Voeten in de klei, hoofd in de wolken

Page 1

NO

04

Voeten in de klei, hoofd in de wolken CHRISTELIJKE TOEKOMSTVERWACHTING

De Bijbel stimuleert nergens een verlangen naar de hemel Wim Rietkerk

Je kunt de vraag stellen of ik geen doemdenker ben

OL EN HOOPV REND E IR INSP

Rob van Houwelingen

Kinga heeft me bewust en onbewust gevormd

Sela-zanger Frans Korpershoek > Jaargang 6 > 15 februari 2020


  VOOR JE VERDER GAAT

Verouderd

Scheefgezakt staat de wegwijzer langs het pad, niet langer in gebruik, niet meer onderhouden; wie de route zoekt, kijkt op zijn telefoon en ziet meteen de weg van begin tot eind. Toch jammer. De romantiek verdwijnt, van mannen en vrouwen met emmertjes verf die hun ronde doen om rood en wit fris te markeren. En zo helpen ze wandelaars bij het vinden van hun weg. En dan die spanning of je wel goed loopt, of met een omweg. Het plezier van weer een wegwijzer ontdekken, van goed speuren in het landschap, langs het pad, om van paaltje naar paaltje je route te vervolgen. Wat verouderd raakt en verdwijnt, het hoeft niet erg te zijn, het is niet om te treuren. Wat vroeger was, is niet per definitie beter, maar soms treft je iets wat je van vroeger mist. Bij het optrekken met elkaar in de kerk van Christus verdwijnen soms oude vormen, manieren, denkbeelden. Dat is niet erg - als je maar samen op loopt. En toch, soms, sta je opeens even stil bij wat je mist. PETER HOMMES IS PREDIKANT VAN DE GKV LEUSDEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG.

TEKST EN BEELD PETER HOMMES 2

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


  INTRODUCTIE THEMA

‘Uit-verwacht?’

D

e kerk denkt al 2000 jaar dat Jezus bijna terugkomt. Geloof ik er nog een beetje in of zijn we ‘uit-verwacht’? Er zijn zoveel redenen om het nadenken over de toekomst maar vooruit te schuiven. Ooit. Luther zei, als hij wist dat Jezus morgen terug zou komen, dan zou hij vandaag nog een boom planten. Prachtig! Het laat iets zien van zorg voor deze aarde. Niet zo met je hoofd in de wolken, maar met je voeten in de klei. Toekomstverwachting moet niet ten koste gaan van het hier en nu. Vanmiddag kwam op mijn tijdlijn een filmpje van Greta Thunberg voorbij. We maken de aarde kapot en gaan voorbij aan de gemakkelijkste manier om er iets aan te doen: bomen planten. Ik moet dus niet met Luther een boom planten, een dag voordat Jezus komt, maar ook nu, eigenlijk gisteren ook al. Zo krijgt ‘bomen planten’ toch weer een apocalyptische klank.

 Toekomstverwachting

moet niet ten koste gaan van het hier en nu 

Terwijl we dit nummer voorbereidden, viel me weer op hoeveel verschillende manieren er zijn om tegen de toekomst aan te kijken. Zoveel stemmen en zoveel belangen. De een is zo onder de indruk van hoe diep het kwaad in deze wereld zit en hoe diep het zal gaan als het kwaad met wortel en tak uitgeroeid wordt. Een ander is zo overtuigd van Gods liefde en betrokkenheid voor deze wereld: ons hier en nu is de moeite van het redden waard. De een zoekt Gods wijsheid in de zorg en details waarmee God zijn woord gaf. Een ander vindt rijkdom in poëtische beelden. Soms is het alsof we het belang van het een alleen kunnen hard maken door van het ander een karikatuur te maken. Praten we soms niet langs elkaar heen? Ik weet zeker: het zal prachtig zijn. Mooier dan ik me voorstellen kan. Maar als dat zo is, heeft het dan eigenlijk nog wel zin om daarover na te denken? Weer een reden om er dan maar niet over na te denken. Toch geloof ik dat we hier gerust een boom over mogen opzetten met elkaar. Want de belangen achter een opvatting zijn terecht. Misschien is het wel de uitdaging om je het mooiste voor te stellen. En je er dan in te verheugen dat je er zeker weten naast zit. Maar God ziet dat het goed is. Ooit.

JAAP CRAMER IS PREDIKANT VAN NGK/GKV HEERDE EN REDACTEUR VAN ONDERWEG.

3


 COLOFON OnderWeg is een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan. OnderWeg schrijft over relevante en actuele thema's voor christenen en bevat rubrieken over jeugdwerk, missionair kerk-zijn en bijbelstudie. OnderWeg ontstond in 2015 uit een samenvoeging van Opbouw en De Reformatie. Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Jordi Kooiman (webredacteur), Jacomine Oosterhoff (eindredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp. Redactieadres Silversteyn 10, 3621 PA Breukelen, redactie@onderwegonline.nl.

06 VAN HEMELVERLANGEN NAAR KONINKRIJKSVERWACHTING DOOR DE TIJDEN HEEN HEBBEN MENSEN GELOOFD DAT ER EEN HIERNAMAALS BESTAAT, IN EEN ANDERE WERKELIJKHEID. DE BIJBEL HAAKT AAN BIJ DAT HEMELVERLANGEN, MAAR VERVANGT HET DOOR IETS ANDERS. WIM RIETKERK GAAT HIEROP IN. WAT GEBEURT HIER EN WAT BETEKENT DAT VOOR ONS GELOOF?

Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 58,00 (studenten € 29,00 / Europa € 96,50 / buiten Europa € 128). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 31. Digitaal abonnement: € 40 (studenten € 20). (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging OnderWeg Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren en Hillie van de Streek. Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. www.onderwegonline.nl/adverteren.

22 EYEOPENER JUICHEN OM DE UITVERKIEZING

De uitverkiezing is misschien wel het meest besproken onderwerp op catechisaties en bijbelstudies. Maar ook een onderwerp waarover we struikelen in onze geloofsgesprekken. Onbegrijpelijk en onrechtvaardig dat Jezus mensen bij voorbaat al zou toelaten of uitsluiten. En toch staat Jezus juist hierover te juichen. Jan Mudde legt uit hoe dat kan.

Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline  www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg

4

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

26 ONTMOETING ‘IK BEN GAAN OMARMEN WIE IK BEN’

In Maassluis en omstreken staat Frans Korpershoek bekend als de oprichter van een goedlopende kringloopwinkel. Christelijk Nederland kent hem vooral als zanger van Sela. ‘Ik voel me nog steeds geen geweldige zanger, maar ik weet wel dat ik een boodschap goed kan overbrengen.’


 INHOUD

Voeten in de klei, hoofd in de wolken 14 VAN ONGEMAKKELIJKHEID NAAR ONTVANKELIJKHEID LEEFT ER EEN ONGEMAKKELIJK GEVOEL ROND TOEKOMSTVERWACHTING? VOELEN WE VERLEGENHEID BIJ HET NADENKEN OVER TOEKOMSTVERWACHTING? OF VINDEN WE ER JUIST INSPIRATIE IN VOOR HET LEVEN VAN ELKE DAG? KAREL SMOUTER NEEMT ONS MEE VAN DE ONGEMAKKELIJKHEID NAAR EEN MEER ONTVANKELIJKE HOUDING.

10 DRIE VISIES, ÉÉN TOEKOMST HOE CONCREET WORDT ONS IN DE BIJBEL DE TOEKOMST VOORZEGD? LEVEN WE IN DE EINDTIJD, IS DE WEDERKOMST VAN CHRISTUS AANSTAANDE? WAT BETEKENT JE IDEE OVER DEZE DINGEN VOOR HET LEVEN VANDAAG? ZIJN WE NIET TOT MARIONETTEN GEMAAKT? GERT VAN DE WEERD, WOUTER SLOB EN ROB VAN HOUWELINGEN GEVEN ELK HUN VISIE OP DE TOEKOMST.

30 OPINIE GELOVEN MET JE LICHAAM

In de gereformeerde traditie zijn we niet zo van het lijfelijk uiten van ons geloof. Toch staat de wereldwijde kerkelijke traditie juist bol van de lichamelijkheid. We zijn immers met ziel én lichaam eigendom van Christus? Een pleidooi van Marinus de Jong voor gebogen knieën, geheven handen en wijd open ogen.

Stockbeelden: Panyastudio/Shutterstock (cover); Jacob_09/ Shutterstock (pagina 6); Ekinyalgin/iStock (pagina 13); Bartosz Hadyniak/iStock (pagina 14); Stas_V/iStock (pagina 16); Kyle Glenn/ Unsplash (pagina 18); Sarah Noltner/Unsplash (pagina 19); Prixel Creative/Lightstock (pagina 22 en 30)

5


Van hemelverlangen naar koninkrijksverwachting Door alle tijden heen en onder alle mensen heeft er een besef bestaan dat dit aardse leven van voorbijgaande aard is. Een leven dat wordt gevolgd door een hiernamaals in een andere werkelijkheid. De Bijbel haakt aan bij het hemelverlangen van de natuurgodsdiensten, maar vervangt deze door iets anders. Welke kanteling vindt hier plaats en wat betekent dat voor ons geloof?

TEKST WIM RIETKERK 6

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


 BESCHOUWING

A

l in de oudste graven van 60.000 jaar voor Christus worden voorwerpen gevonden die men als toerusting voor het verblijf in dat hiernamaals aan de doden meegaf. Abraham is geroepen uit Ur der Chaldeeën. Ur was een onderdeel van de oude Sumerische cultuur. Er bestond een vast geloof in het hiernamaals, waarop dit aardse leven je voorbereidde.

Gilgamesj-epos

Door het Gilgamesj-epos, dat stamt uit het jaar 2000 voor Christus (zo’n beetje Abrahams tijd), weten wij daar iets van: de held van dit verhaal is op zoek naar de onsterfelijkheid en dwaalt daarvoor door de onderwereld. Hij vond ook daar het kruid van de onsterfelijkheid niet, maar het laat wel zien dat de hele toenmalige wereld geloofde dat alleen in het hiernamaals de vervulling te vinden is voor het hiernúmaals. Uit die wereld is Abraham weggeroepen. In alle natuurgodsdiensten broedt een hemelverlangen naar een andere wereld: de Elysische velden waar de krijgers rust vinden, een paradijs waar aardse genoegens ongeremd vervuld worden, een hemel met bovenaardse vreugde. Tegen de achtergrond van dit hiernamaalsgeloof voltrok zich het leven in het hiernumaals (zie voor een goede inventarisering: G. Derksen e.a., Geïllustreerde Atlas van het Hiernamaals, Amsterdam (Nieuw Amsterdam), 2010).

 Het hemelverlangen kantelt  Kanteling

De Bijbel haakt aan bij het hemelverlangen van de natuurgodsdiensten – nergens wordt ontkend dat de doden bij hun sterven (zoals Jezus zelf zegt in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus) na hun dood in het dodenrijk hun ogen opslaan. En toch vindt er in de Bijbel iets heel bijzonders plaats: het hemelverlangen wordt vervangen door iets anders. Het kantelt. De aandacht wordt verlegd. Van omhoog kantelt het naar voren. In plaats van omhoog te zien, te verlangen naar de hemel (of naar beneden in angst voor de hel), wordt de aandacht gericht op de toekomst en op wat God belooft te gaan doen voor zijn volk. Het naar boven gerichte

hemelverlangen wordt vervangen door de naar voren gerichte koninkrijksverwachting. Abraham wordt weggeroepen uit Ur der Chaldeeën. Dat is meer dan een ruimtelijk vertrek.

‘Uit Oer is hij getogen, aardsvader Abraham, om voortaan te geloven, in ’t land van Kanaän…’ ‘Uit Oer is hij getogen, ten antwoord op een stem, die riep hem uit de hoge, op naar Jeruzalem…’ (Gezang 3:1a, 2a, Liedboek voor de Kerken, 1973) En, zo vervolgt W. Barnard in vers 6: ‘en allen die geloven, zijn Abrahams nageslacht, geboren uit de Hoge, getogen uit de nacht: de stad die zij verbeiden, die staat in wit en goud, aan het einde van de tijden, voor iedereen gebouwd.’

