Het avontuur van Trouw

Page 1

SPECIAL

Trouw Het avontuur van

‘U heet toch HEER met weet ik hoeveel hoofdletters?’

Marten Tel

‘Trouw is niet voorbehouden aan de kerk, maar de kerk is er wel op aanspreekbaar’ Thijs Tromp

‘Een relatie hebben is je engageren, zonder dat je weet wat er gaat komen’ Paul Verhaeghe

TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE

> Jaargang 5> 2 november 2019


  BEELD VAN TROUW

2

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


  INTRODUCTIE THEMA

Trouw in de schijnwerpers B

ij trouw moet ik vaak denken aan Sam, de trouwe dienaar en vriend van Frodo, uit The Lord of the Rings. Liever verdrinkt hij dan zijn meester alleen het gevaar tegemoet te laten gaan. Zelfs als zijn meester hem niet meer vertrouwt en wegstuurt, laat hij hem niet in de steek. Zijn leven zet hij voortdurend op het spel voor hem. Sam is niet de opvallende held van het verhaal. Hij heeft een bijrol en is eerder wat saai. En toch, zonder zijn trouw was het verhaal nooit goed afgelopen.

ook niet thuis. Zoals Thijs Tromp vertelt: toen hij als diaken naar mensen zocht die in de kerk iets wilden vertellen over het diaconale werk dat ze jarenlang trouw in het verborgene deden, kon hij niemand vinden. Ook voor dit nummer gaven verschillende mensen aan dat ze het niet nodig vonden een interview te geven.

In deze special ‘Trouw’ proberen we iets in de schijnwerpers te zetten dat daar niet lijkt te passen. Trouw heeft iets saais. Ik vind trouw zijn ook lastig. Een ingewikkelde vergadering, een pastorale crisis, een kerkdienst over een lastig thema, ik sta voor je klaar! Maar trouw zijn is meestal veel minder spannend. Trouw zijn is volhouden, ook al voel ik er niet zoveel bij. Trouw zijn is het goede doen, ook als er (bijna) niemand kijkt en er geen tastbaar resultaat is. Ik heb lang gedacht dat mijn gave om trouw te zijn niet zo groot is. Maar steeds meer realiseer ik me dat trouw in de Bijbel nauwelijks genoemd wordt als specifieke gave voor slechts enkele christenen, het is iets waartoe alle gelovigen telkens worden opgeroepen: ‘Houd vol!’ En juist door en in het volhouden, groeit ook de trouw.

doen, ook als er (bijna) niemand kijkt 

Om trouw te zijn, kan ik volgens psychiater Paul Verhaege maar beter aanvaarden dat wij niet volmaakt zijn. Als de ander of ikzelf aan een ideaalbeeld moet voldoen, lukt het niet om trouw te blijven. Om trouw te zijn, moet ik het leven zonder glitter en glamour durven zien. Trouw lijkt dus echt niet in de schijnwerpers te passen. Mensen die trouw zijn, voelen zich daar vaak

 Trouw zijn is het goede

Toch zijn we blij met degenen die dat wel gedaan hebben. Hun verhalen laten zien hoe goed het is dat zij stug volhielden, ook al was en is het uitputtend. En ondanks hun mogelijke afkeer van schijnwerpers zijn ze inspirerende mensen die hoop uitstralen. In hun trouwe opoffering zijn ze misschien wel meer zichzelf. Trouw heeft daarmee iets van een avontuur. Vooraf weet je niet waar je volhardende verbinding aan iets of iemand je brengt. Zoals Sam. Zonder zijn trouw was hij veilig thuisgebleven, had hij zijn avonturen nooit beleefd en hadden we nooit van hem gehoord. Geef dus niet op, maar houd vol! BRAM BEUTE, REDACTEUR VAN ONDERWEG

De special is gemaakt door de redactieleden Debbie den Boer, Leendert de Jong, Peter Strating en Bram Beute.

3


INHOUD 12 ESSAY GROOT IS UW TROUW, O HEER? EEN INDRINGEND VERHAAL VAN MARTEN TEL OVER HET VERLIES VAN ZIJN ZOONTJE HARMEN EN ZIJN VROUW GERA.

 

28 INTERVIEW BALANCEREN TUSSEN TWEE CULTUREN ALS DAGELIJKSE WERKELIJKHEID REBEKKA HERMÁN MOSTERT BALANCEERT AL VAN JONGS AF AAN TUSSEN TWEE CULTUREN, DIE VAN ROEMENIË EN VAN NEDERLAND. LEIDT DAT NIET TOT LOYALITEITSCONFLICTEN?

(On)gewone trouw 22 BESCHOUWING Trouw zijn in een onthechte samenleving 32 INTERVIEW ‘Door te zwijgen, zeggen we eigenlijk dat prostitutie oké is’ 52 BESCHOUWING Waarom zou je trouw zijn aan de kerk? 56 INTERVIEW ‘Je mag best kijken: waar hoor ik thuis?’ 70 VERWERKING Aan de slag met trouw

4

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

in deze special verder onder andere

Hoe is het om trouw te zijn in het dagelijks leven op gewone en soms bijzondere plekken? Fotograaf Jaco Klamer en journalist Henrique Staal maakten vijf portretten (pagina 11, 21, 31, 37 en 51).


60 INTERVIEW

‘EEN RELATIE HEBBEN IS JE ENGAGEREN, ZONDER DAT JE WEET WAT ER GAAT KOMEN’ PSYCHOLOOG PAUL VERHAEGHE BETOOGT DAT DE RELATIE DIE WE HEBBEN MET ONS EIGEN LICHAAM VAN GROTE INVLOED IS OP DE RELATIES DIE WE MET ONZE PARTNER HEBBEN. DE VRAAG IS: WAT BETEKENT DAT VOOR ONDERLINGE TROUW?

44 REPORTAGE ‘TROUW EN GODS GENADE HOREN BIJ ELKAAR’ TROUW ZIJN IN JE RELATIES – AAN JE PARTNER, AAN JEZELF, AAN GOD: WAT KOMT DAARBIJ KIJKEN? ELISE LENGKEEK GAAT VOOR EEN ANTWOORD OP DIE VRAAG LANGS BIJ EEN AANTAL (ERVARINGS)DESKUNDIGEN.

BEELDEN VAN TROUW Fotograaf Maarten Boersema maakte zes beelden bij Bijbelteksten over God die trouw is (pagina 2, 15, 27, 43, 59 en 65).

Stockbeelden: Jasonfang/iStock (pagina 1); Zoey Tian/Unsplash (pagina 6-7); Chlorophylle Photography/Shutterstock (pagina 1213); AlexandrBognat/iStock (pagina 17); GODS_AND_KINGS/iStock (pagina 20); Martin Dawson/Unsplash (pagina 28-29); Jean Carlo Emer/Unsplash (pagina 32); Evellean/Dreamstime (pagina 38-39); Amy Humphries/Unsplash (pagina 49); Joshua Eckstein/Unsplash (pagina 52); James Coleman/Unsplash (pagina 54); Ingimage.com (pagina 56); Rawpixel.com/Shutterstock (pagina 67).

5


God is onveranderlijk trouw Het kan je naar de keel grijpen: niets is meer zeker in de kerk. Op liturgisch gebied is alles aan het schuiven gegaan. Er is opeens samenwerking mogelijk met christenen van wie we vroeger zo veel mogelijk afstand hielden. Vrouwen zitten in de kerkenraad en staan op de kansel, terwijl we vroeger de afwijzing van de vrouw in het ambt zo’n beetje als maatstaf voor orthodoxie hanteerden. Waar gaan we met elkaar naartoe? Alles in de kerk hangt af van Gods onveranderlijke trouw. Door daarop te hopen en te vertrouwen kunnen we elkaar in de kerk terugvinden.

6

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


 BESCHOUWING

D

e zorg over de ontwikkelingen in de kerk is nog maar een van de zorgen die je over de kerk kunt hebben. We zien ook dat kerkverlating toeneemt. Kerkverlating is vaak ook godsverlating. Met tranen in de ogen zien we het gebeuren. Waar moet dat op uitlopen? Misschien zie je dat probleem juist helemaal niet. We leven toch in de 21ste eeuw! Oude vormen en gewoonten moeten zo gauw mogelijk overboord. Een kerk die niet bij de tijd is, heeft geen toekomst. Het enige waarover je nog van mening kunt verschillen, is de vraag welke veranderingen precies noodzakelijk zijn. Maar veranderingen in de kerk kun je eigenlijk alleen maar toejuichen. Is dat ook niet de manier om kerkverlating tegen te gaan? Een eigentijdse kerk heeft de toekomst. Rond dit soort verschillen kunnen we elkaar in de kerk gemakkelijk kwijtraken. Gemakkelijk ontstaan er over en weer clichébeelden. Somberaars tegenover naïevelingen. Pessimisten tegenover optimisten. Maar het gaat in de kerk niet om mijn behoudzucht of om jouw zoeken naar verandering. Het gaat in de kerk om God, de Vader van onze Heer Jezus Christus. Alles in de kerk hangt af van zijn onveranderlijke trouw. Door daarop te hopen en te vertrouwen kunnen we elkaar in de kerk terugvinden. In dit artikel sta ik erbij stil wat het betekent dat God onveranderlijk is, dat Hij trouw is en hoe dat ons tot geloof roept.

Onveranderlijk

TEKST BAREND KAMPHUIS

Vóór alle tijden hebt U de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van uw handen. Zij zullen vergaan, maar U houdt stand, zij zullen als kleren verslijten, U verwisselt ze als een gewaad en zij verdwijnen, maar U blijft dezelfde, uw jaren nemen geen einde. (Psalm 102:26-28) Uit deze psalm blijkt dat niets op aarde hetzelfde blijft: alles verslijt en vergaat. Mensen verouderen en sterven. Zelfs de langstlevende bomen hebben niet het eeuwige leven. Maar God blijft altijd dezelfde. Hij wordt niet aangetast door de tijd. Hij leeft in eeuwigheid. Opvallend genoeg past de brief aan de Hebreeën dit citaat uit Psalm 102 toe op de Zoon van God,

 7


 BESCHOUWING

Jezus Christus (Hebreeën 1:10-12). Dit is zo wezenlijk voor deze brief, dat de schrijver er aan het eind op terugkomt: ‘Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren en vandaag en tot in eeuwigheid’ (Hebreeën 13:8). In de dogmatiek is deze belijdenis onder woorden gebracht in het leerstuk van de onveranderlijkheid van God. Tegenwoordig is dit leerstuk niet meer zo populair. Dat is wel te begrijpen. Vaak is van Gods onveranderlijkheid een soort onbewogenheid gemaakt: een God die zich niet laat raken door wat er in zijn schepping gebeurt. Maar dat idee staat ver af van de God van de Bijbel, die juist intens betrokken is bij de wereld. God kan boos worden, Hij kan verdrietig zijn, Hij leeft mee met zijn schepselen. Ook al is dit zo, het betekent niet dat wij daarom de onveranderlijkheid van God maar moeten opgeven. Er is namelijk volgens de Bijbel een wezenlijk verschil tussen God en al zijn schepselen. Alleen God is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij is onvergankelijk. Vanuit een wereld waarin alles wankelt en niets zeker is, slaan wij de ogen op naar God, die altijd dezelfde is. ‘Bij Hem is nooit enige verandering (...) waar te nemen’ (Jakobus 1:17). Dat is de God die wij in Jezus Christus hebben leren kennen: een mens als wij, kwetsbaar, sterfelijk. En toch zijn die wonderlijke woorden over onze onveranderlijke, onsterfelijke God ook op Hem van toepassing. De onveranderlijkheid van God leer je pas goed kennen door Jezus.

 Van Gods onveranderlijkheid is vaak een soort onbewogenheid gemaakt  Golfbeweging

Dat God trouw is, is geen abstracte theorie. Integendeel, het is de basis van ons bestaan. Psalm 102 is een ‘Gebed van een ongelukkige die dreigt te bezwijken en zijn klacht uitstort voor de HEER’ (vers 1). De psalm vertoont een soort golfbeweging van bittere klachten en zelfs verwijten aan God, afgewisseld met lofzeggingen en uitingen van vertrouwen. Na die verzen over God die altijd dezelfde blijft, volgt nog één vers, vers 29: De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen, ook op hun nageslacht rust uw oog. Uit deze psalm leren we dat we kunnen rekenen op God, juist omdat Hij anders is dan wij. Je kunt vertrouwen hebben voor de toekomst, omdat Hij dezelfde is en

8

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

blijft. Straks zijn wij er niet meer om voor onze kinderen te zorgen. Later vallen ook onze kinderen weg en staat zelfs hun nageslacht er alleen voor. Alleen? Nee, natuurlijk niet. God valt nooit weg. Op zijn trouw kun je rekenen, tot in eeuwigheid. Dat ligt ook opgesloten in die wonderlijke naam die God zichzelf heeft gegeven, die haast onuitspreekbare naam JHWH: ‘IK ZAL ER ZIJN’ (Exodus 3:14). Toen God die naam aan Mozes openbaarde, leek Hij al eeuwen afwezig. Maar natuurlijk was Hij niet afwezig. Hij luisterde naar de jammerklachten van zijn volk, Hij keek om naar hun lijden. Hij was trouw aan zijn beloften aan Abraham, Isaak en Jakob. Op die trouw konden ze blijven rekenen. Hun toekomst leek verloren. Maar Gods trouw opent de toekomst.

Parallellie

Ook deze trouw van God – in voor mensen moeilijke omstandigheden – wordt in het Nieuwe Testament verbonden met Jezus Christus. In 2 Timoteüs staat een wonderlijke passage: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven; als wij volharden, zullen we ook met Hem heersen; als wij Hem verloochenen, zal Hij ook ons verloochenen; als wij Hem ontrouw zijn, blijft Hij ons trouw, want zichzelf verloochenen kan Hij niet. (2 Timoteüs 2:11-13) Ik noemde dit een wonderlijke passage, vanwege die laatste regels. Het lijkt een soort hymne, een oudchristelijke lofzang, waarin de parallellie tussen Christus en de gemeente wordt bezongen. De parallellie gaat zelfs door bij de verschrikkelijke mogelijkheid van de verloochening. Jezus zegt immers: ‘Ieder die Mij zal erkennen bij de mensen, zal ook Ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. Maar wie Mij verloochent bij de mensen, zal ook Ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel’ (Matteüs 10:32-33). Maar aan het eind wordt de parallellie doorbroken. Ontrouw bij mensen komt maar al te vaak voor. Ook gelovige dienaren van Jezus kunnen verzaken in hun roeping voor Hem. Bij Jezus is ontrouw echter ondenkbaar. Hij is JHWH, trouw tot in eeuwigheid. Hij zal zichzelf nooit tegenspreken – Hij kan zichzelf immers niet verloochenen, Hij kan niet tegen zichzelf ingaan. Hij handhaaft zijn woord. Hij blijft ons confronteren met onze roeping. Hij zal ongetwijfeld zijn beloften vervullen. De zekerheid van de kerk is dus niet gelegen in onze trouw. Ontrouw is een al te reële mogelijkheid. Maar


tegenover die menselijke ontrouw staat de trouw van Jezus Christus, goddelijke trouw, verankerd in zijn goddelijke onveranderlijkheid. Wij kunnen al te gemakkelijk onszelf verloochenen. We draaien soms met alle winden mee. Maar de zekerheid van de kerk ligt ergens anders: Jezus Christus is onveranderlijk betrouwbaar.

Werkelijkheid Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. (Hebreeën 11:1) Dit overbekende vers gaat over de kracht van het geloof: wat gebeurt er eigenlijk als je gelooft? Dat is dit: ‘Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen’. Je zou het ook zo kunnen zeggen: ’Het geloof is de realisering van wat we hopen’. Door het geloof worden de dingen waarop we hopen werkelijkheid. Dat is de wonderlijke kracht van het geloof. Hoe dat komt? Omdat geloof zich richt op Gods beloften. En beloften zijn geen voorspellingen. Voorspellingen gaan in vervulling, of je ze gelooft of niet, als het goede voorspellingen zijn. Of ik het nu al of niet geloof, meestal krijg ik een nat pak als de buienradar regen voorspelt en ik me er niets van aantrek. Maar zo is het niet met Gods beloften. Die gaan alleen maar in vervulling in de weg van geloof. Ze vragen om geloof. En als ze geloof vinden, dan worden ze werkelijkheid. Daarom is het geloof de realisering van alles waarop we hopen op grond van Gods beloften. Hebreeën 11 geeft daar prachtige voorbeelden van. De muren van Jericho vielen door het geloof. Zonder geloof hadden ze er jaren omheen kunnen lopen en er was nog geen steen uit die muur gevallen. Maar omdat ze geloofden in Gods belofte vielen na zeven dagen de muren omver: door het geloof werd hun hoop werkelijkheid. Dat geldt dus ook voor de trouw van God en Jezus. Hij blijft ons trouw, dat is ons beloofd. Maar je kunt je van die belofte afkeren, in ongeloof. Dan zul je haar niet in vervulling zien gaan. Niet omdat die belofte niet betrouwbaar was, maar omdat jij haar niet hebt aanvaard.

Selffulfilling prophecy

Het komt er heel erg op aan hoe je naar de kerk kijkt en hoe je erover spreekt. Zie je alleen maar gevaarlijke ontwikkelingen? Klaag je alleen over veranderingen? Ben je dan niet je geloof in Gods trouw aan zijn kerk kwijtgeraakt? Dan is jouw geklaag een selffulfilling prophecy, want alleen in de weg van geloof wordt Gods

belofte van trouw werkelijkheid. Geloof is echter geen vanzelfsprekendheid. Geloof is heel iets anders dan er makkelijk van uitgaan dat het wel goed komt met de kerk en dat iedere verandering vooruitgang is. Geloof is dat jij je vastklampt aan Gods beloften, dat je het daarmee waagt, desnoods tegen alle schijn in. Geloof is geen pessimisme, maar ook geen optimisme. Het is realisme. Je erkent alle gevaren, maar toch waag je het met de trouw van God.

 Geloof heb ik nodig om me te overtuigen dat lepelaars Gods kunstwerk zijn 

‘Het geloof (…) overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.’ Als we het wel konden zien, hadden we geen geloof nodig. Ik heb geen geloof nodig om de lepelaars te zien in het nieuwe Reevediep bij Kampen, hoogstens een verrekijker. Geloof heb ik nodig om me te overtuigen van wat ik niet kan zien: dat die lepelaars het werk zijn van Gods handen, zijn kunstwerk. De gelovigen uit Hebreeën 11 zagen meestal niets van wat ze geloofden. Abraham zag niet ‘de stad met fundamenten’, hij zag alleen maar zijn nomadenkamp met tenten (vers 9-10). Mozes zag de schatten van Egypte, maar dat de smaad van Christus meer waard was, dat zag hij niet (vers 26). Maar Abraham en Mozes en al die anderen geloofden Gods beloften. Ze rekenden op Gods trouw. Dat was voor hen meer dan genoeg bewijs om overtuigd te zijn, ook al zagen ze er niets van.

Vastklampen

Ik geloof dat God trouw is aan zijn kerk. Ik klamp me vast aan Gods beloften. Zie ik er iets van? Ach, ik zie zo veel tegenbewijzen. Ik ken de verhalen uit de kerkgeschiedenis over afvalligheid en ontrouw. Ik weet dat het hellende vlak al te vaak het begin is geweest van het einde. Ik zie evengoed als anderen gevaarlijke ontwikkelingen en ik houd mijn hart vast. Maar ik schuif dat allemaal aan de kant. God is toch onveranderlijk trouw? Jezus kan zichzelf niet verloochenen! Hoe zou ik hun beloften kunnen wantrouwen? Als ik geloof, dan zal ik het meemaken: de kerk die niet door de macht van de boze is te overweldigen (Matteüs 16:18), die zonder vlek of rimpel zal zijn, heilig en zuiver (Efeziërs 5:26-27). Wat een wonder, dat wij zo’n trouwe God en verlosser hebben. BAREND KAMPHUIS IS EMERITUS HOOGLERAAR SYSTEMATISCHE THEOLOGIE AAN DE TU KAMPEN.

9


ADVERTORIAL

Talent komt tot bloei Sammuel Kyalo is een van de eerste leerlingen die door financiële ondersteuning van Edukambani de mogelijkheid kreeg om in 2004 naar de middelbare school te gaan. Zijn ouders waren ongeschoold en hadden daardoor geen betaald werk. Het lukte hen nauwelijks om genoeg eten op tafel te zetten, hun kinderen te kleden en hen een fatsoenlijk dak boven het hoofd te geven. ‘Net als mijn broers en zusjes ging ik naar de lage-

re school in ons dorp. Mijn oudste broer stopte met naar school gaan in groep zeven omdat hij geen hoop meer had. Dat kwam veel voor bij arme families. Ik voelde dat ook, maar heb er voor gekozen hier niet aan toe te geven. Vooral mijn ouders en leraren motiveerden mij om door te gaan. Toen ik in mijn laatste jaar was, bleek ik de beste van de klas te zijn. Maar het was geen reden voor een feestje, want ik wist dat mijn ouders de middelbare school niet konden betalen. Het kwam dan ook als een wonder dat ik werd geselecteerd voor sponsoring door GANSPRO’.

GANSPRO, de Keniaanse NGO waar Edukambani mee samenwerkt, selecteert ieder jaar een aantal veelbelovende leerlingen die door armoede geen kans hebben om naar de middelbare school te gaan. GANSPRO betaalt het schoolgeld voor de geselecteerde jongeren aan de scholen. Daarnaast organiseert GANSPRO drie terugkomdagen per jaar voor de gesponsorde leerlingen en hun ouders of verzorgers om hen te stimuleren en geestelijk te bemoedigen.

Na de middelbare school kon Sammuel dankzij sponsoring door GANSPRO/Edukambani medicijnen gaan studeren. Daarna is hij gaan werken als ‘clinical officer’. Hij ondersteunt zijn familie en is ook actief betrokken bij GANSPRO. Samen met andere afgestudeerden inspireert hij jonge mensen, die de middelen niet hebben, hun ambities waar te maken.

Onderwijs werkt! Jonge mensen als Sammuel brengen hoop in Ukambani en helpen om de armoedespiraal te doorbreken. Ze werken nu als leraar, verpleegkundige, monteur, kapster of bij de overheid om het waterbeheer te verbeteren. Wat een zegen! Edukambani wil doorgaan met talent in Ukambani tot bloei te brengen en zelfredzaamheid te bevorderen door onderwijs. Persoonlijke contacten, trouw en transparantie zijn daarbij kernwoorden.

