwikkelde zijn eigen moraal en gaf vorm aan zijn eigen leven, niet gehinderd door enige invloed van buiten. Op elk levensterrein. Op het gebied van relaties, seksualiteit en uiterlijk. En ook, als sluitstuk, op het gebied van het levenseinde.

8

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

Lucht

Christenen zijn altijd kinderen van hun tijd geweest. Dat kan niet anders en dat zal ook nooit anders worden. Er zit ook iets moois in: we kunnen alleen het evangelie verkondigen als we met beide benen in de cultuur staan. De tijdgeest kan vergeleken worden met lucht. We ademen die elke dag, elk uur en elke minuut in. Zo hebben christenen tot pakweg de zestiger jaren van de vorige eeuw de tijdgeest van het moderne denken ingeademd. Je ziet dit onder andere terug in de manier van redeneren (rationeel) en organiseren (beheersen). Sinds enige decennia ademen ook christenen de tijdgeest van het postmoderne denken in. Die heeft enkele mooie kanten: meer aandacht voor de menselijke ervaring en meer respect voor individualiteit. Maar die tijdgeest vormt ook een bedreiging voor de kerk. Met name in het geloof dat ‘ik zelf wel bepaal wat goed en kwaad is’ en met de opvatting dat ‘alles draait om het individu en dat relaties daaraan ondergeschikt zijn’.

Voltooid leven

Het is een typische vrucht van het postmoderne denken dat je als mens regie moet hebben over het einde van je eigen leven. Er zit iets vreemds in de gedachte dat je zelf bepaalt wanneer je leven ‘voltooid’ is. In de eerste plaats: leven doe je niet alleen. Elk mens leeft in relatie. Elk mens is van betekenis voor de ander. Dan is het lastig om te verdedigen dat je zelf bepaalt wanneer je leven voltooid is. In de tweede plaats: niemand weet wanneer zijn leven voltooid is. Er kan nog van alles gebeuren na het geregisseerde einde. Ook activiteiten waarin je van betekenis voor een ander kunt zijn en anderen van betekenis voor jou kunnen zijn. Daar komt nog iets bij: als de mens al de regie over het leven zou hebben, geldt deze dan ook voor het sterven waarvan hij noch de betekenis, noch de zin kent of overziet? Achter ‘voltooid leven’ gaat een problematiek schuil die het hele bestaan raakt. Els van Wijngaarden spreekt in haar boek Voltooid leven over het losraken en vervreemden van de wereld. Over onthechting en diepe eenzaamheid. Over het onvermogen en de onwil om verbinding te maken met de wereld. Als iemand zwaar lijdt onder kanker, een slopende spierziekte, dementie of een stapeling van ernstige ouderdomsklachten, raakt dat ook het hele bestaan. Het is begrijpelijk dat mensen dan zeggen ‘ik wil dit lijden niet meer’ en de vraag naar euthanasie aan de orde komt.

Zuchten

Wat betekent Pasen als de onthechting toeslaat, je diep eenzaam bent, aan een slopende spierziekte lijdt of de diagnose dementie hebt gekregen? De grootste valkuil voor christenen kan weleens zijn dat ze op dit soort


vragen ‘te snel’ antwoord geven en ’te gemakkelijk’ woorden van hoop spreken. Hoe paradoxaal dat ook klinkt. Ik denk daarbij aan de bekende woorden van Paulus in Romeinen 8:22-23. ‘Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.’ Deze tekst gaat over zuchten en lijden. Niet alleen het zuchten en het lijden van de schepping, maar ook het zuchten en lijden van de kinderen van God. In een tussenzin geeft Paulus een mooie karakteristiek van die kinderen van God: ‘die als voorschot de Geest hebben ontvangen’. We zuchten in afwachting van de ‘verlossing van ons sterfelijk bestaan’. ‘We zuchten’, zoals Arie de Reuver schrijft, ‘met het licht van Pasen in de rug.’ Dat licht mag ons inspireren op weg naar het eeuwige licht. Vanuit dit perspectief begint Pasen met oog hebben voor de zieke, eenzame en kwetsbare mens. Dat is ook precies wat Paulus doet: hij geeft het volle pond aan het zuchten en lijden van de kinderen van God.

Uit handen

Hoe ga je om met ‘voltooid leven’? Hoe ga je om met onthechting en eenzaamheid? Met uitzicht op nog meer lijden? Paulus benadrukt steeds weer dat wij door alle verdriet en pijn heen leven in relatie met Christus. Ik vind zo indrukwekkend aan het lijdensverhaal dat Christus de regie over het einde van zijn leven in de handen van God legt. Daar zit ook het volgende in: ik zit vast in mijn angst, ik kan het niet overzien, ik kan in deze situatie

niet de beste beslissing nemen. Maar dit tekent vooral het vertrouwen van de Zoon in de Vader. Onze handen zouden wel eens een beslissing over het einde van ons leven niet kunnen dragen in tijden van onthechting, eenzaamheid en ernstig lijden; omdat een beslissing over leven en dood te groot voor ons mensen is: we overzien immers lang niet alles. Ook omdat degene die zich onthecht voelt, eenzaam is of ernstig lijdt, wellicht niet in staat is een goede beslissing te nemen. Misschien moet diegene in gebed zo’n beslissing in de handen van Christus leggen. Want Christus werkt (ook) vaak door anderen heen. Daarom is het mooi om dit soort beslissingen (mede) te leggen in de handen van geliefden, naasten, pastores en artsen. Zij staan immers om ons heen en representeren de liefde van Christus. Lijden is een bittere werkelijkheid; een werkelijkheid die haaks staat op het refrein van Genesis 1: ‘En God zag dat het goed was’. Van de arts mag gevraagd worden dat hij of zij ‘alles uit de kast haalt’ om dat lijden te bestrijden. Uit liefde en zorg. Ook als dat betekent dat ons leven (sterk) bekort wordt. Juist aan het einde van het leven mogen we vertrouwen op de belofte van God: ‘Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in mijn handpalm gegrift’ (Jesaja 49). Een prachtige oudtestamentische verwoording van Pasen! MAARTEN VERKERK IS EERSTE KAMERLID VOOR DE CHRISTENUNIE. HIJ MAAKTE DEEL UIT VAN DE COMMISSIE-SCHNABEL DIE ADVISEERDE OVER ‘VOLTOOID LEVEN’.

Vragen

• Hoe kun jij je verplaatsen in het verdriet, de eenzaamheid en het lijden van de ander? Welke middelen heb jij tot je beschikking? • Hoe kun je in tijden van verdriet, pijn en lijden het evangelie ter sprake brengen zonder dat je ‘te snel’ of ‘te gemakkelijk’ het Woord van God in de mond neemt? • Herken je bij jezelf dat je beïnvloed wordt door de geest van de postmoderne tijd: ‘ik heb regie over mijn eigen leven’? • Denk eens na over de betekenis van het gebod van Christus ‘je naaste liefhebben als jezelf’ in een situatie van onthechting en diepe eenzaamheid of in een situatie van pijn en ernstig lijden.

9


 INTERVIEW

‘Als hij het wil, wie zijn wij om daar tegenin te gaan? Ilma van Iwaarden (51) is specialist ouderengeneeskunde en kaderarts-opleider bij Zorgverlening Het Baken in Elburg. Ze werkt in het plaatselijke verpleeghuis en is lid van de Vrije Evangelische Gemeente in het Veluwse vestingstadje. Eerder was ze arts bij een woonzorgcentrum in Heerde, eveneens op de Veluwe. ‘Als je erin meegaat dat iemands bestaan af is, laat je hem of haar pas echt los.’

‘Hij wenste euthanasie, maar aan de criteria voldeed hij niet’

TEKST JAN KAS BEELD HET BAKEN ELBURG

‘Hij had een lichte beroerte gehad waardoor hij zijn ene hand minder goed kon gebruiken. Medisch gezien was hij er echter nog redelijk uitgekomen. Met revalidatie zou hij thuis kunnen functioneren. Hij was nog helder van geest, maar voor hem hoefde het leven door die beperking niet meer. Hij vond dat het zo wel mooi was geweest.’ Zijn verlangen naar het einde van zijn leven bleef de man uiten. ‘Hij wenste euthanasie, maar aan de criteria daarvoor voldeed hij niet.’ Van Iwaarden betrok zijn kinderen erbij. ‘Die wilden hem wel tegemoetkomen, omdat hij zijn wens bleef volhouden. ‘Ja’, zeiden ze, ‘als vader dat wil, gaan we daarin mee.’ Maar toen ik doorvroeg naar hoe ze er echt in stonden, antwoordden ze: ‘Het is zijn wens, maar voor ons is hij nog van betekenis.’

10

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

Toen heb ik hen bij elkaar gebracht. Daar zit voor mij wel een essentie voor de hele discussie over voltooid leven. Voor die patiënt was zijn leven klaar, terwijl zijn kinderen hem nog steeds als waardevol zagen.’ In het gesprek tussen vader en kinderen kwam boven tafel dat de man het heel moeilijk vond om met zijn beperking om te gaan. ‘Bij intelligente mensen zie ik vaker dat op dit punt de vraag naar het levenseinde komt. Ten diepste spelen niet allerlei zorgen en moeiten rond ziekte en sterven waarvoor je naar een oplossing kunt zoeken. Nee, het gaat om regievoering; het leven niet meer in eigen hand kunnen hebben en dat als lastig ervaren. Uiteindelijk heeft het gesprek ertoe geleid dat de man toch naar huis is gegaan en daar zijn leven weer heeft opgepakt.’


Genoeg

Ilma werkt in Elburg, op de Veluwe. ‘Een christelijke regio dus. Ons huis heeft ook een christelijke signatuur. Daardoor komt het hier, vergeleken met de Randstad, toch minder voor dat mensen die nog een redelijke gezondheid hebben, heel bewust “nu is het genoeg voor mij” zeggen.’ Een andere opmerking hoort Van Iwaarden veel meer. ‘Dokter, als het niet meer gaat, dan is het goed.’ ‘Daarin proef ik vooral dat mensen accepteren dat het leven eindig is. Alleen weten we dan nog niet wanneer dat moment is. Mensen zeggen dan ook wel dat ze bang zijn voor wat mogelijk komen gaat. Daarom is het zo belangrijk om tijdig daarover met elkaar te spreken. Hoe iemand het gaan sterven ziet en wat er aan palliatieve zorg gedaan kan worden om het proces draaglijk te maken.’ De Elburgse arts kiest altijd de weg van het gesprek, zaken bespreekbaar maken en houden. ‘Ik heb ook in een hospice gewerkt. Daar heb ik geleerd dat je als dokter achter de vraag àchter de vraag moet zien te komen. Dat geldt ook voor voltooid leven. Is het niet een tijdelijke wens? In het onderzoeksrapport van de commissie-Van Wijngaarden over voltooid leven zie je sterk terug dat mensen zeggen: “Ja, dat het niet meer hoeft voor mij, dat mijn leven voltooid is, dat geldt niet altijd.” Een leven beëindigen is dan wel heel definitief. Waarom wil iemand nu niet meer leven? Ik zal me altijd tot het uiterste inspannen om erachter te komen wat echt de reden is. Zijn er problemen en zorgen die soms toch op te lossen zijn?’

 Laten we echt iemand gaan?  Ook het gesprek met de kinderen van de man met de beperkt te gebruiken hand had zin. Enerzijds wilden ze meegaan met hun vader. Als hij dat wil, wie zijn wij om daar tegenin te gaan? Maar eigenlijk zeg je dan: we houden je niet tegen. Dan laat je pas echt iemand los. Het is natuurlijk een heel moeilijke kwestie. Anderzijds hadden die kinderen hun eigen gevoelens. Ze wilden hun vader helemaal niet kwijt. Dat werd pas helder toen het bespreekbaar werd gemaakt. Laten we echt iemand gaan?’