Koninkrijksverwachting

De Bijbel voert ons mee in een beweging. Ze opent ons de ogen voor de dynamiek van de geschiedenis. Daarin voert God ons naar de stad met de fundamenten waarvan Hij de bouwmeester is (Hebreeën 11:10). Dat is iets anders dan een hemelverlangen. De Bijbel stimuleert nergens een verlangen naar de hemel, verticaal naar boven. Ga maar na: nergens lezen wij dat de verlossing ons ten deel zal vallen bij ons binnengaan in het dodenrijk of als wij in de hemel worden opgenomen. Wel leert Jezus ons bidden en verlangen naar het koninkrijk: ‘Dat toch uw koninkrijk kome!’ De Bijbel eindigt met de uitdrukking van dat verlangen. ‘Hij die van deze dingen getuigt, zegt: “Ja, Ik kom spoedig!” Amen. Kom, Heer Jezus!’ (Openbaring 22:20) De Bijbel schetst aan het eind in Openbaring 21 en 22 dan ook niet een hemelse werkelijkheid met engelen en gezaligden, maar met de beschrijving van het nieuwe Jeruzalem, midden in een vernieuwde aarde. De eerste settlers in Amerika noemden het nieuwe land naar het

7




 BESCHOUWING

oude vaderland: Nieuw Amsterdam, New England. Dat doet de Bijbel ook. Het koninkrijk dat komt, heet Nieuwe Aarde. Wat de hemel betreft: aan het begin van dit visioen wordt in Openbaring 21:1 wel gezegd dat het neerdalen van het koninkrijk uit de hemel leidt tot een vereniging van hemel en aarde, op een manier die ons verstand te boven gaat.

de aarde gaat ten onder, maar wie gelooft komt voor de troon van God in de hemel, om hem in grote vreugde te aanschouwen en lof te zingen. De meer aardse verwachtingen doken onder in een vaak veel te menscentraal en wulps volksverlangen. In schilderijen van Pieter Breughel de oudere en Lucas Cranach wordt dat tot uitdrukking gebracht.

Vervulling

Schijn

De geschiedenis van de mensheid loopt ergens op uit. Het was niet voor niets. Het vindt straks zijn vervulling en voltooiing in een totaal herstel van alle dingen (Handelingen 3:21). De oude orde is voorbijgegaan, zie de nieuwe is gekomen. Alles wat op aarde in onze geschiedenis gebroken was, wordt daar geheeld; wat onvoltooid was, daar vervuld; wat pijn deed, daar getroost. Paulus durft het zelfs aan om te zeggen dat al het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die daar geopenbaard zal worden (Romeinen 8:18).

 Als een afgebrand raketdeel valt het terug in de vergetelheid  No escape

Ik vind dat deze koninkrijksverwachting veel dieper dan het hemelverlangen antwoord biedt op de diepste hunkeringen van het hart. Het hemelverlangen biedt wel iets, maar het houdt altijd iets van een vlucht. Het lijkt ook alsof dit hemelverlangen in onze christelijke traditie pas goed is binnengedrongen in de middeleeuwen. In de vroegchristelijke kerk stond een veel aardsere verwachting van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde bij Jezus’ terugkeer centraal. In de lijn van Handelingen 1:6 ‘Heer gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ (vergelijk 2 Petrus 3) Tot en met Augustinus verwachtten de christenen de komst van de stad hier op aarde met een lichaam van rond de dertig en een weerzien van al onze geliefden! Zo reëel! (zie Randy Alcorn in Heaven, pagina’s 166, 179 en 290). Na Augustinus is het neoplatonisme steeds sterker overheersend geworden. Het gevolg was een vergeestelijking van de hemelse toekomstverwachting:

Tuin van Eden van Brueghel de Oudere >

8

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

Na de middeleeuwen zijn deze aardse verwachtingen als projectieleer terzijde gesteld. De oosterse religies zien in het aardse, het materiële, zelfs het hoofdprobleem van de mens. Maak je daaruit los. Overstijg het en een hemels geluk zal je deel zijn. Ook hierop is de kritiek terecht. Op die heilsweg verdwijnt alles waar ik hier en nu mee bezig ben. Leven met handen en voeten; eten en drinken, een liefdesrelatie, werken en op vakantie gaan, van de sneeuw en van de zon genieten, mij inzetten voor de stad en voor de school, meeleven met andere volken en culturen in hun inzet voor kunst en economie: het is dan allemaal schijn, het hoort niet tot het wezenlijke. Wij laten het achter in ons esoterische of hemelse geluk. Als een afgebrand


 Zoeken is geen escape, project of dagdromerij 

raketdeel bij een ruimtereis valt het terug in de zee van de vergetelheid, terwijl ik verder omhoogschiet. Is dit alles dan echt ten diepste zonder zin en vervulling? Overigens, blijkbaar staan de islamitische fundamentalisten in deze lijn als zij zichzelf tot martelaar maken en zich troosten met een paradijselijk luilekkerland. Wat een verschil met de Bijbelse hoop! God roept Abraham weg uit dit Oer. Uit Oer is hij getogen, om voortaan te geloven, ten antwoord op een stem, die riep hem uit de hoge, op naar Jeruzalem!

Er loopt een lijn door punten die je naar voren toe mag doortrekken. Het rust op wat al gegeven is: van Exodus naar Golgotha; van de hof van Jozef van Arimathea naar de wederkomst. Alle opstandingsgebeurtenissen in de geschiedenis op een rij.

Radicaal anders

Kwadraat

Alle andere hemelverlangens, de overgeestelijke en de overaardse, komen voort uit pijn en tekort en vallen onder de kritiek van projectie en wishful thinking. ‘Pie in the sky’, zei Karl Marx daarvan. Het Bijbelse toekomstverlangen is anders: het komt voort uit wat al vervuld is. De vervulling in de stem die riep, de ontwikkelingen in de geschiedenis, die al een voorafschaduwing zijn van wat komen gaat. Deze beloften geven juist, omdat ze al halverwege vervuld zijn, ons een gefundeerd vertrouwen op hun verdere vervulling. Dat is niet projecteren, maar voortbouwen.

Deze koninkrijksverwachting breng ik toch weer naar voren in onze tijd. Ze heet postmodern. De hoop op een ‘groot verhaal’ zou opgegeven zijn. In de vorige eeuw probeerden mensen grote idealen met geweld te verwezenlijken. Dit heeft ons allemaal kopschuw gemaakt voor grote woorden. Het bijzondere van de koninkrijksgedachte is nu juist dat het ons allemaal heel klein houdt. De toekomst komt op ons toe van gene zijde. Wij zijn het niet die het koninkrijk bouwen. Jezus zegt: ‘Zoek het koninkrijk.’ Het zegt niet: ‘Bouw het.’ Zoeken, dat doen we als we al ons verlangen daarop richten en het verwachten; iets ervan nu al inhoud geven, zodat het de verwachting naar meer van het goede versterkt. Het is geen escape, projectie of dagdromerij. Dit is de ware invulling van mijn diepste dromen. De hoop, die in de twintigste eeuw bijna helemaal verdrongen is, keert weer terug. Er is zoiets als een hemel: dat is New Earth het mooie van deze schepping in het kwadraat verheven. Het is geen prestatie van mij, of product van menselijke inspanning. Maar het inspireert wel. Ten laatste wordt het gevonden waar ik mij van mijzelf en mijn eigen dromen laat vrijmaken tot een houding van luisteren. Luisteren naar wat Hij, die mij gemaakt heeft, mij aanreikt in woord en daad. WIM RIETKERK IS MEDEWERKER VAN L’ABRI NEDERLAND EN EMERITUS PREDIKANT VAN DE NGK.

In het kort

Oude godsdiensten hadden al verwachtingen van een leven na de dood. Het nieuwe van de christelijke verwachting is dat de verwachting gericht wordt op de wederkomst: een vervulling en vernieuwing van Gods goede schepping.

9


 INTERVIEW

Drie verschillende visies, een toekomst Hoe concreet wordt ons in de Bijbel de toekomst voorzegd? Leven we in de eindtijd, is de wederkomst van Christus aanstaande? En wat betekent je idee over deze dingen voor het leven vandaag? Zijn we niet tot marionetten gemaakt? Drie verschillende visies op de toekomst.

‘Stel nou dat de profeten het bij het rechte eind hebben’ Tien lijvige boekwerken heeft gepensioneerd orgelbouwer Gert van de Weerd inmiddels geschreven, studiemateriaal bij de geschriften van de profeten.

TEKST ARIE KOK

Gert begon met de klus toen hem gevraagd werd Bijbelstudies voor jongeren te leiden, over de eindtijd. Wat moest hij gaan zeggen? Er waren zo veel meningen, die elkaar soms behoorlijk tegenspraken. ‘Het Hebreeuws levert belangrijke gegevens op. Mijn probleem met veel theologie is dat men herhaalt wat al honderd keer gezegd is, zonder naar die grondtekst te kijken. Het is ook monnikenwerk om woord voor woord te kijken wat er staat. Ik heb negen jaar gewerkt aan mijn commentaar op Jesaja, tussen de vijftig en de zeventig uur per week. Waarom ik het doe? Omdat ik heel ongelukkig word als ik het niet doe.’

Zelfbeschikking

‘Of we in de eindtijd leven? Daar waag ik me niet aan.

10

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

Ja, er wordt een aantal kenmerken genoemd. Zo zal bijvoorbeeld de liefde verkillen. Maar de beoordeling van die kenmerken is heel persoonlijk en afhankelijk van de tijd waarin je leeft. Als we praten over het einde der tijden dan is voor mij fundamenteel dat God een raad heeft opgesteld, een plan. Een groot deel van dat plan is afhankelijk van mensen. We hebben zelfbeschikking, dat is heel wezenlijk: geloof je wat er staat of geloof je het niet? Anders zouden mensen van dom lot afhankelijk zijn. De raad van God is slechts bij uitzondering tijdsbepaald. In de profetie van Daniël wordt bijvoorbeeld gesproken over de herbouw van de tempel en de grote verdrukking. Daar worden ankerpunten neergezet. Dat zijn dingen die staan te gebeuren. In die raad van God ken ik de mens een grote verantwoordelijkheid toe. Ik ben opgegroeid in een milieu waarin we dingen op God afschuiven. Maar die vlieger gaat niet op. De mens is wat mij betreft in staat om goede dingen te doen. Ik heb familieleden gehad waar geen kwaad in zat, mijn moeder bijvoorbeeld. Ik vond haar net een engel. Het geldt niet voor mij hoor, ik heb van alles uitgevreten.’

Toeschouwer

Er was een tijd in het leven van Van de Weerd dat hij twijfelde aan het geloof en boeken van andere


godsdiensten bestudeerde. ‘Het christendom vond ik een hoogst vreemde godsdienst, met wel tientallen schrijvers. Hebben die allemaal God zelf persoonlijk gesproken? Maar een paar beweren dat: Mozes, Elia, Abraham en de schrijvende profeten. Die laatsten hebben hun verslag achtergelaten. Stel nou dat ze het nog bij het rechte eind hebben ook, dan mogen ze elkaar nergens tegenspreken, ze hebben tenslotte dezelfde persoon gesproken. Daarmee nam ik een groot risico, stel dat ik toch iets zou vinden. Maar dat is nog niet gebeurd. Daarom zijn die profeten voor mij belangrijker dan dogma’s. Dat blijven mensenwoorden. Ik vind mezelf geen theoreticus, ik verlang naar het gesprek dat Joden met elkaar voeren, waarbij er soms bizarre denkbeelden op tafel komen. Een eindeloze discussie: wat staat er? Ik hecht aan ontzag voor de raad Gods, die is zeer in mijn achting gestegen. Ik voel me meer toeschouwer dan dogmaticus. De verwondering voert steeds meer de boventoon.’