Ook jij kunt Keniaans talent tot bloei laten komen. Doe mee! Maak je gift over op bankrekeningnummer NL90 INGB 0003 1864 02 t.n.v. Edukambani te Schiedam. Meer informatie: www.edukambani.nl


‘ Dankzij jullie heb ik die baan gekregen’

  Portret

‘Het kost veel tijd om contact te leggen en vertrouwen te winnen van mensen die leven in armoede en eenzaamheid’, weet de 65-jarige diaconaal opbouwwerker Kees Buist. Hij werkt voor Stad en Kerk (Stek) onder 230 huishoudens in Den Haag Zuidwest. ‘Het topje van de ijsberg, want wel elfduizend huishoudens horen tot de risicogroep’, weet Buist. Kees Buist zet projecten op voor deze mensen, zoals een sociale supermarkt in een opgeknapte SRV-wagen waar klanten zelf hun boodschappen uitzoeken; een buurten kerkhuis met activiteiten en coachinggesprekken, waardoor mensen in zichzelf gaan geloven en bouwen aan hun leven. ‘Soms zakt de moed me weleens in de schoenen’, bekent Buist, bijvoorbeeld als de emoties hoog oplopen in de rij voor de SRVwagen. Zijn inspiratie haalt hij uit de Bijbel, waarin hij leest dat God een driftige en stotterende Mozes naar de farao stuurt om de Israëlieten te redden en dat Jezus zich keert tegen politici en rijken die geld noch kansen delen met armen. ‘Beiden houden mij op koers’, zegt hij. In de Stek-projecten komen mensen in aanraking met de positieve kanten van het leven, zij voelen zich gezien en gehoord. Ze komen terug voor betaald werk of een opleiding, voor het inloopspreekuur of deelname aan activiteiten zoals koffiedrinken, tuinieren of naailes. Kees is enthousiast dat mensen zich verbinden en gemotiveerd zijn om meer uit hun leven te halen: ‘Klanten nemen de hartelijke sfeer over. Een coach zei laatst tegen een klant: “Je kunt die baan krijgen als je je haren wast en je netjes kleedt.” De man kwam later terug: “Dankzij jullie heb ik die baan gekregen.”’

Klanten nemen de hartelijke sfeer over

TEKST HENRIQUE STAAL BEELD JACO KLAMER

11


 ESSAY

Groot is uw trouw, o Heer? ‘Dan is heel mijn brandweerverzameling eigenlijk voor niks!’ We rijden terug van het ziekenhuis naar huis. Met de verpletterende boodschap dat Harmen niet meer beter kan worden. Achterin zit hij zijn knopen te tellen. Tijdens zijn ziekte is hij brandweerman geworden met een heel scala aan brandweergadgets. Maar waarvoor eigenlijk? Zeven weken later is hij dood.

TEKST MARTEN TEL 12

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


H

et land van rouw is bezaaid met broken dreams en niet na te komen beloftes, kan ik als ervaringsdeskundige rustig zeggen. In 2007 overlijdt Harmen aan leukemie, hij is net 6 geworden en nog geen jaar ziek geweest. Zeven jaar later gaat Gera, zijn moeder, naar hem toe, nadat we nog maar vijf maanden daarvoor te horen hebben gekregen dat ze ALS heeft. Zij is 47 jaar. En behalve dat alle vooroordelen en angsten over deze rotziektes waar blijken te zijn, kom ik erachter: zo veel dromen, zo veel beloftes, ze komen niet meer uit. Alle trouw die we aan elkaar beloofd hebben, je kunt het niet nakomen. En het kan niet anders, ik vraag me ook af: hoe zit het dan met al die beloftes die God gedaan heeft? Hoe groot is zijn trouw eigenlijk? Wat nou God, ik een vrijgemaakt verbondsjongetje, grootgebracht met de gedachte dat U trouw blijft aan wat U belooft. Hoezo dan? Waar merk ik dat nog aan? U heet toch HEER met weet ik hoeveel hoofdletters? Ik ben, hebt U beloofd, zo heet U, zo bent U?

 U heet toch HEER met weet ik hoeveel hoofdletters?  In mensen Het land van rouw is ontzettend eenzaam. Je bent aan het verdwalen in het leven. Met vragen waar je niet uitkomt en waarbij je jezelf vaak in de weg loopt. Niets gaat gewoon meer. In je eentje moet je nu maar bedenken wat goed is voor je kids. De huur betalen van je parttime geestelijkverzorgerschap? Hoe dan? Op zaterdagmorgen vlucht je je bed uit, de natuur maar weer in, en je vindt jezelf terug tegen bomen aanschoppend in het Wulfse Bos. Je moet opnieuw terug naar huis, alleen. Maar tegelijk, vanaf het begin, zijn er mensen die met je mee wandelen op dat pad. Familieleden die kosten op zich nemen, luisterende oren die blijven luisteren, de overbuurvrouw die de strijk overneemt. Mensen die blijven. Ongelooflijk. Soms schoffeer je ze zelfs in je verdwaalde buien. Maar ze blijven. En langzaam dringt tot me door: dit is hoe mijn God zich laat zien. In deze mensen. Zo maakt Hij zijn belofte waar dat Hij zich over mij wil ontfermen. In een nieuwe verwarrende liefde die tot een huwelijk groeit. Haar armen zijn Gods armen. Ik had een

13




 ESSAY

goede preek van een collega nodig om dat te ontdekken. Een preek over Ruth, die zich mag vlijen onder de vleugels van Boaz. Zijn bescherming is Gods bescherming. Zijn vleugels zijn Gods vleugels. God is in ogen die naar je kijken, in voeten die met je mee wandelen, in armen die je vasthouden.

 Hij neemt het van me over  In mij ‘God, lege handen, hier zijn ze. Leeg, ik kan niet meer, ik wil niet meer. Doet U het dan maar!’ Ik zit in de kapel op mijn werk. Begin van de dag. Het hoeft voor mij niet meer. En ik roep het steeds achter elkaar. Dat mijn handen leeg zijn en dat de Heer het dan maar moet doen. Op ben ik. En dan, opeens, verzekert Hij me: ‘Dat doe Ik, Ik vul je handen.’ Vraag me niet hoe ik het hoor, voel of zie. Ik kan niet beschrijven welke zintuigen precies gebruikt worden. Maar dat het zo is, weet ik onomstotelijk: Hij neemt het van me over.

Leeg De Heer gaat ongedachte wegen. Hij laat zien dat Hij in mijn medemensen aanwezig is. Maar Hij laat mij ook merken, juist op het moment dat ik het diepst zit, dat Hij heel rechtstreeks in mij werkt. Grootgebracht in de leer dat de Geest allereerst werkt door het Woord, ervaar ik dat Hij dwars door mij heen breekt en mij persoonlijk oppakt. Hij laat voelen dat Bijbelse woorden over dat Hij in mij woont dus heel basaal zijn. Hij spreekt dwars door mij heen. Waar Hij is? Precies zoals Hij beloofd heeft, diep in mij. Maar ik moet eerst leeg zijn, voordat ik het echt kan voelen. Een ongedachte weg inderdaad voor mij. Omdat het niet gaat zoals ik dacht dat God zou werken. Maar ook ongedacht, omdat het geen leuke weg is om te ontdekken. Dat je eerst alles moet opgeven, niets meer kunt, voordat God er is. Dat je kapot moet gaan om te beginnen met helen. Niet helemaal hoe ik voor me zag dat God zijn beloftes aan mij zou vervullen.

Abc’tje Er is maar één antwoord, zegt Paulus in 1 Korintiërs 1:20, op alle beloftes die God gedaan heeft. Dat is zijn Zoon. Jezus Christus is Gods ja en amen op alles wat Hij zelf voorgespiegeld heeft. Gods trouw merk je in het feit dat Hij zijn eigen Zoon geeft. Dat is voor mij een abc’tje vanaf het begin van mijn leven. Maar nu God andere lijnen in mijn leven trekt dan ik zelf dacht, krijgt dit ja en amen van God ook een andere kleur. Waarschijnlijk is het ook niet gek. Als je je eigen kind niet

14

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

kunt vasthouden in deze wereld, ga je anders aankijken tegen het feit dat God zijn eigen Zoon heeft gegeven. Er zijn zo veel antwoorden gegeven op de vraag waarom God dat gedaan heeft. Waarom moest God mens worden? Wat betekent de kruisiging? Moet je letten op rechtvaardiging door de dood? Of moet je letten op Christus’ triomfator zijn? Of… Zo veel antwoorden. En allemaal even waar. Maar alleen al het feit al dat God het doet, zijn eigen Zoon weggeven, ons zo liefhebben dat Hij zijn eigen kind eraan geeft, wat dat dan ook precies betekent. En van welke eeuwige raad van God dat dan ook precies besloten mag zijn. Alleen al de daad van liefde zelf maakt me duidelijk: Hij wil, Hij kan niet anders dan met ons zijn.

Gat Voor mij is minder belangrijk geworden wat het nu precies betekent. Maar dat het gebeurd is, dat God zich midden in de wereld begeeft, dat Hij zijn Zoon mens onder de mensen heeft laten worden, dat is mij genoeg. Hij laat zich zien in mensen, Hij laat zich zien, diep in mijn wereld. Dat is een basis die ik erg nodig heb gekregen. Want laat ik het niet mooier maken dan het is. God trekt dan wel ongedachte wegen in mij, maar dat betekent niet dat ik nu de eeuwige vrede te pakken heb. Opeens duik ik weer zo’n gat in en openbaart God zich niet rechtstreeks aan mij. En ik maak het jammer genoeg mee dat er op tijden dat ik het niet meer zie zitten, niet iemand naast mij is die het met me draagt of overneemt. Ik heb geen vredevol, altijd diepgelovig, vertrouwend leven gekregen. En, dat is het ergste, zelf ben ik sinds die heftige tijden ook vaak genoeg weer iemand geweest die zijn belofte niet waargemaakt heeft. Die niet daar was waar ik wel moest zijn. Wat heb ik het dan nodig om terug te vallen op: het is waar en zeker gebeurd, Gods ja en amen. Ik voel het niet. Maar geloof het dan toch maar: God zal trouw blijven.

 Hij laat zich zien in mensen  ‘Marten, voordat ik dood ben, zal ik je het allemaal uitleggen, dat beloof ik je!’ Tierend loop ik in mijn gezin rond. Het overvalt me met steeds heftiger kracht: het gaat nog veel sneller dan we dachten. We hebben niks geregeld en heel de administratie is in haar handen, dat zijn haar gaven. Hoe moet dat straks? Maar Gera sust me, ze zal niet verdwijnen voordat we het samen doorgenomen hebben. Die belofte moet ze nog altijd waarmaken, want anderhalve dag later duikt ze een coma in en nog een dag later is ze dood. MARTEN TEL IS GEESTELIJK VERZORGER IN DE OUDERENZORG BIJ BRABANTZORG TE AMMERZODEN.


  BEELD VAN TROUW

15


 REPORTAGE

Niets zo grillig als het internet en de sociale media. Nieuwsberichten, eendenfilmpjes, liedjes en advertenties buitelen over elkaar. Als het je niet bevalt, klik je gewoon weer door. Trouw lijkt hier een vreemd begrip. Maar ook hier is God aanwezig en dus zijn er veel verhalen over trouw. Bijvoorbeeld in de reacties bij filmpjes van christelijke liederen. Het zijn verhalen van ‘gewone mensen’, die vaak met type- en taalfouten getuigen van Gods trouw.

‘Ik zal er zijn’ van Sela is volgens zowel Groot Nieuws Radio als de EO het populairste moderne christelijke lied in Nederland in 2019. Het is een loflied op de trouw van God die doorklinkt in zijn naam: ‘Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam’. Zijn trouw is te zien in de ‘boog in de wolken’. Het is een lied dat recht doet aan de ervaring van veel christenen: God is niet altijd voorhanden, maar ‘verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan’. En vanuit de trouwe aanwezigheid van God groeit het vertrouwen: ‘de toekomst is zeker, ja eindeloos goed’.

Onbeschrijfelijk TEKST BRAM BEUTE

De populairste versie van het lied is op YouTube meer dan vijfeneenhalf miljoen keer bekeken. Eronder staan meer dan zeshonderd reacties, vrijwel allemaal positief. Veel van deze reacties bevatten getuigenissen van Gods trouw.

16

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

Aline: ‘Dit liedje herinnert mij aan een klasgenootje die op 17-jarige leeftijd is komen te overlijden. Dit lied was haar lievelingslied en werd tijdens de rouwdienst gespeeld. Iedere keer als ik het hoor denk ik aan haar. God is er altijd en zal er altijd voor ons zijn!’ Mistyclaw: ‘Toen mijn nicht zelfmoord had gepleegd, werd dit lied gespeeld op de piano toen we de kerk uitliepen en bij het graf zagen we de regenboog...’ Beatrice: ‘Mijn lievelingslied forever! Op de meest wanhopige momenten en op het begin en op het einde van zeer moeilijke periodes in mijn leven gaf Hij zelfs letterlijk een regenboog vlak voor mijn neus. Maar wat nog meer is, in alle meest moeilijke eenzame momenten was Hij er. Hij was er, onmiskenbaar aanwezig. Nabij. Zijn liefde en trouw zijn onbeschrijfelijk.’ Reinier: ‘Mijn opa’s laatste woorden waren: “Hij is zo ontroerend dichtbij, als ik dit luister moet ik vaak huilen.”’


 ‘Op de meest

wanhopige momenten gaf Hij letterlijk een regenboog voor mijn neus’ 

Matthijs (bij een andere versie van hetzelfde lied): ‘Drie dagen voor het overlijden van mijn vader zat ik in de metro onderweg naar het ziekenhuis, naar pa. Ik kreeg/luisterde dit lied (had YouTube random aangezet). Had het nog niet eerder gehoord. De dag erna kregen we te horen dat pa uitbehandeld was… In dit lied wordt gezongen, waardoor ik dus met tranen in de metro zat: “De toekomst is zeker, eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet, dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.” Pa huilde/had tranen in zijn ogen vanaf het moment dat we gehoord hadden dat de behandelingen niet meer gingen helpen. Op het moment van sterven huilde pa niet meer. Wat een troost en bewijs is dit voor ons, dat Jezus op DAT moment bij hem was! En dat pa nu bij Jezus is! Een bemoediging dat de Here God ons voorbereidt op wat komen gaat, ook al hebben wij het (in eerste instantie) niet door.’

Golven

In 2018 was volgens Groot Nieuws Radio ‘Lopen op het water’ (de vertaling van ‘Oceans’ van Hillsong) het populairste lied. In 2019 staat het bij de EO op de derde plaats. Ook dit is een lied over Gods trouw, want ‘als de golven overslaan, dan blijf ik hopen op uw naam’, met daarbij een gebed: ‘Geest van God, leer mij gaan over de golven.’ Het lied staat pas drie jaar op YouTube, maar is al meer dan drie miljoen keer bekeken. Ook hier zijn honderden reacties te lezen.

Rita: ‘“En als mijn voeten zouden falen...” Mijn voeten falen altijd, ik heb ernstige RLS, maar wat is dit een bemoediging zeg.’ Else (reagerend op iemand die vertelt over haar genezing): ‘Echt superfijn dat je God hebt gevonden als schuilplaats, Hij zal er altijd voor je zijn, in welke omstandigheden dan ook!’ Er ontstaat ook verbinding tussen mensen. Wartan Wartan: ‘Dit luister ik voor mijn moeder. Ze is superziek, ze kan doodgaan.’ Hendrik reageert: ‘Ik zal voor je bidden.’

BRAM BEUTE IS PREDIKANT VAN DE BAZUINKERK (GKV) IN KAMPEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG.

17


 INTERVIEW

‘In Auschwitz kwam het lijden van het Joodse volk pas echt bij mij binnen’ God is trouw, aan zichzelf, aan zijn beloften, aan zijn volk. Maar hoe beleeft een messiasbelijdende Jood dit, ook tegen de achtergrond van de geschiedenis van het Joodse volk en de Holocaust? OnderWeg gaat in gesprek met beeldend kunstenaar en schilder Marc de Klijn.

A

ls ik zeg: een rode draad in de Bijbel is Gods trouw, wat zeg jij dan, waar denk jij aan?

‘Dan denk ik eraan dat God inderdaad trouw is en nooit loslaat wat Hij begon. Ik zeg er wel bij: de trouw van God is niet iets dat je meteen of op afroep ervaart. Nee, je leert het door in de Bijbel te lezen, door het Woord van God te leren kennen. Ik heb in mijn leven beleefd dat je de trouw van God als het ware leert herkennen, zo van: nu snap ik het. Pas dan wordt die trouw concreet.’

Je zegt: ik heb dit in mijn leven beleefd. Hoe ging dat?

TEKST LEENDERT DE JONG

‘Vijftig jaar geleden heb ik mij bekeerd tot God. Daarvoor was ik intens op zoek naar de zin van het leven. Ik wist niet waar ik vandaan kwam, waar ik naartoe wilde of waar ik stond; erger dan dat kon het niet worden. Toen ik met mijn rug tegen de muur stond, heb ik openheid ervaren om ja tegen het evangelie te zeggen. Ik vond rust in Jesjoea, want ik vertrouwde Hem. Het gekke is: dat had nog niets met mijn Jood-zijn te maken. Ik werd een gelovige, ik werd gedoopt, werd lid van een NGK en leerde dat het om Jesjoea gaat en dat er in Hem geen onderscheid is tussen Jood of Griek.’

18

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

Marc de Klijn (beeld Alfred Muller)

Gaf dat rust?

‘Eerst wel, daarna begon het aan mij te knagen. Want in de kerk voelde ik mij Jood, in de synagoge christen. Vele jaren later zijn we in Auschwitz geweest. Op die vreselijke plek heb ik mogen ervaren dat God mij als Jood accepteert, dat ik – terwijl ik als gelovige al bestond! – ook als Jood mocht bestaan. In Auschwitz kwam het lijden van het Joodse volk pas echt bij mij binnen, voelde ik voor het eerst liefde voor mijn eigen volk en zag ik Gods trouw aan dat volk. God laat het Joodse volk nooit los. Ook al is het uitgedund, afgeslacht, vernederd, God blijft trouw!’

Ik kan me voorstellen dat mensen zeggen: hoezo trouw, hoe kun je dit zeggen na Auschwitz?

‘Dat herken ik. Ik heb een nicht die de naam Auschwitz niet wil horen, omdat zij dat niet aankan. Zij heeft daar haar ouders verloren. Toch heb ik een andere keus gemaakt. Ik heb mezelf afgevraagd wat ik met dat ontzettende leed kon doen. We hebben een boek gemaakt met als titel De doden zullen herrijzen. Daarmee heb ik de Joden die stierven een stem gegeven. Daardoor kon ik zeggen: God is trouw gebleven en Hij blijft trouw. Daar geloof ik in. Omdat ik in de Bijbel lees over die trouw en over het feit dat


er een overblijfsel van het Joodse volk zal zijn. God gaat door met de heilige rest van zijn volk.’

Tegelijk zal het in Auschwitz staan ingrijpend geweest zijn. ‘Ja. Ik heb in de ruimte gestaan waarin mijn grootouders vergast zijn. Ik weet nog dat ik daar stond te trillen op mijn benen. Dat ik besefte: hier zijn zij geweest! Tegelijk: door daar te zijn, bewees ik hun de laatste eer. Ook voor mijzelf was deze ervaring belangrijk: thuis werd nooit over de oorlog gepraat, en evenmin over het Jood-zijn.’

Nu spreek jij, als Jood, als christen, over de trouw van God. Hoe werkt dit door in jouw leven?

‘Ik lees in de Bijbel dat onze redding in Christus, terwijl wij de dood verdienden, een mysterie is. Als ik mij daaraan toevertrouw, dan mag ik weten dat ik geborgen ben en verder kan. Omdat God trouw is aan zijn beloften van herstel, van vergeving. Als ik doe wat Hij zegt, is er zegen, ook door zware dingen heen. Als ik zondig

en ik belijd de zonde, dan weet ik dat ik bij Hem mag terugkomen. Omdat Hij ook daarin trouw is.’

 ‘Ik wist niet waar ik vandaan kwam’  Ook vandaag zijn er volken – in het MiddenOosten, in Afrika – die lijden. Wat wil jij, met jouw geschiedenis, tegen mensen daar zeggen?

‘Ongeveer hetzelfde als wat Paulus zegt: als jij je geloof alleen op dit leven bouwt, ben je te beklagen. Maar als je verder kijkt, dan mag je weten dat jou een onvergankelijk leven wacht. Voor het leven nu betekent dit: houd je vast aan God die trouw is, die jou bij zich houdt, die jou nooit laat vallen!’ LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG.

Slachtschapen. (grafiettekening van Marc de Klijn / beeld Marcart)

19


ADVERTENTIES

Ontdek je lief

Achter een goede relatie schuilt een betere relatie! Net als je huis en je auto vraagt je relatie om onderhoud. Of je nu in een dipje zit, of dat juist wil voorkomen. Een ME&WEekend is er voor iedereen, getrouwd of niet, die zijn relatie wil vernieuwen, verrijken of verfrissen.

De V.V.I stelt zich al 40 jaar ten doel: Israël helpen met de verpleging van alle bevolkingsgroepen, ongeacht afkomst en overtuiging.

Giften graag op NL97INGB0003885840

Kom samen naar een ME&WEekend en ontdek elkaar opnieuw

t.n.v. Penn. VVI, Postbus 476, 3440 AL Woerden

www.verplegingvoorisrael.nl

www.marriageencounter.nl

Hart voor úw onderneming

Als ondernemer wilt u toch ook dat uw financiële en fiscale zaken met zorg en betrokkenheid worden behandeld? Met onze persoonlijke betrokkenheid, diepgaande vakkennis en vooral flexibiliteit zorgen wij voor transparante én heldere cijfers. Zo weet u als ondernemer altijd waar u aan toe bent.

HOOFDVESTIGING HARDERWIJK H A R D E R W I J K

EMAIL WEBSITE

K A M P E N

WESTEINDE 25A 3844 DD HARDERWIJK T (0341) 42 60 60 INFO@KROLWEZENBERG.NL WWW.KROLWEZENBERG.NL

Gunstige rentetarieven voor uw lening?

Bij Stichting Kerkelijk Geldbeheer kennen we de kerkelijke markt als geen ander! Veel kerkelijke gemeenten hebben dit al ervaren en hebben hun financiering tot volle tevredenheid bij SKG ondergebracht.

Bij SKG kunt u terecht voor:

een nieuwe financiering

oversluiten huidige financiering

passend advies voor uw kerkelijke gemeente

Vraag een vrijblijvend gesprek aan (0182) 58 80 00 of kijk voor meer informatie skggouda.nl.


