OKRA- ZORGMAGAZINE April 2017

Page 1

Zorgmagazine 2017

Word nu gratis lid van OKRA-ZORGRECHT Lees alles op blz. 31

Voor personen met zorgnood en hun mantelzorgers


Geef meer mensen een kans op een ontspannende en zorgzame dag.

Doe een gift ten voordele van OKRA Vanaf 40 euro is je gift fiscaal aftrekbaar. Storten kan op rekening BE15 7995 5002 1930.

Wat doet OKRA met dit geld? Als sociaal-culturele organisatie heeft OKRA bijzondere aandacht voor de oudste leden. Zij zijn vaak minder mobiel en zien hun sociale contacten afnemen. Deze oudste groep kampt met problemen van eenzaamheid. OKRAvrijwilligers bezoeken regelmatig de oudste leden en proberen hen een sociaal netwerk aan te bieden. OKRA behartigt eveneens de belangen van mensen die zorg behoeven en hun mantelzorgers. Het komt op voor wie zelf niet meer zo mondig is in kwetsbare situaties en bemiddelt bij problemen.


En plots ben je mantelzorger

A

l 94 is ze, ons ma, moeke voor de (achter)kleinkinderen. Tot enkele maanden geleden nog helemaal zelfstandig en alleen in haar huis. Enkel voor de poets en de boodschappen liet ze hulp toe. Toen viel ze, ’s morgens vroeg. Een zus zag dat de rolluiken dichtbleven, maar kon niet binnen. Alle deuren waren op slot. Er zat niets anders op dan de toegang te forceren. Moeke lag op de grond. Op de spoedafdeling vond men geen breuk. Na een paar uur mocht ze naar huis, of liever: naar de babyborrel van haar tiende achterkleinkind. Die wou ze voor geen geld missen. Door de val was haar zekerheid verdwenen. Ze protesteerde niet meer tegen de ingrepen waarop wij, haar zes kinderen, al heel lang aandrongen. Sindsdien slaapt ze niet meer boven en draagt ze een persoonlijk alarm. Er zit ook een nieuw slot op de deur. Nu kunnen wij binnen, zelfs als de deur aan de binnenkant gesloten is. Ze viel nog een keer, nu ’s nachts. Ze gebruikte het persoonlijk alarm. Weer had ze geen breuk, maar de onrust bij haar en bij ons groeide. Toen we wonden op haar been vaststelden en een hoest die ons verontrustte, brachten we haar naar het ziekenhuis. Daar werden haar wonden verzorgd en een longontsteking vastgesteld. Langer dan een week hoefde ze echter niet te blijven. Maar toen ze terug thuiskwam, was ze erg in de war en was de onzekerheid nog toegenomen. Een verpleegster kwam haar elke ochtend wassen en de wonden verzorgen. Maar ook voor het eten, het nemen van de medicatie en het bedienen van een aerosoltoestel had ze hulp nodig. We wilden haar ook ’s nachts niet meer alleen laten. Maar het was kerstvakantie en professionele thuiszorg was niet meteen voorhanden. We probeerden dan maar de zorg op ons te nemen. Vooral de nachtopvang was zwaar. Zonder het te beseffen kwamen we in een proces van mantelzorg terecht. We stuurden veel mails naar elkaar. We voerden veel tussendoorgesprekken. We planden een formele samenkomst met alle kinderen en

maakten afspraken. We wisten intussen dat niet iedereen evenveel tijd kon investeren in de mantelzorg. De beginperiode werd dan ook gekenmerkt door lichte spanningen. Gelukkig kon de onvrede altijd uitgesproken worden. Vooral via mail was de drempel lager om te luchten wat in de weg zat. Enkele maanden later hebben we een evenwicht gevonden waarbij iedereen zich goed voelt. We respecteren dat ieder doet wat hij of zij kan. Voor de nachten doen we een beroep op vrijwilligsters. Hun engagement wordt geregeld via de organisatie bij wie ze aangesloten zijn. Zij nemen ook enkele voormiddagen voor hun rekening. De andere voormiddagen en ook alle avonden nemen we zelf op. We waren er niet zeker van dat ons ma gelukkig zou zijn met de vele mensen die haar nu omringen. We wisten wel dat ze er heel veel zou voor over hebben om in haar eigen huis te kunnen blijven wonen. Tot onze verbazing vindt ze het allemaal goed, al die mensen die haar kleine wereld zijn binnengestapt. De verwardheid is verdwenen, de longontsteking ook en het been is genezen. Ze heeft voor zowat alles hulp nodig, maar daar heeft ze vrede mee. Ook wij, haar kinderen, zijn in een nieuw hoofdstuk van ons leven terechtgekomen. De mantelzorg vraagt veel tijd en energie. Maar we weten dat we er op deze manier voor zorgen dat moeke kan blijven wonen waar ze dat het liefst wil. We hopen dat we dat zo lang mogelijk kunnen blijven waarmaken, met de hulp van de vrijwilligsters. Mieke Peeters Algemeen Voorzitter OKRA


“

Mantelzorgers zouden elkaar meer moeten opzoeken. Een gesprek met lotgenoten kan verhelderend werken


14 25 inhoud 6 GETUIGENIS Mantelzorgers aan het woord 12 INFO Naar een evenwicht tussen draagkracht en draaglast

18

14 INTERVIEW Els Dammekens: “Ook wie dement is, heeft nood aan warmte” 18 in de praktijk Zorg24: thuiszorg voor ouderen én mantelzorgers 20 INFO Een geïnformeerde mantelzorger is er twee waard: THAB en respijtzorg 22 INTERVIEW Katrien Scheepmans: “Fixatie moet het laatste redmiddel zijn” 24 STANDPUNT Mantelzorg in wzc’s: een niet te missen schakel 25 in de praktijk Waar bewoners en mantelzorgers thuis zijn 28 INFO Warme trefpunten voor kwetsbare leden en mantelzorgers 30 OKRA-ZORGRECHT Jouw zorg, onze zorg

Algemeen secretariaat | www.okra.be | secretariaat@okra.be | www.okrasport.be | www.okrazorgrecht.be | 02 246 44 41 OKRA-ZORGRECHT | Postbus 40 | 1031 Brussel | zorgrecht@okra.be | 02 246 57 72 (van 8 tot 12 en van 13 tot 16 uur, vrijdag van 8 tot 12 uur) | www.okrazorgrecht.be. Ook op Facebook.

Redactie: Katrien Vandeveegaete • Nele Joostens • Benjamin Ponsaerts • Griet Malfroid Verantw. uitgever: Mark De Soete • Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel Vormgeving: Gevaert graphics nv Druk: Corelio Printing, Erpe-Mere Oplage: 20 000 exemplaren Zonder schriftelijke toestemming van de uitgever mag geen enkele tekst of illustratie geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd. Advertenties vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de uitgever. Coverfoto: Lieven Van Assche


8 6


getuigenis • ZORGMAGAZINE 2017

Zorgzaam zorgen

Mantelzorgers aan het woord

Brenda Achter het raam van zijn serviceflat geniet Frans (79) van een onverwacht winterzonnetje. In 2013 verloor hij door diabetescomplicaties beide benen en sindsdien is hij gekluisterd aan een rolstoel. “Een rampjaar was het”, zegt hij stil. “Want ook mijn echtgenote Fernanda werd toen ziek en overleed enkele maanden later.” In de keuken is dochter Brenda (48) in de weer met koffie en taart. “Bezoek moet je goed ontvangen”, lacht ze. Zorgzaam schenkt ze de kopjes vol, zoals ze ook voor haar vader zorgt. Eén keer per week komt ze een dag naar hier. Met de trein, want ze woont niet in de buurt. “Ik regel voor die dag alle afspraken buitenshuis, zoals naar de bank en het ziekenfonds gaan of een doktersbezoek. We werken dan ook het boodschappenlijstje af. We doen zoveel mogelijk te voet, het is immers goed dat vader in de “Ik heb geleerd om buitenlucht komt. En nadien te vertrouwen op lunchen we samen in het resde werking van de taurant van het zorgcentrum. serviceflats” Daar genieten we allebei erg van.” Brenda werd geboren in India en er te vondeling gelegd. Na enkele jaren in een weeshuis kreeg ze een echte thuis bij Frans en Fernanda. “Ik wist niet wat familie hebben betekende. Papa en mama, broers en zussen: ik kende die woorden niet. Ik ben mijn adoptieouders nog altijd dankbaar en vind het maar normaal dat ik nu voor mijn vader zorg. Enkele jaren geleden ben ik zelf ernstig ziek geweest. Dan besef je pas hoezeer je een helpende hand van je naasten nodig hebt.” Of ze niet ongerust is, als ze straks weer de trein naar huis neemt en haar vader achterlaat? “Ik heb geleerd om te vertrouwen op de werking van de serviceflats”, zegt ze. “Al blijft het moeilijk omdat ik weet dat hij zich ’s avonds vaak eenzaam voelt. Gelukkig kan hij met de computer overweg en kunnen we zo contact houden.”

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

Een maatschappij met aandacht voor zorg, het is een mooie manier van samenleven. Maar hoe zou die samenleving eruit zien zonder mantelzorgers ? Mensen die elke dag klaarstaan voor een hulpbehoevende medemens. Engagement, verantwoordelijkheidszin, liefde… Acht mantelzorgers treden uit de schaduw en vertellen aan OKRA waarom ze het doen.

Daniël In 2000 zag de toekomst er voor Daniël en Agnes, toen allebei 49, zorgeloos uit. De kinderen afgestudeerd, woning afbetaald en meer tijd voor sport, engagement in het verenigingsleven en ontspanning. Tot het noodlot toesloeg en Agnes getroffen werd door een hersenbloeding. “Onze wereld stond stil”, zegt Daniël. “Na een lange revalidatie mocht Agnes naar huis komen. Lichamelijk was ze voor honderd procent hulpbehoevend, maar

7


getuigenis • ZORGMAGAZINE 2017

“De herinneringen aan al het moois dat we samen hebben gehad en het respect dat ik krijg van mijn omgeving, houden me overeind”

met opvang in een dagcentrum en persoonlijke assistentie, moest het lukken om haar thuis te verzorgen. Agnes heeft onder andere slikproblemen en mag alleen vast voedsel hebben. Zo maak ik ingedikte thee die ik haar lepel per lepel toedien. Dat vraagt veel tijd. Elke handeling wordt in haar situatie een opdracht en het is voortdurend zoeken naar oplossingen.” Agnes bleef wel helder van geest. En ze vertelt dat ze een man met gouden handen heeft. “Dat we nog een gesprek met elkaar kunnen hebben, maakt het draaglijk”, erkent Daniël. “Al is er twijfel geweest over hoe ik mijn toekomst met haar zag. Zeker toen ze me vertelde dat ze zich soms afvroeg of het voor mij niet beter was geweest als zij de hersenbloeding niet had overleefd. Maar die gedachte kan ik niet verdragen. Want je bent getrouwd, in goede en kwade dagen. De herinneringen aan al het moois dat we samen hebben gehad en het respect dat ik krijg van mijn omgeving, houden me overeind. We verstoppen ons niet, gaan mee wandelen en met onze kinderen gaan we naar een restaurant dat onze situatie kent en de maaltijd zo organiseert dat we er allemaal van kunnen genieten. Al blijf ik het jammer vinden – en Agnes ook – dat we niet méér voor onze kinderen kunnen doen. In de vakanties samen de kleinkinderen opvangen, zal onmogelijk blijven.”