Ongemak

De man was een uitzondering onder de ouderen in het overwegend christelijke Elburg. ‘Als er over voltooid

leven wordt gesproken, komt dat veel meer van de generatie eronder. Rond terminale zorg is dat ook zo. Als dan duidelijk is dat iemand gaat overlijden en het wat langer duurt, wordt er gezegd: “Dokter, laat het klaar zijn.” Daarin proef ik, ook bij christenen, moeite met het lijden, met het kunnen aanzien van het stervensproces. Eigen ongemak en eigen onmacht doen mee. We gaan het de komende jaren veel meer tegenkomen dat mensen sneller vinden dat er een einde aan een leven gemaakt moet worden. Men vreest dat het lijden ondraaglijk zal zijn, maar dat is maar de vraag. Ik zie in mijn werk mensen die ontzettend ziek zijn, maar nog veel kunnen dragen en niet met zulke vragen komen. En als die vragen er wel zijn, zijn er palliatieve middelen om ze zoveel mogelijk weg te nemen.’ Op haar beurt stelt Van Iwaarden een vraag aan de samenleving. ‘Omgaan met lijden of met minder goed uit de voeten kunnen, zijn we dat nog gewend? Gevoelens van eenzaamheid of de gedachte om anderen alleen maar tot last te zijn, kunnen er ook toe bijdragen dat iemand vindt dat zijn leven voltooid is en dat er maar een einde aan moet komen. Maar ben je niet meer van waarde als je de regie verliest, zoals die man die een beroerte had? Dat geloof ik dus niet. Hoe het leven ook aangetast is, en in ons verpleeghuis zijn veel kwetsbare mensen, in ieder bestaan zie ik waarde.’

11




 INTERVIEW

‘Ook in het verpleeghuis zijn mensen wel degelijk van waarde’ Van Iwaarden herinnert zich een bewoonster met dementie. ‘Toen haar conditie achteruitging, heeft haar dochter nog wat met haar uitgesproken. Die dementerende vrouw heeft die dochter toen om vergeving gevraagd, terwijl dat niet in haar aard lag. Als je het aan mij als arts had gevraagd, had ik ook niet verwacht dat ze dat nog kon, maar het gebeurde wel.’

‘God heeft de mens geschapen. In alle afhankelijkheid worden we geboren, we kunnen dan helemaal niets zelf. En soms gaan we ook in alle afhankelijkheid sterven. Maar binnen dat leven heeft God ons lief en mogen we er zijn’, meent de specialist ouderengeneeskunde. ‘In onze maatschappij leeft echter sterk de opvatting dat je productief moet zijn, actief en snel. Als dat niet meer kan, wat je zeker in het verpleeghuis ziet, ben je oud en heb je in feite afgedaan. Die gedachtegang creëren we met z’n allen. Terwijl ik juist ook in het verpleeghuis mensen zie die wel degelijk van waarde zijn, hoe kwetsbaar ook. Erkennen we dat als samenleving nog? Als christenen hebben we ook een opdracht om ouderen te omarmen, om hen te tonen dat ze mee blijven tellen.’

 Ik heb dingen gedaan die

niet zomaar te vergeven zijn  Diep

Aan de andere kant mag een christen zeker naar het levenseinde verlangen, zegt Van Iwaarden. ‘Ja hoor. Het mooie van het geloof is dat je weet dat het leven verder gaat. Dat kan een troost zijn voor mensen op oudere leeftijd die veel hebben meegemaakt en verlieservaringen hebben, zeker in die laatste jaren. Dat is niet verkeerd. Het kan juist heel veel rust geven als je weet dat het leven hierna veel mooier is dan hier op aarde. Dat verlangen naar het hiernamaals kan ik heel goed met die mensen meevoelen. Maar dat is heel wat anders dan: “Laat het maar stoppen, het leven is mooi geweest, nu is het genoeg”. Dan denk ik: waarom nu? Waarom zo’n definitieve keuze? Als iemand zijn leven zelf in handen wil hebben, scheiden toch onze wegen. Niet dat ik die patiënt dan loslaat, integendeel, maar ik kan hem of haar daar niet in helpen.’

12

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

Aansprekend en relevant is voor Van Iwaarden vers 3 van Jesaja 42. ‘Daar wordt het lijden van de Knecht des Heren aangekondigd. Mij heeft die tekst ook veel te zeggen voor mijn werk als verpleeghuisarts. Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal Hij niet uitdoven. In Het Baken zie ik soms geknakt riet. Maar God zal die mensen nooit loslaten. Het leven heeft waarde, ook dat kwetsbare bestaan. Dat vers is voor mij heel herkenbaar.’ Binnenkort klinkt ook in het verpleeghuis in Elburg het evangelie van Pasen. ‘In alle gebrokenheid van het


Schaduw leven, ook in alle gebreken van het ouder worden, mag er gezegd worden dat er hoop is, dat Jezus is opgestaan en dat er leven na dit leven is. Dat geldt voor de bewoners, maar net zo goed voor het verzorgend personeel. We hebben dat evangelie allemaal nodig. Soms gaat dat heel diep. Ik heb dingen gedaan die zomaar niet te vergeven en te herstellen zijn, zei een bewoonster, haar leven overziend. Ik mocht haar voorhouden dat het evangelie juist daarover gaat. Ze was er heel serieus mee bezig.’ ‘Het paasevangelie helpt verder’, aldus Van Iwaarden. ‘God nam in Jezus onze gebrokenheid op zich. Dat geeft troost, hoop en verbinding. We zijn aan elkaar gegeven. Omzien naar elkaar is van belang in onze individualistische maatschappij, die denkt dat we zelf ons levenseinde mogen en kunnen bepalen. God heeft ons geschapen. We leven niet alleen voor onszelf. Als christenen kunnen we het verschil maken, door er ook te zijn voor onze naaste die zijn leven als voltooid beschouwt, omdat hij anders toch maar tot last is en niets meer aan de samenleving toevoegt.’ JAN KAS IS JOURNALIST

D

it wordt een korte column. Denk ik. Omdat ik, ook al klinkt dit vreemd, niet zoveel te ‘beschouwen’ heb. Natuurlijk, ik voel de onwerkelijke situatie onder corona. Ik zie de statistieken en lees over de inzet van zorgwerkers. Ik huiver van berichten over slachtoffers. De wereldsamenleving blijkt broos te zijn en niemand lijkt de boel te kunnen stutten. Wat zou ik dan moeten zeggen? Wat ik het liefste doe, merk ik, is om in figuurlijke zin in de schaduw te zitten. Soort geestelijk schuilen, aanvullend op verplicht binnenblijven. Tegelijk merk ik dat beide houdingen mij niet echt helpen. Want ik realiseer me dat ik schuil in een doortimmerd huis met ruimte eromheen. Dat is even anders dan de leef- en woonsituatie van vluchtelingen in Griekenland of van mensen in de zogenoemde favela’s, de sloppenwijken in Brazilië. Daar ging de ‘geestelijke’ broer van Trump, Bolsonaro, aanvankelijk laconiek met het coronovirus om. Intussen vrezen de favela-mensen het ergste: ‘Afstand houden lukt niet. (…) Als ik mijn raam opendoe, en de buurman ook, zit er nog geen halve meter tussen ons in. (…) Wij zullen in onze steegjes doodgaan en er is niemand die het weet.’

 ‘Mag ik astoeblieft ook in God geloven?’  In de schaduw zitten, voelt niet verkeerd. Dingen die ‘belangrijk’ waren, lijken afwezig; wat dieper lag, krijgt ruimte. Ik lees datzelfde terug in verhalen van mensen die vrijer dan ik ‘beschouwen’. Wetenschapper Robbert Dijkgraaf eindigt een NRC-column als volgt: ‘Het is ons mensen niet gegeven rechtstreeks de grote boog van het leven te zien, maar misschien dat we in deze gedwongen verstilling iets dichter bij de kern van ons bestaan kunnen komen’. En een EO-journaliste, die daar als niet-gelovige stagiaire startte, wil graag hetzelfde doen als haar zoontje: geloven en vertrouwen. Het zoontje had Sinterklaas gevraagd: “Lieve Sint, mag ik astoeblieft Piet worden? De journaliste in NRC: ‘Ik kan haast niet anders dan bidden en vragen of ik “astoeblieft ook in God mag geloven”. Want is dat niet het enige wat overblijft in tijden als deze?’ Het enige. Datgene dat ertoe doet. Schuilen bij de Allerhoogste. Overnachten ‘in de schaduw van de Ontzagwekkende’. Het is goed zo, die schaduw.

LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG


 BESCHOUWING

Als de kwade dagen komen De Prediker wond er eeuwen geleden al geen doekjes om: in het leven van een mens kunnen bij het ouder worden kwade dagen komen. Dagen waarvan je zegt: ik heb er geen plezier meer in, het mag wel afgelopen zijn. Ontzettend eerlijk en herkenbaar, als je soms ziet wat een mens aan het eind van zijn leven moet inleveren. Aan gezondheid, aan decorum, etcetera. Toch valt er meer te zeggen.

Het is mooi geweest Jan was intussen bijna 100 jaar oud. Veel had hij meegemaakt. Hij was een van de pioniers in de Noordoostpolder. Zijn vrouw met wie hij een innige relatie had gehad, was er niet meer. Zijn dochter had hij intussen ook verloren. Hij vond het wel mooi geweest. Elke avond bad hij of hij bij de HERE mocht komen. ‘En als u dan de volgende morgen toch weer wakker wordt?’ vroeg ik hem. ‘Ach’, zei hij, ‘dan mocht het om de een of andere reden nog niet. Kennelijk is de HERE het niet met me eens en moet ik nog even wachten. Dan sta ik de volgende morgen weer op, eet m’n ontbijt en lees de Bijbel en de krant.’ TEKST ROEL VENDERBOS

Zijn leven lang was hij organist geweest. De gemeente in haar zang begeleiden was zijn lust en zijn leven. In het verpleeghuis begeleidde hij nog elke week het zingen van een groep mensen. Op een bepaald moment vroeg hij me of hij iets mocht zeggen. Natuurlijk mocht hij dat. Hij stond op, vertelde dat hij oud was en dat het zijn verlangen was om van het toneel te verdwijnen. ‘Alles heeft zijn tijd’, staat er in de Bijbel, ‘en mijn tijd is zo langzamerhand wel geweest. Mijn gehoor wordt minder en mijn vingers willen niet meer. Daarom heb ik besloten

14

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

te stoppen met spelen. Ik wacht nu tot de HERE mij komt halen.’ Het was indrukwekkend stil. Indrukwekkend vanwege de nuchterheid waarmee hij de woorden sprak. Niet verdrietig of ontroerd, maar broodnuchter. Ook zijn leven was eindig. Toch moest hij nog wachten tot het zover was. Intussen bleef hij vriendelijk en dankbaar. Voor zijn medebewoners in het verpleeghuis, voor de mensen die hem hielpen en verzorgden en voor zijn kinderen en kleinkinderen. Heerlijk om zo iemand in het verpleeghuis te hebben! Die dankbaarheid bleef hij tot het eind toe uitstralen en uitspelen. Hij leek dan wel geen taak meer te hebben, maar een van zijn kleindochters bracht een keyboard mee. Weer ging hij spelen. Op zijn eigen kamer maakte hij muziek. Op de gang werd stiekem geluisterd en meegezongen. Tot de dag van zijn overlijden. Hij droeg vrucht tot op hoge leeftijd…

Steeds dichterbij Wijnand had heel wat gezien van de wereld. Hij was technisch zeer bedreven in het repareren van de meest ingewikkelde scheepsmotoren. Vanuit de hele wereld werd er een beroep op hem gedaan en hij had de gave


Maar er gebeurde iets bijzonders. Wijnand ging ontegenzeggelijk op allerlei manieren achteruit, maar ook vooruit. Hij kwam namelijk steeds dichter bij zijn kinderen. Hij bleek een zachte kant te hebben die van lieverlee naar buiten kwam. Hij verraste zijn kinderen met woorden als ‘lieverd’ en ‘schat’ en stelde zelfs de vraag: ‘Hoe gaat het met je…?’ Een kus was niet langer de correcte afsluiting van een bezoek, maar een innige omhelzing. De liefde werd over en weer voelbaar. Vader kon soms zijn bril afdoen en zijn gezicht naar zijn dochter toewenden. Er hoefde niets meer gezegd te worden. Je zag de liefde branden in zijn ogen. Zijn leven leek kort voor de opname meer dan voltooid, maar er kwam nog een staartje van tastbare liefde. Ze hadden het niet willen missen…