‘Groet elke dag iemand die je nog niet kent’

  Portret

‘Ik heb mezelf aangeleerd om achter mijn computer vandaan te komen om iemand die aanbelt bij het klooster alle aandacht te geven’, zegt broeder Frans Wils (78), die jarenlang lesgaf, directeur was van een school voor drop-outs en nu al 25 jaar woont en werkt in het Haagse stadsklooster van de Broeders van Maastricht. Hij vertelt dat hij zich, met zijn medebroeders, inzet voor de verdrukten van de samenleving. ‘Dat gaat gemakkelijk als je te maken hebt met een aantrekkelijke jongeman of vrouw, en lastiger als mensen het moeilijk hebben of tegenvallen’, weet broeder Frans. Hij ervaart echter ook dat het je openstellen voor anderen gemakkelijker wordt naarmate je het vaker doet. ‘Je bent trouw als je verbonden blijft met anderen, ook als ze het moeilijk hebben of tegenvallen’, zegt hij. ‘Het is het mooiste geschenk dat je iemand kunt geven.’ Broeder Frans verwelkomt wekelijks honderden bezoekers van migrantenkerken, daklozen, verslaafden, deelnemers aan openmonumentendagen en – met Kerst – bewonderaars van de duizend kerststallen die het klooster rijk is. ‘Gelukkig komen de bezoekers niet allemaal tegelijk en is er altijd tijd voor een hand, een omhelzing en een praatje.’ Het klooster biedt vele ‘oplaadpunten’, zoals de prachtige kapel waar broeder Frans intens geniet van het opsteken van een kaars, waar hij kracht uit put, en de meditatieruimte waar hij stil kan zijn. ‘Momenten van zegening.’ Broeder Frans geniet dagelijks ook van wat er groeit en bloeit in de kloostertuin. ‘Neem elke dag bewust een minuut stilte, het liefst met een ander’, adviseert hij. ‘En groet elke dag iemand die je nog niet kent: dat geeft beiden plezier.’

‘Trouw is het mooiste geschenk dat je iemand kunt geven’

TEKST HENRIQUE STAAL BEELD JACO KLAMER

21


Er zijn nog heel wat oases van rust, veiligheid en trouw

TEKST WIM H. DEKKER 22

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


 BESCHOUWING

Ouders die voldoende zorg en liefde kunnen bieden, dragen zorg voor een veilige hechting. Maar een mens heeft niet genoeg aan een veilig gezin, hij heeft ook een betrouwbare samenleving nodig. Wim Dekker vraagt zich af in hoeverre wij nog een betrouwbare samenleving zijn. En hoe je moet leven in een wereld die zo veel mogelijkheden biedt en zich tegelijk onbetrouwbaar voordoet.

W

anneer sommige theologen of filosofen naar pasgeboren kinderen kijken, komen ze tot zeer negatieve of somber stemmende uitspraken. Heidegger, Sartre en de reformatorische traditie benadrukken bij het zien van zo veel kwetsbaarheid vooral de sterfelijkheid. Dan klinken er woorden als: ‘het leven als een gestadige dood’ of: ‘het zijn ten dode’. Ouders kijken gelukkig anders in een wieg. Ook zij zien de kwetsbaarheid en zijn zich terdege bewust van de sterfelijkheid van hun kind. Wie net een bevalling heeft meegemaakt, hoef je in dat opzicht niets meer te leren. Maar wat overheerst, is het besef van nieuw leven, van toekomst. Dat doet iets met een vader of moeder. Als vanzelf zorg je, koester je, sla je beschermend je armen om je kind en wieg je het totdat het in slaap valt. Dat in slaap vallen vond ik zelf altijd de ultieme erkenning van het vaderschap. Alsof je kind zich aan je toevertrouwt, weet dat het veilig is, niet meer waakzaam hoeft te zijn. Kijkend naar mijn slapende kind proefde ik iets van de reikwijdte in de uitspraak ‘rusten in de palm van Gods hand’.

Hechting

De psychiater Bowlby heeft die zorg van ouders en de betekenis hiervan voor het kind uitvoerig bestudeerd. Hij ontwikkelde het concept hechting. Ouders die voldoende zorg, liefde en bescherming kunnen bieden aan hun kinderen dragen zorg voor een veilige hechting. Het kind ontdekt dat ouders steeds weer terugkomen en

dus te vertrouwen zijn. Zelfs als ze boos geweest zijn. Daartegenover staan ouders die, soms door ziekte of andere omstandigheden, die zorg niet (kunnen) bieden. Kinderen van deze ouders raken onveilig gehecht. De kwaliteit van de hechting is van grote invloed op het leven van een kind, tot ver in de volwassenheid toe. Een veilig gehecht kind staat volgens Bowlby met meer basisvertrouwen in het leven. En dat basisvertrouwen helpt om in de puberteit of later om te gaan met gevoelens van onzekerheid, angst en onveiligheid. Trouw ontmoeten en vertrouwen hebben zijn volgens Bowlby onlosmakelijk verbonden.

 Ik realiseerde mij dat

een schoolplein net een slagveld is  Vanzelfsprekend zijn ouders de eersten die een kind trouw moeten bieden. Maar de ontwikkeling van een gezonde hechting is niet alleen afhankelijk van ouders. Naarmate een kind ouder wordt, wordt ook zijn wereld groter. Daarin kan een kind trouw ontmoeten, maar ook geconfronteerd worden met trouweloosheid. Toen mijn kinderen naar de basisschool gingen en ik daar zelf ook weleens rondliep, realiseerde ik mij dat zo’n schoolplein net een slagveld is. En wie volwassenen hoort terugkijken op hun jeugd, weet hoezeer pesten op school een aspect kan zijn van

23




 BESCHOUWING

onveilige hechting. Blijkbaar heeft een mens niet genoeg aan een veilig gezin en heeft hij ook een betrouwbare samenleving nodig. Hiermee zijn we bij de eerste kern van dit artikel: in hoeverre is onze samenleving een betrouwbare samenleving?

Risicosamenleving

De toonaangevende denkers over de hedendaagse samenleving zijn op dit punt tamelijk gelijkdenkend. Dat blijkt al uit de kernbegrippen waarmee zij die typeren. De een heeft het over een ‘risicosamenleving’ (Ulrich Beck), de ander over een ‘vloeibare samenleving’ (Zygmunt Bauman) en een derde benadrukt de ‘geglobaliseerde samenleving’ (Anthony Giddens). Maar welke term zij ook gebruiken, ze benadrukken allemaal dat de samenleving steeds minder het karakter van een ‘thuis’ biedt. In het verleden veranderde de samenleving maar langzaam en werd die gekenmerkt door kleinschaligheid. Mensen brachten in het algemeen hun leven door in kleine gemeenschappen. Nou, dat is veranderd. Mensen raken door marktwerking, de voortgaande technische ontwikkelingen, de opkomst van internet en sociale media, kortom door globalisering, steeds meer onthecht. Mensen verhuizen vaker, wisselen sneller van baan, trekken voor hun werk of voor hun vakanties de wereld over en beschikken over een vervoermiddel waarmee ze jaarlijks zo’n tien- tot twintigduizend kilometer afleggen. Onze wereld is niet langer een vertrouwde wereld waarin wij ons thuis voelen.

 Geschokt realiseer

jij je dat je je ziel ergens onderweg bent kwijtgeraakt  Dat wil niet zeggen dat die wereld per se als onherbergzaam wordt ervaren. Velen hebben het gevoel dat de wereld voor hen open ligt. Het leven als een ontdekkingstocht, als een wereld vol mogelijkheden. Maar niet altijd. Als het tegenzit in het leven lijkt die wereld opeens een wildernis en voelen mensen zich verloren. Waar je aan het begin van je carrière het gevoel had je leven nog voor je te hebben, kun je als dertiger opeens tot de ontdekking komen dat het werk veeleisend is en dat je week een aaneenrijging van verplichtingen is. Geschokt realiseer jij je dat je je ziel ergens onderweg bent kwijtgeraakt. En ondertussen tikt de biologische klok. Moet je ook nog een kind op de wereld zetten. Hetzelfde

24

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

geldt voor ouderen. Ze begrijpen de tijd, de wereld en de cultuur van hun kinderen niet meer. Vervreemd. Zoals een dement iemand in zijn geest de weg kwijt is geraakt.

Onbetrouwbaar

Het lijkt nu alsof dit verdwaald-zijn vooral het gevolg is van het verliezen van overzicht. Alsof het aan jezelf ligt. Maar die vervreemding is lang niet altijd het gevolg van verkeerde keuzes. Het is de wereld zelf die grillig is en daarmee onbetrouwbaar. Het klimaat verstikt ons; de zeespiegel stijgt; politieke leiders als Trump, Poetin en Johnson ogen onbetrouwbaar; technische innovaties volgen elkaar onnavolgbaar snel op en we hebben net weer een economische crisis achter ons. Het leven gaat gewoon te snel om koers te houden. Daar komt bij dat instituten die voorheen garant stonden voor basisvertrouwen – het gezin, de kerk en zelfs de school – hun geborgenheidsfunctie verliezen. Wie zondag in de kerk zit, hoopt daar God te ontmoeten. Maar wie om zich heen kijkt en merkt dat het aantal jongeren verder afneemt, bekruipt steeds vaker het gevoel dat God het er ook bij laat zitten. In de klas tref je soms drie keer per week een andere leerkracht en is het onderwijs geïndividualiseerd. Per saldo ervaren velen het leven als een rad van fortuin. Soms win je, soms verlies je. En gelukkig winnen we meestal, maar iedereen voelt dat het geluk zich op enig moment tegen ons zal keren. Inderdaad, een risicosamenleving. Wanneer wij het beeld van Bowlby over hechting hierbij betrekken, doet de wereld zich dus voor als een onbetrouwbare ouder. Je weet nooit zeker of die ouder terugkomt. Je kunt je er niet aan hechten. Je moet voortdurend op je hoede zijn. Daarmee zijn we bij de tweede kern van dit artikel. Want hoe leef je in een wereld die zo veel mogelijkheden biedt en zich onbetrouwbaar voordoet?

Radarmens

Veel sociologen stellen dat individualisering het antwoord is van de mens op deze samenleving. Mensen kunnen in een grillige samenleving niet veel anders dan voortdurend berekenend om zich heen kijken hoe zij de omstandigheden en hun medemensen optimaal kunnen benutten voor hun eigen zelfontplooiing. De moderne mens is een radarmens. Juist onder onbetrouwbare omstandigheden moet je risico’s inschatten, kansen pakken en je voortdurend bewust zijn van je mogelijkheden en je beperkingen. De ander is de hel, zei Sartre. Anders gezegd, elk mens kan je ontplooiing in de weg staan. Helemaal ongelijk hebben deze sociologen en Sartre niet. Moderne mensen, wij dus, leven zo. Peilend, inschattend, berekenend. Het is het mensbeeld dat


past bij onze neoliberale samenleving. Ontrouw als overlevingsmechanisme.

Oases

Er is ook een andere optie. Er zijn mensen die de wereld zo veel mogelijk aan zich voorbij laten gaan. Ze houden zich afzijdig en leven volgens vaste patronen. Dat kan op trouw lijken. Dan is het haast een getuigende leefstijl, zoals mannen of vrouwen in een klooster. Maar vaak is het vooral ingegeven door angst en niet door liefde. Het verbergen van je talent in de akker. Wanneer de risicosamenleving zich opdringt, slaat de paniek toe. Maar daarmee is niet alles gezegd. Het schiet tekort. Niet alleen moreel, maar ook als beschrijving van het gewone leven. Vanavond nog liepen mijn vrouw en ik in het schemerdonker voor een wachtende auto langs. De chauffeur keek alleen naar links, zag dat de fietser voorbij was en gaf gas. Bijna mijn vrouw overreden. Ik keek boos, maar zag de enorme schrik op zijn gezicht. Hij deed direct zijn deur open en putte zich uit in verontschuldigingen. Een goede man. Zwaaiend gingen wij weer uit elkaar. Een ander voorbeeld uit een onderzoek van mijn werk. Ergens woont een kleuter met een onrustige thuissituatie. Een vrijwilligersorganisatie heeft voor dit kind een ouder echtpaar gevonden dat elke woensdag om drie uur met dit meisje naar het tuincentrum gaat. Daar kijken ze naar de vissen, speelt het meisje in de ballenbak en krijgt het om vier uur een saucijzenbroodje. Meer doen deze alsof-opa en -oma niet. Maar wel elke woensdag. Het meisje leert wat betrouwbaarheid is. De moeder heeft rust en krijgt weer ruimte voor haar dochter. Hoe grillig onze samenleving ook is, er zijn nog heel wat oases van rust en veiligheid. Oases waarin we goedheid ontmoeten, rust vinden, hoop krijgen op betrouwbaarheid. De socioloog Zygmunt Bauman maakt juist deze goedheid tot de moraal van zijn maatschappijanalyse. De wereld is inderdaad onbetrouwbaar. Mensen worden aangezet tot individualisering. Maar het leven is geen lot. Bauman geloofde in de kracht van ethiek en hoopte zo onze passiviteit te doorbreken. In de sociologie is dat een tamelijk unieke positie. Onvermoeibaar wees hij steeds weer op het gelaat van de ander. Hij geloofde dat een mens, oog in oog met de kwetsbaarheid van de ander, de keuze heeft om zijn gelaat niet af te wenden, maar zich te richten op die ander, hem onderdak te bieden. Dat is het ware mens-zijn. Trouw zijn aan wie je nodig hebben. Het onthechte leven achter je laten en werken aan een samenleving die verbindt, betrouwbaar is en zo veiligheid biedt.

Verbond

Vanuit de christelijke traditie kan het begrip verbond hierbij een motiverende rol spelen. God heeft aan mensen en de schepping een belofte van trouw gedaan. Daarmee

is alles in relatie tot Hem en tot elkaar gesteld. Wij zijn onlosmakelijk met Hem en met elkaar verbonden. En elke keer weer creëert Hij oases van rust en betrouwbaarheid in relatie tot Hem en tot elkaar. Het opmerkelijke is dat God zich hierbij bedient van zeer eenvoudige handelingen om aan zijn trouw uitdrukking te geven. Hij woont bij mensen, ontvangt ons in zijn huis, wast de voeten van zijn bezoekers, breekt brood, schenkt wijn, zalft zieken. De christelijke sacramenten zijn een bevestiging van het gewone leven. Het mag ons motiveren om er dan ook voor elkaar te zijn of met elkaar te worstelen tot wij een manier van leven met elkaar gevonden hebben. Elke keer weer opnieuw op zoek naar trouw in de zin van duurzaamheid, verantwoordelijkheidszin en openheid. Omdat wij verbindingen met anderen zijn aangegaan. Omdat mensen op ons rekenen of ons nodig hebben. En dat juist in de gewone dingen van het leven. God doet dat al heel lang. WIM H. DEKKER IS ASSOCIATE LECTOR INFORMELE NETWERKEN EN LAATMODERNITEIT AAN DE CHE.

Om over na te denken

• Wanneer werd je voor het laatst getroffen door een diep gevoel van geluk? Wat kenmerkte dat moment? Wie waren erbij betrokken? Kun je dat moment verbinden met trouw? • Breng onder woorden welke dingen bij jou opkomen als je denkt aan het woord ‘thuis’. Het kunnen ook beelden, geuren, kleuren of anekdotes zijn. Wat zegt dit over je verlangen? • Wat geeft jou in je werk, in de samenleving of in de kerk gevoelens van geborgenheid, onherbergzaamheid, plezier en het gevoel deel te nemen aan een ratrace? • Wie zit er in je wijk, op je werk, in jouw nabije samenleving te wachten op jouw trouw? Wat weerhoudt je? • Mensen die genezen zijn van een ernstige ziekte geven steevast aan dat zij ontdekt hebben wat er echt toe doet in hun leven: hun gezin, ontspannen genieten van de natuur, thuiskomen. Waarom lukt het de samenleving elke keer weer om ons weg te houden bij de essentie van ons bestaan?

25


ADVERTENTIE


  BEELD VAN TROUW

27


 INTERVIEW

REBEKKA HERMÁN MOSTERT BALANCEERT TUSSEN TWEE CULTUREN

’Ik vond nooit de juiste woorden voor wat wij in Roemenië meemaakten’ Trouw zijn aan je afkomst staat hoog op de agenda in onze samenleving. Je wordt immers geboren in een bepaald land, in een uniek gezin. De cultuur die daar heerst, bepaalt voor een belangrijk deel wie je bent, wat je voelt TEKST ELISE G. LENGKEEK

en denkt, de waarden die je aanhangt. Maar hoe gaat dat wanneer je ouders verschillende nationaliteiten hebben, jijzelf meertalig bent opgevoed en afwisselend in je moeder- en vaderland hebt gewoond?

28

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

t

egenover mij zit Rebekka Hermán Mostert (43). Zij draagt de werkelijkheid van het balanceren tussen twee culturen al van jongs af aan met zich mee. Zelfs de setting van ons gesprek wordt erdoor bepaald: ik zit aan het Wolderwijd, zij in haar woonplaats Timişoara (Roemenië). Via videobellen lukt het om 1.682 kilometer te overbruggen en elkaar te spreken.

Onderdrukking Rebekka vertelt. We schrijven 1976. Rebekka wordt geboren als oudste van zes kinderen van Janos Hermán en Hannie Mostert. Moeder Hannie, verpleegkundige en docent, komt uit Schipluiden en ging in Roemenië wonen vanwege haar huwelijk met predikant Hermán


In het begin communiceerden ze in het Duits, tot ze elkaars taal voldoende beheersten. Als kind maak je je vrij gemakkelijk verschillende talen eigen, maar je schooltaal is bepalend: toen we eenmaal in Nederland naar school gingen, stapten wij als kinderen al snel over van Hongaars op Nederlands.’

Ankerplaats Taal en cultuur zijn nauw met elkaar verbonden. De Hongaarse schrijver Péter Esterházy stelt in een essay dat hij in de eerste plaats trouw moet zijn aan de taal, nog voor trouw aan zijn vaderland en familie. Rebekka’s ervaring sluit daarbij aan: ‘Taal heb je nodig om de wereld om je heen te kunnen vatten en om jezelf te kunnen zijn. Zonder goede taalbeheersing kun je je de rijkdom van een cultuur niet goed eigen maken en kun je ook niet goed uitdrukken wie je zelf bent. Taal is heel belangrijk om je ergens thuis te voelen. Bibliotheken waren in mijn schooltijd een soort ankerplaats voor mij. Heel lang heb ik voornamelijk Nederlands gelezen, dat ging het gemakkelijkst en snelst. Hongaars was lastig en ik kende de culturele bedding van die boeken veel minder. Dat heb ik later ruimschoots ingehaald.’

Hoe verliep je sociale aansluiting?

‘Ik maakte wel vrienden, maar op de middelbare school voelde ik me toch een buitenbeentje. Een betere aansluiting vond ik bij anderen die ook te maken hadden met lastige dingen thuis of met meerdere (sub)culturen. In de zomervakanties waren we meestal in Roemenië bij opa en oma op van de Hongaarse Gereformeerde Kerk aldaar. Roemenië is dan nog volop in de greep van het communisme. De staat confronteert christenen en etnische minderheden voortdurend met onderdrukking en vergaande represailles. In 19791980 verblijft het gezin tijdelijk in Nederland, omdat vader János met een studiebeurs hier kerkhistorisch promotieonderzoek doet. Ze keren terug naar Roemenië, maar verlaten het land opnieuw in 1983, dit keer voor vele jaren. Vader wordt als predikant beroepen in twee hervormde gemeenten in Friesland. ’s Middags kerkt het gezin vaak in de GKv. De kinderen volgen gereformeerd onderwijs, maar catechisatielessen krijgen ze in de zomermaanden in Roemenië, als ze bij hun Roemeense opa en oma logeren.

Als klein kind maakte je dus al je eerste cultuurswitch. Hoe ging dat met de taal?

‘Thuis spraken mijn ouders hun moedertaal tegen ons: mijn moeder Nederlands, mijn vader Hongaars.

Rebekka Hermán Mostert (Delft, 1976) woonde afwisselend in Roemenië, Hongarije en Nederland. Ze studeerde theologie in Cluj-Napoca/Kolozsvár (Roemenië), internationale betrekkingen en Hongaarse taal- en letterkunde in Groningen en moderne Hongaarse letterkunde en literair vertalen in Boedapest. Ze werkte een jaar als assistentpredikant in de Adventskerk (PKN) in Zwolle en diende drie jaar de Hongaarse protestantse gemeente in Brussel. Met haar Hongaarse man Sándor en hun zoon Simon woont Rebekka in Timişoara/Temesvár (Roemenië). Ze bezoekt de plaatselijke Hongaarse Gereformeerde Kerk, is onbezoldigd predikant en werkt als literair vertaler Hongaars-Nederlands.

 29


 INTERVIEW

<R ebekka Hermán Mostert: ‘Alles wat me gevormd heeft, draag ik mee. Het hoort bij mij.’

de pastorie. Terug op school vond ik tijdens het rondje “vakantieverhalen” zelden de juiste woorden voor wat wij hadden meegemaakt in Roemenië. Het dagelijks leven onder een communistisch regime en wat er veranderd was sinds de val van Ceaușescu in 1989 was moeilijk te bevatten voor mensen in Nederland. Dat schiep enige afstand en gaf misschien ook een gevoel van misplaatste superioriteit – omdat ik in zekere zin meer begreep en meemaakte dan anderen – maar binnen ons gezin versterkte het juist onze onderlinge band.’

Hoe heeft jouw multiculturele en meertalige vorming bijgedragen aan wie je nu bent?

‘In mijn Nederlandse schooltijd stond voor mij de ontwikkeling van de Hongaarse taal nagenoeg stil. Het kostte moeite om het taalniveau weer op peil te krijgen. Zo ben ik na mijn Hongaarstalige studie theologie in Cluj/Kolozsvár nog Hongaarse taal- en letterkunde gaan studeren in Groningen. Met een Hongaarse studiebeurs kon ik ten slotte in Boedapest colleges moderne Hongaarse letterkunde volgen en een studiejaar literair vertalen doen. Zo kwam alles bij elkaar en ben ik boekvertaler geworden, met vertaalopdrachten van Nederlandse literaire uitgevers.’

Zomercatechese Rebekka vertelt dat ze als predikantsdochter de liefde voor het Woord met de paplepel ingegoten kreeg. Maar het is vooral het diep doorleefde geloof van haar ouders en grootouders dat haar de ogen heeft geopend voor Gods immense liefde. Een geloof dat ondanks heftige kerkelijke, politieke en culturele turbulenties een rotsvast anker hield in de Eeuwige, die van alle tijden en plaatsen is. De kerkelijke verdeeldheid in Nederland maakte het voor haar lastig om voor één bepaalde kerk te kiezen. Daarom besloot ze toen ze 14 was om in de ongedeelde Hongaarse Gereformeerde Kerk belijdenis te doen. Dat gebeurde na een intensieve zomercatechese bij grootvader in Roemenië.