8

Lieve

Neen, José stierf geen zachte dood. Ik voelde me zo machteloos.” In Lieves ogen blinken nu tranen. “Als ik aan José denk of over hem praat, komt die laatste dag me altijd als eerste voor de geest. En dat vind ik zo spijtig. Alsof het ons huwelijk, dat zo goed was, overschaduwt. Neen, we bleven niet van tegenslag gespaard. De dood heeft meermaals aangeklopt, ook bij de kinderen. Net daarom wil ik nu niet te veel op hen leunen.” Lieve schreef zich onlangs in voor een driedaags verblijf in Westvleteren. “Het gaat om verstilling”, vertelt ze. “Ik kijk er erg naar uit. Het is de eerste keer na het overlijden van José dat ik zoiets doe. Ik hoop dat ik er wat dichter bij mezelf kom en het verlies van mijn man een goede plek kan geven.”

“Ik heb erwtensoep gemaakt.” Het zijn de eerste woorden van Lieve (82), die meteen bewijzen hoe zorgzaam ze is. Zorgen is bij Lieve in het bloed blijven zitten, ook nadat voor haar in 2013 de diepste zorg wegviel, toen haar echtgenoot José overleed. “Hij had alzheimer, een slopende ziekte die hem gedurende tien jaar beetje bij beetje van mij wegnam.” Toch blijft Lieve over hem vertellen, alsof hij op elk moment in de kamer zal binnenwandelen. Over hoe ze zich het hoofd brak om activiteiten te verzinnen die hem nog konden boeien en hoe ze de verzorging, die steeds zwaarder werd, toch bleef opnemen. “Mijn dochter is verpleegster en heeft me alles geleerd”, zegt ze. “Als mantelzorger moest ik af en toe ook een moment voor mezelf nemen om opnieuw kracht te vinden. Geen moeilijker moment echter dan toen José me niet meer als zijn echtgenote zag, maar als zijn verpleegster.” En dan, stiller: “Als mantelzorger moest “Het einde was verschrikkelijk. ik af en toe ook een moment

voor mezelf nemen om opnieuw kracht te vinden”


getuigenis • ZORGMAGAZINE 2017

Marie-Louise

“Ik probeer elke dag de situatie in mijn leven in te passen, al blijft het een rouwproces”

het slapengaan. Ze wandelen samen of eten in de cafetaria een ijsje. “Dan zitten we daar, hand in hand, want ons rest enkel nog de taal van de affectie. Ik heb altijd gezegd: ‘We zijn samen ziek’. Zeker, ik heb uren gehuild, maar ik verborg het voor de familie en de omgeving. Toch ben ik niet verbitterd om wat ons is overkomen. Ik probeer elke dag de situatie in mijn leven in te passen, al blijft het een rouwproces. ‘Dit is nu mijn leven. Leef het’, spreek ik mezelf toe.”

Rosie Over enkele weken bereikt Maria de gezegende leeftijd van honderd jaar. In het woonzorgcentrum worden er al plannen gemaakt om die bijzondere verjaardag te vieren. “We houden het eenvoudig, zoals ook het leven van moeder is”, zegt dochter Rosie (67). “Ze verdraagt al die drukte niet meer. Tien jaar geleden is ze gevallen en alleen blijven wonen was geen optie. Ze had wel thuishulp, maar moeder accepteerde het moeilijk dat ze het huishouden op een andere manier deden dan zij gewoon was. En ze stuurde hen door, zonder te beseffen wat de gevolgen daarvan zouden zijn. Ze is opgegroeid in Slovenië, waar het normaal is dat kinderen voor hun ouders zorgen. Maar ik werkte nog als leerkracht en mijn twee broers en zus wonen te ver. Uiteindelijk was een woonzorgcentrum de enige oplossing. Ik vond het heel moeilijk om over zo’n belangrijke stap in haar plaats te moeten beslissen en “Mijn broers en zus zijn tot op vandaag weet ik nog altijd niet of ik goed heb bezorgd om moeder, ingeschat wat dat voor haar maar laten de praktische heeft betekend. Mijn broers kant wat aan mij over” en zus zijn bezorgd om

9

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

In de kamer van het woonzorgcentrum waar Eric (68) sinds januari 2016 verblijft, speelt zachte muziek. Het maakt hem rustig, maar de blik in zijn ogen verraadt dat er mist zit in zijn hoofd. “In 2009 merkte ik voor het eerst dat er met Eric iets scheelde”, begint Marie-Louise. “Hij verloor vaak zijn autosleutels, werd in een gezelschap steeds stiller… Het was het begin van jongdementie. Hoewel zijn karakter en persoonlijkheid in de loop van de jaren langzaam veranderden, hebben we samen nog veel kunnen ondernemen, zolang ik maar het voortouw nam. Maar vanaf september 2015 ging zijn toestand in vrije val. En toen kwam Kerstmis. Hij huilde: ‘Ik kan niks meer, ik zie jullie graag maar ik kan er niet aan doen.’ Het was een sterk moment en tegelijk een bewustwording dat de ziekte definitief was.” Uiteindelijk was een opname in een woonzorgcentrum de beste keuze. “Ik heb vanaf het begin hulp gezocht bij een psycholoog. Maar eerst wilde ik vooral horen hoe ik nog beter voor Eric kon zorgen. Stilaan leerde ik ook aan mezelf denken en erop vertrouwen dat Eric in goede handen is. Ik heb ook veel gehad aan een vierdaagse met andere mantelzorgers.” Marie-Louise is dagelijks in het woonzorgcentrum. Ze helpt Eric bij het eten, verzorgt hem, frist de kamer op en maakt hem klaar voor zijn middagdutje of


getuigenis • ZORGMAGAZINE 2017

moeder, maar laten de praktische kant wat aan mij over. Als ze op bezoek komen, praten we ook niet altijd over de problemen, maar informeren we vooral naar elkaar. Het lucht op om eens over iets anders te kunnen spreken.” Rosie komt vier keer per week naar het woonzorgcentrum. Dan helpt ze haar moeder bij de maaltijd en houdt haar enkele uren gezelschap. “Ze herkent me wel, maar communicatie is er niet meer”, zegt Rosie. “Een zachte aai, eens aan haar handen voelen of die warm genoeg zijn, genieten van haar glimlach... Met kerstdag zag ik haar ogen nog een keer oplichten. Met de steun van het woonzorgcentrum zorgde ik ervoor dat het Sloveens zangkoor waar ze vroeger lid van was de viering kwam verzorgen. Samen zongen we Stille Nacht, in haar moedertaal. Als ze haar honderdste verjaardag viert, laten we hen zeker terugkomen. Er is op dit moment in haar leven geen mooier verjaardagscadeau te bedenken.”

10

“de zorg voor Anna uit handen geven? Zo lang ik het zelf kan, blijf ik het doen” Alfons “Ik spreek er niet zo graag over, het is zo persoonlijk”, steekt Alfons van wal. Het lijkt of hij een beetje spijt heeft om te getuigen over de ziekte van zijn echtgenote en hoe hij de zorg voor haar opneemt. Maar stilaan komen de verhalen toch los. “Vier jaar geleden werd bij Anna vasculaire dementie vastgesteld, een vorm van alzheimer die voornamelijk de motoriek aantast. Ik heb het daar heel moeilijk mee gehad. Veel te weinig geduld en als iets niet meer lukte, reageerde ik veel te sterk. Voor Anna is bewegen erg moeilijk geworden, de kleinste verplaatsingen wijst ze af. We zijn nu allebei 86, maar ik heb niet meer de echtgenote met wie ik zoveel gelukkige jaren heb doorgebracht. Dat is hard om dragen, maar het is nu eenmaal zo. Het had ook andersom kunnen zijn. Een moment waar we, ondanks alles, toch samen nog van genieten? Als we ’s avonds, na een geleden dag, gaan slapen en ik tegen haar kan zeggen: nog een geluk dat we niet ergens buiten in een kartonnen doos moeten liggen.” Met de hulp van thuisverpleging en een poetsdienst redden Alfons en Anna het. En de kinderen helpen waar ze kunnen. Ocura, het centrum in het dorp dat zorg op maat aanbiedt om zieken zo lang mogelijk in hun thuisomgeving te houden, is voor mantelzorgers zoals Alfons een dankbare ondersteuning. “Ik krijg er veel prakti-

sche tips en leer er wat meer geduld te hebben. Ik kan de situatie thuis nu ook beter loslaten en genieten van eens op mezelf boodschappen te doen. Dat heb ik echt nodig. Maar de zorg voor Anna uit handen geven? Zo lang ik het zelf kan, blijf ik het doen. In goede en kwade dagen.”

Agniet “Het zorgen ging gewoon verder. Het jaar dat onze moeder stierf, kreeg onze jongere broer Jef (62) een hersenbloeding en werd hij van de ene op de andere dag hulpbehoevend.” Aan het woord is Agniet (65). Voor moeder namen de vijf kinderen elk een taak op zich, veertien jaar lang. Maar toen Jef in de problemen kwam, was het even op. Zijn echtge-


getuigenis • ZORGMAGAZINE 2017

“Mensen vergeten dat wel eens, dat je ook af te rekenen krijgt met vermoeidheid en ouderdomskwaaltjes” Roos Samen oud worden, hoe doe je dat als één van de twee door ziekte geveld wordt en er geen kinderen zijn om een handje te helpen? Het overkwam Roos (85) toen haar echtgenoot Wim (81) vorig jaar een herseninfarct kreeg. Na een lange revalidatie was er niet voldoende herstel om weer thuis te wonen, dus werd hij toevertrouwd aan een woonzorgcentrum. Roos: “De zorg zou voor mij trouwens veel te zwaar zijn geweest. Mensen vergeten dat wel eens, dat je als partner van een zieke ongeveer dezelfde leeftijd hebt en ook af te rekenen krijgt met vermoeidheid en ouderdomskwaaltjes. Het risico op uitputting is niet ondenkbaar. Het moeilijkste is dat ik alles alleen moet beslissen. Dat gaat van herstellingen in huis laten

“voor een zieke is veiligheid een belangrijk goed. Als je dat als familie aan elkaar kan geven, dan neem je de zorg er met liefde bij”

uitvoeren tot een regeling treffen bij de bank.” Roos komt zoveel ze kan naar het woonzorgcentrum om bij haar echtgenoot te zijn. “Maar wat als er onverwacht iets met mij gebeurt? Dan is er niemand meer die de zaken van Wim kan behartigen. Momenteel leg ik de laatste hand aan een officieel document waarin beschreven staat hoe het met Wim verder moet als ik er niet meer ben. Van alle zorgen die onze situatie vandaag met zich meebrengt, is dat misschien wel mijn grootste.” Intussen kamt Roos liefdevol de haren van Wim. “Ze moeten nodig nog eens geknipt”, lacht ze. Wim kijkt haar aan, niet begrijpend maar hij lacht. “Daarvoor doe ik het”, zegt Roos en ik denk dat het voor de meeste mantelzorgers zo is. We zouden elkaar meer moeten opzoeken. Een gesprek met lotgenoten kan verhelderend werken.” En wie weet, misschien duikt er onverwachts wel een helpende hand op, als bij Roos de vermoeidheid van het oud worden weer toeslaat.