Ook dat nog Leida had een vreselijke jeugd gehad. Ze was op allerlei manieren misbruikt. Ze dacht het achter zich te kunnen laten door jong te trouwen. Maar haar man was zelf ook misbruikt en verknipt en het huwelijk werd niet wat ze gehoopt had. Ze was angstig en depressief. Ze bracht tot drie keer toe een kind ter wereld. Maar ze wist niet goed wat ze ermee moest beginnen. De kinderen waren blij dat ze de deur achter zich dicht konden trekken. Het huwelijk liep spaak en moeder bleef vereenzaamd achter. Er was jarenlang nauwelijks meer contact met moeder. met alle soorten mensen om te kunnen gaan. Een kundig maar ook buitengewoon keurig en correct man. Altijd in pak en stropdas, ook op zaterdag. Uiterst rationeel en heel analytisch. Deze eigenschappen gingen samen met een breed ontwikkelde kijk op allerhande vraagstukken. Ook was hij een tikkeltje autoritair. Het prototype van de introverte en afstandelijke vader die op zondag het vlees snijdt, maar zich verder weinig bekommert om het wel en wee van zijn kinderen. Toen moeder stierf, regelde vader de begrafenis en toonde verder weinig emotie. Wat haar verlies voor hem betekende, was gissen voor zijn kinderen. Maar hij ‘deed het verder goed’. Hij hield zijn huis schoon, kookte zijn eigen potje en ging regelmatig op bezoek bij de (klein)kinderen. Maar wat zich innerlijk in hem afspeelde en wat hem bewoog, daarover sprak hij niet. Tot zijn kinderen merkten dat de boel ging versloffen en versmeren. Vader die altijd alles op een rijtje had, ging de dingen door elkaar halen. Na een moeilijke tijd waarbij de kinderen insprongen, werd hij opgenomen op een zogenaamde PG-afdeling. Enorm schrikken, vooral voor zijn kinderen. Moest hij nu in deze omgeving de laatste dagen van zijn leven slijten en hoe langer hoe meer zichzelf kwijtraken?

 Altijd in pak en stropdas, ook op zaterdag  Ze was al behoorlijk dement toen ze werd opgenomen. Ook dat nog, dachten de kinderen. Het was voor de verpleging en verzorging een hele opgaaf om een ingang te vinden voor contact en zorg. Altijd deed ze lelijk, ze ging schelden of vloeken. Maar het geduld en de liefde van de andere kant werden beloond. Onder de harde bovenlaag kwamen steeds meer mooie kanten naar boven. Een vrouw die geintjes kon maken en geweldig kon genieten van een glaasje advocaat met slagroom; een vrouw die liefde kon ontvangen en een moeder die apetrots was op haar mooie dochters. En die elke week lekker kon zingen met anderen. Dat hadden haar kinderen nooit eerder gehoord of gezien. Ze durfde eindelijk tevoorschijn te komen en haar kinderen hebben toch nog een ander gezicht van moeder gezien. ‘Zo dankbaar…!’ ROEL VENDERBOS IS GEESTELIJK VERZORGER IN EEN VERPLEEGHUIS

15


 DUBBELINTERVIEW

Ook woede en verdriet horen bij Pasen Toen de euthanasiewet in april 2001 door de Eerste Kamer werd aangenomen, zei toenmalig minister van Volksgezondheid Els Borst: ‘Het is volbracht.’ Het gebruik van het kruiswoord van Jezus namen velen haar niet in dank af. Dat is begrijpelijk, maar het neemt niet weg dat het thema ‘voltooid leven’ zeker met Pasen te maken heeft. Een gesprek met pastor Margriet van der Kooi en bestuurder Esmé Wiegman.

Het debat dat ‘Voltooid leven’ is gaan heten lijkt gepolariseerd: gelovigen zijn per definitie tegen zelfbeschikking en niet-gelovigen voor eigen keuze. Ligt dat wel zo zwart-wit?

TEKST ARIE KOK BEELD HANS VAN SLOTEN EN KIM VAN DE WETERING

Margriet: ‘Dat beeld heerst inderdaad en niet-kerkelijken koesteren het hartstochtelijk., maar het ligt veel genuanceerder. Wat bedoelen we eigenlijk met ‘voltooid leven’? Ik weet het niet precies. Het is wonderlijk hoe gemakkelijk dat begrip over de toonbank is gegaan, zonder dat we elkaar duidelijk hebben gemaakt wat we er eigenlijk mee bedoelen.’ Esmé: ‘Els van Wijngaarden had de leiding over het opstellen van het rapport Perspectieven op de doodswens van ouderen die niet ernstig ziek zijn. Dit rapport heeft veel nuances aan het licht gebracht en daarmee de vloeibaarheid van het begrip laten zien. En wat doet Nieuwsuur? Dat zet een gelovige met een kruis aan de muur tegenover iemand uit de grachtengordel die haar leven volkomen onder controle heeft. Dat doet absoluut geen recht aan de situatie.’ Margriet: ‘Het echte gesprek dat we sterfelijke en kwetsbare mensen zijn die ouder worden en hoe je daarmee om kunt gaan, wordt almaar niet gevoerd: dat boezemt ons angst in. Ook een gesprek over waardigheid is iets waar we heel snel mee klaar zijn. We vinden het onwaardig als je in je bed plast of als je

16

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

niet meer zelf vanuit je stoel in bed kunt komen. Dan is waardigheid een eigenschap die je kunt verliezen. Dat is slecht nieuws voor heel veel mensen in de samenleving. Ik geloof dat mensen per definitie waardig zijn, beelddragers van God. In dat licht kun je het gesprek aangaan over vragen als: waar zijn we bang voor als we ouder worden? Hoe denken we daarover? Daar zijn we in onze samenleving niet heel goed in.’

Kun je daar een voorbeeld van geven?

Margriet: ‘Het ziekenhuis waar ik werkte, ging fuseren. Collega’s van boven de zestig hoorden vaak van jongere

Wie is wie? Margriet van der Kooi (1953) werkt als harten zielzorger in het Daan Theeuwes Centrum in Woerden. Esmé Wiegman (1975) was lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie en was onder andere directeur bij de Nederlandse Patiënten Vereniging en bestuurder bij Palliatieve Zorg Nederland. Tegenwoordig is ze directeur bij brancheorganisatie Valente.


Margriet van der Kooi

collega’s “waarom zou je de moeite van het inwerken in een nieuwe organisatie nog doen?” Het is tegen mij ook gezegd. Als je eenmaal zestig bent, hoef je toch niet meer mee te doen? Dat gebeurt dan in de zorg, onder verpleegkundigen. Die zouden er toch anders naar kunnen kijken.’

 Als de glans van het leven af is, is het direct minder waard  Esmé: ‘Ik herken wat Margriet over waardigheid zegt. Frits de Lange vergeleek het ooit met de lagen van een schilderij. Eerst heb je de grondverf: de mens in essentie. Dan de kleuren, die zien we op het schilderij. Tenslotte, de vernis, de glans. Als functies van mensen wegvallen, dan is de glans er misschien vanaf. Maar wat blijft er over? Dat is de grondlaag, waardoor het schilderij van waarde blijft. Als je een Rembrandt vindt

op zolder, een doek dat zwaar beschadigd is, dan is het toch nog veel waard. In onze samenleving werkt het vaak zo: als de glans eraf is, omdat het leven niet meer leuk is, dan is het direct ook minder waard geworden.’ Margriet: ‘In kloostergemeenschappen, met vaak zeer oude leden, wordt die vraag over de waarde van het leven nauwelijks gesteld. Ook al ben je bijna honderd, blind en doof, je kunt nog altijd meedoen met het gebed. Omdat dat geoefend is, en geen dooddoener als “oma jij kunt voor ons bidden”. In het klooster zit gebed in de genen. We zullen moeten zoeken naar manieren waarop we elkaar laten weten dat we betekenis hebben voor elkaar. Dat is meer dan af en toe eens een bingo organiseren, hoe aardig bedoeld ook. Het zal dieper moeten gaan.’

Hoe voer je dit gesprek met mensen die aangeven dat ze klaar zijn met het leven? Margriet: ‘Dat is delicaat werk. Het is ook waar dat er tegenwoordig langer geleefd wordt, langer geleden en

 17


 DUBBELINTERVIEW

langer gestorven. Daar moet recht aan gedaan worden. Je kunt niet zomaar zeggen dat je ‘tegen’ bent. Als je aan het bed zit van iemand die ten einde raad is, of iemand die moe is en pijn lijdt, dan moet je eerst goed geluisterd hebben voordat je met spreken begint. Ik ben niet waar zij zijn. Eerst zijn verschillende vragen van belang: Wat maakt mijn leven betekenisvol? Wat heb ik nog te doen? Heb ik nog dingen af te hechten? Zit er nog iemand te wachten op een woord van mij? Misschien wel een woord met een hoofdletter? Als we geen antwoord hebben op de vraag naar de betekenis van het leven, dan maken we de vlucht naar voren en grijpen het protocol. Dan ben je onvoldoende beziggeweest met de vragen. Dit zijn spannende gesprekken, waar het vaak niet van komt als de oplossing al klaarligt.’

 ‘Als het met jou niet

goed gaat, neem je dan ook een prikje?’ 

Margriet: ‘Ik was eens op een kerkelijke gemeentevergadering in het land en vroeg: “Wat brengt u hier vanavond?” Een vrouw stak haar vinger op en vertelde dat de andere oma van haar zesjarige kleinzoon begon te dementeren en een levenstestament gemaakt heeft. Hierin is vastgelegd dat ze euthanasie zou willen als de dementie doorzet. Alsof dat zomaar kan, maar goed… Haar kleinzoon zei tegen deze oma: “Als het met jou niet meer goed gaat, neem je dan ook een prikje?” Dat is een heel interessante uitspraak van zo’n kind. Dat groeit niet meer op met levensvragen, maar met oplossingen. Het hangt in de lucht. Misschien kunnen we als kerk de moed hebben om bij dat langer leven en langer sterven, wat echt moeilijk is, in ieder geval dat gesprek nog wel te voeren.’ Esmé: ‘Dat is ook mijn ervaring in de afgelopen jaren, ook bij spreekbeurten onder de vertrouwde achterban van ChristenUnie en NPV (Nederlandse Patiënten Vereniging). Ik benadrukte vaak: maak het jezelf niet te gemakkelijk door meteen te zeggen dat je dit alles vanzelfsprekend afwijst. Horen we ook de vraag achter het verzoek om levensbeëindiging ook? Kunnen we daarnaar luisteren? Kunnen we er zijn zonder direct te zeggen dat we het voor je oplossen? We zijn in onze

Esmé Wiegman >

18

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

samenleving gewend om regie te hebben. Wij hebben de geloofsantwoorden dat ons leven in Gods hand is, dat we rustig wachten tot God ons komt halen. Als iemand hulp nodig heeft dan komen we poetsen en boodschappen doen. Maar zijn we er ook echt? Kunnen we ook luisteren als mensen zeggen: “Ik vind het moeilijk?” En: “Ik worstel ermee?”’ Margriet: ‘Aan beide kanten wordt er vaak voorbijgegaan aan existentiële vragen die bij mensen leven. Dat doe je als je direct naar het protocol grijpt. Maar je gaat er ook aan voorbij als je snel een geloofsantwoord tevoorschijn tovert.’

Zien jullie ook een verschuiving onder gelovige mensen, juist omdat het zo in de lucht hangt?

Esmé: ‘Bedenk wel dat de euthanasiepraktijk zoals we die nu kennen ondenkbaar zou zijn zonder de


ontwikkeling van de protestantse. Ook in meer orthodoxe kringen hoor ik steeds vaker dat mensen in situaties van ondraaglijk en uitzichtloos lijden euthanasie reëel vinden, als laatste zetje. Maar als het gaat om euthanasie in geval van voltooid leven, dan zie ik die verschuiving niet. Het gevaar is dat we te weinig begrip hebben voor de situatie waarin mensen zitten en daardoor afstand scheppen. Dat we het geworstel niet kunnen invoelen. Ik benadruk vaak dat pastoraat niet in eerste instantie bedoeld is om van dingen iets te vinden, maar om te luisteren. Het is niet zo interessant wat wij allemaal vinden van euthanasie en voltooid leven. Het gaat erom of we iets voor elkaar kunnen betekenen.’