Hoe balanceer jij, inmiddels moeder van een zoon van 6 met een Hongaarse vader, tussen die verschillende culturen?

‘Mijn man Sándor en ik spreken Hongaars met elkaar, maar Sándor is ook thuis in het Nederlands, omdat hij Duits en Nederlands heeft gestudeerd. Met onze zoon Simon probeer ik consequent Nederlands te praten. We wonen nu zes jaar in Roemenië. Hoe lang we hier blijven, weten we niet. Onze familie woont in Nederland en in Hongarije, maar ook familie in Roemenië zien we niet geregeld – de afstanden

30

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

zijn groot. Gelukkig is ook hier na de omwenteling in 1989 veel veranderd: we zijn vrij om te komen en te gaan, we beschikken over internet en worden waarschijnlijk niet meer afgeluisterd. Kerkelijk zijn we betrokken bij de plaatselijke Hongaarse Gereformeerde Kerk, waar mijn man ouderling is en ik “gewoon” lid. Daarnaast ben ik als onbezoldigd invalpredikant actief in onze regio. Soms zie ik ertegen op te

 ‘Ik wil mezelf niet meer

eindeloos verklaren in het licht van cultuurverschillen’



moeten preken, maar als ik er eenmaal sta, vind ik meestal toch de goede woorden. In de verwarring en benauwdheid van het leven kan het grote troost en rust geven om het enorme contrast te zien tussen de breekbaarheid en broosheid van onze kleine levens en de haast onbevattelijk grote waarheid van Gods trouw. Bij Hem is veel ruimte. Dat houdt me – bij de frustraties die dit werk meebrengt – dankbaar en verwonderd.’

Ervaar jij in die zoektocht naar balans nooit een loyaliteitsconflict?

‘Loyaliteitsconflicten zijn er te over, maar toch: als je opgroeit in twee verschillende culturen die elkaar niet haten, kun je proberen van beide het beste te kiezen en je dat eigen te maken. Tegelijkertijd is het ook zo dat “mijn” cultuur waar ik niet ben, altijd harder aan me trekt dan die waarin ik me op dat moment bevind. Nu ik al zo lang niet meer in Nederland woon, houd ik bijvoorbeeld bewust Nederlandse kranten en tijdschriften bij; voor de taal, maar ook om op de hoogte te blijven van wat er speelt.’

Wat helpt jou balans en rust te vinden te midden van al die verschillende werelden?

‘Toen ik kind was, werd ik soms op het gênante af bevraagd naar mijn gevoelens over mijn identiteit. Ik ben opgehouden mezelf eindeloos te verklaren in het licht van die cultuurverschillen. Ik weet inmiddels hoe belangrijk het is om thuis te kunnen komen bij mijzelf. Alles wat me gevormd heeft, draag ik mee. Het hoort bij mij. In dat besef vind ik rust en evenwicht.’ ELISE LENGKEEK IS JOURNALIST EN PUBLICEERT ONDER ANDERE LITERAIRE NON-FICTIE.


  Portret

Trouw op de Zuidas In de gigantische, glimmende kantoren op de Amsterdamse Zuidas spelen grote financiële belangen. Leidinggevende Mark Spiering (44) wil in de vastgoedsector, die bepaald wordt door commerciële doelstellingen, laten zien dat het belangrijk is God te dienen: ‘Ik wil, als volgeling van Jezus, een leesbare brief van Christus zijn. Het is een uitdaging om de liefde van God te weerspiegelen in het harde zakenleven op de Zuidas.’ Mark werkt voor een bedrijf dat waarden formuleerde over integriteit, dienstverlening en het streven naar de beste resultaten. Mark gebruikt die als kapstok voor een christelijke invulling. Jaren geleden formuleerde Mark voor zichzelf een mission statement om in het zakenleven vanuit zijn christelijke overtuiging op koers te blijven. Geregeld overdenkt hij wat hij op papier zette: ‘Ik beheers mijn werk, mijn werk beheerst mij niet’, en: ‘Ik leef van Gods liefde en genade en handel hierdoor geïnspireerd’. Bij zijn mission statement hoort oprechte interesse in collega’s en het waar mogelijk ook anderen inspireren om op mensen gericht te zijn, ook als er besluiten worden genomen die vergaande consequenties hebben en waarbij emoties hoog oplopen. Bij conflicten wil Mark mensen samenbrengen, omdat verzoening volgens hem een helend effect kan hebben: ‘Het blijft een voortdurende oefening om dicht bij je principes te blijven, ook als je getriggerd wordt te reageren vanuit financiële principes, om platte, commerciële doelen na te streven.’ Volgens Mark mogen christenen, omdat Christus hen heeft vrijgekocht, loskomen van zaken die hen beperken om als christen te leven: ‘Wij hoeven niet gericht te zijn op het verdienen van veel geld. God heeft ons geroepen tot vrijheid. Als we zo kunnen leven, kunnen we maximaal tot ons recht komen, ook op de Zuidas van Amsterdam.’

‘God heeft ons geroepen tot vrijheid’

TEKST HENRIQUE STAAL BEELD JACO KLAMER

31


 INTERVIEW

FRITS ROUVOET VAN DE ORGANISATIE BRIGHT FAME:

‘DOOR TE ZWIJGEN, ZEGGEN WE EIGENLIJK DAT PROSTITUTIE OKÉ IS’ De Wallen in Amsterdam zijn een toeristische trekpleister. Maar zoals vaker bij pleisters het geval is, gaat achter dat omhulsel een hele wereld schuil. Van eenzaamheid, verdriet, onderdrukking, en toch ook van (sporen van) trouw. Frits Rouvoet: ‘Trouw zijn begint ermee dat je het niet accepteert dat vrouwen zo benaderd en behandeld worden.’

TEKST ELZE RIEMER 32

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


A

l die honderden mensen die zonder schroom naar de vrouwen achter de ramen kijken, vaak zonder een spoortje van ongemak of schaamte – wanneer ik op de Wallen rondloop, valt mij dat vooral op. Meidengroepjes die de lichamen keuren en lachen om wat een vrouw aanheeft. Groepjes mannen die vieze grappen makend langs de ramen trekken. Groepen toeristen met een gids die rondkijken alsof ze bij een bijzonder interessante bezienswaardigheid zijn beland. Pubers die stoer doen, maar toch lichtelijk van hun stuk lijken te zijn gebracht door wat ze zien. En dan het handjevol ‘ouderwetse’ hoerenlopers dat hier komt met één doel voor ogen: een vrouw om seks mee te hebben. Het maakt me boos en verdrietig, want het lijkt wel alsof niemand ziet dat het om mensen gaat. Er moet toch bijna niets meer van je ziel over zijn als mensen keer op keer langs je raam lopen alsof ze langs de vleesafdeling lopen? En dan heb ik het nog niet eens over wat er achter de gesloten gordijnen gebeurt en waar niemand zicht op heeft – en over wat dat doet met een mens. Al die mensen komen vast niet verder dan: ‘De vrouwen kiezen er toch zelf voor? Dan mag ik kijken, en als ik wil mag ik meer. Dat is immers waar ze hier voor zijn.’

Respect

Frits Rouvoet (60) kijkt hier radicaal anders tegen aan. Ook hij kan zich vreselijk opwinden over alle mensen die zonder enig respect voor de vrouwen rondlopen op de Wallen. Zijn organisatie Bright Fame, veertien jaar geleden door hem opgericht, heeft respect juist als vertrekpunt. Door er voor de vrouwen te zijn, wil Bright Fame een vertrouwensrelatie opbouwen waarin de vrouwen zich gezien en gehoord voelen. In die relatie kunnen zij hun dromen bespreekbaar maken, want als het erop aankomt droomt niemand er als klein meisje van om prostituee te worden. Uiteindelijk is het doel de vrouwen dichter bij hun droom te brengen en concrete stappen te laten zetten op weg naar ander werk, waarbij ze de prostitutie achter zich laten. De praktijk blijkt weerbarstig.

Beschadigd

Het jaarverslag over 2018 meldt dat van de 149 personen die de organisatie heeft begeleid tien de prostitutie hebben verlaten. Daar zijn 11.250 uren en tientallen vrijwilligers aan voorafgegaan, waarbij nog de vraag is welke van de betrokken organisaties ‘ervoor heeft gezorgd’ dat iemand uit de prostitutie ging. Bovendien is vaak onduidelijk of ze uit de prostitutie blijven of toch weer terugvallen. Toch lijkt Frits niet somber gestemd, integendeel. In de tijd die ik met hem doorbreng, vertelt hij talloze schrijnende verhalen waaruit duidelijk wordt hoe beschadigd de vrouwen zijn en hoe moeilijk het kan zijn om eruit te komen. Er zijn ook verhalen van vrouwen die echt wel kansen krijgen, maar ze niet aangrijpen. Toch is hij er nog steeds – slechts levend van giften – en blijft hij trouw.

Wat betekent trouw voor jou?

‘We hebben het er vanochtend met de stagiaires over gehad, vooral over of ik weleens teleurgesteld ben en hoe ik daarmee omga. Natuurlijk heb ik teleurstellingen, het zou te gek voor woorden zijn als het allemaal fantastische verhalen zijn – zo werkt het niet. Maar de vraag is waar ik naar kijk. Als ik alleen naar de omstandigheden kijk, was ik allang afgehaakt. Ik kies ervoor om te kijken naar de mens achter de vrouwen. En dan kan iemand alsnog compleet een andere kant oplopen, waarbij ze voor mijn gevoel alles overboord gooit waar we aan hebben gewerkt – waar het om gaat, is dat ik dan niet teleurgesteld ben. Ik heb geen verwachtingen wat dat betreft. Trouw zijn is dwars door alles heen er continu toch voor iemand willen zijn. En dat kan eigenlijk alleen als je iemand ziet zoals hij of zij werkelijk van binnen is.’

De meeste vrouwen zullen uit zelfbescherming een flinke muur om zichzelf hebben staan en zich wel tien keer bedenken voordat ze iets van zichzelf laten zien. Hoe ga je daarmee om? ‘Door veel gesprekken te voeren waarin ik heel open ben over mijzelf. Ik vertel over mijn eigen leven en geschiedenis, dat ik gokverslaafd was en dat ik bij mijn baas uit

 33


 INTERVIEW

 ‘ MEID, KOM OP NOU, PAK HET AAN’  de kassa geld heb gejat om te kunnen blijven gokken. Dat moet je niet als een tovermiddeltje gebruiken, hoor, maar het laat ze wel zien: ik weet wat het is om af te glijden en niet te weten waar het eindigt. Ik weet wat het is om bang te zijn voor de toekomst, om je te schamen voor wat je doet, om bang te zijn dat je familie het ontdekt – bij de meeste vrouwen weten vrienden en familie echt niet wat ze doen.’

Hoe kunnen in onze tijd en samenleving nog vrouwen ertoe komen als prostituee te gaan werken? Het moet haast wel vrijwillig zijn, want kom op, we zijn in Nederland, er zijn toch andere mogelijkheden?

‘Ik zeg altijd: elke vrouw is daar gedwongen door wat ze heeft meegemaakt. De redenen om in de prostitutie te werken zijn heel verschillend. Het kan armoede zijn, mensenhandel of ze zijn beschadigd omdat ze als kind misbruikt zijn. Er is hier op de Wallen een organisatie genaamd Proud, die prostitutie promoot als ongelooflijk mooi en stelt dat vrouwen er vrij voor kiezen en dus ook vrij zijn om er weer uit te gaan. Dat is echter niet wat ik hoor als ik met de vrouwen praat. Het is niet makkelijk om wat anders te vinden als je een gat in je cv hebt, schulden hebt opgebouwd of in een appartement woont met een huur van 2000 euro. Kijk, het is niet aan mij om te zeggen of iemand er wel of niet vrijwillig in zit. Het is niet allemaal mensenhandel, dat klopt, maar er is wel altijd flinke gebrokenheid of uitzichtloosheid die mensen ertoe aanzet om de prostitutie in te gaan.’

Jullie doel is dat vrouwen uit de prostitutie stappen. Betekent dat niet dat er een grens is aan trouw?

‘Ik kan van alles voor de vrouwen blijven doen, maar als ze zelf geen stappen zetten dan houdt het een keer op. Maar let wel: ik ken sommigen al veertien jaar, zo lang als ik er rondloop, en zij zitten er nog steeds in. Met hen heb ik goed contact. Dat is ook wat ze zien: die Frits is er nog steeds. Ze hebben zo veel mensen zien komen en gaan. Vooral van kerken hebben ze trouwens de buik vol. Die komen een dagje het licht in de duisternis brengen, delen foldertjes uit voor hun kerk in Lutjebroek – alsof die vrouwen daar ooit naartoe gaan. Daar hebben ze echt niks aan. Ik ben geen

Frits Rouvoet: ‘Trouw zijn is dwars door > alles er continu voor iemand zijn.’

34

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

heilige hoor, natuurlijk is mijn geduld weleens op. Dan denk ik: meid, kom op nou, pak het aan, ik heb de weg eruit voor je op een presenteerblaadje gelegd – wat let je! Maar net als voor ieder mens is het voor hen moeilijk om uit iets vertrouwds te stappen, naar iets wat je niet kent.’

Toch heb je het nog niet opgegeven. Waarom niet?

‘Door Jezus en hoe Hij met mensen omging. Het verhaal van Zacheüs bijvoorbeeld vind ik prachtig. Er moet iets in zijn leven zijn gebeurd wat hem ertoe bracht om een dief van zijn eigen volk te worden. Hij werd hoofdtollenaar en was berucht bij iedereen. Toen kwam Jezus langs. Moet je je voorstellen dat een volwassen kerel met zo’n positie in een boom klimt zodat hij Jezus kan zien. Jezus stopt bij die boom en zegt: “Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in jouw huis verblijven” (Lucas 19:5). Wat Jezus daar doet, is het stempel “dief” van Zacheüs afhalen en hem tot vriend maken. Je zou denken dat Jezus hem vervolgens aan tafel tot de orde roept, of ten minste iets zegt over de manier waarop hij zijn geld verdient: “Zacheüs, dat kun je toch niet maken. Je bent misschien vroeger gepest of wat ook, maar dan kun je toch niet gaan jatten van je eigen mensen.” De meesten van ons zouden dat doen, maar Jezus zegt er niks over. Als


 COLOFON Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek

het belangrijk was geweest, dan had dat wel in de Bijbel gestaan, lijkt me. Toch gebeurt er door de ontmoeting met Jezus iets met Zacheüs, van binnenuit. Hij biedt aan de helft van zijn bezittingen te verdelen onder de armen en gaat datgene wat hij teveel heeft afgenomen van mensen viervoudig vergoeden. Zo willen wij ook aanwezig zijn op de Wallen.’

Je loopt hier nu al zoveel jaar, denk jij dat het mogelijk is om prostitutie terug te dringen?

‘Mannen zijn de oplossing. Als mannen deze vrouwen niet zouden ge- dan wel misbruiken, zouden we geen prostitutie hebben. Waarom maken wij als mannen die geen prostituees bezoeken niet een statement dat we vrouwen respecteren en het verkeerd vinden om hen zo te gebruiken? Waarom doen we niet ten minste onze mond open wanneer in onze omgeving vrouwen als lustobjecten worden besproken? Omdat we dat niet durven. Dus ja, wij zijn de oplossing en hebben een verantwoordelijkheid. Maar die verantwoordelijkheid nemen, dat vinden we oncomfortabel. Tegelijkertijd leggen we de verantwoordelijkheid bij iedereen behalve bij onszelf: bij de overheid, de politie, de vrouwen, de organisaties, noem maar op. Is het in de kerk beter? Nee hoor. In de kerk willen we allemaal geestelijke vaders zijn, terwijl we ondertussen net zo hard aan de pornografie zitten als de rest van de maatschappij. Bovendien is er net zo veel seksueel misbruik. We weten allemaal dat het gebeurt, maar we praten er niet over. Terugkerend naar de prostitutie: door te zwijgen laten we het toe, zeggen we eigenlijk dat het oké is. Trouw zijn begint er dan ook mee dat jij je uitspreekt en het niet accepteert dat vrouwen zo benaderd en behandeld worden.’ ELZE RIEMER IS JOURNALIST EN GODSDIENSTWETENSCHAPPER.

(hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Erik Koning (eindredacteur), Jordi Kooiman (webredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp. Redactieadres ’t Hazeveld 115, 3862 XA Nijkerk, redactie@onderwegonline.nl. Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. OnderWeg in braille, grootletter en audio OnderWeg is beschikbaar in passende leesvormen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB). Neem voor meer informatie contact op met de CBB: 0341-565499. Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 48,50 (studenten € 24,25 / Europa € 85 / buiten Europa € 115). Halfjaarabonnement Papier Plus: € 26,75. Digitaal abonnement: € 37,50. (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren, Hillie van de Streek en Tjirk van der Ziel. Adverteren

Two for one

Bright Fame werkt waar mogelijk samen met andere hulporganisaties die actief zijn op de Wallen of zich keren tegen mensenhandel. Er is een nauwe samenwerking met Scharlaken Koord (van stichting Tot Heil des Volks). In het najaar van 2019 trekken zij samen in een pand op Oudezijds Voorburgwal 241. Beide organisaties blijven het werk doen waar zij zich in hebben gespecialiseerd. Daarnaast runnen ze samen een inloophuis voor vrouwen onder het motto ‘Two for one’ (241, hun adres): twee organisaties die zich inzetten voor een en dezelfde doelgroep: vrouwen in de prostitutie.

Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. Zie voor de formaten, tarieven en verschijningsdata www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline  www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg

35


ADVERTENTIES

Dank mee en geef

HOOP Iedere 90 minuten wordt een kind misbruikt in Sri Lanka. De christelijke hulpverleningsorganisatie LEADS biedt de getraumatiseerde kinderen therapie, liefde en nieuwe hoop. Reden tot dank! Dank je mee? Dank ĂŠn geef: verrenaasten.nl/dankdag


‘Ik wil lijken op Jezus’

  Portret

Autohandelaar Gijs van der Tang (52) verkocht onlangs zijn bedrijf om, naast de autoverkoop, relaties bekend te maken met het evangelie. Hoewel in de autobranche financiële belangen de boventoon voeren, zet Gijs het belang van klanten voorop, ook al zet dat zijn bedrijfsresultaten onder druk. ‘Ik wil lijken op Jezus’, zegt Gijs vastberaden. ‘Ik had niets met moslims maar ze kwamen steeds weer op mijn weg’, lacht de Delftse autohandelaar. De moslimgemeenschap in Delft en omstreken weet al snel dat Gijs te vertrouwen is en zijn woord nakomt. Hij wordt sindsdien niet alleen veelvuldig benaderd voor de verkoop van auto’s, maar ook voor advies en hulp in privésituaties. Ook nam hij een ex-gedetineerde in dienst en kreeg met hem een sterke band. ‘Het is gaaf te zien dat ik vanuit mijn werk hun vertrouwen heb gewonnen en ik wil dat niet beschamen’, zegt Gijs van der Tang. Het levert hem mooie gesprekken op en vragen over zijn geloof. Gijs bestudeerde de Koran, hoewel hij er een aversie tegen had, en komt erachter dat veel moslims nauwelijks weten wat ze geloven. ‘Moslim-light’ noemt hij dat. ‘Ik probeer moslims aan het denken te zetten’, vertelt Gijs. ‘Ze pikken mijn commentaar en mijn kritische vragen, omdat ze weten dat ze me kunnen vertrouwen.’ Een van Gijs’ relaties is nu gevraagd in het bestuur van de moskee, omdat hij zich kritisch uitlaat over een imam die oproept tot haat en de omgang met christenen verbiedt, dus ook met Gijs. Dat biedt perspectief volgens Gijs, die van harte hoopt dat moslims massaal op zoek gaan naar Jezus, omdat bij Hem het antwoord ligt voor hun leven.

‘I k had niets met moslims maar ze kwamen steeds weer op mijn weg’

TEKST HENRIQUE STAAL BEELD JACO KLAMER

37


 INTERVIEW

THIJS TROMP, BIJZONDER HOOGLERAAR DIACONAAT:

‘ Trouw rijmt vaak beter op discipline en geduld dan op warme gevoelens’

TEKST ARIE KOK 38

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


T

‘Trouw vinden we vaak maar een lastig thema,’ zegt Thijs Tromp, bijzonder hoogleraar diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam. ‘Trouw is het sluitstuk van een bekend riedeltje: eerst is er verliefdheid, wat schitterend is; dan komt liefde, ook mooi; en als de liefde dooft, dan rest de trouw. Dan wordt het bikkelen: trouw óndanks moeilijkheden. Daar krijgen we maar moeilijk warme gevoelens bij.’

hijs Tromp (1970) studeerde theologie en promoveerde op een proefschrift over levensverhalen in de ouderenzorg. Hij werkt als directeur van Reliëf, de christelijke vereniging van zorgaanbieders, en is daarnaast bijzonder hoogleraar diaconaat. Hoe komt hij als specialist in de ouderenzorg op die leerstoel terecht? ‘De zorgsector en het diaconaat liggen dichter bij elkaar dan je zou denken. Zeer veel zorginstellingen in Nederland hebben van oorsprong een diaconaal karakter, komen voort uit diaconieën, congregaties of ordes. Inmiddels is dat bijna volledig ontvlochten en geïnstitutionaliseerd, maar de pretentie is nog steeds om de wortels te koesteren. Het interessante is dat men in de negentiende eeuw zorg wilde bieden aan eenieder die het nodig had. Pas tijdens de verzuiling werd dit verengd tot (bijvoorbeeld) christenen die hulp bieden aan medechristenen. Nieuwe diaconale projecten, zoals Present, hebben vaak wel weer die brede blik: voor álle mensen, vooral voor hen die geen anderen hebben.’

In de zorgsector is het begrip trouw van belang. Hoe zit het daar eigenlijk mee?

‘Op het eerste gezicht lijkt trouw in onze samenleving minder belangrijk geworden. We zetten makkelijker een punt achter een relatie, geven het spectaculaire voorrang op het langdurige en zijn voortdurend op zoek naar positieve emoties. Trouw lijkt daarmee iets van vroeger geworden, maar ik betwijfel of die indruk terecht is. Als diaken en voor mijn werk kom ik regelmatig in verpleeghuizen. Het raakt me telkens weer als ik zie hoeveel mensen elke dag hun partner bezoeken, soms wel twee keer op een dag, zonder dat ze er iets voor terugkrijgen.’