Opname

Inmiddels is Van der Weerd met het laatste Bijbelboek bezig. ‘Een predikant voorspelde: je komt ooit bij Openbaring uit. Dat blijkt dus. Je moet weten dat ik geloof in de opname van de gemeente. Dat baseer ik niet alleen op de bekende tekst in Tessalonicenzen, maar op nog vier teksten. Zelfs in Daniël wordt ernaar verwezen. Ik heb vier kinderen die niet allemaal meer naar de kerk gaan. Stel je voor dat de opname plaatsvindt, en ik verdwijn, op welke manier dan ook. Ik zou bijvoorbeeld kunnen overlijden, of verdwijnen, de manier waarop weet ik niet. Degenen die achterblijven zullen zich afvragen: wat gebeurt er? Daarom schrijf ik die boeken over Openbaring, zodat ze het zullen weten en tot geloof kunnen komen. Ik heb goede hoop. Na dat moment van opname zullen er nog miljoenen zich bekeren, een schare die niemand tellen kan.’

‘Wat Trump nu doet, zal op termijn niet vruchtbaar zijn’ ‘Voor mij is het nog niet zo zeker of het goed afloopt. De belofte van God is geen voldongen feit, geen Heilsexpress met een dienstregeling en een eindbestemming.’ Dr. Wouter Slob is PKN-predikant in Zuidlaren en schreef mee aan het boek Liberaal Christendom. Hij plaatste een extra hoofdstuk over zijn toekomstvisie op de website bij het boek. ‘Een belofte gaat over de toekomst en is dus per definitie ongewis. Als alles vastligt, wordt het handelen van de mens volstrekt overbodig. Dan heeft God zijn plannen en die staan helemaal los van wat mensen daarvan vinden. Dan zou

de relatie van God met de schepping niet meer van wezenlijk belang zijn. Het gaat God nu juist om die relatie. Daar mag je uit leven, ook naar andere mensen toe. Vanuit die relatie kun je en moet je verantwoordelijkheid nemen en concreet gestalte geven aan de liefde van Christus. Dat lijkt mij de belofte. Als de uitkomst van tevoren vastligt, maakt dat mensen tot marionetten. Terwijl navolging is: de liefde van Christus gestalte geven.’

Gat

‘Eschatologie betekent dat we in een tussentijd leven, tussen het ‘reeds’ (in Christus) en het ‘nog niet’ (de belofte). In het klassieke theïsme wordt die tussentijd gezien als een gat waarin het goddelijke afwezig is en wij zitten te wachten tot Christus terugkomt om alles waar te maken. Ik zeg: dat gat is helemaal niet leeg. De gemeente stelt Christus present waar de liefde van God wordt waargemaakt.’

Hoop

‘Ik ben erg gecharmeerd van wat Beatrice de

 11


 INTERVIEW

Graaf schrijft over de hoop in haar boekje Heilige strijd. Als niet-theologe introduceert ze, met enige schroom, een theologisch begrip als hoop in de discussie over veiligheid. Theologen hebben vaak wat aarzeling om zo direct in de samenleving te spreken en een boodschap voor de wereld te hebben. Vanuit onze eigen context zijn we geroepen in hoop te leven. Het alternatief is dat we in cynisme of onverschilligheid vervallen. Het apocalyptische denken is sterk aanwezig in de samenleving: het idee dat alles vervalt en verdwijnt. Je gaat van bijna alles dood en het wordt altijd alleen maar minder. Het leidt ertoe dat we zoveel mogelijk voor onszelf bijeen willen harken en de rest van de wereld aan zijn lot overlaten. Dit denken vergroot het kwaad in de wereld. Daar moeten we de hoop tegenover zetten, dat is onze verantwoordelijkheid.’

Dienen

Vanuit deze gedachtegang zou de kerk heel concreet kunnen spreken in de wereld, juist vanuit het toekomstperspectief. Slob wil daar wel graag een kanttekening bij plaatsen. ‘In de negentiende eeuw was dit ook aan de orde. Denk aan Albert Schweitzer, hij ging medicijnen studeren, wat sterk vanuit de navolgingsgedachte gemotiveerd was. Dat positivisme is stukgelopen op de Eerste Wereldoorlog. De vrijzinnige theologie van die tijd protesteerde ook niet sterk genoeg tegen de

opkomst van Hitler. Daar zag maar een klein deel van de kerk het gevaar van in. Het probleem was dat men te veel de waarheid in pacht meende te hebben. Wij hebben de waarheid van God juist niet in onze macht. Dat lijkt me de essentie van het concreet gestalte geven aan de liefde van Christus waar ik het net over had. Het gaat daarbij altijd om het dienen van de ander, niet om het doordrukken van je eigen ideeën.’

Naïef

‘Om het concreet te maken: je ziet in de internationale politiek wat ervan komt, wat terugslaan oplevert, zoals in de twee golfoorlogen. Het maakte de opkomst van ISIS mogelijk en bracht vluchtelingenstromen op gang. Zou de lijn van de naastenliefde hier niet veel beter gewerkt hebben? Je kunt dat naïef vinden, dat je je te kwetsbaar opstelt. Maar was de realpolitik van de laatste tijd dan niet naïef? Het is ook niet de bedoeling dat we ons uitleveren, maar dat we elkaars belangen dienen. Jij de mijne, ik de jouwe. Zo gaat het in een goed huwelijk, zo zou het in de internationale politiek ook moeten gaan. Op basis van respect. Wat Trump nu doet, waarbij het alleen om onszelf gaat, dat zal op termijn niet vruchtbaar zijn. Het einddoel is Gods zaak. Het koninkrijk stellen wij niet in, maar het voedt wel de hoop. Die hoop maakt dat ons gevraagd wordt om in liefde te dienen.’

‘Wordt de toren van Pisa dan rechtgezet?’ Als Rob van Houwelingen, hoogleraar Nieuwe Testament in Kampen, het over de eindtijd heeft, kiest hij zijn vertrekpunt graag in 2 Petrus 3. Het gaat daar over de wereldbrand, dat hemel en aarde zullen voorbijgaan.

12

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

Van Houwelingen ziet dan ook weinig ruimte voor continuïteit tussen de huidige wereld en de nieuwe. ‘Continue denkers, zoals Wim Rietkerk, gaan uit van een louterend vuur, waarbij het hele bestel van nu, inclusief onze goede werken, wel mee kan naar het nieuwe. Dat lijkt mij wishful thinking. Petrus laat het beeld zien van een kosmische ramp die vergelijkbaar is met de zondvloed, een gerichtsvuur, dat alles wegvaagt. Er staat vrij heftig: de dag van de Heer zal komen als een dief, de elementen zullen door vuur


vergaan. Vanwege deze tekst zie ik nog geen werk van Picasso in het nieuwe Jeruzalem hangen.’

Doemdenker

‘Je kunt de vraag stellen of ik geen doemdenker ben. Of misschien dat Petrus een doemdenker zou zijn. Er staat in Openbaring dat de volken de eer zullen indragen in het nieuwe Jeruzalem. Dat betekent: niet-materiële eer, lofprijzing. Afrikanen kunnen bijvoorbeeld heel mooi zingen, dat heb ik zelf meegemaakt tijdens een kerkdienst in Malawi. Er was wel een preek, maar steeds waren er groepjes mensen die een lied aanhieven. Dat is de eer van het volk van Afrika. Volgens mij moet je niet denken aan cultuurschatten, die zijn voor deze wereld. We zijn hier het koninkrijk ook niet aan het vestigen.

 ‘Ik zie nog geen werk

van Picasso in het nieuwe Jeruzalem hangen’ 

We moeten doen wat onze hand vindt om te doen. Het nieuwe Jeruzalem zal uit de hemel neerdalen. Juist omdat je weet dat er een einde aan komt, moet je alles van God verwachten. Iemand die gehoord heeft dat hij niet lang meer te leven heeft, zal proberen zijn resterende tijd nog goed te besteden.’

Verder studeren

•M eer informatie over de Bijbelcommentaren van Gert van de Weerd is te vinden op bijbelverklaring.com. •D e toekomstvisie van dr. Wouter Slob wordt verder uitgewerkt in het artikel Wordt het nog wat met het koninkrijk? op liberaalchristendom.nl. •R ob van Houwelingen promoveerde op de tweede brief van Petrus. Dit boek, De tweede trompet, is antiquarisch nog goed verkrijgbaar. Hij schreef over de tweede brief van Petrus ook een deel in de serie Commentaar op het Nieuwe Testament (CNT), in combinatie met het commentaar op de brief van Judas.

Marionetten

Dat een dergelijke toekomstvisie ertoe leidt dat mensen marionetten in Gods plan worden, herkent Van Houwelingen niet. ‘Ik ga nu mijn standpunt nuanceren. Ik wil wat in 2 Petrus 3 staat niet afzwakken, omdat de aarde zo nodig gered moet worden. Maar er zijn wel andere teksten die we in rekening kunnen brengen, zoals Openbaring 14:13, waar staat dat de gestorven gelovigen vergezeld zullen worden door hun daden (NBV). Als je Christus volgt, zullen ook dingen door het gerichtsvuur heen komen. Alleen, dat is niet onze verdienste, dat is Gods genade. Mijn punt is: het moet van boven komen en niet van beneden. De discontinuïteit van 2 Petrus 3 wil ik maximaal honoreren. Maar we zijn toch niet dopers, wordt dan gezegd. Deze wereld is toch niet voor Jan Joker gemaakt? Onderschat niet hoe diep het kwaad zich heeft ingevreten in de schepping. Trouwens, als de toren van Pisa erdoorheen zou komen, wordt die dan rechtgezet? Misschien zullen kunstenaars in het nieuwe Jeruzalem dingen maken die zo mooi zijn dat je ze nu niet kunt voorstellen. Bovendien, deze kwestie is geen halszaak. Het gaat om exegetische verschillen.’ ARIE KOK IS JOURNALIST EN TEKSTSCHRIJVER.

13


 ESSAY

CHRISTELIJKE TOEKOMSTVERWACHTING

Van ongemakkelijkheid naar ontvankelijkheid Leeft er een ongemakkelijk gevoel rond toekomstverwachting? Geregeld heb ik bij christelijke toekomstverwachting vragen geproefd bij mensen die ze eigenlijk niet hardop durfden stellen. In dit artikel wil ik u meenemen van de ongemakkelijkheid naar ontvankelijkheid rond de toekomstverwachting.

TEKST KAREL SMOUTER

De Bijbel houdt zich niet zozeer bezig met het leven na de dood. Maar wel met het leven na het leven na de dood. Wat een vondst van theoloog N.T. Wrigt. Hij heeft wel een punt… je moet er maar op komen. Maar N.T. Wright heeft wel een punt als hij zegt dat de Bijbel veel meer met de wederkomst van Jezus bezig is, dan met de tijd tussen sterven en opstanding. En ja, het helpt wel om de toekomst en wat we daar als christenen van kunnen verwachten in drie stukken te delen: Het hier en nu, de tijd tussen sterven en opstanding en de tijd van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Mij heeft dat veel geholpen, omdat ik merkte dat ik een rommeltje had gemaakt van die laatste twee. De verwachtingen van het leven na de dood en het leven na de wederkomst van Christus waren bij mij door elkaar gaan lopen. Misschien was

14

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


het wel daarom dat ik me toch altijd wat ongemakkelijk voelde als het over toekomstverwachting ging.