Er lijkt bij mensen ook wel een bepaalde angst te zijn voor de zonde van de euthanasie, waardoor ze nog een extra behandeling willen. Esmé: ‘We kunnen inderdaad zo ontzettend prolife zijn dat we doorslaan in het eindeloos rekken van het leven. Ik merkte bijvoorbeeld bij de vraag of mensen gereanimeerd willen worden dat mensen gelijk denken: dit gaat over euthanasie. Het is soms lastig om de afweging te maken: voegt een behandeling kwaliteit van leven toe of richt het ook schade aan? Ik zou ervoor willen pleiten vooral voldoende ruimte te geven aan het stervensproces.’

Margriet: ‘Ik herinner me een gereformeerd gezin. Het had te horen gekregen dat aan de ziekte van moeder niets meer gedaan kon worden. Het gesprek ging vervolgens alleen nog maar over behandelingen die misschien wat zouden kunnen helpen of niet. De vraag of er nog dingen waren waar ze met elkaar over moesten praten, kreeg geen ruimte. Hoe kijk je terug? Waar ben je dankbaar voor? Waar hoop je op? Wat is je troost? Maar wanneer de kinderen dat aansneden, leken ze hun ouders alle hoop te ontnemen. Ze zeiden achteraf dat ze zonder geestelijke erfenis achterbleven. We zullen elkaar moeten helpen het gesprek over dit soort dingen te voeren. Op begrafenissen worden vaak de mooiste dingen aangehaald, maar hebben we ze ook daarvoor gezegd? Zeg mij niet dat we in Nederland zo geweldig omgaan met de dood en dat er geen taboe meer is.’ Esmé: ‘De dood is nog steeds het grootste taboe in ons land. Niet de zelfgekozen dood, daar gaat het heel vaak over. Het sterven, de alledaagse dood, is vaak heel ver weg.’

Zou het bespreekbaar maken van de dood onze meest wezenlijke bijdrage aan het debat kunnen zijn?

Esmé: ‘Dat denk ik wel. Ik heb in de periode dat ik bij de NPV werkte, samen met organisaties als de ouderenbonden en het Humanistisch Verbond een groep gevormd om het gesprek over het levenseinde te bevorderen. Wat is je grootste angst? Hoe zou je geholpen willen worden? Dat soort vragen.’

Margriet: ‘Ik denk dat de kerk hier veel in kan betekenen. We moeten dan wel eerst zelf die grote angst in de ogen willen kijken. Een van mijn meest geliefde Bijbelverhalen staat in Johannes 11, waar Jezus bij het graf van Lazarus komt. Dan staat er dat Jezus weent en dat hij toornig is. Dat is ongehoord. Johannes schreef dat voor Grieken. Voor hen was het ondenkbaar dat goden gevoel zouden hebben.’

 De dood is nog steeds het grootste taboe in ons land  Esmé: ‘Volgens mij is dit Pasen: zowel het triomfverhaal dat de dood is overwonnen, als ook met je woede en je verdriet bij het graf staan, de worsteling daarmee.’ Margriet: ‘Op geen enkele manier worden de smartelijkheid en de bitterheid weggemasseerd. Nee, die gaan zelfs voorop. Geen Pasen zonder Goede Vrijdag. Het mooie is dat er in de Bijbel ook iemand is die zegt dat zijn leven wel voltooid is. Dat is Simeon. Hij kan gaan, want hij heeft de redding van de wereld gezien. Zijn leven is in een breder perspectief gezet.’ Esmé: ‘Als mensen spreken over voltooid leven, dan is er vaak niets voltooids aan. Ze zitten met allerlei onvoltooide gedachten en worstelingen, nog rauw en weerbarstig.’ Margriet: ‘Het onderwerp is smartelijk. Simeon kan sterven, niet vanwege zichzelf, maar omdat hij erop vertrouwt dat God garant staat voor de goede afloop van deze wereld. Dat is heel kostbaar.’ ARIE KOK IS JOURNALIST EN TEKSTSCHRIJVER

Leestips • Kees en Margriet van der Kooi, Midden in het leven. Over christelijke toekomstverwachting, (KokBoekencentrum), 2019. • Vonne van der Meer, Winter in Glosterhuis, (AtlasContact), 2014. • Els van Wijngaarden, Voltooid leven, over leven en willen sterven, (AtlasContact), 2016.

19


 OPINIE

Paaslach

Pasen is een tijd om te lachen, zo was het vroeg in de kerkgeschiedenis. In de vroege kerk zag men Pasen namelijk als een blijde tijd: omdat de duivel beetgenomen werd. Toen Jezus aan het kruis stierf, leek de duivel gewonnen te hebben, maar Hij werd bij de opstanding juist verslagen. Dus lachte men graag de duivel uit.

In de vroege Middeleeuwen keerde die blijdschap terug in de gewoonte om met Pasen in de kerk grappen te maken. Later breidden die zich uit tot verkleedpartijen en toneelstukjes. Omdat de grappen steeds banaler werden, werd deze gewoonte uiteindelijk afgeschaft. De laatste jaren lijkt de aandacht voor de paaslach terug te keren. In Amerika vieren sommige kerken ‘Holy Humor Sunday’ en ook in Nederland wordt op de zondag na Pasen wel een grap verteld. Hieronder staan er enkele. Op Pasen is het bij het graf van Jezus druk met toeristen. Ze verdringen elkaar en trappen de tuin plat. De parkbeheerder loopt erheen en schreeuwt kwaad: ‘Wat staan jullie te kijken? Hij is hier niet te zien. Hij is opgestaan!’ Een gelovige vrouw en een atheïstische man zijn buren. De muren van hun huizen zijn dun, ze horen veel van elkaar. De man ergert zich aan haar gebeden. Zij ergert zich aan zijn gevloek, zozeer dat ze hem soms ‘de duivel’ noemt. De vrouw krijgt koorts en moet binnenblijven. Ze durft haar buurman niet te vragen om boodschappen te doen. Ze vertrouwt op God en bidt hardop of Hij haar wil helpen. Haar buurman hoort dat en besluit haar voor de gek te houden. Hij doet boodschappen voor haar, zet die voor de deur, belt aan, en gaat zijn huis binnen. De vrouw doet open en roept verwonderd: ‘Dank U Heer voor uw hulp.’ Snel komt de buurman naar buiten en lacht: ‘Haha, natuurlijk heeft God die boodschappen niet gedaan. Ik heb ze net voor je gekocht.’ De vrouw begint te stralen en roept: ‘Dank U Heer, dat U zelfs de duivel inschakelt om uw werk te doen!’ TEKST BRAM BEUTE

Pilatus: ‘Nicodemus, Je had zo’n mooi graf voor jezelf uitgehakt, waarom heb je dat nu aan die Jezus gegeven?’ Nicodemus: ‘Ach Pilatus, het is maar voor een weekend.’

Angel

Lachen bij Pasen kan dus heel passend zijn. Omdat Pasen een tijd is om plezier te maken en uitbundig te lachen

20

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

om de machten van kwaad en dood die Jezus heeft overwonnen. Dat uitlachen vind je ook in de Bijbel. Neem Psalm 2, waar staat dat de machtigen van de wereld zich verzetten tegen God en zijn gezalfde. God moet daar zelf om lachen: ‘Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen’. In Kolossenzen 2 schrijft Paulus dat Jezus met zijn dood en opstanding de machten die zich tegen God verzetten te kijk heeft gezet. Pasen vieren kan, ook in deze tijd vol spanning en angst, met een ontspannen lach. Daarin is al iets te horen van de schaterlach over de dood die straks klinkt: ‘Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ (1 Korintiërs 15:55). BRAM BEUTE IS REDACTEUR VAN ONDERWEG EN IS PREDIKANT IN DE BAZUINKERK IN KAMPEN


ADVERTENTIES

De wereld liefhebben

Over ecologische paniek en politieke ethiek Roel Kuiper Het moderne Westen leek tot voor kort de beste van alle werelden. De westerse levensstijl is nu de aanjager gebleken van ecologische paniek. De inrichting van onze geïndividualiseerde politieke, economische en sociale systemen staat ter discussie. Hoe moeten we onszelf veranderen en hoe waarderen we wat heilig zou moeten zijn voor ons? Politiek en samenleving moeten in een postseculier tijdperk op zoek naar ecologische waarden. In de crisis van dit moment wordt onze liefde voor de wereld getest.

Buijten & Schipperheijn Motief www.buijten-motief.nl – 192 p. – € 19,50 – in de boekhandel

Onderweg 15 april 2020.indd 1

24-03-20 15:56

OnderWeg app! Met de app OnderWeg online kun je ons magazine ook op mobiel of tablet lezen. De app bevat de nieuwste editie van OnderWeg en alle eerdere nummers (vanaf 2015).

Ja, ik wil OnderWeg digitaal lezen! Voor € 37,50 per jaar (studenten betalen € 18,75) lees je magazine OnderWeg op mobiel of tablet. De speciaal voor OnderWeg ontwikkelde app OnderWeg online werkt simpel en snel. Meld je aan via www.onderwegonline.nl/app

Stralen van hoop

T

ja, daar zit ik dan. Alleen. De zon schijnt gelukkig wel door het glazen dakje van mijn erker dus ik zit volop in het licht. Maar wel alleen. Niet omgeven door sprankelende studenten en bewogen collega’s. Die zijn ook thuis. Het coronavirus gooit roet in het eten. In deze veertigdagentijd kan de focus op het lijden van Christus zomaar verschuiven naar de gebrokenheid in deze wereld. Eigenlijk dachten we (stiekem) dat we alles wel zo’n beetje onder controle hadden. Er heerste misschien wel een doorgeslagen ‘hoerastemming’ om alles wat we aan welvaart en wetenschappelijke vernieuwing gerealiseerd hadden. We dachten misschien wel dat geluk net zo maakbaar was als een kunsthart. Corona laat echter het failliet van het maakbaarheidsideaal zien. En nu weten we het even niet meer. Dus er wordt volop gespeculeerd. Net alleen over wat deze epidemie gaat brengen, maar ook over de oorzaak ervan. Sommigen weten daar ferme uitspraken over te doen. De een weet zeker dat corona een straf van God is en een ander kan niet geloven dat God op een knopje drukt om het coronavirus te verspreiden.

 Corona laat het failliet

van het maakbaarheidsideaal zien 

Ik denk dat het anders moet. Beter geen lege discussie, maar een leeg graf. ‘Het is beter met vraagtekens te leven, dan met dubieuze antwoorden’, zei Lody van de Kamp. Geen tijd verspillen aan slimme haarkloverijen, maar ons onderdompelen in de Schrift en ons eerbiedig buigen voor de levende God. Laten we verlangen diep en oprecht in Hem te geloven. Zo diep, dat onze eerste reactie in elke crisis zal zijn te geloven in wat Hij zal doen en te vertrouwen op zijn zegeningen. De opstanding toont ons dat niets wat aan God toebehoort, verloren zal gaan. De liefde is uiteindelijk sterker dan de dood. Als je dat tot je door laat dringen, houd je op met vragen naar waarom, wanneer, hoe... Het gaat om vertrouwen. Jezus leidt ons geloof door lijden, vervolging en pijn naar de volmaking van de vreugde. Pasen brengt ons de bevestiging dat onze Heer met ons meegaat en dat Hij ook nog onderweg de Schrift uitlegt. Stralen van hoop, die licht werpen op ons levenspad.

ELS VAN DIJK IS DIRECTEUR VAN DE EVANGELISCHE HOGESCHOOL


 PRAKTIJKLOKAAL > Onze rubriek Praktijklokaal is grotendeels gewijd aan hoe we in deze periode dat Nederland vanwege het corona-virus op slot zit toch kerk kunnen zijn: ‘kerk in quarantaine’. Op de onlangs door ons gelanceerde webpagina ’Kerk in quarantaine’ zijn nog veel meer tips te vinden over kinder- en jeugdwerk, pastoraat, preken, gebed en kringen. Zie www.onderwegonline.nl/kerkinquarantaine.