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

note kon de situatie niet aan en nam afstand. En hun kinderen zijn nog te jong. Agniet besloot de zorg op zich te nemen. “Ik heb zelf geen gezin, maar dat was niet de reden om voor Jef te gaan zorgen. Ik wilde absoluut niet dat hij in een instelling terechtkwam. Want eens je daar bent, is er geen weg meer terug. Mijn zussen helpen met administratie en opvang, maar het zwaarste werk rust toch op mijn schouders. Jef heeft permanent toezicht nodig en we wonen grotendeels samen in het huis van onze moeder, waar alle hulpmiddelen voorhanden zijn.” In hun kinderjaren waren Jef en Agniet erg aan elkaar gehecht. Maar de hersenbloeding heeft Jefs karakter veranderd. Hij keert zich af van elke vorm van zorgzaamheid en heeft geen duidelijk inzicht in zijn ziekte. “Dat is pijnlijk”, geeft Agniet toe. “Met kleine stapjes zien we nu toch een proces van genezing en binnenkort durven we eraan denken om hem te laten terugkeren naar een beperkte vorm van zelfstandigheid. Dan zullen we ook meer thuishulp inschakelen.” Zo kan Agniet haar oude liefdes weer opnemen: ballroomdansen en reizen. “Ik zal moeten leren om me niet ongerust te maken als hij eens een dag alleen is. Weet je, voor een zieke is veiligheid een belangrijk goed. Als je dat als familie aan elkaar kan geven, dan neem je de zorg er met liefde bij.”

Tekst: Suzanne Antonis Foto’s: Mine Dalemans en Lieven Van Assche

11


INFO • ZORGMAGAZINE 2017

Naar een evenwicht tussen draagkracht en draaglast Als je van mantelzorg spreekt, denken velen in de eerste plaats aan hoe belastend die kan zijn. Maar mantelzorg geeft gelukkig ook energie. Wel is het zaak om een goede balans tussen draagkracht en draaglast te vinden. Want pas wanneer je zelf gezond bent en je in evenwicht voelt, kan je echt goed voor iemand zorgen.

Draagkracht betekent belastbaarheid, wat iemand aankan dus. De meeste mantelzorgers halen veel voldoening uit de zorg voor hun naaste. Mantelzorgers die gemiddeld drie uur per week zorgen, zijn zelfs gelukkiger dan mensen die minder of niet zorgen. De voldoening die het zorgen geeft, is ĂŠĂŠn van de factoren die bepalen wat je aankunt. Andere factoren die de draagkracht bepalen zijn onder andere de steun en waardering die de mantelzorger van anderen ontvangt, de motivatie om te zorgen en de manier waarop de mantelzorger met de ziekte omgaat. Draaglast staat dan weer voor belasting. Hoe zwaar de mantelzorger de zorg ervaart, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de duur en intensiteit van de zorg, de relatie

12

met de zorgbehoevende, de aard van de ziekte en positieve of negatieve gebeurtenissen in het leven van de mantelzorger.

Uit balans Overbelasting dreigt als de draagkracht en draaglast uit evenwicht raken, dreigt overbelasting. De draagkracht is dan lager dan de draaglast. Het tijdig signaleren van dreigende overbelasting is dus essentieel. Maar hoe signaleer je dat? Soms zeggen mantelzorgers letterlijk dat ze doodmoe zijn en de zorg (bijna) niet meer volhouden. Maar vaker zie je dat ze het moeilijk vinden om, ook aan zichzelf, toe te geven dat de zorg te zwaar wordt.


INFO • ZORGMAGAZINE 2017

Als de balans zoek is, moet je terug tot een evenwicht komen. Maar hoe doe je dat? Als mantelzorger kan je jouw draagkracht vergroten door zelf sterker te worden, bijvoorbeeld door meer rust te nemen, gezond te leven, voor jezelf op te komen en minder van jezelf te eisen. Maar je kan ook de draaglast verminderen, ofwel door anderen in te schakelen, of dat nu professionals, andere mantelzorgers of vrijwilligers zijn, ofwel door de zorgbehoevende te stimuleren meer zelf te doen.

Praktische tips • Laat de ziekte van de zorgbehoevende niet je hele leven beheersen. • Blijf je vrienden opbellen en opzoeken. • Kom even op adem: maak gebruik van een vrijwilligersoppas, centra voor kortverblijf en dagopvang. • Voorzie op vaste momenten ruimte en tijd voor jezelf om iets te doen dat je ontspant • Bereid je goed voor op de toekomst: veel problemen kunnen voorzien worden en kan je dus voorkomen. • Maak hulpverleners altijd duidelijk wat je verwachtingen zijn. • Wacht niet te lang om professionele hulp in te schakelen wanneer je merkt dat de zorgsituatie te zwaar wordt.

Doe de test Draagkracht = draaglast? Vul achter elk onderdeel ja of nee in: JA

nee

• Mijn nachtrust is verstoord.

• Hem of haar helpen kost me nogal wat moeite en tijd.

• Ik vind het lichamelijk zwaar.

• De mantelzorg beperkt me in andere dingen die ik wil doen.

• Ik heb mijn dagelijkse manier van doen moeten aanpassen.

• Ik heb mijn plannen moeten wijzigen.

• Er zijn andere zaken waar ik te weinig tijd voor heb.

• We gaan op emotioneel vlak anders om met elkaar dan vroeger.

• Het gedrag van degene voor wie ik zorg, maakt me soms van streek.

• Het is pijnlijk om te zien dat hij/zij een andere persoon is geworden.

• Ik heb mijn werk aan moeten passen aan deze situatie.

• Ik word volledig door deze situatie in beslag genomen.

• Ik leef onder financiële druk.

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

Als mantelzorger kan je jouw draagkracht vergroten door zelf sterker te worden

Een score van minimaal zeven keer ‘ja’ duidt op overbelasting.

Tekst: Griet Malfroid

13


INTERVIEW • ZORGMAGAZINE 2017

“Ook wie lijdt aan dementie, heeft nood aan

warmte”

Dementie sluipt geruisloos het leven van vele Vlamingen binnen. De een wordt ziek, de ander wordt mantelzorger. Geen van beiden kiest hiervoor. Het overvalt hen, samen met gevoelens van angst, verdriet en onzekerheid. Zowel de persoon met dementie als de mantelzorger moeten op zoek naar informatie en ondersteuning. Dat kan onder meer bij het adviescentrum Breinset.

“We raden mantelzorgers aan om de zelfredzaamheid bij de zorgbehoevende zoveel mogelijk te stimuleren”

Neurologopediste Els Dammekens van het adviescentrum Breinset ontwikkelde samen met haar collega Christophe Lafosse, een klinisch neuropsycholoog, het programma Dementie en nu, dat bestaat uit tien sessies waarin een professionele coach informatie geeft over het ziekteproces achter dementie aan een vaste groep van maximaal twaalf mantelzorgers. Daarnaast richt het programma zich ook op ervaringsuitwisseling en vaardigheidstraining om beter met gedrag of symptomen van dementie om te kunnen gaan. Waarin verschilt mantelzorg voor een persoon met dementie van andere mantelzorg? “Zorgen voor een persoon met dementie wordt steeds zwaarder, want de zorgtaken nemen toe doorheen het dementieproces. Een persoon met dementie gaat meer en meer in het verleden leven. Omdat de mantelzorger deel was van dit verleden blijft die wel een ideale tochtgenoot.” Waarom spreekt men over een dementieproces? “Je hebt niet plots dementie. Het is een onomkeerbaar proces in fasen. Hoelang deze fasen duren en hoe ze zich uiten, verschilt van persoon tot persoon.” Verandert de zorg doorheen die verschillende fasen? “Onze coaches raden mantelzorgers aan om de zelfredzaamheid bij de zorgbehoevende zoveel mogelijk te stimuleren. In het begin lukt dat nog goed mits een aantal kleine aanpassingen. Dat

14

worden er echter telkens meer. Zo vertelde een mantelzorger tijdens een van de sessies dat haar vader dagenlang dezelfde kleren droeg, ongeacht het seizoen. Eerst haalde ze de zomerkleding uit zijn kast en legde ze propere kleren klaar. Maar na enkele maanden begon haar vader zijn onderhemd boven zijn trui te dragen. Daarom legde ze de kleren op volgorde klaar. Toen ook dat na verloop van tijd niet meer volstond, kwam ze dagelijks langs om haar vader te kleden.” Hoe communiceer je het best? “Van alles met elkaar delen, evolueert het communiceren naar elkaar op een warme manier nabij zijn. Het is belangrijk om hiervoor je tijd te nemen en de ander tijd te geven. Probeer een persoon met dementie niet te ‘testen’. Vraag niet naar wat gisteren op de radio was. Dat leidt enkel tot frustratie. Wij geven mantelzorgers het advies de eigen verwachtingen bij te stellen en samen op zoek te gaan naar wat ze zich wel nog herinneren, bijvoorbeeld via fotoboeken. Leuke herinneringen ophalen is altijd fijn.” Hoe ga je om met veranderend gedrag? “Personen met dementie gedragen zich soms op manieren die we niet begrijpen, waarover we ons zorgen maken. Via het programma geven we inzicht in dit gedrag. We tonen wat de ziekte in de hersenen veroorzaakt en wat dit met de beleving van de persoon met dementie doet. In de sessies komt bijvoorbeeld naar voren dat personen met dementie


INTERVIEW • ZORGMAGAZINE 2017

hun mantelzorger overal volgen. Je vraagt ruimte voor jezelf, maar dat wordt telkens vergeten of genegeerd. Zoiets is heel beklemmend. Wanneer de mantelzorger echter beseft dat de persoon met dementie angstig en verward is en op zoek is naar een houvast, wordt veel duidelijk. Vanaf dan kan de mantelzorger op zoek gaan naar oplossingen, zodat het haalbaar blijft.” Wat met ongepast gedrag? “Ongepast gedrag, zoals het verlies aan seksuele remmingen, komt niet door de persoon, maar door de dementie. Toch blijft het moeilijk hiermee om te gaan. Ook de omgeving heeft vaak een oordeel klaar. Dat maakt het nog zwaarder voor de mantelzorger. Er open over praten, kan veel misverstanden en spanningen vermijden.”