Ongemakkelijk Een ongemakkelijk gevoel rond toekomstverwachting, dat leeft volgens mij best breed. Laat me u meenemen langs een paar ongemakkelijke vragen of gesprekspunten. Vragen, die ik geregeld heb geproefd bij mensen, maar niet vaak hardop heb horen stellen. De eerste vraag: de kerk denkt al 2000 jaar dat Jezus bijna terugkomt. Jezus zelf wekt in de evangeliën de indruk zijn eigen wederkomst te verwachten in een

termijn van decennia, tot misschien honderd jaar. En nog is Hij er niet: geloven we er nog in, of zijn we ‘uitverwacht’? Een tweede: halverwege de vorige eeuw is het gesprek rond het leven na de dood in onze kring zo scherp geworden, dat het wel als een van de factoren achter de kerkscheuring van eind jaren zestig wordt gezien. In onze tijd merk ik dat er heel verschillende voorstellingen en verwachtingen over de toekomst zijn, wellicht nog een stuk verder uiteenlopend dan destijds. Zou het meespelen dat we het gesprek erover liever niet aangaan, omdat we denken dat je mensen daardoor hun troost en hoop afneemt? Een derde

15




 ESSAY

vraag: de toekomst is precies dat wat het woord zegt, toekomst. Is bezig zijn met toekomstmuziek daarom niet vooral een vluchtweg om niet met het hier en nu bezig te hoeven zijn? Om met die laatste te beginnen: nee dus. Bezig zijn met de christelijke toekomstverwachting hoeft blijkbaar helemaal geen vlucht te zijn. Als ik alleen al door de bijdragen hiervoor blader, vindt de een inspiratie in de toekomstverwachting om de strijd aan te binden met oorlog en haat. Een ander gaat met het Nieuwe Jeruzalem aan de slag in zijn eigen oude woonplaats. En een derde voelt in de eindtijdverwachting de urgentie om het evangelie zo helder mogelijk verstaanbaar te maken voor wie God nog niet kent. Hieronder tip ik een paar dingen aan die mij opvielen en die mij raakten te midden van die ongemakkelijkheid waarmee ik dit essay begon.

 Komt vrede in het

Midden-Oosten eerder door spierballentaal of door hoop en kwetsbare liefde? 

Opname De inspiratie van Gert van de Weerd zit daar, denk ik teruglezend, dan weer tussenin: niet het hier nu of het nieuwe Jeruzalem, maar de opname van de gemeente en het duizendjarig rijk dat hij voor die tijd nog verwacht zetten hem ertoe aan om tot wel zeventig uur per week aan zijn publicaties te werken. Want hij wil het allemaal zwart op wit hebben staan. Als straks de opname van de gemeente plaatsvindt, verwacht hij dat talloze mensen verbaasd achter zullen blijven. Als de achterblijvers dan uitzoeken wat er gebeurd is, kunnen die publicaties een wegwijzer naar het geloof worden.

Ruimte

Naïef Wouter Slob ziet elders in dit nummer een wereld die door realpolitik, politieke spierballentaal en geweld als gevaarlijk is gaan voelen. Maar zo is het altijd al geweest. Hoe vind je daar hoop op verbetering? Vanuit de liefde van Christus vindt hij de moed om naastenliefde een sterker wapen te noemen dan terugslaan. Naïef? Kwetsbaar? Dapper? Misschien alle drie wel. Maar dan toch op dezelfde manier als Jezus. Die ging voorop op de weg van ‘reken het ze niet aan’; dienen in plaats van heersen en liefde als antwoord op geweld. Zeg het maar: zie jij vluchtelingenstromen opdrogen of vrede in het Nabije Oosten komen door spierballentaal en geweld, of eerder door hoop en kwetsbare liefde?

Nieuwe Aarde Wim Rietkerk denkt als het ware andersom: hij vertrekt bij het nieuwe Jeruzalem uit Openbaring 21, dat juist uit de hemel neerdaalt. Want niet de hemel, maar de nieuwe aarde ligt in het verschiet. In Openbaring 21:24 ziet Rietkerk zelfs het mooiste van de huidige aarde een plekje krijgen in het nieuwe Jeruzalem. De vervulling van de geschiedenis betekent dan niet dat alles wat we nu kennen als oud vuil wordt weggegooid, maar dat het op een heerlijke manier tot zijn recht zal komen. Rietkerk vond hier bijvoorbeeld inspiratie in om zich in te zetten voor de lokale Utrechtse

16

politiek, toen hij daar een aantal jaren raadslid was voor de ChristenUnie. Hij pleitte er voor energieneutrale verlichting en zonnepanelen, voor duurzame koffie en tegen een wegwerpcultuur. Voor hem is die inzet het logische gevolg van Jezus’ regering die steeds meer vorm krijgt, maar ook van gezond rentmeesterschap. Want van het allereerste begin in Genesis 1 totdat Christus terugkomt, heeft God ons verantwoordelijk gemaakt voor de aarde. Dat stopt natuurlijk niet bij duurzame energie en voeding. Het gaat minstens zozeer om hoe we omgaan met kwetsbare mensen. Armoedebeleid, zorg, onderwijs, gastvrijheid. Er nu mee aan de slag, met het vooruitzicht dat het beste nog zal komen!

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

Hoe verschillend hun theologische uitgangspunten ook zijn, alle drie vinden ze in hun toekomstverwachting inspiratie


voor vandaag. Wat mij daarbij opvalt, is dat wat ze er in het hier en nu mee doen meer bij elkaar aansluit dan hun verschil in visie doet vermoeden. Zo bezien vullen ze elkaar eerder aan dan dat ze tegenover elkaar staan. Misschien geeft dat ruimte om iets minder bang te zijn voor het inhoudelijke gesprek: je zou zomaar kunnen ontdekken dat je elkaar kunt vasthouden en misschien zelfs aanvullen, ondanks een verschillend vertrekpunt. Maar daar is wel moed voor nodig en het vertrouwen dat je met je hoop en verwachting veilig bent bij de ander. Misschien nog wel belangrijker: het zelfvertrouwen dat je de ander die ruimte ook kunt geven. Want daar schort het nog wel eens aan. Het is soms net of we alleen over elkaar kunnen spreken, in plaats van met elkaar. En als we over elkaar spreken, gebeurt dat bovendien vaak onzorgvuldig. Misschien komt dat doordat de verschillende plaatjes elkaar eerder lijken uit te sluiten dan aan te vullen. Misschien speelt ook mee dat de verschillende voorstellingen in verschillende tradities zijn ontstaan. Tradities die meer energie hebben gestoken in het eigen gelijk dan in het verstaan en bereiken van de ander.

Ontvankelijkheid Ik merk dat het gesprek over christelijke toekomstverwachting mij activeert. Wie wil er niet bijdragen aan wereldvrede, duurzaamheid en evangelisatie? Tegelijk merk ik dat het bij mij ook nog twee andere effecten heeft. In de eerste plaats is dat een houding van ontvankelijkheid. Het ligt, voel ik mee met Rob van Houwelingen, niet aan mij of het goedkomt. Nee, doe nu maar wat je hand vindt om te doen en verwacht, omdat je weet dat er een eind aan komt, alles maar van God. Het tweede effect is dat dit gesprek mij uitnodigt om actiever te luisteren naar stemmen die ik eerst niet kon horen of wilde verstaan. Bijvoorbeeld deze stem van William Booth, oprichter van het Leger des Heils: ‘Zolang er nog vrouwen huilen, zal ik strijden. Zolang er nog kinderen honger lijden, zal ik strijden. Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan, erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden. Zolang er nog één verslaafde is, zolang er nog één meisje verloren op straat loopt, zal ik strijden. Zolang er nog één mens het licht van God niet heeft gezien, zal ik strijden, strijden tot het bittere eind.’

Luister je wel?

N

iets is wat het lijkt. Neem luisteren. Lijkt makkelijk: je vraagt iets en bent stil om te horen wat de ander zegt. En als het lukt, proef je waarom hij of zij iets zegt. Inmiddels weten we dat dit beeld niet klopt. Luisteren is, ook in kerkelijke setting, moeilijk. Je moet het leren. Op meer plekken is luisteren lastig. Recent las ik een NDopinieverhaal van de directeur van een intercultureel centrum, van Joodse afkomst, over het Amerikaanse vredesplan voor het Midden-Oosten. Zijn boodschap: dit plan is dé kans voor de Palestijnen. Omdat het gebaseerd is op twee elementen die in die regio nu eenmaal werken, geld en harde taal. Hier zit een kerntje van waarheid in. Maar na lezing dacht ik vooral: zou hij Palestijnen gesproken en naar hen geluisterd hebben? Later zag ik een mailtje van de christelijke organisatie voor verzoening tussen Israëli’s en Palestijnen. Daarin stelt de Palestijnse directeur Salim Munayer dat het vredesplan op geen enkele manier rekening houdt met de behoeften die beide volken ten diepste hebben: voor Israëli’s het verlangen naar veiligheid, voor Palestijnen het verlangen naar gerechtigheid. ‘Beide kun je honoreren’, zegt Munayer, maar ‘zoiets kan nooit door macht, zeker niet macht van buitenaf.’

 Ga zitten, vertel  Luisteren is ook relevant in de voltooid leven-discussie en voor het recent verschenen onderzoek naar 55+ers met een doodswens. Dat onderzoek, onder leiding van Els van Wijngaarden, maakt duidelijk hoe divers de beoogde groep is en hoe lastig het is om het begrip ‘voltooid leven’ te hanteren. Kwestie van luisteren dus, in dit geval naar een onderzoek. Maar dat lijkt aan D’66 niet besteed. NRC-columniste Marjoleine de Vos waagt er een bijdrage aan, titel: De dood is abstract, tot hij zich aandient. Hierin citeert zij Els van Wijngaarden die tijdens haar onderzoekswerk merkte hoe groot de kloof is tussen het gemak waarmee de samenleving over levenseinde praat en de moeite bij elk mens als de dood dichtbij komt. Hoe praat je er als samenleving en individu dan wel over? Van Wijngaarden: ‘Als mensen een (doods)wens hebben, moeten wij er niet meteen op wijzen dat de zon schijnt. Of dat ze euthanasie moeten bespreken met een dokter. Dan moeten we zeggen: “ga zitten, vertel.”’ En daarna luisteren we. Dus.

KAREL SMOUTER IS KRIJGSMACHTPREDIKANT VANUIT DE NGK EN REDACTEUR VAN ONDERWEG. LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG.


 PRAKTIJKLOKAAL

Christelijke scouting in Leidsche Rijn Binnenkort gaat het van start in Leidsche Rijn: een christelijke scouting, waartoe een aantal mensen het initiatief heeft genomen. Ze zijn overigens niet de eersten. In het Limburgse Schinnen draait al vijfentwintig jaar een vergelijkbare groep onder de internationale paraplu van de Royal Rangers. Het gaat de initiatiefnemers in Leidsche Rijn niet alleen om leuke activiteiten voor de doelgroep, voorlopig de kinderen van 9-11 jaar. Het is voor de kinderen ook een training in discipelschap en evangelisatie.

Karaktervorming

Dat zijn voor kinderen grote woorden en dus de vraag: waar moeten we dan aan denken? Bij scouting hoort praktische dingen, zoals nieuwe knoop leren leggen, een kampement opzetten of koken op open vuur. Maar in Leidsche Rijn gaan de kinderen ook een Bijbeltekst leren, iets te weten komen over de inhoud van het geloof of een diaconale activiteit doen, zoals een brief sturen aan iemand die het nodig heeft. Net als bij de gewone scouting gaat het bij Royal Rangers om karaktervorming. ‘Hoe helpen we onze kinderen en jongeren geestelijk te groeien en hun geloof handen en voeten te geven?’, staat in de folder die binnen de kerken verspreid is.