Kerk, kind en corona Hoe geef je bij een online viering aandacht aan de kinderen? Dominee Jeroen Sijtsma (Zwolle-Zuid) beeldde negen momenten uit die te maken hadden met Jezus en koos daarvoor de vorm van een pantomime. Hij daagde kinderen uit dat thuis ook te doen en hem het resultaat te sturen. Op www.koningskerk.nl vind je de YouTube-link naar deze kerkdienst (22 maart). Dominee Gerhard Messelink (Maassluis-de Lier) mailde alle gezinnen een kleurplaat en een verhaaltje, passend bij zijn preek over de graankorrel (Johannes 12). De NGK Sliedrecht heeft voor kinderen speciale werkbladen. De Kandelaarkerk in Dordrecht vraagt ouders om foto’s van gezinsmomenten zoals ‘kinderen

die iets knutselen voor of sturen naar hun grootouders, een bouwwerk maken, een werkje maken over bijvoorbeeld Pasen, samen buiten spelen etcetera.’ Tijdens de onlinedienst worden de foto’s vertoond. In De Rank in Zuidhorn geeft een jeugdwerker online toerusting aan ouders via Zoom. ‘Ouders krijgen opeens te maken met vragen van kinderen over corona, mensen die ziek zijn, mensen die overlijden, vragen over waarom ze niet meer naar school kunnen en misschien zelfs vragen als “waarom laat God dit eigenlijk toe?”’ De jeugdwerker gaat met de ouders in gesprek over de manier waarop ze hun kinderen in deze tijd kunnen begeleiden.

Bloggende en vloggende dominees Diverse predikanten zijn aan het bloggen en vloggen, sommigen al langer, anderen sinds de coronacrisis. Robert Roth (3G-kerk Hengelo) blogt vrijwel dagelijks op www.robertrothblog.wordpress.com met een meditatie over een Bijbelgedeelte en een liedtekst. Martijn Rutgers van Oase voor Nieuw West in Amsterdam zet elke dag een meditatie en gebed over een psalm op zijn blog, Twitter en Facebook: Psalmen in tijd van pandemie. ‘De Psalmen zijn vaak geschreven in onzekere tijden van oorlogen, ziekte, eenzaamheid en strijd. Ze spreken goudeerlijk over rauwe emoties als angst, boosheid, teleurstelling en verdriet. Ze leren ons ook hoe we midden in die isolatie en gevoelens van angst onze hoop en vrede kunnen vinden bij God’. (www.martijnrutgers.wordpress.com) Op Twitter reageert iemand: ‘Ik had nooit zoveel met de psalmen... tot nu’. Achterin in deze OnderWeg staat een versie van de

22

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

Tien Geboden in coronatijden. Ds. Bert Loonstra (CGK Gouda) plaatste op zijn blog www.bertloonstra.nl twee actuele versies van de Tien geboden. De eerste versie begint zo: ‘God zegt: Ik ben de Heer, de enige God, die je beschermt en redt. Je kunt je beter laten leiden door vertrouwen dan door angst. De Heer voorziet in onze noden. Maar Gods voorzienigheid sluit onze voorzichtigheid niet uit. Zoek het gevaar niet op, maar dam het zoveel mogelijk in’.

 ‘Ik had nooit zoveel met de psalmen... tot nu’ 


Beeldbellen en crisispastoraat Pastoraat in deze coronatijd betekent: geen bezoeken, maar gesprekken via de telefoon of via een vorm van beeldbellen. De IZB in de Protestantse Kerk in Nederland biedt gemeenten een handreiking aan met adviezen voor telefonisch pastoraal contact met oudere gemeenteleden. Via de website zijn ook bijbelgedeelten, dagboekachtige teksten, liederen, gedichten en gebeden rond trefwoorden als angst, eenzaamheid, vertrouwen en hoop gratis te downloaden, die bij de telefoongesprekken kunnen worden benut, www.izb.nl/ouderenpastoraat. Naast het ‘gewone’ pastoraat krijgt ook het crisispastoraat in deze tijd nieuwe dimensies: hoe ben je als pastor dichtbij zieken en stervenden zonder de levensbedreigende risico’s

Kringen online Het Praktijkcentrum publiceerde ‘Kringen op afstand’: hoe geef je de huiskring in deze tijd vorm? Met allerlei mogelijkheden voor online kringactiviteiten zoals de telefoontrein, de kringapp, het gebedstrio en huisvieringen in kringverband. www.praktijkcentrum. org/thema/kringen-op-afstand/ In de Nieuwe Kerk (PKN) in Utrecht is de gebedskring (driemaal per week) online gegaan. Coördinator Kees van Bemmel laat als host de mensen toe in Zoom. Ze lezen eerst uit de Bijbel gelezen met de tekst op het scherm. ‘Daarna bidden we met elkaar. We inventariseren geen gebedspunten vooraf, maar ik geef wel een aantal duidelijke instructies: luister goed naar elkaar en ga geen dingen herhalen. Probeer aan te vullen op wat de ander zegt.’ Het gebed wordt afgesloten met het Onze Vader, waarbij een persoon hardop bidt en de rest op mute staat, ‘omdat we merkten dat het erg rommelig werd als iedereen via Zoom tegelijk het Onze Vader bidt.’ Meer op www.izb. nl/focus-verhalen/online-bidden-met-de-gebedskring/

uit het oog te verliezen? Ethici en praktisch theologen van drie theologische universiteiten (waaronder Hans Schaeffer en Ad de Bruijne van de TU Kampen) maakten een handreiking voor geestelijken in de frontlinie. Op www.pastoraatencorona.nl worden ook updates gegeven en ervaringen worden gedeeld. In nauw overleg met het ouderenpastoraat en de ouderling die contactpersoon is voor gehandicapteninstellingen en verzorgingstehuizen hebben sommige gezinnen in de Cunerakerk in Rhenen een oudere of iemand met een verstandelijke beperking ‘geadopteerd’ die wel een steun in de rug kan gebruiken. Deze gezinnen sturen met regelmaat een kaartje, bellen even op of bakken in het weekend iets lekkers en leggen dat, na een telefoontje, voor de deur.

En verder > Besteedt het Interkerkelijk Dovenpastoraat aandacht aan wat doven en slechthorenden in deze coronatijd nodig hebben. Op www. doofenkerk/corona worden onder meer wekelijks alle kerkdiensten met een doventolk vermeld. > Stelde www.weetwatjegelooft.nl (kennisplatform van onder andere de Theologische Universiteiten van Kampen en Apeldoorn) zijn videoschatkamers open: meer dan 300 video’s en podcasts met meer dan 178 uur onderwijs in de Bijbel, geloven en kerkzijn door meer dan 135 docenten zijn nu gratis te bekijken of beluisteren. > Houden gemeenteleden van Kerk aan het Plein (Voorthuizen) om de beurt een coronadagboek bij, waarin ze vertellen hoe ze de coronacrisis doorkomen. www. kerkaanhetplein.nl/corona-dagboek/. Op www.onderwegonline.nl/ kerkinquarantaine vind je nog veel meer links en interessante informatie over hoe kerk te zijn in deze bijzondere tijd.

23


 STIMULANS

TEKST DEBBIE DEN BOER

Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW

Online verbonden De afgelopen weken hebben we op grote schaal mogen ervaren hoe bemoedigend het is om als gelovigen online met elkaar verbonden te zijn. Samen luisterend naar dezelfde kerkdienst voelde het toch alsof we bij elkaar waren. Ook als christenen wereldwijd mogen we ons met elkaar verbonden weten. Een bijzondere app die aan deze verbondenheid wil bijdragen is de app Bible2020. Met deze app kun je elke dag hardop uit de Bijbel lezen en zien hoe christenen overal ter wereld dezelfde tekst voorlezen. De app is een initiatief van het Schotse Bijbelgenootschap, maar werd op 12 maart door het Nederlands Bijbelgenootschap en Wycliffe Bijbelvertalers gelanceerd in Nederland. Je kunt de app Bible2020 gratis downloaden. Wie het leuk vindt, kan zichzelf tijdens het voorlezen van de Bijbeltekst

filmen. Het filmpje komt daarna in de app te staan tussen de filmpjes van tientallen anderen die dezelfde tekst voorlezen. De dagtekst is in meer dan duizend verschillende talen beschikbaar en in drie Nederlandse vertalingen.

Spreken met vrijmoedigheid

De lessen van Job

In deze moeilijke tijd worden christenen nogal eens opgeroepen om een bron van hoop te zijn voor hun naasten. Hoop, niet alleen voor, maar ook vanuit het hier en nu, omdat de boodschap van het evangelie een boodschap is voor leven en sterven. Waar haal je de vrijmoedigheid vandaan om te getuigen? Wellicht kan het recent verschenen boek De wil tot vrijmoedigheid van Gert Noort ons daarin verder helpen. Noort schrijft dit boek naar aanleiding van de vele missionaire initiatieven van de afgelopen jaren en de vragen die dit opriep bij gemeenten. Een van de grootste vragen was: waar halen wij de vrijmoedigheid vandaan om te getuigen? Noort laat in zijn boek zien dat vrijmoedigheid voortkomt uit horen, lofprijzing en gebed. Hij benadrukt dat vrijmoedigheid geen prestatie is, maar een vrucht en een geschenk van God. Daarnaast gaat Noort in op het thema van groei en laat zien dat groei lang niet alleen zit in aantallen (kwantiteit), maar vooral in diepte en breedte (kwaliteit).

Het verhaal van Job, de man die alles had wat zijn hartje begeerde, maar dit alles verloor en daardoor vreselijk moest lijden, is ons allen bekend. Welke lessen kun je trekken uit dit bekende verhaal? In De lessen van Job neemt Elise Brouwer je mee op reis door het Bijbelboek Job. Het boek bevat een hervertelling van het hele Bijbelverhaal, overdenkingen en vragen om bij stil te staan. Het boek heeft daarnaast ook een persoonlijk tintje: Brouwer werd zelf geconfronteerd met depressie en geloofstwijfel en deelt aan de hand van het verhaal van Job lessen die zij leerde over lijden. De lessen van Job, maakt onderdeel uit van de PUUR! Geloof-reeks waarin eerder De lessen van Esther en De lessen van Daniël verschenen.

24

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020


 JEUGDWERK

Jeugdwerk in quara ntaine Wat doe je in het jeugdwerk nu er zoveel beperkende maatregelen zijn? Ben jij een van die onvermoeide jeugdwerkers die gelijk met de meest creatieve vormen aan de slag gaat of sta je met de handen in het haar? Ontdek wat bij jou past. Eerlijk gezegd deed ik twee weken lang helemaal niks. Ik werd overspoeld door berichten over allerlei initiatieven maar had er geen zin in. Ik hou van contact met mensen, digitaal contact vind ik moeilijk. Sociale quarantaine is een opgave voor mij. Bovendien werd thuis alles anders. Voor onze drie kinderen ben ik nu vader, onderwijzer en speelmaatje tegelijk. Mijn vrouw werkt 32 uur als verpleegkundige in het ziekenhuis. Het kostte mij energie om een nieuw ritme te vinden.

 De confronterende vraag is: wat zien ze aan mij? 

TEKST ANKO OUSSOREN

Drie weken later dringt tot mij door hoe waardevol het is zoveel tijd te mogen investeren in je kinderen. Meer dan ooit realiseer ik me dat kinderen geloven vooral thuis leren. Geloofsopvoeding kunnen we niet uitbesteden aan de kerk of de school. Als ouders zijn we dragers van de boodschap. Wat kinderen zien in ons leven is veel bepalender dan welke boodschap ze ook horen in de kerk. De confronterende vraag is: wat zien ze aan mij?