Hoe garandeer je de veiligheid van de persoon met dementie? “Je gaat voortdurend op zoek naar een evenwicht tussen wat nog verantwoord is en wat uit handen moet worden genomen. Dat is geen makkelijke afweging. Bij een kind stimuleer je de zelfredzaamheid, bij een persoon met dementie verdwijnt die steeds meer. Daarom is het voor kinderen vaak confronterend om voor een ouder te zorgen. De rollen worden stilaan omgedraaid.” Wat als de zorg te zwaar wordt? “De vraag is niet ‘wat als’, maar ‘wanneer’, want mantelzorgen is zwaar. Het is een leerproces waarbij iedereen fouten maakt. Wanneer de draaglast de draagkracht van de mantelzorger overschrijdt, steken vermoeidheid, hoofdpijn of depressieve gevoelens de kop op. Het is belangrijk die klachten niet te

negeren, anders komen zowel de mantelzorger als de persoon met dementie in de problemen. Daarom is het programma Dementie en nu ook gericht op de mantelzorger. Hij of zij moet in de eerste plaats goed voor zichzelf zorgen, pas dan kan je zorgtaken voor een ander aan.” Hoeveel mantelzorgers volgden het programma reeds? “Sinds 2015 waren het er al ruim zeshonderd. Er zal een steeds grotere nood aan mantelzorgers ontstaan, die voldoende ondersteund moeten worden. Er bestaat een ruim aanbod, waaronder Dementie en nu. Tijdens de sessies wijzen we mantelzorgers ook de weg naar andere vormen van ondersteuning.”

Wordt mantelzorgen ook als zinvol ervaren? “Het is zinvol, want de persoon met dementie kan hierdoor langer thuiswonen, in de vertrouwde leefomgeving. Ondanks de zware taak vertellen mantelzorgers ook vaak dat de familiebanden hechter worden. Zorgen voor een ander is liefhebben, weliswaar met vallen en opstaan.”

Tekst: Tine Vandecasteele Foto: Renaat Nijs OKRA-zorgMAGAZINE 2017

Geniet een persoon met dementie nog van sociaal contact? “Ook wie dement is, heeft nood aan warmte. Wat men vroeger graag deed, blijft men graag doen. Stop dus niet met wandelen of samen leuke uitstapjes maken. Zoals in elke relatie helpt het beleven van aangename momenten de onaangename ervaringen te relativeren.”

info Voor meer info over Dementie en nu kan je terecht op www.dementieennu.info

✁ Maak kans op een exemplaar van het boek ‘Voor altijd mijn mama: leven met jongdementie’ van Kathleen Aerts. Stuur deze bon voor 30 april naar Zorgmagazine, Voor altijd mijn mama, PB 40, 1031 Brussel of mail naam en adres naar magazine@okra.be met het onderwerp ‘Voor altijd mijn mama’. Naam en voornaam: Straat en nr.: Postnummer: Gemeente: Telefoon: E-mail:

15


publireportage

Nergens zo goed als thuis Het vooruitzicht thuis oud te kunnen worden, is steeds meer de regel én voor de jonge senior ook veel aantrekkelijker dan het idee te moeten verhuizen. Het begrip ‘thuis’ staat ook voor zoveel meer dan het huis waar je woont. Dit gaat over persoonlijke herinneringen, over buren die je kent, vaste winkels, het bekende traject om de hond uit te laten ... Thuis staat voor een vertrouwd sociaal netwerk. Met ouder worden groeit het belang daarvan alleen maar. Logisch dus dat de maatschappij de klik heeft gemaakt: assistentie komt naar de senior in plaats van omgekeerd.

De nieuwe senior Ook al oogt de senior van nu veel fitter dan vroeger, met het vorderen van de jaren komen er toch leeftijds-typische noden bij. Vroeger was de reflex eerder: wie noden heeft, verhuist best

TIPS VOOR EEN VEILIGE TRAP Zorg ervoor dat snoeren en tapijten stevig vastzitten Laat niets op de trap slingeren Draag vast schoeisel, liefst met een antisliplaag Plaats stevige handgrepen, als het kan aan beide kanten Zorg voor een goed verlichte traphal, niet té fel maar wel goed gericht Droog de trap na het schoonmaken Als traplopen moeilijk wordt, kies dan voor een traplift

naar waar aan zijn noden kan worden voldaan. Dat lijkt nu definitief verleden tijd. De moderne mens - en dus ook de huidige senior - is daarvoor al te zeer gesteld op zijn vrijheid. De nieuwe senior is zelfstandigheid gewoon en zal die niet zomaar opgeven. We respecteren dat en stellen de senior centraal bij het zoeken naar oplossingen.

De trap is een hindernis, maar geen onoverkomelijke Een van de eerste hindernissen voor veel senioren is de trap. Wanneer

traplopen wat moeizamer wordt door bv. stramme spieren, dan is voorzichtigheid geboden. Een val is snel gebeurd en de gevolgen zijn vaak bijzonder ernstig. Echter, een trap hoeft geen onoverkomelijke hindernis te zijn. Jonge gezinnen verhuizen toch ook niet als er kleine kinderen komen waardoor het met trappen ook uitkijken is? Zo logisch als het is voor ouders om te investeren in een veilig trappenhek, zo logisch is eigenlijk ook de investering in een traplift. Zo creëren we met z’n allen een veilige thuis voor ons en onze naasten, klein en groot.


Kiezen voor een thyssenkrupp traplift is kiezen voor: Een toekomst thuis, in de vertrouwde omgeving; Een veilige en comfortabele oplossing voor de trap; Onverminderde toegankelijkheid van alle niveaus in huis; Een interieurindeling waaraan niets moet worden aangepast.

Het imago van de traplift zit in de lift Trapliftfabrikanten zitten niet stil. De betere traplift is een staaltje van technologie en design. De monorail, de swivel draaitechniek, bekledingen naar wens en smaak ... wie de documentatie van liftenbouwer en marktleider thyssenkrupp Encasa erop naleest, kan niet anders dan vaststellen dat een traplift helemaal mee is met zijn tijd.

Met een thyssenkrupp traplift zijn alle verdiepingen opnieuw bereikbaar Dankzij zijn uitgekiende concept past een traplift op elke trap: smal, recht of steil met bochten ... ja, zelfs verschillende verdiepingen kunnen in één beweging worden overbrugd! En ook op heel erg smalle trappen (van 61,5 cm breed!) of wenteltrappen kan een traplift worden geïnstalleerd. Met de unieke monorail en gepatenteerde draaitechnologie

zet de lift zich de hele rit automatisch in de meest optimale en veilige positie en neemt slechts een beperkte ruimte in. Andere trapgebruikers ervaren van de lift geen enkele hinder. De thyssenkrupp trapliften zijn eenvoudig te bedienen en plooien in een handomdraai open en dicht. Ze ogen elegant en zijn uitvoerbaar in zoveel bekledingen dat zeker één daarvan aansluit bij elk Vlaams interieur. En over de installatie hoeft u zich geen zorgen te maken: kap- of breekwerken zijn niet nodig! Kortom, de traplift als noodoplossing is achterhaald. Steeds meer mensen kiezen er bewust voor. Zo kiezen ze voor gemoedsrust en kwaliteit van leven. Ze kiezen voor comfort, veiligheid én tijd in de privacy van thuis.

U bent nieuwsgierig naar de mogelijkheden van een traplift? Voor een documentatiepakket, een proefrit of een offerte op maat, neem met thyssenkrupp Encasa contact op via het gratis nummer

0800 26 424


IN DE PRAKTIJK • ZORGMAGAZINE 2017

Zorg24 Thuiszorg voor ouderen én mantelzorgers Zorgbehoevende ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen, dat is de missie van Zorg24. Om dat waar te maken, geeft het niet enkel ondersteuning aan die ouderen, maar staat het ook de mantelzorgers bij. Zoals Freddy, die de hulp voor zijn ouders graag zag komen. “Zorg24 stelt niet alleen mijn ouders gerust, maar ook mij en mijn broer.”

“We kunnen met al onze vragen terecht bij Zorg24” Freddy 18

De bel rinkelt. Dat moet Karen Princen van Zorg24 zijn. De zorgcoach heeft een afspraak bij het gezin Ceuleers-Vanwinckele, waar Alfons en Hélène, allebei een eind in de tachtig, zorgbehoevend zijn. Het is zoon Freddy, een kwieke zestiger, die de deur opendoet en Karen hartelijk binnenlaat in het huis van zijn ouders, gelegen in het landelijke Goetsenhoven, deelgemeente van Tienen. Een kleine twee jaar geleden kwam Karen hier voor het eerst. Nadat Hélène een tijdlang door een nieraandoening geveld was, bleef Alfons thuis alleen achter. Vanaf dan zochten Freddy en zijn broer Walter hulp voor hun vergeetachtige vader. “Toen ons Zorg24 werd voorgesteld, hebben we dan ook toegehapt. Dat mijn ouders zo nog thuis kunnen wonen, maakt hen gelukkig”, zegt Freddy.

Terug naar oorsprong Zorg24 zag in 2010 het levenslicht in groot-Gent, met de vzw Solidariteit voor het Gezin als drijvende kracht en ondersteund door een lokaal partnernetwerk. Ondertussen is de organisatie ook actief in de regio Oostende en in Tienen-Hoegaarden, waar de lokale Alexianen Zorggroep een belangrijke plaats in de werking heeft. Zorg24 tracht in de thuiszorg voor ouderen een coördinerende rol te spelen, door een zorgprogramma op maat samen te stellen met alle diensten die voorhanden zijn. Nachtzorg neemt Zorg24 wél zelf op zich. Dat alles om een opname in een rusthuis zo lang mogelijk uit te stellen. Tegelijk is de organisatie er ook voor mantelzorgers. “Bij vragen kunnen we hen doorverwijzen naar de juiste instanties. Soms bieden we


IN DE PRAKTIJK • ZORGMAGAZINE 2017

hen simpelweg een luisterend oor. Maar waar het vooral om gaat, is dat ze niet langer in de eerste plaats zorgverlener zijn, maar familie of vriend. Die oorspronkelijke relatie willen we herstellen”, benadrukt Karen.

Nachtelijke snoepjes De nachtzorg die Zorg24 continu verleent, kan je zonder overdrijven grensverleggend noemen. “Andere hulpverlening aan huis beperkt zich meestal tot de kantooruren. In het weekend heb je ondertussen al meer opties, maar ’s nachts niet. Het gebrek aan zorg op die momenten is vaak het grootste obstakel om mensen veilig thuis te laten verblijven. Het gebeurt dat mensen er op dat punt voor kiezen om naar een wzc te gaan”, aldus Karen. Zorg24 verhelpt dat probleem echter. Van tien uur ’s avonds tot zes uur in de ochtend doet een zorgkundige de ronde. Die controleert of alles goed gaat en helpt eventueel bij het naar bed of toilet gaan of bij het opstaan. Kosteloos dan nog. Ten huize

Ceuleers-Vanwinckele is de appreciatie groot. “Mijn ouders zetten altijd snoepjes klaar voor de nachtzorgkundige, die ze dan mee kan nemen als zij nog aan het slapen zijn”, glimlacht Freddy. Toch verloopt zo’n nacht niet altijd rimpelloos. “Vorig jaar heeft mijn vader ‘s nachts een inzinking gehad”, vertelt Freddy. “Gelukkig werd dat vastgesteld door Zorg24, waarna mijn broer Walter onmiddellijk werd opgebeld. Zo stelt Zorg24 niet alleen mijn ouders gerust, maar ook mij en mijn broer. Het geeft zekerheid. Anders ben je constant bezig met wat er zou kunnen gebeuren. Je hebt geen nachtrust meer, terwijl ik nu goed slaap.” Toch is Freddy’s taak als mantelzorger niet helemaal uitgespeeld. “Ik ga nog altijd boodschappen doen voor mijn ouders. En mijn broer regelt de financiën. Ik ben blij dat hij er ook nog is en we goed kunnen samenwerken.”