Waar komt volgens u het toch wat heersende beeld vandaan dat er minder sprake zou zijn van trouw? ‘Wat mij ontroert, is dat de trouw van mensen vaak in zo’n schril contrast staat tot wat ze ervoor terugkrijgen. Ik was eens betrokken bij een man die elke dag bij zijn demente vrouw op bezoek kwam. Zij moest hem niet; zodra ze hem zag, slingerde ze de meest vreselijke woorden naar zijn hoofd. De man vertrok iedere keer met de staart tussen de benen, maar kwam de volgende dag gewoon weer terug. Dan begon het opnieuw. Ik ga vanwege dit soort ervaringen niet zomaar mee in het beeld dat trouw in diskrediet is geraakt. Het is wel zo dat trouw niet zo opvalt, ze is bescheiden en komt niet per se heldhaftig over. Mensen zeggen: het is toch mijn vrouw, of mijn man? Hij of zij zou het voor mij ook gedaan hebben. Dat klinkt eenvoudig, maar gaat veel dieper dan het lijkt. En het komt in alle lagen van de samenleving voor.’

39




 INTERVIEW < Thijs Tromp: ‘Wat mij ontroert, is dat de trouw van mensen vaak in zo’n schril contrast staat tot wat ze ervoor terugkrijgen.’ (beeld Gert Büchner)

bescheidenheid. Zouden we deze mensen niet ook eens in het zonnetje moeten zetten?, dachten ze bij ons in de kerk. Misschien kunnen ook zij eens een getuigenis geven voorin de kerk. Het plan is op een teleurstelling uitgelopen. Echt niemand gaat met dit verhaal voorin de kerk staan. Het gebeurt in het verborgene en het blijft in het verborgene.’

Het zijn wel vaak de ouderen die dit doen, de generatie van onze ouders.

Wat zou de kerk hierin kunnen doen?

‘Juist omdat trouw niet opvalt, zouden we hierin oplettender kunnen zijn. Het kleine is immers groot in het koninkrijk van God, en het spectaculaire is maar tijdelijk. Jezus zei: “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft.” Dan zien we al snel spectaculaire beelden voor ons, spetterende en klaterende taferelen. Maar zou die stroom van levend water in de ogen van de wereld niet ook iets heel onnozels kunnen zijn? Misschien gaat het wel over een gestaag druppende kraan.’

Hoe zou dat er concreet uit kunnen zien?

‘Voor mijn geloof is het goed dat ik diaken ben geworden. Ik begrijp het geloof gewoon wat beter als het praktischer is. Doordat ik diaken werd, betrad ik een wereld die ik nog niet kende, een wereld van vrouwen en mannen die wekelijks of tweewekelijks bij andere mensen op bezoek gaan, dingen voor elkaar doen, zaken voor elkaar regelen. Ik wist niet dat die wereld zo groot is, dat daar zo veel trouw in naar voren komt en dat het diaconale werk zo sterk gepaard gaat met

40

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

‘Jongere mensen doen dingen tegenwoordig graag projectmatig. Dat heeft stichting Present geweldig goed begrepen. Zo krijg je mensen actief in de samenleving. We willen wel wat doen, maar we willen er niet te lang aan vastzitten. Dat hoort ook bij de levensfase. Gustav Jung noemt dat de fase van de morgen, daarin ontwikkelen we onze talenten en experimenteren we met het leven. In de middag van het leven, na je vijftigste, wordt dat minder belangrijk. Dan plukken we de vruchten van de ontdekkingsreis uit de morgen. Dan worden waarden als trouw en zorg belangrijker. Doordat oudere generaties trouw zijn, kunnen jongere generaties zich in vrijheid ontwikkelen. De oudere generatie functioneert als vangnet voor de jongere als die iets van het leven wil maken en daarvoor risico’s neemt. Dat biedt zekerheid om opgevangen te worden. Wat je in die fase ontvangt, kun je in een latere fase weer doorgeven aan een volgende generatie. Dat schept vrijheid en voorkomt dat generaties elkaar in de houdgreep houden.’

Dan hebben we het vooral over trouw tussen generaties.

‘Het maakt nogal uit in welke relatie je tot mensen staat. Ben je getrouwd, dan heb je elkaar bewust iets beloofd. Gaat het om je ouders, dan is er sprake van een natuurlijke loyaliteit. Trouw ligt daar voor de hand. Maar soms kruist iemand je pad met een problematiek van alcohol, psychische ziekte, schulden of wat dan ook. Hoe ontstaat trouw in zulke relaties? Dat houdt me bezig. Als er verbondenheid ontstaat, moet er iets gebeuren aan de ongelijkwaardigheid van de relatie. Die ongelijkwaardigheid is inherent aan helpen, maar als je openstaat voor wat je van de ander krijgt, dan kan er toch een gelijkwaardige relatie groeien. Wat begint met helpen, kan dan vriendschap worden. In die groei zie je volgens mij iets terug van de kern van het christelijk geloof.’

Daar ligt dus een uitdaging voor de kerk.

‘Precies, juist waar mensen door een spiraal van


ADVERTENTIE

armoede of andere problematiek in een isolement zijn geraakt, daar kunnen christenen iets betekenen. Met alle kanttekeningen van dien: dat werk kan niet iedereen, je moet je eigen grenzen goed kunnen bewaken en veel zeep op je rug hebben, zodat dingen er makkelijk vanaf kunnen glijden. Je moet niet te veel willen oplossen, beter is het om er gewoon te zijn. Onze neiging is de ander te willen veranderen, door te helpen. Daar zit iets van een oordeel in: je bent niet oké zoals je bent. Het is de kunst om dat oordeel op te schorten. Dat vereist geduld, dat je veel door de vingers ziet en kunt relativeren en er ook met humor naar kijkt. Heb je met een Presentklus een huis opgeruimd, bereid je er dan maar op voor dat het, als je er later terugkomt, misschien weer net zo’n puinzooi is. Als je dat niet kunt relativeren, wordt het niks met trouw.

 ‘Als je er later terugkomt, is het misschien weer net zo’n puinzooi’  Trouw rijmt vaak beter op discipline en geduld dan op warme gevoelens. Mijn schoonvader zette vroeger gewoon in zijn agenda wanneer hij bepaalde mensen wilde bezoeken, simpelweg om het niet aan het gevoel van het moment over te laten. En daar hield hij zich aan. Ik weet hoezeer de mensen die hij bezocht dit op prijs hebben gesteld. Trouw heeft de tijd als vriend. Als je iets wilt bereiken, keert de tijd zich tegen je. Als je er wilt zijn, heb je alle tijd.’

Het zijn toch niet alleen kerkmensen die aan het bed zitten? ‘Gelukkig niet. Ook buiten de kerk tref je vormen van gemeenschap aan, op sportclubs, hobbyverenigingen, in buurten. Mijn zoon werkte in de kantine van de voetbalclub en was onder de indruk van de trouw die de club betoonde bij een overleden vrijwilliger. Iedereen leefde mee en ging naar de begrafenis. Trouw is niet voorbehouden aan de kerk, God zij dank, maar de kerk is er wel op aanspreekbaar. De kerk heeft een verhaal dat gebaseerd is op trouw, omdat God niet loslaat wat Hij begonnen is. Als dat het verhaal is van waaruit je leeft, en er vallen voortdurend mensen buiten de boot, dan is het een slordig verhaal. Het koninkrijk van God is een akker waarin graan en onkruid samen opgroeien. We gaan niet wieden, want voor je het weet trekken we ook het graan eruit. Het koninkrijk van God wordt vergeleken met de héle akker. Daar wordt God gediend en niet gediend, dat zit door elkaar heen. Wij hoeven gelukkig niet te sorteren, niet te oordelen, en dat geeft ons vrijheid.’ ARIE KOK IS JOURNALIST EN SCHRIJVER.

Gezocht: voorganger (m/v) voor 20 tot 30 u/w

Wie zijn wij? De Nederlands Gereformeerde Kerk in Wageningen is een veelkleurige gemeente met leden afkomstig uit de breedte van de kerken in Nederland, uit alle hoeken van het land. Wij zijn een actieve gemeente die in staat is veel zelf te organiseren en streven ernaar om een accepterende en inclusieve gemeente te zijn. Wie zoeken wij? We zoeken een door de Geest geleide, gepassioneerde en invoelende voorganger met talent voor woordverkondiging en het pastoraat. Maar ook iemand die ons verder helpt om onze gemeente een plek te laten zijn waar gemeenteleden toegerust en geïnspireerd worden om hun gaven in te zetten, zowel binnen de gemeente als daarbuiten. Geïnteresseerd? Kijk dan op wageningen.ngk.nl/vacature voor de volledige vacaturetekst. We komen graag met u of jou in contact.


ADVERTORIAL

Sizanani betekent: late

Het verhaal over 57 cent

Sizanani biedt kleinschalig ont zendingswerk van de Nederlan Nqutu. Sizanani bestaat uit twe Africa (SiSA) en Sizanani Educa op het gebied van onderneme startkapitaal aan beginnende voor aidspatiënten en hun kind toegekend.

De zesjarige Hattie May Wiatt woonde vlak bij de Grace Baptist Church in Philadelphia in de Verenigde Staten. Het was heel druk op de zondagsschool. De dominee stelde haar gerust dat het gebouw groot genoeg was voor iedereen. “Dat hoop ik”, zei het meisje. “Er zijn zoveel mensen dat ik er niet alleen naar toe durf.” Hij antwoordde: “Als we genoeg geld bij elkaar krijgen, bouwen we een heel groot gebouw waar alle kinderen in passen.” Hattie May stierf twee jaar later, in 1886. Na de begrafenis gaf Hatties moeder de dominee een klein zakje met daarin 57 cent in muntjes die het meisje had gespaard. Ze had het zakje gevonden onder Hatties kussen. In het zakje zat een briefje in haar handschrift: “Om te helpen groter te bouwen, zodat meer kinderen naar de zondagsschool kunnen.” De dominee besloot om de muntjes om te wisselen voor penny’s en deze per stuk te koop aan te bieden. De muntjes brachten 250 dollar op en 54 van de muntjes werden teruggegeven. Die 250 dollar werden weer omgewisseld in penny’s die op hun beurt weer werden verkocht door de inmiddels opgerichte ‘Wiatt Mite Society’. Op deze manier werden haar 57 centen steeds weer vermenigvuldigd. Zesentwintig jaar later gaf de dominee een toespraak met de titel ‘Het verhaal van de 57 cent’. Hij legde uit wat de gift van 57 cent teweeg had gebracht: een kerk met

meer dan 5600 leden, een ziekenhuis waar tienduizenden mensen waren behandeld, 80.000 jonge mensen die een universitaire studie hadden kunnen volgen, 2000 mensen die waren uitgezonden om het evangelie te verkondigen en dat allemaal ‘omdat Hattie May Wiatt haar 57 cent had geïnvesteerd’.

Uw bijdrage kan gestort worde 47.44.16.038 ten name van S

We lezen overal in de Bijbel verhalen over vermenigvuldiging. Wat niet mogelijk is met optellen, doet God door middel van vermenigvuldiging. Je oogst wat je zaait, maar dan in veelvoud. De Heer vermenigvuldigt wat je Hem geeft. Het werk van Sizanani is ook afhankelijk van al die mensen die geld willen geven aan het diaconaal ontwikkelingswerk in het Nqutu-district in KwaZulu Natal Zuid-Afrika. Alleen als wij trouw blijven aan wat wij beloofd hebben aan onze broers en zussen dan mogen wij er op vertrouwen dat God de middelen die wij geven vermenigvuldigt.

LATEN WE elkaar helpen

Sizanani faciliteert kleinschalig ontwikkelingswerk gerelateerd aan het zendingswerk van de Nederlands Gereformeerde Zendingsvereniging Nqutu (NGZN). Sizanani South Africa (SiSA) biedt naast de verschillende projecten zoals groentetuinen, kippenfokkerijen, naaiateliers ook cursussen op het gebied van ondernemen en alfabetisering. Ook geeft ze startkapitaal aan beginnende ondernemers. SiSA zet zich ook in voor aidspatiënten en hun kinderen. Door Sizanani Education Trust (SET) worden studiebeurzen toegekend. Als u dit werk financieel wilt steunen, stort dan uw bijdrage op bankrekeningnummer NL15ABNA0474416038 tnv Sizanani. Stichting Sizanani is ANBI geregistreerd. Voor meer informatie zie www.sizanani.nl


  BEELD VAN TROUW

43


 REPORTAGE

We slingeren door de smalle binnenwegen van Hollands Groene Hart. Omdat ik vanwege een blessure niet zelf kan autorijden, heeft mijn echtgenoot – met wie ik in goede en slechte tijden inmiddels veertig jaar onderweg ben – aangeboden vandaag te chaufferen. Trouw zijn in je relaties – aan je partner, aan jezelf, aan God: wat komt daarbij kijken? Ik ga het checken bij (ervarings)deskundigen.

TEKST ELISE G. LENGKEEK BEELD MAARTEN BOERSEMA 44

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


KWETSBARE VERBONDENHEID IN RELATIES GEEFT MOED EN KRACHT

‘ Trouw en Gods genade horen bij elkaar’ In Nieuwer ter Aa ontmoet ik Dina Mazzolari (61), gezondheidszorgpsycholoog en relatietherapeut. Haar Italiaanse naam verraadt haar afkomst en haar huis weerspiegelt iets van haar mediterrane persoonlijkheid: warme kleuren en een wand vol foto’s. Ik ben benieuwd naar wie zij is; wat heeft ze meegemaakt en wat is haar ervaring met trouw zijn aan zichzelf en aan geliefden? Wat zegt zij over Gods trouw? En hoe kwam zij ertoe om zich uitgerekend in Nederland bezig te houden met verstoorde relaties? Ze zit met een cappuccino tegenover mij en vertelt over haar jeugd: hoe zij als oudste van vijf kinderen van het Italiaanse arbeidersgezin Mazzolari opgroeit in het Franstalige dorpje Ballens, aan de voet van de Zwitserse Jura. Over vader die twee rechterhanden heeft en van alles aanpakt om zijn gezin te onderhouden. Door een ongeval overlijdt hij op 48-jarige leeftijd. Dina woont in die tijd als enige niet meer thuis; ze werkt als leerkracht in het basisonderwijs in Lausanne. Wanneer haar moeder in een depressie belandt, zet Dina alles op alles om – naast haar baan – haar familie door de crisis heen te slepen. Trouw zijn aan haar familie was voor Dina eigenlijk geen keuze. ‘Weet je,’ vervolgt ze, ‘Italianen zijn echte familiemensen. Ik herinner me heerlijke vakanties in Italië, met uitgebreid eten aan lange tafels met veel familie. De keerzijde is dat ik leerde zo loyaal te zijn dat het ten koste ging van mijzelf.

Bovendien werd er destijds in Zwitserland op Italiaanse gastarbeiders neergekeken. We begrepen al jong dat we alleen door keihard te werken zouden slagen. Daarom heb ik heel lang mijn Italiaanse roots verloochend; ik kon me maar beter aanpassen aan de Zwitserse cultuur.’ Speelde geloof in God toen al een rol? ‘Ja, deels,’ vervolgt Dina. ‘Mijn vader deed er niet veel aan, moeder was gelovig roomskatholiek. Daarom was ik gedoopt en had ik zelfs het vormsel ontvangen, maar de Bijbel ging thuis niet open. Pas toen ik als leerkracht ontdekte hoeveel kinderen het thuis moeilijk hadden en ikzelf na de dood van mijn vader met vragen zat, kreeg ik honger naar het geestelijke, naar iets van God.’

Scheiding

Dina vertelt hoe ze God aanvankelijk zoekt in occulte praktijken, tot aan Scientology Church toe. Door de trouw van een vriendin die aanhoudend voor Dina bidt en met haar in gesprek blijft, ontdekt ze dat ze op de verkeerde weg zit. Romeinen 6:1-6 opent haar hart voor de belangrijkste waarheid van haar leven: ‘Geloven in God draait honderd procent om Jezus! Hij is voor mijn zonden gestorven; door de doop in zijn dood gaat Hij ook met mij een liefhebbende relatie aan.’ Na haar doop zoekt Dina aansluiting bij een baptistengemeente. Tijdens een discipelschapstraining ontmoet ze een geestelijk bevlogen Nederlandse man. Als hij in Zwitserland komt werken, groeit



45


 REPORTAGE

Dina Mazzolari. (beeld Maarten Boersema) >

er een innige vriendschap. Ook al weet ze van zijn homoseksuele gevoelens, toch trouwt ze met hem en verhuist ze naar Nederland. Maar na twee jaar blijken zijn homoseksuele oriëntatie en onderliggende psychische problematiek een huwelijksleven alsnog onmogelijk te maken. Ondanks pastorale hulp en hun liefde voor elkaar is een definitieve scheiding ten slotte onafwendbaar. Ik moet even slikken. Ook Dina is ontroerd. De ontdekking niet langer te kunnen samenleven met de man van wie je houdt, aan wie je trouw beloofde – wat deed dat met Dina’s vertrouwen in een levenslange relatie en in God? ‘Ik was gebroken. Ik wilde immers niets liever dan deze relatie laten lukken. Het paste totaal niet in mijn wereldbeeld dat dit ons overkwam.’

Vrede

Is zij toen nooit boos geweest op God? Dina glimlacht. ‘Tja, God is een wonderlijke weg met mij gegaan: Hij heeft deze pijnlijke ervaring gebruikt om mij te vormen en de blinde vlekken in mijn hart aan het licht te

 ‘Het paste totaal niet in mijn wereldbeeld dat dit ons overkwam’  brengen. Ook leerde Hij mij een vertrouwelijke omgang met Hem te hebben en meer afhankelijk van Hem te durven zijn.’ Na de scheiding wil Dina terug naar Zwitserland, maar haar hart zegt dat ze in Nederland moet blijven. Haar aanstelling als counselor bij Different ervaart ze als Gods leiding. Different is een organisatie voor pastorale hulp aan mensen met ongewenste homoseksuele gevoelens, vallend onder Tot Heil des Volks in Amsterdam. Ze krijgt daar te maken met zo veel psychologische problematiek, dat ze naast haar werk klinische psychologie gaat studeren. Later volgt ze de specialisatie gezins- en relatietherapie. In 2003 begint ze als psycholoog in de praktijk van haar vriendin Ylfva Troll in Almere. Enkele jaren later start ze met relatietrainingen, met onder anderen Hetty Verkruijssen, oprichtster van Beter Verbonden. Inderdaad geen makkelijke weg, concludeert Dina. Maar in de ruim dertig jaar dat ze in Nederland woont, weet ze dat er talloze situaties zijn geweest waarin God zijn trouw heeft getoond. Heeft Dina na haar scheiding ooit een

46

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


nieuwe relatie overwogen? Ze schudt haar hoofd. ‘Een tijdlang heb ik gehoopt dat het alsnog goed zou komen tussen ons. Ik was niet op zoek naar een nieuwe relatie, maar naar vrede met de situatie. Er vonden zo veel mooie ontwikkelingen plaats: mijn werk en studie waren boeiend en bovendien had ik betekenisvolle vriendschappen – dat gaf mij echte vervulling.’

Ruimte

Stralend vertelt ze hoe haar leven in 2009 een onverwachte wending neemt wanneer Henk van Rhee als nieuwe directeur van Tot Heil des Volks haar uitnodigt om te gaan samenwerken. Ze heeft hem eerder ontmoet in de adviesraad van Different. Ze weet dat zijn vrouw kort daarvoor is overleden aan een ernstige ziekte. Het klikt zo goed tussen die twee dat hij haar ten huwelijk vraagt. Ik volg Dina’s blik naar de vele foto’s van hen beiden, van zijn vijf kinderen en zeventien kleinkinderen; beelden waar het geluk van

afspat. ‘Ruim vijf jaar zijn we samen heel gelukkig geweest. We waren een goed team. In de winter van 2015 stierf hij aan de gevolgen van een hartstilstand, 62 jaar jong,’ besluit ze geëmotioneerd. Er is stilte die nieuwe ruimte schept. Dan staat Dina op om de lunch klaar te maken. Maar eerst stel ik deze vraag: hoe kon je na deze overrompelende scheiding blijven geloven in Gods trouw? ‘Weet je,’ zegt ze zacht, ‘ik heb daar nooit aan getwijfeld. Ik ben ook niet boos op Hem geweest. Ik heb steeds zijn trouw en liefde ervaren in mijn leven. Maar ik begreep het niet en dat besprak ik geregeld met Hem. Er kwam niet echt een antwoord, maar ik ervoer wel zijn vrede en troostvolle nabijheid. Ook het samen rouwen met anderen die Henk hadden gekend en van hem hadden gehouden, hielp mij. Deze kwetsbare verbondenheid gaf me moed en kracht. Bovendien ervaar ik het als een groot geschenk om in het gezin van Henk een plek te mogen hebben, zoals Ruth met Naomi.’

‘Houd me vast’: training in trouw zijn aan jezelf en de ander Na de lunch schuift relatietherapeut Hetty Verkruijssen-Blom (64) aan: tengere gestalte, zachte stem, ontvankelijke blik. Vanuit haar praktijk Beter Verbonden geeft Hetty samen met Dina Mazzolari en nog twee andere therapeuten christelijke Houd me vast-relatietrainingen aan stellen en op aanvraag binnen gemeentes. Hetty vertelt hoe ze twaalf jaar geleden de kracht ontdekte van Emotionally Focused Therapy (EFT), ontwikkeld door de Canadese psychologe Sue Johnson. ‘EFT is een zeer succesvolle methode die mij hielp eerlijk naar mezelf te kijken. Ik kreeg meer inzicht in mijn eigen negatieve gedragspatronen, de impact van emoties op het ontstaan ervan en op die diepbasale behoefte me veilig verbonden te weten met mijn geliefden. Ik ging naast individuele therapie relatietherapie geven op basis van EFT. Om nog meer echtparen te kunnen bereiken, besloot ik om met collega Gerda Baeten Houd me vast-trainingsweekenden te geven vanuit christelijk perspectief. Zo is Beter Verbonden ontstaan.’