Breekbaar

Ik weet ook dat deze situatie in veel gezinnen tot spanning leidt. Ik merk dat kinderen en jongeren in de war zijn, vragen hebben. Ik spreek kinderen die

echt verdrietig zijn. Het is dus heel belangrijk om te zoeken naar manieren om met kinderen en jongeren in verbinding te zijn. Maar hoe doe je dat? Heb je daar nu wel tijd en energie voor? De stroom aan initiatieven kan ook veel druk op je leggen, heb ik ontdekt. Toch groeide ook bij mij het verlangen om er juist nu voor jongeren te zijn. Ik gun mezelf de ruimte om te ontdekken wat bij mij past, al weet ik dat het morgen weer anders kan zijn. Ik ben nu gezond, maar het leven is nu zo breekbaar. Ik werd geraakt door een nieuw nummer van John Mark McMillan, Pilgrim. Het nummer bezingt dat we pelgrims zijn, op zoek naar een hemelse stad. Maar ook dat we tegelijkertijd intens houden van het leven op aarde. Het besef dat we pelgrims zijn, geeft mij nieuwe energie om te zoeken naar manieren om er voor jongeren en ook voor jeugdwerkers te zijn. There is a heavenly city that I'm compelled to find Oh, I love the flowers and trees and the smell of the grinding seed And all the, beautiful things here in life I, I'm a pilgrim here On this side of the great divide I'm a pilgrim here But I walk with you for awhile ANKO OUSSOREN IS ADVISEUR BIJ HET PRAKTIJKCENTRUM VAN DE GKV

> De rubriek Jeugdwerk heeft een uitgebreide online versie. Dit online deel biedt extra verdieping, bronnen en adviezen om praktisch met het thema aan de slag te gaan. Ga naar www.onderwegonline.nl/ jeugdwerk-OW608.

25


 EYEOPENER

Vieren in het vooruit Op de dag dat dit magazine uitkomt, is het Stille Zaterdag. Goede Vrijdag en Pasen kunnen we niet samen vieren. Het is stil op straat, stil in de kerk... Het voelt onwerkelijk, maar waarschijnlijk zullen we in de komende weken ongekend geconfronteerd worden met onze kwetsbaarheid, met ziekte, en met dood.

26

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020


Voor altijd doet Hij de dood teniet. God de HEER, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt Hij van de aarde weg - de HEER heeft gesproken. Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop. Juich en wees blij: Hij heeft ons gered! Jesaja 25:8,9

Op Stille Zaterdag gedenken we dat onze Heer en Heiland gestorven is, afgedaald in het graf. Het is alsof de schepping even de adem inhoudt, een pauze tussen de overwinning van zijn verzoenend sterven en de triomf van zijn glorieuze opstanding. Dat nodigt ons uit ook even stil te staan. Stil te worden van zijn dood, maar ook stil vooruit te kijken naar het feest dat komt. Een dag om stilletjes, verwachtingsvol, alvast te vieren in het vooruit. Dat is precies wat er gebeurt in Jesaja 25: vieren in het vooruit. Vers 9: ‘Op die dag zal men zeggen: ”Hij is onze God! Hij was onze hoop. Juich en wees blij: Hij heeft ons gered!”’ Op die dag... Dat is de dag dat God reddend ingrijpt, de dag dat zijn oordeel voorbij is, de dag dat Hij troost. Een dag zoals er eerder in de geschiedenis van Israël was geweest (bij de uittocht uit Egypte) en later zou komen (bij de terugkeer uit de ballingschap), maar dan nog groter. Een dag waarop God alles verandert, waarop Hij definitief afrekent met het kwaad, de zonde en alle gevolgen ervan en waarop er volkomen vrede en vreugde zal zijn. Een dag waarnaar je tot in het diepst van je ziel kunt verlangen. Die dag zal komen, zegt Jesaja, en dan zul je juichen en blij zijn! Alleen, die dag is er nu nog niet. Toch wordt de blijdschap alvast geoefend en het lied alvast voorgezongen.

Voorzingen TEKST MIRANDA RENKEMA

En daar is reden toe, want de God die dit belooft, is de God die ‘wonderlijke daden doet’ (vers 1) en die zijn plan altijd trouw heeft uitgevoerd. Jesaja kent Hem (‘U bent mijn God’, zegt hij in vers 1), en dat geldt ook voor degenen die in vers 9 meezingen. Het is alsof je in hun woorden iets hoort als: ‘Zie je wel, we wisten het wel, op Hem hoopten we, Hij zou ons redden en we wisten zeker dat Hij het zou doen!’ Dit is de HERE, de God die Israël bevrijdde, die het tot zijn volk maakte en zijn beloften gaf. De God die trouw is, liefdevol en genadig, rechtvaardig en vergevingsgezind. En daarom

kun je het lied veilig meezingen, alvast voorzingen, want Hij verandert niet. In dit lied wordt God geloofd omdat Hij de vijanden heeft verslagen (vers 2-3) en een toevlucht is gebleken voor de armen van zijn volk (vers 4-5). Die verzen wijzen terug naar het hoofdstuk ervoor, waarin Jesaja Gods toekomstige oordeel over heel de aarde heeft geschilderd in beelden van een stad in totale vernietiging. Maar in dit wereldwijde oordeel zal God zijn eigen volk en stad beschermen en redden (Jeremia 24:23). Dat is wat Jesaja 25 viert in het voren. Jesaja gebruikt het beeld van een donderende stortbui en van een hete woestijnzon: tegen beide heb je bescherming nodig en de HERE geeft die. De wereld zal geoordeeld worden, maar Gods eigen volk zal veilig zijn.

 Het is alsof de

schepping even de adem inhoudt 

Feestmaal Nadat God met het kwaad heeft afgerekend, richt Hij op zijn berg een feestmaal aan voor alle volken (vers 6). Dat beeld was voor de mensen in Jesaja’s tijd bekend. Als er een nieuwe koning gekroond werd of als een koning een grote overwinning behaald had, gaf zo’n koning voor zijn volk een feestmaal met eten en drinken in overvloed. De feestelijkheden konden lange tijd duren. Evenals zo’n gulle koning, zal de Here God doen. Stel je het grootste feest voor met het heerlijkste eten en de beste wijnen: wat God na zijn overwinning in petto heeft, gaat daar nog bovenuit. Maar de details van het beeld laten je nog veel verder

27




 EYEOPENER

 W at God in petto heeft, gaat boven het grootste feest uit  dromen. Het meest bijzonder is de locatie (de berg Sion) in combinatie met de universele uitnodigingenlijst (alle volken). De berg Sion, dat was waar het hart klopte van het oudtestamentische volk van God, dat was de plek waar God met zijn volk samen was. Sion, dat is Gods berg met Gods stad waar Hij wilde wonen tussen zijn volk. En nu laat God juist op die berg een feestmaal aanrichten voor alle volken! Dit is wat Hij ooit had beloofd aan Abraham (Genesis 12:3). Gods zegen zal, door Abraham en Israël heen, reiken tot het einde van de aarde. Dit was Gods doel en plan vanaf het begin en hier wordt het vervuld.

Plan van redding Dat het hier vervuld is, komt omdat God dat plan van redding en heil, dat Hij met Abraham begon, verder tot uitvoer heeft gebracht. Dwars tegen Israëls ontrouw in. Uiteindelijk heeft Hij op de berg Sion, net buiten de muren van de stad, de ultieme redding gebracht door het kruis van Christus. Dat is wel het meest bijzondere van alle ‘wonderlijke daden’ die God deed om dat plan van redding te laten slagen. Hij bewees ons zijn liefde door zelf de consequentie van onze zonden op zich te nemen en voor verzoening te zorgen. Het offer van de Here

Jezus aan het kruis op Goede Vrijdag en zijn overwinning van de dood op Pasen hebben een dag laten aanbreken als nooit eerder. De dag van redding, verzoening en vreugde, voor Israël en de volken. En toch, ook na die beslissende overwinning van onze Heiland is de dood nog niet helemaal vernietigd. Ook het verdriet dat de dood brengt, is dagelijks om ons heen. Ons leven heeft wel wat weg van Stille Zaterdag. De overwinning is behaald, maar het grote feest is er nog niet. We zijn nog niet uitgetild boven lijden en verdriet. Maar de dood zal niet voor altijd verdriet en tranen zaaien. Door het kruis is de kracht van de dood gebroken en er komt een dag dat hij zelfs vernietigd zal zijn. Jesaja: ‘op deze berg vernietigt hij het waas dat alle volken het zicht beneemt, de sluier waarmee alle volken omhuld zijn. Voor altijd doet hij de dood teniet’ (vers 7, 8a). God kan ons niet alleen bewaren voor de dood en een toekomst geven voorbij de dood, maar Hij zal de dood zelf vernietigen!

 Ons leven heeft wel wat weg van Stille Zaterdag 

Om over door te denken •E r loopt een lijn van Jesaja 25:8 naar 1 Korintiërs 15:54 en Openbaringen 21:4. Hoe helpen die teksten om het lied van Jesaja 51:1, 9 mee te zingen? •H oe kunnen we elkaar ‘meenemen’ in het zingen? • I n Hebreeën 2:14 staat dat Christus door zijn dood afrekende met de heerser over de dood, de duivel. In vers 15 dat God ons door Christus’ dood bevrijd heeft van de angst voor de dood waarin wij gevangen zaten: zouden christenen van daaruit iets kunnen betekenen in deze tijd waarin veel mensen bang zijn?

28

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

Zingen Als de dood er niet meer is, zal God beginnen met het uitwissen van al het verdriet dat de dood ooit veroorzaakt heeft. De machtige Koning van hemel en aarde, die persoonlijk de tranen van onze wangen afveegt, over Hem ga je toch inderdaad alvast zachtjes zingen? Al is het door tranen heen, toch dat lied oefenen: een danklied voor wat de HERE deed en doet en nog zal doen. Dat lied ook samen oefenen, juist als we merken dat het grote feest er nog niet is. Als de angst toeslaat, het samen zingen, elkaar erin meenemen: ‘HERE, U bent toch goed en we verwachten alles van U. We weten het zeker: morgen zal het Pasen zijn!’ MIRANDA RENKEMA IS THEOLOGE EN AUTEUR VOOR ONDERWEG


 PRAKTIJKLOKAAL

Avondmaal in coronatijd De afgelopen weken kwam in kerkelijk Nederland het gesprek op gang over het vieren van het avondmaal in deze coronatijd. Vier je als gemeente het avondmaal thuis, met eigen brood en wijn terwijl je kijkt naar de online avondmaalsdienst? Of wacht je tot een fysieke avondmaalsviering weer mogelijk is?

De NGK Dordrecht heeft online vieringen. Deze gemeente viert al lange tijd wekelijks avondmaal. ‘Daarmee stoppen is eigenlijk voor niemand een optie’, zegt kerkenraadsvoorzitter Clarie van Veelen. In de vorige editie van OnderWeg duidde dominee Rein Hoekstra het avondmaal als een moment waarop Christus ‘wezenlijk en helend’ naar ons toe komt. ‘Als dat ooit nodig is, dan wel nu. Dat willen wij elkaar niet onthouden’. Ze begrijpt de overweging van anderen dat het uitstellen van het avondmaal het verlangen ernaar juist kan voeden. Maar toch: ‘Je moet in deze tijd al zoveel missen. Waarom dan ook dit nog? In deze tijd toch avondmaal vieren, kan het wachten verzachten.’ Volgens haar wordt ook in de online viering verbinding en gemeenschap ervaren. ‘Dat blijkt uit de chat rond de dienst en uit andere reacties van gemeenteleden. Een tip: verstoor de viering niet met praktische adviezen voor de viering thuis, maar doet dat op een eerder moment in de dienst. Ds. Marinus de Jong van de Amsterdamse Oosterparkkerk

neigde eerst naar een online viering, maar veranderde van mening: ‘We bewegen in onze gemeente toe naar veel vaker avondmaal vieren. Nu daarmee stoppen zou een tegengestelde beweging zijn. Juist als je het moeilijk hebt, heb je het sacrament nodig ter versterking van je geloof. Zijn mening veranderde door een artikel van de Lutherse Wereldbond. ‘Daaruit leerde ik: “Is het lichamelijke bij de sacramenten toch niet zo wezenlijk, dat je niet zonder kunt? En is het niet passend om in deze tijd waarin mensen zich veel moeten ontzeggen met het avondmaal te wachten?”’ Zijn besluit om de viering niet online te doen, is niet in beton gegoten. ‘Als het heel lang gaat duren, kan er een moment komen, dat het gemis van het avondmaal zwaarder gaat wegen dan het wachten tot het weer fysiek kan.’