Aandacht

In welke behoefte voorziet zo’n activiteit? Timo van der Heijden, missionair werker in Rijnwaarde (NGK) en een van de initiatiefnemers: ‘Een van de achtergronden is dat er vanuit onze kerk vooral projectmatig aandacht

18

is voor kinderen van die leeftijd. Na het project is die aandacht weer even weg. Royal Rangers is er elke week.’ Een andere achtergrond is dat er in Leidsche Rijn wel christelijke scholen zijn, maar ook

 Het is voor

kinderen een training in discipelschap en evangelisatie 

zorgen over de identiteit van die scholen. Belangstelling voor de christelijke scouting is er zeker. Zo’n 35 kinderen zijn al opgegeven, terwijl er plek is voor 20. Een

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

bottleneck is de leiding. ‘We bidden ervoor dat mensen zich daarvoor aanmelden’. Zij kunnen een training volgen in Duitsland. Royal Rangers is een internationale beweging, en Duitsland sluit met de taal en dezelfde opzet het beste aan. Bij Royal Rangers gaat het er ook om het evangelie uit te dragen. Daarom is er ruimte voor kinderen die geen kerkelijke achtergrond hebben. Timo van der Heijden: ‘In Schinnen is de verhouding tussen kinderen met een kerkelijke en een niet-kerkelijke achtergrond fiftyfifty’. Royal Rangers is een initiatief vanuit diverse kerken in Leidsche Rijn. Een van de initiatiefnemers is baptistenvoorganger Dirk-Jan Horjus, die zelf ruime ervaring heeft met scouting. Nieuwsgierig? Mail naar timovdh@gmail.com.


Doorpraten over het geloof in Apeldoorn Wie graag Bijbelstudie doet, komt in de GKv Apeldoorn-Zuid volop aan zijn trekken: volgens de website zijn er niet minder dan zeven groepen actief, inclusief een mannenvereniging. Toch ziet dominee Marinus Beute genoeg ruimte voor nog een initiatief: ‘Ik ben van plan de komende maanden af en toe een avond in de kerk te beleggen om met iedereen die dat wil een onderwerp te bespreken vanuit de Bijbel. Mijn idee is: we komen op genoemde avond bij elkaar, ik houd een korte inleiding en vervolgens gaan we er met elkaar over in gesprek. Noem het een gemeentebrede Bijbelstudie, noem het geloofsgesprekken. We zingen een lied, we bidden en gaan weer naar huis’. Het gaat om een serie van drie avonden met bijvoorbeeld als onderwerp: het grote plan met mijn leven. ‘Je hoeft ook niet alle avonden te komen. Ze staan op zichzelf’. Beute ziet de avonden als een mooie gelegenheid om met andere mensen dan die uit je eigen kringetje in gesprek te komen.

Zoetermeer bidt voor de synodes In Zoetermeer bidden ze voor de synodes van CGK en GKv en voor de Landelijke Vergadering van de NGK, die in deze maanden vergaderen. Ds. Matthijs BIeuwenga (GKv) vraagt de gemeenteleden om daarvoor te bidden – en deed dat om te beginnen in de kerkdienst van 2 februari in het Kompas, het kerkgebouw van de GKv. Waarom? Dat legt hij uit in de nieuwsbrief. ‘Wij vinden het als gemeente ook belangrijk om samen met andere christenen te zoeken en groeien in geloof. Als kerken hebben we daarom in de regio en landelijk contact met elkaar. In de regio noemen we dat een classis en landelijk heet het de generale synode. Op deze vergaderingen van kerken wordt gesproken, gedacht en gebeden over onderwerpen die in veel kerken spelen.’ Hij wijst

erop dat in alle drie kerkverbanden onderwerpen besproken worden die iets laten zien van de interne spanningen. Dat is bijna elke dag in de krant te lezen. ‘Dat betekent soms dat er best stevig gepraat mag worden, maar hopelijk met als uitkomst dat christenen dichter bij elkaar én dichter bij God komen’.

Vanzelfsprekend

In Zoetermeer is het vanzelfsprekend dat er in de kerkdienst van het ene kerkverband aandacht is voor de landelijke vergaderingen van de beide andere kerkverbanden. Het Kompas (GKv) is bezig met een kennismakingstraject met De Lichtzijde, de samenwerkingsgemeente CGK/NGK in die plaats. In dezelfde nieuwsbrief gaat het over een filmavond met nabespreking voor beide gemeenten

 Er mag soms

best stevig gepraat worden  en over speciale kringen in de veertigdagentijd, waar leden van beide gemeenten elkaar elke week kunnen ontmoeten. Je kunt je daarvoor opgeven op een centraal adres en je wordt dan ingedeeld in een gemixte kring. Overigens kreeg elke kerkenraad binnen GKv en NGK de vraag om te bidden voor de landelijke vergadering en de synode, die op 7 en 8 februari voor het eerst samen vergaderden. > Webtips: • lv-gs2020.nl/ • cgk.nl/project/generale-synode/

19


 STIMULANS

TEKST DEBBIE DEN BOER

Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW

Met kinderen de Bijbel ontdekken Op zoek naar een geschikte kinderbijbel? De afgelopen periode verschenen er verschillende nieuwe kinderbijbels! Zo verscheen bij het Nederlands Bijbelgenootschap de Voorleesbijbel. In deze Bijbel voor kinderen van 4 tot en met 7 jaar staan 52 verhalen uit Genesis tot en met 2 Samuel. In 2020/2021 zullen nog twee delen van de Voorleesbijbel verschijnen. De verhalen in de Voorleesbijbel zijn zo geschreven dat je in tien minuten het verhaal beeldend en duidelijk kunt voorlezen. Dit maakt de Voorleesbijbel geschikt voor gebruik aan tafel, voor het slapen gaan en in de klas. Op shop.bijbelgenootschap.nl/voorleesbijbel kun je een kijkje nemen in de Voorleesbijbel. Bij Royal Jongbloed verscheen verder de kinderbijbel Het verhaal van Gods liefde. In deze op rijm geschreven

kinderbijbel loopt het verhaal van Gods reddingsplan als een rode draad door de verhalen heen. De kinderbijbel begint bij Genesis en eindigt bij de Hemelvaart. Wil je liever met je kinderen actief aan de slag met de Bijbel? Dan is het boek Ik ben een Bijbelontdekker van Corine Zonnenberg een aanrader. Dit praktische boek staat vol met (goed uitvoerbare!) proefjes bij de Bijbel die kinderen samen met volwassenen kunnen uitvoeren. In totaal bevat het boek twintig Bijbelverhalen, te beginnen bij de schepping en eindigend bij de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Ieder hoofdstuk begint met een proefje gevolgd door een Bijbelverhaal met bijpassende vragen en een manier om te bidden. Het boek is door leeftijdsdifferentiatie te gebruiken door kinderen van 4 tot 12 jaar.

Een antwoord op de klimaatcrisis

De vrienden van Jezus

Nog nooit eerder protesteerden honderdduizenden kinderen van over de hele wereld tegelijkertijd en nog nooit zo vaak als in 2019. De reden voor de demonstraties is ons allen bekend: de zorgen over het klimaat. Kinderen zijn bij lange na niet de enigen die zich hier zorgen maken, ook volwassenen zoeken naar antwoorden op de klimaatcrisis. Maar waar zoeken we antwoorden? En kan het christelijk geloof ons misschien aan een antwoord helpen? Die vraag stelt dr. Roel Kuiper zichzelf en ons in zijn nieuwe boek De wereld liefhebben. Kuiper analyseert de politieke, economische en sociale situatie en schetst in confrontatie met andere opties de mogelijkheden van een morele heroriëntatie vanuit het Bijbelse liefdesgebod. Hij stelt zijn lezers daarmee voor indringende vragen: wat zou het betekenen als we de wereld radicaal gaan liefhebben? Kan liefde een antwoord zijn?

Het bureau Young & Holy van religieuze trendwatchers Marian Timmermans en Corjan Matsinger bestaat vijf jaar. Ter ere van dit jubileum brengt Young & Holy het boekje Friends uit. In dit boekje maken jongeren kennis met alle discipelen van Jezus. Ze leren over Petrus en Judas, maar ook over de onbekendere discipelen. Wie was bijvoorbeeld Jakobus? Bij elke discipel is er een nadenkertje te vinden. Daarnaast bevat Friends creatieve opdrachten, elk passend bij het verhaal van een discipel. Friends is zelfstandig te gebruiken, maar kan ook goed gebruikt worden in jongerengroepen, op de catechisatie of thuis aan tafel. Meer informatie is te vinden op www.youngholy.nl/.

20

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


 JEUGDWERK

Hoopvol in beweging Jongeren en toekomst, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De jeugd heeft de toekomst. Maar hebben jongeren ook iets met een christelijke toekomstverwachting? Help wat ga ik nu weer schrijven! Dat was mijn eerste reactie, want jongeren zijn toch helemaal niet bezig met een christelijke toekomstverwachting? Jongeren hoeven in ieder geval geen geloof, dat hen alleen maar een ticket verschaft om in de hemel te komen. En ze willen ook niet dat het evangelie versmald wordt tot ‘zorg goed voor je naaste, want dan zorgt God ook voor jou. Of ‘leef moreel een goed leven, want dan is God er als je Hem nodig hebt’. Jongeren willen dat het Evangelie impact heeft in het hier en nu. Het geloof moet aansluiten bij het dagelijks leven.

Hoopvol

TEKST ANKO OUSSOREN

In gesprek met jongeren valt mij op dat ze vaak een negatief beeld hebben van de toekomst op allerlei terreinen. Klimaat, kerk, financieel, gezondheid, het ziet er in hun ogen niet rooskleurig uit. Ze koesteren daarbij (te) hoge verwachtingen van hun leven, nu en in de toekomst. Er bestaat een groot verschil tussen wat jongeren willen bereiken en wat ze daadwerkelijk (kunnen) bereiken. Ze dromen van huisje-boompjebeestje, maar zien dit vaak als onredelijk verlangen of minimaal een droom die lastig te realiseren is. Ik werd geraakt door wat een 17-jarige jongere met mij deelde. Hij vertelde in een rotperiode te zitten, maar zei daarbij ook dat hij hoopvol is. Hij ervaart pijn en gebrokenheid, maar leeft vol verlangen en verwachting dat God hem hier doorheen zal helpen. Hij heeft iets geproefd van de liefde van Christus. Zijn leven is vernieuwd en hij ziet uit naar een betere wereld. Ik vind het bijzonder dat hij niet passief op de bank is neergezakt. Nee, hij komt zelf in beweging.

OK Boomer

jongeren in beweging. Het is niet voor niets dat OK Boomer steeds vaker klinkt. De babyboomers (geboren tussen 1945 en 1955) die zelf in verzet kwamen tegen hun ouders, krijgen nu - ironisch genoeg - van hun (klein)kinderen te horen dat ze ouderwets zijn en dat ze zich niet willen inzetten voor een goede toekomst. Jongeren geven vandaag het voorbeeld; de 17-jarigen Billie Eilisch en Greta Thunberg waren vorig jaar de iconen voor de jeugd van vandaag.

 Bij onze jongeren proef

ik iets van wat leefde bij de eerste christenen 

Spiegel

Jongeren leven vandaag in een ingewikkelde en onzekere tijd, ze hebben alle reden om apathisch op de bank te hangen. Maar ze houden ons een spiegel voor die deel uitmaakt van een christelijke toekomstverwachting. Bij onze jongeren proef ik iets van wat leefde bij de eerste christenen. Ook zij kwamen in beweging en wilden Gods liefde en zegen verspreiden. Deze opdracht geldt ook voor ons. Wij hebben niet de opdracht gekregen om de wereld te veranderen, maar het is wel onze opdracht om hoopvol in beweging te komen. Het gaat dan niet gelijk om grote activiteiten. Heb je maar vijf broden en twee vissen. Ga er mee aan de gang. God zal het zegenen. ANKO OUSSOREN IS ADVISEUR BIJ HET PRAKTIJKCENTRUM VAN DE GKV.

> De rubriek Jeugdwerk heeft een uitgebreide online versie. Dit online deel biedt extra verdieping, bronnen en adviezen om praktisch met het thema aan de slag te gaan. Ga naar www.onderwegonline.nl/jeugdwerk-OW604.

En hij is niet de enige. Op allerlei gebieden komen

21


 EYEOPENER

Juichen om de uitverkiezing De uitverkiezing. Het is misschien wel het meest besproken onderwerp op catechisaties en bijbelstudies. Maar ook een onderwerp waarover we struikelen in onze geloofsgesprekken. Onbegrijpelijk en onrechtvaardig dat Jezus mensen bij voorbaat al zou toelaten of uitsluiten. Hoe kan Jezus juist hierover staan te juichen van vreugde?