Snel op de bal Ondertussen wordt er aan tafel koffie bijgehaald met – hoe kan het ook anders – Tiense suiker. Het is gezellig, ook al omdat het een hele tijd geleden is dat Karen hier nog geweest is. Zolang de toestand van Alfons en Hélène stabiel blijft, is een bezoek niet nodig. Toch kloppen Karen en haar collega-zorgcoach minimaal tweemaal per jaar aan bij elk van de cliënten in hun regio. Dat zijn zestig gezinnen in totaal, wat op

het eerste gezicht niet zoveel lijkt. “Toch hebben we maar een heel beperkte wachtlijst, aangezien we enkel de mensen met de hoogste noden aanvaarden”, verklaart Karen. “We werken ook uitsluitend in Tienen en Hoegaarden. Wie erbuiten woont, moeten we doorverwijzen. Zij kunnen bijvoorbeeld bij maatschappelijk werkers van mutualiteiten en OCMW’s terecht. Er is wel een verschil. Wij kunnen sneller op de bal spelen, net omdat we maar een beperkt aantal mensen bedienen. Bovendien zijn we flexibeler: als het nodig is, dan komen we gewoon op huisbezoek.” Wat Zorg24 kan betekenen, blijkt ook uit Freddy’s waardering. “We kunnen met al onze vragen terecht bij de organisatie. Dat ze zo bereikbaar zijn, is echt top. Je kan er altijd op terugvallen. Je hoeft maar te bellen en je hebt een antwoord. Ik besef ook maar al te goed dat zonder Zorg24 mijn ouders misschien al in een rusthuis zaten. Ik ben er dan ook zeer tevreden over. Iedereen die een in een regio woont waar Zorg24 actief is, kan ik het zeker aanraden.”

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

Ondertussen heeft iedereen plaatsgenomen aan tafel, klaar voor een babbeltje. Zo ging het ook de allereerste keer dat Karen hier was. “Omdat Alfons door de afwezigheid van Hélène alleen thuis zat, had hij hulp nodig. Ook Walter en Freddy moesten ontlast worden. Ik luisterde naar welke zorgtaken ze op zich hadden genomen en gaf aan waar professionele dienstverlening een alternatief kon zijn. Vervolgens ging er gezinszorg van start, waarmee onder meer eten werd voorzien en de was gedaan. Toen Hélène terug naar huis kon, kwam er ook nog eens nachtzorg bij.”

“Niet langer in de eerste plaats ZORGVERLENER zijn, maar familie of vriend, daar gaat het om” Karen

Tekst: Benjamin Ponsaerts Foto’s: Jürgen Doom

info Voor meer info over Zorg24 kan je terecht op www.zorg24.info.

19


INFO • ZORGMAGAZINE 2017

Een geïnformeerde mantelzorger is er Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

Respijtzorg: voor mantelzorger in thuiszorg

De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) is er voor hulpbehoevende 65-plussers met een beperkt inkomen. Of je er recht op hebt, hangt af van de vastgestelde, verminderde zelfredzaamheid, de gezinssamenstelling en het gezinskomen. THAB biedt maandelijks een bedrag dat varieert volgens vijf categorieën van zorgzwaarte.

De thuiszorgsituatie mag nog zo goed georganiseerd zijn, soms zijn er periodes waarin mantelzorgers het moeilijk krijgen om de zorg voor hun naaste vol te houden. Op die momenten kan respijtzorg ruimte bieden om even op adem te komen. Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen – met vrijwilligers of professionelen – die tijdelijk de mantelzorg overnemen en dus respijt verlenen.

Op een rijtje: kom ik in aanmerking? • Je moet minstens 65 jaar oud zijn. • De handicap moet erkend worden door de artsen van de Directie-Generaal Personen met een Handicap. Je moet minstens zeven punten behalen op de schaal van zelfredzaamheid. • Het inkomen en dat van het gezin mag bepaalde grenzen niet overschrijden. Er wordt rekening gehouden met onder andere pensioen, beroepsinkomsten, vervangingsinkomen, spaargelden, beleggingen...

Hoe aanvragen? THAB kan je enkel online aanvragen via www.vlaamsesocialebescherming.be/ethab. Je vult bij de aanvraag een vragenlijst in. Voor hulp bij de aanvraag kan je terecht bij CM-Zorgkas, de dienst Maatschappelijk Werk van CM of de gemeente. Eens de aanvraag is ingediend, gaat de zorgkas na of je recht hebt op THAB. Indien nodig wordt er bijkomende financiële of administratieve informatie opgevraagd. Tegelijk wordt een evaluatie van de handicap aangevraagd bij de Directie-Generaal Personen met een Handicap. Die instelling zal medische informatie opvragen bij de arts of specialist om de handicap te kunnen evalueren. De Zorgkas brengt het lid vervolgens op de hoogte van de uiteindelijke beslissing.

Wil je als mantelzorger de zorgtaken tijdelijk aan een ander overdragen? Dan kan je hiervoor terecht in een aantal voorzieningen die deze tijdelijke opvang organiseren. Of valt het je als mantelzorger zwaar om de zorg te blijven combineren met je werk? Dan kan je overwegen om je beroepsloopbaan even te onderbreken.

Tijdelijke opvang Een dagverzorgingscentrum (dvc) maakt meestal deel uit van een woonzorgcentrum (wzc) en biedt overdag opvang en verzorging. Je kan er een of meerdere (halve of volledige) dagen per week verblijven aan een dagprijs. Je krijgt er verpleegkundige en hygiënische zorg, revalidatie- en ontspanningsactiviteiten, een warme maaltijd en de mogelijkheid tot sociale contacten. Het centrum regelt het vervoer, dat ook terugbetaald wordt. Al wie ouder is dan 65 en op bepaalde dagen thuis de nodige verzorging niet georganiseerd krijgt, kan er terecht. Daarnaast heb je ook collectieve dagopvang voor ouderen. Daar worden dezelfde zorgen geboden als in een dvc. Je kan er meerdere uren per week naar toe en betaalt een vaste bijdrage per uur. Deze opvang is er voor alle thuiswonende en zorgbehoevende personen die een beroep doen op een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Een dagcentrum voor palliatieve verzorging staat dan weer in voor opvang en verzorging aan palliatieve personen. Het dagcentrum maakt het

20


INFO • ZORGMAGAZINE 2017

twee waard

Een stap verder gaat het in een centrum voor kortverblijf (cvk), dat tijdelijk opvang en verzorging biedt, niet alleen overdag maar ook ‘s nachts. Je krijgt er verpleegkundige en hygiënische zorg, revalidatie- en ontspanningsactiviteiten en de mogelijkheid tot sociale contacten. Deze opvang kan voor maximaal negentig dagen (waarvan zestig opeenvolgende) per kalenderjaar. Opnieuw geldt dat je hier terecht kan als je 65 bent en de zorg thuis niet meer rond krijgt of een tijdje meer verzorging nodig hebt, bijvoorbeeld na een val of bij een crisissituatie. Als je herstelt van een zware ingreep of ongeval, kan je tot slot terecht in een centrum voor herstelverblijf voor opvang, verzorging en revalidatie. De CM-Zorgverblijven zijn zowel gericht naar de mantelzorger als naar de zorgbehoevende. Zij bieden verblijfsformules voor wie wil herstellen van een ernstige ziekte, een ongeval of een ziekenhuisopname. Ook chronisch zieke personen die tijdelijk specifieke zorg in een aangepaste omgeving vragen, kunnen hier terecht.

Tijdskrediet en loopbaanonderbreking De wetgeving voorziet een aantal mogelijkheden om de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen en zo zorg te verlenen aan een ziek gezinslid of familielid. Dat kan onder meer in de vorm van: • Loopbaanonderbreking in het kader van medische bijstand • Het palliatief verlof • Tijdskrediet zonder of met motief Meer informatie hierover vind je op www.rva.be. Het CM Infopunt Chronisch Zieken informeert je over je rechten en helpt je een antwoord te vinden op je vragen. Het Infopunt staat open voor iedereen. Bel naar 078/05.08.05 of mail naar infochronischzieken@cm.be.

Tekst: Els Van Langenhoven

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

voor een aantal mensen met een levensbedreigende aandoening mogelijk om thuis te blijven en dus niet in een ziekenhuis of wzc te worden opgenomen. Je kan er een halve of volledige dag verblijven aan een dagprijs en bent zo verzekerd van persoonlijke verzorging, een warme maaltijd en revalidatie- en ontspanningsactiviteiten.

Een centrum voor herstelverblijf heeft eenpersoons- en tweepersoonskamers. Artsen en verpleegkundigen staan in voor de lichamelijke verzorging, terwijl sociaal assistenten de begeleiding op zich nemen. Daarnaast zorgen kinesisten voor de nodige lichaamsbeweging en ondersteuning bij dagelijkse activiteiten. Meer info: www.cm.zorgverblijven.be en www. zorg-en-gezondheid.be/per-domein/ouderenzorg. Goed om weten: Als CM-lid kan je een financiële tussenkomst ontvangen voor de opvang in een dagverzorgingscentrum of bij een verblijf in een centrum voor kortverblijf of herstel. Het volledige overzicht van de tussenkomsten is terug te vinden op www.cm.be of contacteer je CM-kantoor in de buurt.

21


interview • ZORGMAGAZINE 2017

“Fixatie

moet het laatste redmiddel zijn”

Hoe kan je mensen beschermen tegen vallen, weglopen of zelfverwonding zonder dat je ze moet vastbinden of opsluiten? Zonder fixatie, in het jargon. Als antwoord daarop ontwikkelde Kristien Scheepmans in opdracht van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen, samen met het Academisch Centrum voor Verpleeg- en Vroedkunde van de KU Leuven, de praktijkrichtlijn ‘Streven naar een fixatiearme thuiszorg’.

“Mensen staan er vaak niet bij stil dat fixatie ook negatieve gevolgen heeft”

22

Wat is fysieke fixatie? “Daar is sprake van wanneer je een persoon beperkt in zijn bewegingsvrijheid. Dat kan door een handeling te stellen, bijvoorbeeld door een deur op slot te doen. Maar ook door materiaal of een uitrusting aan of in de buurt van iemands lichaam aan te brengen, met de bedoeling dat die persoon ze niet kan verwijderen.” Kan je enkele voorbeelden geven? “De meest bekende voorbeelden zijn het gebruik van een bedhekken of het plaatsen van het bed tegen de muur, waardoor de zorgbehoevende oudere niet meer uit bed kan. Wat we ook vaak zien is dat mensen de zetel zo kantelen dat de oudere niet meer op eigen kracht recht kan komen. De remmen op de rolstoel vastzetten, is ook een manier om de vrijheid van iemand in te perken. In het meest verregaande voorbeeld wordt de zorgbehoevende vastgebonden met een Zweedse gordel. Dat is een gordel van ongeveer tien centimeter breed, die geheel rond de heupen en buik van de oudere zit en vast wordt gemaakt met een slot. Daarna bevestig je die gordel met behulp van twee andere banden aan het bed. Zo is het onmogelijk om nog uit het bed te raken.”