> Meer over avondmaal in coronatijden staat op www.onderwegonline.nl/kerkinquarantaine

29


TEKST WILFRED HERMANS BEELD SAHIL AAMIR

‘Ik zorg makkelijker voor anderen dan voor mezelf’ 30

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020


 ONTMOETING Spreker en trainer Hans Borghuis zorgt al enkele jaren intensief voor zijn moeder. Terwijl zij zich in een vergevorderd stadium van Alzheimer bevindt, mag Hans haar vanwege de coronamaatregelen niet meer bezoeken. ‘Nu we er niet meer voor haar kunnen zijn en er thuis geen kinderen zijn om

E

voor te zorgen, is dat lastiger te verteren.’

en persoonlijk portret, onpersoonlijker dan gewenst, opgetekend op basis van een telefoongesprek. De coronacrisis dwingt ertoe. Het zijn vreemde, hectische tijden, ook voor Hans Borghuis (43). Qua werk – kerken en organisaties zijn gesloten – maar ook privé, vanwege de zorg voor zijn moeder. ‘Ze woont sinds drie jaar in een verzorgingstehuis, nadat mijn vader overleed. Ik kwam daar vier keer per week. Daarnaast was ik vrijwilliger op de afdeling – ik hielp mee met koken, ging mee met uitjes – en ik ben bewonersvertegenwoordiger. Inmiddels kan ik mijn moeder niet meer bellen, dat lukt haar niet meer, ze is volledig afhankelijk van anderen. Als ik mijn ogen sluit, zie ik haar zo voor me, alleen. Dat raakt me enorm.’

georganiseerd, voelde ik mij minder op mijn plek en zocht ik iets anders. In mijn zoektocht naar nieuw werk kreeg ik het op mijn hart om Frits te bellen. Hij zei: “Wanneer kun je bij ons beginnen?” Heel wonderlijk. Het werk was tijdelijk, maar intussen ontmoette ik mensen van De Haven.’ Alleen al in Den Haag werken zo’n 3500 vrouwen in de legale prostitutie, legt Hans uit. En dat is meestal niet vrijwillig, maar gedwongen door armoede en vaak zijn ze er onder valse voorwendselen in terechtgekomen. ‘Niemand droomt ervan prostituee te worden. Wij zoeken hen op, bouwen een relatie op om vertrouwen te winnen en helpen ze met vragen over huisvesting, financiën, administratie. Uiteindelijk proberen we ze te begeleiden richting een leven buiten de prostitutie. Ik ben spreker en relatiemanager, maar draai ook mee in het veldwerk in de prostitutiestraten, bordelen en clubs.’

Ben je iemand die in zulke situaties geneigd is God op te zoeken?

Pijnpunt

‘Dat is een mooie vraag... Ik moet mezelf er af en toe aan herinneren tijd te maken voor gebed, stille tijd schiet er weleens bij in. Tegelijkertijd kun je het contact met God vergelijken met een huwelijk; als je samen thuis bent, ben je niet continu intensief met elkaar in gesprek. Sommige zaken zijn vanzelfsprekend door de relatie die je samen hebt. Voor mij gaat daarmee de krampachtigheid eraf.’

Hans groeide op in de Gereformeerde Bond in Rijssen, een christelijk bolwerk. ‘Het Mekka van het Oosten’, noemden zijn collega’s het weleens. Gastvrijheid en omzien naar anderen was thuis belangrijk; voor Hans is dat inmiddels zo vanzelfsprekend geworden dat zijn vrouw hem daar eens op moest wijzen. Omdat Hans’ vrije zondagen door de aard van zijn werk schaars zijn, is hij

Hulp aan vrouwen

Enkele dagen per week werkt Hans voor Stichting De Haven, een christelijke organisatie die hulp biedt aan vrouwen in de prostitutie in de regio’s Den Haag en Rotterdam. Voordat hij met dit onderwerp in aanraking kwam, werkte hij voor de IZB, Alpha Nederland en Bijbelschool De Wittenberg. Deze Bijbelschool organiseerde in zijn tijd meerdere keren per jaar een City Stage in Amsterdam waarbij onder meer De Wallen en diverse preventieorganisaties bezocht werden. ‘Zo kwam ik bij Frits Rouvoet terecht. Hij werkt voor Bright Fame, een andere organisatie die steun biedt aan vrouwen in de prostitutie. Toen De Wittenberg meer een leefgemeenschap werd waar retraites werden

Hans Borghuis werkt als spreker en relatiemanager voor Stichting De Haven, een christelijke organisatie die hulp biedt aan vrouwen in de prostitutie. Hij is daarnaast verbonden aan de jeugdwerkorganisatie Jeugdwerk.info. Eerder werkte hij voor Bijbelschool de Wittenberg, de IZB, Bright Fame en Alpha Nederland.

31




 ONTMOETING

momenteel niet aangesloten bij een kerk. Heeft hij wel een vrije zondag, dan bezoekt hij soms de dienst van het Leger des Heils-korps waar een vriend actief is, of een Hillsong-bijeenkomst. Hans kreeg met zijn vrouw geen kinderen en dat is geen bewuste keuze, vertelt hij uit eigen beweging. ‘De kinderen kwamen niet vanzelf. Na enkele onderzoeken besloten we niet diep het medische circuit in te gaan. Daarom gaan we nu met z’n tweeën door het leven. Enerzijds heb ik daar vrede mee, we hebben een manier gevonden om ons leven invulling te geven. Het was een bewuste keuze om intensief voor mijn ouders te zorgen, wat zonder kinderen een stuk eenvoudiger is. Daarnaast: ik heb geen 9-tot-5-baan, ik maak meer uren dan ik betaald krijg, maar dat kan dus ook. Het is een levensinvulling geworden. Mijn vrouw doet vrijwilligerswerk hier in Deventer, met mensen aan de rand van de samenleving.’

 ‘Het was een bewuste

keuze om intensief voor mijn ouders te zorgen’ 

Er is echter ook een keerzijde aan het kinderloos zijn. ‘Het blijft voor de rest van ons leven een pijnpunt waar je in de verschillende levensfases steeds weer tegenaan loopt. Vrienden in dezelfde leeftijd krijgen kinderen die naar school gaan of pubers worden – allemaal fasen die wij niet meemaken. Nu veel vrienden thuiswerken, zijn er kinderen om hen heen. Dat lijkt me, naast dat het soms misschien pittig is, best gezellig. Die gezelligheid mis ik weleens. En nu we er door de sluiting van verpleegtehuizen niet meer voor mijn moeder kunnen zijn en er thuis geen kinderen zijn om voor te zorgen, is dat lastiger te verteren. Ik was eens op een begrafenis waar een nabestaande zijn vader had verloren, maar ook recent opa was geworden. Hij zei dat zijn vader dan wel was weggevallen, maar dat hij er een kleinkind bij had gekregen. De levenscyclus gaat door, was de strekking. Ik begreep dat, maar dat laatste stukje mis ik doordat ik geen kinderen heb.’

Naast je werk voor De Haven ben je ook verbonden aan de jeugdwerkorganisatie Jeugdwerk.info. Wat hebben jongeren van nu nodig?

‘Dat ze gestimuleerd worden om zelf na te denken, een mening te vormen. Wat ze absoluut niet nodig hebben, is dat je ze allerhande dogma’s meegeeft of theorieën over ze uitstort. In mijn trainingen merk ik dat

32

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

ze geprikkeld willen worden, dat zeggen ze zelf ook. Dat werkt het beste, dus zorg ik altijd voor interactie. Natuurlijk hebben ze richtlijnen en tools nodig en mag je ze gerust vertellen waar de Bijbel wél duidelijk over is, maar probeer manieren te vinden waar jongeren iets mee kunnen. Het helpt om ze te stimuleren om met elkaar over actuele thema’s in gesprek te gaan; die stimulans hebben ze wel degelijk nodig. Daarbij is het belangrijk te beseffen dat jongeren qua beleving nogal verschillen. Voor sommige jongeren kan een toffe band in de kerk goed werken, terwijl de andere tiener dat tien keer niks vindt. Als ze maar ruimte krijgen voor gesprek hierover en gestimuleerd worden om zelf een mening te vormen.’

Discipelschap, gerechtigheid en identiteit zijn belangrijke thema’s in je lezingen, staat op je website. Heb je hier zelf rust in gevonden? ‘Ja, ook door antwoord te krijgen op de onderliggende vraag: wat kun jij doen om jouw leven in overeenstemming te brengen met Gods plan voor de wereld? Dat gaat dieper dan: wat is Gods plan met mijn leven? Die laatste vraag is op jezelf gericht. Het vraagt om een keuze om van mindset te veranderen naar een leven dat gericht is op de wereld om je heen. Die knop


OK? Ja, OK! moet je omzetten en dat is iets wat bij mij geleidelijk is gebeurd en waar ik dagelijks mee bezig ben.’

Zorgen voor jezelf

Als jonge dertiger kwam Hans in een pittige periode terecht. Te lang en te intensief doorgegaan met werken was de conclusie, al ontdekte hij naarmate de tijd vorderde dat er meer oorzaken meespeelden, zoals de rouw om het kinderloos zijn. ‘Daarbij kwamen nu en dan paniekaanvallen, heel heftig.’ Het eerste wat de psycholoog tegen Hans zei, was: ‘Jij moet leren om voor jezelf te gaan zorgen’. Klinkt mooi, zegt Hans nu, maar voor jezelf zorgen vindt hij knap lastig. ‘Ik zit niet graag stil, kan niet op de bank hangen, kijk bijna nooit televisie. Daarbij zorg ik makkelijker voor anderen dan voor mezelf. Ik moet er heel bewust voor kiezen om bijvoorbeeld te gaan wielrennen, een grote hobby van me. Of om een rondje door de stad te lopen tijdens een thuiswerkdag.’

 ‘Als je geen vragen

stelt, zul je nooit weten hoe lastig het is’ 

Stel vragen

‘Ik ben niet bepaald dankbaar voor die heftige periode of voor die paniekaanvallen, dat gun je niemand, maar het heeft mijn perspectief op het leven wel veranderd; wat is nu echt belangrijk? Voor mij is de vanzelfsprekendheid waarmee je door het leven wandelt, verdwenen. Logischerwijs kun je niet weten hoe het is om kinderloos te zijn zonder het zelf meegemaakt te hebben. Ik heb wel ontdekt dat je ervoor kunt kiezen om je te verplaatsen in andermans situatie. Stel gewoon die vragen: hoe is het om single te zijn, burn-out, kinderloos? Als je dat lastig vindt, geef dat dan gewoon aan. Tegen ons zeggen mensen weleens dat ze het lastig vinden om over onze kinderloosheid te praten, maar dan denk ik: als je geen vragen stelt, zul je ook nooit weten hoe lastig het is. Gooi het gewoon open, verdiep je in andermans leven. Ikzelf probeer dat bewust te doen. Oprechtheid vind ik daarin belangrijk, dat je er op terugkomt als iemand je in vertrouwen iets vertelt. En ja, als iemand wel een huisje-boompje-beestjebestaan leidt met bijbehorende standaarden, moet ik dat stapje extra doen om me erin te verplaatsen.’ WILFRED HERMANS IS JOURNALIST EN TEKSTSCHRIJVER

M

ijn kleindochter van zeven stuurt mij een berichtje: ‘Opa, wanneer gaan we weer naar de Efteling?’ (’t Was nog voor de coronauitbraak.) En ik antwoord: ‘Opa gaat kijken wanneer jullie juf een studiedag heeft.’ Een ‘ping’ blijft niet lang uit: ‘OK!’ Dat is mooi. Het woordje OK is – zo heb ik begrepen – ontstaan rond 1820 en het betekent ‘oll correct’ – in de spelling van toen. Het heeft gaandeweg een inhoudelijk positieve duiding gekregen. Steeds vaker worden er dingen OK genoemd waarvan ik denk: bedoelen we dat nu echt? Neem de man die een week niet op zijn werk kwam; dat viel op en hij werd erop bevraagd. Hij reageerde: ‘Mijn broer overleed dezer dagen. Onverwachts.’ Antwoord: ‘OK!’ Dat klinkt toch wat ongemakkelijk. Is het zo OK dat je broer overlijdt?