22

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


Op dat moment begon Hij vervuld van de heilige Geest te juichen en zei: ‘Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild.’ Lucas 10:21

Jezus jubelt het uit: ‘Sommigen hebben het evangelie verworpen, anderen namen het aan. De hemelse Vader houdt de krachten van het Koninkrijk voor de een verborgen, de ander geeft Hij er zicht op.’ Jezus verheugt zich over de eudokia – Gods raadsbesluit, hoe het God heeft goedgedacht. Dat is voor ons moeilijk te begrijpen. Als wij praten over afval van Christus en kerkverlating, doen we dat in mineur. Natuurlijk doen we dat! En wanneer in verband hiermee ook nog Gods wil ter sprake komt, raken we in verwarring, of komen zelfs in verzet. Wij huiveren bij de gedachte aan Gods besluit van verkiezing en verwerping. Maar als Jezus over deze dingen spreekt, doet Hij dat vervuld met de heilige Geest. Nergens anders in de Schrift is Hij zo hooggestemd als hier.

Evangelisatiecampagne

TEKST JAN MUDDE

Willen we Jezus’ blijdschap begrijpen en, wat meer is, ons enigszins eigen maken, dan moeten we oog hebben voor het moment waarop die vreugde doorbreekt. In Lucas 10:1-20 komt Gods bemoeienis met zijn volk tot een hoogtepunt. Er is sprake van de meest intensieve evangelisatiecampagne die er ooit in Israël was. Jezus heeft 72 leerlingen uitgezonden om tot in het kleinste gehucht (vers 1) te melden: ‘Het koninkrijk van God is nabij.’ (vers 9 en 11) En dat koninkrijk komt met kracht! De leerlingen genezen (vers 9), onderwerpen demonen (vers 17) en breken de kracht van de vijand (vers 19). Jezus onderneemt een veldtocht voor het koninkrijk die z’n weerga niet kent. En wat gebeurt er? Tijdens deze veldtocht bepalen de hoorders hun positie tegenover dat koninkrijk. Want het evangelie brengt vrede, jazeker, maar

is tegelijk onontkoombaar confronterend. Het evangelie, op het scherpst van de snede verkondigd, is als een tweesnijdend zwaard, dat dwars door Israël heen snijdt. Sommigen nemen het evangelie aan, anderen verwerpen het. Sommigen blijken kinderen van de vrede te zijn (zie vers 6), anderen wolven (vers 3). In het licht van deze voorgeschiedenis, die hier z’n hoogtepunt bereikt, maar waarvoor God eeuwen nam, moeten we Lucas 10:21 verstaan.

Steigers De 72 zijn teruggekeerd. Jezus ziet wat zijn veldtocht voor Gods rijk teweeg heeft gebracht in hemel en op aarde. En dan, op dat moment zingt Hij over Gods eudokia. Als theologen nadenken over Gods verkiezing, beginnen zij niet zelden bij Gods besluit van eeuwigheid. We vragen ons bijvoorbeeld af hoe dat besluit stap voor stap tot stand is gekomen en hoe dit soevereine besluit zich verhoudt tot de menselijke verantwoordelijkheid.

 Nergens anders

in de Schrift is Hij zo hooggestemd als hier



In Lucas 10:21 roemt Jezus Gods raad, nadat die zich voor zijn ogen gerealiseerd heeft. Dat is veelzeggend. Pas als Gods werk klaar is, kun je je er echt over verheugen. Dan overzie je en doorzie je het geheel. Je kunt het vergelijken met de bouw van een huis. Zolang dat in de steigers staat, valt

 23


 EYEOPENER

er weinig te bewonderen. Dat kan pas als het af is. Zo is het ook met Gods plan dat door de tijd heen werkelijkheid wordt. Het staat nog in de steigers. Eens zullen we zien dat het zich heeft doorgezet en hoe en wat het heeft gebracht. En dan, als de geschiedenis voltooid is en de schellen van onze ogen gevallen zijn, kunnen we, net als Jezus, uit volle borst zingen over Gods geweldige plan, zijn eudokia.

Bevrijdend principe Maar Lucas 10:21 vertelt ons ook waarom Jezus jubelt. Omdat zich een scheiding heeft voltrokken? Omdat sommigen nee hebben gezegd tegen het koninkrijk? Natuurlijk niet! Jezus heeft juist alles op alles gezet om heel het volk te behouden. Later, als het volk zich hardnekkig blijft verzetten, zegt Hij huilend: ‘Had ook jij maar geweten wat vrede kan brengen. Maar dat blijft voor je ogen verborgen.’ (Lucas 19:42) Hardnekkig verzet tegen Gods vrederijk is om te huilen. Waarom juicht Jezus dan wel? Omdat Hij ziet welke scheiding de bediening van het evangelie tot stand brengt. Zijn Vader houdt deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen, maar onthult die aan eenvoudigen. Eerder zong Jezus’ moeder: ‘Wie honger heeft, overlaadt Hij met gaven, rijken stuurt Hij weg met lege handen’. Dat is Gods eudokia. Aan Gods raadsbesluit ligt geen willekeur ten grondslag, maar het kritische en bevrijdende principe dat we in de hele Bijbel zien. Consequent verkiest God hetgeen onaanzienlijk en veracht is. Hij kiest niet de oudste, maar de jongere broer; niet het geziene Egypte of Babel, maar het onaanzienlijke Israël. Paulus schrijft: ‘Wat in de ogen van de wereld dwaas

Vragen

• Veel christenen worstelen met de uitverkiezing. Jezus spreekt er juist uiterst blijmoedig over. Hoe helpt dat jou om ook te gaan zingen van de verkiezing? • Er wordt wel gezegd: ‘De voorbeschikking is meer iets voor de nabeschouwing’. Hoe kijk je in het licht van Lucas 10:21 tegen deze uitspraak aan? • Om te beginnen in ons eigen hart strijden wijsheid en eenvoud, verstand en kinderlijk geloof het hardst met elkaar. Wat kun je daar zelf over vertellen?

24

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

is, heeft God u ​ itgekozen​om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God ​ uitgekozen​om de sterken te beschamen’. (1 Korintiërs 1:27). De weg waarin Gods plan zich voltrekt, draagt het karakter van het bevrijdende evangelie zelf. Het is een heilsplan en brengt gerechtigheid. Daarom spreekt de Heiland niet van een decretum horribile (huiveringwekkend besluit), maar van Gods eudokia, Gods welbehagen.

 Wie anders dan de

boze zou op dat plekje z’n bokkenpoot willen zetten? 

Gods wijsheid In Lucas 10:21 zit nog een laag. Het Koninkrijk blijft verborgen voor wijzen en verstandigen, maar wordt onthuld aan eenvoudigen. Elders spreekt Jezus van kinderen – ‘de Wijsheid wordt gerechtvaardigd door al Haar kinderen’ (Lucas 7:35). Wil je je aan het evangelie van Gods koninkrijk overgeven, dan vraagt dat van je, dat je je zo klein weet als een kind. Wijzen en verstandigen zijn te wijs en te verstandig om mee te gaan met die dwaze koninkrijksbeweging van Jezus. Wijzen en verstandigen vinden dat Koninkrijk geen goed idee, en een gekruisigde Christus vinden ze een dwaasheid: zou ik het daarvan moeten hebben?’ In de wijsheid van deze wereld zit nogal wat eigendunk en zelfgenoegzaamheid. Maar God geeft daar in zijn wijsheid geen millimeter aan toe. Hij kan die geen plek geven in zijn rijk. Daar ruimte voor geven, zou hetzelfde zijn als het kwaad een plek geven in zijn rijk. En wie anders dan de boze zou op dat plekje z’n bokkenpoot willen zetten? Ook daarom blijven de geheimenissen van Gods rijk verborgen voor de wijzen en verstandigen, maar worden ze aan de eenvoudigen, aan kinderen onthuld. Het evangelie van Jezus Christus is zo geaard, dat het tussen deze twee een scheiding maakt, om te beginnen in ons eigen hart. Daarin strijden wijsheid en eenvoud, verstand en kinderlijk geloof met elkaar om het hardst. JAN MUDDE IS PREDIKANT VAN DE NGK HAARLEM.


GKv en NGK verder op weg naar één kerkgemeenschap

Op hun eerste gezamenlijke vergadering in 2020 hebben de GKv-synode en de Landelijke Vergadering van de NGK unaniem besloten om verder te gaan op de weg naar één kerkgemeenschap. Dat besluit zal het uitgangspunt zijn voor alle overige besluiten van de GS/LV. Het besluit werd genomen na twee intensieve dagen van ontmoeting tussen de ongeveer 70 synode- en LV-leden. De dagen waren volledig gericht op onderlinge kennismaking en het groeien van saamhorigheid en vertrouwen. Na de gezamenlijke vergadering volgde een avondmaalsviering onder verantwoordelijkheid van de NGKv Nunspeet. In de preek van dominee Kees de Groot stond Psalm 133 centraal. Synode- en LV-leden reikten elkaar in een grote kring brood en wijn aan en zongen hand in hand het lied: ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’. Een week eerder had de LV NGK zich in een eigen vergadering gebogen over het eenwordingsproces. Daarin benoemden de afgevaardigden na consultatie van de plaatselijke gemeenten een aantal verlangens en zorgen rond de hereniging. Die betreffen onder meer de predikantspensioenen, de ruimte voor plaatselijke gemeenten in de kerkorde en de vormgeving van de binding aan de leer van de Bijbel. Deze aandachtspunten zullen in het vervolgproces met de GS GKv een plaats krijgen. Tijdens de gezamenlijke dagen boden procesbegeleiders Jannet de Jong en Klaas Quist GS en LV een grote eenheidskaars aan met daarop het logo van het herenigingsproces. De kaars met zo’n 500 branduren zal tijdens alle gezamenlijke vergaderingen branden. Op 7 maart is de volgende gezamenlijke vergadering. Daarin staat het rapport van de regiegroep hereniging centraal.

Ds. G. Haveman (NGK) overleden

Ds. Geert Haveman, emeritus predikant in de NGK, is op 5 februari 2020 overleden. Hij diende de Vrije Gereformeerde Kerk in Wolvega vanaf 1992 en de NGK Maastricht vanaf 1997. In 2003 ging hij om gezondheidsredenen vervroegd met emeritaat. Hij is 77 jaar geworden.

Aangenomen naar NGK Culemborg: kandidaat A.E. Lorein (Kampen); naar GKv/NGK De Brug Wapenveld (deeltijd): R.C. Vellinga, die al tijdelijk aan deze gemeente was verbonden en daarnaast in deeltijd verbonden is aan GKv Onnen.

Gezalfden van Christus

V

anmiddag heb ik met Femke gesproken. Dikke tranen over er niet bij horen op de middelbare school die vooral bevolkt wordt door yuppen. Zij als ‘gewoon’ meisje past daar niet tussen en mag niet meedoen. Elk jaar spreek ik wel studenten die dit overkomt en elk jaar zie ik weer hoe desastreus dit voor de ontwikkeling van jongeren is. Hun zelfbeeld gaat er helemaal aan. In de gemeenschap die het lichaam van Christus is, gebeurt zoiets niet, denk je dan. Christenen zijn immers omringd door broeders en zusters in het geloof, die leven in het volle besef dat geen enkele christen enig kind is. Om met Bonhoeffer te spreken: ‘Wat onze broederschap bepaalt, is wat de mens is omwille van Christus. Wij vertegenwoordigen voor elkaar het adres van God.’ Niet dat we dan ook meteen ook een leuk, gezéllig groot gezin zijn. We blijven tobben met onze beperkingen en veranderen dus niet allemaal in briljante gesprekspartners en inspirerende persoonlijkheden. Laten we eerlijk zijn: sommigen doen best vreemd, anderen zijn saai en weer anderen houden er bijzondere opvattingen op na. Maar als wij God als onze Vader erkennen, zullen we het toch met elkaar moeten doen. Toch hoor ik tot mijn verbijstering dat leden van het lichaam afscheid willen nemen van anderen vanwege standpunten over (fijn)gevoelige kwesties. Ik denk dat drie gevaren de gemeenschap van Christus bedreigen: anderen definiëren als probleemgevallen die een oplossing nodig hebben, er een instituut van maken met een managementstructuur om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken, of elkaar klemzetten in standpunten. We moeten weigeren elkaar etiketten op te plakken maar mogen in een telkens hernieuwde verwachting leven naar wat God doet met onze broeders en zusters in het geloof. Zo’n gemeenschap floreert en komt tot bloei. Dus: erken dat sommige zaken te complex voor straffe maatregelen zijn, uniformiteit niet altijd mogelijk is en unanieme besluiten ook niet. Bonhoeffer begint zijn boek Gemeinsames Leben met de woorden van Psalm 133: ‘Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen.’ Dat lukt alleen maar als we erkennen dat het zondaren niet lukt om over sommige onderwerpen tot één interpretatie van de Bijbel te komen én als we elkaar willen blijven zien als gezalfden van Christus.