 47


 REPORTAGE



Prikkeldraad

Waarmee worstelen stellen het meest als het over trouw gaat in hun relatie? Dina: ‘In de basis ontstaat al een weeffout als partners aan een relatie beginnen met torenhoge verwachtingen. Onze maatschappij propageert vooral het recht op eigen geluk, maar gaat voorbij aan de noodzaak van wederzijdse zelfopofferende liefde. Als partners daar geen idee van hebben en het verwachte geluk uitblijft, kunnen ze het nauwelijks opbrengen om bij elkaar te blijven.’ Hetty vult aan: ‘In de praktijk blijkt het nogal ingewikkeld om in al je relaties consequent trouw te blijven. Het is namelijk niet de emotie op grond waarvan je trouw bent, maar de keuze om trouw te zijn. “Vóór je huwelijk draagt de liefde je relatie, na je huwelijk draagt het verbond je liefde”, verwoordde Dietrich Bonhoeffer het ooit treffend. Dat verbond is een liefdesaanbod van God aan ons, omdat we dan meer tot ons recht komen.’ Hoe kijken Hetty en Dina vanuit therapeutisch oogpunt naar trouw? Is trouw te trainen? Hetty: ‘Trouw zijn is de kunst je consequent te verbinden met een ander én trouw te blijven aan jezelf. We helpen onze cursisten om te ontdekken hoe hun persoonlijke geschiedenis hun relatie beïnvloedt en we trainen hen hoe ze die stap voor stap bespreekbaar kunnen maken in hun relatie. Op basis van inzicht in hun eigen en elkaars pijnpunten en behoeften, kunnen ze elkaar helpen trouw te blijven aan zichzelf én aan de ander.’ Hetty herinnert zich een cursist die vertelde dat ‘zijn luiken dicht gingen’ zodra zijn partner hem verwijten maakte. Totdat hij leerde dat een verwijt niets anders is dan ‘een verlangen gewikkeld in prikkeldraad’. Hij besloot

voortaan eerst zijn vrouw te vragen wat ze hem probeert duidelijk te maken in plaats van zijn luiken te sluiten.

Genadig

‘Voor mij is trouw altijd gekoppeld aan genade,’ vindt Dina, ‘omdat God trouw is tot in eeuwigheid. Van Hem alleen leren we genadig te zijn voor onszelf en voor de ander. Genade behoedt ons voor negatieve (zelf) veroordeling.’

 ‘Trouw zijn is de kunst je consequent te verbinden met de ander én trouw te blijven aan jezelf’  Staan niet-christenen wel open voor een relatietraining waarin Gods genade oplicht? Hetty: ‘Als het heel spannend wordt in een relatie vragen we eerst of partners bereid zijn zichzelf en hun behoefte aan verbinding en veiligheid te aanvaarden. Daaruit groeit bereidheid de ander te “verstaan” vanuit diens behoeften en te groeien in verlangen naar elkaar zonder de ander te willen veranderen. Dat biedt een veilige basis voor vertrouwen. In jezelf en de ander. Sommige stellen willen zelfs meer over Gods genade leren.’

Kees en Lieselotte kozen opnieuw voor elkaar In Tuil ontmoet ik Kees (34) en Lieselotte (38) de Jong. Zij hebben twee jaar geleden een Houd me vastrelatietraining gevolgd, nadat hun bijna gestrande huwelijk grotendeels was geheeld. Ze hebben besloten de allerbelangrijkste ervaring van hun leven liever te delen dan haar weg te stoppen voor anderen. Kees is momenteel zelfstandig ondernemer, Lieselotte gezinsbegeleider in de jeugdzorg. Samen hebben ze

48

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

twee kinderen van 9 en 5 jaar oud. Ze zijn nu dertien jaar getrouwd. Wat ging er aan hun relatietraining vooraf? Lieselotte: ‘We waren onbewust onvoldoende op elkaar afgestemd en hadden te weinig oog voor de kwetsbare behoeften die we allebei vanuit ons kind-zijn hebben meegenomen.’ Kees ervaart van zijn kant dat Lieselotte in hun relatie altijd wat meer kritisch leidend is, terwijl hij zichzelf meer ziet als het type ‘go with the flow’: ‘Ik volgde haar, want ik was in die tijd onzeker over mezelf


 ‘We hebben

geleerd elkaar de juiste dingen te vergeven’ 

en zocht op allerlei fronten bevestiging bij Lieselotte. Maar die signalen werden niet juist beantwoord.’ Lieselotte: ‘Als er te veel dingen tegelijk spelen die iets van me vragen – en dat was in die tijd het geval – heb ik de neiging mij in mezelf terug te trekken. Kees’ reactie daarop was nog meer nabijheid zoeken, terwijl ik me juist steeds meer voor hem afsloot. We groeiden dus langzaam uit elkaar.’

Storm

Kees zoekt vertier bij vrienden en ontmoet dan ‘die ander’. Lieselotte weet dat niet, maar merkt wel dat Kees steeds meer afwezig is. Kees wil scheiden, maar dat raakt Lieselottes diepste angst om niet meer met Kees verbonden te zijn. Ze realiseert zich dat ze deze angst moet overwinnen en Kees onvoorwaardelijk haar liefde moet tonen. Vanuit het besef dat hun huwelijk een drievoudig snoer is dat hen met elkaar en met God verbindt, blijft Lieselotte kiezen voor Kees. Gebed is haar enige anker in deze storm die acht maanden duurt, vertelt ze geëmotioneerd. Langzaam groeit daarna ook bij Kees opnieuw het vertrouwen in hun liefde. Als hun relatie zonder hulp geheeld lijkt, hoort Lieselotte alsnog dat Kees tijdens de crisis een ander had. Lieselotte vergeeft Kees, want God had al eerder tot haar hart gesproken hem te vergeven, al wist ze toen nog niet waarvoor. Samen besluiten ze een Houd me vast-training te volgen, om de patronen in hun relatie beter te begrijpen. Tijdens die training merken ze dat de trainingsfrequentie verspreid over acht avonden in acht weken voor hen minder goed werkt. Later besluiten ze opnieuw deel te nemen aan een relatietraining. En dan komt de echte omslag. Lieselotte: ‘Twee jaar geleden werden we gevraagd mee te werken aan een film over EFT in een Houd me vast-trainingsweekend. Met een therapeut erbij maakten we toen alsnog die noodzakelijke verdiepingsslag.’ Kees: ‘Dat voelde als een groot cadeau. Aan onszelf én onze kinderen. Voor het eerst konden

we ons naar elkaar toe uitspreken over onze diepste verlangens en angsten. Voor mij was dat: laat me zijn wie ik ben; voor Lieselotte: laat me nooit meer alleen, wil je er altijd voor me zijn?’ En hoe gaat het nu? Lieselotte: ‘We hebben echt opnieuw voor elkaar gekozen. De liefde overwint alles, maar zonder therapeutische hulp was het moeilijk het verleden een plek te geven.’ Kees: ‘We hebben geleerd elkaar de juiste dingen te vergeven en tijdig negatieve patronen bij te sturen. Maar het allerbelangrijkste is: blijf vertrouwen, blijf kiezen voor de liefde!’ ELISE LENGKEEK IS JOURNALIST EN PUBLICEERT ONDER ANDERE LITERAIRE NON-FICTIE.

49


ADVERTENTIES

STEUN EKS?

NEE…

De Faculté Jean Calvin is een unieke Franstalige protestantse theologische opleiding in het zuiden van Frankrijk. Met zo’n 120 studenten heeft de faculteit een onmisbare impact op de Franstalige wereld.

De stichting steunt de faculteit door te voorzien in het salaris van één van haar hoogleraren en in een jaarlijkse bijdrage ter verdere ondersteuning. Er is dit jaar nog zo’n € 15.000 nodig. Helpt u mee? Stort uw gift op NL04 INGB 000 349 0687 ten name van Stichting Kampen-Aix-enProvence!

De faculteit is volledig van giften afhankelijk en haar positie als religieuze instelling in het seculiere Frankrijk staat voortdurend onder druk. Bidt u mee?

Binnenkort gaan wij verder als Stichting Samen voor Aix

SCHOUDER aan SCHOUDER

OnderWeg app! Met de app OnderWeg online kun je ons magazine ook op mobiel of tablet lezen. De app bevat de nieuwste editie van OnderWeg en alle eerdere nummers (vanaf 2015).

Ja, ik wil OnderWeg digitaal lezen!

Meld je aan via www.onderwegonline.nl/app

Kattenberg Verhuizingen

“vriendelijke verhuizers die vakwerk leveren” www.kattenberg.nl

particulier › zakelijk › logistiek › opslag ›

vraag ons

gratis infopakket aan!

verhuizers sinds 1904 Klantgericht, kwaliteitsbewust en vakbekwaam, al ruim 110 jaar. Onze doelstelling is altijd hetzelfde gebleven: vertrouwen winnen door kwaliteit te leveren. Wij denken mee met de klant en geven vrijblijvende adviezen op het gebied van verhuizingen en onze dienstverlenende activiteiten. Ontdek het allemaal op www.kattenberg.nl. Klanten waarderen ons bedrijf met een:

9,0 VERTROUWD VERANTWOORD VEELZIJDIG

klantenvertellen.nl

“Al ruim 110 jaar uw vertrouwen waard”

ouwen r v m o un ons e en ze t s n r e e l d a h on e tutie t i t s o r p engen r b e t uit de g temmin s e b n u op h

brightfame.nl ANBI ERKEND NL53 INGB 0004 1039 12 TGV STICHTING BRIGHT FAME


‘Die adoptieboom redde mijn leven’

  Portret

‘Ik wil bereikbaar zijn en tijd maken voor anderen’, zegt Gerrie de Wilde (60). Ze vindt het leuk om mensen te ontmoeten en is graag actief in de Haagse Rivierenbuurt. Niet iedereen waardeert het echter als ze zich eenmaal per maand opstelt bij de abortuskliniek in de stad. ‘Het kost soms strijd om eropuit te gaan, dan zoek ik uitvluchten,’ bekent Gerrie nadat ze een keer werd uitgescholden. ‘Dan is het lastig om trouw te zijn.’ 60 jaar worden was een schok voor Gerrie de Wilde, maar ze vierde die verjaardag vijfmaal, met familie, vrienden en buurtgenoten. Onlangs zegde ze haar parttimebaan als wijkverpleegkundige op, omdat die haar te zwaar werd. Nu gaat ze naar mensen toe, naar het voorbeeld van Jezus die bij zijn afscheid opriep eropuit te gaan. Zo spreekt Gerrie eenmaal per maand mannen aan in de straat waar prostitutie plaatsvindt of ze loopt biddend om het gebied heen. Zeven jaar geleden startte Gerrie met haar man Roel een buurtkerk die bezocht wordt door zo’n twintig buurtgenoten. Met haar ex-verslaafde buurvrouw drinkt ze koffie bij de Hema als er met afvalscheiding genoeg is verdiend. ‘Er is hier een kleine gemeenschap ontstaan van mensen die contact hebben en elkaar ondersteunen’, vertelt Gerrie enthousiast. Ondertussen zorgt ze met haar stokrozenproject voor meer groen in de wijk en laat ze buurtgenoten bomenspiegels (het stukje grond rond een boom) adopteren. Gerrie: ‘Een atheïstische buurman zei: “Die adoptie redde mijn leven.” Hij was namelijk ziek geworden en zijn baan kwijtgeraakt, maar nu móest hij elke dag zijn “tuintje” onderhouden. Dat is geweldig, want hij zei ook: “Deze ontmoeting is niet toevallig: dit heeft God geregeld.”’

TEKST HENRIQUE STAAL BEELD JACO KLAMER

‘Deze ontmoeting is niet toevallig’ 51


Waarom zou je trouw zijn aan de kerk?

52

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


 BESCHOUWING Vaak wordt gezegd dat je trouw moet zijn aan de lokale kerkgemeenschap. Maar hoe verhoudt zich die trouw tot de behoeften die je als gelovige of als gezin hebt? Wat zegt Gods trouw hierin? OnderWeg-redacteur Bram Beute schrijft een persoonlijk verhaal over wat hij geleerd heeft van zijn ervaringen als kerklid en als predikant.

t

oen we afspraken dat ik een artikel over ‘trouw aan de kerk’ zou schrijven, wist ik niet dat het thema zo actueel voor mij zou worden. In de afgelopen maanden waren er opeens verschillende gezinnen die afzonderlijk van elkaar aangaven hun lidmaatschap van ‘onze’ gemeente op te zeggen om elders lid te worden. Dit had ik niet in zo’n grote mate zien aankomen en het raakte me meer dan ik verwacht had. Natuurlijk hebben de vertrekkers dat niet zo bedoeld, maar ik kan hier niet over schrijven zonder dit te noemen. Hun vertrek doet pijn en ontmoedigt. Het raakt ook mijn trots: wat is er aan ons niet goed genoeg dat je weggaat? En het geeft een gevoel van tekortschieten: wat hadden we anders moeten doen om je vast te houden?

Ervaring

TEKST BRAM BEUTE

Die verwarring en pijn zijn niet alleen maar negatief. Alles wat ons overkomt, ook deze ervaring, wil God gebruiken om ons meer te vormen naar het beeld van Christus. Mijn pijn en die van anderen laten zien dat we echt verbonden zijn. Verder word ik gedwongen mijn trots onder ogen te zien. Er zit een dubieuze kant aan dat het mij zo raakt: ik ben in mijn eer als predikant aangetast. Het is mij niet gelukt om hen bij ‘mijn’ kerk te houden. Deze ervaring van het vertrek van broers en zussen bepaalt mij opnieuw bij de kern van kerk-zijn: het gaat niet om mij en mijn werk, maar om onze Heer. Ook stelt het ons als kerk opnieuw voor de vraag: hoe zijn wij samen kerk?

Maar wat deze ervaring niet bewerkt, is dat ik het wisselen van kerk minder erg ga vinden. Ik heb goede, open gesprekken gevoerd met broers en zussen die vertrokken zijn. Ik heb begrip voor persoonlijke situaties en keuzes en toch wil ik iedereen die erover nadenkt om bij ‘zijn’ of ‘haar’ kerk weg te gaan, aanmoedigen om dat niet te doen, maar te blijven.

 Wat hadden we

anders moeten doen om je vast te houden?  Dat is niet omdat ik zo’n rooskleurig beeld van de kerk heb. Ik ben dankbaar dat ik predikant mag zijn, maar ik zie ook de negatieve kanten van de kerk. Ik ken het verlangen om weg te gaan naar een kerk die beter past, of misschien liever nog om met een groep mensen opnieuw te beginnen en soms ook om te geloven zonder kerk. De kerk die een bron van levend water zou moeten zijn is soms als een woestijn, dor, doods. Het kan lijken alsof je er alleen maar energie in moet stoppen en er niets voor terugkrijgt.

Ontdekken Jaren geleden vroeg ik iemand waarom hij nog bij ons in de kerk zat. Zijn opvattingen waren zo anders dan wat gewoon was, hij moest zich er vaak slecht op z’n gemak voelen. Zijn reactie vergeet ik nooit: ‘Uit de kerk stappen omdat ik me er vaak niet thuis

 53


 BESCHOUWING

voel, omdat ik heel andere opvattingen heb, omdat ik andere dingen in de kerk zou willen? Dat zou alleen maar laten zien dat ik er nog geen zak van begrepen heb waar het in de kerk om gaat!’ Ik geloof dat dit het is waarom ik blijf. Ik wil steeds meer ontdekken wat ‘kerk’ is. Ik denk bij kerk aan Paulus’ woorden: ‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden’ (1 Korintiërs 12:13). Wat betekent het dat de kerk één lichaam is? In de praktijk zijn er heel veel kerken. Je kunt ook niet met miljoenen mensen tegelijk leven als één lichaam. We hebben onderafdelingen van de wereldwijde kerk nodig. Groepjes mensen met wie je in het dagelijks leven kerk bent, God prijst, avondmaal viert, naar elkaar omziet, getuige bent in de wereld. Maar met welke mensen zou je dat het beste kunnen doen?

 Ik wil steeds meer

ontdekken wat ‘kerk’ is  Het ligt voor de hand om te denken: met de mensen met wie je het goed kunt vinden, een visie deelt, die je goed aanvoelt. Zo werkt het met andere groepen. Als je een bedrijf of een sportclub start of je met anderen wilt inzetten voor een goed doel, dan is het belangrijk dat het ‘klikt’. Zo zou je ook plaatselijke kerken vorm kunnen geven: met mensen met wie het ‘klikt’. De uitdagingen voor de kerk zijn tenslotte al groot genoeg: het geloof doorgeven aan de volgende generatie, met woord en daad getuigen in deze wereld en zelf het geloof niet kwijtraken. Laten we dat dan doen met mensen die zich daar ook voor in willen zetten!

Toegevoegd En toch denk ik dat je, als je zo redeneert, er inderdaad ‘geen zak van begrepen hebt’. Of genuanceerder: dat je iets heel belangrijks mist als het gaat om kerk-zijn. Je kiest niet allereerst zelf voor de kerk, je bent eraan toegevoegd. De woorden die Paulus aan de Korintiërs schrijft, kun je ook vertalen als ‘wij zijn allen in (of door) één Geest gedoopt tot één lichaam’ of zelfs ‘ingedoopt in één lichaam’. Daar zit nadrukkelijk iets passiefs in. De kerk waaraan Paulus deze woorden richtte, had te maken met sterke groepsvorming en met tegen elkaar opbieden als het ging om de Geestesgaven. Paulus ontkent niet dat er verschillen zijn in de kerk, maar wijst op wat daarboven uitstijgt: de eenheid van het lichaam van Christus. ‘Wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu slaven of vrije mensen zijn’ (1 Korintiërs 12:13).

54

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

De eenheid met de ander is een gegeven. Of ik dat nu ervaar of niet. De bedoeling is wel dat ik dat steeds meer ga ervaren. Dat ik ontdek dat het gemeentelid waar ik me geen raad mee weet, voor mij als een hand, voet of oog is. Dat geldt zelfs in een kerk als in Korinte, met misstanden als verdeeldheid, dronkenschap aan het avondmaal, seksuele zonden die getolereerd worden en mensen die geloven dat er geen opstanding uit de doden is. Zij zijn toch ‘de gemeente van God (...) geheiligd door Christus Jezus’. Als God die kerk al niet loslaat, dan geldt dat waarschijnlijk ook voor ‘mijn’ kerk. Dat maakt mij erg voorzichtig om dan zelf wel weg te gaan.

Hippe mensen Er is een andere lijn in de Bijbel die mij inspireert om te blijven. De kerk is geroepen om iets van Gods nieuwe begin te laten zien, waarin het gaat om vrede, gerechtigheid en waarin er een einde komt aan verdeeldheid en aan ruzie. Om iets van die nieuwe wereld te laten zien, hebben de apostelen geen kerken gesticht van mensen die cultureel of sociaal bij elkaar pasten. Integendeel: in de kerk moesten Joden en nietJoden, Grieken en barbaren, slaven en slavenhouders samen een lichaam vormen. Zo wordt Gods bedoeling met deze wereld zichtbaar. Dat gebeurt nog steeds: in ‘onze’ kerk in Kampen vieren we samen met Irakezen en Iraniërs avondmaal. Met jongeren en ouderen, universitair geschoolden en mensen die werken met hun handen,


ouderwetse en hippe mensen, zoeken we God en vinden we elkaar. Dat is niet eenvoudig. Het is gemakkelijker om een andere kerk te zoeken voordat gemis en onbegrip leiden tot frustraties en confrontaties, zoals die er in het verleden in de kerk wellicht meer waren. Het past misschien wel juist bij deze tijd om zulke confrontaties uit de weg te gaan en het prettig te houden voor iedereen. Maar vrede zoeken in de kerk is iets heel anders dan om de lieve vrede je mond maar houden over je pijn, verlangen, frustratie of gemis. Als we werkelijk één lichaam zijn, hebben we elkaars inbreng nodig, ook over wat we werkelijk denken en voelen. We hebben in de kerk voortdurend tegenspraak nodig om niet te verworden tot een veilige bubbel van gelijkgestemde mensen.

Echte mensen Hoe houd je het vol als jij je inzet, je verlangen deelt, maar toch zo vaak op onbegrip stuit? Of als jij je kinderen ziet afhaken? Ik denk dat het begint bij je te realiseren wat ‘jouw’ kerk is. Bewust zette ik het bezittelijk voornaamwoord bij kerk telkens tussen aanhalingstekens. Omdat de kerk niet echt van jou, mij of ons is. ‘Jouw’ kerk is van God, gekocht met Christus’ bloed en werkplaats van de heilige Geest.

 Jezus volgen is geen prettige wandeling  Zoals ik al zei: als God die kerk niet in de steek laat, dan durf ik dat ook niet zomaar te doen. En als Christus die kerk zo liefheeft dat Hij er zijn leven voor gaf, dan zie ik daarin een aansporing om die kerk ook lief te hebben en me af te vragen wat ik ervoor overheb. Het is veel gemakkelijker om te houden van mijn ideaalbeeld van de kerk dan van de mensen uit wie die kerk bestaat. Toch is dat mijn roeping. Christus is niet voor een ideaal gestorven, maar voor echte mensen. En als de kerk de werkplaats is van de heilige Geest, dan krijg ik er vertrouwen in dat Hij daarin aan mijn geloof kan werken, ook al lijkt de kerk soms een woestijn of een bron van frustratie. Pijnlijke en verwarrende ervaringen kunnen juist helpen om te groeien in geloof. Jezus volgen is geen prettige wandeling van de ene picknickplaats naar de andere, maar kruis dragen. Dat vormt, zoals ikzelf ook gevormd hoop te worden door het pijnlijke vertrek van broers en zussen uit ‘onze’ kerk. Als ‘jouw’ kerk iets belangrijks mist – jeugdwerk, ruimte om je verhaal te doen – stel het dan aan de orde. De versterking van jouw geloof en dat van je kinderen moet ‘jouw’ kerk ter harte gaan. En als ‘jouw’ kerk je niet

genoeg kan helpen, zoek dan andere christenen op. Niet alles wat bij het christen-zijn hoort, kan altijd in die ene kerk gebeuren. Jeugdwerk bijvoorbeeld kan ook samen met andere kerken en soms vindt je kind zijn of haar plek misschien voor een tijdje beter bij een jongerenclub van Youth for Christ. Niet weggaan maar blijven en het goede in de kerk zoeken, dat zijn misschien niet de gemakkelijkste dingen voor je kinderen, maar zo kun je hun iets leren over Gods trouw die ons leert ook trouw te zijn. En toch... Soms lukt het echt niet meer. Er is teveel gebeurd. Je wordt er bitter door. Je blijft jezelf (en misschien ook anderen) frustreren met de gedachte: als het zo doorgaat, ga ik weg. Het kan zijn dat het dan inderdaad beter is om weg te gaan. Zoals een echtscheiding soms minder slecht is dan bij elkaar blijven. We leven in een gebroken wereld. We kijken uit naar de dag dat God die herstelt. BRAM BEUTE IS PREDIKANT VAN DE BAZUINKERK (GKV) IN KAMPEN EN REDACTEUR VAN ONDERWEG.