 Was deze Broer

niet een mens zonder zonde op aarde? 

We leven in de dagen rond Goede Vrijdag en Pasen. Op Goede Vrijdag herdenken we dat onze Goede Broer overleed. 33 jaar jong ongeveer. OK? Dat wringt voor mij. Het vraagt op z’n minst een aantal tussenstappen om zover te komen. Een gezinslid dat 33 jaar jong is, komt te overlijden. Dat is toch afschuwelijk? Helemaal wanneer je bedenkt dat het Iemand betreft die uitgerekend als enige op deze aarde niet dood hoefde. De dood is immers het loon op de zonde? En was deze Broer niet een mens zonder zonde op aarde? Nee, dat is niet OK. Ach ja, we weten het wel: Hij gaf zichzelf in de dood juist vanwege die broers en zussen die zonder zijn Vader dreigden te zijn. Die de zonde niet kunnen overwinnen, voor zichzelf niet, laat staan voor een ander. Maar dat voelt ook al niet OK. Want ik ben dus niet OK. En zo wordt dat overlijden gaandeweg, al doormediterend, toch OK. Hij voor mij, opdat ik niet de eeuwige dood zou hoeven te sterven. En dan komt die derde dag: een open graf, een opgestane Heiland. Onze Broer heeft de dreiging van het oordeel weggenomen. En hoe! Zijn Vader vond het meer dan genoeg en wekte Hem op uit de dood. Dat is pas helemaal OK!

DINGEMAN QUANT IS EMERITUSPREDIKANT IN DE CGK


 OPINIE

Zonder christelijk geloof geen westerse cultuur Zonder het christelijk geloof zou er nooit een #metoo-affaire zijn geweest. Want voor de komst van het christendom vond men het in Romeinse rijk normaal dat machtigen met hun ondergeschikten deden wat ze wilden. Een meester mocht zijn slaven en slavinnen gebruiken zoals hem dat beliefde. Waarom zou een machtige filmbaas, ambtenaar of zakenman dat dan ook niet mogen doen?

O

mdat wij geloven dat alle mensen gelijk zijn. Machtige mannen zijn niet meer waard dan vrouwen die voor hun carrière afhankelijk van hen zijn. Datzelfde geldt voor mensen met een handicap, kinderen, mensen met weinig inkomen of van een ander ras. Iedereen is gelijk. Dat is uitgebreid verwoord in de ‘Universele verklaring van de rechten van de mens.’ Toch is deze verklaring veel minder ‘universeel’ dan ze lijkt. Grotendeels is ze de vrucht van een eeuwenoude Europese traditie, ook wel bekend als het christendom. Onze westerse cultuur is fundamenteel bepaald door het evangelie.

bijdragen die zij hebben geleverd aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld moderne wetenschap, culturele minderheden en democratie. Vooral het tegendeel wordt betoogd: het christelijk geloof heeft al die ontwikkelingen geprobeerd tegen te houden. Het heeft dan wel iets aantrekkelijks voor een christen om het hele tijdperk waarin de kerk en christelijk geloof belangrijke machtsfactoren in de wereld waren af te schrijven. Het maakt je als christen misschien aanvaardbaarder voor niet-christenen. Je kunt jezelf presenteren als een (post-)modern mens die grotendeels

Kloof

TEKST BRAM BEUTE

Ik ben opgegroeid met de overtuiging dat er een grote kloof is tussen kerk en wereld, zoals er een grote kloof is tussen God en zondige mensen. Paulus’ woorden uit Romeinen 12:2 past daar goed bij: ‘U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen.’ Maar het is belangrijk om je te realiseren dat de ‘wereld’ van Paulus in veel opzichten anders is dan onze ‘wereld’. In de loop van de eeuwen is cultureel gezien onze ‘gezindheid’ sterk veranderd. Onze cultuur is sterk gestempeld door het christelijk geloof. Het is onder westerse christenen populair om vooral negatief te spreken over de eeuwen waarin de kerk en het christelijk geloof een dominante positie hadden. Begrijpelijk, want het christelijk geloof is in veel opzichten bedorven door de kerk en christelijke machthebbers. Kruistochten, inquisitie en afpersing door te dreigen met eeuwige straf, vormen slechts het topje van de ijsberg. De hedendaagse beeldvorming over de kerk en het christelijk geloof negeert daarbij de fundamentele

34

OnderWeg #08 > Jaargang 6 > 11 april 2020

De Jesajamuur bij het hoofdkwartier van de VN in New York


de kritiek op het benepen christelijke verleden deelt. Het biedt ook ruimte voor vernieuwing, voor opnieuw ontdekken wat het betekent om christen te zijn. De laatste jaren zijn waarschijnlijk daarom veel (fake-)theologen geïnteresseerd in de vroegchristelijke kerk. Die droeg nog niet de ballast van het christendom zoals het zich daarna ontwikkeld heeft.

 Je eigen cultuur zien is nog niet zo eenvoudig  Vanzelfsprekend

Het is ook niet erg aantrekkelijk om met weemoed of verontrusting te kijken naar de ondergang van het christendom als culturele factor in het Westen, omdat radicaal-rechts dat ook doet. Wilders en Baudet werpen zich op als verdedigers van de ‘joods-christelijke’ cultuur of identiteit. Dat doen ze over het algemeen wel bijzonder oppervlakkig. Toen Wilders werd gevraagd wat die cultuur dan inhield, kwam hij niet veel verder dan: ‘eigen volk eerst’. Ook Baudets stellingname lijkt eerder racistisch dan christelijk. Laat daarom het spreken over de christelijke wortels van onze cultuur niet door hen kapen. Je eigen cultuur zien is nog niet zo eenvoudig. Wat ‘cultuur’ is, ga je vaak pas zien in de ontmoeting met anderen. Zo heb ik door de ogen van buitenlandse christenen naar Nederland leren kijken. Verschillende keren zei zo iemand tegen mij dat hij Nederland zo’n christelijk land vond. Als ik dan vroeg wat hij bedoelde, wees hij me steevast op dingen die ik vanzelfsprekend vond: medische hulp, onderwijs, eerlijke rechtspraak, allemaal beschikbaar voor elk mens, onafhankelijk van kaste, ras, sekse of afkomst. Dat is nu echt christelijk. Heel anders dan in zijn eigen land waar christenen zelf vaak tweederangsburgers zijn. Maar ook andere ‘buitenstaanders’ hebben me geholpen te ontdekken hoe christelijk onze cultuur eigenlijk is. Ik denk dan vooral aan de boeken Ongelofelijk van Yvonne Zonderop en Heerschappij. Hoe het christendom het Westen vormde van Tom Holland. Twee schrijvers die geen belijdend christen zijn, maar aantonen dat zonder het christelijk geloof onze westerse cultuur niet zou bestaan.

Christelijke wortels

Voordat Holland Heerschappij publiceerde, schreef hij populair-historische boeken en maakte televisieprogramma’s over het Romeinse Rijk en over de islam. Juist de confrontatie met die niet-westerse culturen opende zijn ogen voor het unieke karakter van de westerse cultuur. In het christelijk geloof is de gekruisigde, lijdende Christus de verhevene, degene die regeert. Dat is uniek: niet de machtige regeert, maar de lijdende. Dat geloof heeft ons denken, onze cultuur gevormd. Zo nemen de meeste

Replica van Dali’s schilderij ‘Jesus on the cross’

(westerse) mensen als vanzelfsprekend aan dat het beter is te lijden dan lijden te veroorzaken en dat elk leven gelijke waarde heeft. Dat is typisch christelijk. Ook Zonderop wijst op de christelijke wortels van onze samenleving. Juist in landen die gestempeld zijn door het christelijk geloof vind je een liberaal democratisch staatsbestel. Bij het christendom past dat elk individu ertoe doet, onafhankelijk van afkomst, ras of cultuur. Daarbij is het christelijk geloof nooit af. Altijd weer is er debat en ontwikkeling. ‘Zelfs God is niet eenduidig’, zegt Zonderop. Hij is immers drie-enig?

Humanisme

Een spannende vraag is wat de verminderende invloed van het christelijk geloof in het Westen betekent voor onze samenleving. Kunnen de waarden die onze samenleving stempelen zonder het christelijk geloof blijven bestaan? Of komt daar steeds meer nieuw tribalisme – eigen bubbel eerst - voor in de plaats? Als christen denk ik dat het goed is om kritisch, maar ook met dankbaarheid terug te kijken naar de westerse geschiedenis van het christendom. Om niet mee te gaan in de negatieve framing ervan, maar de waarden die onze samenleving positief gevormd hebben publiek te blijven herkennen en ondersteunen. BRAM BEUTE IS REDACTEUR VAN ONDERWEG EN PREDIKANT VAN DE BAZUINKERK IN KAMPEN

35


Tien geboden in coronatijden Vanaf de meeste kansels klinken iedere zondagmorgen de Tien Leefregels van God. Maar hoe luisteren we naar deze regels in tijden van corona? Dominee Geert van Dijk uit Sliedrecht vertaalde de Tien Geboden naar onze tijd.

De HEER zegt: Ik ben de HEER. Mijn naam is: Ik ben die Ik ben. Wat er ook gebeurt, Ik ben er altijd bij. Door het bloed van mijn Zoon heb Ik jullie bevrijd uit de slavernij van de zonde. Ik breng je – dwars door de woestijn – naar het goede leven.

1

2

3

4

5

aarom vraag Ik je om alleen op Mij te vertrouwen. D Ik heb zelfs de dood overwonnen, je hoeft niet bang te zijn voor het coronavirus. Niets kan jullie scheiden van mijn liefde. Verwar de HEER, je God, niet met menselijke denkbeelden over God. God past niet in een gouden kalf. Hij is geen tiran die graag onheil op mensen afstuurt. Hij is ook geen zwakkeling die machteloos toekijkt. Jouw God is de HEER: Hij is altijd meer dan wat mensen van Hem denken. Heilig is Hij. Gebruik de naam van de HEER, je God, met respect. Vervloek Hem niet als het tegenzit. Zeg ook niet te gemakkelijk dat Hij aan jouw kant staat. Houd zijn naam hoog, in alle omstandigheden. Gedenk de sabbat. Probeer ondanks alle onrust voor ontspanning te zorgen voor jezelf en de mensen om je heen. Buit de schepping niet uit. Geniet met mate. Neem van de aarde wat je nodig hebt en laat geen afval achter, dan kom je niets tekort op de plek die God je geeft. Behandel gezagsdragers met respect. Scheld niet op de bestuurders van je land en je stad, maar bid voor hen en volg hun richtlijnen. Wees dankbaar dat God hen gebruikt om orde en veiligheid te geven.

6

7

8

9

10

Niet doden. Vandaag betekent dat: houd (1,5 m) afstand, en houd je aan de richtlijnen die anderen beschermen. Vergeet vluchtelingen niet. Heb het belang van de ander op het oog. Pleeg geen overspel. In spannende tijden komen relaties onder spanning te staan. Denk eraan dat je partner juist nu je trouw en toewijding nodig heeft. Heb geduld met elkaar. Steel niet. Graaien en hamsteren komen op hetzelfde neer. Deel met wie niets heeft. God zal ervoor zorgen dat jij niets tekort komt. Leg over je naaste geen vals getuigenis af. Juist in tijden van crisis moeten mensen op je woorden aan kunnen. Wees betrouwbaar: er kunnen mensenlevens vanaf hangen. Begeer niet wat van een ander is, met de bedoeling het van hem af te nemen. Als je plannen maakt om slechte dingen te doen, dan ben je al verkeerd bezig. Laat je vullen met de Geest van Jezus Christus. Hij wil het verlangen in je hart leggen om God lief te hebben en het goede voor je naaste te zoeken. Vrij naar Exodus 20 en Deuteronomium 5.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.