Waarom doen mensen aan fixatie? “Meestal is dat uit voorzorg, om te voorkomen dat de oudere valt of wegloopt. Maar vaak staan mensen er niet bij stil dat zo’n fixatie ook negatieve gevolgen heeft. Een zorgbehoevende oudere zal niet uit een gekantelde stoel vallen, maar raakt er ook niet meer uit en moet dus blijven zitten.” Bestaan er regels? “Anders dan in Nederland is er in België geen wetgeving voor het gebruik van fysieke fixatie. Vrijheidsberoving is verboden, maar er is een uitzondering voor artsen en verpleegkundigen. Zij kunnen op hun beurt onder strikte voorwaarden toestemming geven voor fixatie aan een mantelzorger. De arts of verpleegkundige moet dan een opleiding geven en een attest opmaken. Dit attest is concreet en altijd beperkt in de tijd. Daarom is het ook zo belangrijk dat er tussen de mantelzorger en de zorgverstrekkers een open gesprek mogelijk is. In een mantelzorgsituatie is er immers geen professioneel toezicht.” Houdt fixatie risico’s in? “Hoewel goed bedoeld, zijn er inderdaad risico’s aan verbonden, zowel voor de zorgbehoevende oudere als voor de zorgverlener. Zo kan fixatie leiden tot doorligwonden en kneuzingen. Het kan ook gebeuren dat de kracht van de spieren afneemt omdat de oudere die minder of niet meer gebruikt. In het ergste geval


interview • ZORGMAGAZINE 2017

kan iemand stikken en overlijden. Naast deze lichamelijke gevolgen heeft het ook een impact op het psychosociaal welzijn. Veel ouderen ervaren het als traumatisch. Daardoor kan fixatie ook leiden tot agressie en depressie.” Welke gevolgen zijn er voor de mantelzorger? “Mantelzorgers, maar ook professionele zorgverleners, voelen zich vaak schuldig, machteloos of onbegrepen. Het is belangrijk dat de zorgbehoevende en de mantelzorger van bij de start op inspraak en begrip kunnen rekenen en zich ondersteund voelen bij de keuzes die worden gemaakt.” Als fixatie toch nodig blijkt, op welke manier gebeurt dat dan het best? “Met de juiste middelen, op een veilige manier, onder verhoogd toezicht en beperkt in de tijd. Ga samen rond de tafel zitten. De wens van de zorgbehoevende oudere staat hierbij centraal. Professionele zorgverleners brengen hun expertise aan, mantelzorgers hun kennis en ervaringen. Op basis van zo’n gesprek kan je de juiste keuzes maken. Wanneer je te snel kiest voor fixatie kan je immers het omgekeerde effect krijgen. Als iemand wordt vastgemaakt om een val te vermijden, kan er spierverslapping optreden, waardoor het risico op vallen net groter is op het moment dat er geen fixatie meer is. Fixatie moet dus echt het laatste redmiddel zijn, eerst moeten alle alternatieven worden onderzocht.”

Wat wil je met je richtlijn bereiken? “Fysieke fixatie is een noodzakelijk kwaad. Je kan het nooit volledig uitsluiten. Deze richtlijn wil zorgverleners bewustmaken van de impact van fysieke fixatie, alternatieven aanreiken en ondersteuning bieden bij de keuzes die worden gemaakt. Dat is de beste garantie voor een kwalitatieve zorg.”

Tekst: Tine Vandecasteele

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

Welke alternatieven zijn er? “Er zijn er heel wat. Voor iemand die de weg kwijtraakt, kan je bijvoorbeeld zorgen voor een veilige, vertrouwde omgeving met veel structuur. Let erop fysieke obstakels te verwijderen, zorg voor anti-slipmatten, een goede verlichting met bereikbare lichtschakelaars en een duidelijk dagen nachtritme. Wie minder goed te been is, kan dan weer gebaat zijn bij armleuningen in het huis of een extra laag bed met een valmat ernaast.”

“Gebruik fixatie enkel met de juiste middelen, op een veilige manier, onder verhoogd toezicht en beperkt in de tijd”

boek ‘Streven naar een fixatiearme thuiszorg’ werd uitgegeven bij Acco en kost 22,50 euro.

23


standpunt • ZORGMAGAZINE 2017

Mantelzorg in woonzorgcentra: een niet te missen schakel De Deense filosoof Søren Wie anders dan de mantelzorger De mantelzorger Kierkegaard zei ooit: kent de levensstijl van de bewoner en is waarschijnlijk “Het leven moet voorwaarts geleefd kan zo in samenspraak met de de persoon worden, maar achterwaarts bewoner, zorgverleners en waaraan de begrepen.” Met deze uitspraak in je animatoren zoeken naar een bewoner het achterhoofd kan je niet anders dan voortzetting hiervan? concluderen dat mantelzorgers een meest gehecht is voorname rol spelen op het moment Wie anders dan de mantelzorger dat een zorgbehoevende in een woonzorgcentrum (wzc) kent de waarden en normen die de bewoner wil hanteren wordt opgenomen. in de uitbouw van zijn verdere leven? De mantelzorger is waarschijnlijk de persoon waaraan Want wie anders dan de mantelzorger kan de verhuis de bewoner het meest gehecht is. Deze gehechtheid mag naar een wzc voor een zorgbehoevende zo rimpelloos niet onder druk komen door organisatorische bezwaren, mogelijk laten verlopen? De mantelzorger kent de zoals beperkte bezoekregels of het verbod op levensloop van zijn naaste die opgenomen wordt en kan samenwonen binnen een wzc. ervoor zorgen dat die zoveel mogelijk in dezelfde lijn wordt voortgezet. De mantelzorger kan het leven van Natuurlijk doen alle betrokkenen hun uiterste beste, een bewoner in een rusthuis zinvol maken, aangezien hij binnen de mogelijkheden die er zijn. Beperkingen op of zij rekening kan houden met de ervaringen uit het welk vlak dan ook, leiden er evenwel toe dat we er verleden. samen dikwijls een zootje van maken. Deels komt dat omdat we naast elkaar leven of te weinig met elkaar Wie anders dan de mantelzorger treedt op als communiceren. pleitbezorger voor zijn of haar familielid en kan erop toezien dat het wzc geen artificiële leefwijze opdringt Ik hoop dat ieder na het lezen van dit zorgmagazine, aan de zorgbehoevende, onder het mom van waarin heel wat goede praktijken belicht worden, meer organisatorische haalbaarheid? dan ooit bereid is om mantelzorg voort te zetten in de wzc’s. Welke rol je daarin ook speelt. Wie anders dan de mantelzorger kent het levensperspectief van de bewoner? Is hij of zij dan niet ■ Mathieu Martens de geschikte persoon om samen met de bewoner en het Voorzitter personeel van het wzc de invulling van dat perspectief zo OKRA-ZORGRECHT dicht mogelijk te benaderen? Wie anders dan de mantelzorger kent de levenszin van de bewoner en speelt bijgevolg een cruciale rol als het gaat over zinvolheid en vraagstukken over het levenseinde?

24


IN DE PRAKTIJK • ZORGMAGAZINE 2017

Eens een zorgbehoevende in een woonzorgcentrum (wzc) terechtkomt, zit een groot deel van het werk er voor mantelzorgers op. Toch kunnen zij nog een rol spelen binnen een wzc, naast het personeel. Al verschilt dat van rusthuis tot rusthuis. In wzc Lindelo (Lille) en wzc Sint-Bernardus (Bassevelde) hebben ze in ieder geval bijzondere aandacht voor de naasten van bewoners, elk op hun manier.

Waar bewoners en mantelzorgers thuis zijn

In de schaduw van de kerktoren en naast het supporterslokaal van veldrijder Wout Van Aert in het Kempense Lille, ligt het wzc Lindelo. In een aaneenschakeling van oude en nieuwe gebouwen bevinden zich 120 bedden, waarvan er 90 voorzien zijn voor mensen met dementie. Tot die laatste groep behoort de moeder van Julienne Breugelmans (61), die al vier jaar in het rusthuis verblijft. “We wonen in Lille en mijn moeder kent hier ook veel mensen, daarom kozen we voor wzc Lindelo. Maar ook de goede reputatie speelde mee. De verzorging staat op punt en je kan hier met al je vragen terecht. We voelen ons gerust.”

In gesprek Het woonzorgcentrum heeft niet alleen oog voor de bewoners, maar evengoed voor hun naasten. Dat doet het op verschillende manieren, al van voor de eigenlijke opname. “Als iemand naar hier gaat verhuizen, brengen we altijd eerst een huisbezoek, waar we ook met de familie praten”, zegt Elke Keepers, die zich als ‘referentiepersoon dementie’ in de ruimste zin toelegt op de woon- en leefkwaliteit van de demente bewoners. “Na een verblijf van een maand vindt weer een gesprek plaats met de familie, samen met zorgverleners uit allerlei disciplines. Daar kunnen de twee partijen hun bevindin-

gen uiten. Ook wordt naar het levensverhaal van de bewoner gevraagd en besproken wat belangrijk is voor hem of haar. Zo’n gesprek wordt elk jaar herhaald en als het moet ook vroeger.” Daarnaast krijgt elke bewoner een aandachtspersoon toegewezen, die er eveneens voor de familie is. Maureen Weuts (71), van wie haar demente vader al negen jaar in wzc Lindelo woont, heeft veel aan de aandachtspersoon. “We kunnen heel open met elkaar spreken. Als ik vragen heb, kan ik altijd bij haar terecht. Zij licht ons ook in over zaken met betrekking tot mijn vader. Ik vind het belangrijk dat zij

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

Mantelzorger Maureen Weuts en haar vader in wzc Lindelo.

25


IN DE PRAKTIJK • ZORGMAGAZINE 2017

“Met een familieraad willen we tussen de bewoners en de familie staan, als aanspreekpunt” Julienne er is. Het enige nadeel is dat ze maar halftijds werkt. Maar met goede afspraken lukt dat wel.” Af en toe helpt Maureen haar vader nog als hij naar het toilet moet. Meer doet ze niet, maar dat hoeft uiteraard ook niet: haar vader is van goede zorgen verzekerd. Toch kunnen familieleden of vrienden nog altijd een grotere rol als mantelzorger op zich nemen. “Sommige naasten vragen daar ook om”, vertelt Elke. “Maar we stellen wel zelf nooit de vraag. Het moet worden voorgesteld, zodat niemand het gevoel krijgt dat het van ons verwacht wordt. Voor een opname wordt de relatie tussen familie en zorgbehoevenden heel vaak door zorg gedomineerd, terwijl we de kans willen geven om hier weer tot een normale familierelatie te komen. Al kan je het zorgende aspect er natuurlijk nooit helemaal uithalen.”