Om mee aan de slag te gaan

Als je niet op wilt geven en ook niet bitter wilt worden, raad ik je dit aan: • Dank God voor de kerk. Neem de tijd om erbij stil te staan dat jullie samen zijn kerk vormen, dat Christus zijn leven ervoor gegeven heeft en dat de Geest er aan het werk is. Vraag je af: waar zie ik de Geest aan het werk? • Bid geregeld voor de kerk, eventueel met anderen. Wat is Gods verlangen voor de kerk, hoe passen jouw verlangens daarin? Wat kun en wil jij bijdragen aan deze kerk waar Hij alles voor over had en waarin Hij met zijn Geest werkt? • Ga op een opbouwende manier het gesprek aan met anderen in de gemeente. Waar zie jij mogelijkheden om met het goede dat God geeft verder aan het werk te gaan? Waarvoor wil jij je inzetten? Spreek ook uit wat je nodig hebt en waarin je tekortkomt. • Aanvaard dat ‘jouw’ kerk niet volmaakt is. Niet alles wat jij nodig hebt, kan een plek krijgen in ‘jouw’ gemeente. Doe daarom ook dingen samen met andere christenen en kerken.

55


ALS TROUW AAN JE KERK GAAT KNELLEN

‘Je mag best kijken: waar hoor ik thuis?’

Wat doe je als je het belangrijk vindt om een betrokken en actief gemeentelid te zijn, maar steeds meer kritische vragen krijgt bij het reilen en zeilen in je kerk? Weegt TEKST JORDI KOOIMAN

trouw zwaarder dan je bedenkingen en onbehagen, of vertrek je naar een andere gemeente? Jeroen en Helga, beiden geboren en getogen in de GKv, delen hun ervaringen.

56

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


 INTERVIEW

j

eroen en Helga (gefingeerde namen, in verband met hun veiligheid) werken als zendelingen in het buitenland. Op het zendingsveld bestaan geen kerkmuren en verschillen tussen christenen staan zelden centraal. Je bent al blij als er andere christenen zijn. Toen het echtpaar nog in Nederland woonde, was dat anders. Beiden groeiden volop vrijgemaakt op: vrijgemaakte kerk, vrijgemaakte basisschool, vrijgemaakte middelbare school, vrijgemaakte studentenvereniging. Verhuisden ze, dan werden ze automatisch lid van de vrijgemaakte kerk in hun nieuwe woonplaats. Jeroen kijkt positief terug op die jeugd. ‘Ik heb het altijd als heel warm ervaren’, vertelt hij. ‘Tegelijk was er altijd wel een soort oordeel naar mensen die niet vrijgemaakt waren, ook al werd dat nooit zo uitgesproken.’ Helga heeft een andere ervaring. Omdat een van haar ouders niet gelovig was, had ze in de gemeente duidelijk een andere plek, merkte ze. ‘Wij waren niet vooraanstaand. We behoorden tot het groepje waarover gepraat werd, net als gezinnen met gescheiden ouders bijvoorbeeld. Ik kijk niet terug op de kerk als een plek waar ik warmte ervoer, maar ik kijk er ook niet op terug als een kerk waar ik het niet mee eens was.’

Briefje

Doordat Jeroen en Helga steeds meer interkerkelijke contacten kregen – eerst tijdens het studeren, daarna in toenemende mate via Jeroens werk – rezen kritische vragen over de geloofsbeleving in hun eigen kerk. ‘We werden geconfronteerd met dingen die niet aan de orde komen in de vrijgemaakte kerk’, vertelt Helga. ‘Het werk van de heilige Geest, het herkennen van Gods stem, het zoeken naar zijn wil. Ons viel steeds meer op dat we veel wisten van wat rationeel uit te leggen is, maar weinig van de Geest en zijn werk.’ Jeroen en Helga kregen ook vragen over hoe je bidt en hoe je Bijbelstudie doet. Gaat het er altijd om uit te pluizen wat er precies staat of kun je ook zoeken naar wat God eigenlijk tot je wil zeggen? Verder werden ze een beetje moe van de discussies en de regeltjes. Mogen evangelischen aan het avondmaal? Moet je werkelijk altijd een briefje meenemen om aan het avondmaal in een andere gemeente deel te nemen,

 ‘We behoorden tot het groepje waarover gepraat werd’ 

zelfs als iedereen weet dat je vrijgemaakt bent? Waarom wordt interkerkelijke samenwerking zo vaak afgehouden? Jeroen zat een tijdje in de kerkenraad van hun gemeente. ‘Ik hoorde daar veel discussies die er eigenlijk niet toe doen. En dat terwijl iets als zending op een laag pitje stond. Ik kreeg het gevoel dat het vooral ging om de vraag hoe we onze regels goed konden handhaven.’ Enigszins teleurstellend was hun ervaring rond hun uitzending als zendeling. ‘Onze kerk wist niet goed raad met geloofszending. In de kerkenraad was veel verlegenheid met onze uitzending en het feit dat we ons geroepen voelden om naar het buitenland te verhuizen. Ook nu nog.’

Taak

Hoe gingen Jeroen en Helga met hun vragen en gevoelens om? ‘We zijn daar altijd open in geweest’, zegt Jeroen. ‘We zijn niet bang om het gesprek aan te gaan en hebben dan ook veel gesprekken met bijvoorbeeld onze predikant gehad.’ Helga vult aan: ‘Bij sommige gemeenteleden kregen we duidelijk gehoor. Bij anderen helemaal niet. We merkten dat het voor veel mensen lastig is om buiten de vrijgemaakte kerk om te denken.’ Het feit dat er andere gemeenteleden waren die hetzelfde beleefden, was voor Jeroen en Helga een belangrijke reden om niet zomaar uit de gemeente te vertrekken. ‘Je staat er niet als enige anders in’, zegt Helga. Jeroen: ‘We denken dat er nog een taak voor ons is weggelegd in de gemeente en de GKv: dat we met anderen verandering kunnen brengen.’ Hun laatste verlof in Nederland was in dat kader bemoedigend. In veel vrijgemaakte kerken konden ze hun zending onder de aandacht brengen, waarbij ze

57




 INTERVIEW

 ‘Ik houd van de uitspraak dat de kerk een ziekenhuis voor zondaars is’  duidelijk nieuwsgierigheid naar en openheid voor de geestelijke wereld ontdekten. ‘Ik denk dat daar best een honger naar is, omdat het zo onderbelicht is’, zegt Helga.

Formule

Jeroen en Helga willen geen christenen zijn die met groot gemak van de ene naar de andere gemeente hoppen, zonder zich ergens aan te binden. ‘Als je een plek vindt waar je lid van het lichaam van Christus kunt zijn, moet je je ook inzetten voor je broers en zussen’, zegt Helga. ‘Ik houd van de uitspraak dat de kerk een ziekenhuis voor zondaars is. In de kerk zou je met je problemen terecht moeten kunnen, zonder veroordeeld te worden. Je staat om elkaar heen en helpt elkaar. Dat is lastig te realiseren als je voortdurend van kerk naar kerk gaat.’ Jeroen vult aan: ‘In een relatie is trouw ook belangrijk. Je kunt niet plompverloren weggaan. Als gemeenteleden investeer je in elkaar. Dat kun je niet zomaar overboord gooien. Als dat wel gebeurt, doet dat pijn. Daar moet dan echt een goede reden voor zijn.’ Wat is een goede reden? Dat vinden Jeroen en Helga lastig te definiëren. ‘Je kunt moeilijk zeggen: als dit gebeurt, ben ik niet meer trouw. Of als dat gebeurt, blijft ik trouw. Het is geen formule’, zegt Jeroen. Beiden kunnen zich echter wel bepaalde knelpunten voorstellen. Bijvoorbeeld dat je geestelijk niet meer voldoende gevoed wordt. Of dat je in de kerkenraad alleen nog maar met dingetjes bezig bent die niet belangrijk zijn. Of dat je een andere overtuiging over de doop of het avondmaal hebt. Of dat je beperkt wordt in je manier van geloven. ‘Of om je kinderen’, zegt Jeroen. ‘Je kunt het gevoel krijgen: in deze kerk raken ze hun geloof kwijt.’

58

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

Zonde

Trouw is voor Jeroen en Helga niet simpelweg een gevoelszaak: het is hier niet meer gezellig. Maar beleving speelt wel een rol, zo is Helga steeds meer gaan inzien. ‘Niet ieder mens draagt dezelfde kleding en niet ieder mens houdt van hetzelfde eten. Je kunt wellicht geboren zijn in een bepaalde kerk, maar dat betekent niet dat dat per definitie jouw smaak is. Bovendien: mensen veranderen. En kerken veranderen ook. Daarom mag je best kijken: waar hoor ik thuis? Uiteindelijk vormen alle kerken, met alle verschillen, samen het lichaam van Christus.’

 ‘Ik denk dat het wel zou gaan schuren’  ‘Ik denk niet dat het een zonde is om uit je gemeente te vertrekken’, zegt Jeroen. ‘Maar je moet er niet te lichtvaardig over denken. In andere kerken is bovendien ook niet alles goed. Wij vinden het zelf bijvoorbeeld lastig om naar een meer evangelische gemeente over te stappen, omdat we ons dan weer moeten laten dopen. Dat zouden we nooit doen om maar ergens anders lid te kunnen worden. Zoiets moet uit je hart komen.’ Ontwikkelingen Worden Jeroen en Helga weer vrijgemaakt als ze terugkeren naar Nederland? Ze sluiten het niet uit. ‘We zien op dit moment veel positieve veranderingen, zoals de vrouw in het ambt en gemeenten waarin kinderen aan het avondmaal mogen’, zegt Helga. ‘Als we naar onze eigen gemeente terug zouden gaan, hangt het er wel van af wat daar voor ontwikkelingen gaande zijn’, zegt Jeroen. ‘Ik denk dat het wel zou gaan schuren.’ JORDI KOOIMAN IS ZELFSTANDIG JOURNALIST, WERKT VOOR EUROPEAN CHRISTIAN MISSION (ECM) EN IS WEBREDACTEUR VAN ONDERWEG.


  BEELD VAN TROUW

59


 INTERVIEW

DE BELGISCHE PSYCHOLOOG PAUL VERHAEGHE OVER TROUW IN RELATIES:

‘ een relatie hebben is je engageren, zonder dat je weet wat er gaat komen’ 60

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019


De grote zaal van de Philharmonie in Haarlem applaudisseert. Zojuist hield ‘key note-spreker’ Paul Verhaeghe zevenhonderdvijftig relatie- en gezinstherapeuten voor dat de relatie die we hebben met ons eigen lichaam van grote invloed is op de relaties die we met onze partner hebben. De vraag is: wat betekent dat voor onderlinge trouw?

Z

ijn populariteit, niet alleen in zijn eigen Vlaanderen maar ook in Nederland, is groot. Zijn boeken zijn bestsellers en in talloze interviews mag hij zijn ideeën toelichten. Mensen, stelt Paul Verhaeghe later in een Haarlems grand-café, zijn sociale dieren. ‘Er zijn solitaire en sociale zoogdieren. Solitairen doen het op hun eentje, sociale dieren hebben de groep nodig. De mens behoort tot deze laatste soort. Als je een sociaal zoogdier alleen ziet zitten, zijn er maar twee verklaringen mogelijk: of hij is ziek, of hij is uitgestorven. We kunnen niet zonder anderen!’

Wat is ervoor nodig om die relaties in stand te houden?

‘Er is een groep nodig waarbinnen je verschillende contacten kunt hebben: intieme relaties, maar ook vriendschappelijke of familierelaties. Het is geen goed idee om met je geliefde naar een onbewoond eiland te vertrekken en daar een leven op te bouwen. Als je met maar één iemand een relatie hebt, leg je alles op de schouders van de ander. Alles moet uit die ander komen, alle frustraties gaan alleen naar die ander. Het gewicht wordt te zwaar. Dat lijkt me geen goed idee.’

De Frans-Joodse filosoof Levinas stelt dat ik alleen kan bestaan bij de gratie van ‘de Ander’, die een appèl doet op mijn verantwoordelijkheid jegens hem.

TEKST SJOERD WIELENGA

‘Merkwaardig genoeg is die gedachte veel te weinig aanwezig in de psychologie. Veel hulpverleners redeneren te veel vanuit het individu. Ze moeten er juist van uitgaan dat iemand alleen maar kan bestaan in de relatie tot de ander. Niet voor niets vertonen kinderen die bij dieren opgegroeid zijn – zonder mensen in hun buurt – geen enkel menselijk gedrag. Relaties zijn dus letterlijk van levensbelang. Als je die niet hebt, ontwikkel je je niet als een normaal mens en sterf je bovendien zeer vroeg.’

Wat kunnen we hiervan leren voor liefdesrelaties?

‘Een van de voorwaarden om een liefdesrelatie uit te

bouwen is dat je een gezonde liefdesrelatie met jezelf hebt. Zoals jullie Nederlanders zeggen: dat je lekker in je vel zit, Vlamingen hebben het over goed in je vel zitten. Een prachtige uitdrukking! Een gezonde verhouding met het eigen lichaam en gezond zelfvertrouwen zijn zeer belangrijk. Want dan moet je niet alles van die ander krijgen en is er geen verregaande vorm van afhankelijkheid. De ander moet ook niet al jouw tekortkomingen opheffen. Alleen als je van jezelf en van je eigen lichaam houdt, kun je in relatie met de ander treden. Hij of zij is immers anders dan jij bent. Als je kampt met angsten, schuld- en schaamtegevoelens, het gevoel van tekortschieten, dan keert dat onvermijdelijk terug in je relatie. Dat wordt een moeilijke verhouding. Een klassiek voorbeeld is jaloersheid. We zijn allemaal jaloers, omdat we een exclusieve relatie willen hebben. Maar sommige mensen zijn pathologisch jaloers. Meestal komt dat door een gebrek aan zelfvertrouwen. Als je niet van jezelf kunt houden, ga je ervan uit dat de ander jou ook maar niets vindt en dus steeds op zoek is naar een andere partner. Het komt er dus op aan een gezonde eigenliefde te hebben. Dan heb je ook een steviger zelfvertrouwen.’

Jezus zei het al: heb je naaste lief zoals jezelf.

‘Ja! Die uitdrukking heb ik in mijn boek Intimiteit

Paul Verhaeghe (1955) is klinisch psycholoog en hoogleraar in Gent. Hij schreef bestsellers als Liefde in tijden van eenzaamheid (1998), Identiteit (2012), Autoriteit (2015) en Intimiteit (2018). Hij is bijna veertig jaar getrouwd en noemt zichzelf ‘niet institutioneel gelovig’. ‘Er bestaat iets groters boven ons – maar wat dat is, daar heb ik vragen over.’

61


 INTERVIEW

U zei eens dat we moeten durven falen in relaties. In de sport en ons werk moeten we al presteren, niet ook nog in relaties.

‘In het Westen leefde tot voor kort het idee dat perfectie niet van deze wereld was. We droegen de erfzonde mee, die seculier vertaald werd met: ach, niemand is perfect; iedereen heeft z’n fouten. Die opvatting stond tweeduizend jaar centraal, onder meer in het christendom. Vreemd genoeg leven we sinds een jaar of dertig in de illusie dat perfectie haalbaar is, als je maar genoeg sport, gezonde voeding eet, de juiste opleiding, coach of plastische chirurg hebt. Maar dat is natuurlijk niet zo. Veel jonge mensen lopen daardoor ongelukkig rond, omdat hun lichaam net niet perfect genoeg is.’

Wie bepaalt wat perfect is?

‘Daar kun je de vinger niet achter krijgen. Het zou makkelijk zijn om de schuldige aan te wijzen, die maak ik graag een kopje kleiner. [Hij wijst naar de laptop van de interviewer.] Het zit ‘m in die schermen, in al die beelden die op ons afkomen. Het fotoshoppen. Vergelijk eens de hoofdpersonen van films van veertig jaar terug en nu. Toen waren dat redelijk normale mensen; veertigers zagen er als veertigers uit. Tegenwoordig zien veertigers er in films uit als gefotoshopte vijfentwintigjarigen. Dat klopt niet.’

Welk gevolg heeft dat voor trouw in onze relaties? uitgewerkt. “Bemin de ander als uzelf” heb ik ervan gemaakt. Het is zo’n gelaagde uitspraak. Iemand met een gezonde eigenliefde zal in staat zijn om op een goede manier van de ander te houden. Als iemand niet van zichzelf houdt, is het belangrijk dat hij dat gaat doen. Die uitdrukking ook op hem van toepassing. Gezonde eigenwaarde is fundamenteel.’

Toch lukt het veel stellen niet om elkaar trouw te blijven. Heeft dat alleen te maken met een gebrek aan eigenwaarde?

‘Zonder twijfel soms wel. Mensen met een gebrek aan eigenwaarde gaan voortdurend op zoek naar bevestiging bij anderen. Die bevestiging vinden ze door tijdens hun huwelijk steeds relaties met anderen aan te knopen, om daar te horen te krijgen dat ze de mooiste en de beste zijn en de moeite waard. Maar er is ook een biologische reden voor ontrouw: de drift van erotiek en seksualiteit. De Griekse woorden eros en agapè geven dit onderscheid goed weer. Eros is de geslachtelijke liefde en agapè de geestelijke liefde. Je kunt als heteroseksueel opgewonden raken van het lichaam van de andere sekse en daarvoor vallen. Je kunt jezelf dan wijsmaken dat dit een kwestie van liefde is. Welnee, dat is gewoon drift. Lichamelijke en geestelijke, existentiële liefde worden vaak door elkaar gehaald.’

62

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

‘Het komt binnen zonder dat we het beseffen, dat is het gevaarlijke. Het vormt een spiegelbeeld: ik wil ook zo zijn en als dat niet lukt, ben ik diep ongelukkig. En we worden aarzelend: ik ben niet goed genoeg, hoe zou die ander mij dan wel goed genoeg vinden? En die ander heeft dat idee ook! Dan blijf je dus alleen over. We houden onszelf die gefotoshopte werkelijkheid voor en we verwachten het van de ander. Het maakt een relatie zeer moeilijk, vooral om die te beginnen. Veel jongeren hebben bindingsangst, ze durven zich letterlijk niet bloot te geven. Mijn generatie

‘KATHOLIEKEN LEZEN DE BIJBEL NATUURLIJK NIET’ 


durfde niet uit de kleren vanwege schuldgevoelens: het lichaam was slecht en zondig. De huidige generatie durft dat soms niet vanwege schaamtegevoelens: omdat ze denken dat hun lichaam niet mooi genoeg is.’

Intens schuldgevoel Paul Verhaeghe groeide op in een katholieke cultuur die erg ‘lichaamsvijandelijk’ was. Alles van het lichaam was slecht, herinnert hij zich. ‘Het moest gekastijd worden. God was overal, zag je overal en alles wat je deed werd op een weegschaal gelegd. Vagevuur, hel, enzovoorts, je kreeg een heel intens schuldgevoel opgelegd. Dat spitste zich ook toe op het lichamelijke, seksuele en rationele. Daar hebben we ons van bevrijd. Dan zou je denken dat de huidige generatie helemaal bevrijd is van schuldgevoel. Helaas is dat niet zo, er is een enorm schaamtegevoel voor in de plaats gekomen: ik voldoe niet op professioneel vlak, niet op lichamelijk vlak, ik voel schaamte dat anderen dat zien, dat ik ontmaskerd word. En dan krijg je controledwang, perfectiedwang, eetstoornissen, faalangst. Dat zien we in de spreekkamer nu veel meer dan veertig jaar geleden.’

Tegenwoordig benadrukken veel predikanten dat je ‘mag zijn wie je bent’, dat je ‘een parel bent in Gods hand’, dat je je ‘geliefd mag weten door de Vader’ en ‘mooi geschapen bent’. Is dat een reactie op die schuldgevoeltijd?

‘Dat denk ik wel. Anderzijds: er is niets ergs aan om je kinderen voor te houden dat sommige dingen niet goed zijn. Je kunt moeilijk zeggen dat het allemaal niet uitmaakt. Kinderen worden tegenwoordig opgevoed door ouders die perfect willen zijn. Kinderen denken dat ze dat ook moeten zijn. Het is zo’n verademing dat als je moeder een fout maakt zij dat toegeeft. We moeten kinderen leren om te gaan met mislukkingen.’

In uw boek stelt u dat het christendom negatief praat over het lichaam. Maar in de Bijbel lees ik vooral positieve noties: het lichaam als tempel van de heilige Geest, de kerk als het lichaam van Christus waarin ieder lichaamsdeel zijn eigen plek heeft. En na de dood wacht de wederopstanding van het lichaam. Zijn dergelijke noties behulpzaam voor de samenleving? ‘Dat heb ik allemaal pas later ontdekt – katholieken lezen de Bijbel natuurlijk niet. Religie kan iets betekenen in deze individualistische samenleving die bestaat uit elkaar beconcurrerende zzp’ers. Dat is natuurlijk geen samenleving. We moeten zoeken naar nieuwe manieren om groepen te vormen en religie kan daarin zeker een rol spelen. Een groep kan gevormd worden rondom vragen naar het transcendente. De uitdaging voor religie is om een nieuwe organisatievorm te ontwikkelen, want het transcendente gaat niet weg. De waarde is dat zo’n

 ‘VREEMD GENOEG LEVEN WE IN DE ILLUSIE DAT PERFECTIE HAALBAAR IS’  nieuwe religievorm verbindend zal werken. Bovendien kan het helpen om onze samenleving – letterlijk: samen leven, dus niet als zzp’ers – moreel te doordenken. Immers, niet alles draait om het maken van winst.’

In Intimiteit stelt u dat secularisering tot gevolg heeft dat we denken dat dit leven het enige is en we er hier het allerbeste van moeten maken. Sinds de jaren zestig ontkerkelijkte het Westen in rap tempo en nam het aantal echtscheidingen enorm toe. Is dat de keerzijde van de seksuele revolutie of gewoon part of life?

‘Dat is zeker een keerzijde. Als je opgroeit in een maatschappij die jou ervan overtuigt dat perfectie bereikbaar is, ook op het gebied van relaties, dan is jouw huwelijk maar niets. Een andere liefde zal dan wel beter zijn. Je denkt: ik heb vast de verkeerde keuze gemaakt. En dan kies je weer iemand anders. Maar als je ervan uitgaat dat perfectie niet van deze wereld is, ben je minder geneigd bij je man of vrouw weg te gaan om elders dat perfecte antwoord te zoeken. Tegenwoordig wordt het woord “investeren” gebruikt als het gaat om relaties. Verschrikkelijk, alsof relaties een belegging bij de bank zijn die rendement moeten opbrengen. Het juiste woord is: je engageren, zonder dat je weet wat er gaat komen. Ja, het kan mislukken. Maar je bent het engagement aangegaan om ten minste de relatie te doen slagen. Niets garandeert dat het gaat lukken. Je moet er iets voor doen: dat is engageren. Bereid zijn om een mislukking erbij te nemen en dat niet als het einde van de wereld te beschouwen, maar te kijken of je het kunt oplossen. En beseffen dat jij en je partner tijdens je relatie kunnen veranderen. Zonder engagement lukt het niet.’ SJOERD WIELENGA IS FREELANCE JOURNALIST.