ELS VAN DIJK IS DIRECTEUR VAN DE EVANGELISCHE HOGESCHOOL. > Voor meer actueel nieuws ga naar onderwegonline.nl 25


SELAZANGER FRANS KORPERSHOEK:

‘Ik ben gaan omarmen wie ik ben’ 26

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


 ONTMOETING Kijk je hem diep in het hart, dan is Frans Korpershoek een ondernemende wereldverbeteraar. In Maassluis en omstreken staat hij bekend als de oprichter van een goedlopende kringloopwinkel, al kent christelijk Nederland hem vooral als zanger

F

van Sela. ‘Ik voel me nog steeds geen geweldige zanger, maar ik weet wel dat ik een

rans is 31, maar gevoelsmatig is hij ergens bij 26 blijven hangen. ‘Ik kijk nog steeds op naar mensen boven de dertig, alsof zij veel ouder zijn dan ik. Als klein jochie voelde ik me anders dan anderen, ook omdat ik mijn geloof al jong serieus nam. Ik stond bekend als “die christelijke jongen die het meende”. Zelfs als ik nu nog een kroeg in Maassluis zou binnen stappen, hoor ik: jij bent toch die jongen die heel erg gelooft? En daarna: dan mag je toch geen alcohol, of seks voor het huwelijk? Dat levert boeiende gesprekken op.’

Lieverdje

TEKST WILFRED HERMANS BEELD SAHIL AAMIR FOTOGRAFIE EN HENRI DOORNBOS

‘We waren thuis met z’n zevenen. Gastvrijheid stond hoog in het vaandel. Ik heb een warme en leuke geloofsopvoeding gehad; de diverse clubs en kampen van de kerk vond ik altijd te gek. Ik ervoer de kerk als betrouwbaarder dan wat de wereld mij gaf, want op jonge leeftijd was ik al vaak in mensen teleurgesteld. Daarom zei ik op mijn tiende tijdens zo’n kamp, heel bewust: Jezus, tot nu toe bent U de enige die mij nog niet heeft teleurgesteld, dus ik ga U volgen. Dat heb ik nooit meer losgelaten.’

Met wat voor teleurstellingen kreeg je te maken?

‘Ik was een lieverdje, gemakkelijk te manipuleren. Tegen mijn zin in gezoend door een wat oudere meid, onder druk van andere meiden, en dat waren dan mijn vrienden. Ook ben ik bijna in elkaar geslagen – diegene vond mij een te vrolijke Frans – terwijl twee vrienden toekeken. Dat laatste gaf een heel onveilig gevoel. En ik deelde altijd mijn snoep, maar dat was nooit genoeg, waardoor ikzelf meestal niks overhield. Ik was veel te zacht.’

Ben je hierin in de loop der tijd veranderd?

boodschap goed kan overbrengen.’

vindt grenzen aan te geven, maar ik leer. Zeker nu onze kringloopwinkel groeit en ik veel contact met klanten heb, is dat soms nodig. Daarbij heb ik meer vrede gekregen met hoe ik ben. Ik ben altijd de voordelen blijven zien van je kwetsbaar opstellen, en als volwassene heb ik daar geen nadelen meer van ondervonden.’

Waarom vind je het belangrijk je kwetsbaar op te stellen – iets wat je op social media vaak doet?

‘Als jij je kwetsbaar opstelt, doet je omgeving dat ook eerder. Ik vind eerlijkheid belangrijk en daarvoor moet je vaak kwetsbaar zijn. Ik schop graag tegen het oude beeld aan van wat mannelijkheid is. Ik ben best onzeker geweest over mijn eigen mannelijkheid, misschien door die ervaringen uit mijn jeugd; ik zou het geweldig hebben gevonden als een vriend van zijn fiets was gestapt en voor mij in de bres was gesprongen. Daarnaast schetst de Bijbel een heel ander beeld van wat mannelijkheid is dan wat de wereld je voorschotelt. Het zit ‘m niet in prestaties en uiterlijk vertoon, maar juist in de moed je kwetsbaarheid te tonen.’

Hoe is het om met Frans getrouwd te zijn?

‘Boeiend, denk ik wel... Paula en ik zijn door de jaren

Biografie • Begon in 2004 na de Continental Tour door Engeland met een jeugdbandje in de kerk. • Volgde van 2007-2009 een studie op het Nexus Institute of Creative Arts in Engeland. • Begon na een baantje als vakkenvuller met het geven van zanglessen. • Sinds 2011 zanger van Sela. • Getrouwd met Paula en vader van dochter Aimée (6) en zoons Arlan (4) en Lucan (2).

‘Ik ben nog steeds een pleaser die het moeilijk

27




 ONTMOETING

heen dicht naar elkaar toe gegroeid, al kenden we een pittige start. We hebben er ook dik geld tegenaan gegooid om dat op orde te krijgen, bij ‘het geitenwollensokken-stel uit Ermelo’, zoals we het echtpaar noemden dat ons coachte. Ze hebben ons leren graven naar onze echte emoties. Om dichter bij elkaar te komen, heb ik geleerd wat minder extravert te zijn, en Paula om minder introvert te zijn.’

reclamekrantjes – iedereen zou verplicht zo’n nee-nee-sticker moeten hebben. Ondertussen dragen we uit dat je geen nieuwe spullen nodig hebt om je rijk en gelukkig te voelen. We zijn geen christelijke kringloopwinkel, maar praten wel over de hoop die in ons leeft als iemand bijvoorbeeld een heftig levensverhaal vertelt. Soms zet dat bezoekers aan het denken.’

Je hebt een goedlopende kringloopwinkel, De Doorsluizer. Heb je een ondernemersgeest?

Kinga Bán

‘Ja, enorm. Als Sela of de kringloopwinkel vandaag zouden stoppen, heb ik binnen een jaar een goedlopend nieuw project. Ik werd vroeger niet voor niets ‘Frans Verander’ of ‘Frans Anders’ genoemd. Momenteel loopt de kringloopwinkel bizar goed, we gaan zelfs een tweede winkel openen. Ik ben een dromer en een mensenmens, dus ik maak plannen en vind daar de juiste mensen bij. Mijn vrouw regelt de financiële kant en trapt waar nodig op de rem, waardoor het wérkt. Ergens heb ik de droom om influencer te worden, internationaal. Omdat ik voel dat wat ik vertel mensen inspireert, mede door mijn eerlijkheid. Gisteren sprak ik nog iemand die zei dat ‘ie door mijn Facebookpost duurzamer boodschappen is gaan doen. Te gek! Uiteindelijk ben ik een idealist die de wereld mooier wil maken, dus wil ik die kracht gebruiken. Maar ik doe er nu bewust weinig mee, want als ik iets wil, ga ik aan de bak en dan moet het ook gebeuren. Voorlopig houd ik het bij Sela, ook een droombaan, in combinatie met de kringloopwinkels.’

Kringloopwinkel met huiskamersfeer

Frans en Paula bezochten voor hun plezier altijd al kringloopwinkels. Daarbij leeft Frans graag zuinig en duurzaam, zo is hij opgevoed. Nadat hij op zijn 22e trouwde, in 2011, was het dus niet vreemd dat zijn vrouw en hij hun woning aankleedden met tweedehands spullen. ‘Vanuit het idee: de aarde kan ons consumentengedrag nu al niet meer aan. Ondertussen groeide bij Paula het verlangen iets met kindvriendelijke horeca te doen, een plek met een speelruimte voor kinderen, waar je als ouder goede koffie kunt drinken en waar je niet gek aangekeken wordt als je even borstvoeding moet geven. Horeca leek mij pittig werk, zeker zonder ervaring, terwijl ik een kringloopwinkel wel zag zitten. Toen een kringloopeigenaar ons vertelde welke omzet hij draaide, zag ik Paula’s ogen groter worden. Wij kunnen dit ook, dachten we, dit gaan we doen, maar dan op onze manier. Met als kernwoorden: duurzaamheid en verbinding.’ De Doorsluizer ligt in het centrum van Maassluis en niet ergens achteraf. De winkel is helemaal gestyled en heeft een woonkamersfeer. ‘Ondertussen leef ik nog hetzelfde als een paar jaar geleden, maar ik verdien veel meer terwijl mijn impact op het milieu lager is. Ik heb bijvoorbeeld een jaar geen nieuwe kleding gekocht, waarna de behoefte daaraan volledig weg was. Ik laat mezelf niet meer gek maken door

28

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020

We spreken Frans in De Lichtboog, de kerk in Houten waar Sela een oefenruimte heeft en waar Kinga Bán dus vaak was. Er gaat geen Sela-ontmoeting voorbij of Kinga komt ter sprake, zegt Frans. ‘We zingen liedjes die zij zong, haar naam staat boven de bladmuziek, ze is overal.’ Frans pakt zijn telefoon erbij om zijn laatste app’je aan haar voor te lezen, van het weekend voordat ze overleed. ‘Ik begon met “Yo, Kungfu!” Ik gaf haar voor de grap allerlei namen, want mensen konden haar naam niet onthouden, dus ze zeiden vaak: Katinka, Kingma, Kimga, Tanga – alles kwam voorbij. We deelden alles, ze voelde als een oudere zus, maar dan veel vriendschappelijker. Er was een tijd dat mensen vaker vroegen “Hoe gaat het met Kinga?” dan “Hoe is het met jou?”. De eerste honderd keer is dat prima, daarna probeerde ik het maar te incasseren.’ Het overlijden van Kinga heeft Frans blijvend veranderd, en dat raakt hem nu weer. Hij is een gevoelige jongen, excuseert hij zich met een kwinkslag. ‘Ze heeft me bewust en onbewust gevormd. Pas de laatste jaren ontdekte ik wat het met me deed om naast haar te staan; ze was van nature heel aanwezig en daar heb ik best een tijd mee geworsteld. Ik stelde me dienstbaar op, maar heb mezelf misschien te


Klaagvrouwen veel weggecijferd. Toen ik in 2011 bij Sela begon, moest ik nog veel leren en dan kom je naast zo’n groot talent te staan. Dat maakte ontspannen zingen best moeilijk. Op een gegeven moment kwam daar nog een recensie in de krant overheen waarin ik de zwakste schakel van Sela werd genoemd; daar heb ik drie dagen last van gehad. Voordat we het eerste album opnamen, sliep ik nauwelijks.’ Lachend: ‘Als ik het album nu luister, hoor ik vooral een uitgeput, emotioneel wrak. Best leuk en leerzaam, want als ik het vergelijk met latere albums, denk ik: kijk, leuk, dit ben ik! Uiteindelijk ben ik gaan omarmen wie ik ben en heb ik ontdekt wat mijn sterke en zwakke kanten zijn. Ik voel me nog steeds geen geweldige zanger, maar ik weet wel dat ik een boodschap goed kan overbrengen.’

Je hebt nooit getwijfeld om te stoppen bij Sela. Waarom wil je blijven?