Actieve familie Toch gaan heel wat familieleden nog een engagement aan, zij het beperkt. Zo nemen velen deel aan activiteiten die georganiseerd worden door het rusthuis, aangezien ze allemaal openstaan voor hen. Er wordt ook actief promotie rond gemaakt, omdat iedereen elkaar dan eens in een andere, ontspannende context ziet. Sommigen steken er bovendien de handen uit de mouwen, om de organisatorische kant rond te krijgen. Ook zijn er elk jaar vier praatcafés over dementie, waar telkens mantelzorgers het woord nemen. En dan is er nog de familieraad, waar Julienne in zetelt. “De raad komt viermaal per jaar samen en bestaat uit kinderen van dementerende bewoners. Eén keer per jaar is er ook een bijeenkomst met familieleden van nieuwe bewoners. Zij kunnen dan hun vragen stellen en krijgen zo een beeld van hoe het er hier aan toegaat. Met de

26

Mantelzorger Julienne Breugelmans.

familieraad willen we tussen de bewoners en de familie staan, als een aanspreekpunt. Iedereen mag zich aansluiten.” Maar naast de concrete initiatieven die zich richten op mantelzorgers, heerst in wzc Lindelo ook een mentaliteit die een constante aandacht voor deze doelgroep verzekert. Een anekdote van Maureen bevestigt dat. “De eerste dag waarop mijn vader hier werd opgenomen, zal me altijd bijblijven. Er was een nieuwjaarsfeestje gaande en iedereen zong samen liedjes. Toch was dat een vreselijk moment voor mijn moeder, maar ook voor mij, aangezien het de eerste dag was. Ik besloot me wat af te zonderen in de cafetaria. Daar werd ik opgevangen door het personeel, dat ongelooflijk veel begrip toonde. Die aandacht is er nu ook nog, voortdurend.” “Dat we ons zo bekommeren om de mantelzorgers komt omdat we het belang van deze mensen erkennen”, verklaart Elke. “Zij spelen een cruciale rol om de zorg voor hun familielid te optimaliseren. Zeker bij dementen, die niet altijd meer hun eigen noden kunnen aangeven. Maar mantelzorgers verdienen ook zelf ondersteuning. Vaak is het niet makkelijk om je naaste te zien opgenomen worden, te zien achteruitgaan. Het begint natuurlijk met het geluk van de bewoner zelf, maar als de familie ook tevreden is, dan is het plaatje compleet.”

Elke Keepers van wzc Lindelo.

Nieuwbouw met impact Een kleine 90 kilometer verderop, in het Oost-Vlaamse Bassevelde, ligt nog een rusthuis waar mantelzorgers zich thuis voelen. Wzc SintBernardus, met in totaal 96 bedden, maakt deel uit van een ware zorgcampus die nog in volle ontwikkeling is. Behalve een aantal maatregelen op maat van mantelzorgers zoals in Lille, is er nog een heel specifieke verklaring voor de betrokkenheid van familieleden. “We hebben altijd al geprobeerd om de familie te betrekken bij wat we doen”, benadrukt directeur Guy Claeys. “Maar onze nieuwbouw heeft veel veranderd, want vanaf dan zijn we gaan werken met leefgroepen, die bestaan uit acht bewoners.” De nieuwbouw waarover Guy spreekt, staat er ondertussen zo’n twee jaar. Die nieuwe infrastructuur maakte het mogelijk om de bewoners onder te verdelen in groepen van acht. Daar zijn er in totaal twaalf van. “Iedere leefgroep heeft zijn eigen keukentje, eetkamer en salon, naast acht individuele kamers. Mensen mogen uiteraard van de ene naar de andere groep gaan, maar we trachten hen zoveel mogelijk binnen de groep en daarbinnen zo autonoom mogelijk te laten leven. Dat houdt in dat de groep binnen bepaalde grenzen keuzes kan maken. Bijvoorbeeld over het tijdstip van opstaan en eten of hoe een verjaardag gevierd wordt.”


IN DE PRAKTIJK • ZORGMAGAZINE 2017

“Ik heb mijn vaders medebewoners graag, dus neem ik al eens een kleinigheidje mee voor de hele groep” Carine

Spontaan verslag Toch was de nieuwe leefvorm voor veel mensen wennen. Niet alleen voor de bewoners zelf, maar eveneens voor hun familieleden. Ook Carine Van De Woestijne (55) had bedenkingen over de leefgroep waarin haar vader terecht zou komen, al wou ze het wel een kans geven. “Mijn vader is komen wonen in het rusthuis op het moment dat de nieuwbouw net openging en de bijhorende leefgroepen werden gevormd. Ik werk al dertig jaar in de zorg, maar dat was nieuw voor mij. Er worden acht mensen samengebracht, maar het moet dan ook nog lukken om ze samen te laten leven. Gelukkig valt de realiteit zeer goed mee. Mijn vaders medebewoners spreken me aan en beginnen vaak spontaan over zijn dag. Nog voor we in zijn kamer zijn geweest, weten we zo alles”, lacht ze.

Mantelzorger Carine Van De Woestijne met haar vader in wzc Sint-Bernardus. Naast meer onderlinge contacten, leverden de leefgroepen nog een gunstig neveneffect op. Mantelzorgers worden er immers door aangemoedigd om – weliswaar beperkte, maar betekenisvolle - taken voor de medebewoners van hun familielid op te nemen. “Het gevolg van de vertrouwensband die mensen met elkaar opbouwen. Zoiets groeit dus organisch. We durfden er niet zomaar van uitgaan dat dat het geval zou zijn, maar we hadden er wel op gehoopt”, geeft Guy aan. Carine herkent het. “Omdat ik goed overweg kan met mijn vaders medebewoners, neem ik al eens een kleinigheidje mee voor de hele groep. Als mijn vader bijvoorbeeld jarig is, krijgt iedereen een stukje taart. Ze zijn me daar telkens heel dankbaar voor. En andere families doen hetzelfde.” Binnen wzc Sint-Bernardus heerst ook een goede verstandhouding tussen de mantelzorgers en al wie werkt in het

rusthuis, zowel het personeel als de vrijwilligers. Ook daar zitten de leefgroepen voor iets tussen, constateerde Sarah Vandekerckhove, verantwoordelijke bewonerszorg. “De groepen werken stimulerend. Iedereen ziet de voordelen ervan in. Vooral op psyschosociaal vlak hebben ze een grote waarde. Er is hier altijd een open cultuur geweest, maar de leefgroepen hebben de contacten zeker nog versterkt.” Carine kan er dan ook geen onvertogen woord over zeggen. “Vorige week was er nog iets met mijn vader en dan brengen ze ons daar zo snel mogelijk van op de hoogte. Vooral met de hoofdverpleegkundige hebben we een heel goed relatie. Bij het minste dat er is, mogen we bellen. Het is haar nooit te veel. Hier is mijn vader verzekerd van goede, warme zorg.”

Sarah Vandekerckhove en Guy Claeys van wzc Sint-Bernardus.

Tekst: Benjamin Ponsert Foto’: Thomas Legréve en Lieven Van Assche

OKRA-zorgMAGAZINE 2017

In de regio is deze werking uniek en ook elders in Vlaanderen vind je het nog niet zo vaak. Maar voor Guy was het duidelijk waarom hij het rusthuis zo wou organiseren. “Met de invoering van de leefgroepen wilden we het sociaal contact van de bewoner bevorderen. Vroeger waren mensen op hun eigen kamer behoorlijk veel op zichzelf aangewezen, los van de momenten waarop bezoekers kwamen. Nu kunnen ze naar het gemeenschappelijke salon gaan en hebben ze spontaan contacten. Dat verloopt allemaal zeer laagdrempelig. We doen er ook alles aan om mantelzorgers nauw te betrekken bij de leefgroep. Ze moeten het gevoel hebben dat ze bij hun familielid thuis op bezoek komen. Automatisch hebben zij ook contact met de andere bewoners, een effect dat we op het oog hadden. Voor mensen die weinig of geen bezoek hebben, is dat een belangrijke winst.”

27


INFO • ZORGMAGAZINE 2017

Warme trefpunten voor kwetsbare leden en mantelzorgers Zorg dragen voor kwetsbare leden gebeurt in elk trefpunt van OKRA. Het wordt er vaak beschouwd als vanzelfsprekend, iets dat als vanzelf groeit uit samenzijn. Maar juist door doodgewone dingen te doen, voorkom je dat minder mobiele leden en mantelzorgers vereenzamen. Want een babbeltje slaan, eens buitenkomen en deelnemen aan een ontspannende activiteit kunnen net dat nodige duwtje in de rug zijn…

“Na een vergadering wordt een stuk taart of gebakje bezorgd aan onze thuisgebonden leden.” Trefpunt Schuiverskapelle “Tijdens een uitstap houden we zoveel mogelijk rekening met onze minder mobiele leden: trappen en wandelingen proberen we te beperken.” Trefpunt Geel-Holven “We sluiten onze wandeling af met pannenkoeken en koffie. Wie niet mee kan wandelen, kan er vanaf dan wel bij zijn.” Trefpunt Avelgem “Sommige wijkverantwoordelijken doen boodschappen voor de mensen die dat nog moeilijk kunnen.” Trefpunt Hooglede “Elke tweede maandag van de maand spelen we kaart en rummikub met de bewoners van het rusthuis.” Trefpunt Oostrozebeke “Wanneer we het OKRA-magazine aan huis brengen, maken we steevast tijd voor een babbeltje met de thuisgebonden leden.” Trefpunt Ledegem “We organiseren dit jaar een feest in de stijl van de ‘goeden oude tijd’ voor onze leden die tachtig jaar en ouder zijn. Wie in een rusthuis verblijft, wordt opgehaald en teruggebracht.” Trefpunt Eine

28

“Dit jaar zijn we gestart met een ophaaldienst voor leden die moeilijk te been zijn of geen vervoermiddel hebben. Zo kunnen ze toch naar onze activiteiten komen.” Trefpunt Meulebeke “We bezoeken leden die opgenomen zijn in het ziekenhuis en brengen dan een kleine attentie mee.” Trefpunt Aarsele “De vervoerdienst van het OCMW haalt onze minder mobiele leden op. Het trefpunt betaalt de rekening.” Trefpunt Erembodegem “We trakteren dit jaar alle tachtig- en negentigjarigen op een wafelbak.” Trefpunt Oostakker “Om de twee weken doen we niet alleen een grote, maar ook een kleine wandeling, bedoeld voor rolstoelgebruikers en mensen die moeilijk te been zijn.” Trefpunt Burst “Wanneer een lid sterft, proberen we nog voor de begrafenis een bezoek te brengen aan de partner. Dat wordt altijd zeer gewaardeerd.” Trefpunt Deinze-centrum en Petegem

“Jaarlijks organiseren we een koffietafel waarbij de jubilarissen worden gevierd: al wie 50, 60 of 65 jaar getrouwd is en al wie 80, 85, 90 of nog ouder is geworden, is er welkom.” Trefpunt Nederbrakel “We hebben een eigen ledenblad met foto’s van de voorbije activiteiten. Dat wordt op prijs gesteld door de leden die in het rusthuis verblijven, want zo zijn ze op de hoogte van het reilen en zeilen in ons trefpunt.” Trefpunt Gontrode “Voor wie niet zoveel kilometers meer kan stappen, hebben we de groep ‘trage wandelaars’ opgericht.” Trefpunt Ruislede “Tijdens onze fietstochten nemen we altijd een pauze met koffie en gebak. De leden die vroeger meefietsten en dat niet meer kunnen, worden dan opgehaald. Zo kunnen ze mee genieten van een gezellige namiddag.” Trefpunt Bellem “Onze fiets- en wandeltochten zijn aangepast, zodat iedereen meekan. Er is zelfs iemand van 91 jaar die nog (elektrisch) meefietst.” Trefpunt SDW Afsnee “We brengen onze rusthuisleden iedere maand een bezoek.” Trefpunt Letterhoutem “Samen met het woonzorgcentrum organiseren we rolstoelwandelingen. Het wandeltempo wordt uiteraard aangepast aan de mogelijkheden van de deelnemers én de rolstoelduwers.” Trefpunt St-Jozef Tereken “Elk jaar vieren we de verjaardag van de al wat oudere leden. Wie er niet bij kan zijn, krijgt een geschenk aan huis.” Trefpunt Bonheiden


Laat urineverlies uw leven niet beperken

compact geen huidirritatie & geurhinder tussenkomst van de Sociale Zekerheid

Naar schatting zijn er zo’n 286.200 mannen met urineverlies in BelgiÍ. Dankzij de Conveen Optima condoomkatheter van Coloplast krijg je je vrijheid terug en kan je terug genieten van een zorgeloos leven.