63


ADVERTENTIES

DANKBA AR GEREFORMEERD

WOORD & WERELD MAGAZINE

Nu in een nieuwe jas! Maandblad

met bijdragen

over theologie,

Diaconale werkvakanties Het hele jaar door in de Achterhoek een midweek de handen uit de mouwen voor dak- en thuisloze medemensen die even op adem komen Gegarandeerd onvergetelijk, waardevol, verrijkend en verrassend……

maatschappij, gezin,

# 10

JAARGANG 26 OKTOBER 2019 WOORD & WERELD MAGAZINE

onderwijs, politiek enz.

Verdraagzaam en gehoorzaam

Neem een abon­

nement en ontvang

Kruis of koninkrijk

de bundel De Bijbel

Omgaan met besluiten Legitieme ruimte?

of een biertje!

36 columns van Gijs

…. boek nu via de mail of bel

Zomer en Rufus Pos

Giften voor dit diaconale project zijn van harte welkom Stichting Het Passion Torenallee 6 6999 DD Hummelo

DANKBA AR GEREFORMEERD

Tel. 0314 382 462 info@hetpassion.nl www.hetpassion.nl

bij elkaar gebracht in een unieke bundel.

(Zolang de vooraad strekt)

NB oktober 2019.indd 1

07-10-2019 15:53

Ga nú naar www.woordenwereld.nl voor een abonnement!

Triodos Bank NL11 TRIO 078.13.22.618

WW adv Onderweg nw.indd 1

De Stichting Afbouw subsidieert de uitgave van dissertaties en andere wetenschappelijke publicaties van leerlingen van de Theologische Universiteit te Kampen (Broederweg). Sinds 1957, toen de Stichting Afbouw werd opgericht, is al bij meer dan 150 publicaties financiële steun verleend. Zie onze website voor een actueel publicatieoverzicht en overige gegevens. Er staan nog veel meer projecten op stapel. Het benodigde geld wordt verkregen door middel van giften, schenkingen, legaten en erfstellingen. Als bestuur van de Stichting Afbouw hopen wij ook in de toekomst ons werk te kunnen voortzetten, ter bevordering van de gereformeerde theologische wetenschap. Wilt u ons daarbij helpen?

B. Kamphuis, voorzitter P.H.R. van Houwelingen, secretaris J. Bos, penningmeester J.M. Burger, lid www.stichtingafbouw.nl • IBAN: NL59ABNA0631836934 t.n.v. Stichting Afbouw te Kampen • info@stichtingafbouw.nl

11-10-2019 15:33


  BEELD VAN TROUW

65


 INTERVIEW

NETTIES MAN JAAP HEEFT PRESENIELE ALZHEIMER

‘Als hij er niet meer is, blijf ik dit werk doen’ Eigenlijk vindt Nettie (66) het helemaal niet nodig om geïnterviewd te worden. ‘Je bent met elkaar getrouwd, dan is het toch vanzelfsprekend dat je voor elkaar zorgt, welke omstandigheden zich ook maar voordoen? De vrienden die ook elke week bij hem zijn, die zijn pas trouw.’

‘I

k leerde Jaap kennen op de middelbare school. We trouwden jong, inmiddels 45 jaar geleden. Door te trouwen liep Jaap niet het risico dat hij voor zijn diensttijd naar Duitsland moest. Vier kinderen kregen we, dertigers en veertigers inmiddels.

TEKST ARIE KOK

Jaap was altijd een rustige man, niet zo’n prater. Een tevreden man ook, die niet zoveel nodig had. Meestal was hij bezig met wat zijn handen vonden om te doen. We hadden een groot huis, maar geen klusje was hem te veel. Hij genoot van zijn werk als sportleraar, thuis verveelde hij zich nooit. Ik had zelf meer behoefte aan sociale contacten. Ik genoot van mijn werk als verpleegkundige. Samen met Jaap genoot ik van vakanties, we sportten veel en surften graag.

66

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

Tien jaar geleden fietsten we een keer samen door de duinen toen ik over de kop sloeg en in het ziekenhuis belandde. Drie maanden had ik nodig om te revalideren, drie maanden waarin Jaap voor me zorgde. Ik had al een tijdje het idee dat er iets niet klopte met hem. Hij vergat veel en het lukte hem niet meer om de dingen die hij moest doen te organiseren. Toen ik uit de running was, begon het extra op te vallen. Als ik om koffie vroeg, maakte hij thee, bijvoorbeeld. Achteraf bleken er op zijn werk ook dingen mis te gaan die collega’s dan voor hem oplosten om hem uit de wind te houden, soms zonder dat hij het wist. Toen ik opgeknapt was, moest Jaap weer aan het werk, maar het ging gewoon niet. Hij trok zich nog verder terug. Dan merken ze het niet, moet hij gedacht hebben. Ondertussen werd maar niet duidelijk wat hij mankeerde.


 ‘Als ik om We waren al een hele route langs hulpverleners gegaan. Dat wilde Jaap zelf ook, hij wilde met 57 jaar in ieder geval nog niet thuiszitten. Aanvankelijk werd gedacht aan een burn-out, maar op een gegeven moment zaten we tegenover een specialist die de juiste diagnose stelde: preseniele alzheimer. Het was natuurlijk vreselijk om dat te horen, maar het verklaarde ook heel veel. Ik had spijt van de dingen die voorgevallen waren, de boosheid, de frustraties. Na de diagnose ben ik gelukkig nooit meer boos op hem geweest. Jaap was zo bang voor de eenzaamheid, dat hij alleen zou komen te staan. Toen heb ik hem beloofd dat ik hem nooit alleen zou laten. In het ziekenhuis gaven ze een prognose van zes jaar. Toen zijn we gaan kijken wat we nog wilden doen. We kochten een camper en zijn gaan reizen. Hij wandelde altijd veel en bleef dat doen, soms best ver. Dat is hij

koffie vroeg, maakte hij thee’  ook lang blijven doen. Dan kreeg ik van anderen te horen dat hij hier of daar liep, maar hij kwam altijd weer terug, dat wist ik. Na een tijdje is Jaap naar een zorgboerderij gegaan, twee dagen in de week, acht kilometer verderop. Hij ging er zelf naartoe, nadat ik de eerste tijd met hem meegefietst was, tot hij de route zelf kende. Later bracht ik hem voorbij de gevaarlijke punten en fietste hij het laatste stuk nog zelf. Van alles deed hij daar, tot een stal verbouwen aan toe. Dan was hij er even uit en kon ik naar mijn werk. Die zorgboerderij was een goede plek voor hem.

67


 INTERVIEW

 ‘Ik blijf van hem houden, daar verwonder ik me zelf ook over’  Drie jaar geleden kon ik hem niet langer thuishouden. Met hulp van vrienden en de kinderen konden we het lang redden samen. Of dat wijs is geweest, vraag ik me nog weleens af. Het was moeilijk om hem te laten gaan, ik had immers beloofd dat ik hem niet alleen zou laten, maar hij werd agressief en onhandelbaar. De thuiszorg wilde het personeel er ook niet meer aan blootstellen. Na veel soebatten kwam Jaap op de urgentielijst voor opname. Nu woont hij in een verpleeghuis, in een zorggroep van acht bewoners, die hun eigen kamer hebben en een gezamenlijke huiskamer. De meeste anderen zijn veel ouder dan hij. In het begin zette ik hem nog weleens in de rolstoel en reden we naar een terras om een biertje te drinken, maar dat gaat nu niet meer. Als ik nu bij hem kom, dan zit hij daar maar, graatmager, zeventien kilo afgevallen sinds het begin van zijn ziekte, maar nog oersterk. Als hij je hand vastpakt, dan kan hij je flink pijn doen. Soms loopt hij een stukje heen en weer en dat is het dan. Heel af en toe krijg ik een glimlachje. Soms is hij zo onrustig, dan loopt hij de hele nacht te spoken, banjerend over de gang. Dat past helemaal niet bij zijn karakter. Ik wil zo graag dat iedereen dat weet, dat hij niet zo was. Ik zie de spanning bij hem vanbinnen, dat hij lijdt onder de situatie, wat hij zelf niet meer kan uiten. Als hij pijn heeft, omdat hij gevallen is bijvoorbeeld, dan kan hij dat niet aangeven. Met als gevolg dat hij er geen medicatie voor krijgt. Als iemand zo is, dan lijdt hij, dan is hij niet gelukkig. Ik ben er elke dag, meestal wel een paar uur. De zorg is tegenwoordig niet zoals je graag zou willen, door geldgebrek en andere oorzaken, dus doe ik veel dingen zelf: nagels knippen, tandenpoetsen of iets te eten voor hem maken. Heeft hij een vriendelijke blik in zijn ogen of een glimlachje, dan is mijn dag goed, al heb ik niet het idee dat dit dan aan mij gerelateerd is. Ik vind het zwaar, maar ik vind het niet moeilijk om vol te houden. Ik ben toch met hem getrouwd… Het meest frustrerende is dat ik hem niet kan bereiken. Communicatie is zo wezenlijk in een relatie. Ik blijf van hem houden, daar verwonder ik me zelf ook over. Er zijn vrienden die vanaf het begin elke week op bezoek gaan. Dat vind ik zo bijzonder en zo waardevol. Dan heb ik mijn handen een beetje vrij. En als

68

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

er een keer niemand bij hem is, ga ik twee keer. Zolang hij er nog is, zit ik liever bij hem koffie te drinken dan alleen thuis. Ik heb God nooit gebeden of Jaap beter zou mogen worden. Ik wist ook wel dat Hij dat niet zou doen. Soms sterven mensen plotseling, terwijl ze gezond zijn, en Jaap moet maar blijven leven. Hoe dat zit, is een grote vraag voor mij. Dan vraag ik of God hem uit zijn lijden wil verlossen. Maar ik besef ook dat Jaap er dan niet meer zal zijn. Dat is zo dubbel, dan voel ik me wanhopig. Maar bidden helpt wel, dan ben ik het kwijt. En de gedachte dat God Jaap wel begrijpt en tot hem door kan dringen, die troost mij. Voor de kinderen vind ik het echt verschrikkelijk. Ze gaan met enige regelmaat bij hun vader op bezoek, maar ik begrijp het ook dat ze het soms moeilijk vinden om te gaan en ook weleens wat afstand nemen. Voor de kleinkinderen is het helemaal moeilijk te begrijpen. Ze vinden hun opa soms eng. Er zou eens een boekje gemaakt moeten worden voor kinderen, waarin uitgelegd wordt hoe je met je dementerende opa of oma kunt omgaan. De rechtszaak die laatst speelde tegen een arts die euthanasie pleegde op een dementerende heb ik gevolgd. Ik was blij dat zij niet veroordeeld is voor moord. Voor Jaap was euthanasie geen optie, daar stond ik ook achter. Maar mocht ik ooit dezelfde diagnose krijgen als Jaap, dan vraag ik me af of ik het mijn kinderen zou kunnen aandoen. Eigenlijk wilde ik dit gesprek niet. Natuurlijk ben ik trouw aan mijn man, daar valt verder niet zoveel over te zeggen. Maar nu je er toch bent, wil ik wel gezegd hebben hoe belangrijk ik het vind dat er naar dementerende mensen wordt omgekeken. Er worden mensen vergeten, dat is zo tragisch om te zien. Bezorg ze een moment van geluk, dan is hun dag weer goed. Even later weten ze het misschien niet meer, maar op dat moment was het geluk er wel. Jaap geeft soms het idee dat hij voelt dat er iemand voor hem is. Als vrienden een hand op zijn arm leggen of hem wat fruit of drinken geven. Of hij het nu meekrijgt of niet, er is iemand voor hem. Als Jaap er niet meer is, blijf ik dit soort werk doen. Ik zie dat het heel hard nodig is.’ ARIE KOK IS JOURNALIST EN SCHRIJVER.

De werkelijke namen van Nettie en Jaap zijn bij de redactie bekend.


TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE

GeĂŻnspire e rd ge raakt? Volg onze trouwe abonnees en lees

OnderWeg ook! Probeer het magazine 3 maanden gratis (digitaal of op papier).

ga naar onderwegonline.nl/gratis het (digitale) proefabonnement is drie maanden gratis en stopt automatisch

Boordevol inspiratie 69


 VERWERKING Gesprekshandleiding:

Aan de sla g met

trouw

Deze special gaat over trouw. Dat begrip kan verschillende

gedachten oproepen. Misschien vind je het saai en staat het voor jou vooral voor afzien van jezelf, voor volhouden als

niemand het ziet. Misschien vind je trouw vooral een soort avontuur: je verbindt je immers aan iets of iemand en je wilt dat volhouden zonder dat je weet waar het je zal brengen. Ten slotte kan trouw voor jou ook zomaar voelen als een worsteling. Hieronder staan handvatten om over dit veelzijdige thema in gesprek te gaan met de kring of Bijbelstudiegroep of om er zelf mee aan de slag te gaan.

Ga het avontuur aan TEKST HETTY PULLEN-MUIS

Er staan verschillende bijdragen en levensverhalen in deze special. Een verhaal als van Marten Tel (pagina 12) of Mark Spiering (pagina 33) kan je raken. Het zijn verhalen waarin mensen proberen onder woorden te brengen hoe zij vorm willen geven aan trouw. Vraag jezelf af: 1. Welke van deze bijdragen inspireert jou en waarom? 2. Hoe probeer jij zelf trouw te zijn in je dagelijks leven? 3. Welk portret bepaalt jou in het bijzonder bij wat jij doet?

70

OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019

Vragen voor het groepsgesprek: Bij de start van het gesprek gebruik je zogenaamde ‘ijsbrekers’. Dat zijn goede startvragen die positieve energie geven en de aandacht richten op wat belangrijk is. De volgende voorbeeldvragen kun je gebruiken: 1. Welk levensadvies over trouw is je bijgebleven in een van de portretten? 2. Waar ben je enthousiast over? 3. Wie inspireert jou als je denkt aan trouw in een relatie?


Beelden van trouw

De special bevat beeldpagina’s rond Bijbelteksten over trouw. Doel bij de verwerking die nu volgt, is het leren kennen van elkaars beelden en verhalen over trouw. Zo leer je het avontuur van trouw kennen in je eigen leven en dat van de groep of je gesprekspartner. 1. Welke foto of afbeelding in dit nummer spreekt jou aan en waarom? 2. Wat zegt die specifieke afbeelding jou over trouw? 3. Welke andere afbeelding komt bij jezelf op (zoek eventueel op internet)?

Hoe kom jij tot een definitie?

Mensen als Barend Kamphuis, Thijs Tromp, Bram Beute en Paul Verhaeghe beschrijven trouw vanuit verschillende perspectieven. Een dergelijke beschouwing kun je zelf ook inzetten als een zoektocht naar je eigen definitie. Daarbij omschrijf je kort en duidelijk wat het thema voor jou betekent. Denk eerst zelf na over: 1. Wat is jouw definitie van Gods trouw in jouw leven? 2. Wat is jouw omschrijving van trouw in een sociale en/of huwelijksrelatie? 3. Trouw zijn aan de kerk is voor mij ... Wat vind je van deze omschrijvingen van het begrip trouw? • Kamphuis: ‘Geloof is dat je je vastklampt aan Gods beloften, dat je het daarmee waagt, desnoods tegen alle schijn in.’ • Tromp: ‘De kerk heeft een verhaal dat gebaseerd is op trouw, omdat God niet loslaat wat Hij begonnen is.’ • Verhaeghe: ‘Je moet er iets voor doen: dat is engageren. Zonder engagement lukt het niet.’ In het groepsgesprek zal duidelijk worden dat de omschrijvingen echt verschillen. Praat door over de verschillende accenten die gelegd worden.

Doorpraten over Gods trouw

Barend Kamphuis schrijft over Gods trouw en zijn onveranderlijkheid: ‘Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren en vandaag en tot in eeuwigheid’ (Hebreeën 13:9). Als je dit in de Bijbel leest, proef je het vertrouwen en de zekerheid. Hoe kijk jij hiertegen aan? Durf jij het te wagen met God die trouw is?

Worstelen met trouw

Bram Beute gaat in op de worsteling met trouw aan de kerk. Je proeft ook het verlangen om weg te gaan naar een kerk die hem beter past. Of misschien zou hij nog liever met een groep mensen opnieuw beginnen of geloven zonder kerk. Terwijl de kerk een bron zou moeten zijn van levend water. Tegelijkertijd voelt Beute zich geroepen om te blijven. Want, zegt hij, als Christus die kerk zo liefheeft dat Hij er zijn leven voor gaf, dan zie ik daarin een aansporing om die kerk ook lief te hebben en me af te vragen wat ik voor die kerk overheb. Ook andere artikelen laten iets zien van de pijnlijke worsteling als vertrouwen beschadigd is. Vertellen we die verhalen aan elkaar? Dat kan alleen als er een veilige en open sfeer is. Vraag jezelf af: 1. Hoe is dat voor jou als je zijn worsteling leest? 2. Wanneer is/was voor jou de kerk een woestijn? 3. Welke gedachten roept het pleidooi van Beute bij jou op? 4. Beute geeft adviezen om trouw te blijven, zonder verbitterd te raken. Welk advies helpt jou om trouw te blijven aan de kerk?

De kracht van het verhaal

Ervaringen met trouw en ontrouw raken een mens vanbinnen. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van Frits Rouvoet, die werkt op de Amsterdamse Wallen. Het is een avontuur om over trouw en je persoonlijke worsteling met trouw te vertellen. Juist in een groep of onderling gesprek is het krachtig om verhalen te vertellen, om je leven te delen als gelovige en je vragen bij elkaar neer te leggen. Om vandaaruit je vragen in het gebed ook bij God neer te kunnen leggen. Vertel jouw verhaal vanuit zinnen als: • Op een morgen liep ik ... • Toen ik hem/haar leerde kennen ... • In de ontmoeting met haar/hem werd ik geraakt door ...

Proef de volgende quotes van Kamphuis en ga daarover in gesprek met elkaar. • De onveranderlijkheid van God leer je pas goed kennen door Jezus. • J e kunt rekenen op God, juist omdat Hij anders is dan wij. •D e zekerheid van de kerk is dus niet gelegen in onze trouw.

HETTY PULLEN-MUIS IS ADVISEUR BIJ HET PRAKTIJKCENTRUM. 71


Nieuwe wegen… om zélf of sámen te ontdekken Boeken van Buijten & Schipperheijn Motief – bij de boekhandel – www.buijten.nl NIEUWE BOEKEN OVER DE WEG VAN JEZUS Voor Via Nova ontwikkelde Gert-Jan Roest deze lees- en cursusboeken, gericht op denkers, christenen en nietchristenen. Uniek door de ruimte om zélf te ontdekken. Geschikt voor groepen, maar ook voor persoonlijk gebruik. Met een handleiding voor zeven cursusavonden. Zie www.lerenindekerk.nl (Tafelgesprekken).

ISBN 978-94-6369-048-5 144 p. – € 16,95

ISBN 978-94-6369-032-4 296 p. – € 28,90

OpEN lEVEN Ervaar de weg die Jezus wijst In dit boek gaat het om de concrete dagelijkse praktijk van het wandelen op de weg van Jezus. ISBN 978-94-6369-052-2 160 p. – € 16,95

SpElENDERWIJS Improvisatie, Jezus en je dagelijks leven Leven is improviseren. Thuis, op het werk, in de supermarkt, op de dansvloer. Is dat lastig? Mark Hage laat zien hoe de spelregels uit het improvisatietheater je kunnen helpen. Jezus blijkt verrassend genoeg een briljante improvisator. Het maakt niet uit of je nu wel of niet bekend bent met improvisatie, want: geen voorbereiding is hier het halve werk. ISBN 978-94-6369-024-9 160 p. – 18,95

MIcHAcURSUS Zorgen voor elkaar en voor de schepping Leeggeviste oceanen, eenzame mensen bij jou in de straat en bergen giftig afval in Gods schepping… Wie het nieuws volgt, zou er somber van worden. Want wat kun je doen en waar moet je beginnen? De profeet Micha geeft ons een richtlijn: recht doen, trouw zijn, en nederig Gods weg gaan. Lees voor jezelf of doe samen de Michacursus. ISBN 978-94-6369-057-7 96 p. – € 12,75

HEt GROENE HARt VAN HEt GElOOf Zorg voor Gods wereld Dave Bookless laat met dit hoopvolle boek zien dat de Bijbel goed nieuws is voor de schepping. Hij benadert de grote problemen op het gebied van klimaat, milieu en natuur vanuit het hart van het evangelie. Als geen ander kan hij je op weg helpen om je geloof te verbinden met je dagelijkse leven. ISBN 978-94-6369-040-9 168 p. – € 16,90

ISBN 978-94-6369-055-3 144 p. – € 15,90

ADVERTENTIE

HOOpVOl lEVEN Ontdek de weg die Jezus wijst In Hoopvol leven maak je kennis met Jezus, het Bijbelse verhaal en de christelijke spiritualiteit. Je ontdekt een leven van liefde en vertrouwen.

KEN JEZElf! Bespiegelingen over een christelijk mensbeeld Met dit boek zet Willem van der Horst lezers aan het denken over wie zij zijn. Stap voor stap laat hij zien wat inzichten uit de sociale wetenschappen, de theologie en de filosofie ons kunnen vertellen over onszelf. Daarbij legt hij voortdurend verbanden met Bijbelse lijnen.

Op ZOEK NAAR WIJSHEID Welke christen wil niet graag wijs leven? Hoe doe je dat? Koos en Karin de Geest nemen hun lezers mee op een boeiende zoektocht naar Bijbelse wijsheid, onder meer in Job, Spreuken, Prediker. Een wijze levenshouding wordt gekenmerkt door liefde, trouw, bescheidenheid, eerlijkheid, ijver, rechtvaardigheid, bezonnenheid en vroomheid.

DAN IS HEt AARDSE lEVEN GOED Opstellen aangeboden aan dr. Ad van der Dussen Theologie moet raken aan de concrete werkelijkheid van het leven en ook dienstbaar zijn aan een goede manier van leven. De bijdragen in deze bundel laten zien wat dit betekent, niet alleen voor de waardering van het aardse leven en voor de toekomstverwachting, maar ook voor de ethiek, het pastoraat en het kerkelijk leven. ISBN 978-94-6369-058-4 232 p. – € 22,50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.