‘Omdat ik enorm houd van de missie: nieuwe liederen voor de kerk. En ik kan mensen helpen om van hun hoofd af te zakken naar hun gevoel, bijvoorbeeld door ze te betrekken bij hoe ik een concert beleef, of door mee te denken over onderwerpen voor nieuwe liederen. ‘Vul ons met Uw liefde’ is zo’n lied. ‘Achter onze schone schijn, waar we broos en kwetsbaar zijn, schuilt de leegte van ons hart, waar alleen uw liefde past.’ Een thema naar mijn hart.’

Hoe helpt Sela jou om te geloven?

‘We praten altijd over de onderwerpen die we bezingen, en waarom die ons raken. Dat is nodig, anders wordt het heel lastig om 21 keer hetzelfde lied te zingen. De thema’s die tijdens een concertenreeks voorbijkomen, neem ik mee in mijn dagelijks leven. We vormen samen een minikerkje, we delen heel transparant ons geloofsleven. Dat helpt om elkaar ook moeilijke vragen te stellen, zonder dat die ander per se het goede antwoord moet hebben.’

Welk lied raakt jou het meest?

‘Dat is een lied over twijfel en God niet voelen, ‘Wanneer ik U niet vind’. Dat geldt vooral voor de Frans van vroeger, maar ik kan me daar nog steeds goed in verplaatsen, waardoor het me raakt. Daarbij ken ik veel mensen die deze vragen momenteel hebben. Het refreintje is al prachtig gearrangeerd, maar dan de bridge... ‘Hoor mij aan, laat niet los, kom mij toch te hulp’. De harmonieën in combinatie met de woorden zijn zo raak en dichtbij dat ik daar een brok van in mijn keel krijg. Niet handig voor een zanger, maar dat mag er dan gewoon zijn.’ WILFRED HERMANS IS FREELANCE JOURNALIST.

Z

e schrikt een beetje van me. ‘Je bent altijd opgeruimd en optimistisch, zo ken ik je niet.’ Zo wil ik ook dat mijn buurvrouw me kent, als iemand die altijd een bemoedigend woord of voedzaam soepje voor haar heeft. ‘Ik dacht dat dat door jouw God kwam, die maakt alles makkelijker voor jou. Maar nu hoor ik je klagen.’ Ik kan er niet zo goed tegen als ik iemand tegenval en wil in de verdediging gaan. Dat ik het ook wel eens zwaar vind om alle ballen in de lucht te houden. Tot ik me realiseer dat ik haar niet tegenval – ze slaat immers een arm om me heen – maar dat God haar tegenvalt. Ze denkt dat Hij het laat afweten. In mijn kracht ziet ze zijn kracht. En in mijn zwakheid een kans om de rollen om te draaien. Ze kan er nu voor mij zijn.

 ‘Als Hij me maar geen soep laat koken’  ‘God helpt me wel, hoor, Hij ziet en hoort me,’ verzeker ik haar. ‘Ik heb het Hem vanochtend eerst verteld, dat ik overvraagd word. Dat maakt het al iets lichter.’ Onverbloemd reageert ze: ‘Maar Hij laat het je ondertussen gewoon zelf oplossen.’ Ik kijk haar aan en zeg: ‘Nee, hoor, Hij stuurde jou.’ Ze kijkt even op van de keukenla waarin ze graait. Haar gezicht licht op. ‘Goed dat je het eruit gooit, in ieder geval. Gedeelde smart is halve smart, dat staat toch ook in de Bijbel?’ Ik betwijfel het, maar dit is niet het moment om kritisch te zijn over haar Bijbelkennis. ‘Lamenteren, klagen is in ieder geval Bijbels. Ik was pas in een kerkdienst en daar kreeg je tien minuten tijd om alleen je beklag te doen.’ ‘Hardop?’, vraagt ze. ‘Nee, zachtjes voor jezelf.’ ‘Dus toch niet helemaal maskers af voor al die nette kerkmensen.’ Er klinkt iets van teleurstelling in door. ‘Dat zou beter zijn, daar heb je gelijk in. Misschien is het wel makkelijker om buiten de kerk je moeite te laten zien.’ En natuurlijk neemt ze het laatste woord: ‘Wat mij betreft prima, als Hij me maar geen soep voor je laat koken.’

ELINE DE BOO IS SCHRIJFSTER MET EEN MISSIONAIRE ROEPING.


 OPINIE

Meer lichaam in de liturgie ‘Dit is een jammerklacht.’ Zo begon kerk-redacteur Gerard ter Horst in het Nederlands Dagblad afgelopen najaar (11/10/2019) zijn openhartige essay over de protestantse kerkdienst. Hij voelt vervreemding van de eigen traditie die hij zo liefheeft. Hij constateert te veel woord, te veel passiviteit, te weinig stilte en zelfs te weinig God. Zijn klacht resoneert bij mij, en dan met name op de functie van ons lichaam in de kerkdienst.

T TEKST MARINUS DE JONG

er Horst noemt het niet expliciet, maar het klinkt door op de achtergrond van zijn klachten. Het meest duidelijk op het punt van de passiviteit en het verbale karakter van de kerkdienst. Maar ook in zijn verlangen naar God en naar de stilte. De Amerikaanse christelijk filosoof James K.A. Smith pleit al jaren voor meer lichaam in de kerkdienst. In zijn belangrijke boek Desiring the Kingdom (Baker, 2008) zet hij dit scherp neer. Met een beroep op Augustinus, ook herkenbaar in zijn recent vertaalde Je bent wat je lief is (KokBoekencentrum, 2019), bepleit hij een blik op de mens als verlangend wezen en niet als denkend, rationeel wezen. We zijn niet als die speelgoedpoppetjes met een groot hoofd en een klein lichaam, ‘denkende dingen’. We zijn geen hersenen met oren, maar hebben ook een neus, een tong, handen en ogen. Als God ons zo heeft gemaakt, waarom negeren we dat dan in de kerkdienst?

Ambigue De manier waarop we in onze cultuur met ons lichaam omgaan, is ambigue. We zorgen enerzijds goed voor ons lichaam. Sportscholen zijn de buurthuizen van onze tijd, hoorde ik laatst iemand zeggen. Als ik op zondagochtend naar de kerk fiets, is het niet stil op straat: hardlopers en bootcampers zijn al in de weer. Aan de andere kant vormt juist deze adoratie ook onze worsteling. Juist onder jonge

30

OnderWeg #04 > Jaargang 6 > 15 februari 2020


mensen komt een burnout veel voor. En de oorzaak is vaak: niet luisteren naar je lichaam en te veel in je hoofd zitten. Hier ligt een kans voor de kerk om te laten zien dat we met ziel én lichaam toebehoren aan Christus.

Lichamelijkheid Onze protestantse traditie is, binnen de brede traditie van de kerk, een wat vreemd eiland van rationele woordkerkdienst. De liturgie van de Rooms-Katholieke en Oosters-Orthodoxe tradities is ‘lichamelijker’. Denk alleen al aan de wekelijkse viering van de eucharistie: volop lichaam en - meer dan de preek - de essentie van de dienst. De beelden en iconen in deze kerken zetten je ogen aan het werk. Ook in pinksterkerken ligt een sterk accent op lichamelijkheid. Dansen, vallen, geheven handen, gebed met aanraking, zwaaiende vlaggen: het hoort erbij. Ook het gebed om lichamelijke genezing is in deze kerken heel normaal.

 We zijn geen

hersenen met oren



Veranderen De vraag dringt zich op of er dan geen theologische verschillen liggen onder deze verscheidenheid. We hadden toch met reden afscheid genomen van beelden en iconen? En in de pinksterbeweging gaat toch ook nogal eens wat mis? Het zijn terechte vragen, die een antwoord nodig hebben. Maar ondertussen kunnen we in alle vrijmoedigheid alvast een paar zaken veranderen in onze liturgie die helemaal in lijn zijn met de gereformeerde traditie. Want onze diensten hebben minder ‘lichaam’ dan de reformatoren wilden. Ik doe een viertal suggesties.

1. Vier vaker avondmaal

Jezus zei: ‘Wie mijn vlees kauwt en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven’ (Johannes 6:54, eigen vertaling). De woorden zijn zo plastisch mogelijk: vlees, als in een kippenpootje en kauwen als een koe in de wei. Bij de Emmaüsgangers in Lucas 24 gaan de ogen van de leerlingen pas open als Jezus het brood breekt (vers 30-31). Luther en Calvijn schaften de wekelijkse viering niet af. Het avondmaal is het lichamelijke hart van de kerkdienst, al vanaf de vroege kerk. Als we het brood zien, in de benen komen, proeven en ruiken, komt Christus’ genade dubbel binnen, niet alleen in het hoofd, maar ook in de mond. In de Oosterparkkerk waar ik voorganger ben, vieren we het al jaren maandelijks en we spreken nu over tweewekelijks of misschien zelfs wekelijks.

2. Kniel

Het knielen is nooit bewust afgeschaft. Het is ergens in de 17e eeuw in Nederland in onbruik geraakt, vooral om praktische redenen. Heel jammer. Knielen laat je voelen dat er iemand aanwezig is die groter is dan jij. In de Oosterparkkerk hebben we nu een aantal keer geknield, bij de schuldbelijdenis of bij het kyriegebed aan het begin van de dienst. Het is wat ongemakkelijk op de harde grond, maar het kan. Gewoon proberen. Eventueel kun je de inrichting aanpassen, met bankjes of kussentjes. Bij ons staat dit op de wensenlijst voor de op handen zijnde verbouwing. Een andere optie is om geknield het avondmaal te ontvangen zoals in veel protestantse kerken in Groot-Brittannië gebeurt. Bij een gaande viering ga je naar voren, je knielt en houdt je handen op om het brood te ontvangen. Je hebt dan voorin een brede knielbank nodig waar een aantal mensen tegelijk kunnen knielen.

3. ‘ Vader, met geheven handen breng ik u mijn dank en eer’

Als ik het durf, afhankelijk van waar ik ben, hef ik mijn handen omhoog. Ik vind dat heerlijk en verlang er soms naar om de lof aan God niet alleen te zingen, maar ook met mijn lichaam te uiten. Het is jammer dat dit gebaar een statement is geworden, een erfenis uit onze moeizame relatie met de evangelische beweging. Het is hoog tijd om dat we daar, als volwassen kerk, normaal mee om leren gaan. Het zou mooi zijn als vrije lichamelijke expressie iets gewoons wordt, maar iets dat mag maar niet hoeft. Zoals het bij veel evangelische kerken al werkt.

 Onze diensten hebben

minder ‘lichaam’ dan de reformatoren wilden  4. Wees je bewust van de ruimte

De ruimte waar je samenkomt, vertelt een verhaal. Een neutrale ruimte bestaat niet. De kansel staat in onze traditie altijd in het middelpunt, geflankeerd door de tafel en doopvont en de ambtsdragers in aparte banken. Tegenwoordig willen we de gemeenschap benadrukken: we zetten de stoelen in een cirkel, want iedereen is gelijk. De dominee gaat de kansel liever af en de band staat op het podium. Het is iets om over na te denken: wat is de theologie van de opstelling van de kerkzaal? Wat of wie vertegenwoordigt de Heilige? MARINUS DE JONG IS PREDIKANT VAN DE OOSTERPARKKERK (GKV) IN AMSTERDAM EN PROMOVENDUS AAN DE TU KAMPEN.

31


ADVERTENTIE

OnderWeg app! Met de app OnderWeg online kun je ons magazine nu ook op mobiel of tablet lezen. De app bevat de nieuwste editie van OnderWeg en alle eerdere nummers (vanaf 2015).

Ja, ik wil OnderWeg digitaal lezen! Voor â‚Ź 37,50 per jaar (studenten betalen â‚Ź 18,75) lees je magazine OnderWeg op mobiel of tablet. De speciaal voor OnderWeg ontwikkelde app OnderWeg online werkt simpel en snel. Meld je aan via www.onderwegonline.nl/app

OL EN HOOPV REND INSPIRE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.