De ideale oplossing voor mannen. Vraag een gratis informatiepakket met onderstaande coupon of bel ons gratis nummer 0800-12888. Meer info over de Conveen Optima condoomkatheter kan je vinden op www.coloplast.be.

2. Vul uw gegevens in

absorberende verbanden

E-mail

...........................................................................................

andere: .............................................

Telefoon

...........................................................................................

geen product

Voornaam

...........................................................................................

Familienaam

...........................................................................................

Adres

...........................................................................................

Postcode

...........................................................................................

Gemeente

...........................................................................................

Handtekening

Stuur deze coupon terug naar: Coloplast Belgium, Guido Gezellestraat 121 1654 Huizingen Het Coloplast logo is een geregistreerd handelsmerk van Coloplast A/S. Š 2017-03. Alle rechten voorbehouden www.coloplast.be

Coloplast beschermt uw privacy volgens de wet van 8 december 1992 zijn uitvoeringsbesluit. De verzamelde gegevens (inclusief de gezondheidsgegevens die u later telefonisch zou meedelen) worden vertrouwelijk behandeld en op een veilige manier bewaard. Bovendien worden uw gegevens niet doorgegeven aan derden en worden ze enkel gebruikt om te antwoorden op uw vragen betreffende onze producten en om u in de toekomst te informeren over nieuwe producten en diensten. U hebt altijd het recht uw gegevens in te zien, te verbeteren en te schrappen. Gelieve hiervoor contact op te nemen met Coloplast Belgium NV/SA, Guido Gezellestraat 121, 1654 Beersel / Huizingen, verantwoordelijke voor de verwerking.

Okra 03.17

1. Welk product gebruikt u nu?


INFO • ZORGMAGAZINE 2017

OKRA-ZORGRECHT Jouw zorg, onze zorg Vroeg jij je ook al eens af of de dagprijsverhoging van het woonzorgcentrum wel correct is? Stel je je vragen over de aangerekende extra’s voor de persoonlijke was of de kapper? Weet jij of je je medicatie zelf mag beheren? En hoe zit het met de rolstoel of rollator? Mag iedereen zomaar je kamer betreden? En welke zorg mag je verwachten in een woonzorgcentrum?

gegeven worden. OKRA-ZORGRECHT vond het toch opportuun om de vraag aan te kaarten bij het woonzorgcentrum en signaleert dit euvel ook bij het beleid. De afsprakennota van het woonzorgcentrum werd alvast aangepast aan de regelgeving.”

Als je niet overal het antwoord op kent of nog wel wat extra vragen kan bedenken, dan ben je niet alleen. Heel wat rusthuisbewoners, familieleden, mantelzorgers en andere zorggebruikers contacteerden ons de voorbije jaren bij onzekerheden of moeilijkheden. OKRA-ZORGRECHT luistert, informeert op maat, begeleidt of onderhandelt waar nodig. Een gratis dienstverlening die je aangeboden krijgt van een erkende gebruikers- en mantelzorgvereniging. Ook jij kan er kosteloos lid van worden en jouw vraag beantwoord zien.

“In bepaalde gemeenten krijg je als mantelzorger een financiële tegemoetkoming. De voorwaarden om een premie te krijgen, verschillen van gemeente tot gemeente. Niet elke gemeente heeft er een. Naast de gemeentelijke premie bestaat er ook een tegemoetkoming van de Vlaamse zorgverzekering. Die wordt uitbetaald door de zorgkas, bijvoorbeeld CM, aan zorgbehoevenden voor het betalen van niet-medische kosten. Het bedrag – 130 euro – kan de zorgbehoevende aan zijn mantelzorgers geven. Meer info over de tegemoetkoming van de Vlaamse zorgverzekering kan je bekomen bij de mutualiteit waar je bent aangesloten.”

Een greep uit de vragen van 2016 “Al jaren zorg ik voor een tante die kinderloos is. Ik ga haar dagelijks bezoeken in het woonzorgcentrum. De laatste tijd gaat haar gezondheid snel achteruit. De dokter weigert mij uitleg te geven. Kan dat wel?” “Een dokter kan enkel medische informatie met iemand anders dan de patiënt delen als er een vertrouwenspersoon en/of vertegenwoordiger is aangesteld. Als vertrouwenspersoon sta je de patiënt bij, maar heb je geen enkele juridische bevoegdheid. Dat houdt in dat de patiënt nog steeds in staat is zijn rechten uit te oefenen. Als vertegenwoordiger sta je als het ware in de schoenen van de patiënt en treedt je op in naam van de patiënt wanneer die wilsonbekwaam is. Als er geen vertegenwoordiger is aangeduid, bepaalt de wet op de patiënten-

30

rechten in welke volgorde familieleden als vertegenwoordiger kunnen optreden: eerst de partner, dan het meerderjarig kind, de ouder en tot slot de meerderjarige broer of zus.” “Mijn man verblijft al twee jaar in een woonzorgcentrum, maar komt op zondag naar huis voor het middageten, koffie met gebak en een boterhammetje ’s avonds. Het woonzorgcentrum heeft in al die tijd nog nooit een korting op de dagprijs gegeven voor zijn afwezigheid. In de afsprakennota staat dat ze dat enkel toekennen als iemand drie opeenvolgende dagen afwezig is. Klopt dat?” “Als een bewoner van een woonzorgcentrum afwezig is, moet het rusthuis de niet gebruikte diensten en leveringen tegen marktconforme prijzen terugbetalen. Het moet minstens de niet-gebruikte maaltijden vergoeden. De verplichting tot terugbetaling gaat echter pas in vanaf de eerste volledige dag afwezigheid. Aangezien uw man slechts ’s middags en ’s avonds afwezig is, moet er geen korting

“Ik zorg al jaren voor mijn vader. Heb ik recht op een mantelzorgpremie?”

Naast persoonlijke vragen ontvangt OKRA-ZORGRECHT ook sterk onderbouwde dossiers over woonzorgcentra die zijn samengesteld door meerdere personen of familiegroepen. Ook die vragen en moeilijkheden krijgen een bijzondere en gepaste opvolging. Dat gebeurt altijd in afstemming met de betrokken bewoners, familieleden en mantelzorgers.

Wil je graag reageren op een verhaal, heb je een vraag of wil je zelf een probleem aankaarten? Alle info en de contactgegevens van OKRAZORGRECHT vind je hiernaast. OKRA-ZORGRECHT is door Vlaanderen erkend als vereniging voor zorggebruikers en mantelzorgers en werd opgericht door OKRA, de grootste ouderenvereniging van Vlaanderen en Brussel.


info • ZORGMAGAZINE 2017

OKRA-ZORGRECHT is er voor jou! Sinds 2010 biedt ouderenvereniging OKRA een bijzondere dienstverlening aan voor al wie zorg nodig heeft of zorgt voor een familielid of vriend. De erkende vereniging voor zorggebruikers en mantelzorgers draagt de naam OKRAZORGRECHT. Hiermee zetten we ons ten volle in voor de belangen en vragen van bewoners in woonzorgcentra, hun familieleden en mantelzorgers. Ook jij bent van harte welkom!

Kosteloos en voor iedereen Ben je net opgenomen in een woonzorgcentrum of woon je nog thuis? Jong of al iets ouder? Al wie zorg nodig heeft of zorgt voor een familielid of vriend, kan als lid gratis een beroep doen op OKRA-ZORGRECHT. Je hoeft geen OKRA-lid te zijn om je aan te sluiten bij ZORGRECHT.

Wij zorgen voor jou • Bij OKRA-ZORGRECHT bieden we je een luisterend oor en krijg je advies op maat. We staan klaar voor al je zorgvragen, bekommernissen of moeilijkheden. Bij klachten zoeken we samen naar een gepaste oplossing.

• Wanneer je je net in een nieuwe zorgsituatie bevindt, is er nog veel onduidelijk. Via goede informatie willen we je op weg helpen. Als lid ontvang je jaarlijks het OKRA-zorgmagazine, tweemaandelijks de digitale nieuwsbrief en lees je info op onze website. Ben je ook OKRA-lid? Dan kan je je tanden zetten in het maandelijkse OKRA-magazine, gevuld met leuke zorgartikels. • Zin in fijne ontmoetingen op een van onze vele ontmoetings- en vormingsactiviteiten? Neem dan een kijkje op onze website! • OKRA-ZORGRECHT behartigt niet alleen je persoonlijke belangen, maar ook die van andere zorggebruikers en mantelzorgers. Speciale aandacht gaat uit naar bewoners van woonzorgcentra. We zitten regelmatig samen met de overheid en andere zorgorganisaties om jullie wensen en noden aan te kaarten.

Tijd voor een babbel?

02 246 57 72 zorgrecht@okra.be OKRA-ZORGRECHT, PB 40, B-1031 Brussel www.okrazorgrecht.be

Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00 uur (op vrijdag enkel in de voormiddag).

Lid worden Meld je gratis aan op www.okrazorgrecht.be of via onderstaand strookje:

Naam

Ik ben

Voornaam

❍ zorggebruiker ❍ mantelzorger ❍ geïnteresseerde

Adres Emailadres Geboortejaar … wenst lid te worden van OKRA-ZORGRECHT.

31


Kleeft als geen ander.

Voor een goedzittend kunstgebit. Dag na dag!

Protefix® biedt u betrouwbare oplossingen voor uw kunstgebit. De Protefix® kleefcrème, kleefpoeder en kleefblaadjes versterken de kleefkracht van uw tandprothese en voorkomen het binnendringen van etensresten. Protefix® Protect Gel helpt en beschermt bij onstekingen, knellingen en aften. Zo kunt u comfortabel en in alle vrijheid genieten van het dagelijkse leven. www.protefix.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.